Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

Transcriptie

1 Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting 1. Algemene reserve (gelabeld deel) Het gelabelde deel van de algemene reserve neemt toe van 3.3 miljoen naar 5,2 miljoen. In aanvulling op de toelichting tijdens de informatieavond worden in de onderstaande tabel de diverse bewegingen aangegeven. RESERVES EN VOORZIENINGEN Algemene reserve MUTATIES NA AANPASSING Vrijval bestemmingsreserve Vrijval labelling Jaarrekeningresultaat Vrij besteedbaar Gelabeld Subotaal Bestemming bij Jaarrekening Bestemmingsreserve Voorzieningen Totaal Kapitaalgoederen (50% reservering) Wat is de opbouw van de 50% reservering? Op pagina 16, 1 e bullet, wordt ingegaan op de 50%-aanpak. Voor de eerder afgezonderde 50%- reservering zijn de bedragen hieronder in de tabel aangegeven. Hierop wordt een niet te realiseren besparing (aanpak Bibliotheken) in mindering gebracht. Overzicht 50%-reservering Sociaal vitaal > Kapitaalgoederen 50%- reservering > Niet te realiseren besparing (aanpak Bibliotheken) Totaal Weerstandsvermogen 3a. Onderscheid risico s op korte en lange termijn Kan er een onderscheid worden gemaakt in risico s op korte en op lange termijn? In de systematiek die Súdwest-Fryslân hanteert worden gemeentebreed alle risico s geïnventariseerd en vastgelegd in een centraal systeem ( NARIS ). Deze risico s worden samen met hun kans van optreden verzameld. Door middel van een statistische methode waarbij alle afzonderlijke gebeurtenissen (risico s) en de kans dat de gebeurtenissen gelijktijdig optreden door middel van een grote hoeveelheid doorrekeningen ( simulatie, deze methode heet de Monte Carlo simulatie). Aan de hand van deze berekening én het door de raad vastgestelde zekerheidspercentage wordt het 1

2 benodigde weerstandsvermogen berekend. In de berekening wordt dus rekening gehouden met de kans van optreden. Hierbij is rekening gehouden met risico s op korte en lange termijn. 3b. Verwerking recente woningbouwprogrammering Is de meest recente woningbouwprogrammering opgenomen in de NARIS-berekening? Vooralsnog kunnen wij hier aangeven dat binnen de NARIS-berekening voor stagnatie in de woningmarkt een bedrag is opgenomen ( 2 miljoen, zie ook de beantwoording bij punt 3c) als risico vanwege de verminderde vraag naar bouwgrond. In de berekeningen voor de opbrengsten van de grondexploitaties is vanaf 2016 een jaarlijkse stijging voorzien van de opbrengst grondverkopen met een percentage van 2%. Gezien de marktontwikkelingen is het niet uit te sluiten, dat deze stijging niet volledig kan worden doorberekend. Het risico is een lagere opbrengst verkoop bouwgrond, die een tekort in de grondexploitatie veroorzaakt, welke niet in de huidige berekening is meegenomen. Op de vraag welke input met betrekking tot woningbouwprogrammering is gebruikt volgt op een zo kort mogelijke termijn nog aanvullende informatie. 3c. Doorvertaling risico s grondexploitatie Zijn de risico s in de grondexploitatie op een juiste manier vertaald? Hieronder worden alle (recente) risico s van de grondexploitatie in de NARIS-berekening vermeld: a. Stagnatie in woningmarkt met als gevolg een verminderde vraag naar bouwgrond ( ). b. Door de wereldwijde vraag naar grondstoffen is het zeer de vraag of 3% kostenstijging toereikend is ( ). c. De problematiek rondom de Euro kan leiden tot een verhoging op rente van geldleningen ( ). d. Doet zich voor bij het faillissement van een aannemer (50.000). e. De stagnatie op de woningmarkt met als gevolg een verminderde vraag naar bouwkavels ( ). f. De stagnatie op de woningmarkt ( ). In de berekeningen voor de opbrengsten van de grondexploitaties is vanaf 2016 een jaarlijkse stijging voorzien van de opbrengst grondverkopen met een percentage van 2%. Gezien de marktontwikkelingen is het niet uit te sluiten, dat deze stijging niet volledig kan worden doorberekend. Het risico is een lagere opbrengst verkoop bouwgrond, die een tekort in de grondexploitatie veroorzaakt, welke niet in de huidige berekening is meegenomen. In de berekening voor de grondexploitaties is rekening gehouden met een kostenstijging voor bouw- en woonrijpmaken van 3%. Gezien de huidige prijsontwikkeling voor grondstoffen is het niet uitgesloten, dat deze moet worden bijgesteld. In deze opzet is een extra verhoging voorzien van 0,5%. Het risico is hogere kosten van bouw- en woonrijpmaken, die een tekort in de grondexploitatie veroorzaken, die niet is voorzien in de huidige berekening. Verhoging van de rentetoerekening op grondexploitaties met 1%. Het risico is verhoging van de boekwaarde (bouw)gronden, welke niet in de uitgifteprijs verdisconteerd kan worden. Uitvoerings-/constructiefouten tijdens de uitvoering. Het risico is een financieel nadeel voor de gemeente. In de berekeningen voor de grondexploitaties zijn aannames gedaan over prijzen per m2/per kavel. Het risico is een lagere opbrengst verkoop bouwgrond, die een tekort in de grondexploitatie veroorzaakt, welke niet in de huidige berekening is meegenomen. Verdere verlaging van de fasering woningbouw. 2

3 3d. Verklaring verschil tussen oud en nieuw niveau weerstandsvermogen Hoe is het mogelijk dat er zo n groot verschil zit tussen het oude en het nieuwe niveau van het weerstandsvermogen? In de Programmabegroting 2014 (november 2013) is in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een toelichting gegeven op de berekening van het niveau van het weerstandsvermogen. Hoewel het formele (vastgestelde) niveau op 18,1 miljoen ligt, werd destijds aangegeven dat op dat moment een weerstandsvermogen van 16 miljoen toereikend zou kunnen zijn. Destijds werd niet tot een verlaging van het weerstandsvermogen besloten. Zie bijlage 1. In de Perspectiefnota wordt nu aangegeven dat met een nieuwe aanpak rond de kapitaalgoederen het weerstandsvermogen terug kan worden gebracht tot 9 miljoen. Ondertussen is in een nieuwste inventarisatie (het concept van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing voor de nieuwe begroting 2015) aangegeven dat het benodigde niveau terug valt te brengen tot 8,7 miljoen. Zie bijlage 2. Tussen beide inventarisaties ligt een verschil van 7,3 miljoen. Rond het op te nemen niveau spelen meerdere aspecten. Het gaat dan met name om de hoogte van het risico en de kans dat risico s zich voordoen (wegingsfactor). Binnen de NARIS-aanpak leidt dit tot een doorberekening. In de opzet voor de komende begroting staat aangegeven dat er zo n 90 risico s zijn geïnventariseerd. Volgens afspraak worden alleen de 10 grootste risico s toegelicht. Ten opzichte van de begroting 2014 daalt in de nieuwe inventarisatie het totale risico van 34 miljoen naar 29,1 miljoen. Een verschil van 5,1 miljoen. Door het toepassen van de verschillende wegingsfactoren leidt dit tot een daling van het niveau van het weerstandsvermogen met 7,3 miljoen. 4. Nadere toelichting kredieten en reserveringen (Nota Reserves en Voorzieningen) Kan er een lijst worden verstrekt met kredieten c.q. reserveringen welke voor heroverweging in aanmerking komen? In de nota Reserves en Voorzieningen 2014 wordt in bijlage 1 een overzicht gegeven van de bestemmingsreserves en in bijlage 4 een onderbouwing van deze reserves. In bijgaand overzicht (bijlage 3) is de onderbouwing van de reserves nader toegelicht. Aangegeven is in welke mate de bestemming van de reserves nog kan worden aangepast. Reserves waar de meeste mogelijkheden liggen zijn in het overzicht geel gemarkeerd. Met betrekking tot de openstaande kredieten wordt opgemerkt dat de raad periodiek geïnformeerd wordt over afwijkingen inzake de voortgang etc. 5. Verklaring incidentele inzet ambities: 1,2 miljoen en 1,5 miljoen Op pagina 23 staat onder punt b 1e bullet vermeld, dat de inzet voor vraagt om een bedrag van 1,2 miljoen en 1,5 miljoen. Kan een overzicht worden gegeven van de maatregelen/- voorstellen die hier onder vallen, met verdeling per jaarschijf? De beide bedragen worden toegelicht in de eerdere tabel Inzet nieuw ambities (pagina 22). Bij de punten a en b is na het kopje structurele inzet vanaf 2015 een tweede kopje aangegeven Inzet vanaf 2015 etc.. Hier leidt de opsomming van bedragen in de kolom Nu ingezet tot een optelling naar de twee bewuste bedragen. Hierbij valt op te maken dat bij alle structurele bedragen het bedrag eenmalig beschikbaar komt (in 2015). De bedragen zijn duidelijk herkenbaar als een deel van de in de kolom Beoogde inzet aangegeven periode (dus bijvoorbeeld 1/3 of 1/4 deel van de beoogde inzet). Onder de tabel worden enkele afwijkingen van de algemene regel aangegeven. 3

4 Een verdeling per jaarschijf is hier niet nodig. Alle bedragen die nu (incidenteel) worden ingezet hebben betrekking op Met als uitzondering het invoeringsbudget Transitie/Transformatie Sociaal Domein die in 2014 beschikbaar komt. 6. Verklaring surplus algemene reserve Op pagina 23 wordt bij punt b na de opsomming in de laatste alinea vermeld dat er in de periode nog sprake blijft van een surplus in de algemene reserve van 2,7 miljoen (op basis van een weerstandsvermogen van 9 miljoen). Graag een overzicht van de beginstand van de algemene reserve (AR) van 2014 en vervolgens het verloop van de AR (met verwerking van de begrotingssaldi van alle voorgestelde mutaties). Met de bedoeling om te laten zien hoe de 2,7 miljoen tot stand komt en vervolgens het verloop ook voor de jaren daarna inzichtelijke wordt tot en met De beantwoording vindt plaats in bijlage Invoeringsbudget transities/transformatie Sociaal Domein Kan er een onderbouwing van het gevraagde invoeringsbudget worden gegeven? Er wordt uitgegaan van de volgende voeding van het budget, waarbij de claim in de perspectiefnota is meegenomen: Voeding van het budget 2014 Invoeringsbudget Rijk SWF Invoeringsbudget Rijk Littenseradiel Claim in Perspectiefnota Totaal Er wordt uitgegaan van de volgende bestemming van het budget (indicatief/globaal): Bestemming budget (globale specificatie) 2014 Werkgroepen Werkgroepen toeleiding en gebiedsgericht werken, Versterken en stimuleren van eigen kracht, Kwaliteit en vernieuwende arrangementen, Plus activiteiten ondersteunende werkgroepen zoals Informatievoorziening, aanpassing organisatie, Sturing en financiering en ICT. AWBZ-WMO Regelgeving en pilots Jeugdzorg Kwartiermaker (kosten Friese gemeenten) en pilots Algemeen Inzet externe begeleiding, communicatie en promotie, Opleidingen, bijeenkomsten, organisatiekosten, Bijeenkomsten in de gemeente. Onvoorzien Totaal De inzet is gericht op de hele implementatie van de drie decentralisaties (transitie/transformatie) 8. Consequenties loonontwikkeling 4

5 Graag aangeven hoe het zit met de looncompensatie. Wat is de grondslag? In de meicirculaire is voor het jaar 2014 een stijging van de loonkosten van 0,75 % en voor het jaar 2015 van 2,25 % opgenomen (cumulatief in ,0 %). De provincie heeft in haar functie van toezichthouder aangegeven dat de in de meicirculaire genoemde loonstijging opgenomen moet worden in de begroting Als de looncompensatie niet doorgaat zal dit gecorrigeerd worden in de algemene uitkering. Het provinciale advies is om deze reservering niet in te zetten voor alternatieve uitgaven. De financiële onderbouwing is als volgt: ,75 % effect: ,25 % effect: (cumulatief 3 %). 5