Lineaire Algebra 3 en 4. Wieb Bosma

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lineaire Algebra 3 en 4. Wieb Bosma"

Transcriptie

1 Lineaire Algebra 3 en 4 Wieb Bosma juni 2000/juni 2001

2 Inhoudsopgave 1 Vectorruimten Inleiding Lichamen Definities Voorbeelden Definitie Opmerkingen en Definities Voorbeelden Definitie Opmerkingen Definities Stelling Definities Opmerkingen Opgaven Polynoomringen Definities Stelling Definities Algoritme van Euclides Voorbeeld Stelling Uitgebreid Algoritme van Euclides Voorbeeld Stelling Stelling Definitie Voorbeelden Lemma Stelling Opmerkingen Stelling Gevolg Opmerkingen Definitie Stelling Opmerkingen en Voorbeelden Vectorruimten Definitie

3 1.4.2 Opmerkingen Voorbeelden Definitie Opmerkingen Definities Opmerkingen Stelling [Hoofdstelling van de Lineaire Algebra] Stelling Voorbeelden Stelling Lemma Gevolgen Lineaire Afbeeldingen Definities Opmerkingen Stelling Matrices Voorbeeld Voorbeeld Enkele Constructies van Vectorruimten Definitie Stelling Gevolg Definities Stelling Stelling Definitie Stelling Definities Stelling Definitie Stelling Gevolg Voorbeelden en Opmerkingen Definitie Opmerkingen Definitie Stelling Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid Diagonaliseerbaarheid Definities Stelling Definitie Stelling Opmerkingen Voorbeeld Eigenruimten Stelling Gevolg

4 2.2.3 Definitie Lemma Opmerkingen Voorbeeld Definitie Stelling Gevolg Stelling Voorbeeld Stelling Lemma Stelling Cayley-Hamilton Lemma Opmerkingen Stelling [Cayley-Hamilton] Voorbeeld Toepassingen Voorbeeld Jordan normaalvorm Voorbeeld Definities Voorbeeld Definitie Lemma Stelling Stelling Gevolg Lemma Gevolg Stelling Gevolg Inproductruimten Bilineaire Vormen Definitie Voorbeelden Stelling Definitie Stelling Opmerking Stelling Gevolg Voorbeeld Stelling Definitie Voorbeeld Stelling Definitie Opmerkingen

5 Stelling Gevolg Voorbeeld Reëel-symmetrische bilineaire vormen Definitie Stelling Gevolg Gevolg Voorbeeld Gevolg Voorbeeld Inproductruimten Definities Opmerkingen Voorbeelden Stelling Definities Opmerkingen Definities Voorbeelden Stelling Opmerkingen Transformaties van Inproductruimten Inleiding Orthogonale en Unitaire Transformaties Definitie Stelling Definities Stelling Definitie Stelling Definitie Stelling Definitie Stelling Stelling Symmetrische en Hermitese Transformaties Definitie Stelling Definitie Stelling Definitie Stelling Stelling Gevolg Geadjungeerde en Normaliteit Lemma Stelling Stelling

6 4.4.4 Definitie Stelling Stelling Propositie Propositie Definitie Gevolg Gevolg Stelling Stelling Stelling Definitie Stelling Stelling Stelling

7 Voorwoord Dit zijn de aantekeningen bij de colleges Lineaire Algebra 3 en 4, zoals gegeven in de voorjaarskwartalen van 2000 en opnieuw in 2001, aan eerstejaars wiskundestudenten van de Universiteit Nijmegen. Nadat in Lineaire Algebra 1 en 2 de basisbegrippen voor vectorruimten en lineaire afbeeldingen daartussen over R zijn gegeven, wordt in Lineaire Algebra 3 begonnen met generalisatie naar willekeurige grondlichamen. Daartoe wordt in het eerste hoofdstuk een korte introductie in abstracte algebra, vooral lichamen en (polynoom)ringen, gegeven waarna in de volgende drie hoofdstukken vooral de vraag van diagonaliseerbaarheid van matrices behorende bij lineaire afbeeldingen tussen eindig-dimensionale vectorruimten centraal staat. Eerst komen, in Hoofdstuk 2, eigenwaarden en eigenruimten aan de orde, daarna de stelling van Cayley-Hamilton. De Jordan normaalvorm van matrices wordt in deze aantekeningen wel kort behandeld, maar is door tijdgebrek op het college nauwelijks aan de orde gekomen. In de Hoofdstukken 3 en 4 komen inproductruimten aan de orde. Na een algemene inleiding over bilineaire vormen, spitst de behandeling zich weer toe op reële en complexe vectorruimten. In Hoofdstuk 4 wordt gekeken naar lineaire afbeeldingen die, op een of andere manier, inproducten behouden: unitaire (orthogonale) en Hermitese (symmetrische) afbeeldingen (en hun matrices), alsmede de diagonaliseerbaarheid daarvan. Tevens is een sectie over geadjungeerden, normaliteit en het verband met unitaire en Hermitese afbeeldingen toegevoegd. Gedurende 15 weken werd wekelijks 2 uur college gegeven aan de hand van dit dictaat, gevolgd door 2 uur tutoruur (in 2001 alleen in het derde kwartaal van het academisch jaar). Met het oog op dat tutoruur zijn in de tekst een groot aantal opgaven verwerkt. Bovendien was er wekelijks een werkcollege van 2 uur voor het maken van wat uitgebreidere opgaven (die niet allemaal in dit dictaat zijn opgenomen). Tijdens het college Computergebruik is door middel van Maple worksheets kort het nut van computeralgebrasystemen voor berekeningen in de lineaire algebra aan de orde gekomen. Mijn aantekeningen zijn gebaseerd op het eerder gebruikte dictaat Algebra B, geschreven door Arno van den Essen, en op delen van het boek Lineaire Algebra van Friedberg, Insel en Spence. Mijn dank gaat ook uit naar de tutor, Josephine Buskes, en naar Jan-Willem Bikker, Stefan Maubach, Lucie van der Logt en Ard Willems, die het werkcollege begeleidden. Niet alleen namen zij mij veel begeleidend werk uit handen en bedachten zij goede vragen voor tutoruren en werkcolleges, maar ook gaven ze nuttige kritiek op, en wezen ze op fouten in, mijn aantekeningen. Meron B. en Daan W. worden bedankt voor opmerken van diverse foutjes. Tenslotte dank aan alle studenten die het vak in deze vorm volgden en te kampen kregen met kinderziekten in het dictaat, en het laat ontvangen van delen daarvan. Een schrale troost voor hen: het dictaat is nu af en volgend jaar moet het vak weer helemaal anders worden. Wieb Bosma, juni 2000, juni

8 Hoofdstuk 1 Vectorruimten 1.1 Inleiding In Lineaire Algebra 1 heb je al kennis gemaakt met het begrip vectorruimte. In dit hoofdstuk gaan we dat begrip generaliseren, en wel door toe te staan dat de scalairen uit andere objecten bestaan dan slechts de reële getallen, waartoe ze tot dusverre beperkt waren. De scalairen moeten aan zekere eisen voldoen om de gegeneraliseerde definitie zinnig te maken; zo moet je scalairen kunnen optellen en met elkaar vermenigvuldigen, en moeten er scalaire elementen 1 en 0 zijn. Het blijkt prettig te zijn om te eisen dat de scalairen een lichaam vormen. Onze eerste taak zal zijn om lichamen te definiëren en er voorbeelden van te geven. Lichamen zijn speciale gevallen van ringen, die op veel plaatsen in de algebra opduiken. We zullen hier in het bijzonder geïnteresseerd zijn in ringen van matrices en van polynomen. 1.2 Lichamen Voor een algemenere definitie van vectorruimte zullen we eigenschappen van de reële getallen bestuderen en proberen in een abstracte definitie te vangen. Vervolgens zullen we kijken naar andere objecten die aan diezelfde eigenschappen voldoen. De eigenschappen waar we op doelen zijn niet die van de reële getallen zelf, maar van de operaties die je er op uit kunt voeren: je kunt reële getallen bij elkaar optellen, en je kunt ze met elkaar vermenigvuldigen. Een lichaam zal een verzameling zijn waar we op soortgelijke manier 2 operaties hebben die aan dezelfde eigenschappen moeten voldoen. Die eigenschappen zijn dat het niet uitmaakt in welke volgorde je getallen optelt (of vermenigvuldigt), dat er speciale reële getallen zijn (namelijk 0 en 1) die bij optelling of vermenigvuldiging geen effect hebben, en de manier waarop de vermenigvuldiging zich verdeelt over de optelling (we maken dat precies in 1.2.3). Maar eerst definiëren we wat een bewerking is, omdat we meer algemene operaties willen toestaan dan alleen optelling en vermenigvuldiging. Als V een verzameling is, geven we met V V de verzameling geordende paren (v 1, v 2 ) met v 1, v 2 V, aan Definities Een bewerking op een verzameling V is een afbeelding van V V naar V. Een bewerking is commutatief als v 1 v 2 = v 2 v 1 voor elk tweetal v 1, v 2 V, en een bewerking heet associatief als (v 1 v 2 ) v 3 = v 1 (v 2 v 3 ), voor elk drietal v 1, v 2, v 3. Met andere woorden: een bewerking voegt aan elk paar elementen van V een derde element toe. Bij een commutatieve bewerking maakt het niet uit in welke volgorde je de bewerking 7

9 uitvoert en voor een associatieve bewerking maakt het niet uit hoe je de haakjes zet in v 1 v 2 v Voorbeelden Je kent al heel veel voorbeelden van bewerkingen: we keken al naar de optelling en vermenigvuldiging van reële getallen. Let wel op: bij een bewerking hoort een verzameling. Je kunt niet zeggen dat + een bewerking is, maar wel dat + een bewerking is op de reële getallen (of gehele getallen, enz.). (i) Optellen vormt een bewerking op de natuurlijke getallen N. Evenzo vermenigvuldigen. (ii) Aftrekken is een bewerking op de gehele getallen Z. (iii) Delen is een bewerking op de verzameling rationale getallen Q (maar niet op de gehele getallen) ongelijk aan nul. (iv) Zowel optellen als vermenigvuldigen is een bewerking op M n (R), de n n matrices met reële coëfficiënten. (v) Als X een verzameling is, dan kun je aan twee afbeeldingen f en g van X naar zichzelf een nieuwe afbeelding g f toevoegen, door (g f)(x) = g(f(x)). Deze samenstelling g f van de afbeeldingen f en g is zelf ook weer een afbeelding X X. Dus is een bewerking op de afbeeldingen van X naar zichzelf. Als speciaal geval kun je bijvoorbeeld kijken naar alle functies van R naar R. Opgave 1. Laat zien dat de samenstelling van functies R R associatief is Definitie Een lichaam is een verzameling V met daarop twee bewerkingen + en, die voldoen aan: [L1] de operatie + op V is associatief: (x + y) + z = x + (y + z), voor alle x, y, z V ; [L2] er is een (nul)element 0 V zodanig dat 0 + x = x + 0 = x voor alle x V ; [L3] bij elke x V is er een tegengestelde x V zodanig dat x + ( x) = ( x) + x = 0; [L4] de operatie + op V is commutatief: x + y = y + x voor alle x, y V ; [L5] de operatie op V is associatief: (x y) z = x (y z), voor alle x, y, z V ; [L6] er is een (eenheids)element 1 V zodanig dat 1 x = x 1 = x voor alle x V ; [L7] bij elke x V met x 0 is er een inverse x 1 V zodanig dat x x 1 = x 1 x = 1; [L8] de operatie op V is commutatief: x y = y x voor alle x, y V ; [L9] de operatie is distributief over +, dat wil zeggen: x (y + z) = (x y) + (x z) en (x + y) z = (x z) + (y z), voor alle x, y, z V Opmerkingen en Definities Een lichaam bestaat dus uit een drietal (V, +, ), namelijk een verzameling V met twee bewerkingen daarop. In deze definitie hebben we de bewerkingen met + en aangegeven, omdat in voorbeelden die we kennen (zoals de reële getallen) dat natuurlijk is. Maar de bewerkingen hoeven helemaal geen optelling of vermenigvuldiging te zijn daarvan zien we zo voorbeelden. Er zijn heel veel belangrijke algebraïsche strukturen die bestaan uit een verzameling V, en één of twee operaties die voldoen aan een deelverzameling van de axioma s L1 9. Een groep is een verzameling met een bewerking die voldoet aan L1 3, en een abelse groep voldoet bovendien aan L4. Een ring met 1 is een verzameling V met operaties + en die voldoen aan L1 6 en aan L9; als deze bovendien aan L8 voldoet, is het een commutatieve ring met 1. In een lichaam kun je dus elk tweetal elementen optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen (mits de deler maar niet nul is). In een ring kun je niet altijd een inverse vinden van een element, en kun je dus niet altijd delen. Een lichaam vormt een abelse groep ten opzichte 8

10 van de optelling +, en de elementen die niet nul zijn vormen een abelse groep ten opzichte van de vermenigvuldiging. Als (V, +, ) een ring (of lichaam) is en een deelverzameling U V vormt met dezelfde bewerkingen ook een ring (of lichaam), dan zeggen we dat (U, +, ) een deelring (of deellichaam) van V is. We zeggen wel dat U een deelring is van V (en bedoelen dan: met dezelfde bewerkingen). Wanneer wij in het vervolg over een ring spreken, bedoelen we altijd een ring met eenheidselement. Voor een deelring moeten we dan ook eisen dat het eenheidselement 1 V ook in U zit (en daar het eenheidselement is). Opgave 2. Laat zien dat r 0 = 0 voor elk element r in een ring R, door 0 = s s te schrijven Voorbeelden (i) (R, +, ): de reële getallen vormen onder optelling en vermenigvuldiging een lichaam. (ii) (Q, +, ): de rationale getallen (breuken) vormen onder optelling en vermenigvuldiging een lichaam. Het is duidelijk dat (Q, +, ) een deellichaam is van (R, +, ). (iii) (C, +, ): de complexe getallen vormen onder optelling en vermenigvuldiging een lichaam. Hiervan is (R, +, ) een deellichaam! (iv) De verzameling V = {0} met de gewone optelling en vermenigvuldiging vormt een ring die uit maar 1 element bestaat; in het bijzonder is 0 = 1 in deze ring! Omdat dit speciale geval soms tot complicaties leidt, zullen we het vanaf nu expliciet uitsluiten, en eisen: de ringen die wij beschouwen hebben ten minste twee verschillende elementen 0 1. (v) De gehele getallen vormen geen lichaam onder optelling en vermenigvuldiging omdat je van 0 z Z geen inverse kunt vinden, tenzij z { 1, 1}. Maar (Z, +, ) vormt wel een commutatieve ring met 1. (vi) In het college Rekenkunde heb je gezien hoe je met restklassen van de gehele getallen modulo m > 1 kunt rekenen. Deze restklassen modulo m vormen voor elke m > 1 een commutatieve ring met 1 ten opzichte van optelling en vermenigvuldiging, die we met Z/mZ aangeven. Niet alle elementen (ongelijk 0) hebben een inverse in Z/mZ tenzij m een priemgetal is: dus de ring Z/pZ is een lichaam (p is een priemgetal) onder + en dat uit precies p verschillende elementen bestaat. Zo n eindig lichaam Z/pZ wordt ook wel met F p aangegeven. Later zullen we zien dat voor elke macht m = p k van een priemgetal p er een eindig lichaam van m elementen bestaat (en voor geen enkel ander natuurlijk getal m). Bovendien is er in essentie maar één zo n lichaam. (vii) Als R een commutatieve ring met 1 is (bijvoorbeeld één van de ringen of lichamen die we hierboven zagen) kun je daaruit een nieuwe ring R[x] van polynomen met coëfficiënten in R maken: de verzameling bestaat uit de polynomen of veeltermen n i=0 a ix n = a 0 + a 1 x + a 2 x a n x n, waar n 0 een geheel getal is. De operaties zijn de optelling van polynomen: max(m,n) n m a i x i + b j x j = (a i + b i )x i, i=0 j=0 en de vermenigvuldiging van polynomen i=0 j=0 i=0 n m m+n k ( a i x i ) ( b j x j ) = ( a i b k i )x k. 9 k=0 i=0

11 Hier nemen we a i = 0 voor alle i > n en b j = 0 voor j > m. Deze polynoomring R[x] is zelf weer een commutatieve ring met 1, maar geen lichaam omdat bijvoorbeeld het polynoom x geen inverse heeft. (viii) In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je gezien dat je vierkante matrices van reële getallen kunt optellen en vermenigvuldigen. Veel algemener kunnen we bij elke commutatieve ring met 1 een nieuwe ring van n n matrices M n (R) met coëfficiënten in R maken: de verzameling bestaat uit vierkante n n matrices, en de operaties zijn de optelling van matrices, waar de som van a 11 a 12 a 1n a 21 a 22 a 2n a n1 a n2 a nn en b 11 b 12 b 1n b 21 b 22 b 2n b n1 b n2 b nn gedefinieerd is door a 11 + b 11 a 12 + b 12 a 1n + b 1n a 21 + b 21 a 22 + b 22 a 2n + b 2n a n1 + b n1 a n2 + b n2 a nn + b nn en vermenigvuldiging van matrices, middels het product n i=1 a 1i b n i1 i=1 a 1i b i2 n i=1 a 1i b n in i=1 a 2i b n i1 i=1 a 2i b i2 n i=1 a 2i b in n i=1 a ni b n i1 i=1 a ni b i2 n i=1 a ni b in Met andere woorden: je telt zulke matrices op en je vermenigvuldigt ze op precies dezelfde manier als waarop je dat eerder hebt gezien in het speciale geval dat alle coëfficiënten reëel waren. Voor elke n krijgen we zo (voor gegeven commutatieve ring R) een nieuwe ring. Als n > 1 is die ring M n (R) niet commutatief! Opgave 3. Laat zien dat de deelverzameling van Z bestaande uit de even getallen voldoet aan L1 5 en L8 9. Dit is een commutatieve ring zonder eenheidselement, die we niet als deelring van Z beschouwen (omdat 1 er niet in zit). We hebben gezien dat elke ring R (dus in het bijzonder elk lichaam) in ieder geval de elementen 0, 1 bevat. Maar dan moet ook 1+1 in R zitten, een element dat we gewoonlijk met 2 aangeven. Maar let op: het kan best zijn dat 2 gelijk is aan één van de elementen die we al opschreven: 0 of 1. Maar als 1+1 = 1 dan moet 1 = 0 (want tel bij beide kanten de tegengestelde 1 op), en dat hebben we juist verboden. Dus 2 is een nieuw element òf gelijk aan 0. Datzelfde argument kun je herhalen: R komt al voor onder {0, 1, 2} òf het is een nieuw element; in het eerste geval moet = Definitie Laat R een ring zijn; als er een natuurlijk getal m bestaat zodanig dat = m 1 = 0 R, dan is de karakteristiek van R het kleinste positieve natuurlijke getal met die eigenschap; als zo n m niet bestaat is de karakteristiek per definitie 0. 10

12 1.2.7 Opmerkingen Als de karakteristiek van R gelijk aan 0 is, dan zijn alle elementen 1, 2, 3,... verschillend: er bestaat dan een injectie van Z R. Omgekeerd, als er zo n injectieve afbeelding bestaat moet de karakteristiek wel 0 zijn. Opgave 4. Geef voor elk natuurlijk getal m 2 een voorbeeld van een ring van karakteristiek m. Vervolgens kijken we naar twee speciale soorten elementen in een ring Definities Een element r van een ring R heet een eenheid in R als er een inverse voor r in R bestaat (dus een element s R met r s = s r = 1). De inverse van r geven we meestal met r 1 aan. Een element r R heet een nuldeler in R als er een element s R bestaat zodat r s = 0 of s r = 0 terwijl s 0. Opgave 5. Laat zien dat in een lichaam elk element dat niet 0 is een eenheid is. Opgave 6. Geef twee elementen r, s van M 2 (Z) met de eigenschap dat r s = 0 maar s r Stelling Een eenheid in een ring R kan geen nuldeler zijn. Bewijs. Laat r R een eenheid zijn, en veronderstel dat r ook een nuldeler is omdat er een t R is met r t = 0 R. (Het geval t r = 0 gaat net zo.) Omdat r een eenheid is, is er een s met s r = 1. Dan is t = 1 t = (s r) t = s (r t) = s 0 = 0, (volgens opgave 2) dus t = 0, in tegespraak met de definitie van nuldeler. In de algebra spelen naast objecten met een bepaalde struktuur, zoals groep, ring, lichaam, en vectorruimte, afbeeldingen tussen zulke objecten die de struktuur behouden een belangrijke rol Definities Een ringhomomorfisme is een afbeelding f: R S tussen ringen R en S die voldoet aan de eigenschappen: (i) f(1) = 1; (ii) f(a + b) = f(a) + f(b), voor alle a, b R; (iii) f(a b) = f(a) f(b), voor alle a, b R. Een ringisomorfisme is een bijectief ringhomomorfisme. Een ringautomorfisme is een ringisomorfisme tussen R en zichzelf. Opgave 7. Laat zien dat de afbeelding f: Z Q die aan een geheel getal n de breuk n/1 toevoegt een homomorfisme is. Is dit een ringisomorfisme? Opgave 8. Laat zien dat de afbeelding f: Z Z/nZ die aan een geheel getal n de restklasse n mod m toevoegt een homomorfisme is. Is dit een ringisomorfisme? 11

13 Opmerkingen De eis dat f(1) = 1 kunnen we stellen omdat we hebben aangenomen dat elke ring een eenheidselement heeft. De identieke afbeelding is altijd een ringisomorfisme. Een ringisomorfisme tussen twee ringen drukt uit dat de twee ringen dezelfde struktuur hebben (als ring); dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om preciezer uit te drukken (vgl ) dat er in essentie maar één lichaam van p elementen bestaat, voor een priemgetal p: elk lichaam van p elementen is isomorf met Z/pZ Opgaven Opgave 9. Wat is het eenheidselement, en wat is het nulelement in R[x]? En in M n (R)? Opgave 10. Zij een bewerking op een verzameling V. Definieer voor n 3 het product v 1 v 2 v n inductief (voor v i V ) door (v 1 v 2 v n 1 ) v n. Laat (met behulp van inductie naar n) zien dat als associatief is, voor alle n 3 en alle k met 1 k n 1 geldt: (v 1 v 2 v k ) (v k+1 v n ) = v 1 v 2 v n. Opgave 11. Bewijs dat het eenheidselement 1 R uniek bepaald is. Opgave 12. Laat (R, +, ) een ring zijn; bewijs dat een deelverzameling S van R een deelring is als: (i) 1 R S; (ii) als a, b S dan ook a b S; (iii) als a, b S dan ook a b S. Opgave 13. Laat zien dat de eenheden van een ring R een groep vormen onder. Deze groep geven we aan met R. Opgave 14. Geef een voorbeeld van een ring zonder nuldelers waarin niet elk element (ongelijk aan 0) een eenheid is. Opgave 15. Bewijs dat M n (R) bestaat uit de n n reële matrices met determinant ongelijk aan 0. Deze groep geven we ook wel met Gl n (R) aan. Waarom is dit geen ring (voor elke n > 0)? Opgave 16. Beschrijf Gl n (Z), en algemener, de groep Gl n (R) voor een commutatieve ring R. Opgave 17. Laat zien dat complexe conjugatie (de afbeelding die aan een complex getal a + bi het getal a bi toevoegt) een isomorfisme C C geeft. Opgave 18. Bewijs dat de ring Z/nZ een lichaam is dan en slechts dan als n een priemgetal is. Opgave 19. Als V een verzameling is, geven we met P (V ) de machtsverzameling van V aan: P (V ) bestaat uit de deelverzamelingen van V. Laat zien dat (P (V ), +, ) een commutatieve ring (met 1) wordt als we de optelling + en vermenigvuldiging definiëren door voor deelverzamelingen A, B V te nemen: A + B = (A B) \ (A B), A B = A B. Laat ook zien dat P (V ) zo alleen een lichaam wordt als #V = 1. Opgave 20. De quaternionen van Hamilton H worden gedefinieerd als uitdrukkingen van de vorm a + bi + cj + dk met a, b, c, d R. Twee zulke uitdrukkingen a 1 + b 1 i + c 1 j + d 1 k en a 2 + b 2 i + c 2 j + d 2 k zijn hetzelfde dan en slechts dan als a 1 = a 2 en b 1 = b 2 en c 1 = c 2 en d 1 = d 2. Optellen geschiedt componentsgewijs, hetgeen som a 1 + a 2 + (b 1 + b 2 )i + (c 1 + c 2 )j + (d 1 + d 2 )k geeft, en vermenigvuldiging vindt plaats met de regels: i 2 = j 2 = k 2 = 1 i j = k j i = k j k = i k j = i k i = j i k = j. 12

14 Laat zien dat H met deze bewerkingen een niet-commutatieve ring vormt. (Voor het bewijs van associativiteit van vermenigvuldiging helpt het om a + bi + cj + dk = (a + bi) + (c + di)j te schrijven.) Geef een isomorfisme aan van H met de deelring van M 2 (C) bestaande uit matrices A I + B J + C K + D L, waar A, B, C, D R en I = ( ) ( i 0, J = 0 i ) ( 0 1, K = 1 0 ) ( 0 i, L = i 0 Laat ook zien dat a + bi + cj + dk een inverse heeft tenzij a = b = c = d = 0, door te kijken naar (a + bi + cj + dk) (a bi cj dk). De quaternionen vormen een scheeflichaam: een ring die aan alle axioma s voor een lichaam voldoet behalve de commutativiteit [L8]. ). 13

15 1.3 Polynoomringen Eén van de belangrijkste ringen die we tegenkomen is de ring van polynomen (of veeltermen) over R in de variabele (of onbekende) x, die we aangeven met R[x]. In deze paragraaf zijn een aantal belangrijke eigenschappen van deze ringen en hun elementen op een rijtje gezet. We nemen steeds aan dat R een commutatieve ring (met 1) is Definities Een polynoom over R is element van R[x], en dat is van de vorm f = a n x n + a n 1 x n a 1 x+a 0, waar a i R. Zo n polynoom bestaat dus uit een som van termen a i x i ; een polynoom dat uit één zo n term bestaat heet ook wel een monoom. De a i zijn de coëfficiënten van het polynoom; gewoonlijk schrijven we alleen termen met a i 0 op (tenzij alle coëfficiënten nul zijn: we schrijven dan gewoon 0). De graad van f 0 (notatie: deg f) is de hoogste macht van x n die met niet-nul coëfficiënt voorkomt, en de coëfficiënt van deze x n heet de kopcoëfficient. Als de kopcoëfficiënt 1 is noemen we het polynoom monisch. De coëfficiënt a 0 heet de constante coëfficiënt. Als a i = 0 voor alle i > 0 dan heet polynoom een constant polynoom. Het nulpolynoom is het constante polynoom 0; de graad hiervan is per definitie. De x in deze uitdrukkingen is de onbepaalde, of variabele. De regels voor optellen en vermenigvuldigen (die R[x] tot een commutatieve ring maken) zagen we al in Net als bij vermenigvuldiging van reële getallen schrijven we vaak f g of fg voor het product f g van polynomen. Merk op dat het nulelement, resp. het eenheidselement van R[x] de constante polynomen 0, resp. 1 zijn. Waarschijnlijk ben je polynomen al eerder tegengekomen als functies; het is belangrijk op te merken dat we polynomen hier niet in de eerste plaats als functies beschouwen, maar als elementen van een ring. Een polynoom f R[x] definieert wel een afbeelding f : R R omdat we f kunnen evalueren: zo is f(r) = a n r n + a 1 r + a 0 1 R voor f als boven. We noemen f(r) ook wel de waarde van f in r. Een nulpunt van f in R is een r R zodanig dat f(r) = 0. Als R een deelring van S is, kunnen we elementen van R via de inbedding ook als elementen van S opvatten; dat betekent dat we in dit geval f R[x] ook kunnen evalueren in een s S: f(s) S. Opgave 21. Laat zien dat als R geen nuldelers heeft voor de graden van polynomen geldt: deg fg = deg f + deg g. [Let op het nulpolynoom!] Sommige eigenschappen van R[x] hangen af van die van R; een heel belangrijk speciaal geval is dat waar R een lichaam is, dat we in deze paragraaf steeds met K zullen aangeven. In heel veel opzichten lijkt K[x] op de ring Z: zoals we zullen zien kun je polynomen over K net als gehele getallen ontbinden in factoren, en kun je een grootste gemene deler van twee zulke polynomen vinden (en wel met hetzelfde algoritme als waarmee dat in Z kan). Opgave 22. Bewijs dat R[x] nuldelers heeft dan en slechts dan als R nuldelers heeft. In het vervolg nemen we steeds polynomen f = a m x m + a m 1 x m 1 + a 1 x + a 0 en g = b n x n + b n 1 x n 1 + b 1 x + b 0 uit R[x], (met a m 0 en b n 0). De eerste stap bestaat uit het imiteren van de gebruikelijke deling met rest. Dat gaat goed als de deler g een inverteerbare kopcoëfficiënt heeft (dus bijvoorbeeld als g monisch is). 14

16 1.3.2 Stelling Laat f, g R[x] als boven, en veronderstel dat b n een eenheid in R is. polynomen q, r R[x] zodat: bovendien zijn deze q en r uniek bepaald. f = q g + r, deg r < deg g; Dan bestaan er Bewijs. Eerst bewijzen we het bestaan van q en r, met inductie naar de graad m = deg f. Omdat de kopcoëfficiënt van g inverteerbaar is, is deg g 0; we mogen ook aannemen dat m = deg f deg g = n, want anders voldoen q = 0 en r = f. Als m = 0 dan is f = a 0 en g = b 0, en omdat bij aanname b n = b 0 inverteerbaar is, geldt de gevraagde gelijkheid met r = 0 en q = a 0 b 1 0. Laat nu m 1; beschouw h = f a mb 1 n x m n g. Als dit polynoom 0 is voldoen r = 0 en q = a m b 1 n x m n aan de gestelde eisen. Is dit niet het geval, dan is deg h < degf omdat de kopcoëfficiënten van f en a m b 1 n x m n g precies tegen elkaar wegvallen. We kunnen dan op h en g de inductiehypothese toepassen: er bestaan q en r met h = q g + r en deg r < deg g; maar dan is f = h + a m b 1 n xm n g = (a m b 1 n xm n + q )g + r, en voldoen q = a m b 1 n xm n + q en r = r aan alle condities. Om de uniciteit te bewijzen veronderstellen we dat f = q g + r = q g + r, beide aan de eisen voldoen. Dan is (q q )g = r r. Stel dat r r. Dan is q q. Omdat b n R een eenheid is, is g geen nuldeler, en dus is (zie opgave): deg(r r ) = deg(q q )g = deg g + deg(q q ) deg g, hetgeen in tegenspraak is met deg r < deg g en deg r < deg g. Dus r = r, maar dan is (q q )g = 0 en moet q = q. Opgave 23. Geef twee polynomen f, g Z[x] waarbij je geen q, r Z[x] kunt vinden met f = q g + r, deg r < deg g. Opgave 24. Met welke veranderingen geeft bovenstaande stelling deling met rest in Z in plaats van R[x]? Definities Als d, f R[x] dan is d een deler van f (notatie d f) als er een q R[x] bestaat met f = qd; we zeggen ook dat d het polynoom f deelt, dat f deelbaar is door d in R[x], en dat f een veelvoud is van d. Merk op dat elk polynoom een deler is van 0. Een gemene deler van f, g R[x] is een d R[x] die zowel f als g deelt; een grootste gemene deler van f en g is een gemene deler d R[x] van f en g met de eigenschap dat elke andere gemene deler d een deler van d is. Zo n grootste gemene deler geven we aan met ggd(f, g). Opgave 25. Vergelijk deze definities met de overeenkomstige definities voor Z. Bestaat een grootste gemene deler in Z voor elk tweetal elementen, en als deze bestaat, is deze dan uniek bepaald? Je kunt dezelfde definities gebruiken voor een lichaam, zoals Q; heeft elk tweetal uit Q een grootste gemene deler, en in hoeverre is deze uniek? Om te laten zien dat polynomen over een lichaam altijd een grootste gemene deler hebben, geven we algoritme om deze te vinden. Achteraf bewijzen we dan dat het algoritme altijd werkt, en een juist antwoord geeft. 15

17 1.3.4 Algoritme van Euclides Gegeven: polynomen f, g K[x]; Levert: de monische grootste gemene deler d K[x] van f en g. [1] Initialiseer: F = 0, G = f and r = g. [2] Herhaal de volgende stappen zolang r 0: (i) vervang F door G en G door r; (ii) bepaal q, r zodanig dat F = qg + r met deg r < deg G; [3] Lever d = G/G k af waar G k de kopcoëfficiënt van G is. Opgave 26. Ga na: als deg g > deg f bij het begin van dit algoritme, dan is na één keer uitvoeren van stap [2] het resultaat dat f en g verwisseld zijn. Opgave 27. Wijzig het algoritme zodanig dat het resultaat grootste gemene delers in Z geeft Voorbeeld We bepalen bij wijze van voorbeeld de monische grootste gemene deler van f = x 6 +x 4 x 3 x en g = x 5 +2x 3 +x 2 +x+1 in Q[x]. In stap [2](i) wordt F 0 = 0, G 0 = f en r = g; elke keer dat in het algoritme F en G vervangen worden verhogen we in dit voorbeeld de index van F i en G i, en we geven de bijbehorende q en r dezelfde index. In stap [2](i) wordt dan F 1 = G 0 = f en G 1 = r = g. Deling met rest (bijvoorbeeld door een staartdeling) levert op dat F 1 = x G 1 + ( x 4 2x 3 x 2 2x), dat wil zeggen: q 1 = x en r 1 = x 4 2x 3 x 2 2x. Dus krijgen we F 2 = G 1 = x 5 +2x 3 +x 2 +x+1 en G 2 = x 4 2x 3 x 2 2x; waarna quotiënt q 2 = x + 2 rest r 2 = 5x 3 + x 2 + 5x + 1 geeft: F 2 = ( x + 2)G 2 + (5x 3 + x 2 + 5x + 1). Vervolgens, met F 3 = G 2 = x 4 2x 3 x 2 2x en G 3 = 5x 3 + x 2 + 5x + 1 krijgen we q 3 = 1/5x 9/25 en r 3 = 9/25x 2 + 9/25: F 3 = ( 1 5 x 9 25 )G 3 + ( 9 25 x ). Dus F 4 = G 3 = 5x 3 + x 2 + 5x + 1 en G 4 = 9 25 x , waarmee F 4 = ( x )G Met q 4 = 125/9x + 9/25 krijgen we rest 0 en daarom termineert het algoritme na het afleveren van G 4 / 9 25 = x Stelling In een polynoomring K[x] over een lichaam K heeft elk tweetal polynomen f, g een grootste gemene deler d; deze is bepaald op vermenigvuldiging met niet-nul elementen uit K na, en daarom uniek als we opleggen dat d monisch is. Het bovenstaande algoritme bepaalt deze unieke monische grootste gemene deler. Bewijs. Als f = 0 dan is g een grootste gemene deler van f en g en omgekeerd; dus we nemen nu aan (zonder beperking der algemeenheid) dat deg f deg g 0. 16

18 De crux van het bewijs is de opmerking dat als d een gemene deler is van f en g, dan ook van elke lineaire combinatie af + bg: immers, als f = ud en g = vd voor zekere u, v R[x] dan is af + bg = aud + bvd = (au + bv)d. Passen we dit toe op r = f qg, met q, r bepaald uit deling met rest, dan zien we dat d een gemene deler is van f, g dan en slechts dan als het gemene deler van g, r is: dus is de grootste gemene deler van f, g, gelijk aan de grootste gemene deler van g, r, mits één van beide bestaat. Dit argument gaan we herhalen, als in het algoritme van Euclides. Laat daartoe F 1 = f en G 1 = g en laat d een gemene deler van f en g zijn. Bepaal q 1 en r 1 zodat F 1 = q 1 G 1 + r 1 ; dan zijn de gemene delers van F 1, G 1 dezelfde als die van G 1, r 1. We vervangen daarom het paar F 1, G 1 door F 2 = G 1, G 2 = r 1, met dezelfde gemene delers, maar met deg G 2 = deg r 1 < deg G 1. Zo vinden we uit een paar F i, G i een nieuw paar F i+1, G i+1 met dezelfde gemene delers, maar met deg G i+1 < deg G i. Na eindig veel stappen vinden we G n met deg G n 0 en deg G n+1 =, dat wil zeggen, dat G n+1 = 0. We zijn terug in de situatie die we allereerst bekeken en nu hebben F n+1 = G n en G n+1 = 0 een grootste gemene deler G n. Dat toont in alle gevallen het bestaan van een grootste gemene deler aan. Uniciteit volgt omdat voor twee verschillende grootste gemene delers d en d enerzijds geldt dat d = qd en anderzijds d = q d. Tesamen is d = qq d, dus (1 qq )d = 0. Als d 0 dan moet 1 qq = 0 (want K[x] heeft geen nuldelers), dus qq = 1. Dan zijn q en q polynomen van graad 0, dus constanten. Dat bewijst dat d en d een constante factor schelen; eisen we dat de grootste gemene deler monisch is, dan is deze dus uniek bepaald. Een kleine toevoeging aan het algoritme van Euclides maakt het mogelijk niet alleen de monische grootste gemene deler d = ggd(f, g) van 2 polynomen te vinden, maar daarbij zogenaamde multiplicatoren s, t R[x] met de eigenschap dat d = s f + t g Uitgebreid Algoritme van Euclides Gegeven: polynomen f, g K[x]; Levert: de monische grootste gemene deler d alsmede s, t K[x] met d = s f + t g. [1] Initialiseer: F = 0, G = f en r = g, en ook. s = 1 en t = 0, evenals s = 0 en t = 1. [2] Herhaal de volgende stappen zolang r 0: (i) vervang F door G en G door r; (ii) bepaal q, r zodanig dat F = qg + r met deg r < deg G; (iii) bewaar s in u en t in v en vervang s door s en t door t ; (iv) vervang s door u qs en t door v qt ; [3] Lever d = G/G k, s = s /G k en t = t /G k af, waar G k de kopcoëfficiënt van G is Voorbeeld We herhalen het voorbeeld maar nu met de extra parameters. In de tabel zijn de waarden van de variabelen weergeven na n keer stap [2] van het algoritme doorlopen te hebben. De waarden van F n en G n, evenals die van r n en q n zijn precies dezelfde als in voorbeeld De laatste kolom vertelt ons dat de monische grootste gemene deler de waarde van d = G 4 / 9 25 = x2 + 1 is, maar bovendien dat de multiplicatoren s = s 4 / 9 25 = 5 9 x2 1 9 x 7 9 en t = t / 9 25 = 5 9 x x2 2 9x + 1 oplossing geven voor de vergelijking sf + tg = d. Inderdaad, ( 5 9 x2 1 9 x 7 9 ) (x6 + x 4 x 3 x) + ( 5 9 x x2 2 9 x + 1) (x5 + 2x 3 + x 2 + x + 1) = x

19 n F x 6 + x 4 x 3 x x 5 + 2x 3 + x 2 + x + 1 x 4 2x 3 x 2 2x 5x 3 + x 2 + 5x + 1 G x 5 + 2x 3 + x 2 + x + 1 x 4 2x 3 x 2 2x 5x 3 + x 2 + 5x x q x x x x r x 4 2x 3 x 2 2x 5x 3 + x x x s 1 1 x 2 5 x x x x 25 9 s x 2 5 x x t x x 2 + 2x x x x x x t 1 x x 2 + 2x x x x Stelling In K[x] bestaat bij elk tweetal polynomen f, g een tweetal s, t K[x] zodanig dat s f +t g = d waar d de monische grootste gemene deler van f en g is. Het bovenstaande algoritme bepaalt zowel d als zulke s en t. Bewijs. Een eenvoudig algoritmisch bewijs gebruikt Algoritme 1.3.7: omdat dit algoritme net als Algoritme na eindig veel stappen termineert en dezelfde F n, G n, r n en q n bepaalt, en dus ook de monisch grootste gemene deler d oplevert, hoeven we slechts te laten zien dat de uiteindelijke waarden van s /G k en t /G k oplossingen geven voor s f + t g = d. Daartoe laten we zien dat, met dezelfde notatie als voorheen, steeds na het voltooien van stap [2] van het algoritme geldt dat s j f + t j g = r j. Dat is voldoende, omdat dan ook na de voorlaatste stap geldt dat s nf + t ng = r n, en de laatste maal dat [2] doorlopen wordt, wordt r n+1 = 0, krijgt s n+1 de waarde van s n en t n+1 die van t n, terwijl G n+1 = r n hetgeen op een constante factor na de monische grootste gemene deler is. Het resultaat volgt dan na deling door de kopcoëfficiënt van G n+1. Op schematische wijze kan gezien worden dat steeds s j f +t j g = r j wanneer we we rijen voor j = 1 (met, per definitie, r 1 = f) en voor j = 0 (die correspondeert met de initialisatiestap [1] van het algoritme) toevoegen: 1 f + 0 f = r 1 0 f + 1 g = r 0 s 1 f + t 1 g = r 1 s 2 f + t 2 g = r s n f + t n g = r n s n+1 f + t n g = 0 Want hier is de j-de rij gelijk aan de (j 2)-de rij minus q j maal de (j 1)-ste rij; immers in stap [2](iii) en (iv) wordt s j verkregen uit s j 2 q js j 1 en t j uit t j 2 q jt j 1. Bovendien is voor j 1 r j = F j q j G j = G j 1 q j r j 1 = r j 2 q j r j 1, vanwege stap [2](ii) en (i). Omdat gelijkheid in de eerste twee rijen geldt, volgt hij voor de volgende rijen dan recursief. Opgave 28. Bewijs dat in het (uitgebreide) algoritme van Euclides met bovenstaande notaties voor j 0 geldt: F j+2 = G j+1 = r j. Laat ook zien dat F, G, r daardoor alle drie voldoen aan de recursieve betrekking y j = y j 2 q j y j 1 voor j 1. 18

20 In de rest van de paragraaf bemoeien we ons vooral met de vraag hoe polynomen met coëfficiënten in een lichaam in factoren uiteen vallen. Wederom is de analogie met Z treffend. De volgende eenvoudige stelling drukt uit dat in een commutatieve ring delers van graad 1 van een gegeven polynoom corresponderen met nulpunten van dat polynoom Stelling Als a R en f R[x] dan geldt: x a deelt f f(a) = 0. Bewijs. Als f deelbaar is door x a dan is f = q(x a), voor zekere q R[x]. Evalueren in a geeft f(a) = q(a) 0 = 0 R. Voor de omkering pas je deling met rest toe op f en g = x a: er is een q R en een r R[x] van graad kleiner dan 1 (dus een constante r 0 R) zodat f = q(x a) + r 0. Maar dan is 0 = f(a) = q(a) 0 + r 0, dus r 0 = 0 en f = q(x a) is deelbaar door (x a). De stelling geeft dus een eenvoudige methode om te controleren of een polynoom deelbaar is door x a: reken f(a) uit. Als de deling opgaat (dus f(a) = 0) zul je nog wel een berekening (bijvoorbeeld een staartdeling) uit moeten voeren om het quotient te vinden. Opgave 29. Ga van het polynoom f = x 6 +x 5 2x 4 +x 2 +x 2 Z[x] na door welke twee polynomen x i met i { 2, 1, 0, 1, 2} het deelbaar is. Voer de deling q = f/((x i 1 )(x i 2 )) voor die waarden ook uit. Opgave 30. Bewijs dat f R[x] door x deelbaar is dan en slechts dan als a 0 = 0. Opgave 31. Bewijs dat f R[x] door x 1 deelbaar is dan en slechts dan als a i = 0. Opgave 32. Laat f R[x] en z C; bewijs dat f(z) = 0 impliceert dat f( z) = 0 (waar z de complex geconjugeerde van z is). De stelling die we beneden willen bewijzen zal laten zien dat in K[x] we elementen (net als gehele getallen) in factoren kunnen ontbinden. Eerst moeten we de elementen definiëren die de rol van priemgetallen zullen overnemen Definitie Een element r R in een commutatieve ring R zonder nuldelers heet irreducibel in R als geldt: r 0 en r is geen eenheid maar als r = s t met s, t R dan is s een eenheid of t is een eenheid in R. Als r wel als zo n product van niet-eenheden is te schrijven heet hij reducibel Voorbeelden In een lichaam is elk element nul of een eenheid en zijn er dus geen irreducibele elementen. In Z zijn de irreducibele elementen precies de priemgetallen en de reducibele elementen de samengestelde getallen. In een polynoomring R[x] over een commutatieve ring R zonder nuldelers heten de irreducibele elementen irreducibele polynomen. Als R = K een lichaam is, dan zijn de irreducibele elementen de polynomen f R[x] met deg f 1 waarvoor geen polynomen g, h R[x] bestaan zodat f = g h en zowel deg g < deg f als deg h < deg f. Als R geen lichaam is zijn er in het algemeen ook nog irreducibele elementen uit R in R[x] (irreducibele polynomen van graad 0). 19

21 Lemma Laat p, f, g K[x] met K een lichaam. Als p irreducibel is en p is een deler van f g, dan is p een deler van f of g. Bewijs. Veronderstel dat het irreducibele polynoom p geen deler is van f. Dan is de monische grootste gemene deler van p en f dus 1, en bestaan er volgens dus polynomen s, t K[x] zodat 1 = s p + t f. Omdat p een deler is van f g is er ook een h K[x] met p h = f g. Maar bij elkaar geeft dat g = g 1 = g (s p + t f) = s p g + t f g = s p g + t p h = p (s g + t h), dus p deelt g Stelling Elk monisch polynoom f K[x] over een lichaam is te schrijven als product f = k i=1 waar de p i verschillende monische, irreducibele polynomen uit K[x] zijn; deze schrijfwijze is uniek op volgorde van de factoren p e i i na. Bewijs. Dat elke monische f een ontbinding als product van monisch irreducibele factoren heeft kan met inductie (naar de graad m van) f bewezen worden. Elke f K[x] van graad 1 is irreducibel. Is f met deg f = m > 1 zelf irreducibel, dan zijn we klaar, en anders zijn er g, h K[x] zodat f = g h, die beide graad kleiner dan m hebben en dus op grond van de inductiehypothese als product van irreducibele polynomen te schrijven zijn. Hun product geeft dan zo n ontbinding voor f, die na het bij elkaar nemen van gelijke irreducibele factoren een product als in de Stelling geeft.. De eenduidigheid hiervan is als volgt in te zien: veronderstel dat er twee ontbindingen p 1 p 2 p k = q 1 q 2 q l voor f zijn, met alle p i, q j monisch en irreducibel. Dan deelt p 1 het product van de q j, en dus op grond van het voorafgaande lemma (herhaald toegepast) tenminste één der q j, zeg q 1. Maar q 1 is irreducibel en monisch evenals p 1, dus p 1 = q 1. Nu is p 1 (p 2 p k q 2 q l ) = 0, dus p 2 p k = q 2 q l, en we kunnen hetzelfde argument herhalen. Uiteindelijk vinden we dan dat k = l en (eventueel na hernummering van de q j ) dat p i = q i voor 1 i k. Hetgeen te bewijzen was. p e i i, Opgave 33. Wat gaat er fout in de stelling als we monisch weglaten? Opmerkingen De voorgaande stelling geeft het beoogde analogon van priemfactorontbinding in Z. Een commutatieve ring zonder nuldelers waarin elk element (op volgorde van factoren en vermenigvuldiging met eenheden na) uniek als product van irreducibele elementen geschreven kan worden heet een factorontbindingsring. We weten nu dat Z en K[x] (voor elk lichaam K) een factorontbindingsring is. Algemener geldt zelfs dat R[x] een factorontbindingsring is als R het zelf is; dus geldt bijvoorbeeld ook in Z[x] eenduidige priemfactorontbinding. Maar het algemene bewijs is iets lastiger. Om de stelling te gebruiken zouden we nog graag willen kunnen herkennen wat de irreducibele polynomen zijn in K[x]; maar dat hangt sterk af van het lichaam K. De reden dat het 20

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan

Nadere informatie

Het karakteristieke polynoom

Het karakteristieke polynoom Hoofdstuk 6 Het karakteristieke polynoom We herhalen eerst kort de definities van eigenwaarde en eigenvector, nu in een algemene vectorruimte Definitie 6 Een eigenvector voor een lineaire transformatie

Nadere informatie

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

1 Lichamen en vectorruimten 5 1.1 Lichamen... 5 1.2 Vectorruimten... 9 1.3 Toepassing: Codes... 13

1 Lichamen en vectorruimten 5 1.1 Lichamen... 5 1.2 Vectorruimten... 9 1.3 Toepassing: Codes... 13 Voorwoord Dit zijn de aantekeningen bij de colleges Lineaire Algebra 3 en 4 voor de voorjaarskwartalen van 2006, aan eerstejaars wiskunde- en natuurkundestudenten van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma Voorwoord Dit zijn aantekeningen voor het vak Discrete Wiskunde (2WC15), gegeven in het lentesemester van 2010. Dit vak bestaat uit twee delen: algoritmische

Nadere informatie

Geadjungeerde en normaliteit

Geadjungeerde en normaliteit Hoofdstuk 12 Geadjungeerde en normaliteit In het vorige hoofdstuk werd bewezen dat het voor het bestaan van een orthonormale basis bestaande uit eigenvectoren voldoende is dat T Hermites is (11.17) of

Nadere informatie

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid Hoofdstuk 3 Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid 31 Diagonaliseerbaarheid Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit

Nadere informatie

Lineaire Algebra C 2WF09

Lineaire Algebra C 2WF09 Lineaire Algebra C 2WF09 College: Instructie: L. Habets HG 8.09, Tel. 4230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl H. Wilbrink HG 9.49, Tel. 2783, E-mail: h.a.wilbrink@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2wf09

Nadere informatie

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen Hoofdstuk 7 Congruenties in actie 7.1 Het aantal inverteerbare restklassen We pakken hier de vraag op waarmee we in het vorige hoofdstuk geëindigd zijn, namelijk hoeveel inverteerbare restklassen modulo

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen lineaire algebra 2 13 januari 2017, 10:00 13:00

Uitwerkingen tentamen lineaire algebra 2 13 januari 2017, 10:00 13:00 Uitwerkingen tentamen lineaire algebra 3 januari 07, 0:00 3:00 Hint: Alle karakteristiek polynomen die je nodig zou kunnen hebben, hebben gehele nulpunten. Als dat niet het geval lijkt, dan heb je dus

Nadere informatie

Stelsels Vergelijkingen

Stelsels Vergelijkingen Hoofdstuk 5 Stelsels Vergelijkingen Eén van de motiverende toepassingen van de lineaire algebra is het bepalen van oplossingen van stelsels lineaire vergelijkingen. De belangrijkste techniek bestaat uit

Nadere informatie

Gehelen van Gauss. Hector Mommaerts

Gehelen van Gauss. Hector Mommaerts Gehelen van Gauss Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Definities Gehelen van Gauss zijn complexe getallen van de vorm a + bi waarbij a, b Z. De verzameling van alle gehelen van Gauss noteren we met Z(i). Dus

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr.

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr. Universiteit Gent Academiejaar 2001 2002 Discrete Wiskunde 1ste kandidatuur Informatica Collegenota s Prof. Dr. Frank De Clerck Herhalingsoefeningen 1. Bepaal het quotiënt en de rest van de deling van

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

Tentamen Lineaire Algebra 1 (Wiskundigen)

Tentamen Lineaire Algebra 1 (Wiskundigen) Tentamen Lineaire Algebra Wiskundigen Donderdag, 23 januari 24,.-3. Geen rekenmachines. Motiveer elk antwoord.. Voor alle reële getallen a definiëren we de matrix C a als a C a = a 2. a Verder definiëren

Nadere informatie

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets) Tentamen lineaire algebra 8 januari 9, : : Uitwerkingen (schets) Opgave. ( + punten) Gegeven is de matrix ( ) A =. (a) Bepaal een diagonaliseerbare matrix D en een nilpotente matrix N zodanig dat A = N

Nadere informatie

ALGEBRA II. P. Stevenhagen

ALGEBRA II. P. Stevenhagen ALGEBRA II P. Stevenhagen 2010 INHOUDSOPGAVE ALGEBRA II 11. Ringen 5 Eenheden Voorbeelden van ringen Nuldelers Domeinen Homomorfismen en idealen Isomorfie- en homomorfiestellingen Chinese reststelling

Nadere informatie

Unitaire en Hermitese transformaties

Unitaire en Hermitese transformaties Hoofdstuk 11 Unitaire en Hermitese transformaties We beschouwen vervolgens lineaire transformaties van reële en complexe inproductruimten die aan extra eigenschappen voldoen die betrekking hebben op het

Nadere informatie

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen RINGEN EN LICHAMEN Aanvullende opgaven met uitwerkingen Hierna volgen een aantal aanvullende opgaven die gaan over kernbegrippen uit de eerste hoofdstukken van Ringen en Lichamen. Probeer deze opgaven

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015 Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) januari, 5 In deze uitwerkingen is hier en daar een berekening weggelaten (bijvoorbeeld het bepalen van de kern van een matrix) die uiteraard op het tentamen

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN 1.3.1. Er zijn 42 mogelijke vercijferingen. 2.3.4. De uitkomsten zijn 0, 4 en 4 1 = 4. 2.3.6. Omdat 10 = 1 in Z 9 vinden we dat x = c 0 +... + c m = c 0 +... + c m. Het getal

Nadere informatie

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm Module 2 Veeltermen 2.1 Definitie en voorbeelden Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm a 0 +a 1 x+a 2 x 2 + +a n x n met a 0,a 1,a 2,...,a n Ê en n

Nadere informatie

Groepen, ringen en velden

Groepen, ringen en velden Groepen, ringen en velden Groep Een groep G is een verzameling van elementen en een binaire operator met volgende eigenschappen: 1. closure (gesloten): als a en b tot G behoren, doet a b dat ook. 2. associativiteit:

Nadere informatie

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat

Nadere informatie

Basiskennis lineaire algebra

Basiskennis lineaire algebra Basiskennis lineaire algebra Lineaire algebra is belangrijk als achtergrond voor lineaire programmering, omdat we het probleem kunnen tekenen in de n-dimensionale ruimte, waarbij n gelijk is aan het aantal

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B = Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, 215 Deze uitwerkingen zijn niet volledig, maar geven het idee van elke opgave aan. Voor een volledige oplossing moet alles ook nog duidelijk uitgewerkt

Nadere informatie

Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, 16-4-2009, 9-12 uur

Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, 16-4-2009, 9-12 uur Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, 16-4-2009, 9-12 uur Geef een goede onderbouwing van je antwoorden. Succes! 1. (a) (10 pt) Ontbindt het polynoom X 3 3X+3 in irreducibele factoren in Q[X] en in

Nadere informatie

Vectorruimten en deelruimten

Vectorruimten en deelruimten Vectorruimten en deelruimten We hebben al uitgebreid kennis gemaakt met de vectorruimte R n We zullen nu zien dat R n slechts een speciaal geval vormt van het (veel algemenere begrip vectorruimte : Definitie

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Ringen en lichamen. H.W. Lenstra, Jr en F. Oort. (Herziene versie, 2014) door

Ringen en lichamen. H.W. Lenstra, Jr en F. Oort. (Herziene versie, 2014) door Ringen en lichamen door H.W. Lenstra, Jr en F. Oort (Herziene versie, 2014) Inhoudsopgave I RINGEN 1 1 Definitie, voorbeelden, elementaire eigenschappen..................... 3 2 Ringhomomorfismen en idealen...............................

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B = Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, 2015 Deze uitwerkingen zijn niet volledig, maar geven het idee van elke opgave aan Voor een volledige oplossing moet alles ook nog duidelijk uitgewerkt

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

Tentamen Ringen en Galoistheorie, , uur

Tentamen Ringen en Galoistheorie, , uur Tentamen Ringen en Galoistheorie, 30-6-2008, 14-17 uur Dit is een open boek tentamen. Dat wil zeggen, de dictaten mogen gebruikt worden maar geen andere zaken zoals aantekeningen, uitwerkingen, etc. Geef

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 6

Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 We veralgemenen eerst Stelling 6.4 tot een willekeurige lineaire transformatie tussen twee vectorruimten en de overgang naar twee nieuwe basissen. Stelling 6.4. Zij A : V W

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

1 Rekenen met gehele getallen

1 Rekenen met gehele getallen 1 Inhoudsopgave 1 Rekenen met gehele getallen... 1.1 De gehele getallen... 1. Optellen... 1. Opgaven... 1. Aftrekken... 1. Opgaven... 1. Vermenigvuldigen... 1. Opgaven... 1.8 Delen... 9 1.9 Opgaven...9

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010

OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010 OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010 1. Zij V een vectorruimte en A = {v 1,..., v m } een deelverzameling van m vectoren uit V die voortbrengend is voor V, m.a.w. V = A.

Nadere informatie

Ringen en lichamen. H.W. Lenstra, Jr en F. Oort. (Herziene versie, augustus 2015) door

Ringen en lichamen. H.W. Lenstra, Jr en F. Oort. (Herziene versie, augustus 2015) door Ringen en lichamen door H.W. Lenstra, Jr en F. Oort (Herziene versie, augustus 2015) Inhoudsopgave I RINGEN 1 1 Definitie, voorbeelden, elementaire eigenschappen..................... 3 2 Ringhomomorfismen

Nadere informatie

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3. ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.8 ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Inleiding

Nadere informatie

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002 RSA F.A. Grootjen 8 maart 2002 1 Delers Eerst wat terminologie over gehele getallen. We zeggen a deelt b (of a is een deler van b) als b = qa voor een of ander geheel getal q. In plaats van a deelt b schrijven

Nadere informatie

Lineaire Algebra TW1205TI. I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 12 februari 2014

Lineaire Algebra TW1205TI. I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 12 februari 2014 Lineaire Algebra TW1205TI, 12 februari 2014 Contactgegevens Mekelweg 4, kamer 4.240 tel : (015 27)86408 e-mail : I.A.M.Goddijn@TUDelft.nl homepage : http: //fa.its.tudelft.nl/ goddijn blackboard : http:

Nadere informatie

Algebra. Oefeningen op hoofdstuk Groepentheorie Cayleytabellen van groepen van orde Cyclische groepen

Algebra. Oefeningen op hoofdstuk Groepentheorie Cayleytabellen van groepen van orde Cyclische groepen Oefeningen op hoofdstuk 5 Algebra 5.2 Groepentheorie 5.2.1 Cayleytabellen van groepen van orde 8 Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Matrices en Stelsel Lineaire Vergelijkingen

Matrices en Stelsel Lineaire Vergelijkingen Complexe Getallen Wat is de modulus van een complex getal? Hoe deel je twee complexe getallen? Wat is de geconjugeerde van een complex getal? Hoe kan je z z ook schrijven? Wat is de vergelijking van een

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.31 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds06 Technische Universiteit Eindhoven college 1 J.Keijsper

Nadere informatie

Tentamen Lineaire Algebra B

Tentamen Lineaire Algebra B Tentamen Lineaire Algebra B 29 juni 2012, 9-12 uur OPGAVEN Uitwerkingen volgen na de opgaven 1. Gegeven is de vectorruimte V = R[x] 2 van polynomen met reële coefficienten en graad 2. Op V hebben we een

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Lineaire Algebra voor W 2Y650 Lineaire Algebra voor W 2Y650 Docent: L. Habets HG 8.09, Tel: 040-2474230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2y650 1 Eigenwaarden en eigenvectoren Zij A een n n matrix.

Nadere informatie

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen Hoofdstuk I Lineaire Algebra Les 1 Stelsels lineaire vergelijkingen Om te beginnen is hier een puzzeltje: vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen over vijf jaar is Annie twee keer zo oud

Nadere informatie

Algebra and discrete wiskunde

Algebra and discrete wiskunde Algebra and discrete wiskunde dr. G.R. Pellikaan Studiewijzer voor het studiejaar 2015/2016 College 2WF50 Contents 1 Algemeen 2 2 Inhoud van het vak 2 3 Leerdoelen 3 4 Berekening tijdsplanning 3 5 Onderwijs-

Nadere informatie

Bilineaire Vormen. Hoofdstuk 9

Bilineaire Vormen. Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 9 Bilineaire Vormen In dit hoofdstuk beschouwen we bilineaire vormen op een vectorruimte V nader. Dat doen we onder andere om in het volgende hoofdstuk de begrippen afstand en lengte in een vectorruimte

Nadere informatie

Syllabus Algebra IIa. Prof. Dr G. van der Geer

Syllabus Algebra IIa. Prof. Dr G. van der Geer Algebra II -1 Syllabus Algebra IIa voorlopige versie Prof. Dr G. van der Geer Faculteit Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam Plantage Muidergracht 24 1018 TV Amsterdam Versie: 2002 Algebra

Nadere informatie

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

Verzamelingen. Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 5 Verzamelingen In de meest uiteenlopende omstandigheden kan het handig zijn om een stel objecten, elementen, of wat dan ook, samen een naam te geven. Het resultaat noemen we dan een verzameling.

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.3 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds6 Technische Universiteit Eindhoven college 5 J.Keijsper (TUE)

Nadere informatie

Algebraische Meetkunde. S. Caenepeel

Algebraische Meetkunde. S. Caenepeel Algebraische Meetkunde S. Caenepeel Syllabus 107 bij Algebraische Meetkunde Derde Bachelor Wiskunde (SD-ID 002523) 2015 Inhoudsopgave 1 Voorafgaande begrippen 3 1.1 Veeltermenringen...................................

Nadere informatie

Matrixoperaties. Definitie. Voorbeelden. Een matrix is een rechthoekig array van getallen, die kentallen of elementen heten.

Matrixoperaties. Definitie. Voorbeelden. Een matrix is een rechthoekig array van getallen, die kentallen of elementen heten. Definitie Een matrix is een rechthoekig array van getallen, die kentallen of elementen heten. Voorbeelden De coëfficiëntenmatrix of aangevulde matrix bij een stelsel lineaire vergelijkingen. Een rij-echelonmatrix

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

Hints en antwoorden bij de vragen van de cursus Lineaire Algebra en Meetkunde

Hints en antwoorden bij de vragen van de cursus Lineaire Algebra en Meetkunde Hints en antwoorden bij de vragen van de cursus Lineaire Algebra en Meetkunde Ik heb de vragen die in de nota s staan en de vragen van de samenvattingen samengebracht in deze tekst en voorzien van hints

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Congruentierekening. 6.1 Congruenties

Hoofdstuk 6. Congruentierekening. 6.1 Congruenties Hoofdstuk 6 Congruentierekening 6.1 Congruenties We hebben waarschijnlijk allemaal wel eens opgemerkt dat bij vermenigvuldigen van twee getallen de laatste cijfers als het ware meevermenigvuldigen. Stel

Nadere informatie

Tentamen lineaire algebra 2 17 januari 2014, 10:00 13:00 zalen 174, 312, 412, 401, 402

Tentamen lineaire algebra 2 17 januari 2014, 10:00 13:00 zalen 174, 312, 412, 401, 402 Tentamen lineaire algebra 2 17 januari 214, 1: 13: zalen 174, 312, 412, 41, 42 Dit zijn geen complete uitwerkingen. Er is dus geen garantie dat het overschrijven met andere getallen voldoende is voor huiswerk

Nadere informatie

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen. Hoofdstuk 7 Volledige inductie Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen we het volgende: (i) 0 V (ii) k N k V k + 1 V Dan is V = N. Men ziet dit als

Nadere informatie

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen.

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen. Tentamen Lineaire Algebra maandag 3--27, 3.3-6.3 uur Het is niet toegestaan telefoons, computers, grafische rekenmachines (wel een gewone), dictaten, boeken of aantekeningen te gebruiken. Schrijf op elk

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen Hoofdstuk 9 Vectorruimten 9.1 Scalairen In de lineaire algebra tot nu toe, hebben we steeds met reële getallen als coëfficienten gewerkt. Niets houdt ons tegen om ook matrices, lineaire vergelijkingen

Nadere informatie

Examen Lineaire Algebra en Meetkunde Tweede zit (13:30-17:30)

Examen Lineaire Algebra en Meetkunde Tweede zit (13:30-17:30) Examen Lineaire Algebra en Meetkunde Tweede zit 2016-2017 (13:30-17:30) 1 Deel gesloten boek (theorie) (5.5pt) - indienen voor 14u30 (0.5pt) Geef de kleinste kwadratenoplossing van het stelsel AX = d,

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00 Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 207, 4:00 7:00 Je mocht zoals gezegd niet zonder uitleg naar opgaven verwijzen. Sommige berekeningen zijn hier weggelaten. Die moest je op je tentamen wel laten zien.

Nadere informatie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt

Nadere informatie

6 Ringen, lichamen, velden

6 Ringen, lichamen, velden 6 Ringen, lichamen, velden 6.1 Polynomen over F p : irreducibiliteit en factorisatie Oefening 6.1. Bewijs dat x 2 + 2x + 2 irreducibel is in Z 3 [x]. Oplossing 6.1 Aangezien de veelterm van graad 3 is,

Nadere informatie

Het tellen van krommen op het product van twee projectieve lijnen over een eindig lichaam

Het tellen van krommen op het product van twee projectieve lijnen over een eindig lichaam Het tellen van krommen op het product van twee projectieve lijnen over een eindig lichaam Bas van Rooij 4155572 Begeleider: Prof. dr. C.F. Faber Universiteit Utrecht 17 juni 2016 Inhoudsopgave 1 Introductie

Nadere informatie

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inhoudsopgave 1 Ringen 4 1.1 Definitie, voorbeelden, elementaire eigenschappen....... 4 1.2 Eenheden en nuldelers...................... 8 1.3 Constructies van ringen......................

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Grafieken van veeltermfuncties

Grafieken van veeltermfuncties (HOOFDSTUK 43, uit College Mathematics, door Frank Ayres, Jr. and Philip A. Schmidt, Schaum s Series, McGraw-Hill, New York; dit is de voorbereiding voor een uit te geven Nederlandse vertaling). Grafieken

Nadere informatie

Inhoudsopgave. I Theorie 1

Inhoudsopgave. I Theorie 1 Inhoudsopgave I Theorie 1 1 Verzamelingen 3 1.1 Inleiding........................................ 3 1.2 Bewerkingen met verzamelingen........................... 6 1.2.1 Vereniging (unie) van twee verzamelingen.................

Nadere informatie

Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat:

Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat: Hoofdstuk 1 Eerste begrippen 1.1 Wat is een groep? Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat: 1. a, b G : a b G 2. a, b, c G : a (b c) = (a b) c = a

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1

Combinatoriek groep 1 Combinatoriek groep 1 Recursie Trainingsdag 3, 2 april 2009 Getallenrijen We kunnen een rij getallen a 0, a 1, a 2,... op twee manieren definiëren: direct of recursief. Een directe formule geeft a n in

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Leerkracht: Koen De Naeghel Schooljaar: 2012-2013 Klas: 5aLWi8, 5aWWi8 Aantal taken: 19 Aantal repetities: 14 Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Taken Eerste trimester: 11 taken indienen op taak

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

Lineaire Algebra (2DD12)

Lineaire Algebra (2DD12) Lineaire Algebra (2DD12) docent: Ruud Pellikaan - Judith Keijsper email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/ ruudp/2dd12.html Technische Universiteit Eindhoven college 1 J.Keijsper

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma HOOFDSTUK 2 Gröbnerbases 1. Vragen We hebben gezien dat de studie van stelsels polynoomvergelijkingen in meerdere variabelen op natuurlijke manier leidt

Nadere informatie

Complexe e-macht en complexe polynomen

Complexe e-macht en complexe polynomen Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten

Nadere informatie

Oefensommen tentamen Lineaire algebra 2 - december A =

Oefensommen tentamen Lineaire algebra 2 - december A = Oefensommen tentamen Lineaire algebra 2 - december 2012 Opg 1 De schaakbordmatrix A is de 8 bij 8 matrix 1 0 1 0 1 0 1 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 0 1 0 1 0 1 0 A = 0 1 0 1 0 1 0 1 1 0 1 0 1 0 1 0 0 1 0 1 0 1

Nadere informatie

1 Kettingbreuken van rationale getallen

1 Kettingbreuken van rationale getallen Kettingbreuken van rationale getallen Laten we eens starten met een breuk bijvoorbeeld 37/3 Laten we hier ons kettingbreuk algoritme op los, We concluderen hieruit dat 37 3 3 + 3 + + 37 3 + + + hetgeen

Nadere informatie

Lineaire afbeeldingen

Lineaire afbeeldingen Hoofdstuk 4 Lineaire afbeeldingen In de algebra spelen naast algebraïsche structuren zelf ook de afbeeldingen ertussen die (een deel van de structuur bewaren, een belangrijke rol Voor vectorruimten zijn

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Verzamelingen deel 3. Derde college

Verzamelingen deel 3. Derde college 1 Verzamelingen deel 3 Derde college rekenregels Een bewerking op A heet commutatief als voor alle x en y in A geldt dat x y = y x. Een bewerking op A heet associatief als voor alle x, y en z in A geldt

Nadere informatie