Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015

Transcriptie

1 Aan: Van: Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015 Inleiding Met deze nota worden de uitgangspunten van de begroting 2016 en meerjarenraming voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur en aan het Algemeen Bestuur. Vaststelling van deze uitgangspunten is nodig om het jaarplan van Samenwerking Kempengemeenten en de financiële uitwerking daarvan te kunnen opstellen. Het vertrekpunt voor de financiële begroting is ongewijzigd beleid. Dat wil zeggen dat het gevoerde beleid voor de komende jaren doorgetrokken wordt en dat de budgettaire gevolgen van in het verleden genomen beslissingen in de meerjarenraming zijn verdisconteerd. Voor een aantal externe factoren zoals rente en prijsontwikkeling wordt voorgesteld om aannames te bepalen. Ook is van belang om de verdeelsleutels van de kosten vast te stellen. In het proces tot opstelling van het jaarplan en de financiële begroting 2016 met meerjarenraming zijn alle afdelingen en bestuursorganen van SK betrokken. Een gedetailleerde planning wordt aan het begin van de procedure opgesteld. De procedure heeft een doorlooptijd van circa een half jaar. Opstelling van het jaarplan Het jaarplan voor de Samenwerking Kempengemeenten ontstaat door bundeling van de jaarplannen van de vijf afdelingen: Staf, P&O, SSC, ISD en Jeugdhulp. Deze afdelingsplannen worden opgesteld aan de hand van de indeling in de drie W-vragen. Dit zijn: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen? Wat mag het kosten? De concepten van de afdelingsplannen worden door het management opgesteld. Daarin staan de concrete voornemens voor het dienstjaar en voor het meerjarenperspectief. Nieuwe ontwikkelingen van afdelingen worden voor zover mogelijk is als voornemen benoemd. Begrotingswijziging 2014 In de procedure tot vaststelling begroting 2016 en meerjarenraming is ook een begrotingswijziging 2015 opgenomen. De primitieve begroting 2015 werd reeds vastgesteld in juni Een actualisering van deze begroting loopt mee in de procedure. De begrotingswijziging in de maand juni 2015 stelt in staat om actuele inzichten en omstandigheden te verwerken in de begroting. Door opname in de begroting ontstaat autorisatie van het Dagelijks Bestuur tot het (laten) doen van uitgaven voor vermelde doelen. Het management van de afdelingen wordt gevraagd om eventuele aanleidingen tot wijziging van de begroting 2015 in te dienen bij een update van het jaarplan van de afdeling. Rente De begroting 2015 is gebaseerd op het omslagpercentage van 4%. Voor nieuwe investeringen wordt in de begroting voor 2016 ook dit rentepercentage gehanteerd, bij de berekening van de kapitaallasten. Dit percentage is een voortzetting van het uitgangspunt dat de laatste jaren werd gehanteerd. Dit rentepercentage sluit aan bij de rentepercentages die door deelnemende gemeenten worden gehanteerd in hun begrotingen voor 2015.

2 Loon- en prijsstijgingen Voor de loonontwikkeling wordt in de begroting uitgegaan van de reeds geraamde stijging van de lonen in 2015 en een stijging van de lonen in 2016 met 1 %. De verwachte kosten van formatie worden in het begin van het dienstjaar door afdeling P&O berekend. Basis is dan de werkelijke formatie, en beloningen. Voor niet ingevulde vacatureruimte wordt uitgegaan van het maximum van de schaal. De verwachte prijsontwikkeling werd de laatste jaren bepaald op een stijging van 2 % per jaar. Voorstel is om ook voor het jaar 2016 uit te gaan van een prijsstijging van 2 %. Het uitgangspunt voor de verwachte prijsstijging is met name relevant voor de IT-exploitatiekosten. Daarbij geldt dat naast de verwachte algemene prijsontwikkeling ook rekening dient te worden gehouden met contractuele afspraken over indexering van tarieven. Voor de meerjarenraming wordt uitgegaan van constante lonen en prijzen op basis van het jaar Resultaat meerjarenraming De meerjarenraming geeft een beeld van te verwachten saldi voor de komende jaren bij doortrekking van het bestaande (=aanvaard) beleid en doorvoeren van bezuinigingsmaatregelen. De berekening van bijdragen van gemeenten geschiedt zodanig dat volledige dekking van lasten wordt bereikt. Bezuinigingen Met het vaststellen van de begroting 2015 werd in juni 2014 ook besloten om de taakstellende bezuinigingen vooruit te schuiven in de tijd, tot Een bedrag van euro heeft betrekking op het SSC. Deze afdeling komt dit jaar met evaluatie. Daarop volgt een bestuurlijke bepaling van de strategische ontwikkelingsrichting van het SSC. Na besluitvorming door het bestuur wordt deze wijziging verwerkt in de begroting van het SSC voor 2016 en verder. Van de taakstellende bezuinigingen staat vanaf 2016 een bedrag van op de begroting als begroot jaarresultaat. Voor deze methode werd in 2010 gekozen, vanwege de onzekerheid van de haalbaarheid daarvan. Met de organisatie van de nieuwe taken in het kader van de drie decentralisaties is duidelijkheid ontstaan over de nieuwe ambities van de afdelingen van de SK. In plaats van minder ambitie zijn nieuwe taken belegd bij de SK. De besluitvorming over het al dan niet voorzetten van deze beide bezuinigingsopgaven in 2016 wordt in een separaat voorstel voorgelegd aan het bestuur en maakt derhalve geen deel uit van de bestuurlijke vaststelling van de begroting Onvoorzien Uitgangspunt voor het opstellen van de nieuwe begroting is het constant houden van de bedragen die voor onvoorziene lasten worden opgenomen. Nieuwe ontwikkelingen Voor de transities in het sociale domein is in 2014 een begrotingswijziging vastgesteld. Dat is de eerste begroting, waarin onder meer besloten wordt om een afdeling toe te voegen aan de organisatie van de Samenwerking Kempengemeenten. Bij de vaststelling is reeds vermeld dat vanwege onzekerheden die ten tijde van de vaststelling nog bestaan, voorgenomen wordt om door middel van begrotingswijziging besluiten te nemen die voortvloeien uit meer inzicht in de uitvoeringskosten en in de programmakosten. Met de gemeente Oirschot wordt een dienstverleningsovereenkomst gesloten over de deelname van deze gemeente in de afdeling Jeugdhulp. Deze wordt cijfermatig verwerkt in een begrotingswijziging. Kostenverdeelsleutels per afdeling De verdeling van de kosten van de afdelingen geschiedt op basis van actualisatie van de vigerende verdeelsleutels. Afdeling Staf De kosten van de afdeling Staf worden omgeslagen over de drie andere afdelingen, op basis van afspraken die gemaakt zijn met de Belastingdienst. Dit houdt in dat: 10 % van de Stafkosten worden doorbelast aan P&O 30 % van de Stafkosten worden doorbelast aan ISD 60 % van de Stafkosten worden doorbelast aan SSC Afspraken met belastingdienst dienen in 2015 herzien te worden in relatie tot de nieuwe inrichting van de GRSK. Dan moet ook afdeling Jeugdhulp een deel doorbelast krijgen van de Stafkosten. Vooralsnog wordt een deel van de Stafkosten direct toegerekend aan de afdeling Jeugdhulp. 2

3 Inwoneraantallen Bij de berekening van de verdeelsleutel wordt het inwoneraantal gehanteerd op moment t-2. Voor de begroting van 2016 betekent dat het inwoneraantal op 1 januari Voor de berekening van de begroting en ook bij de jaarrekening wordt gebruik gemaakt van het cijfer t-2. Dit aantal wordt ook toegepast bij de opstelling van de meerjarenraming Waar verdeelsleutels gebaseerd zijn op inwoneraantallen, wordt op basis van opgave door CBS, uitgegaan van de volgende inwoneraantallen per Aantal inwoners 1 januari 1 januari 1 januari 1 januari 1 januari Toename in 2013 Bergeijk Bladel Eersel Oirschot Reusel-De Mierden Totaal Afdeling P&O De verdeling van de kosten van de afdeling P&O vindt plaats op basis van aantal fte van de deelnemende gemeenten en het aantal fte van ISD, Jeugdhulp en SSC. Voor de berekening van de verdeelsleutel voor P&O wordt het aantal Fte op t-1 gehanteerd. Voor de begroting 2016 is dit 1 januari Ook bij de jaarrekening wordt gebruik gemaakt van dit cijfer. Afdeling P&O verstrekt de betreffende gegevens in januari 2015, op basis van de personeelsadministratie. Met de informatie die P&O verstrekt wordt niet het werkelijke aantal fte noch de bezetting vastgelegd. De vermelde formatie voor SSC en ISD wordt op basis van de begroting van deze afdelingen bepaald. Gemeente Bergeijk neemt niet deel in P&O. Tabel: Op te nemen fte s in verdeelsleutel P&O Toename / afname in 2014 Bergeijk Bladel 93,17 89,45 80,39 84,05 3,66 Eersel 92,43 91,10 91,21 94,51 3,3 Oirschot 108,25 98,55 98,56 98,65 0,09 RDM 75,20 74,01 74,80 76,42 1,62 ISD 41,54 42,54 43,54 46,54 3 SSC 34,90 34,90 34,90 35,40 0,5 Jeugdhulp ,4 2,4 Totaal 445,49 430,55 423,40 437,97 14,57 Gemeente Bergeijk neemt niet deel aan afdeling P&O Op deze cijfers vindt nog een laatste check plaats bij het opstellen van de begroting 3

4 SSC De kosten van SSC worden o.b.v. de volgende verdeelsleutels verdeeld over de deelnemende gemeenten en over de afdelingen P&O, ISD en Jeugdhulp. kosten van hardware :aantal werkstations kosten van software : aantal gebruikersaccountants apparaatskosten : aantal inwoners Om in de begroting en meerjarenraming voor 2016 uit te kunnen gaan van actuele waarden van de verdeelsleutels worden de aantallen per 1 januari 2015 gebruikt, voor het aantal werkstations en accounts. Afdeling SSC stelt in januari 2015 in overleg met deelnemers uit de samenwerking de aantallen vast, waarop de kostenverdeling wordt gebaseerd. Tabel aantallen werkstations en gebruikersaccounts werkstations Per werkstations Per gebruikersaccounts Per gebruikersaccounts Per Bergeijk Bladel Eersel Oirschot Reusel-De Mierden ISD P&O Jeugdhulp 4 32 Totaal Uurtarieven SSC Jaarlijks stelt de directie de tarieven vast die door het SSC worden gehanteerd bij de doorbelasting van aanvullende dienstverlening op vraag van deelnemende gemeenten. Ook ingeval van dienstverlening aan derden worden deze tarieven gehanteerd. Een actualisatie van de tarieven wordt gepland in januari 2015, met vermelding in de begroting Afdeling ISD De verdeling van de kosten van de afdeling ISD over de deelnemende gemeenten vindt plaats op basis van een splitsing in drie delen: 1. kosten WMO Verdeling o.b.v. het relatief aandeel voorzieningen per 1 januari 2015 (t-1) De toegerekende loonkosten van consulenten, administratie en toetsing ten dienste van WMO worden op deze basis verdeeld. Ook inhuur ten dienste van WMO valt hieronder. 2. kosten WWB Verdeling o.b.v. het relatief aandeel uitkeringsgerechtigden per 1 januari (t-1) De toegerekende loonkosten WWB-personeel en inhuur ten dienste van WWB worden op deze basis verdeeld. 3. overige kosten Verdeling op basis van het aantal inwoners (t-2) Voor de meerjarenraming wordt uitgegaan van een constante verdeelsleutel. Mogelijk dat in 2015 de verdeelsleutel moet worden herzien als gevolg van drie decentralisaties. Indien daarvoor aanleiding is wordt in 2015 een afzonderlijk voorstel voorgelegd aan het bestuur. 4

5 Afdeling Jeugdzorg De kostenverdeling voor de afdeling Jeugdhulp vindt plaats op basis van de verhouding van het aantal jeugdigen op t-2. Dit is een voorlopige kostenverdeelsleutel, die na twee jaren zal worden geëvalueerd. De bijdrage in de kosten van de gemeente Oirschot wordt vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. Advies aan Algemeen Bestuur Aan het bestuur wordt voorgesteld om te besluiten de Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming vast te stellen. 5