Te berikken effekt De raadsvergadering waarin de programmabegroting 2013 wordt vastgesteld wordt niet belast met discussies over kaders.

Transcriptie

1 Riedsútstel Ried : 2 februari 2012 Status : Besluitvormend Agindapunt : 11 Portefúljehâlder : K. Antuma Amtner : E. Plantinga Taheakke : Conceptraadsbesluit Op besjen : - Underwerp Uitgangspunten voor de begroting 2013 Foech ried/kolleezje: De raad stelt de uitgangspunten voor de begroting vast en verstrekt daarmee de kaders waarbinnen het college aan de slag kan om een programmabegroting op te gaan stellen. Wy stelle jo foar te besluten om: De uitgangspunten voor de begroting 2013 vast te stellen Ynlieding De voorbereidingen om te komen tot een programmabegroting 2013 zijn nu alweer opgestart. Hierbij is het voor zowel de raad als het college van belang dat de raad in het begin van dit proces aangeeft aan welke kaders de programmabegroting moet voldoen. Te berikken effekt De raadsvergadering waarin de programmabegroting 2013 wordt vastgesteld wordt niet belast met discussies over kaders. Arguminten 1.1 De discussie in de raadsvergadering kan hierdoor op inhoud gevoerd worden. Wanneer de uitgangspunten waaraan de begroting moet voldoen vooraf duidelijk zijn, hoeft er daarover tijdens de behandeling van de programmabegroting geen discussie meer gevoerd te worden. Hierdoor ontstaat er ruimte om de discussie te beperken tot datgene dat relevant is, namelijk de beleidsmatige inhoud van de begroting. 1.2 De raad wordt in een vroeg stadium in positie gebracht om te bepalen waar de programmabegroting aan moet voldoen De programmabegroting is het belangrijkste planning & control-product van het jaar. Het is het document waarin de raad de mogelijkheid krijgt om te sturen welke maatschappelijke effecten zij volgend jaar gerealiseerd wil zien. Om daadwerkelijk te kunnen sturen, is het van belang dat de raad in een vroeg stadium aangeeft, welke informatie zij hiervoor nodig heeft. Door nu de volgende uitgangspunten vast te stellen, wordt deze mogelijkheid geboden.

2 Side : 2 Uitgangspunten begroting De programmabegroting moet duidelijk en transparant zijn De programmabegroting moet een duidelijk beeld geven welke maatschappelijke effecten de gemeenteraad nastreeft. Ook de daarbij behorende indicatoren moeten helder en SMART beschreven zijn. De begroting moet transparant zijn, de burgers moeten in de begroting kunnen zien waaraan de beschikbare middelen worden besteed. 2. De programmabegroting is inzichtelijk op basis van bestaand beleid en nieuw beleid De programmabegroting wordt opgesteld op basis van de bestaande programma-indeling en op basis van het bestaand beleid. Wijzigingen op of uitbreidingen van dit beleid zullen in de kadernota 2013 gepresenteerd worden. In de programmabegroting zullen de gevolgen van deze wijzigingen afzonderlijk in beeld gebracht worden. Verder zullen in de programmabegroting beleidswijzigingen uit voorgaande jaren die per 2013 in zouden gaan afzonderlijk gepresenteerd worden, zodat de raad daar alsnog over kan besluiten om deze wijzigingen wel of niet door te voeren. 3. Aanpassing op basis van wetgeving of decentralisatie (autonome ontwikkelingen) Nieuwe taken die op de gemeente afkomen op basis van nieuwe wetgeving of decentralisatie zullen in de begroting worden verwerkt. Hierbij zal in de toelichting afzonderlijk worden aangegeven wat de financiële gevolgen voor de gemeente zijn. 4. Autonome groei Voor 2013 gaan we uit van een inwonertal van en een aantal woonruimten van (beide gegevens zijn een extrapolatie van de huidige aantallen). De jaarschijf 2016 wordt aan het perspectief toegevoegd. In het kader van het meerjarenperspectief wordt voor wat betreft het aantal inwoners uitgegaan van een stijging van 10 per jaar. Het geraamde aantal woonruimten stijgt met 25 per jaar. 5. Salarisontwikkeling Voor de begroting 2013 zal een uitdraai worden gemaakt naar de situatie per maart 2012, waarbij rekening wordt gehouden met de laatste ontwikkelingen op het gebied van ons personeelsbestand, de ontwikkelingen op het gebied van sociale lasten en de daarbij behorende loonsom. Voorlopig gaan we uit op basis van de laatst bekende CAO en ontwikkelingen op het gebied van sociale lasten, en achten wij het raadzaam om het huidige stijgingspercentage van 1,5% te handhaven. Mocht er voor de behandeling van de programmabegroting een vernieuwde CAO worden opgesteld, dan zullen wij uiteraard deze cijfers meenemen. 6. Prijsstijging We stellen voor om het inflatiecijfer te bepalen via de prijsmutatie van het Bruto Binnenlandse Product (BBP), zoals deze in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau (CPB) wordt vastgesteld. Het ministerie van Binnenlandse Zaken gebruikt deze cijfers voor de berekening van de prijsontwikkeling binnen de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit houdt in dat onze inkomsten van het Rijk, los van wijzigingen in het beleid, met dit percentage gaan stijgen en het lijkt ons raadzaam om ook onze uitgaven met hetzelfde percentage te laten stijgen.

3 Side : 3 Aangezien het Centraal Economisch Plan pas in maart 2012 bekend is, kunnen we u pas bij de kadernota 2013 informeren over de hoogte en de gevolgen van het inflatiepercentage. Dit inflatiepercentage berekenen wij niet alleen over de werkbudgetten, maar ook voor de budgetten voor energie, de te verlenen subsidies en de te innen huren en pachten. 7. Rentepercentages Gemeenten rekenen een boekhoudkundige rente over het eigen vermogen, zodat al het vermogen rentedragend is. Hiermee is de wijze van financiering van investeringen (middels eigen vermogen of door vreemd vermogen aan te trekken) niet meer van belang en wordt er over alle investeringen een rentepercentage berekend. Zoals gezegd, het betreft hier een boekhoudkundige rente die niet van invloed is op het saldo van de begroting. Wel is het zaak om hier reële percentages aan te koppelen, zodat er een reëel oordeel is te geven over de kosten van een investering. Aangezien de rente voor lang geld de afgelopen tijd stabiel op een laag peil is gebleven, stellen we dan ook voor om deze rente gelijk te houden aan de huidige percentages. Op basis van deze gegevens kan voor 2013 worden uitgegaan van de volgende percentages: - voor lang geld 4,00% - voor eigen vermogen 3,50% - voor kort geld 3,00% 8. Algemene uitkering Bij de berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zal worden uitgegaan van de meicirculaire Belastingtarieven Als uitgangspunt hanteren wij om zoveel mogelijk tarieven zo inzichtelijk mogelijk aan u voor te leggen. Daarnaast streven wij naar zoveel mogelijk kostendekkende tarieven. Ook hanteren we als uitgangspunt om de totale lastenstijging voor de burger maximaal gelijk aan het inflatiepercentage te laten zijn. Als rekenmethode gebruiken we hiervoor de rioolheffing, de afvalstoffenheffing voor een meerpersoonshuishouden en de meeropbrengst van de Onroerende ZaakBelasting (OZB), waarbij we voor de OZB uitgaan van de gemiddelde woningwaarde in de gemeente. 10. Sluitende begroting Het voeren van gezond financieel beleid gaat uit van het uitgangspunt dat structurele uitgaven gedekt worden door structurele inkomsten. Door dit aan te houden, ontstaat ook een sluitende begroting. Daarnaast getuigt het van gezond verstand om in alle jaarschijven een positief saldo te presenteren. Hiermee voorkomen we dat we problemen doorschuiven naar de toekomst en zijn we ten alle tijde voorbereid op mogelijke financiële tekorten. Het uitgangspunt is dan ook dat de begroting zowel incidenteel als structureel sluitend is, zowel voor 2013 als ook voor de drie jaren daarna.

4 Side : Actualisering vervangingsinvesteringen Veel investeringen die gedaan worden, zoals bijvoorbeeld busjes voor de buitendienst, meubilair, ict-applicaties, etc., zijn na een bepaalde termijn afgeschreven. Om wel de taken die uitgevoerd worden met deze investeringen te blijven kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk om deze investeringen te vervangen. De financiële gevolgen hiervan worden jaarlijks in de meerjarenbegroting opgenomen. Uiteraard bekijken we ieder jaar of de vervangingsinvesteringen die voor de komende vier jaar staan genoteerd wel daadwerkelijk vervangen moeten worden. Sommige investeringen zijn soms nog in prima staat, waardoor vervanging wel met één of meerdere jaren kan worden uitgesteld. Verder bekijken we of het bedrag van de oorspronkelijke investering nog toereikend is om datgene het komend jaar te vervangen. Als uitgangspunt hanteren we dan ook dat de vervangingsinvesteringen jaarlijks worden geactualiseerd en de financiële gevolgen daarvan in beeld worden gebracht in de kadernota Finânsjes De financiële gevolgen van deze uitgangspunten presenteren we in de kadernota. Hierdoor ontstaat er een financieel kader dat ondersteuning biedt aan de invulling van de takendiscussie die in de kadernota zal ontstaan. Boargerpartisipaasje In deze fase van het proces vindt er geen burgerparticipatie plaats. Deze komt pas tot stand bij het opstellen van het beleidsinhoudelijke deel van de programmabegroting. Kommunikaasje Ook hiervoor geldt dat er nu nog geen communicatietraject hoeft te worden ingezet. Ferfolchtrajekt Na vaststelling van de uitgangspunten zal de raad over de financiële gevolgen hiervan geïnformeerd worden in de kadernota Vervolgens zal de raad uiteraard merken dat de programmabegroting 2013 voldoet aan de vastgestelde uitgangspunten. Buitenpost, 19 januari 2012 het college van burgemeester en Wethouders van Achtkarspelen, secretaris, mr. E. van der Sluis wnd. burgemeester, P. Adema

5 Riedsbeslút De raad van de gemeente Achtkarspelen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 19 januari 2012, punt nr.: 11; Beslút: de uitgangspunten voor de begroting 2013 vast te stellen Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 2 februari De griffier, De voorzitter, mr. R. van der Heide P. Adema