Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde

Vergelijkbare documenten
13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

) translatie over naar rechts

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Oefentoets uitwerkingen

1. Orthogonale Hyperbolen

exponentiële standaardfunctie

2.1 Lineaire functies [1]

Paragraaf 12.1 : Exponentiële groei

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

Inverse functies en limieten

Samenvatting wiskunde B

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Tussentoets Analyse 1

Paragraaf 12.1 : Gonio vergelijkingen en herleidingen

Meerkeuzevragen. Antwoord 2. Rekenregels voor machten p.334. Notatie-afspraken voor niet-gehele exponenten A e is een

Paragraaf 9.1 : Twee soorten groei

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

wiskunde B pilot vwo 2017-I

Calculus I, 19/10/2015

Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels. Het voordeel van de laatste is dat (a,0) en (0,b) de snijpunten met de assen zijn!!

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen benaderd worden genoteerd (wel doorrekenen met exacte antwoorden).

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

7.1 Ongelijkheden [1]

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen

OEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE 1 (COLLEGE NAJAAR 2006). (z + 2i) 4 = 16. y 4y + 5y = 0 y(0) = 1, y (0) = 2. { 1 + xc 1 voor x > 0.

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Verbanden en functies

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 2. Willem van Ravenstein Haags Montessori Lyceum (c) 2016

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

college 6: limieten en l Hôpital

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Machten, exponenten en logaritmen

Asymptoten. Hoofdstuk Basis. 1.2 Verdieping. 1. Bepaal alle asymptoten van de volgende functies:

Hoofdstuk 2 - Gebroken functies

5. berekenen van limieten en asymptoten

K.1 De substitutiemethode [1]

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Hoofdstuk 2 - Gebroken functies

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel

Limieten. EEB2-7N5p GGHM

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Reader Wiskunde MBO Niveau 4 Periode. M. van der Pijl. Transfer Database

Didactische wenken bij het onderdeel analyse

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

TWEEDE DEELTENTAMEN CONTINUE WISKUNDE. donderdag 13 december 2007,

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Copyright 2017 Gertjan Laan Versie 3.1. uitgeverij czarina

Hoofdstuk 3 : Determinanten

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

Basisvormen (algebraische denkeenheden) van algebraische expressies/functies

4. Exponentiële vergelijkingen

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Paragraaf 8.1 : Recursieve en directe formule

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

dt dy dt b. Teken het lijnelementenveld voor de roosterpunten met 0 t 3 en 0 y 2.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

leeftijd kwelder (in jaren)

Paragraaf 7.1 : Eenheidscirkel en radiaal

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

V6 Programma tijdens de laatste weken

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

Paragraaf 9.1 : Logaritmen

Oefenopgave. 3 uur Wiskunde. R.A.Jongerius

Hoofdstuk 8 : Complexe getallen

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel

December 03, hfst4v2.notebook. Programma. opening paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3. pw hfst 3: 12 november 5e uur

Noordhoff Uitgevers bv

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

exponentiële verbanden

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur

Transcriptie:

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde Definitie absoluuttekens pp = { p absoluut of de absolute waarde van p } pp = { altijd positief } pp aaaaaa pp 0 pp = pp aaaaaa pp < 0 Teken de grafiek van ff() = 10 10 aaaaaa 10 0 10 = (10 ) aaaaaa 10 < 0 10 aaaaaa 10 10 = 10 + aaaaaa < 10 oftewel oftewel 10 aaaaaa 5 10 = 10 + aaaaaa > 5 Dit geeft de volgende grafiek

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina van 13 Definitie Asymptoten Er zijn twee soorten asymptoten : (1) Horizontale Asymptoot (HA) lim ff() oooo lim Vergelijking : y = getal ff() () Verticale Asymptoot (VA) Noemer = 0 Vergelijking : x = getal (d.w.z. voor x een groot getal invullen) Bepaal alle asymptoten en schets de grafiek van ff() = 60 4 3+6 Eerst de formule splitsen : ff() = 60 4 3+6 6 4 (3+6) aaaaaa 3 + 6 0 aaaaaa 3 + 6 < 0 oftewel ff() = 60 4 3+6 60 4 3 6 aaaaaa aaaaaa < Nu kun je pas de asymptoten bepalen (1) Horizontale Asymptoot (HA) 60 4 1. lim 60 4 3+6 3+ 6 = 60 0 = 0 3+0 Dus HA : y = 0 60 4. lim 60 4 3 6 3 6 = 60 0 = 0 3 0 Dus HA : y = -0 () Verticale Asymptoot (VA) 3x + 6 = 0 x = -. Dus VA : x = -

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 3 van 13 Nu kun je de grafiek tekenen :

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 4 van 13 Paragraaf 13.1 : Evenredigheid en inverse Les 1 : Evenredigheid Definities (1) y is evenredig met x yy = aa () y is omgekeerd evenredig met yy = aa Gegeven is dat + y omgekeerd evenredig is met Stel de formule van y op in de vorm yy = aaaa+bb cccc+dd 5. Voor x = 3 is y = 0,. (1) Omgekeerd evenredig dus + y = aa 5 + y = aa 5 1 + y = aa( 5) y = aaaa 5aa. Dit gaan we omschrijven () Je weet dat bij x = 3 is y = 0,, Invullen geeft : 0, = 3aa 5aa 3, = aa 3 6,6 = aa aa = 3,3 (3) Vul dit in bij de formule van (1) : y = 3,3+16,5 y = 3,3+16,5 y = 5,3+16,5

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 5 van 13 Les : Inverse Definitie (1) De grafieken van f en f inv zijn elkaars spiegelbeeld in y = x () De inverse van f en f heffen elkaar op, dus finv van f(3) is 3. (3) Voorbeelden : ff() = ff iiiiii () = ff() = ee ff iiiiii () = ln () (4) De snijpunten van f en f inv liggen op de lijn y = x. Dit betekent dat je deze kunt berekenen door f(x) = x op te lossen!!! (of f inv = x) Gegeven is de functie ff() = + 3 a. Bereken de inverse van f. b. De grafieken snijden elkaar in de punten A en B. Bereken exact deze coördinaten. a. De inverse bereken je door de x en de y te verwisselen en deze weer te schrijven als y = : yy = + 3 = + yy yy 3 = yy yy 3 ( )(yy 3) = yy 3 yy + 6 = yy 4yy = 3 6 yy( 4) = 3 6 yy = 3 6 4 Dus ff iiiiii () = 3 6 4 b. + = (of 3 6 = ) 3 4 = 3 ( )( 3) = 7 + 6 = 0 ( 1)( 6) = 0 = 1 vv = 6 Dus A(1,1) en B(6,6)

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 6 van 13 Paragraaf 13. : Asymptoten Definitie Asymptoten Er zijn eigenlijk drie soorten asymptoten : (1) Horizontale Asymptoot (HA) lim ff() = gggggggggg oooo lim () Verticale Asymptoot (VA) Noemer = 0 ff() = gggggggggg (3) Scheve Asymptoot (SA) ff() = ± lim ± Macht teller = Macht noemer + 1 SA bepalen m.b.v. een staartdeling Opmerking Als een grafiek een HA heeft is er geen SA en andersom!!! Gegeven is de functie ff() = 3 +8+9 +3 a. Stel de formule op van elke asymptoot van de grafiek van f. b. Bereken exact de extreme waarden van f. a. We kijken naar de asymptoten. Omdat de teller één hoger is dan de noemer is er een SA en GEEN HA : () VA x + 3 = 0 x = -3 (3) Scheve Asymptoot (SA) (Gebruik een staartdeling) + 3 /3 + 8 + 9\ 3 1 3 + 9 1 + 9 1 3 +1 Dus ff() = 3 1 + 1 Omdat lim +3 1 = lim ± +3 ± 1 1+ 3 = 0 = 0 is er een SA : yy = 3 1. 1+0

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 7 van 13 b. Toppen bepalen : ff() = 3 1 + 1 = 3 1 + 1( + 3) 1 +3 ff`() = 3 1( + 3) = 3 1 = 0 (+3) 1 = 3 (+3) 3( + 3) = 1 3 18 7 = 1 3 18 15 = 0 + 6 + 5 = 0 ( + 1)( + 5) = 0 + 1 = 0 + 5 = 0 = 1 = 5 max is f(-5) = -0 min is f(-1) = 0

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 8 van 13 Paragraaf 13.3 : Limieten en perforaties Les 1 Continuïteit Definitie Asymptoten Een functie is continu als linkerlimiet = rechterlimiet oftewel lim ff() = lim ff() = cc aa aa Er geldt dan dat ff(aa) = cc Gegeven ff() = 10 aa aaaaaa < 3 sin 1 ππππ + 8 aaaaaa 3 Bereken voor welke a f(x) continu is. Geef ook de coördinaten van de perforatie. De limieten moeten gelijk zijn : (1) lim 3 ff() = lim 3 10 aa = 10 3 aa = 90 aa () lim ff() = lim sin 1 ππππ + 8 = sin 3 3 1 ππ 3 + 8 = 1 + 8 = 7 Dus 90 aa = 7 aa = 83 Perforatie = (3,7)

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 9 van 13 Les Perforaties en asymptoten Definitie gebroken functie en = 0 Bij een gebroken functie ff() = tttttttttttt = tt() nnnnnnnnnnnn nn() worden : (1) Teller = 0 en noemer 0 Snijpunten met de x-as () Teller 0 en noemer = 0 Verticale asymptoot (3) Teller = 0 en noemer = 0 Perforatie kunnen 3 gevallen onderscheiden Gegeven is de functie ff() = 4 9+5 +aa. Bereken de waarde(n) van a waarvoor er een perforatie kan optreden. Bereken ook het bijbehorende punt. Voor een Perforatie geldt : Noemer = 0 en Teller = 0. + aa = 0 4 9 + 5 = 0 (1) Je kunt de x-en berekenen bij de Teller : 4 9 + 5 = 0 9 4 + 5 4 = 0 ( 5 )( 1) = 0 4 = 5 4 vv = 1 () Invullen in de Noemer geeft de waarden van a : = 5 5 10 + aa = 0 aa = = 1 4 4 4 = 1 1 + aa = 0 aa =

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 10 van 13 Nu per stuk even uitrekenen : (3) aa = = 1 ff() = 4 9 + 5 = 4 9 4 + 5 4 ( 1) lim ff() = lim 1 = 1 = 1 1 1 = 4( 1) 5 4 ( 1) Dus punt = (1, -½) = 4 5 4 = 1 (4) aa = 1 = 1 1 4 ff() = 4 9 + 5 1 = 4 9 4 + 5 4 4( 1) 5 1 1 = 4 4( 1) 4 5 = = 4 lim ff() = lim = 1 = 1 1 1 1 1 4 4 Dus punt = (1¼, ½) Opmerking Als in de teller ook een a staat werkt deze methode niet. Dan is het beter om de x uit te drukken in a en deze in de teller in te vullen. Voorbeeld Gegeven is de functie ff() = 4 9 aa. +aa Bereken de waarde(n) van a waarvoor er een perforatie kan optreden. Bereken ook het bijbehorende punt. Oplossing Druk x uit in a en los op : (1) Noemer = 0 + aa = 0 = aa = 1 aa () = 1 aa invullen in Teller = 0: 4 9 aa = 0 4 1 aa 9 1 aa aa = 0 aa + 1 aa = 0 aa(aa + 1 ) = 0 aa = 0 vv aa = 1 Nu kun je per stuk de x-en en de perforatie uitrekenen.

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 11 van 13 Paragraaf 13.4 : Limieten bij exponentiële / logaritmische Eigenschappen ff() = aa (oooo ee ) (1) Groeifactor g < 1 () Groeifactor g > 1 ( ook e x ) (3) Bij het berekenen van de horizontale asymptoten (limieten naar ± ) moet je delen door de hoogste macht van aa Gegeven is de functie ff() = ee 1. Bereken de asymptoten. ee ee (1) VA noemer = 0 Λ teller 0 ee ee = 0 Λ ee 1 0 ee = ee 1 Verticale asymptoot: x = 1 () HA lim ff() = lim ee 1 = 0 1 = 1 ee ee 0 ee ee ee lim ff() = lim 1 = lim ee ee 1 ee 1 ee ee = 0 1 0 = yy = ee ee = 0 1 ee = ee Horizontale asymptoten: yy = 1 ee eeee yy =

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 1 van 13 Eigenschappen ff() = gg llllll() (oooo llll()) (1) Groeifactor g < 1 () Groeifactor g > 1 ( ook e x ) lim 0 lim gg log () gg log () = en lim 0 = en lim gg log () gg log () = = (3) Bij het berekenen van de limieten met als uitkomst ± gg hoogste macht van log (). ± moet je delen door de Voorbeeld Gegeven is de functie ff() = ln ( ) ln() 1. a. Bereken de asymptoten. b. Bereken lim 0 ff(). Oplossing a. (1) VA: noemer = 0 Λ teller 0 ln() 1 = 0 Λ ln ( ) 0 ln() = 1 x = e verticale asymptoot: x = e yy = ln ()

Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 13 van 13 () HA ln ( ) ln () lim ff() = lim = lim = lim ln() 1 x ln() 1 1 1 ln () = 1 0 = aaaaaa dddddd ln() eeee 1 = 0 { lim ff() bestaat niet want het domein van ln(x) = 0, } Horizontale asymptoot: yy = b. lim ff() = lim = lim 0 ln() 1 0 0 ln ( ) ln () ln() 1 = lim 0 1 1 ln () = 1 0 = aaaaaa 0 dddddd ln() eeee 1 = 0