Limieten. EEB2-7N5p GGHM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Limieten. EEB2-7N5p GGHM"

Transcriptie

1 Limieten EEB - 7N5p GGHM -

2

3 Inhoud Limieten... Nog meer limieten... 7 Continuïteit... 9 Links- en rechtscontinu... Limieten berekenen... Limiet van a... De insluitstelling... 6 Limieten van... 7 Differentieerbaarheid... Regel van l Hôspital... Machten herleiden... 5 Standaardlimieten... 6 Asymptoten en limieten... 9

4 Limieten. Eerst maar eens twee voorbeelden. Voorbeeld. Een kunstenaar gaat een kunstwerk maken dat bestaat uit op elkaar gestapelde kubussen. De onderste kubus heeft ribben van. Daarop stapelt hij een kubus met ribben. Dan eentje met ribben.en zo gaat hij steeds 4 maar door. Elke kubus heeft ribben die de helft van de vorige kubus zijn. Dat geeft de serie stapels hiernaast. De kunstenaar noemt zijn kunstwerk "The Sky is the Limit", immers als je oneindig veel van zulke kubussen op elkaar stapelt, dan kun je zo hoog komen als je maar wilt. Immers als iets steeds maar groter wordt, dan zal het uiteindelijk elke waarde bereiken... Maar is dat wel zo? Hoogste tijd de zaak eens nader te onderzoeken. Laten we eens een tabel maken met de hoogte H(n) van de stapel als functie van het aantal kubussen (n). In de tabel hieronder zie je een aantal waarden. n H(n),5,75,875,975,9688,9844,99,996,998,999,9995 Daarin lijkt het er helemaal niet op dat die hoogte alle waarden kan aannemen. Het lijkt er meer op dat de hoogste steeds dichter bij komt te liggen. En dat is ook zo! Hoe groter je n kiest, des te dichter komt H(n) bij te liggen, maar de waarde zélf wordt nooit bereikt. Het kunstwerk had moeten heten "Two is the Limit"!! In de wiskunde noemen we zo'n waarde, waar je steeds dichter bij komt een "limiet". Dat die limiet in het verhaaltje hierboven inderdaad is kun je bewijzen met de theorie van meetkundige rijen, en je kunt het ook zien in het plaatje hiernaast. De hele oppervlakte nadert daar uiteindelijk naar vierkanten. We noteren dat als volgt: lim Hn ( ) = n Dat spreek je uit als" "De limiet van n naar oneindig van H(n) is gelijk aan " en het betekent dus eigenlijk dat, als je n steeds en steeds maar groter maakt, dat dan de waarde van H(n) steeds dichter naar nadert. De waarde zélf wordt nooit bereikt maar je kunt er wel zo dicht als je maar wilt bij in de buurt komen.

5 Voorbeeld. Neem de functie f( ) = + 8 en bereken lim f ( ) Dat betekent dus: laat steeds dichter bij komen en bereken elke keer f() en kijk waar die naar naderen. Luie mensen zullen misschien zeggen "Nou, dan vul ik gewoon direct in de formule in, en wat daar uitkomt, daar zal f() dan wel naar toe gaan...". Maar dat kan niet, want als je = invult, dan komt er uit en dat valt niet te berekenen. In de tabel hieronder zie je dat de waarde van f() naar 6 toegaat als naar toegaat.,5,9,95,99,999,9999, f() 5 5,5 5,9 5,95 5,99 5,999 5,9999 5, We noteren dat als: + 8 lim = 6 Die laatste regel hierboven hebben wiskundigen vertaald in wat zij noemen de ε δ definitie van een limiet. Dat ziet er zó uit (niet schrikken): Mooi hé? lim f ( ) = b a betekent: Als nadert naar a, dan nadert f() naar b. Je kunt zo dicht bij b komen als je maar wilt lim f ( ) = b ( ε > )( δ > )( a < δ f ( ) b < ε ) a Maar wat staat daar nou eigenlijk? Je leest het als volgt hardop: "Voor elke ε > geldt: er is een δ > zodat, als a < δ, dan is f() b < ε" Ja maar, wat stááááát daar nou? Laat iemand een willekeurig heel klein getal (ε) kiezen. Alles mag! ("Voor alle ε > geldt:") Dan kan ik altijd, door een geschikte te kiezen, dichter dan ε bij de functiewaarde b komen. Er is altijd een getal vlak bij = a te vinden ("Er is een δ > ") zodat de functiewaarde daarvan dichter bij b ligt dan die kleine waarde ε. 4

6 Neem de functie van het laatste voorbeeld hierboven, waarvan de limiet (voor naar ) gelijk was aan 6. Als jij de waarde ε =, kiest, dan moet ik proberen een getal vlak bij = te vinden zodat de functiewaarde ervan dichter dan, bij 6 ligt. Nou dat is makkelijk. Neem bijvoorbeeld δ =,. Dan is δ =, en de bijbehorende functie waarde is f(,999999) = 5, en dat ligt minder dan, van de waarde 6 af. Met een grafiek ziet dat er zó uit: Hoe smal je die rode strook ook kiest, je kunt altijd een blauwe strook vinden zodat het stukje grafiek bij de blauwe strook binnen dat bij de rode strook valt. Voor limieten waar naar oneindig gaat (zoals in het eerste voorbeeld) zou de definitie er zó uitzien: lim f( ) = b ( ε > )( p> )( > p f( ) b < ε) Ik hoop dat je begrijpt wat daar staat... Opgave Onderzoek de grootte van de volgende limieten: (Zet de GRM op radialen) 4 48 a) lim b) lim c) sin lim d) lim + + e) e lim f) lim ( ) g) lim h) lim( + ) 8 i) lim ( e ) j) lim ( e ) 5

7 Opgave Het gaat hier om de limiet: lim ln Ik beweer dat daar uitkomt, maar mijn buurvrouw gelooft me niet. Ze kiest ε =, en ze daagt mij uit δ te vinden waarmee ik op afstand minder dan, van uitkom als ik de formule toepas. Welke δ-waarden kan ik nemen om haar te overtuigen? Opgave sin Gegeven is de functie f( ) = a) Bereken achtereenvolgens f() en f(,5) en f(,) en f(,5) en f(,) en geef aan de hand van deze waarden een schatting voor de limiet van naar nul van f(). b) Bereken f(,5) en f(,) en f(,5) Ben je er nog steeds van overtuigd dat je schatting van vraag a) correct is? 6

8 Nog meer limieten... In de vorige les heb je gezien wat een "limiet" is en hoe je met je GR meestal wel kunt bepalen wat er uitkomt. Maar de zaken kunnen soms wat gecompliceerder zijn... Probleem. Neem de grafiek hiernaast, van f( ) = + ( ) Stel dat je daarvan de limiet van naar wilt berekenen. Dan lukt dat niet door achtereenvolgens =,5 en,9 en,99 en,999 enz. in te vullen. Aan de grafiek zie je wel dat de functie daar helemaal niet bestaat! Je kunt alleen wel =,5 en, en, en, enz. invullen, want daar aan de rechterkant van bestaat de grafiek wél. Aan die waarden zie je dat de limiet gelijk is aan. In zulke gevallen geven we nauwkeuriger in de limiet aan vanaf welke kant je moet rekenen. Dat ziet er zó uit: lim f ( ) lim f ( ) lim f ( ) Spreek uit: "de limiet van de onderkant naar ", en dat betekent dat je van getallen kleiner dan naar zelf toegaat. (Dus,9 en,99 en,999 enz.) Deze limiet bestaat in bovenstaand voorbeeld niet. We spreken ook wel van de linkerlimiet (in de grafiek kom je van de linkerkant) Spreek uit: "de limiet van de bovenkant naar ", en dat betekent dat je van getallen groter dan naar zelf toegaat. (Dus, en, en, enz.) Deze limiet is in bovenstaand voorbeeld gelijk aan. We spreken ook wel van de rechterlimiet (in de grafiek kom je van de rechterkant) Deze notatie is onnauwkeuriger en mag je alleen gebruiken als de beide vorige limieten dezelfde waarde opleveren. Dus alleen als de linkerlimiet en de rechterlimiet dezelfde waarde opleveren mag je spreken over "DE" limiet. In bovenstaand voorbeeld bestaat deze limiet dus niet!!! Voorbeeld Gegeven is de functie f( ) =, onderzoek lim f ( ) Op de eerste plaats zie je dat invullen niet kan, want dat levert op. Als je waarden kleiner dan invult krijg je bijvoorbeeld: f(,9) = en f(,99) = en f(,999) = dus dat lijkt gelijk te zijn aan. Als je waarden groter dan invult krijg je bijvoorbeeld; f(,) = en f(,) = en f(,) = dus dat lijkt gelijk te zijn aan. Conclusie: lim f( ) = en lim f( ) = en lim f ( ) bestaat niet. Aan de grafiek hiernaast zie je duidelijk wat er aan de hand is. 7

9 Probleem. Soms komt er gewoon niets uit! Neem bijvoorbeeld lim ( ) Als je waarden steeds dichter bij neemt, dan worden de berekende functiewaarden groter en groter, kijk maar: f(,9) =, f(,99) =, f(,999) =, enz. en ook van rechts: f(,) =, f(,) =, enz. In zo'n geval zeggen we dat de limiet "oneindig" is (symbool ). Maar oneindig is natuurlijk geen getal. Met "de limiet is oneindig" wordt daarom bedoeld: "je kunt de uitkomst zo groot krijgen als je maar wilt". In de grafiek hiernaast zie je wat er aan de hand is. In de volgende grafiek hiernaast zie je een geval waarin geldt: lim f( ) = en lim f( ) = dus lim f ( ) bestaat niet. 4 4 Opgave 4 Hiernaast zie je de grafiek van een functie f. Geef van de volgende uitdrukkingen aan of ze bestaan, en zo ja, hoe groot ze zijn. a) lim f ( ) d) lim f ( ) b) f() e) c) lim f ( ) 5 f) 5 lim f ( ) lim f ( ) Opgave 5 Bereken de volgende limieten, als ze bestaan: a) lim ( ln ) c) lim 5 b) lim( + ) d) lim 5 5 e) lim ( ln ) f) lim 8

10 Continuïteit De volgende regel vind ik één van de mooiste en duidelijkste afspraken over een wiskundig begrip: Een functie is continu als je de grafiek ervan kunt tekenen zonder je potlood van het papier te halen. Duidelijk! Je snapt meteen wat er bedoeld wordt, toch? Helaas moeten formele wiskundigen deze prachtige afspraak weer bederven omdat ze hem niet precies genoeg vinden! De officiële definitie van het continu zijn van een functie is (helaas) vervangen door: Een functie f is continu in punt = a als: lim f ( ) = lim f( ) = f( a) a a Ik hoop dat je ziet dat dit eigenlijk dezelfde afspraak is! - Als de linkerlimiet en de rechterlimiet beiden gelijk zijn aan f(a) dan loopt de grafiek van beide kanten naar dat punt (a, f(a)) toe. - Als de limiet ook nog gelijk is aan f(a) dan zit daar dus geen gaatje, maar bestaat de grafiek daar ook nog. Samen garandeert dat, dat je bij punt = a je potlood niet van het papier hoeft af te halen. Verder noemen wiskundigen een functie continu op een heel stuk, als hij continu is in elk punt van dat stuk: f() is continu op interval [a, b] als f() continu is in elk punt van dat interval. Kortom: dan kun je de grafiek tekenen op [a, b] zonder je potlood van het papier te halen. Voorbeeld. e voor < De functie f wordt gegeven door: f( ) = voor Onderzoek de continuïteit van f. De functies f ( ) = en f ( ) = e zijn continu, dus voor < en > zal deze gecombineerde functie ook continu zijn. Het enige spannende is de continuïteit voor =. lim f( ) = lim e = en lim f( ) = lim = De limieten zijn niet gelijk, dus de functie is niet continu voor =. 9

11 Opgave 6 De functie f wordt gegeven door: Onderzoek de continuïteit van f. sin voor < 4 π f( ) = π + 4 voor Opgave 7 De functie f wordt gegeven door: Onderzoek de continuïteit van f. f( ) = Opgave 8 a + 4 voor < 6 De functie f wordt gegeven door: f( ) = a voor 6 Voor welke waarde(n) van a is deze functie continue? Opgave 9 De functie f wordt gegeven door: 9 voor < f = a + b + voor < a + b 4 voor 6 Voor welke waarden van a en b is deze functie continu? ( ) 6 Opgave + p voor > 5 De functie f wordt gegeven door: f( ) = q + 8 voor 5 Bereken de waarden van p en q waarvoor deze functie continu is.

12 Links- en Rechtscontinu. Voor het continu zijn van een functie was het nodig dat zowel de rechterlimiet als de linkerlimiet naar de functiewaarde zelf naderden. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat slechts één van beiden naar de functiewaarde nadert en de andere niet (of zelfs niet bestaat) In zo'n geval noemen we de functie linkscontinu (linkerlimiet nadert naar f(a)) of rechtscontinu (rechterlimiet nadert naar f(a)). Hieronder zie je een paar voorbeelden. Ophefbaar discontinu Een functie heet "ophefbaar discontinu" als er "een gaatje in zit". Dat betekent in wiskundetaal dat bij de waarde = a de linkerlimiet wél gelijk is aan de rechterlimiet, maar dat ze niet gelijk zijn aan de functiewaarde f(a). Dat kan zijn omdat f(a) niet bestaat of omdat f(a) gewoon een andere waarde heeft. Zoiets dus: In zulke gevallen kun je gemakkelijk een functie vinden die overal precies gelijk is aan f() maar die het gaatje opvult. Het gaatje dat je moet toevoegen heet de continumakende waarde en de nieuwe functie wordt meestal aangegeven met f*.

13 Opgave b ( 4) voor De functie f wordt gegeven door: f( ) = a 4 b voor < Bereken a en b als deze functie ophefbaar discontinu is. Geef in dat geval ook de functie f * Opgave Teken (plot en schets) de grafiek van ( ) f( ) = en onderzoek de continuïteit. Opgave Teken (plot en schets) de grafiek van f( ) = 4 en onderzoek de continuïteit. Opgave 4 + Bereken lim. Opgave 5 De functie f a wordt gegeven door: voor < a fa ( ) = 4 a voor = a voor > a) Voor welke a is f linkscontinu in =? b) Voor welke a is f continu in =? c) Voor welke a vertoont f asymptotisch gedrag in =? Bereken in dit geval lim f ( )

14 Limieten berekenen Tot nu toe probeerden we gewoon wat waarden dicht bij = a om te ontdekken hoe groot de limiet van een functie daar was. Of we keken naar de vorm van de grafiek. Deze les bekijken we een aantal gevallen waarin we limieten eact (algebraïsch) kunnen berekenen. We onderscheiden daarin twee gevallen: de limiet van naar een bepaald getal a en de limiet van naar oneindig. Deze les bekijken we a, de volgende les komt aan de beurt. De limiet van a Ik zou altijd eerst beginnen met = a in de functie in te vullen. Wie weet komt er gewoon een functiewaarde f(a) uit. De meeste "normale" functies zijn namelijk gewoon continu op hun n g domein. Bijvoorbeeld en g en sin() en cos() en tan() en log( ) en n. En ook combinaties van zulke functies zijn dan continu op het domein. (daarmee bedoel ik dat je ze met elkaar vermenigvuldigt of bij elkaar optelt of door elkaar deelt). Dat betekent dat je bij zulke functies alleen hoeft op te letten wat het domein is! Voor dat domein moet je op drie dingen verdacht zijn: - wordt er door nul gedeeld? - wordt de wortel van een negatief getal genomen? - wordt een logaritme van nul of lager genomen? Bij Bij Bij 4 f( ) = zou ik meteen lim f ( ) gaan onderzoeken. f( ) = zou ik meteen lim f ( ) en lim f ( ) gaan onderzoeken. f ( ) log(4 ) 4 Voorbeeld + 4 ( )( + 7) lim lim lim = = = = 6 ( )( ) Merk nog even op dat er van de tweede naar de derde vorm gedeeld is door ( ). Dat mag natuurlijk niet als =, maar omdat we de limiet van bekijken, nadert naar, maar is nooit gelijk aan zelf. Dus dat wegdelen dat mág! Overigens, omdat de noemer gelijk is aan ( )( + ) zou ik hier ook de limiet van = zou ik meteen lim f ( ) gaan onderzoeken. De rest van de gevallen is namelijk oninteressant; óf daar bestaat de functie niet, óf hij is er gewoon continu. Voor het eerste voorbeeld (dat van die gebroken functie) zijn er een paar aardige trucjes te gebruiken om limieten te berekenen. Truc : Ontbinden in factoren. Als je met een breuk te maken hebt zul je moeten onderzoeken wat er gebeurt als de noemer nul wordt. Vul altijd eerst de waarde van waarvoor de noemer nul wordt in. Je weet maar nooit... Als er namelijk " iets " uitkomt (waarbij dat "iets" dus niet ook nul is), dan ben je klaar want dan is de limiet gelijk aan ±. (nog even een waarde in de buurt invullen om te kijken welk van beiden het is). De grafiek zal dan een verticale asymptoot hebben. Alleen als er uitkomt, dan heb je problemen. Maar bij functies met machten kun je dan vaak de teller en noemer ontbinden in factoren, en dan twee factoren tegen elkaar weg laten vallen.

15 bekijken. Die is echter veel makkelijker: gewoon direct invullen geeft -5 / dus dat is ±. Het hangt er vanaf of je de linkerlimiet of de rechterlimiet neemt welk van beiden (+ of ) het wordt. Nog een voorbeeld 4 ( ) ( ) lim lim lim lim = = = = =± ( ) ( )( ) + + Zodra je op " iets " uitkomt weet je al dat het + of wordt. Weer hangt het er vanaf van welke kant je naar = gaat of er + of uitkomt. In dit geval is de linkerlimiet gelijk aan en de rechterlimiet gelijk aan + (ga dat zelf maar na). Het kan zijn dat het te moeilijk is om in factoren te ontbinden. Dan kun je soms gebruik maken van een staartdeling om dat toch voor elkaar te krijgen (zie url ). Als de limiet voor a namelijk oplevert, dan kun je de teller en de noemer beiden door ( a) delen. lim f ( ) a geeft dan teller en noemer door ( a) delen Nog een voorbeeld 6 Bereken lim 4 = invullen levert (helaas) op. Daarom gaan we met een staartdeling zowel teller als noemer door ( ) delen (doe dat zelf!). Het resultaat is: 6 ( )( + + ) lim lim lim = = = 4 ( )( ) Gelukkig; bij opnieuw invullen komt er nu gewoon uit deze limiet. Het zou zelfs kunnen 8 gebeuren dat er wéér uitkomt. Dan ga je gewoon het hele verhaal nóg een keer uitvoeren. Laatste voorbeeld Bereken lim = invullen geeft weer, daarom weer teller en noemer delen door ( + ): ( + )( ) lim lim lim = = 5 4 ( )( ) Maar als je nu = invult komt er weer uit. Dus nog maar een keer door ( + ) delen: ( + )( ) lim lim lim = = = = ( )( )

16 Truc : een merkwaardig product. Deze truc werkt omdat geldt: ( a+ b)( a b) = a b Dat kun je soms handig gebruiken om wortelvormen kwijt te raken. Als in die a of in die b een wortel zit, dan verdwijnt die als je a b berekent. + Stel je wilt uitrekenen: lim. Als je = invult komt er weer uit (natuurlijk). Maar als je de teller leest als a b dan valt de wortel weg als je teller en noemer vermenigvuldigt met a + b ( + ) lim = lim = lim = + + ( )(+ + ) ( )( + ) + lim = lim = = ( )( ) Opgave 6 Bereken de volgende limieten: 4 a) lim + b) lim + c) + 5 lim 4 6 d) lim 4 4 e) lim f) lim g) h) + + lim 8 8 lim 9 9 5

17 De insluitstelling. Stel dat in de buurt van = c geldt dat f() g() h() Stel verder dat geldt: lim f ( ) = lim h( ) = L c c dan geldt ook : lim g ( ) = L c Deze stelling heet de insluitstelling (engels: squeeze theorem), en zegt eigenlijk niets anders dan: "Als een functie in de buurt van = c altijd tussen twee anderen inzit, en die anderen gaan beiden voor = c naar dezelfde waarde L, dan gaat die functie daar tussenin ook naar die waarde L". Je moet daar zo'n soort plaatje bij in gedachten hebben: Voorbeeld Bereken lim cos Bedenk dat cos( / ) zolang maar niet gelijk is aan nul (En dat laatste is hier het geval, want we nemen de limiet van naar nul toe, dus is nooit gelijk aan nul). Dan geldt: cos( / ) (alles met vermenigvuldigen verandert de tekens niet, want is positief) Maar en gaan beiden naar nul als naar nul gaat. Dus gaat dat middelste deel ook naar nul; dat zegt de insluitstelling. De gevraagde limiet is dus gelijk aan nul. Hier zie je wat er aan de hand is: 6

18 Limieten voor ± Voor limieten waarbij naar oneindig gaat heb je wat andere tactieken nodig dan voor limieten waarbij naar een bepaald getal nadert. Oneindig is namelijk geen getal (al is er wel zo'n "8 op zijn kant" voor bedacht). Laten we de twee meest voorkomende varianten bekijken.. Quotiënt van Polynomen. Klinkt goed, toch? Het betekent niets anders dan: twee functies met machten op elkaar gedeeld Bijvoorbeeld: lim + Daar staan duidelijk twee functies met machten ("polynomen") die op elkaar gedeeld worden ("quotiënt"). Met een beetje gezond boerenverstand kom je een heel eind. Kijk dat zit zo: als heel heel groot wordt, dan zal de hoogste macht van bepalen wat er gebeurt. Die en die 4 en de noemer zijn voor erg grote volledig te verwaarlozen ten opzichte van die 4. En op dezelfde manier is die in de noemer natuurlijk wel erg groot, maar toch te verwaarlozen ten opzichte van. (zelfs zou nog te verwaarlozen zijn; als maar groot genoeg wordt) Dat betekent dat er voor erg grote gewoon in de teller 4 staat en in de noemer dus daar komt 4 = uit. Oké nu snappen we hoe het werkt, maar hoe noteren we dat een beetje handig? Dat gaat als volgt: Deel alles door de hoogste macht van in de noemer. In dit voorbeeld delen we alles door en dat geeft het volgende: lim lim = = = Daarin gaan al die breuken naar nul, en blijft er over 4 =. 't Is natuurlijk precies wat die boer hierboven al beweerde, maar zo staat het een beetje netter genoteerd.. Wortelvormen. Bij functies met wortels erin kun je het best zoveel mogelijk machten van buiten de wortel proberen te halen. Daarbij moet je je wel één ding goed bedenken: als > = als < Dat betekent dat je voor elke keer kunt vervangen door, maar voor moet 4 je vervangen door. Zo n wortel moet nou eenmaal positief zijn. Bij bijvoorbeeld heb je dat probleem niet, want dat is gewoon 6 en dat is altijd positief. maar is daarentegen weer gelijk aan + of 7

19 Hier zie je hoe het werkt: Voorbeeld lim = lim = lim = lim = lim = = ( ( ) ( ) ) + + ( + ) Bij de derde stap is gebruikt dat ( ) = omdat +. Als naar was gegaan dan had hier moeten staan en dan was de limiet gelijk geworden aan. Voorbeeld ( 4) ( 4) ( 4) ( 4) lim = lim = lim = lim = lim En nu nog alles delen door de hoogste macht uit de noemer: ( 4) ( 4) + lim = lim = = Oh ja, waarom deden we dit ook alweer? Die limieten van naar ± worden natuurlijk vooral gebruikt om te onderzoeken of een grafiek horizontale asymptoten heeft. Dat is zo als er uit zo'n limiet een constant getal komt. Zo zal de grafiek van het laatste voorbeeld aan de linkerkant naar de lijn y = lopen en aan de rechterkant naar y =. In dat vreemde grafiekje hiernaast zie je dat dit inderdaad het geval is. Het is niet altijd feest! Natuurlijk komt er niet altijd zo mooi een constante uit een limiet. Eigenlijk meestal juist niet! Meestal als naar oneindig gaat, dan gaat de y óók naar oneindig. Dat noteren we uiteraard als volgt: lim f( ) = (en natuurlijk kunnen al die "oneindig" ook worden vervangen door "min-oneindig", maar dat spreekt intussen voor zich hoop ik) Voorbeeld lim lim lim = 8 = = Bij de eerste stap is gedeeld door (de hoogste macht van de noemer). Je ziet dat uiteindelijk in de teller + overblijft en dat gaat naar. 8

20 Opgave 7 Bereken algebraïsch de waarde van de volgende limieten: + 6 a) lim e) + 8 b) c) d) 8 lim lim lim + 8 f) g) h) 5+ lim 4 4 lim lim 6 lim ( + )( ) Opgave 8 + sin Bereken lim + cos (denk aan de insluitstelling ) 9

21 Differentieerbaarheid. Deze les gaan we bekijken wat het betekent als de afgeleide functie f ' van een functie f continu is. Volgens de simpelste afspraak van continuïteit betekent dat, dat je de grafiek van f ' kunt tekenen zonder je potlood van het papier te halen. En volgens de "officiële" afspraak betekent het dat voor = a geldt: lim f '( ) = lim f '( ) = lim f '( ) = f '( a) a a a Daarin staan die eerste twee er alleen maar om er voor te zorgen dat de derde bestaat. Maar wat betekent het nou voor f zélf? Als f ' continu is, dan betekent dat, dat de grafiek van f ' geen vreemde sprongen vertoont. Maar f ' stelt de helling van f voor. Dus dat betekent dat de helling van f geen vreemde sprongen vertoont. De helling van f mag dus best veranderen maar dan wel gelijkmatig, niet ineens heel abrupt. Een hele abrupte verandering in de helling zou je in de grafiek zien als een "knik", immers dan verandert de helling ineens van de ene waarde naar de andere. Hiernaast zie je onder elkaar de grafiek van zo'n f met de bijbehorende f ' (Het is de trouwens de grafiek van f( ) = maar dat doet er even niet toe) Je ziet dat bij = de grafiek van f ' een sprong vertoont (dus niet continu is). De grafiek springt van naar. Dat zie je in de grafiek van f terug als een knik. Aan de linkerkant van die knik is de helling immers gelijk aan, en aan de rechterkant gelijk aan. Als de afgeleide f' van een functie f continu is, dan noemen we deze functie f zelf differentieerbaar. Manieren om niet-differentieerbaar te zijn. Er zijn eigenlijk drie basis-manieren waarop een functie f niet-differentieerbaar kan zijn, en dat zijn de volgende: manier I: De functie f zelf is niet continu. Kijk, als de functie f niet continu is bij = a, dan kun je het ook niet hebben over de helling in dat punt. Die hebben we ooit immers gedefinieerd als de helling tussen dat punt en een "punt-vlak-ernaast". Nou, als de functie niet continu, dan is dat "punt-vlak-ernaast" er niet! In dit geval bestaat de helling f '(a) uiteraard ook niet. manier II: manier III: f is wél continu, maar f ' vertoont een sprong. Dat is het geval hierboven: f heeft een knik. f is wél continu, maar f ' heeft een verticale asymptoot. Dat betekent dat de grafiek van f dus wel gewoon te tekenen is, maar dat de helling in = a oneindig groot wordt. Dat is zo als de raaklijn in = a verticaal is! Dan bestaat f niet, en dus kan hij ook niet continu zijn.

22 Hieronder zie je bij alle drie de manieren een voorbeeld. Manier I kan natuurlijk op veel meer manieren gebeuren, bijvoorbeeld door een functie met een verticale asymptoot, of een enkele sprong ergens. Grafiek III heeft in de oorsprong een verticale raaklijn, dus bestaat daar de helling f ' niet. Een bekend voorbeeld van zo'n functie is bijvoorbeeld f ( ) = Je ziet verder dat de functies in II en III wél overal continu zijn, maar dus niet differentieerbaar. Opgave 9 Onderzoek of de volgende functies differentieerbaar zijn op hun hele domein. + 4 voor > a) f( ) = + 6 c) f( ) = + voor + voor > b) f( ) = ( ) d) f( ) = voor Opgave a + ln voor > Gegeven zijn de functies f a,b door: fab, ( ) = b voor Onderzoek voor welke a en b deze functies differentieerbaar zijn op hun domein. Opgave a+ b voor < Gegeven zijn de functies f a,b door: fab, ( ) = a + b voor Toon aan dat er oneindig veel waarden voor a en b zijn te vinden waarvoor deze functies differentieerbaar zijn op hun domein.

23 Opgave a + b voor > Gegeven zijn de functies f a,b door: fab, ( ) = + a voor Onderzoek voor welke a en b deze functies differentieerbaar zijn op hun domein. Opgave 5 voor 4 4 Gegeven is de volgende functie f: f( ) = a + b voor < 4 of > 4 Bereken a en b als deze functie differentieerbaar is in de punten = 4 en = 4. Opgave 4 eamenvraagstuk VWO Wiskunde B, 988 Gegeven is de op, π differentieerbare functie: Bewijs dat a = b = f a + + b voor, : a + sin b voor [, π Opgave 5 eamenvraagstuk VWO Wiskunde B, voor,] Gegeven is op R de continue functie: f : + lna voor, Ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel Oy is F de grafiek van f. a) Bewijs dat a = e. b) Bewijs ook dat f niet differentieerbaar is in =. Opgave 6 eamenvraagstuk VWO Wiskunde B, 99. Van R naar R is gegeven de functie: f ( ) = + 4 Toon aan dat f niet differentieerbaar is in =.

24 De regel van l'hôpital Onbepaalde vormen. Als je een limiet probeert te berekenen vul je eigenlijk eerst altijd de waarde van maar eens in. Je weet immers maar nooit... misschien komt er "gewoon" wat uit... Alhoewel, als dat zo is, dan zou het wel geen opgave zijn! Bijna altijd krijg je er een waarde uit die "onbepaald" is. Dat zijn dan meestal twee delen die elkaar "tegenspreken" zoals in deze voorbeelden: 4 lim = en lim = en lim( e ) = en lim( ) = Die ingevulde waarden bestaan allemaal uit twee delen die elkaar tegenwerken. Bijvoorbeeld van wil die bovenste er nul van maken, maar die onderste wil er oneindig van maken. Van is het net andersom: die bovenste maakt het oneindig groot, die onderste wil er nul van maken. Dit soort vormen heten "onbepaalde vormen", in tegenstelling tot sommige andere vormen waarvan meteen duidelijk is wat de limiet wordt. Hier zijn er nog een paar: onbepaald: bepaald:? = =? =? =? =? =? =? = = = = = Daarbij moet je alle getallen als,, uiteraard lezen als "gaat naar". Nou heeft de Fransman l'hôpital voor twee van die onbepaalde vormen een handige regel gevonden. Zelfs handiger dan de meeste lessen over limieten hiervoor! Hij bedacht het volgende: In de gevallen dan geldt er: f( ) f( ) lim = en lim = a g ( ) a g ( ) f ( ) f '( ) lim = lim a g ( ) a g'( ) Daarbij mag a zelfs of zijn!! De regel geldt voorlopig in deze twee gevallen, maar we zullen straks zien dat veel andere gevallen zijn te herleiden tot één van deze beiden. Eerst maar even een paar voorbeeldjes van dit geweldig handige regeltje in werking. De volgende limieten kon je met de theorie van de vorige lessen ook al wel uitrekenen, maar ze zijn nu gewoon veel makkelijker geworden.

25 Voorbeeld. De vorm lim lim = = = Voorbeeld. De vorm lim lim lim = = = Hier is de regel zelfs twee keer toegepast. Eerst de afgeleides, maar dat gaf weer / dus daarna gewoon wéér de afgeleides. Geen enkel probleem! Maar de regel van l Hôpital maakt het ook mogelijk limieten te berekenen die we eerst niet konden, kijk maar: Voorbeeld. Een nieuwe limiet! sin cos lim = lim = = Producten herleiden. Als de limiet niet een breuk f g is, maar een product f g dan kun je op de volgende twee manieren die veranderen in wel een breuk: f g = f g = g f Voorbeeld ln lim ( ln ) = lim = lim = lim ( ) = In de eerste stap is van ln een breuk gemaakt, in de tweede stap is l'hôpital gebruikt. De limiet moest wel van de bovenkant naar nul, omdat anders ln niet bestaat. Soms moet je wel een beetje handig kiezen. lim e. Als je die gaat schrijven als / in de noemer, dan blijf je alsmaar door Neem ( ) "L'Hôpitallen", kijk maar: e e e e lim ( e ) = lim = lim = lim = lim = Dat schiet niet op, het wordt alleen maar erger... Maar als je ervoor kiest om e in de noemer te zetten in plaats van die, dan gaat het allemaal een stuk soepeler: lim ( e ) = lim = lim = lim = e e e 4

26 Machten herleiden. We hebben van de onbepaalde vormen nog over en en dat soort machten. Die vorm kun je op de volgende manier handig anders schrijven: A = e ln A Dat is nogal logisch natuurlijk, maar het helpt wel om dit soort limieten te berekenen. Het werkt als volgt: ln ln ln A lim ( ) = lim ( A) = lim ( e ) = lime = lim( e ) Bij de laatste stap is gebruikt dat ln( p ) = pln. Maar de limiet van die eponent kun je apart met l' Hôpital berekenen: ln lim( ln ) = lim = lim = = ln lim ( ln ) lim =... = lim e = e = e = Dus de oorspronkelijke limiet : ( ) ( ) Opgave 7 Bereken de volgende limieten: a) lim 4 4 b) c) d) 5 + lim 8 + ln lim ln lim ( ) e) e lim f) e lim g) tan lim h) lim( ) 5

27 Standaardlimieten We hebben intussen al heel wat methodes bekeken om limieten te berekenen. Nou is het zo, dat sommige limieten gewoon erg vaak voorkomen. Daarom is het voor die limieten misschien de moeite waard om ze uit het hoofd te leren. Hoef je niet steeds weer het wiel uit te vinden... In deze les verzamelen we een aantal nuttige limieten. Ik heb ze in twee categorieën gesplist: "limieten naar een getal" en "limieten naar oneindig". Limieten van a. Daarvan zijn er eigenlijk DRIE wel vrij nuttig, en dat zijn de volgende: sin lim = en tan lim = n en ( ) lim ln = Het bewijs laat ik achterwege, want dat is vrij eenvoudig met l'hôpital. Let op dat bij die laatste alleen de rechterlimiet bestaat (omdat voor < natuurlijk ln niet bestaat). Er is een hele serie andere limieten die je vrij makkelijk in één van deze drie kunt veranderen. Als je je maar bedenkt dat daar op de plaats van die -en in de limieten ook best andere "dingen" mogen staan die naar nul gaan. Bijvoorbeeld in plaats van. Hier zie je een aantal voorbeelden van hoe je deze standaardlimieten gewoon zelf af en toe tevoorschijn kunt toveren. Voorbeeld sin 4 sin 4 sin 4 lim = lim 4= 4 lim = 4 = Deze kon trouwens ook vrij makkelijk direct met l'hôpital. Ga dat maar na. Voorbeeld tan tan tan lim = lim = lim = = tan tan tan Voorbeeld sin ( sin sin ) lim = lim lim sin = sin sin ( ) = = Voorbeeld 4 4,5 4 lim ln = lim ln = = 4 ( ) ( ) ( ) Voorbeeld 5 Je kunt die laatste standaardlimiet ook gebruiken door een grondtal g te schrijven als e lng Hier is een hele beroemde: ln ln lim lim = e = lim e = e = ( ) ( ) ( ) ( ) 6

28 Limieten van Een groot aantal limieten waar machten van ln en van en van e in voorkomen kun je berekenen met het podium hiernaast. Daarin zie je dat e de winnaar van deze drie soorten functies is. Op de tweede plaats komt n en op de laatste plaats ln. Dat is tenminste zo als het om limieten gaat waarin naar ± gaat. En het mooie is: wat er verder nog aan constanten bijstaat doet er niet toe! e wint het zelfs van 4, en ln verliest nog van,!!!! Op den duur dan... Op den langen duur... Voorbeelden van hoe het werkt met dat winnen en verliezen: Voorbeeld ln Bereken lim De ln gaat naar dus die wil deze limiet heel groot maken. De gaat ook naar oneindig maar staat in de noemer dus die wil deze limiet juist heel klein maken. Het podium zegt dat wint! Er komt daarom uit. Voorbeeld lim 9 Bereken ( e ) De e gaat naar nul dus die wil deze limiet heel klein maken. De 9 gaat naar min-oneindig, dus die wil deze limiet juist heel groot (negatief) maken. Het podium zegt dat e wint! Er komt dus uit. En natuurlijk kun je dit ook in andere gevallen gebruiken: Voorbeeld. ln ln e lim ( ( ) ) = lim ( ) = lim ( ( e ) ) = lim e n ln Als naar oneindig gaat, dan gaat ln naar oneindig (want ln > ) De teller gaat (dus) naar oneindig, en de noemer ook. Maar volgens het podium wint de teller, dus er komt uit. Je verandert dus eigenlijk g in e lng. Op dezelfde manier kun je ook g log veranderen in ln ln g en daar dus zo'n standaardlimiet met ln van maken: Voorbeeld 4 ln log ln ln lim lim lim = ln ln = = = Eigenlijk zijn alle Loggen dus Losers!!!! 7

29 Tot slot een hele speciale standaardlimiet. a ( ) lim + = e ± a Het bewijs hiervan komt eigenlijk uit de oorspronkelijke definitie van het getal e. Dat was het getal waarvoor gold dat de afgeleide van e gelijk is aan e. In de les waarin we dat hebben afgeleid vonden we de volgende uitdrukking voor e: e= lim + d d ( d) Als je daarin d vervangt door a a dan is dus = d en dan gaat naar als d van de bovenkant naar nul gaat. Dan wordt de bovenstaande limiet: a a e = lim + ( ) Beide kanten tot-de-macht a verheffen geeft de standaardlimiet hierboven. Voorbeeld + 5 lim = lim + = 5 5 ( ) e Opgave 8 Bereken de volgende limieten: 4 a) lim( ln ) b) lim ( ) e c) lim,5 d) e) f) tan lim + sin + lim lim sin(7 ),5 g) h) lim 5 ln lim i) lim j) k) i) sin sin( π ) lim π tan( π ) + lim ( ) ( ) sin lim sin 8 Opgave 9 vervalt vooralsnog Opgave eamenvraagstuk VWO Wiskunde B, 995. De functie f met domein \{ } is gegeven door: Onderzoek lim f ( ), lim f ( ) en lim f '( ) f e : 8

30 Asymptoten en limieten Horizontale asymptoot Om aan te tonen dat een functie een horizontale asymptoot heeft kun je een limiet uitrekenen. De horizontale asymptoot is immers de waarde die de functie op den duur aan lijkt te nemen, ergens in het oneindige (naar links of rechts). Voor een horizontale asymptoot y = a geldt: y = a is horizontale asymptoot van f( ) lim f ( ) = a en/of lim f ( ) = a Merk op dat deze uitspraak in beide richtingen geldt! Voorbeeld: en Gegeven is f( ) = lim f( ) = lim = lim = = f 4 4 lim ( ) = lim = lim = = De horizontale asymptoot is dus y = Er bestaan ook functies die twee horizontale asymptoten bezitten: 4e Voorbeeld: g ( ) = e + 4e 4 e 4 4 lim g ( ) = lim = lim = lim = = 4 e + + e + + e y = 4 is dus horizontale asymptoot voor het rechterdeel van de grafiek. 4e lim g ( ) = lim = = e + + y = is dus horizontale asymptoot voor het linkerdeel van de grafiek. Opgave Waarom kan de grafiek van een functie niet drie horizontale asymptoten hebben? e 9

31 Verticale asymptoot Een verticale asymptoot zie je in de regel bij gebroken functies en wel daar waar de noemer een nulpunt heeft (nulpunt van de noemer mag geen nulpunt van de teller zijn). Met de volgende definitie kun je een verticale asymptoot aantonen: = a is verticale asymptoot van f( ) lim f( ) =± en/of lim f( ) =± a a Ook deze definitie werkt twee kanten op! Voorbeeld: en Gegeven is f( ) = lim f( ) = lim = = lim f( ) = lim = = De verticale asymptoot is dus = 4 Opgave Bepaal van de volgende functies de horizontale en verticale asymptoten m.b.v. limieten. 4 a f( ) = 4 e e b f( ) = e + e sin c f( ) =

32 Schuine of scheve asymptoot Bij de schuine asymptoot gaat de grafiek steeds meer in één richting lopen. Met andere woorden, de grafiek gedraagt zich steeds meer als een rechte lijn y = a + b Dus voor hele grote (of hele kleine) waarden van nadert de richting van de grafiek tot de richtingscoëfficiënt van de lijn y = a + b. In limietentaal: y = a + b is schuine asymptoot van f ( ) lim f '( ) = a ± ofwel: f() heeft een scheve asymptoot f () heeft een horizontale asymptoot Het enige probleem is nu nog de waarde van b. Dat kun je beredeneren: - voor hele grote wordt f() ongeveer gelijk aan a + b - als dat zo is, dan wordt f() - a gelijk aan b Bekijk dus wat er gebeurt met f() - a voor hele grote Er geldt: b= lim f( ) a ± Bedenk dat je op dit moment de waarde van a al kent! Voorbeeld: f ( ) = + e en dus f '( ) = + e lim f '( ) = lim( + e ) = b.n. lim f '( ) = lim ( + e ) = De scheve asymptoot zal dus aan de linkerkant zitten en van de vorm y = + b zijn. en lim ( ) lim b= f = + e = lim e = De scheve asymptoot is dus y = (zie afbeelding) Bij het nauwkeurig bekijken van het functievoorschrift had je dit al aan kunnen zien komen! Opgave Bepaal steeds de scheve asymptoot: a f( ) = + 4 b f( ) = c f ( ) = e

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0. Gegeven is de functie.0 Voorkennis Deze functie bestaat niet bij een van. Invullen van = geeft een deling door 0. De functie g() = heeft als domein R en is een ononderbroken kromme. Deze functie is continu

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit Analyse Handout ieten en continuïteit Rogier Bos Inhoudsopgave Limieten 2. Intuïtief ieten bepalen........................ 2.2 Rekenen aan ieten........................... 4.3 Limieten als spel.............................

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: K.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( ) a f '( ) 0 n f ( ) a f '( ) na n f ( ) c g( ) f '( ) c g'( ) f ( ) g( ) h( ) f '( ) g'( ) h'( ) ( som regel) p( ) f ( ) g( ) p'( ) f '( )

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Oefentoets uitwerkingen

Oefentoets uitwerkingen Vak: Wiskunde Onderwerp: Hogere machtsverb., gebr. func=es, exp. func=es en logaritmen Leerjaar: 3 (206/207) Periode: 3 Oefentoets uitwerkingen Opmerkingen vooraf: Geef je antwoord al=jd mét berekening

Nadere informatie

Asymptoten. Hoofdstuk Basis. 1.2 Verdieping. 1. Bepaal alle asymptoten van de volgende functies:

Asymptoten. Hoofdstuk Basis. 1.2 Verdieping. 1. Bepaal alle asymptoten van de volgende functies: Hoofdstuk 1 Asymptoten 1.1 Basis 1. Bepaal alle asymptoten van de volgende functies: a) f) 5 + 6 5 + 1 b) f) + 5 c) f) 5 + d) f) + + e) f) + + f) f) + 1 + + 4 g) f) 5 + h) f) + 1 i) f) cos 1 1. Verdieping

Nadere informatie

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1] 4. Vergelijkingen en herleidingen [] Er zijn vier soorten bijzondere vergelijkingen: : AB = 0 => A = 0 of B = 0 ( - 5)( + 7) = 0-5 = 0 of + 7 = 0 = 5 of = -7 : A = B geeft A = B of A = - B ( ) = 5 ( )

Nadere informatie

Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde

Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde Hoofdstuk 13 Limieten en Asymptoten (V6 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde Definitie absoluuttekens pp = { p absoluut of de absolute waarde van p } pp = { altijd positief

Nadere informatie

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE 2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE Inleverdatum maandag 8 oktober 2017 voor het college Niet losse velletjes aan elkaar vast. Je moet de hele uitwerking opschrijven en niet alleen het antwoord geven.

Nadere informatie

college 6: limieten en l Hôpital

college 6: limieten en l Hôpital 126 college 6: ieten en l Hôpital In dit college herhalen we enkele belangrijke definities van ieten, en geven we belangrijke technieken om ieten van functies (eigenlijk en oneigenlijk) te bepalen. In

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Inhoud leereenheid 5. Grondbegrippen. Introductie 13. Leerkern 14. Samenvatting 38. Zelftoets 39. Continue wiskunde

Inhoud leereenheid 5. Grondbegrippen. Introductie 13. Leerkern 14. Samenvatting 38. Zelftoets 39. Continue wiskunde Inhoud leereenheid 5 Continue wiskunde Grondbegrippen Introductie 3 Leerkern 4 Voorbeelden van limieten: een rationale functie en een bedrieglijke functie 4 Voorbereiden van de limietdefinitie 8 3 Het

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel) 1 Inleiding Wortels met getallen en letters WISNET-HBO update sept 2009 Voorkennis voor deze les over Wortelvormen is de les over Machten. Voor de volledigheid staat aan het eind van deze les een overzicht

Nadere informatie

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u == en Tentamen Analyse, WI6 == Maandag januari, 4.-7.u Technische Universiteit Delft, Faculteit EWI. Gegeven is de functie + e + e arctan,, f = +, >. a Beargumenteer dat f continu is op R. b Bepaal de

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie 0. voorkennis Het differentiequotiënt Het differentiequotiënt van y op de gemiddelde verandering van y op [ ] is: A B de richtingscoëfficiënt (ook wel helling) van de

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

Calculus I, 19/10/2015

Calculus I, 19/10/2015 Calculus I, 9/0/05. a Toon aan dat de rationale functie f = 3 + 3 + voor alle 0 bekomen wordt via volgende procedure: Start met een gelijkbenige rechthoekige driehoek OAB, met B het punt, 0 op de -as,

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 3 november 0 Normering voor pt vragen andere vragen naar rato): pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken Hoofdstuk 5 Machten en Eponenten (V Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken Les 1 : Wortelformules, Domein en Bereik Definities Domein = { alle -en die je mag invullen in de formule

Nadere informatie

== Hertentamen Analyse 1 == Dinsdag 25 maart 2008, u

== Hertentamen Analyse 1 == Dinsdag 25 maart 2008, u == Hertentamen Analyse == Dinsdag 5 maart 8, 4-7u Schrijf op ieder vel je naam en studentnummer, de naam van de docent (S Hille, O van Gaans) en je studierichting Geef niet alleen antwoorden, leg elke

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 3 oktober 2007.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 3 oktober 2007. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Algemeen deel. Bij het vermenigvuldigen met van de ongelijkheid moet u rekening houden met twee gevallen, te weten > 0 en < 0 en u moet

Nadere informatie

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Hoofdstuk 13 Toepassingen vd differentiaalrekening (V5 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Differentiëren van e-machten en logaritmen f() = e f () = e f() = ln() f () =

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013, Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 013, 8.30 11.30 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen 0

Nadere informatie

(iii) intervallen, bijvoorbeeld afgesloten intervallen zoals D = [0, 1] := {x en halfopen intervallen zoals D = (0, 1] := {x R 0 < x 1},

(iii) intervallen, bijvoorbeeld afgesloten intervallen zoals D = [0, 1] := {x en halfopen intervallen zoals D = (0, 1] := {x R 0 < x 1}, Hoofdstuk II Calculus Les Differentiatie van functies Waarscijnlijk eeft iedereen wel een idee ervan wat een functie is, maar voor de duidelijkeid zal et andig zijn om de meest belangrijke begrippen na

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde B

Samenvatting Wiskunde B Bereken: Bereken algebraisch: Bereken eact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een eamen in dit geval voor berekenen

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Inverse functies en limieten

Inverse functies en limieten Inverse functies en limieten Inverse functies We nemen aan dat A en B deelverzamelingen zijn van R. Een functie f : A B heet één-één duidig of injectief als f (x 1 ) f (x 2 ) voor alle x 1 x 2, x 1, x

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen januari 4 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt 3pt pt pt pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Functies en symmetrie

Functies en symmetrie lesbrief Functies en symmetrie (even en oneven functies) 7N5p 013 gghm Symmetrie Bij grafieken van functies hebben we te maken met twee soorten symmetrie: lijnsymmetrie en puntsymmetrie. In deze lesbrief

Nadere informatie

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE Uiterste inleverdatum dinsdag oktober, voor het begin van het college N.B. Je moet de hele uitwerking opschrijven en niet alleen het antwoord geven. Je moet het huiswerk

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

K.1 De substitutiemethode [1]

K.1 De substitutiemethode [1] K. De substitutiemethode [] Voorbeeld : Differentieer de functie f() = ( + ) 5 Voor het differentiëren van deze functie gebruik je de kettingregel: Stap : Schrijf de functie f() als volgt: y = u 5 met

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Analyse A, deeltentamen Uitwerkingen maandag 1 november 2010, 9 11 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan

Nadere informatie

Copyright 2017 Gertjan Laan Versie 3.1. uitgeverij czarina

Copyright 2017 Gertjan Laan Versie 3.1. uitgeverij czarina G E R T J A N L A A N A N A LY S E B O E K U I T G E V E R I J C Z A R I N A Copright 07 Gertjan Laan Versie. uitgeverij czarina www.uitgeverijczarina.nl www.gertjanlaan.nl tufte-late.github.io/tufte-late

Nadere informatie

exponentiële standaardfunctie

exponentiële standaardfunctie 9.0 Voorkennis In de grafiek is de eponentiële standaardfunctie f() = getekend; D f = R, B f = (0, ) met de -as als asymptoot (Dit volgt uit: lim 0 ); Elke functie g met g > heeft deze vorm; Voor g > is

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde. 5.0 Voorkennis Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde. Vermenigvuldigen is eponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar Hoofdstuk 5 - machten, eponenten en logaritmen rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar 0. voorkennis HERLEIDEN VAN MACHTEN - rekenregels voor machten Bij het vermenigvuldigen van

Nadere informatie

2.1 Lineaire functies [1]

2.1 Lineaire functies [1] 2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte

Nadere informatie

8. Differentiaal- en integraalrekening

8. Differentiaal- en integraalrekening Computeralgebra met Maxima 8. Differentiaal- en integraalrekening 8.1. Sommeren Voor de berekening van sommen kent Maxima de opdracht: sum (expr, index, laag, hoog) Hierbij is expr een Maxima-expressie,

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie week 4.8, maandag Faculteit EWI TU Delft Delft, 6 juni, 2016 1 / 33 Outline 1 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz 2 2 / 33 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz Maximum-modulusprincipe Stelling

Nadere informatie

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Antwoordenboekje. Willem van Ravenstein

Antwoordenboekje. Willem van Ravenstein Antwoordenboekje Willem van Ravenstein 2006-2007 versie 2 herzien in 2010 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Vermenigvuldigen, delen, optellen en aftrekken... 3 Breuken en haakjes... 4 Machten en wortels...

Nadere informatie

Wisnet-HBO. update maart. 2010

Wisnet-HBO. update maart. 2010 Wat is Differentiëren? 1 Wat is differentiëren? Wisnet-HBO update maart. 2010 Differentiëren is eigenlijk het differentiaalquotient bepalen. Je begint met het delen van uiterst kleine verschillen op elkaar.

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde B

Samenvatting wiskunde B Samenvatting wiskunde B Dit is een samenvatting van het tweede deel van Getal en Ruimte VWO wiskunde B. In deze samenvatting worden hoofdstuk 5, 6 en 7 behandeld. Ik hoop dat deze samenvatting je zal helpen!

Nadere informatie

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. Stap 1: Bepaal de richtingscoëfficiënt van l:y = ax + b : y yb ya 123 9 a 3 x x x 8 5 3 Hieruit

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Week 2_2. 1.2 Limieten 1.4 Continuïteit 2.2 De afgeleide 2.3 Differentiatieregels

Week 2_2. 1.2 Limieten 1.4 Continuïteit 2.2 De afgeleide 2.3 Differentiatieregels Week 2_2 1.2 Limieten 1.4 Continuïteit 2.2 De afgeleide 2.3 Differentiatieregels 2 Basiswiskunde_Week_2_2.nb 1.2 Voorbeeld Beschouw de uitdrukking x2 +3 x in de buurt van x = 2. x-4 Als x op 2 lijkt, dan

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2017-I

wiskunde B pilot vwo 2017-I wiskunde B pilot vwo 07-I Rakende grafieken? maimumscore Er moet gelden f( ) g ( ) en f' ( ) g' ( ) f' ( ) en g' ( ) e Uit f' ( ) g' ( ) volgt e ( e voldoet niet) f ( e ) en ( e ) ( f ( e) g( e) en f '

Nadere informatie

stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen benaderd worden genoteerd (wel doorrekenen met exacte antwoorden).

stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen benaderd worden genoteerd (wel doorrekenen met exacte antwoorden). Samenvatting door Sterre 1437 woorden 5 mei 2018 7.8 3 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Vocabulair Algebraïsch stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde B Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

ProefToelatingstoets Wiskunde B

ProefToelatingstoets Wiskunde B Uitwerking ProefToelatingstoets Wiskunde B Hulpmiddelen :tentamenpapier,kladpapier, een eenvoudige rekenmachine (dus geen grafische of programmeerbare rekenmachine) De te bepalen punten per opgave staan

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

3.1 Kwadratische functies[1]

3.1 Kwadratische functies[1] 3.1 Kwadratische functies[1] Voorbeeld 1: y = x 2-6 Invullen van x = 2 geeft y = 2 2-6 = -2 In dit voorbeeld is: 2 het origineel; -2 het beeld (of de functiewaarde) y = x 2-6 de formule. Een functie voegt

Nadere informatie

1 Continuïteit en differentieerbaarheid.

1 Continuïteit en differentieerbaarheid. 1 1 Continuïteit en differentieerbaarheid. In dit hoofdstuk bekijken we continuiteit en differentieerbaarheid voor functies van meerdere variabelen. Ter orientatie repeteren we eerst hoe het zat met functies

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.10, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 23 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline 1 2 3 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30 Tentamen WISN11 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov 16 13:3 16:3 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen

Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen Ter inleiding: tellen Turven, maar: onhandig bij grote aantallen. Romeinse cijfers: speciale symbolen voor

Nadere informatie

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i 16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 4 november 0 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato): 4pt pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

Bestaat er dan toch een wortel uit 1?

Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Complexe getallen en complexe functies Jan van de Craats Universiteit van Amsterdam, Open Universiteit CWI Vacantiecursus 2007 Wat zijn complexe getallen? Wat zijn

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 - Wiskunde 0 maart 04 versie - -. a 3 a =. a.. 6.,AppB./ a 4 3. a 3. Rekenregels voor machten: als je twee machten op elkaar deelt, trek je de exponenten van elkaar af. De exponent van a wordt dan =. 3 6

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Examen VWO. Wiskunde B Profi Wiskunde B Profi Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Donderdag 25 mei 3.30 6.30 uur 20 00 Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( ) Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen ).

Nadere informatie

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012 Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B juni 22 Voorlopige versie 6 juni 22 Opgave a f (x) = x2 x 5, dus f (x) = 2 2 x 5x. Dit geeft f (x) = 2 2 2x3. f (x) = 2 2 2x3

Nadere informatie

Functies van meer variabelen voor dummy s

Functies van meer variabelen voor dummy s Functies van meer variabelen voor dummy s Dit is een 'praktische gids voor dummy s'. Hieronder kun je een aantal voorbeelden met uitleg vinden, oefeningen en uitwerkingen. De voorbeelden komen deels uit

Nadere informatie

Standaardafgeleiden. Wisnet-HBO. update maart 2011

Standaardafgeleiden. Wisnet-HBO. update maart 2011 Standaardafgeleiden Wisnet-HBO update maart 2011 1 Inleiding Als je nog niets over differentiëren weet, kun je beter eerst naar de les Wat is Differentiëren gaan in Wisnet Verder zijn er Maplets om de

Nadere informatie

2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een

Nadere informatie

Analyse. Lieve Houwaer Dany Vanbeveren

Analyse. Lieve Houwaer Dany Vanbeveren Anlyse Lieve Houwer Dny Vnbeveren . Relties, functies, fbeeldingen, bijecties Voor niet-ledige verzmelingen A en B noemen we elke deelverzmeling vn de productverzmeling A x B een reltie vn A nr B. We noemen

Nadere informatie

5. berekenen van limieten en asymptoten

5. berekenen van limieten en asymptoten hoodstuk : berekenen van ieten en asymptoten. berekenen van ieten en asymptoten.. inleiding Algebraïsche uncties zijn uncties die geconstrueerd kunnen worden met enkel de constante en identieke unctie,

Nadere informatie

Zelftest wiskunde voor Wiskunde, Fysica en Sterrenkunde

Zelftest wiskunde voor Wiskunde, Fysica en Sterrenkunde In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in de bijhorende overzichten van de verwachte voorkennis wiskunde. Naast de vragen over strikt noodzakelijke voorkennis,

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2 .0 Voorkennis Herhaling merkwaardige producten: (A + B) = A + AB + B (A B) = A AB + B (A + B)(A B) = A B Voorbeeld 1: (5a) (a -3b) = 5a (4a 1ab + 9b ) = 5a 4a + 1ab 9b = 1a + 1ab 9b Voorbeeld : 4(x 7)

Nadere informatie

Infi A oefententamen ψ

Infi A oefententamen ψ Infi A oefententamen ψ Aanwijzingen Motiveer alle antwoorden. Werk rustig, netjes en duidelijk. Zorg dat je uitwerking maar één interpretatie toelaat. Alle informatie op dit opgavenblad mag bij alle (deel)opgaven

Nadere informatie

Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt. x 1 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt:

Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt. x 1 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt: Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt x 0 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt: f(x) f(x 0 ). Een functie f heeft een absoluut minimum f(x 1 ) in het punt x 1 Domein(f)

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2017-II

wiskunde B pilot vwo 2017-II Twee machten van maimumscore 5 f' ( ) = ln() + ln() Uit f' ( ) = volgt dat = Dus + = ( = ) Hieruit volgt = a+ a, met a =, moet minimaal zijn De vergelijking a = moet worden opgelost Dit geeft Hieruit volgt

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit Pi

Uitwerkingen van de opgaven uit Pi Uitwerkingen van de opgaven uit Pi Frits Beukers January 3, 2006 Opgave 2.3. Bedoeling van deze opgave is dat we alleen een schatting geven op grond van de gevonden tabel. Er worden geen bewijzen of precieze

Nadere informatie

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld

Nadere informatie

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen In welke volgorde moet ik uitwerken? */@ Welke (reken)regels moet ik hier gebruiken? */@ Welke algemene vorm hoort erbij? ** Hoe ziet de bijbehorende grafiek

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Rocco van Vreumingen 29 augustus 2014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 2 Hints 2 4 3 Hints 3 5 4 Hints 4 5 5 Hints 5 6 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Antwoorden

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie