dienst managementteam Meerjarenplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "dienst managementteam Meerjarenplan 2014-2019"

Transcriptie

1 dienst managementteam Meerjarenplan december 2013 aangepaste versie

2 Meerjarenplan versie aangepast

3 Inhoud Inleiding 5 Strategische nota 7 1. Algemeen beleid en veiligheid 7 2. Ruimte, milieu en economie 8 3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs 9 4. Welzijn 10 Financiële nota Financieel doelstellingenplan Staat financieel evenwicht 11 Toelichtingen Omgevingsanalyse 13 A. Analyse per dienst 13 B. Analyse stadsmonitor 13 C. Inspraak Financiële risico s 35 A. Omschrijving van de financiële risico s 35 B. Middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt om die risico s te dekken Lijst beleidsdoelstellingen Interne organisatie 39 A. Organogram 39 B. Personeelsbestand 42 C. Budgethouderschap en goedkeuringsprocedure aankopen 44 D. Samenstelling beleidsdomeinen Verbonden entiteiten Fiscaliteit Financiële schulden Overzicht volgens Vlaamse beleidsprioriteiten Overzicht volgens beleidsindeling 54 Bijlagen 55 Meerjarenplan versie aangepast

4 Meerjarenplan versie aangepast

5 Inleiding Uit omzendbrief BB 2013/04 Alle besturen die BBC toepassen, maken in 2013 een meerjarenplan op dat loopt van 2014 tot en met Het meerjarenplan overlapt dus één jaar met de volgende bestuursperiode (2019), zodat ook dan het eerste jaar gebruikt kan worden als overgangsjaar om de nieuwe meerjarenplanning op te stellen. Het meerjarenplan wordt vastgesteld vóór de raad beraadslaagt over het budget voor Het budget volgt uit de meerjarenplanning, niet omgekeerd. [ ] Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De omzendbrief BB 2013/04 van 22 maart 2013 beschrijft de richtlijnen over de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan ) en budgettering (budget 2014) volgens de beleidsen beheerscyclus. In het meerjarenplan en het budget 2014 van de stad Sint-Niklaas gebruiken we de richtlijnen als basis voor de structuur van de documenten. Daardoor willen we niet alleen aangeven dat het bestuur nauwgezet de richtlijnen tracht op te volgen, maar bieden we ook houvast voor de overgang tussen de nieuwe gemeentelijke boekhouding (NGB) en de beleids- en beheerscyclus (BBC). Het is immers voor iedereen een grote overstap naar een nieuw boekhoud- en beleidsinformatiesysteem: zowel voor de bestuurders als de administratie zal het nog enige tijd vergen vooraleer de nieuwe terminologie en structuur van de documenten ingeburgerd is. Om de overstap naar de BBC toch minder bruusk te maken en om ervoor te zorgen dat de informatiebehoefte van de raadsleden voldoende wordt ingevuld voorzien we, naast de decretaal verplichte documenten, ook nog enkele documenten die nauw aansluiten bij de documenten die vroeger gebruikt werden. Zowel op het niveau van het meerjarenplan als op dat van het budget is er een bijlage die gesorteerd werd volgens de beleidsindeling in domeinen, velden en items en daardoor refereert aan de vroegere functionele indeling van de begrotingsdocumenten. Een ander gevolg van de inwerkingtreding van de BBC is dat een vergelijking met de voorgaande jaren onmogelijk is: de beleidsindeling komt niet overeen met de vroegere functionele indeling en het algemeen rekeningstelsel komt evenmin overeen met de vroegere economische codes. Daarom leek het ons raadzaam om geen vergelijkingen te maken met voorgaande jaren wordt dus het nieuwe referentiejaar voor de volgende jaren, de start van het BBC-tijdperk. Dat wordt ongetwijfeld een boeiend tijdperk, want de BBC biedt de nodige garanties voor een rijk en gevarieerd instrumentarium voor beleids- en beheersinformatie. Meerjarenplan versie aangepast

6 Meerjarenplan versie aangepast

7 Strategische nota Uit omzendbrief BB 2013/04 De strategische nota geeft een beschrijving van de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het bestuur voor de periode van het meerjarenplan. Daarbij worden enkel de prioritaire beleidsdoelstellingen expliciet getoond. De andere beleidsdoelstellingen maken deel uit van het «overige beleid». Ze worden niet vermeld in de strategische nota, maar de financiële vertaling ervan wordt uiteraard wel meegenomen in het meerjarenplan. [ ] De regelgeving legt geen specifiek schema op voor de vorm van de strategische nota van het meerjarenplan. Het bestuur kan die dus zelf bepalen. Wel moet het bestuur voor de beleidsdoelstellingen de volgende drie vragen beantwoorden : Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat zijn de financiële gevolgen? In het witboek voor de bestuursperiode , Krachtlijnen voor verandering en continuïteit, schreef het nieuwe bestuur een aantal beleidslijnen neer waarvan het de komende jaren werk wil maken. In het meerjarenplan krijgen die opties concreet invulling en een financiële vertaling. In het meerjarenplan dat nu voorligt, trachten we om binnen de beperkte financiële middelen een evenwichtig pakket van maatregelen en nieuwe initiatieven en investeringen voor te leggen. Het is duidelijk dat er op veel vlakken bespaard moest worden om het huidige beleid verder te zetten en om nieuwe projecten te kunnen verwezenlijken. Ook heeft het bestuur soms moeilijke keuzes moeten maken tussen alle voorliggende plannen en behoeften. Hieronder geven we de belangrijkste focuspunten en accenten, gegroepeerd per beleidsdomein. Voor een meer gedetailleerd overzicht verwijzen we naar bijlage 1 (40 p.). Daarin wordt per beleidsdoelstelling opgesomd rond welke actieplannen in elk jaar van de periode gewerkt zal worden, met een totaalbudget per doelstelling. De 34 prioritaire doelstellingen (PBD) refereren aan het witboek, de 4 niet-prioritaire doelstellingen (NPBD) vatten het regulier beleid. Er wordt telkens een onderscheid gemaakt tussen exploitatiebudget (E), investeringsbudget (I) en andere (A, bv. leningen). 1. Algemeen beleid en veiligheid Een goede administratieve dienstverlening staat bovenaan de prioriteitenlijst. In het stadhuis willen we een klantvriendelijke en efficiënte afhandeling van alle vragen. De loketdiensten worden herschikt en geïntegreerd, zodat de burger zo snel mogelijk geholpen wordt (kostprijs: 1,5 miljoen EUR). Door een verregaande digitalisering willen we het mogelijk maken dat de bevolking zo veel mogelijk producten digitaal kan aanvragen en ontvangen. De totale ICT-investering wordt geraamd op 3,8 miljoen EUR. Het stadsarchief verhuist naar een nieuwe vleugel in het stadhuis (Parkstraat, kostprijs 2,5 miljoen EUR). De uitvoerende en technische diensten van stad en OCMW gaan samenwerken in de stadswerkplaatsen, die na 50 jaar in fasen gerenoveerd zullen worden (kostprijs: 3 miljoen EUR). De diensten zullen zoveel mogelijk aanwezig zijn in het straatbeeld, om de buurten leefbaar, onderhouden en rein te houden. Dankzij een gebiedsgerichte aanpak werken de verschillende diensten niet meer naast elkaar, maar in geïntegreerde ploegen. De nodige investeringen in het machinepark worden daarvoor voorzien. Verder blijft het de betrachting om in te zetten op een efficiënter en slanker ambtenarenapparaat, evenwel zonder dat er naakte ontslagen vallen. De aanpassing van de rechtspositieregeling en de Meerjarenplan versie aangepast

8 uitbesteding van een deel van de huisvuilophaling aan Mi-Wa zijn al de eerste stappen in die richting. Ook door de samenwerking met het OCMW en andere overheden kan er rationeler gewerkt worden, waardoor de dienstverlening erop vooruitgaat. In de meerjarenplanning wordt uitgegaan van een tempering van het jaarlijks stijgingspercentage van de personeelskost tot 1,4 %. De stad wil het gebouwenpatrimonium op een duurzame manier onderhouden. De verkoop van gebouwen waarin geen dienstverlening plaatsvindt (conciërgewoningen, gebouwen die verhuurd worden ) zal aangewend worden voor duurzame investeringen in de andere stadsgebouwen. Die willen we beheren en onderhouden als een goede huisvader. In totaal wordt hiervoor 8 miljoen EUR uitgetrokken. Met de advies- en dorpsraden sluit de stad een afsprakennota af, die de wederzijdse engagementen duidelijk vastlegt en de basis vormt voor een goede verstandhouding met het middenveld. Binnen de stad werkt een stuurgroep een beleidskader uit om inspraak en participatie, bv. bij grotere infrastructuurwerken of naar aanleiding van concrete thematische of gebiedsgerichte initiatieven, structureel in te bedden in de organisatie. Voor de deelgemeenten evolueren de jeugdcentra naar gemeenschapscentra, die ook inzake samenhorigheid een rol te vervullen hebben. Binnen veiligheid en leefbaarheid liggen de prioriteiten van de politie voor , zoals bepaald in het zonaal veiligheidsplan, als volgt: Leefbaarheid in het kerngebied: via dit project wil de politie geïntegreerd en integraal werken rond verschillende fenomenen die de stadskern belasten en wil ze het onveiligheidsgevoel van de gebruikers van de stadskern doen afnemen door nog meer zichtbaar en aanspreekbaar op straat aanwezig te zijn. Verkeersveiligheid: het garanderen van een veilige mobiliteit voor iedereen begint in de eerste plaats door een volgehouden handhaving rond steeds weerkerende thema s. Dit blijft een belangrijke kerntaak voor de politie. Daarnaast wil de politie met dit project ook investeren in een verkeers- en veiligheidsbeleid dat maatregelen stimuleert op vlak van infrastructuur, educatie, voorlichting en communicatie met als doel het aantal verkeersongevallen te doen afnemen. Inbraken: het voorkomen en beheersen van inbraken. Informaticacriminaliteit: inzicht krijgen in de verschillende informaticamisdrijven met als doel voorbereid de verdere digitale toekomst tegemoet te gaan en een antwoord te formuleren naar slachtoffers. Fietsdiefstal: het voorkomen, doen afnemen en beheersen van fietsdiefstal. De stad blijft ook verder investeren in een goed werkend brandweerkorps, in afwachting van de zonale werking van de brandweerkorpsen in het Waasland. 2. Ruimte, milieu en economie Voor alle ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP s) en masterplannen voor de inrichting van de geplande en nieuwe projecten wordt een bedrag van EUR voorzien. Verder wil de stad, door de aankoop en verkoop van gronden, een actieve speler worden op het vlak van gebiedsontwikkeling. De plannen die in het verleden opgesteld werden (bv. groenplan, speelweefselplan, ruimtelijk structuurplan, mobiliteitsplan ) blijven richtinggevend voor de concrete invulling. Waar mogelijk worden ze nog beter op elkaar afgestemd, bv. in het kader van de gebiedsgerichte werking. Voor de aankoop van gronden voor natuur- en bosontwikkeling voorziet de stad EUR. De uitvoering van het groenplan en het parkbeheersplan zal binnen het budget van 1 miljoen EUR uitgevoerd worden. Meerjarenplan versie aangepast

9 De definitieve heraanleg van het kruispunt Driekoningen, waarvan het stadsaandeel op 1,4 miljoen EUR geraamd wordt, is een belangrijke schakel in een vlotte doorstroming in de binnenstad. Voor de (her)aanleg van rijbanen, voet- en fietspaden worden de gebruikelijke investeringen voorzien, die aangewend worden volgens de behoeften. In totaal wordt 9 miljoen EUR uitgetrokken voor de aanleg van wegen. Zoals de voorbije jaren ook het geval was, worden verder tal van rioleringsprojecten opgestart en afgewerkt, waarbij de timing wordt afgestemd op de subsidies van Aquafin. Het stadsaandeel voor al deze rioprojecten wordt geraamd op 25 miljoen EUR. De belangrijkste uit te voeren projecten in de centrumstad zijn de oostelijke tangent van de ring rond Sint-Niklaas, Heimolen, N70 (tussen Parklaan en Singel) en Raap- en Bellestraat. In de deelgemeenten gaat het om de Moortelhoekstraat Valk en de Kerkstraat en omgeving (Belsele), Sinaaidorp (fase 2) en Uilenstraat (Nieuwkerken). Ter ondersteuning van het parkeerbeleid wordt meer dan EUR voorbehouden voor de actualisering van het parkeergeleidingssysteem en de parkeerautomaten, maar de stad wil in de eerste plaats inzetten op een heel arsenaal van maatregelen voor een duurzaam mobiliteitsbeleid (ten bedrage van 1,3 miljoen EUR). De dienstverlening van de stad inzake economie willen we volledig herbekijken, zodat het ten volle aansluit op de noden van het bedrijfsleven in de stad. Een herstructurering van de inspraakorganen en een nieuwe organisatorische inbedding van de dienst economie zijn de eerste stappen. De bestaande belastingen worden volledig herschikt en administratief eenvoudiger gemaakt. 3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs Belangrijk voor de verenigingen is dat ze op de stad kunnen rekenen op het vlak van infrastructuur en logistieke ondersteuning. De volgende jaren wil de stad hierop blijven inzetten. Zoals bij het begin van elke bestuursperiode worden de prijzen van de retributies wel eenmalig geïndexeerd (doordat ze de voorbije zes jaar gelijk bleven). Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om bepaalde retributies wat te herschikken en rationaliseren. De premiestelsels zijn aangepast aan de besparingsdoelstellingen. Ten opzichte van het budget 2013 bevat het ontwerpbudget van 2014 een besparing van EUR op het vlak van premies, hetzelfde bedrag dat werd vooropgesteld in het witboek. Door het Sint-Niklase beleid maximaal af te stemmen op de Vlaamse beleidsprioriteiten hopen we dat we aanspraak kunnen blijven maken op de Vlaamse middelen op het vlak van onder meer ontwikkelingssamenwerking, flankerend onderwijsbeleid, jeugd, sport en cultuur. Een groot deel van deze middelen stroomt immers door naar het middenveld. De stad blijft ook investeren in feestmateriaal, dat de verenigingen kunnen gebruiken voor hun activiteiten (in totaal voor meer dan EUR). De bibliotheek wordt gerenoveerd op de huidige locatie. Doordat het archief naar de site van het stadhuis verhuist, kan worden geïnvesteerd in het bibgebouw om de bouwkundige, bouwtechnische en veiligheidsproblemen aan te pakken. De kostprijs van deze werken wordt geraamd op 2 miljoen EUR. Intussen wordt een langetermijnvisie uitgestippeld in een masterplan voor het Hendrik Heymanplein. In het museum is de belangrijkste investering de restauratie van het huis Janssens (1,2 miljoen EUR, waarvan ca. 2/3 wordt gesubsidieerd). In de schouwburg wordt duurzaam geïnvesteerd in ledverlichting in de theatertechniek ( EUR) en de Vrije Ateliers kunnen op hun huidige locatie Meerjarenplan versie aangepast

10 blijven dankzij gerichte investeringen ( EUR stadsaandeel). De conciërgewoning Walburg wordt vanaf 2014 gerestaureerd, deels met Vlaamse middelen, en omgevormd tot een accommodatie van vergaderzalen. Verder is er ook nog de investering in de VTS-site (zie hierna). In de sportsector gaat veel aandacht uit naar de renovatie en uitbreiding van het sportcentrum De Witte Molen in het stadscentrum (inkomhal, kleedkamers, sanitair, luchtbehandeling, sportvloer, parking in totaal een investering van meer dan 2,4 miljoen EUR), maar ook de andere sportcentra worden niet uit het oog verloren (zoals de judozaal in Sinaai). In Sinbad worden de sport- en yogazaal voorzien van nieuwe kleedkamers, sanitair, luchtgroep en een doorloopdouche boven de voetenbak aan het zwembad, goed voor een investering van EUR. Voor de jeugd springen vooral de investeringen ten behoeve van jeugdcentrum De Galjaar (Belsele) in het oog ( EUR) en de ondersteuning van het jeugdwerk op de VP-site (infrastructuursubsidie van EUR). Intussen wordt het jeugdcentrum Troelant (Sinaai) afgewerkt tegen de zomer van Voor de uitvoering van het speelweefselplan (op openbare speelterreinen) voorziet de stad meer dan een half miljoen EUR, net als voor infrastructuursubsidies voor jeugdbewegingen. In de basisscholen wordt verder geïnvesteerd, waarbij vooral het bouwdossier in De Droomballon niet onvermeld mag blijven ( EUR, ter vervanging van de containerklassen). Op de academiesite zorgt de VTS-site voor de noodzakelijke extra ruimte ten behoeve van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans (SAMWD) en de schouwburg, waardoor o.m. de afdeling Rollierstraat geïntegreerd kan worden op deze site. 4. Welzijn Er worden verschillende plannen opgesteld in de welzijnssector, die concreet vorm moeten geven aan het welzijns- en diversiteitsbeleid: een armoedeplan, een zorgstrategisch plan en een ouderenbeleidsplan. Een sociaal seniorenbeleid wordt een van de speerpunten in het nieuw op te stellen ouderenbeleidsplan. De welzijnsdiensten van stad en OCMW worden tegen eind 2014 gegroepeerd in een nieuw gebouw op de oude terreinen van de voetbalploeg Gerda (in de Abingdonstraat). Zoals hierboven al aan bod kwam bij het jeugdwerk, zal de stad ook in het kader van kinderopvang investeren in de VP-site. Naast de EUR ten behoeve van jeugd is er ook 1,4 miljoen voorzien voor de nieuwe centrale locatie voor de buitenschoolse opvang en de speelpleinwerking. Voor kinderopvang is er ten slotte ook nog een 4 de kinderdagverblijf voorzien op de site van Den Azalee, in samenwerking met het OCMW. De stad speelt een actievere rol als regisseur van het lokale integratie- en inburgeringsbeleid op haar grondgebied, in samenwerking met partners als het Huis van het Nederlands, Inburgering Oost-Vlaanderen en de centra voor volwassenenonderwijs. Met bijkomende middelen wordt een stedelijk aanbod uitgewerkt, aanvullend op de bestaande initiatieven, dat de nadrukt legt op taalstimulering, mobiliteit en integratie in de vrijetijdssector. Met de buurtstewards wordt verder gewerkt aan de integratie van de Roma. Voor de begraafplaatsen ten slotte wordt een investeringsenveloppe van 1 miljoen EUR voorzien. Meerjarenplan versie aangepast

11 Financiële nota Uit omzendbrief BB 2013/04: De financiële nota van het meerjarenplan bestaat uit het financiële doelstellingenplan, opgemaakt volgens modelschema M1, en de staat van het financieel evenwicht [M2]. 1. Financieel doelstellingenplan Uit omzendbrief BB 2013/04: Het financiële doelstellingenplan toont per beleidsdomein en per financieel boekjaar het totaal van de ontvangsten en uitgaven, voor alle prioritaire beleidsdoelstellingen en voor het overige beleid. Doordat daarbij ook het beleidsdomein 'algemene financiering' opgenomen moet worden, krijgen de raadsleden een overzicht van hoeveel er voor de realisatie van de prioritaire beleidsdoelstellingen voor elk beleidsdomein wordt bijgedragen vanuit de algemene financieringsmiddelen. Bijlage 2 (decretaal schema M1, 3 p.) omvat een groepering per beleidsdomein (alfabetisch geordend op code): - ABV (1. Algemeen beleid en veiligheid) - AF (0. Algemene financiering) - CVO (3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs) - RME (2. Ruimte, milieu en economie) - WEL (4. Welzijn) Verder wordt in dit schema een onderscheid gemaakt tussen de prioritaire beleidsdoelstellingen (PBDS dit zijn de doelstellingen vermeld in het witboek) en het overig beleid en, zoals in bijlage 1, tussen exploitatiebudget (E), investeringsbudget (I) en andere (A, bv. leningen). De tegenhanger van dit document op het niveau van het budget is het schema B1. 2. Staat financieel evenwicht Uit omzendbrief BB 2013/04: Uit de staat van het financieel evenwicht moet blijken dat de planning voldoet aan de normen voor het toestandsevenwicht en voor het structureel evenwicht. Het toestandsevenwicht houdt in dat het resultaat op kasbasis voor elk financieel boekjaar van het meerjarenplan groter moet zijn dan of gelijk aan nul. Het structureel evenwicht wordt aangetoond aan de hand van de autofinancieringsmarge. Dat is een parameter die aangeeft in hoeverre de exploitatie-ontvangsten volstaan om de exploitatie-uitgaven en de intresten en schuldaflossingen te financieren. Het meerjarenplan voldoet aan de norm van structureel evenwicht als de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar van het meerjarenplan groter is dan of gelijk aan nul. In bijlage 3 (decretaal schema M2, 3 p.) wordt per soort budget (exploitatie, investering en andere) een beknopte samenvatting gegeven, met per soort budget ook het resultaat (inkomsten min uitgaven), wat in rubriek IV wordt opgeteld tot het budgettaire resultaat van het boekjaar en in rubriek VII tot het resultaat op kasbasis. Voor het budget werden deze gegevens ook weergegeven in het schema B5 (liquiditeitenbudget). Aan de hand van het schema M2 wordt aangetoond dat de autofinancieringsmarge in 2019 groter is dan of gelijk aan 0, waardoor het structureel evenwicht in 2019 bereikt wordt. Meerjarenplan versie aangepast

12 Meerjarenplan versie aangepast

13 Toelichtingen Uit omzendbrief BB 2013/04 De toelichting bij het meerjarenplan verduidelijkt de inhoud van het meerjarenplan en wordt steeds bij het meerjarenplan gevoegd, zowel bij de vaststelling ervan door de raad als bij de verzending naar de toezichthoudende overheid. De formele beslissing van de raad betreft het eigenlijke meerjarenplan. De toelichting bevat alle bijkomende informatie die nuttig is om die beslissing te onderbouwen. Zo wordt het meerjarenplan zelf niet overladen met technische details of bijkomende informatie. De regelgeving somt een aantal verplichte elementen op, die elk bestuur in de toelichting moet opnemen. Die opsomming is echter niet limitatief. De toelichting moet alle informatie bevatten die relevant is voor de raadsleden om hun beslissingen te ondersteunen. De minimale elementen van de toelichting volgens de Vlaamse richtlijnen worden in de volgende hoofdstukken telkens in cursief vermeld, met verwijzing naar de omzendbrief. 1. Omgevingsanalyse Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: de omgevingsanalyse; [ ] A. Analyse per dienst In bijlage 4 (188 p.) vindt u een uitgebreide omgevingsanalyse per dienst, die gemaakt werd half 2012, naar aanleiding van de administratieve voorbereiding voor het bestuursakkoord ( witboek ). Die zijn gebaseerd op een heel aantal bronnen per dienst. B. Analyse stadsmonitor In dit document geven we de belangrijkste conclusies weer van een analyse van de laatste Stadsmonitor (2011), die het mogelijk maakt om Sint-Niklaas op een heel aantal vlakken te vergelijken met de andere centrumsteden. Er werd gefocust op de cijfers waar Sint-Niklaas afwijkt van het gemiddelde. Voor een duiding van de cijfers verwijzen we naar de Stadsmonitor De structuur van onderstaand overzicht volgt de structuur van de beleidsdomeinen. Algemeen beleid en veiligheid Fierheid over de eigen stad Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de bevolking dat fier is op zijn stad. Er werd gepeild naar de fierheid aan de hand van de stelling Ik ben echt fier op mijn stad. In 2011 was gemiddeld 7 op 10 inwoners van de centrumsteden fier op hun stad. Sint-Niklaas scoort hiervoor onder het gemiddelde en tegenover 2008 is er ook een daling merkbaar (ook voor het gemiddelde van de centrumsteden). Fierheid over de stad Sint-Niklaas 59,5% 53,9% Gemiddelde 71,0% 68,8% Meerjarenplan versie aangepast

14 Hiermee staat Sint-Niklaas op de 12de plaats van de centrumsteden. In het centrum zijn er iets meer mensen fier dan in de rand, waar een derde zich niet duidelijk uitspreekt. In het centrum is een vijfde niet fier. Jongeren (64%) en lager geschoolden (64%) zijn het meest fier. Vertrouwen in stadsbestuur en politie Deze indicator peilt naar het aandeel van de inwoners dat vertrouwen heeft in het stadsbestuur. De helft van de bevolking spreekt zich hierover niet duidelijk uit. Verder is het vertrouwen in Sint- Niklaas iets lager dan het gemiddelde. Het is wel hoger in het centrum dan in de rand. Grafiek uit PowerPoint presentatie stadsmonitor Informeren en consulteren De indicator informatie wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat zich voldoende geïnformeerd voelt over de activiteiten, de dienstverlening, de initiatieven en de beslissingen in en door de stad. Sint-Niklaas haalt hiervoor een van de hoogste tevredenheidscores (64,4% tegenover 56,5% gemiddeld). Wat de consultatie betreft, wordt gepeild naar het aandeel inwoners dat vindt dat het stadsbestuur hen voldoende consulteert. Uit de stadsmonitor blijkt dat de tevredenheid hierover in Sint-Niklaas achteruit is gegaan tegenover 2008: van 36,2% naar 29,7%. Grafiek uit PowerPoint presentatie stadsmonitor Meerjarenplan versie aangepast

15 Betrokkenheid (politiek, bereidheid tot inspraak, actieve betrokkenheid en politiek actief) Voor de politieke betrokkenheid wordt gepeild naar het aandeel van de inwoners dat politiek geïnteresseerd is. Dit wordt gemeten aan de hand van de deelname aan overlegmomenten, hoorzittingen met ambtenaren en politici. De bereidheid om mee te praten over de stad is een opstap naar verdere betrokkenheid en de meewerking aan oplossingen. Het is een belangrijke Betrokkenheid centrum rand Sint- 13 per wijk (in %) Niklaas steden Overleg Mening Informatie Bewonersgroep Bereidheid Iets gedaan Tabel uit PowerPoint presentatie stadsmonitor randvoorwaarde naar meer participatie en burgerbetrokkenheid. Actieve betrokkenheid geeft meer informatie over de mate waarin inwoners zich verbonden voelen met hun stad, bekommerd zijn over de goede gang van zaken en mee willen werken aan oplossingen van stedelijke problemen. Politieke activiteit gaat nog een stap verder dan actieve betrokkenheid. Algemeen onveiligheidsgevoel Het onveiligheidsgevoel ligt hoger in de stad (13,7%) dan in de buurt (6,3%). De gemiddelden van de centrumsteden bedragen 12,6% (stad) en 7,4% (buurt). Zowel op buurtniveau als op stadsniveau voelen vrouwen en lageropgeleiden zich onveiliger dan mannen en hogeropgeleiden. Ook ouderen voelen zich onveiliger dan jongeren. Ook het aandeel inwoners dat plekken mijdt is hoger op stadsniveau dan op buurtniveau (18,1% tegenover 8,2%). Tabel uit PowerPoint presentatie stadsmonitor Criminaliteitsgraad De criminaliteitsgraden zijn de som van de geregistreerde feiten voor autodiefstal, handtasdiefstal en woninginbraak per 1000 inwoners. Wat betreft autodiefstal en woninginbraak is er in Sint-Niklaas een stijging, wat betreft handtasdiefstallen is er een daling. Voor alle soorten criminaliteit zit Sint- Niklaas onder het gemiddelde: Autodiefstal Handtasdiefstal Woninginbraken Sint- 0,69 0,45 0,52 0,26 0,21 0,21 2,74 2,97 4,00 Niklaas Gemiddelde 1,58 1,13 1,01 0,60 0,50,043 6,50 5,86 6,26 Meerjarenplan versie aangepast

16 Buurtproblemen: verkeershinder Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat afgelopen maand last heeft ondervonden van agressief verkeersgedrag in de buurt en het aandeel inwoners dat afgelopen maand last heeft ondervonden van onaangepaste snelheid van het verkeer in de buurt. Onaangepaste snelheid in het verkeer is een van de grootste buurtproblemen in Sint-Niklaas. Tegenover de andere centrumsteden hebben de inwoners van Sint-Niklaas hier meer last van: 54,1% tegenover gemiddeld 43,8%. Buurtproblemen: lawaaihinder Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel van de inwoners dat de afgelopen maand last heeft ondervonden van lawaaihinder in de buurt. In Sint-Niklaas heeft meer dan 41,9% van de inwoners last van geluidsoverlast. Dat is naast Antwerpen, Aalst en Gent de hoogste score. Het meeste lawaai wordt veroorzaakt door het verkeer (36% tegenover gemiddeld 32,8%). Ruimte, milieu en economie Spreiding van sociale huurwoningen Deze indicator wordt omschreven als het aandeel sociale huurwoningen in de stad tegenover het aandeel sociale huurwoningen in de stadsrand. Als de verhouding kleiner is dan 1, dan is het aandeel sociale huurwoningen in de stadsrand hoger dan in de stad. Dit is het geval in Sint-Niklaas (0,74 in 2010, tegenover 2,00 gemiddeld). De indicator over de spreiding van sociale huurwoningen informeert over de kansen van de minder begoede bevolkingsgroepen om in de directe omgeving over een woningaanbod te beschikken. Vastgoedprijzen Het aanschaffen van een flat of woning is in Sint-Niklaas iets goedkoper dan in de andere steden of gemiddeld in Vlaanderen. De prijzen zijn het jongste decennium wel fors gestegen (index 203 flats, 244 woonhuis) maar ook weer minder dan gemiddeld (resp. 215 en 238) Betaalbaarheid van het wonen: woonquote Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de huishoudens met een woonquote ( rent to income-ratio ) hoger dan 30%. De norm voor een betaalbare woning ligt tussen 20% en 33%. In Sint-Niklaas bedraagt die indicator 20,8%, tegenover 23,3% gemiddeld. Er zijn 11,4% eigenaars met een woonquote boven 30% en 52,7% huurders met een woonquote boven 30%. Het gemiddelde van de centrumsteden voor die cijfers is respectievelijk 14,4% en 46,6%. Tevredenheid woning, buurt en stad De tevredenheid over de woning (84,3%) en over de buurt (79,5%) ligt rond het stedelijke gemiddelde (respectievelijk 83,0% en 76,5%). De tevredenheid over de stad ligt iets lager: 72,5% tegenover gemiddeld 76,5%, maar is niet significant gedaald. De scores voor woning en buurt liggen in de rand significant hoger, respectievelijk 88,0% en 87,2%. 90% van de eigenaars is tevreden over de woning, 65% bij de huurders. Huurders zijn ook minder tevreden over de buurt. Meerjarenplan versie aangepast

17 Woningkwaliteit Een vijfde van de woningen vertoont een gebrek aan kwaliteit: een gebrek aan elementair comfort, één of meer structurele problemen en/of gebrek aan ruimte. In het centrum is dat iets meer dan in de rand. Bij huurders is er bij 4 op de 10 een kwaliteitsprobleem. Bij huurwoningen in de rand loopt dit op tot meer dan 50%. Verhuisintentie Figuur uit PowerPoint presentatie Stadsmonitor 1 op de 5 inwoners ziet uit naar een andere woning. In het centrum loopt dit op tot een kwart. Bijna de helft van de huurders geeft aan te willen verhuizen. Een meerderheid van de inwoners met een verhuisintentie opteert wel voor een woning in dezelfde buurt (27%) of in een andere buurt van de stad (45%). De motieven om te verhuizen hebben vooral te maken met de wens om eigenaar te worden (>50 % huurders), ontevredenheid over de huidige woonsituatie (40% huurders), wijziging gezinssituatie (25%), goedkopere woning (30% huurders). Ontevredenheid met de buurt wordt veel minder aangehaald (15%) en iets meer bij eigenaars dan huurders. Vervoermiddelenbezit Voor deze indicator is gekeken naar het bezit van een wagen, een fiets of een abonnement voor het openbaar vervoer. Uit de cijfers blijkt dat in Sint-Niklaas het fietsbezit het hoogste ligt van alle centrumsteden (96% tegenover gemiddeld 89,1%). Het autobezit ligt iets hoger dan het gemiddelde (89,6% tegenover 85,3%) en minder dan de helft van de gezinnen heeft een abonnement op het openbaar vervoer (45%, tegenover gemiddeld 54,9%). Het voertuigbezit geeft een indicatie over de mobiliteit van de inwoners: hoe meer bezit en vervoersopties een inwoner heeft, hoe mobieler hij/zij is. Wat het verplaatsingsgedrag betreft, wordt in Sint-Niklaas vaker dan gemiddeld gekozen voor de fiets en veel minder dan gemiddeld voor tram of bus (zowel voor vrije tijd als voor woonplaats werk/school). Tevredenheid over het aanbod haltes openbaar vervoer in de buurt en over het aanbod bussen/trams in de buurt Wat de tevredenheid over haltes betreft, valt het in Sint-Niklaas op dat meer dan 10% ontevreden is over het aanbod haltes in de buurt. Ook over het aanbod bussen/trams is er in Sint-Niklaas minder tevredenheid dan gemiddeld (77% tegenover 84,6% gemiddeld). Tevredenheid over de staat van de wegen, voet- en fietspaden Deze indicator werd gemeten aan de hand van de stellingen In welke mate bent u tevreden over de staat van de wegen? en In welke mate bent u tevreden over de staat van de voet- en fietspaden?. De tevredenheid over de wegen ligt lager dan het gemiddelde: 31,5% tegenover 37,9%. Ook de tevredenheid over de voet- en fietspaden ligt lager dan het gemiddelde: 34,9% tegenover 40,7%. De staat van de wegeninfrastructuur is belangrijke parameter voor de veiligheid waarmee men zich kan verplaatsen in het verkeer. Meerjarenplan versie aangepast

18 Openbaar groen en bereikbaarheid De tevredenheid over de aanwezigheid van groen in de eigen buurt ligt op 69%, tegenover het gemiddelde van de centrumsteden van 71,5%. De tevredenheid is sinds 2008 (71,1%) gedaald. Ongeveer 20% is ontevreden over het groen de buurt. De indicator bereikbaarheid openbaar groen wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat binnen 400 meter loopafstand woont van openbaar buurtgroen. Openbaar buurtgroen is groen dat een gebruikswaarde heeft, vrij toegankelijk is en minimum 2000m² groot is. Sint-Niklaas heeft hiervoor een van de laagste scores (47%), de hoogste score is voor Antwerpen (84,1%). Buurtgroen is belangrijk voor een gezonde woon- en leefomgeving want het draagt bij aan de kwaliteit van de omgeving, het is een belangrijke voorziening voor de uitrusting van de buurt, het bevordert de verwevenheid van functies in de buurt en het kan ook recreatief gebruikt worden. Huishoudelijk afval De indicator rond huishoudelijk afval wordt bepaald door de hoeveelheid kg restafval per inwoner en het aandeel selectief ingezameld afval per stad. Elke gemeente mag tegen 2015 maximum 180kg/inwoner produceren. De doelstelling voor Vlaanderen bedraagt 150kg/inwoner. Sint-Niklaas produceerde in ,7kg/inwoner. Ten opzichte van 2000 (273,4 kg/inwoner) betekent dit wel een van de sterkste dalingen van alle centrumsteden. Tevredenheid over huisvuilvoorzieningen Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners dat tevreden is over de huisvuilvoorzieningen in de stad. Gemiddeld is 80% van de inwoners tevreden. Sint-Niklaas scoort hier 70%. 10% van de Sint-Niklase inwoners zijn eerder tot zeer ontevreden. Afsluitingen elektriciteit en aardgas Deze indicator wordt omschreven als de verhouding van het aandeel afsluitingen van elektriciteit en aardgas ten opzichte van het aantal huishoudens in de stad. Hij geeft informatie over het voorkomen van energiearmoede in een stad. De huishoudens in Sint-Niklaas worden het minste afgesloten van elektriciteit (0,02 tegenover 0,07 gemiddeld) en aardgas (0,07 tegenover 0,17 gemiddeld). Waterzuivering De mate waarin water wordt gezuiverd, wordt bepaald op basis van de huidige zuiveringsgraad en de uitvoeringsgraad van de rioleringen. De huidige zuiveringsgraad houdt het aantal op riolering aangesloten inwoners in ten opzichte van het totale aantal inwoners. De uitvoeringsgraad geeft aan in welke mate de gemeente al rioleringen heeft aangelegd in vergelijking met de geplande situatie. De huidige zuiveringsgraad moest tegen 2010 minstens 80% bedragen. In 2006 bedroeg die voor Sint-Niklaas ongeveer 40%. Hiermee scoorde Sint-Niklaas lager dan het gemiddelde van de centrumsteden: 88%. Sint-Niklaas scoorde ook het laagste van alle centrumsteden. De uitvoeringsgraad van de rioleringen bedroeg in 2006 in alle centrumsteden meer dan 90%, behalve in Sint-Niklaas. Meerjarenplan versie aangepast

19 De indicator over waterzuivering is een belangrijke meetwaarde voor het verhogen van de milieukwaliteit. Indruk van de netheid in de buurt en stad De indicator die peilt naar de indruk van de netheid in de buurt wordt bepaald door het aandeel van de inwoners dat vindt dat de straten en voetpaden in hun buurt over het algemeen netjes zijn. De indruk die bewoners hebben over de netheid van hun buurt draagt bij tot de gepercipieerde kwaliteit van hun woonomgeving. Verder kunnen fysieke verwaarlozing en verloedering van de infrastructuur bijdragen tot onveiligheidsgevoelens en onveiligheidsrisico s. In de centrumsteden is gemiddeld 62% van de inwoners tevreden over de netheid. In Sint-Niklaas gaat het om 58,2%. Er is in Sint-Niklaas een redelijk grote groep (meer dan 25%) die het (helemaal) oneens is met de stelling De straten en voetpaden in mijn buurt zijn over het algemeen netjes. De indicator die peilt naar de indruk van de netheid van de stad peilt naar het aandeel van de inwoners die een positieve indruk hebben over de netheid in de stad (centrum, pleinen en parken). In Sint-Niklaas is die tevredenheid ten opzichte van 2008 significant gedaald: van 67,1% in 2008 naar 58,7% in Werkgelegenheidsgraad Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel van de totale bezoldigde tewerkstelling in de bevolkingsgroep van jaar. Het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen in de stad (ongeacht door wie ze worden ingevuld) wordt gedeeld door de bevolking tussen 18 en 64 jaar in de stad (ongeacht waar en of ze werkt). Sint-Niklaas scoort hiervoor gevoelig lager dan het gemiddelde van de centrumsteden, wat verklaard wordt doordat Sint-Niklaas in de invloedssfeer van Antwerpen ligt. Er is wel een lichte stijging (+1,2%) ondanks de financieel-economische crisis in Samen met Leuven vormt Sint-Niklaas hierdoor een uitzondering tegenover de andere centrumsteden. Deze indicator geeft wel enkel een breed beeld van de werkgelegenheidsrol die een stad vervult. Werkgelegenheidsgraad Sint-Niklaas 64,7% 64,9% 65,5% 66,9% 66,9% 68,1% Gemiddelde 86,0% 86,5% 87,6% 88,3% 88,1% 86,6% Netto-groei van ondernemingen en ondernemingen met personeel Deze indicatoren worden bepaald door het verschil te berekenen tussen het aantal startende en stopgezette ondernemingen (met personeel) tegenover het totale aantal ondernemingen (met personeel). Wat betreft de netto-groei van ondernemingen is er een daling merkbaar tussen 2006 en 2010 en ligt Sint-Niklaas ook onder het gemiddelde: Netto-groei ondernemingen Sint-Niklaas 3,0% 1,7% 1,5% Gemiddelde 2,5% 2,3% 2,4% De overlevingsgraad van ondernemingen De overlevingsgraad van ondernemingen wordt bepaald aan de hand van het aantal startende ondernemingen dat na 5 jaar nog actief is. Voor deze indicator scoort Sint-Niklaas gelijk met het gemiddelde van de centrumsteden (69,7% in 2010) en is sinds 2006 redelijk stabiel gebleven. Meerjarenplan versie aangepast

20 Kennis en creativiteit Sint-Niklaas scoort lager dan gemiddeld wat betreft de tewerkstelling van mensen in kennisintensieve en creatieve sectoren: 56,5% tegenover gemiddeld 62,4% in Ook voor het aandeel zelfstandigen in kennisintensieve en creatieve sectoren scoort Sint-Niklaas eerder laag: 22,6% tegenover gemiddeld 32,3% in Het aandeel werknemers in kennisintensieve en creatieve sectoren geeft een indicatie over de aantrekkelijkheid van en de specialisatie in kennisintensieve en creatieve sectoren in de steden. Door de evolutie naar een kenniseconomie is het wenselijk dat het aandeel kennisintensieve en creatieve jobs stijgt tegenover de totale werkgelegenheid. Uitgaande en inkomende pendel De uitgaande pendelintensiteit ligt in Sint-Niklaas in 2009 (62,4%) hoger dan het gemiddelde (56,8%). Dat wordt verklaard door de nabijheid van Antwerpen. De inkomende pendelintensiteit ligt onder het gemiddelde (67,3% tegenover 70,15%). Deze indicatoren geven aan in welke mate de eigen bevolking buiten de stad werkt, en in welke mate de stad een beroep doet op werknemers van buiten de stad. Werkzaamheidgraad De werkzaamheidgraad geeft aan in welke mate de bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar) effectief aan het werk is. Voor deze indicator scoort Sint-Niklaas beter dan het gemiddelde (respectievelijk 69,8% tegenover 67,2% in 2009). Werkloosheid Het aandeel laaggeschoolden bij de nietwerkende werkzoekenden ligt in Sint-Niklaas merkelijk hoger dan in ander steden en Vlaanderen (56,4% tegenover 49,8%). Het aandeel allochtone werklozen ligt hoog en neemt forser toe dan gemiddeld (met 5,5% tegenover gemiddeld 3,3%). Ook het aandeel ouderen bij de werklozen neemt toe, maar dit is een algemeen fenomeen. Figuur uit de presentatie van de stadsmonitor Meerjarenplan versie aangepast

21 Cultuur, vrije tijd en onderwijs Podiumvoorstellingen en tentoonstellingen Voor deze indicator noteert men een stijging in Sint-Niklaas: van 231 in 2009 naar 272 in 2010, tegenover gemiddeld 262 per inwoners in Het stijgende aantal is relevant voor het culturele aanbod en de stimulatie van cultuurparticipatie. Amateurgezelschappen Voor het aantal amateurgezelschappen per inwoners is er een daling merkbaar in 2010 tegenover de vorige jaren: 2004: 5,8 2005: 6,8 2007: 6,1 2010: 5,3. Sint-Niklaas (5,3) scoort hier in 2010 ook onder het Vlaamse gemiddelde (6,5) en het gemiddelde van de 13 centrumsteden (6,1). Deze indicator is relevant voor het stimuleren van cultuurcreatie en participatie. Amateurgezelschappen vormen een belangrijke opstap om cultuur naar het grote publiek te brengen. Speelruimte Speelruimte in de wijk wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners en het aandeel kinderen (0 tot 11-jarigen) dat woont binnen 400 meter loopafstand van speelruimte. Voor deze indicator scoort Sint-Niklaas het slechtst van alle centrumsteden; minder dan de helft van de inwoners en kinderen woont in de nabijheid van speelruimte (respectievelijk 43,2% en 43,6%). De gemiddelden voor deze indicator zijn 58,64% voor het aandeel inwoners en 59,63% voor het aandeel kinderen. De speelruimte in de wijk is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de dagelijkse woon- en leefomgeving. Daarnaast bevorderen ze de sociale verwevenheid in de wijk waardoor de deelname aan het maatschappelijke leven van alle bewoners wordt versterkt. Ook voor overdekte jeugdruimte in de wijk scoort Sint-Niklaas lager dan alle andere centrumsteden. Overdekte jeugdruimte wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners en het aandeel jongeren (12-18 jaar) dat binnen 1000 meter loopafstand van een overdekte jeugdruimte woont. Het gemiddelde aandeel inwoners voor de centrumsteden is 81,1%, voor Sint-Niklaas is dat 63%. Wat betreft het aandeel jongeren bedraagt het gemiddelde voor de centrumsteden 78,7% en voor Sint-Niklaas 61,1%. Wat betreft de tevredenheid over speelvoorzieningen en geschikte plekken voor de jeugd scoort Sint-Niklaas, samen met Aalst en Turnhout, duidelijk onder het gemiddelde van de centrumsteden. De tevredenheid over de speelvoorzieningen is gestegen, de tevredenheid over geschikte plekken voor de jeugd is licht gedaald. Op de stellingen Er zijn voldoende speelvoorzieningen in mijn buurt voor kinderen tot 12 jaar en Er zijn voldoende geschikte plekken in mijn buurt waar de opgroeiende jeugd vanaf 12 jaar buiten kan samenkomen werd in Sint-Niklaas meer dan in andere steden helemaal oneens geantwoord. Speelvoorzieningen Geschikte plekken jeugd Sint-Niklaas 35,8% 39,8% 40,9% 40,6% Gemiddelde 51,5% 56,8% 43,9% 46,0% Meerjarenplan versie aangepast

22 Bezoek sportevenement en podiumkunsten Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners dat het afgelopen jaar één of meerdere sportevenementen/podiumkunsten heeft bijgewoond. Voor Sint-Niklaas wordt vastgesteld dat hier een significante daling optreedt. Wat betreft de sportevenementen daalt het bezoek van 49,8% in 2008 naar 43,7% in Toch ligt Sint-Niklaas niet ver onder het gemiddelde van de centrumsteden (44,5% in 2011). Wat het bezoek aan podiumkunsten betreft, is er een daling van 66,4% in 2008 naar 61% in Voor deze indicator ligt Sint-Niklaas onder het gemiddelde van de centrumsteden (63,7% in 2011). Bezoek aan musea, tentoonstellingen en historische plaatsen Deze indicator daalt in alle centrumsteden significant tussen 2008 en 2011 ( van 78,5% naar 65,2%). Voor Sint-Niklaas daalt deze indicator van 76,3% in 2008 naar 57,8% in Deze indicator geeft informatie over de mate van interesse van inwoners voor cultureel erfgoed. Bezoek aan plein- en parkevenement en zomerfestivals Voor deze indicator behoort Sint-Niklaas tot de best scorende centrumsteden, naast Gent en Antwerpen. In die steden bezoekt 10% van de inwoners meer dan 6 keer per jaar zo een evenement. Zulke bezoeken wijzen op een grote culturele participatie. Intensiteit van contacten Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat minstens wekelijks contact heeft met niet-inwonende familie, vrienden/kennissen of buren. Hiervoor scoort Sint-Niklaas (57,6%) lager dan het gemiddelde (60,1%). Deze contacten zijn belangrijk voor de sociale cohesie in de stad. Tevredenheid over activiteiten voor ouderen in de buurt Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel 55-plussers dat tevreden is over de activiteiten voor ouderen in de buurt en werd gemeten aan de hand van antwoorden op de stelling In mijn buurt zijn er voldoende activiteiten voor ouderen/gepensioneerden. In Sint-Niklaas werd hierop meer dan gemiddeld geantwoord met oneens (bijna 30% tegenover 21% gemiddeld). De tevredenheid is ook gedaald tegenover 2008: Tevredenheid activiteiten voor ouderen Sint-Niklaas 52,5% 49,1% Gemiddelde 61,6% 59,1% Tevredenheid over het aanbod sport, recreatie en cultuur Voor deze zaken scoort Sint-Niklaas goed en boven het gemiddelde van de centrumsteden. Deze zaken hebben een belangrijke sociale betekenis. Meerjarenplan versie aangepast

23 Tevredenheid over aanbod shopping- en winkelvoorzieningen Hoewel het percentage ontevredenen in alle centrumsteden laag ligt, is er voor Sint-Niklaas wel een daling merkbaar van de tevredenheid: van 91,3% in 2008 naar 88,0% in Hiermee scoort de stad wel nog boven en rond het gemiddelde (respectievelijk 87,6% en 88,1%). Spijbelgedrag in voltijds secundair onderwijs Deze indicator peilt naar het aandeel leerlingen in het voltijds secundair onderwijs dat regelmatig problematisch afwezig is. Hiervoor scoort Sint-Niklaas het beste van alle centrumsteden (0,5% tegenover 1,5% gemiddeld in ). Deze indicator zegt iets over de gelijke verdeling van de onderwijskansen. Ook in verband met het spijbelgedrag in het deeltijds secundair onderwijs scoort Sint-Niklaas beter dan de andere steden. Participatie van laaggeschoolde werklozen aan beroepsopleidingen Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de laaggeschoolde werklozen dat een beroepsopleiding heeft beëindigd of stopgezet bij de VDAB. Hiervoor scoort Sint-Niklaas het laagste van alle centrumsteden: 28% tegenover gemiddeld 38,4% in Tegenover 2008 (34,6%) is er ook een daling merkbaar. De indicator over de participatie van laaggeschoolde werkzoekenden aan een beroepsopleiding geeft meer informatie over de mate waarin betrokkenen de kansen aannemen om competenties te verwerven waardoor ze meer kansen krijgen op werk en inkomen. Welzijn Centrale registratie zorg voor personen met een handicap Deze indicator wordt omschreven als het aantal personen met een handicap dat als urgente kandidaat staat ingeschreven in de Centrale Registratie van Zorgvragen voor de toekenning van een bijzondere zorgvorm. Uit de stadsmonitor blijkt dat het aantal personen in Sint-Niklaas in 2011 is verdubbeld tegenover Wachttijden in Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg De wachttijd is de tijd tussen de aanmelding van een patiënt bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en het moment van het eerste intakegesprek. In Sint-Niklaas is de wachttijd lager dan het Vlaamse gemiddelde (respectievelijk 15 dagen tegenover 20 dagen in 2010). Residentiële ouderenzorg Deze indicator omvat het aantal erkende plaatsen in woonzorgcentra en serviceflats. Sint-Niklaas heeft naast Kortrijk het grootste aanbod aan residentiële ouderenzorg, namelijk 21 plaatsen per plussers, tegenover 15 plaatsen gemiddeld. Gezinszorg Gezinszorg duidt het jaarlijks aantal gesubsidieerde uren gezinszorg per inwoner aan. Gezinszorg omvat de hulp- en dienstverlening in het thuismilieu en bestaat uit persoonsverzorging, Meerjarenplan versie aangepast

24 huishoudelijke hulp, schoonmaakhulp en de algemene psychosociale en pedagogische ondersteuning en begeleiding. Sint-Niklaas heeft het minst aantal uren gezinszorg per inwoner (2,29 tegenover gemiddeld 2,53). Lokale dienstencentra in de wijk Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat binnen 1500 meter loopafstand woont van een lokaal dienstencentrum. Een lokaal dienstencentrum biedt informatieve, recreatieve en vormende activiteiten aan, die erop gericht zijn om de zelfredzaamheid en het sociale netwerk van de deelnemers te versterken. In Sint-Niklaas woont minder dan de helft van de bevolking (23%) binnen 1500 meter loopafstand van een lokaal dienstencentrum. Dit is ook de slechtste score van alle centrumsteden. Het gemiddelde van de centrumsteden bedraagt 57,24%. Deze indicator zegt iets over de kwaliteit van de dagelijkse woon- en leefomgeving in de stad. In een leefbare en duurzame stad zijn zorgvoorzieningen toegankelijk, gemakkelijk bereikbaar, voor iedereen financieel haalbaar en ingebed in de stad en het stadsleven. Voorschoolse kinderopvang in de wijk Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel van de inwoners dat binnen 1000 meter loopafstand woont van een voorziening voor voorschoolse kinderopvang. In alle centrumsteden woont meer dan 80% van de inwoners binnen 1000 meter loopafstand van voorschoolse kinderopvang. Sint-Niklaas behaalt de laagste score van 84%. Deze indicator focust op de spreiding van de voorschoolse kinderopvang binnen de stad, maar houdt geen rekening met het aantal plaatsen in de voorzieningen. De indicator zegt wel iets over de kwaliteit van de dagelijkse woon- en leefomgeving. Regionale spreiding van residentiële ouderenzorg Deze indicator geeft de spreiding van de residentiële ouderenzorg in de stad weer ten opzichte van de spreiding van de residentiële ouderenzorg in de rand. In 2010 waren er in de centrumsteden gemiddeld iets meer plaatsen in de steden dan in de stadsrand. Sint-Niklaas steekt daar wel bovenuit met een sterk groter aanbod in de stad dan in de rand (spreiding van 1,39 tegenover gemiddeld 1,06). Tevredenheid over de kinderopvang in de buurt Deze indicator geeft het aandeel van de respondenten weer dat vindt dat er voldoende kinderopvang is in de eigen buurt. In 2011 was gemiddeld 57% van de respondenten tevreden. In vergelijking met 2008 is de tevredenheid in Sint-Niklaas statistisch significant toegenomen (van 54,9% naar 62%). Als inwoners vinden dat er voldoende kinderopvang in hun buurt is, wijst dat op een belangrijk kwaliteitsaspect van de woonomgeving. Om een hoge tevredenheid te behalen, moet het zorgsysteem aangepast zijn aan de diversiteit van de doelgroepen en zoveel mogelijk aansluiten op de vertrouwde leefomgeving. De voorzieningen moeten toegankelijk en gemakkelijk bereikbaar zijn. De tevredenheid over kinderopvang in de buurt is een belangrijke indicator voor zorg en opvang op maat vanuit het perspectief van de (potentiële) gebruikers. Meerjarenplan versie aangepast

25 13 steden Vlaanderen 13 steden Vlaanderen Houding tegenover diversiteit Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat positief staat tegenover diversiteit. Onderstaande tabel geeft de score weer van (helemaal) eens op vijf stellingen over diversiteit. Respondenten konden helemaal eens, eens, oneens, of helemaal oneens antwoorden. (helemaal) eens Centrum Rand Sint-Niklaas 13 steden Het is goed voor een stad als er mensen uit verschillende culturen wonen. Ik zou het zinvol vinden als er in mijn buurt activiteiten worden georganiseerd waarbij mensen uit verschillende culturen elkaar beter leren kennen. Ik vind dat er te veel mensen uit een andere cultuur in mijn buurt wonen. 31,5 29,5 30,7 43,0 35,3 33,0 34,4 44,4 38,8 13,3 28,9 29,0 Als je mensen uit een andere cultuur beter leert kennen, 45,2 48,5 46,5 53,6 blijken mensen uit een andere cultuur best sympathiek. Ik zou het niet zo prettig vinden als er een gezin uit een 36,0 38,7 37,0 27,7 andere cultuur in het huis naast mij komt wonen. Tolerantie-index (1-5, 8 ste ) 3,04 3,18 3,09 3,27 Uit de bovenstaande tabel en uit de stadsmonitor blijkt dat Sint-Niklaas bij de slechtst scorende steden is in verband met een positieve houding tegenover diversiteit. Uit de stadsmonitor blijkt dat geslacht geen rol speelt bij de beoordeling. Leeftijd en opleidingsniveau spelen dan weer wel een rol. Oudere respondenten hebben een minder positieve houding dan jongere respondenten en hoger opgeleiden zijn positiever dan lager opgeleiden. Ook niet-belgen staan positiever tegenover diversiteit dan Belgen. Een belangrijke voorwaarde voor een leefbare en duurzame stad is dat er op een open en positieve manier wordt omgegaan met diversiteit. Armoede Onderstaande tabel geeft de positie van Sint-Niklaas weer voor verschillende indicatoren voor armoede: huishoudens met betalingsmoeilijkheden, gerechtigden op leefloon, fiscale inkomens onder de kritische grens, verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering en personen met een overmatige schuldenlast. In % recentste cijfer evolutie Sint-Niklaas Sint-Niklaas Huishoudens met betalingsmoeilijkheden 14,9 15,3 0-meting Gerechtigden op het leefloon ( ) 18,0 21,0 9 +3,9 +2,4-1,0 Fiscale inkomens beneden de kritische grens (< gezamenlijk inkomen) Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering ( ) Personen met overmatige schuldenlast ( ) 19,2 20,5 19,0 16,1 17,0 12,7 0,9 1,8 0,3 3,4 3,8 2,8 0,4 0,1 0,1 Meerjarenplan versie aangepast

26 C. Inspraak In het witboek en bijgevolg ook in het meerjarenplan is het thema participatie naar voren geschoven als 1 van de 4 transversale thema s waar het stadsbestuur wil op inzetten deze bestuursperiode. Naast de thema s diversiteit, dienstverlening en duurzaamheid, is participatie een aandachtspunt doorheen alle beleidsdomeinen. Om dit in de praktijk om te zetten heeft het stadsbestuur een inspraaktraject opgezet in de ontwerpfase van het witboek , de beleidstekst die de basis vormde voor het meerjarenplan, en heeft ze de adviesraden bevraagd over het meerjarenplan zelf. Beide inspraaktrajecten worden hieronder toegelicht. Inspraak witboek De meerderheidspartijen van het nieuw verkozen stadsbestuur, N-VA en s.pa-groen, schreven in de laatste maanden van 2012 een ontwerptekst voor het witboek. In dit document zet het bestuur een aantal krachtlijnen uit voor de bestuursperiode Het ontwerp werd half januari 2013 voorgesteld aan het grote publiek. Inwoners mochten vanaf 28 januari 2013 reageren op de ontwerptekst voor het witboek. Ook het ontwerpbeleidsplan van het OCMW, met als werktitel Krachtlijnen voor een eigentijds lokaal sociaal beleid, werd voorgelegd aan het publiek. Het bestuur wou de inwoners en het middenveld de kans geven om te reageren op de beleidslijnen die worden vastgelegd voor hun stad en de werking van het OCMW. Niet alleen de adviesraden, dorpsraden en verenigingen werden om inbreng gevraagd: elke individuele inwoner kon zijn of haar eigen opmerkingen en aanbevelingen bij de inhoud van het witboek en het beleidsplan van het OCMW bij de bestuurders gehoor laten vinden. Ook het OCMW voorzag in februari-maart een overlegronde met gebruikers en vertegenwoordigers van welzijnsorganisaties. Zowel via de websites van de stad en het OCMW als via papieren invulformulieren konden inwoners hun reacties kwijt. Deze formulieren konden worden afgehaald en ingevuld aan de infobalie van het stadhuis, het OCMW, in Thuiszorgcentrum t Punt, in de deelgemeentehuizen en in de hoofdbibliotheek. De teksten konden daar ook geraadpleegd worden. De stedelijke adviesraden werden bijeen geroepen om de teksten te bespreken en amendementen in te dienen. De publieksbevraging werd actief gepromoot via verschillende kanalen, o.a. de websites, de sociale media-kanalen (Twitter en Facebook) de Stadskroniek, een aflevering van stadstelevisie, een persconferentie en persberichten Deze werden door de media vlot opgepikt: artikels verschenen in De Standaard, Gazet van Antwerpen, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws. TV Oost vermeldde de publieksbevraging in Het Nieuws. De burgemeester en schepenen zijn de beleidsteksten gaan toelichten op de diverse dorps- en adviesraden. Reageren kon tot 15 maart. De stad ontving de formulieren van de website in een aparte mailbox. Op vragen of suggesties over domeinen waarvoor het stadsbestuur niet bevoegd is, of die kennelijk onrealistisch of onredelijk zijn, werd onmiddellijk geantwoord door de communicatiedienst. De vragen en opmerkingen over specifieke beleidsdomeinen werden bezorgd aan de bevoegde vakambtenaren en schepenen of aan de OCMW-voorzitter en werden meegenomen in de verdere bespreking van beide beleidsdocumenten. De finale versie van de beleidsnota s stond eind april respectievelijk op de agenda van de gemeenteraad en van de OCMW-raad voor goedkeuring. Eind mei heeft elke inwoner een antwoord ontvangen op zijn/haar reactie. Ook de dorps- en adviesraden kregen feedback op hun vergaderingen. Meerjarenplan versie aangepast

27 Evaluatie van de publieksbevraging In totaal werden papieren exemplaren van het witboek van de stad en 800 papieren exemplaren van het beleidsplan van het OCMW verspreid. Sint-Niklaas telt inwoners en gezinnen. We kunnen dus stellen dat 1 gezin op de 30 thuis een exemplaar van het witboek heeft liggen. Daarnaast werd op de website van de stad de startpagina over het witboek keer uniek geraadpleegd. Bovenop het bereik van de papieren exemplaren, hebben dus nog eens 1 op de 30 gezinnen het witboek online bekeken. De inwoners die betrokken werden via het middenveld, de adviesraden, gebruikersraden en dorpsraden zijn hier niet bij geteld. Afsluitend kunnen we stellen dat de publieksbevraging over het nieuwe witboek van stad en OCMW als informatietraject zeker geslaagd is. De inhoud van het witboek is dankzij de inzet van verschillende kanalen en media, o.a. zeven fysieke infopunten, website, sociale media, Stadskroniek, stadstelevisie, tot bij minstens 1 op de 30 Sint-Niklase gezinnen geraakt. Inspraak meerjarenplan Het witboek vormde de basis voor het meerjarenplan In het witboek staan immers de prioritaire doelstellingen en actieplannen zoals die zijn opgenomen in het meerjarenplan. In het meerjarenplan worden die doelstellingen en actieplannen geconcretiseerd in acties en worden daar budgetten tegenover gesteld. In navolging van het planlastendecreet en de sectorale decreten werd ook hiervoor een inspraakronde georganiseerd, die zich evenwel beperkte tot de stedelijke adviesraden. De sectorale decreten voor ontwikkelingssamenwerking, jeugd, sport, cultuur en flankerend onderwijsbeleid bepalen dat voor deze beleidsdomeinen een advies van de respectieve adviesraad of commissie op het meerjarenplan verplicht is. Maar ook de andere stedelijke adviesraden hebben de kans gekregen om een advies uit te brengen. Volgende documenten werden voorgelegd aan de raden: - Algemene visietekst over het meerjarenplan, met nadruk op de grote beleidslijnen en investeringen (qua structuur afgestemd op het witboek). - Overzicht van de retributies, met verwijzing naar de indexering van de tarieven conform het witboek en het voorstel voor nieuwe retributietarieven. - Overzicht van de premies en subsidies met verwijzing naar de besparingsdoelstelling van het witboek en een nominatieve opsomming van alle premies en subsidies, gesorteerd per beleidsdomein, met vergelijking tussen budget 2013 en ontwerp budget Overzicht van de acties die gekoppeld zijn aan de Vlaamse beleidsprioriteiten. Deze documenten werden niet op voorhand ter beschikking gesteld aan de raden, maar werden pas overhandigd bij de start van de vergadering. Op die manier kon door de bevoegde schepen en stadsdienst de nodige duiding worden gegeven en werd vermeden dat de ontwerpteksten eindeloos werden doorg d en een eigen leven beginnen te leiden. Deze werkwijze heeft als nadeel dat de adviesraden slechts een beperkte tijd hadden om de teksten grondig door te nemen en een advies te formuleren. Door de krappe timing bij de opmaak van het meerjarenplan kon dit echter niet vermeden worden. Volgende adviesraden/belanghebbenden hebben gereageerd: - Commissie toerisme - Actie- en adviesraad solidariteit - Seniorenraad Meerjarenplan versie aangepast

28 - Adviesraad personen met een beperking - Landbouwraad - Stramin - Jeugdraad - Cultuurraad - Sportraad - Coördinerende directeurs onderwijsnetten - Beheerscommissie bibliotheek - Doelgroep etnisch-culturele minderheden (geen formele adviesraad, maar sleutelfiguren uit diverse verenigingen) Hierbij een integraal overzicht van de adviezen op het ontwerp van meerjarenplan , zoals die zijn ingediend in de eerste helft van november Deze adviezen werden meegenomen in de finale bespreking van het meerjarenplan Ze hebben niet geleid tot concrete aanpassingen aan het meerjarenplan, behoudens enkele aanpassingen aan de retributies. In de beleidsuitvoering zal niettemin rekening gehouden worden met de opmerkingen en zal de verdere participatie van bevolking en middenveld verder vorm worden gegeven. 1. Commissie toerisme De commissie toerisme besprak het voorontwerp van meerjarenplan en de begroting 2014 (voor wat toerisme betreft) op haar vergadering van dinsdag 5 november 13. Ook de retributies, de exploitatie- en investeringskredieten kwamen aan bod. Nota 3 (subsidies) en 4 (link Vlaamse beleidsprioriteiten) werden niet behandeld, omdat er geen raakvlakken inzake toerisme waren. Schepen Charlier lichtte haar bevoegdheidsdomeinen toe. De commissie toerisme tekende geen bezwaar aan en ging stilzwijgend akkoord met de voorgelegde informatie. 2. Actie- en adviesraad solidariteit (Advies op basis van vergaderverslag) De burgemeester licht de besparingssituatie toe: op het budget van de gewone dienst (125 miljoen EUR) moet jaarlijks 7 miljoen bespaard worden om niet in de rode cijfers te geraken. Dit betekent dat alle diensten moeten besparen, zowel op werkingsmiddelen als op subsidies. Verschillende documenten werden overlopen, maar er werd langst stil gestaan bij het overzicht van de premies en subsidies voor 2014 voor internationale samenwerking. Bij dit document wordt aangegeven dat het om brutocijfers gaat, ze zijn nog niet definitief. Volgende week rond het college van burgemeester en schepenen deze oefening af. Op deze manier kunnen ook de diverse adviesraden hun advies geven. In december liggen de cijfers op de gemeenteraad voor. Het budget dat voor 2014 voorzien is voor de 4 lokale convenanten betekent niet dat ze automatisch (en voor hetzelfde bedrag als de periode ) worden verlengd. Ook de verantwoording over de voorbije periode zal een rol spelen. Een expliciete daling van de subsidies is op dit moment vast te stellen bij de subrubrieken jumelages, noodhulp en de toelage aan nationaal. Volgende vragen werden gesteld: - Waarom werd niet de kaasschaafmethode (bij alle subsidies internationale samenwerking een stukje verminderen) gehanteerd? Dat zou echter aan veel organisaties pijn doen, nu is het beperkt qua getroffen organisaties. - Kan een overschot van een budget (bv. voor noodhulp) overgedragen worden naar een volgend jaar? Nee, niet gebruikte middelen blijven in de stadskas. - Werden er keuzes gemaakt qua personeelsinzet in de besparingsoefening? Er is zeker geen sprake van capaciteitsuitbreiding. Dit jaar en volgend jaar worden in principe geen vervangingen van collega s doorgevoerd. - Blijft men verder investeren in de campagne FairTradeGemeente? Deze campagne moet zich in een nieuwe dynamiek vertalen, er moet nog verder naar gezocht worden. - Waarom is er in de visietekst geen expliciete vermelding van internationale samenwerking gemaakt? De tekst legt eerder de nadruk op de grote lijnen en investeringen. Meerjarenplan versie aangepast

29 Er wordt betreurd, maar er is wel enig begrip, dat er een forse vermindering (van EUR naar EUR) voor de subsidie aan nationaal voorzien wordt in Stedelijke adviesraad voor senioren (SAR) Op 30 oktober 2013 heeft de stedelijke adviesraad voor senioren kennis genomen van het voorstel meerjarenplanning opgemaakt door het schepencollege betreffende het ouderenbeleid. De SAR is er zich terdege van bewust dat de voorgestelde actieplannen gekoppeld aan de opgesomde budgetten een visie inhouden voor de komende zes jaren. De SAR betreurt evenwel dat de toegelichte actieplannen en de budgettering ervan niet op voorhand werden ter beschikking gesteld aan de leden van de adviesraad. De SAR is van oordeel dat in dit voorstel van meerjarenplanning heel wat interessante initiatieven zijn opgenomen doch het is meer dan duidelijk dat hiervoor onvoldoende middelen tegenover staan. De SAR verwacht van het stadsbestuur meer innovatieve acties alsook meer financiële middelen rekening houdend met de sterke stijging van de vergrijzing van de bevolking. 4. Adviesraad voor personen met een beperking De adviesraad voor personen met een beperking heeft in zitting van 5 november 2013 een advies verleend over meerjarenplan en het budget. De voorzitter heeft de afsprakennota voorgelezen en heeft voor ieder punt wat uitleg gegeven. De leden hadden de mogelijkheid om vragen te stellen en verduidelijking te vragen. De schepen voor welzijn Sofie Heyrman heeft een ruim overzicht gegeven van de budgetten voor de volgende jaren. Eerst en vooral had de schepen het over de besparingen die noodzakelijk zijn. Er werd een duidelijk overzicht gegeven van de posten die vroeger reeds bestonden en de posten waar een vermindering of afschaffing doorgevoerd zullen worden. Op de posten waar iets veranderd konden alle leden aanwezig zich akkoord verklaren. Doch werd er op bepaalde budgetten opvolging gevraagd in de toekomst of deze goed besteed worden. De adviesraad voor personen met een beperking kan een gunstig advies geven over de budgetten, die voorzien zijn de komende jaren. 5. Landbouwraad 6. Stramin Uit navraag bij de omliggende gemeenten blijkt dat de algemene gemeentelijke bedrijfsbelasting voor land- en tuinbouwbedrijven van Sint-Niklaas zeer hoog is. De landbouwraad heeft weinig zicht op de andere belastingen en vraagt welke belastingen nog verhogen vooraleer zij een gepast advies kan geven. Land- en tuinbouwbedrijven hebben het algemeen moeilijk tot zeer moeilijk. Zij behoren tot de primaire sector en kunnen niks doorrekenen. De landbouwraad is voorstander van belastingvermindering of afschaffing van belastingen voor deze bedrijven zodat ze meer ademruimte krijgen en voor meer welvaart kunnen zorgen. Stramin neemt akte van de voorgelegde documenten in het kader van de adviesvraag m.b.t. het meerjarenplan en budget 2014 en wenst geen advies te verlenen omwille van de onvolledigheid en de vaagheid ervan maar heeft volgende opmerkingen: - Verende vloer voorzien in jeugdhuis t Verschil te Nieuwkerken. - Wat met resterend budget van 2013 i.k.v. de trage wegen? Wordt dit overgedragen? - Bij uitvoering masterplan H.Heymanplein rekening houden met wereldmarkt. 7. Jeugdraad Op de algemene vergadering van presenteerde schepen De Meester aan de hand van een visietekst met drie bijlagen en een extra overzichtsdocument van de specifieke acties rond jeugd de Meerjarenplan versie aangepast

30 8. Cultuurraad beleidskeuzes van het stadsbestuur uit het voorontwerp tot meerjarenplanning Het dagelijkse bestuur kreeg tijdens de vergadering van de kans deze documenten vooraf in te kijken en te bespreken. Het decreet lokaal jeugdbeleid verleent de Stedelijke Jeugdraad het voorrecht om advies te geven over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het (brede) jeugdbeleid, ook bij de opmaak van het meerjarenplan. Met het voorstel tot afsprakennota dat het stadsbestuur onze raad overmaakte, bekrachtigt u dit voorrecht en maakt u het concreet met afspraken over o.a. het tijdig en zo volledig mogelijk verlenen van de informatie. Met de informatie die we voorhanden hebben gekregen kunnen we bijgevolg enkel advies uitbrengen over de beleidskeuzes die het stadsbestuur ten uitvoering wil brengen in het meerjarenplan en niet over het hele meerjarenplan zelf. Hierbij aansluitend betreurt onze raad dat de beschikbare documenten niet vooraf aan alle leden konden worden verspreid. Desalniettemin sluiten verschillende van de voorgestelde beleidskeuzes aan bij de verzuchtingen die de Stedelijke Jeugdraad formuleerde in zijn memorandum en in zijn advies op het witboek. Ondanks de beperkte financiële ruimte lijkt de ondersteuning aan alle jeugdwerkvormen, op kleine aanpassingen na, op hetzelfde peil te blijven, is er ruimte voor nieuwe initiatieven en is er voor o.a. JC De Galjaar en op de VP-site op vlak van jeugdinfrastructuur perspectief op een definitieve oplossing tijdens deze bestuurperiode. De voornemens rond duurzame mobiliteit, natuurbeheer en- ontwikkeling en zorgvuldige ruimtelijke planning sluiten aan bij onze wens om de leefbaarheid van onze stad voor kinderen en jongeren op te krikken. Tot slot proberen we als raad al verschillende jaren nietgeorganiseerde jongeren te betrekken bij het stedelijke beleid. Enkele voorstellen uit het meerjarenplan lijken het nu mogelijk te maken om via andere participatiemethodieken bij concrete projecten deze groep kinderen en jongeren te kunnen aanspreken. Vanuit onze voorbereiding en de plenaire bespreking op de AV wensen we u daarom ons positief advies bij de beleidskeuzes over te maken. We kijken rond al deze keuzes en voornemens uit naar de gepaste, creatieve uitwerking en zijn waar het kan steeds bereid ons steentje bij te dragen. Voorliggende vraag tot advies werd besproken op de vergadering van het bestuur van de cultuurraad van 12 november 2013, waar de teksten voor het eerst verspreid en toegelicht werden door de schepen van cultuur. Het bestuur betreurt de laattijdigheid van deze adviesvraag, alsook het niet ingaan op een aantal suggesties uit het memorandum d.d. 12/03/2013. Op geen enkele moment werd nog de mogelijkheid gegeven tot voorafgaand inhoudelijk overleg omtrent het uiteindelijke meerjarenplan en het nieuwe retributiereglement. De mogelijkheid werd wel gegeven tot het stellen van vragen en verduidelijkingen, zowel tijdens deze vergadering als nadien per mail. Het bestuur dringt er op aan bij de jaarlijkse evaluaties alle financiële en culturele consequenties op te lijsten, en waar nodig, goed gemotiveerde voorstellen correcties en/of bijsturingen principieel tijdig bespreekbaar te maken. Het bestuur looft het geleverde werk en oordeelt dat er, binnen de noodzakelijke besparingen, toch een evenwichtige meerjarenplanning en een nieuwe retributieregeling met redelijke tarieven uitgewerkt werden. We hopen dat de cultuurraad alvast nauwer betrokken zal worden bij de verdere concrete invulling en uitwerking van het cultuurbeleid, binnen deze nieuwe krijtlijnen en de daarbij voorziene exploitatie- en werkingsmiddelen. Bijkomende bemerkingen, suggesties en/of aanvullingen: 1. Het retributiereglement, de tarieven en het meerjarenplan meer leesbaar maken voor alle gebruikers en geïnteresseerden. 2. De mogelijkheid voorzien dat het schepencollege om goed gemotiveerde redenen altijd nog uitzonderlijke vrijstellingen of verminderingen kan toestaan. 3. Voorziene uitzonderingen en/of vrijstellingen beter communiceren en motiveren. Waarom wie, wat, waar wel/niet? 4. m.b.t. Actieplan 41 Een toekomstvisie voor parochiekerken en pastorijen opmaken : Aandacht voor de betrokken, rond of in de parochiekerken gehuisveste verenigingen. 5. m.b.t. Actieplan 100 Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen : Meerjarenplan versie aangepast

31 9. Sportraad Blijvend en nog meer inzetten op een volledige, tijdige en heldere cultuurcommunicatie, ook over en naar het verenigingsleven. 6. m.b.t. Actieplan 101 Sterk inzetten op vrijwilligers : Ook financiële middelen en een goede omkadering voorzien voor het werken met vrijwilligers (bv. vergoedingen voor of organisatie van vorming), zeker wanneer meer vrijwilligers ingezet zullen worden om taken uit te voeren die niet structureel meer door stadspersoneel gedaan kunnen worden. 7. m.b.t. Actieplan 105 Het Mercatormuseum laten groeien tot een cartografiemuseum met landelijke uitstraling : Een substantieel deel van de werking- en exploitatiemiddelen van de stedelijke musea ook inzetten op de mercatorcollectie, ten einde deze landelijke uitstraling ook effectief te realiseren. 8. m.b.t. Actieplan 112 Sterke en doelgerichte evenementen organiseren : Teneinde overlappingen te vermijden en mogelijkheden tot samenwerking maximaal te benutten ook de evenementen tijdig plannen en bekendmaken. 9. m.b.t. Actieplan 114 De inzet en het verhuur van feestmateriaal optimaliseren : Tijdig communiceren hoe en wanneer ook de tarieven voor de verhuur van stadsmateriaal aangepast zullen worden. 10. m.b.t. Actieplan 116 Een strategisch beleid rond toerisme en stadspromotie ontwikkelen : Meer kansen creëren om de eigen inwoners (gratis of goedkoper) naar onze eigen instellingen en toeristische plekken te lokken. Gevolggevend aan de vraag van het schepencollege aan de raad van bestuur van de stedelijke sportraad betreffende 1. Retributies 2. Aanpassing premies en subsidies 3. Meerjarenplanning investeringen wenst de raad van bestuur voorafgaandelijk volgende bemerkingen te maken: 1. Op geen enkel moment werd de mogelijkheid gegeven tot werkelijk inhoudelijk overleg in de zin van kiezen uit verschillende mogelijkheden of in overweging nemen van correcties. 2. Daartegenover heeft de schepen voor sport, van zodra de teksten bekend waren, de mogelijkheid gegeven aan de raad van bestuur om alle mogelijke vragen terzake te stellen of verduidelijkingen te verschaffen 3. De raad van bestuur dringt erop aan dat de schepen voor sport een jaarlijkse evaluatie maakt waarin niet alleen het financiële aspect maar ook de sportieve consequenties worden belicht. 4. De raad van bestuur apprecieert de houding van de schepen ten aanzien van het formuleren van de adviezen en de stemming, waarbij hij doelbewust niet aanwezig zou zijn. Inhoudeliik 1. Retributies De raad van bestuur apprecieert ten zeerste het geleverde werk en oordeelt dat, in het kader van de noodzakelijke besparingen, er een goed evenwicht gevonden werd. De raad van bestuur suggereert om dit reglement leesbaarder te maken voor alle clubs en gebruikers. Tevens wenst de raad van bestuur dat de volgend formule wordt toegevoegd: "Het schepencollege kan om bepaalde redenen vrijstellingen of verminderingen toestaan. 2. Aanpassing premies en subsidies Deze regeling wordt gunstig beoordeeld op voorwaarde dat het bedrag voor de beachvolleyhappening wordt opgenomen bij de evenementen, zoals beloofd. 3. Meeriarenplanninq investeringen De raad van bestuur beschouwt het aanbrengen van een sportvriendelijke vloer in de polyvalente zaal van het jeugdhuis 't Verschil Nieuwkerken als een dringende noodzaak. Daar tegenover wordt gevraagd dat er in de voorziene werken, toch een voorkeur zou gegeven worden aan de sportgerelateerde werken. Meerjarenplan versie aangepast

32 10. Coördinerende directeurs onderwijsnetten (basis en secundair) (Noot: Dit betreft enkel een advies over de retributies.) Algemene bemerkingen: - In het lageronderwijs is men gebonden aan de reglementering van de scherpe maximumfactuur. Men signaleert dat wanneer de nieuwe retributieregeling vanaf 1 januari 2014 in voege treedt dit problematisch kan zijn voor de scholen. Meerkosten zullen moeten worden gedragen door de werkingskosten van de school, vandaar dat men voorstelt om de nieuwe retributieregeling te laten starten op 1 september Globaal gezien is men tevreden over de voorgestelde tarieven. Specifiek over zwemmen: Wat het zwemmen betreft vraagt men het uurtarief op te trekken naar 1.60 EUR ( komende van 1.25 EUR) in plaats van 1.80 EUR. In de oude regeling betaalde men relatief minder naar gelang de duurtijd van de zwembeurt. Men vindt het huidige voorstel niet logisch en men wil benadrukken dat het onder meer voor de scholen van het buitengewoon onderwijs niet evident is om zwemsessies van minder dan één uur te organiseren gezien de verplaatsing die gemaakt moet worden. - De dirco s vonden de verhouding van de oude zwemtarieven logischer en pleiten voor een uurtarief van 1.60 EUR. 11. De beheerscommissie van de bibliotheek De beheerscommissie van de bib kan zich vinden in het voorstel van het bestuur om de komende jaren 2 miljoen euro te investeren in het in stand houden van het bibgebouw (wettelijke eisen, technisch en ruimtelijk voldoen aan de noden, dringende werkzaamheden uitvoeren). I.v.m. de retributies wordt er m.b.t. de zalen gevraagd om tevens per zaal de beschikbare technische materialen (beamer, micro, projectiescherm, ) en voorzieningen (verduistering aanwezig, ) op te lijsten. I.v.m. de retributies van de bib zelf geeft de commissie positief advies. 12. Doelgroep etnisch-culturele minderheden Er zijn geen formele adviezen binnen gekomen, maar tijdens de bespreking bleek dat men in de in de uitvoering van de acties aandacht wil voor: 1. Maatschappelijk kwetsbare jongeren - Maatschappelijke ondersteuning; - Ondersteuning in het vinden van werk; - Extra ondersteuning Nederlands voor jonge nieuwkomers; - Ondersteuning in het onderwijs (jongeren en hun ouders). 2. Het verhogen van beleidsparticipatie voor etnisch-culturele minderheden door het interculturaliseren van de bestaande adviesraden of door een formeel inspraakorgaan in te richten voor etnisch-culturele minderheden. 3. De uitbreiding van het stedelijk aanbod lokalen/zalen voor verenigingen. 4. Het betrekken van de verenigingen bij acties rond positieve beeldvorming. 13. Lokaal overlegplatform basisonderwijs Sint-Niklaas en lokaal overlegplatform secundair onderwijs Sint-Niklaas Temse Het lokaal overlegplatform basisonderwijs Sint-Niklaas en het lokaal overlegplatform secundair onderwijs Sint-Niklaas-Temse geven algemeen een positief advies over het flankerend onderwijsbeleid van de stad Sint-Niklaas zoals dit tijdens de algemene vergaderingen van 26 november en 2 december 2013 is voorgesteld en gemotiveerd. Het lokaal overlegplatform stelt vast dat de stad Sint-Niklaas in haar meerjarenplanning bestaande projecten wil versterken met nieuwe impulsen. Meerjarenplan versie aangepast

33 Bij de uitwerking van de meerjarenplanning heeft het stadsbestuur rekening gehouden met de aanbevelingen in het memorandum en het beleidsplan van het lokaal overlegplatform. Het beleidsplan van het lokaal overlegplatform is gebaseerd op een uitvoerige omgevingsanalyse opgesteld door de dienst Sociale Planning van de provincie Oost-Vlaanderen en het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Deze omgevingsanalyse toont aan dat Sint-Niklaas geconfronteerd wordt met specifieke problematieken: - De bevolking in Sint-Niklaas groeit snel aan. De bevolkingsgroei wordt veroorzaakt door zowel een positief natuurlijk saldo als een positief migratiesaldo. Dit stelt op korte termijn het basisonderwijs voor grote uitdagingen. - De groep niet-belgen naar geboorte is groot (15% van de totale bevolking in de fusiegemeente Sint- Niklaas). Er is een oververtegenwoordiging van het aantal niet- Belgen bij geboorte in de deelgemeente Sint-Niklaas. In de meer landelijke deelgemeenten is het aandeel niet-belgen bij geboorte veel lager. - De niet-belgen naar geboorte wonen erg geconcentreerd in het centrum van Sint-Niklaas. - In de omgevingsanalyse werd de kansarmoede op basis van uiteenlopende parameters nauwkeurig in beeld gebracht. De verschillende parameters werden samengebracht in één synthesemaat (ontwikkeld door het Steunpunt Sociale Planning van de provincie Oost- Vlaanderen). Volgens deze synthesemaat scoort Sint-Niklaas 48% slechter dan Vlaanderen voor (kans)armoede bij kinderen. - Basisscholen in de deelgemeente Sint-Niklaas hebben een hoog aantal indicatorleerlingen. Het lokaal overlegplatform formuleerde aanbevelingen bij het flankerend onderwijsbeleid dat de stad Sint-Niklaas in de meerjarenplanning heeft beschreven. Die aanbevelingen worden als bijlage aan dit positieve advies toegevoegd. Het lokaal overlegplatform basisonderwijs Sint-Niklaas en het lokaal overlegplatform secundair onderwijs Sint-Niklaas-Temse geven positief advies over de volgende projecten in het kader van het flankerend onderwijsbeleid: 1) GOK-projectenfonds 2) Time Out 3) Schoolparticipatiefonds Motivatie bij het GOK-projectenfonds: a) Met dit project wil het stadsbestuur de creativiteit van scholen aanscherpen om initiatieven te nemen voor het realiseren van gelijke onderwijskansen. b) Met dit project worden scholen aangemoedigd om netoverschrijdend initiatieven te nemen en ook beroep te doen op de expertise van andere diensten. c) Dit project komt tegemoet aan de grote nood aan initiatieven ter bevordering van gelijke onderwijskansen. d) Bij de beoordeling van nieuwe en innoverende projecten rekent het stadsbestuur op de medewerking en ondersteuning van het lokaal overlegplatform. Aanbeveling: Het LOP stelt voor de komende legislatuur drie thema s voorop die belangrijke hefbomen zijn in de bevordering van gelijke onderwijskansen voor kansarme kinderen: - ouderbetrokkenheid in zowel basis- als secundair onderwijs stimuleren, - sociale mix realiseren in de basisscholen - de aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt optimaliseren. Motivatie bij Time Out a) Verschillende participanten van het lokaal overlegplatform hebben een mandaat in de stuurgroep van dit project en hebben dus direct inspraak bij de organisatie ervan. b) De werking en de resultaten van Time Out worden jaarlijks in een uitgebreid jaarverslag beschreven. Die komen tegemoet aan de vooropgestelde verwachtingen. c) De stuurgroep formuleerde in 2013 verschillende verbetervoorstellen om te komen tot een flexibelere organisatie zodat meer leerlingen op een betere manier bediend kunnen worden en de samenwerking met schoolteams intensiever is. d) In dit project is er een samenwerkingsverband met de gemeente Beveren waardoor de volledige werking een beter rendement behaalt. Meerjarenplan versie aangepast

34 e) De stad Sint-Niklaas toont een sterk engagement in de regie en coördinatie van dit project. Motivatie bij het schoolparticipatiefonds: a) Het schoolparticipatiefonds wil in eerste instantie een tegemoetkoming geven aan de kinderen uit kansarme gezinnen, maar tegelijk motiveert het ook de scholen om een permanent kostenbeleid te voeren. b) Het schoolparticipatiefonds wil ook ouders ondersteunen in hun verantwoordelijkheid om te investeren in het onderwijs van hun kinderen. Door het schoolparticipatiefonds te koppelen aan een kansenpassysteem ontstaat een emancipatorisch effect. c) Met de toename van kansarmoede stijgt ook het bedrag van onbetaalde schoolrekeningen, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs. Het stadsbestuur verhoogt het bedrag van het participatiefonds zodat dit beter aan de reële tegemoet komt. Meerjarenplan versie aangepast

35 2. Financiële risico s Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: [ ] een omschrijving van de financiële risico's die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico's te dekken; A. Omschrijving van de financiële risico s Ons bestuur loopt in het algemeen dezelfde risico s als de andere Vlaamse gemeentebesturen. Deze risico s zijn voldoende gekend en beschreven door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en door de studies van Belfius. Ook de algemene pers rapporteert regelmatig over de problemen en risico s van de Vlaamse gemeentebesturen. Dit onderwerp werd ook opgenomen en beschreven in de omgevingsanalyse die de basis vormde voor het uitwerken van de meerjarenplanning (zie omgevingsanalyse in bijlage 4). Daarnaast zijn er een aantal risicogebieden die verhoogde aandacht verdienen: 1. Het stadsbestuur heeft een aantal partnerbesturen aan dewelke een belangrijke dotatie betaald wordt. Het is dan ook van belang om de financiële evolutie van deze partnerbesturen op te volgen. 2. Het stadsbestuur heeft samen met de stad Dendermonde en de gemeente Hamme een transnationale concessie inzake het rioleringsstelsel afgesloten in Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 is gebleken dat de contractvoorwaarden nauwgezet moeten opgevolgd worden om te vermijden dat de stad hoge schadevergoedingen zou moeten betalen. 3. De stad verstrekte volgende waarborgen: - Gewaarborgde lening OCMW Sint-Niklaas (Belfius): ,77 EUR EUR; - Gewaarborgde lening MIWA (Belfius) : EUR - Gewaarborgde lening Domus Flandria (Belfius): ,78 EUR; - Gewaarborgde lening Fingem BNP Paribas Fortis: EUR. - Gewaarborgde lening VVSG (Belfius) : ,54 EUR - Gewaarborgde lening AZ Nikolaas (Belfius) : ,19 EUR 4. De stad verstrekte volgende, al dan niet renteloze, leningen. Zie bijlage 5 (6 p.). B. Middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt om die risico s te dekken De algemene financiële risico s De algemene financiële risico s worden permanent opgevolgd door de beleids- en beheersorganen van de stad. Het algemeen financieel risico wordt afgedekt door de strategische planning waarin voldoende maatregelen verwerkt zijn om de vereiste evenwichten volgens de Beleids- en Beheerscyclus te bereiken (structureel evenwicht in de exploitatie, resultaat op kasbasis en autofinancieringsmarge volgens schema M2). De stadsadministratie werkt permanent verder aan het verbeteren van het systeem van interne controle en aan het opzetten van een systeem van beheerscontrole. Het algemeen financieel risico zal beheerd worden door het verder voeren van een getrouwe boekhouding en het correct opstellen van de beleidsdocumenten (meerjarenplan, bijsturingen van het meerjarenplan, budgetten, budgetwijzigingen, jaarrekeningen). Meerjarenplan versie aangepast

36 Het risico in verband met de stadsdotaties aan de partnerbesturen Het risico in verband met de stadsdotaties aan de partnerbesturen wordt afgedekt door versterkt overleg tussen de stad en de partnerbesturen. Bij de invoering van de Beleids- en Beheerscyclus was er overleg met het OCMW en werd er samengewerkt met het autonoom gemeentebedrijf. De omgevingsanalyse werd gemaakt in samenwerking met vertegenwoordigers van: - De stad - Het OCMW - De Politiezone - Het Autonoom Gemeentebedrijf t Bau-huis - EVA-vzw Sint-Niklase Sport-, Spel- en recreatiecentra - EVA-vzw Centrummanagement - EVA-vzw Accsi Er is ook periodiek gestructureerd overleg met het Centraal Kerkbestuur. Ook voor het opstellen van de meerjarenplanning was er uitgebreid overleg met alle partnerbesturen en werd er getracht om de doelstellingen en de financiële planningen op elkaar af te stemmen. De zonevorming van de brandweer wordt opgevolgd. Het risico in verband met de transnationale concessie Het risico in verband met de transnationale concessie wordt afgedekt door het opvolgen en herstructureren van de contracten. Er wordt tevens onderzocht of het haalbaar is om de transnationale concessie vervroegd te beëindigen. Daarbij wordt beroep gedaan op gespecialiseerd advies (financieel en juridisch advies). Dit dossier wordt ook begeleid door de Vlaamse administratie. In verband met de transactie werd de waarborg die oorspronkelijk enkel verstrekt werd door Dexia aangevuld door de aankoop van Amerikaans waardepapier (F. Mac) en door een waarborg van het Vlaams Gewest. Gezien de hoofdwaarborg in dit dossier verstrekt wordt door het Vlaams Gewest is de vraag of dit risico moet gerapporteerd worden door het Vlaams Gewest in plaats van door de betrokken gemeenten. Als beide instanties dit risico rapporteren is er immers gevaar voor een dubbeltelling. Gezien een eventuele schadevergoeding echter uiteindelijk moet gedragen worden door de gemeenten wordt het risico hier toch vermeld. Het risico in verband met de verstrekte stadswaarborgen Het risico in verband met de gewaarborgde lening van het OCMW Sint-Niklaas is onder controle, gezien de nauwe banden tussen stad, OCMW en het AZ Nikolaas, het verplichte financieel evenwicht van het OCMW en de decretale toezichtmogelijkheden waarover de stad beschikt. Gewaarborgde lening Domus Flandria (Belfius). Gezien het beperkt bedrag en de grotere Vlaamse context is dit risico beperkt. Gewaarborgde lening Fingem BNP Paribas Fortis: EUR. De stad is vertegenwoordigd in de bestuursorganen en kan aldus deze problematiek mee opvolgen en in beperkte mate sturen. Gezien de hoogte van het gewaarborgd bedrag en de beperkte mogelijkheid om impact te hebben is deze waarborg een aandachtspunt. Renteloze leningen Het risico in verband met de verstrekte, al dan niet renteloze leningen, is onder controle gelet op het feit dat er bij afsluiten van deze leningen telkens een hypothecair mandaat op een onroerend goed gevestigd werd. Meer info over de renteloze leningen vindt u in bijlage 5 (6 p.). Meerjarenplan versie aangepast

37 3. Lijst beleidsdoelstellingen Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: [ ] een overzicht van alle beleidsdoelstellingen (ofwel een verwijzing naar de plaats waar dat overzicht snel en gebruiksvriendelijk beschikbaar is); Hieronder vindt u de lijst van de beleidsdoelstellingen: - de 34 prioritaire beleidsdoelstellingen (PBD) komen overeen met de beleidsdoelstellingen die in het witboek worden vermeld; - daarnaast zijn er nog 4 niet-prioritaire beleidsdoelstellingen (NPBD): die vatten het overig beleid per beleidsdomein. Prioritaire beleidsdoelstellingen PBD01 PBD02 PBD03 PBD04 PBD05 PBD06 PBD07 PBD08 PBD09 PBD10 PBD11 PBD12 PBD13 PBD14 PBD15 PBD16 PBD17 PBD18 PBD19 PBD20 PBD21 PBD22 Duurzaam financieel beheer en beleid voeren op korte en lange termijn. Werking stadsdiensten moderniseren en een stimulerend HR-beleid voeren. Een efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening uitbouwen, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van digitale informatiesystemen. Een correcte dienstverlening uitbouwen voor burgerzaken, die tegemoet komt aan nieuwe tendensen. De burgers en het middenveld actief betrekken bij het beleid door het verdiepen van bestaande en het creëren van nieuwe inspraakvormen. Een duurzaam en klimaatneutraal beleid uitdragen. Een eigentijdse en toekomstgerichte invulling geven aan internationale en Europese samenwerking. Bouwen aan een lokale samenleving waarin verscheidenheid een evidentie wordt en iedereen gelijke kansen krijgt. In overleg met het centraal kerkbestuur een toekomstvisie ontwikkelen over de werking en het beheer van de kerken en pastorijen. Risico s beperken door een preventief beleid en overlast doelgericht en consequent aanpakken. Verder werken aan stadsvernieuwing en de publieke ruimte aantrekkelijk inrichten en beheren. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen realiseren voor iedereen. Maatregelen nemen voor een integraal mobiliteitsbeleid, met als uitgangspunt het STOP-principe. De wateroverlast bestrijden, de waterzuiveringsgraad verhogen en de openbare werken planmatig en gebiedsgericht uitvoeren. Onze natuur beschermen, uitbreiden en de ecologische waarde ervan verbeteren en versterken. De stad groen en net houden door gebiedsgericht en natuurlijk onderhoud. Via het landbouwbeleid bijdragen tot een duurzame ontwikkeling van de open ruimte en van de economie. Sterkere regierol opnemen in het economisch beleid. Een regierol opnemen inzake tewerkstelling en de randvoorwaarden creëren voor meer kansen op tewerkstelling voor alle doelgroepen. Strategisch, integraal en ambitieus cultuurbeleid voeren over alle culturele instellingen en alle deeldomeinen. De eigen sterke evenementen verder uitbouwen en meer ruimte creëren voor de ondersteuning van private organisatoren van evenementen. Sint-Niklaas beter op de kaart zetten door het maken van gerichte keuzes in stadspromotie en toerismebeleid. Meerjarenplan versie aangepast

38 PBD23 PBD24 PBD25 PBD26 PBD27 PBD28 PBD29 PBD30 PBD31 PBD32 PBD33 PBD34 Een dynamisch sportbeleid voeren door te zorgen voor een breed en toegankelijk aanbod, een kwalitatieve sportinfrastructuur en ondersteuning van sportverenigingen. Integraal jeugdbeleid voeren waardoor alle kinderen en jongeren maximale ontplooiingskansen krijgen en het jeugdwerk verder ondersteunen. De randvoorwaarden creëren om kwalitatief onderwijs mogelijk te maken en onderwijskansen te bieden aan alle doelgroepen. Kwaliteitsvol en pluralistisch onderwijs aanbieden en ondersteunen. Kwaliteitsvol kunstonderwijs aanbieden, zowel op inhoudelijk als infrastructureel vlak. Samen met alle partners een kwaliteitsvol en behoeftedekkend aanbod aan kinderopvang voor baby s, peuters en schoolgaande kinderen uitbouwen. Ouders, grootouders en scholen verder ondersteunen in hun opvoedingstaak. Inzetten op preventie als de beste garantie om gezond te blijven. Een beleid voeren dat erop gericht is om de zelfredzaamheid van nieuwkomers en anderstaligen te verhogen en hen te stimuleren om aan alle aspecten van onze samenleving deel te nemen. Van Sint-Niklaas een leeftijdsvriendelijke stad maken. Een klimaat voor een sociale en solidaire stad verder realiseren. Het beleid van stad en OCMW op elkaar afstemmen. Niet-prioritaire beleidsdoelstellingen NPBD01 NPBD02 NPBD03 NPBD04 In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster algemeen beleid en veiligheid die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster ruimte, milieu en economie die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster cultuur, vrije tijd en onderwijs die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster welzijn die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. Meerjarenplan versie aangepast

39 4. Interne organisatie Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: [ ] de interne organisatie van het bestuur, met minstens het organogram van de diensten (met inbegrip van de intern verzelfstandigde agentschappen), een overzicht van het personeelsbestand (opgesteld overeenkomstig het modelschema TM1), een overzicht van de budgethouders en een overzicht per beleidsdomein van de beleidsvelden die er deel van uitmaken; De interne organisatie van het stadsbestuur wordt hieronder verduidelijkt aan de hand van het organogram, een overzicht van het personeelsbestand, de manier waarop budgethouderschap en de goedkeuringsprocedure voor aankopen wordt aangepakt en de beleidsindeling. A. Organogram Op de volgende twee pagina s vindt u de recentste versie van het organogram, dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 29 mei Meerjarenplan versie aangepast

40 Zie volgende pagina

41 Zie vorige pagina Meerjarenplan versie aangepast

42 B. Personeelsbestand Schema TM Vastbenoemd A B 41,7 41,7 41,7 41,7 41,7 41,7 C 132,2 132,2 132,2 132,2 132,2 132,2 D 142,3 142,3 142,3 142,3 142,3 142,3 E 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 Contractueel A 24,2 24,2 23,48 22,26 21,57 20,16 B 66,2 64,51 63,95 63,7 62,98 62,7 C 79,7 74,24 71,57 66,21 57,33 51,85 D 56,41 47,64 41,96 33,46 24,5 14,57 E 16,61 15,33 14,64 13,2 12,08 10,12 Gesco A B 7,32 7,32 7,32 7,32 7,32 7,32 C 58,39 58,39 58,39 58,39 58,39 58,39 D 112,65 112,65 112,65 112,65 112,65 112,65 E 67,73 67,73 67,73 67,73 67,73 67,73 Totaal A 79,2 79,2 78,48 77,26 76,57 75,16 B 115,22 113,53 112,97 112, ,72 C 270,29 264,83 262,16 256,8 247,92 242,44 D 311,36 302,59 296,91 288,41 279,45 269,52 E 90,84 89,56 88,87 87,43 86,31 84,35 Algemeen totaal 866,91 849,71 839,39 822,62 802,25 783,19 Gepensioneerden worden in 2014 niet vervangen. Vanaf 2015 wordt 3/4 e van de vacatures ontstaan door pensioenen niet ingevuld. Bij de berekening van de verwachte uitstroom wegens pensioen werd uitgegaan van 62 jaar als gemiddelde pensioenleeftijd. In deze bijlage wordt de afbouw in fte s gerealiseerd bij de contractuele functies. De statutaire aantallen blijven op peil om de verhouding statutairen-contractuelen niet verder te laten ontsporen in het kader van de betaalbaarheid van de pensioenen en de responsabiliseringsbijdrage. Het is ook de betrachting om het geco-bestand ingevuld te houden omwille van de subsidiëring. De organisatievernieuwing (hervorming departementen en diensten) en efficiëntietrajecten (Lean) zullen op termijn aangeven welke wijzigingen er effectief nodig zijn in de personeelsformatie. Budgetneutraliteit - binnen de reeds door niet-vervanging afgeslankte budgettaire ruimte - staat hierbij voorop. Meerjarenplan versie aangepast

43 In de meerjarenplanning werd met betrekking tot de personeelskosten uitgegaan van een jaarlijks inflatiepercentage van 1,40% van 2014 tot en met Voor de berekening van dit percentage werd rekening gehouden met volgende parameters: 1% = EUR Baremieke verhogingen 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 Index 1,00 2,00 1,00 2,00 1,00 2,00 pensioenen niet vervangen -0,96-1,08-1,09-1,74-2,22-2,08 Verhoging eindejaarstoelage 0,20 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Kader 0,22 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Fietsvergoeding & maaltijdcheques 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2de pensioenpijler contr. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,40 0,40 Verhoging patronale bijdrage 0,67 1,34 0,50 0,00 0,00 0,00 totaal 1,68 2,81 0,96 0,81-0,27 0,87 Bij elke nieuwe vaststelling van het personeelsbudget zal het inflatiepercentage opnieuw worden bepaald. Meerjarenplan versie aangepast

44 C. Budgethouderschap en goedkeuringsprocedure aankopen Bij het stadsbestuur is het college de hoofd- en enige budgethouder, in de zin van artikel 158 en 159 van het gemeentedecreet. Het beheer van de budgetten gebeurt dus in naam en opdracht van het college. Begrip dagelijks bestuur Het college is bevoegd voor het dagelijks bestuur van de gemeente, maar het is de gemeenteraad die beslist wat er onder dagelijks bestuur moet begrepen worden. Artikel 43 2, 9 van het gemeentedecreet bepaalt immers dat de gemeenteraad exclusief bevoegd is voor de vaststelling wat onder het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 159 van het gemeentedecreet moet worden verstaan. Artikel van het gemeentedecreet stipuleert dat de gemeenteraad op voorstel van het college van burgemeester en schepenen bepaalt wat onder dagelijks bestuur wordt begrepen. Het gemeentedecreet definieert niet wat wordt verstaan onder het begrip dagelijks bestuur zodat elke gemeente een eigen invulling kan geven aan dit begrip. De definitie van dagelijks bestuur werd door de gemeenteraad vastgelegd op 28 september 2007 en blijft behouden. Onder het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 159 van het gemeentedecreet wordt voor onze organisatie verstaan: 1. alle bestuursdaden zonder financiële impact die niet expliciet tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren; 2. alle bestuursdaden die betrekking hebben op het aangaan van een verbintenis waarvan de financiële impact is voorzien in het exploitatiebudget; 3. alle bestuursdaden die betrekking hebben op het aangaan van een verbintenis waarvan de financiële impact is voorzien in het investeringsbudget en het bedrag van EUR (exclusief btw) niet overschrijdt; 4. elke wijziging aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten waarvan de gemeenteraad de wijze van gunning en de voorwaarden heeft vastgesteld, beperkt tot een meeruitgave van 10 % van het gegunde bedrag. Voor deze aangelegenheid is het college exclusief bevoegd en kan het geen delegatie verlenen aan bepaalde personeelsleden; 5. de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden. Voor deze aangelegenheid is het college exclusief bevoegd en kan het geen delegatie verlenen aan bepaalde personeelsleden; 6. de vestiging van onroerende zakelijke rechten en contracten betreffende onroerende goederen met een maximale duur van 9 jaar. Voor deze aangelegenheid is het college exclusief bevoegd en kan het geen delegatie verlenen aan bepaalde personeelsleden. Het college van burgemeester en schepenen is conform artikel 43, 2, 11, a van het Gemeentedecreet bevoegd voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van deze overheidsopdrachten, als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur zoals hierboven aangehaald. Visum financieel beheerder Art. 94 van het gemeentedecreet bepaalt dat de financieel beheerder in volle onafhankelijkheid instaat voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in titel IV. Deze voorwaarden worden onder meer vastgelegd in art. 160, 2 dat stelt: De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom, zijn onderworpen aan een Meerjarenplan versie aangepast

45 voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel beheerder onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van deze voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht bedoeld in artikel 94, eerste lid, 1. Hij verleent zijn visum, indien uit dit onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. De gemeenteraad bepaalt, na advies van de financieel beheerder, de nadere voorwaarden waaronder de financieel beheerder de controle, vermeld in het tweede lid, uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel beheerder, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting. De gemeenteraad kan, op eensluidend voorstel van de financieel beheerder, de bevoegdheid, vermeld in het tweede lid, delegeren aan een of meer personeelsleden, die werken onder de verantwoordelijkheid van de financieel beheerder. De Vlaamse Regering bepaalde de perken van de visumverplichting in art. 121 van het besluit van 25 juni 2010, waarin gesteld wordt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting: 1 de aanstelling van statutaire personeelsleden; 2 de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur; 3 de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer; 4 de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister; 5 de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister; 6 de investeringssubsidies. Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling. Hiermee rekening houdend wordt voorgesteld om alle verrichtingen onder EUR (exclusief btw) uit te sluiten van de visumverplichting. Dit is een aanpassing van het bedrag ten opzichte van de vorige regeling (5.500 EUR, exclusief btw). Conform artikel 160 van het gemeentedecreet is het ook wenselijk dat de financieel beheerder aan de gemeenteraad voorstelt om de visumbevoegdheid te delegeren aan een of meer personeelsleden, die werken onder de verantwoordelijkheid van de financieel beheerder. Dat vermijdt onverwachte problemen bij de afwezigheid van de financieel beheerder. Deze beslissing maakt het voorwerp uit van een afzonderlijke gemeenteraadsbeslissing. Delegatie goedkeuringsprocedure bestelaanvragen Voor de vlotte werking van de administratie is wel voorzien dat het college, als budgethouder, delegatie geeft aan de secretaris om de bepaalde verrichtingen te vragen. Dat kan conform artikel 58 van het Gemeentedecreet, waarbij het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de gemeentesecretaris kan toevertrouwen. De secretaris kan die op zijn beurt verder delegeren aan andere personeelsleden van de gemeente (in concreto de leidinggevende ambtenaren), eveneens in uitvoering van artikel 58. In de praktijk houdt dat in dat de diensthoofden bestelaanvragen tot een bedrag van EUR (exclusief btw) kunnen initiëren. Deze verbintenissen zijn vrijgesteld van het visum van de financieel beheerder, maar er is wel een budgetcontrole door de dienst financiën. Meerjarenplan versie aangepast

46 Schematisch Vanaf 2014 zal de procedure voor bestelaanvragen en goedkeuring van facturen als volgt verlopen: Tot en met 2500 EUR Bedrag college gemeenteraad controlehandtekening financiën visum financieel beheerder Tot en met EUR neen neen ja neen (excl.btw) Meer dan EUR tot en met ja neen ja ja EUR (excl.btw) Meer dan EUR (excl.btw) ja enkel bij investeringen ja ja Stapnummer Omschrijving Status Goedkeurders Visum 10 Bestelaanvraag decentraal Aanvraag x V 20 Controle decentraal diensthoofd Goedkeuring Decentraal diensthoofd V V 30 Controle dienst financiën Goedkeuring Medewerkers financiën V V V Bestelbon Inkomende factuur Levering Prijs XX Inkomende factuur koppelen aan bestelling(en) In uitvoering Dienst financiën 70 Controle Bestelbon Mail verzonden Dienst financiën V Decentraal 80 Controle levering en prijs Goedkeuring diensthoofd V V XX Inkomende factuur boeken In boekhouding Dienst financiën Afdrukken Wijzigbaar Budgetcontrole Meer dan 2500 EUR Stapnummer Omschrijving Status Goedkeurders Dossier GR of CBS met visum fin. XX beheerder x x Wijzigbaar Budgetcontrole Afdrukken 10 Bestelaanvraag decentraal Aanvraag x V 20 Controle decentraal diensthoofd Goedkeuring Decentraal diensthoofd V V 30 Controle dienst financiën Goedkeuring Medewerkers financiën V V V V Inkomende factuur Inkomende factuur koppelen aan XX bestelling(en) In uitvoering 70 Controle bestelbon Mail verzonden 80 Controle levering en prijs Goedkeuring XX Inkomende factuur boeken In boekhouding Bestelbon Levering Prijs Dienst financiën Dienst financiën V Decentraal diensthoofd V V Dienst financiën Visum Meerjarenplan versie aangepast

47 D. Samenstelling beleidsdomeinen In Sint-Niklaas wordt volgende beleidsindeling in beleidsdomeinen, -velden en -items gebruikt: 1 ste niveau voor beleidsdomein, bv. 0 Algemene financiering 2 de niveau voor beleidsveld, bv Politieke organen 3 de niveau voor beleidsitem bv. 0100/01 Gemeenteraad Niet alle beleidsvelden worden gebruikt in het kader van de beleids- en beheerscyclus. 0 Algemene financiering 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus 0020 Fiscale aangelegenheden 0030 Financiële aangelegenheden 0040 Transacties in verband met de openbare schuld 0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel 0090 Overige algemene financiering 1 Algemeen beleid en veiligheid 0100 Politieke organen 0100/01 Gemeenteraad 0100/02 College 0100/03 Burgemeester 0100/04 OCMW 0100/99 Overige politieke organen 0101 Officieel ceremonieel 0110 Secretariaat 0111 Fiscale en financiële diensten 0112 Personeelsdienst en vorming 0112/01 HRM 0112/02 Personeelsbeheer 0112/99 Overige van personeelsdienst en vorming 0113 Archief 0114 Organisatiebeheersing 0115 Welzijn op het werk 0119 Overige algemene diensten 0119/01 Beleidsondersteuning 0119/02 Communicatie 0119/03 Drukwerk 0119/04 ICT 0119/05 Centrale aankoopdienst 0119/06 Centraal magazijn niet-voeding 0119/07 Centraal magazijn voeding 0119/08 Centrale keuken 0119/09 Gebouwen 0119/10 Schoonmaak 0119/11 Wagenpark 0119/99 Overige van overige algemene diensten 0130 Administratieve dienstverlening 0130/01 Bevolking 0130/02 Burgerlijke stand 0130/03 Verkiezingen 0130/99 Overige administratieve dienstverlening 0150 Internationale relaties 0151 Deelneming aan internationale organisaties en conferenties 0160 Hulp aan het buitenland 0160/01 Subsidies aan verenigingen 0160/02 Subsidies aan particulieren 0160/03 Noodhulp Meerjarenplan versie aangepast

48 0160/04 Subsidies aan buitenlandse partners 0160/05 Sensibiliseringsacties 0160/99 Overige hulp aan het buitenland 0170 Binnengemeentelijke decentralisatie 0171 Gemeentelijk/stedelijk wijkoverleg 0190 Overig algemeen bestuur 0190/01 Klachtenbehandeling 0190/02 Gebiedsgerichte werking 0190/03 Contacten met het leger 0190/04 Lidmaatschap verenigingen, vennootschappen en samenwerkingsverbanden 0190/05 Dienstorganisatie en -ondersteuning 0190/99 Overige van overig algemeen bestuur 0400 Politiediensten 0400/01 Uitvoerende politiediensten 0400/02 Ondersteunende politiediensten 0400/03 Preventie politie 0400/99 Overige politiediensten 0410 Brandweer 0410/01 Uitvoerende brandweerdiensten 0410/02 Ondersteunende brandweerdiensten 0410/03 Preventie brandweer 0410/99 Overige brandweerdiensten 0420 Dienst Civiele bescherming 0440 Overige hulpdiensten 0450 Rechtspleging 0460 Kinderbescherming 0470 Dierenbescherming 0480 Bestuurlijke preventie (incl. GAS) 0490 Overige elementen van openbare orde en veiligheid 0790 Erediensten 0791 Niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen 2 Ruimte, milieu en economie 0200 Wegen 0200/01 Gewestwegen 0200/02 Buurt- en voetwegen 0200/03 Tragewegenplan 0200/04 Gemeentewegen 0200/05 Sneeuw- en ijzelbestrijding 0200/06 Standplaats- en andere vergunningen 0200/07 Signalisatie 0200/08 Wegbermen 0200/99 Overige wegen 0210 Openbaar vervoer 0220 Parkeren 0290 Overige mobiliteit en verkeer 0290/01 Mobiliteitsbeleid 0290/02 Verkeersveiligheid en -leefbaarheid 0290/03 Verkeersopvoeding 0290/99 Overige van overige mobiliteit en verkeer 0300 Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval 0309 Overig afval- en materialenbeheer 0310 Beheer van regen- en afvalwater 0310/01 Rioleringen 0310/99 Overig beheer van regen- en afvalwater 0319 Overig waterbeheer 0319/01 Buurtweggrachten 0319/02 Waterlopen 0319/03 Polders en wateringen 0319/04 Integraal waterbeleid Meerjarenplan versie aangepast

49 0319/05 Deelbekkens 0319/06 Waterschappen 0319/99 Overig van overig waterbeheer 0320 Sanering van bodemverontreiniging 0329 Overige vermindering van milieuverontreiniging 0340 Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos 0341 Erosiebestrijding 0349 Overige bescherming van biodiversiteit, landschappen en bodem 0350 Klimaat en energie 0380 Participatie en sensibilisatie 0381 Geïntegreerde milieuprojecten 0390 Overige milieubescherming 0500 Handel en middenstand 0500/01 Markten 0500/02 Nacht- en belwinkels 0500/99 Overige handel en middenstand 0510 Nijverheid 0530 Land-, tuin- & bosbouw 0530/01 Stedelijk landbouwbeleid 0530/02 Ondersteuning van de landbouw- en tuinbouwsector 0530/03 Beheer open ruimte 0530/99 Overige land-, tuin- en bosbouw 0540 Visvangst 0550 Werkgelegenheid 0590 Overige economische zaken 0600 Ruimtelijke planning 0600/01 Planning 0600/02 Vergunningen 0600/03 Handhaving 0600/99 Overige ruimtelijke planning 0610 Gebiedsontwikkeling 0610/01 Onroerende rechten 0610/99 Overige gebiedsontwikkeling 0620 Grondbeleid voor wonen 0621 Bestrijding van krotwoningen 0622 Woonwagenterreinen 0629 Overig woonbeleid 0630 Watervoorziening 0640 Elektriciteitsvoorziening 0650 Gasvoorziening 0660 Communicatievoorzieningen 0670 Straatverlichting 0680 Groene ruimte 0690 Overige nutsvoorzieningen 3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs 0520 Toerisme - Onthaal en promotie 0521 Toerisme - Sectorondersteuning 0522 Toerisme - Infrastructuur 0529 Overige activiteiten inzake toerisme 0700 Musea 0700/01 Publiekswerking musea 0700/99 Overige van musea 0701 Cultuurcentrum 0701/01 Publiekswerking cultuurcentrum 0701/99 Overige van cultuurcentrum 0702 Schouwburg, concertgebouw, opera 0703 Openbare bibliotheken 0703/01 Publiekswerking openbare bibliotheken 0703/99 Overige van openbare bibliotheken 0704 Letterkunde, gespecialiseerde bibliotheken Meerjarenplan versie aangepast

50 0705 Gemeenschapscentrum 0709 Overige culturele instellingen 0710 Feesten en plechtigheden 0710/01 Vaderlandslievende verenigingen 0710/02 Feestelijkheden 0710/03 Wijkwerking feesten 0710/04 Officiële plechtigheden 0710/05 Foren en kermissen 0710/06 Feestmateriaal: onderhoud, marktkasten e.a. 0710/07 Feestmateriaal: windschermen en parasols 0710/08 Feestmateriaal: eindejaarsverlichting 0710/09 Diverse feesten 0710/10 Geschenken jubilerende verenigingen 0710/11 Geschenken jubilarissen 0710/99 Overige feesten en plechtigheden 0711 Openluchtrecreatie 0711/01 Recreatiepark De Ster vzw 0711/99 Overige openluchtrecreatie 0712 Festivals 0719 Overige evenementen 0719/01 Eenmalige evenementen 0719/02 Jaarlijkse evenementen 0719/99 Overige van overige evenementen 0720 Monumentenzorg 0720/01 Subsidies waardevolle niet-beschermde gebouwen 0720/02 Beschermde monumenten stadseigendom 0720/03 Beschermde monumenten kerkfabrieken 0720/99 Overige monumentenzorg 0721 Archeologie 0729 Overig beleid inzake het erfgoed 0729/01 Gedenktekens, oorlogsmonumenten 0729/99 Overige van overig beleid inzake het erfgoed 0739 Overig kunst- en cultuurbeleid 0739/01 Beeldende kunsten 0739/99 Overige van overig kunst- en cultuurbeleid 0740 Sport 0740/01 Sportbeleid 0740/02 Sportinstellingen en sportterreinen 0740/03 Sinbad 0740/04 Sportpromotie 0740/99 Overige van sport 0750 Jeugd 0750/01 Jeugdvorming 0750/02 Jeugdruimte 0750/03 Jeugdcommunicatie 0750/04 Jeugdcultuur 0750/05 Jeugdwerk 0750/06 Jeugdbeleid 0750/99 Overige van jeugd 0800 Gewoon basisonderwijs 0800/01 Gavertje Vier Belsele 0800/02 De Droomballon Nieuwkerken 0800/99 Overige van gewoon basisonderwijs 0801 Buitengewoon basisonderwijs 0810 Gewoon secundair onderwijs 0814 Leren en werken 0815 Buitengewoon secundair onderwijs 0820 Deeltijds kunstonderwijs 0820/01 Academie voor muziek, woord en dans 0820/02 Academie voor schone kunsten 0820/99 Overige van deeltijds kunstonderwijs 0830 Centra voor volwassenenonderwijs 0835 Hoger onderwijs Meerjarenplan versie aangepast

51 0860 Centra voor leerlingenbegeleiding 0861 Administratieve dienst voor het onderwijs 0862 Huisvesting voor schoolgaanden 0869 Overige ondersteunende diensten voor het onderwijs 0870 Ochtend- en avondtoezicht 0871 Middagtoezicht 0872 Terbeschikkingstelling gemeentelijke infrastructuur 0873 Kosten toegangprijs zwembad leerlingen lager onderwijs 0874 Leerlingenvervoer 0879 Andere voordelen 0880 Administratieve dienst voor het lokaal flankerend onderwijs 0889 Overige ondersteunende diensten voor het lokaal flankerend onderwijs 4 Welzijn 0900 Sociale bijstand 0901 Voorschotten 0902 Integratie van personen met vreemde herkomst 0903 Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 0904 Activering van tewerkstelling 0905 Dienst voor juridische informatie en advies 0909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid 0910 Woningen voor personen met een handicap 0911 Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap 0919 Overige activiteiten inzake ziekte en invaliditeit 0920 Werkloosheid 0930 Sociale huisvesting 0940 Jeugdvoorzieningen 0941 Gezinsvervangende tehuizen 0942 Onderhoudsgelden 0943 Gezinshulp 0944 Opvoedingsondersteuning 0945 Kinderopvang 0945/01 Kinderdagverblijf Hermelijn 0945/02 Kinderdagverblijf Driekoningen 0945/03 Kinderdagverblijf PieterNel 0945/04 Dienst opvanggezinnen 0945/05 Buitenschoolse opvang 0945/99 Overige kinderopvang 0946 Thuisbezorgde maaltijden 0947 Klusjesdienst 0948 Poetsdienst 0949 Overige gezinshulp 0950 Ouderenwoningen 0951 Dienstencentra 0952 Assistentiewoningen 0953 Woon- en zorgcentra 0954 Dagzorgcentra 0959 Overige verrichtingen betreffende ouderen 0980 Sociale geneeskunde 0982 Ziekenhuizen 0983 Andere verpleeg- en verzorgingsinrichtingen 0984 Ontsmetting en openbare reiniging 0985 Gezondheidspromotie en ziektepreventie 0986 Eerstelijnsgezondheidszorg 0989 Overige dienstverlening inzake volksgezondheid 0990 Begraafplaatsen 0991 Crematoria 0992 Lijkbezorging Meerjarenplan versie aangepast

52 Meerjarenplan versie aangepast

53 5. Verbonden entiteiten Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: [ ] een overzicht van de entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa (d.w.z. de entiteiten waarmee het bestuur een duurzame band onderhoudt door middel van belangen en vorderingen); In bijlage 6 (5 p.) wordt een overzicht gegeven van alle entiteiten die zijn opgenomen onder de financiële vaste activa. In bijlage 7 (12 p.) wordt een overzicht gegeven van de huidige vertegenwoordiging van de stad Sint-Niklaas in verenigingen, vennootschappen en samenwerkingsverbanden. 6. Fiscaliteit Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: [ ] in voorkomend geval, de fiscaliteit : de aanslagvoeten van de APB en OOV per jaar van het meerjarenplan, een verwijzing naar de plaats van publicatie van de eigen belastingsreglementen, een overzicht van de belastingen waarvan de aanslagvoet zal gewijzigd worden tijdens de looptijd van het meerjarenplan, een overzicht van de jaarlijkse opbrengst van elke door het bestuur geheven belastingssoort; In bijlage 8 (63 p.) vindt u een overzicht van alle belastingen en retributies. Dit wordt tevens gepubliceerd op de website In Sint-Niklaas is het de gewoonte om de belastingen en retributies slechts eenmaal per bestuursperiode aan te passen, namelijk aan het einde van het eerste jaar (in dit geval 2013). Deze timing loopt dus gelijk met de periode van het meerjarenplan van de beleids- en beheerscyclus (in dit geval ). De aanslagvoet van de belastingen zal dus niet worden gewijzigd in de loop van het meerjarenplan. In bijlage 9 (5 p.) vindt u, per geheven belastingsoort, een raming van de opbrengsten zoals die in de BBC-software werd ingevoerd. 7. Financiële schulden Uit omzendbrief BB 2013/04 De minimale elementen van de toelichting zijn: [ ] een overzicht van de financiële schulden (opgesteld overeenkomstig het modelschema TM2) In bijlage 10 (decretaal schema TM2, 1 p.) kan u het overzicht van de financiële schulden consulteren. Meerjarenplan versie aangepast

54 8. Overzicht volgens Vlaamse beleidsprioriteiten Naast de decretaal voorziene beleidsrapporten voorzien we, ter informatie aan de raadsleden, ook nog een rapport dat aangeeft in welke mate de stad inspeelt op de Vlaamse beleidsprioriteiten. Per Vlaamse beleidsprioriteit kan u nalezen welke acties de stad opzet om mee te werken aan de Vlaamse beleidsopties. Hoe beter Sint-Niklaas hierop inspeelt, hoe meer kans op subsidiëring vanuit Vlaanderen. In bijlage 11 (25 p.) kan u dit rapport raadplegen. 9. Overzicht volgens beleidsindeling In een laatste rapport, dat eveneens louter werd opgesteld ten behoeve van de raadsleden, worden de voorziene uitgaven en inkomsten per jaar gegroepeerd volgens beleidsdomein, beleidsveld en beleidsitem (voor beleidsindeling, zie hierboven bij 4D). Er wordt telkens ook een onderscheid gemaakt tussen investerings- en exploitatiebudget. Dit geeft een inzicht over hoe de middelen verdeeld worden over de verschillende deelsectoren, los van het feit of ze worden ingezet ter uitvoering van een prioritaire beleidsdoelstelling of het overig beleid. In bijlage 12 (6 p. op A3-formaat) kan u dit rapport raadplegen. Meerjarenplan versie aangepast

55 Bijlagen bij meerjarenplan Overzicht beleidsdoelstellingen p. 2. Financieel doelstellingenplan (schema M1) 3 p. 3. Staat van het financiële evenwicht (schema M2) 3 p. 4. Omgevingsanalyses per dienst 188 p. 5. Overzicht renteloze leningen 6 p. 6. Verbonden entiteiten 5 p. 7. Vertegenwoordiging van de stad Sint-Niklaas in verenigingen e.d. 12 p. 8. Belastingen en retributies 63 p. 9. Belastingsinkomsten 5 p. 10. Financiële schulden (schema TM2) 1 p. 11. Overzicht acties gekoppeld aan Vlaamse beleidsprioriteiten 25 p. 12. Meerjarenplan volgens beleidsindeling 7 p. (A3) Meerjarenplan versie aangepast

56 Stad Sint Niklaas Grote Markt Sint-Niklaas NIS-code : OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN Secretaris Verhulst Johan Financieel beheerder Foubert Bart

57 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 Sint-Niklaas PBD01. Gezonde stadsfinanciën Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A , , , , , , , , , , , ,58 Totaal , , , , , , , , , , , ,58 AP001. De werkingskosten kritisch doorlichten X X X X X X AP003. Strak investeringsbeleid voeren X X X X X X AP005. Fiscale hervorming doorvoeren X X X X X X PBD02. Personeel en interne organisatie Stad Sint Niklaas Pagina 2 van 40

58 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I , ,00 0, ,00 0, , , ,00 0, ,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , ,00 0,00 AP006. Een moderne en efficiënte organisatie uitbouwen X X X X X X AP009. Een integraal en stimulerend personeelsbeleid voeren X X X X X X AP010. Maximaal samenwerken met het OCMW X X X X X X AP012. Een duurzaam en rationeel gebouwenbeleid voeren X X X X X PBD03. Dienstverlening en digitalisering Stad Sint Niklaas Pagina 3 van 40

59 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0, ,00 0, ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP013. Dienstverlening in stadhuis en deelgemeenten verbeteren X X X AP014. Actiever mogelijkheden van internet benutten X X X X X X AP016. De betrokkenheid en tevredenheid over de stad bij de inwoners verhogen X X X X X X PBD04. Burgerzaken Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E 600,00 0,00 600,00 0,00 600,00 0,00 600,00 0,00 600,00 0,00 600,00 0,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 Stad Sint Niklaas Pagina 4 van 40

60 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP019. De begraafplaatsen aantrekkelijker maken als rustpunten en groene ruimtes in de stad X X X X X X PBD05. Inspraak, participatie en gebiedsmanagement Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP020. Programma opzetten rond participatie X X X X X X AP021. Een klantgericht en laagdrempelig communicatiebeleid voeren X X X X X X AP022. Klachtenbehandeling centraliseren X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 5 van 40

61 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP023. Werking advies- en dorpsraden ondersteunen en verdiepen X X X X X X AP024. Participatie bij infrastructuurprojecten structureel inbedden X AP025. Gebiedsgerichte participatie organiseren X X X X X X AP026. Laagdrempelige methodieken uitwerken voor de niet-georganiseerde geïnteresseerde burger X X X X X X PBD06. Duurzaamheid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , ,00 0, , , ,00 0, , ,00 I ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , ,00 0, , , ,00 0, , ,00 Stad Sint Niklaas Pagina 6 van 40

62 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP027. Het Burgemeestersconvenant ondertekenen X X X X X X AP028. Burgers en bedrijven sensibiliseren en stimuleren om duurzaam om te gaan met energie X X X X X X AP029. Het goede voorbeeld geven door de eigen gebouwen duurzaam op te richten en te beheren X X X X X X AP030. Een duurzaam aankoopbeleid voeren X X X X X X AP031. Een duurzaam voertuigenpark uitbouwen X X X X X X AP032. Een duurzaam afvalbeleid voeren X X X X X X PBD07. Internationale samenwerking Stad Sint Niklaas Pagina 7 van 40

63 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP033. Het draagvlak voor internationale samenwerking verbreden X X X X X X AP034. De bestaande initiatieven met lokale besturen uit het zuiden verdiepen X X X X X X AP035. De Europese stedenbanden een nieuwe dynamiek geven X X X X X X AP036. De Europese en vredesgedachte concreet vorm geven X X X X X X PBD08. Diversiteit Stad Sint Niklaas Pagina 8 van 40

64 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP038. De toegankelijkheid van de diensten en voorzieningen bevorderen X X X X X X AP039. Het draagvlak vergroten voor de diversiteit van de samenleving X X X X X X AP040. Een algemeen beleid rond diversiteit voeren, maar met focus op een aantal doelgroepen X X X X X X PBD09. Erediensten en levensbeschouwelijke overtuigingen Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 Stad Sint Niklaas Pagina 9 van 40

65 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP041. Een toekomstvisie voor parochiekerken en pastorijen opmaken X AP042. Een transparant en efficiënt budgettair beleid voor kerkfabrieken voeren X AP043. Een samenwerkingsmodel met het centraal kerkbestuur opzetten X AP044. Een goede verstandhouding nastreven met erediensten en levensbesch overtuigingen X X X X X X PBD10. Veiligheid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,82 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,82 Stad Sint Niklaas Pagina 10 van 40

66 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP045. Financiële meerjarenplanning politie kaderen binnen stadsfinanciën X X X X X X AP046. Een integraal veiligheids- en overlastbeleid uitbouwen X X X X X X AP049. Werking brandweer optimaliseren in afwachting van de hulpverleningszone X X X X X X PBD11. Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I , , , , , , , , , , , ,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP051. Streven naar een optimale interne structuur voor dienstverlening, toezicht en handhaving X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 11 van 40

67 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP054. Geplande en nieuwe projecten opvolgen en realiseren X X X X X X AP056. Actief meedenken over de ontwikkeling van Westakkers X AP057. Actief meedenken over de ontwikkeling van AZ Nikolaas X X X X X AP052. Actief inzetten op stadsvernieuwing en hiertoe de gepaste hefbomen ontwikkelen X X X X X X PBD12. Wonen Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 Stad Sint Niklaas Pagina 12 van 40

68 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP058. Zorgen voor een kwaliteitsvol woonbeleid op maat X X X X X X AP059. Voldoen aan sociaal objectief door intensievere (samen)werking huisvestingsmaatschappijen X AP061. De woonwinkel verder uitbouwen als spil van een sociaal en geïntegreerd woonbeleid X X X X X X PBD13. Mobiliteit Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I , , , , , , , , , , , ,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP062. Een coherent en breed gedragen mobiliteitsbeleid ontwikkelen X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 13 van 40

69 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP063. Een vlotte doorstroming voorzien via ring en invalswegen X X X X X X AP064. Doorgaand verkeer uit het stadscentrum weren X X X X X X AP065. Vlotte bereikbaarheid verzekeren door een doordacht parkeerbeleid X X X X X X AP066. Doorgaand vrachtverkeer uit de dorpskernen weren X AP067. Aantrekkelijke omgeving/wegen realiseren voor fietser/voetganger/minder mobiele weggebruiker X X X X X X AP068. Openbaar vervoer inzetten als deel van de oplossing voor de verkeersknoop X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 14 van 40

70 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP069. Actief promoten van andere, duurzame en veilige mobiliteit als vervoer van de eerste keuze X X X X X X PBD14. Openbare werken en waterbeheersing Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I , , , , , , ,00 0, ,00 0, , ,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , ,00 0, ,00 0, , ,00 AP070. De realisatie van een kwalitatief waterbeheersysteem verder zetten X X X X X X AP071. De publieke ruimte efficiënt onderhouden X X X X X X PBD15. Natuur Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , ,00 0, , , , , , , , ,00 I , , , , , , , , , , ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 Stad Sint Niklaas Pagina 15 van 40

71 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP072. Het lokale bosareaal versterken X X X X X X AP073. Een tragewegennetwerk uitbouwen X X X X X X AP074. De biodiversiteit verhogen X X X X X X AP075. Het landelijk karakter van de deelgemeenten behouden X X X X X X AP076. Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verder verminderen X AP077. De binnenstad vergroenen X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 16 van 40

72 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP078. Streven naar meer dierenwelzijn X X X X X X AP079. De participatie aan natuurprojecten verhogen X X X X X X PBD16. Groen en stadsreiniging Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP080. Voortrekkersrol blijven spelen op vlak van pesticidenvrije stad en ecologisch groenbeheer X X X X X X AP081. Meer synergie realiseren door gebiedsgericht te werken X X X Stad Sint Niklaas Pagina 17 van 40

73 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP082. Aandacht hebben voor het evenwicht tss. openb groen/draagkracht groendienst /econ. haalbaarh X AP083. De inzet voor een reine stad optimaliseren en communiceren X X X X X X PBD17. Landbouw Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP084. Het landbouwareaal en de natuurlijke infrastructuur binnen het landbouwgebied maximaal behoud X AP085. Verbrede landbouw ondersteunen X X X X X X PBD18. Lokale economie, KMO en horeca Stad Sint Niklaas Pagina 18 van 40

74 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP086. Algemeen economisch beleid versterken X X X X X X AP087. Verbeteren dienstverlening ondernemers X AP088. Ondernemen integreren in stadspromotiebeleid X X X X X X AP089. Investeren in een levendig kernwinkelgebied X X X X X X AP090. Kleinhandel in deelgemeenten, buurten en wijken ondersteunen X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 19 van 40

75 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP091. Samenwerking met lokale horeca verder versterken X AP094. Een stimulerend klimaat voor bedrijven creëren X X X X X X AP095. Economische activiteiten afbakenen waar nodig X PBD19. Werk en sociale economie Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP096. Een tewerkstellingsbeleid uitwerken waarin het stadsbestuur een regiefunctie vervult X Stad Sint Niklaas Pagina 20 van 40

76 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP097. Regierol vervullen in sociale economie X X X X X X PBD20. Cultuur Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, , , , , , , , ,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP098. De culturele instellingen intenser doen samenwerken voor een integraal cultuurbeleid X X X X X X AP099. De verzelfstandiging van de werking van de culturele instellingen stimuleren X X X X X X AP100. Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 21 van 40

77 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP101. Sterk inzetten op vrijwilligers X X X X X X AP102. Duurzame huisvesting voor bibliotheek en archief zoeken X X X X X X AP103. Een langetermijnvisie ontwikkelen voor de bestemming en het onderhoud van culturele gebouwen X X X X X X AP104. Een integraal tentoonstellingsbeleid voeren X X X X X X AP106. Streven naar meer efficiëntie in intergemeentelijke culturele samenwerking X X X X X X AP107. De Vlaamse feestdag laten uitgroeien tot een volksfeest X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 22 van 40

78 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP108. De maatschappelijke relevantie van en de collectieve betrokkenheid bij het erfgoed versterken X X X X X X AP109. Het waardevolle patrimonium op het grondgebied verder in stand houden X X X X X X AP110. Bijzondere aandacht schenken aan het materieel en immaterieel erfgoed X X X X X X PBD21. Evenementen Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP112. Sterke en doelgerichte evenementen organiseren X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 23 van 40

79 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP113. Ruimte creëren voor het aantrekken en ondersteunen van private organisatoren X X X X X X AP114. De inzet en het verhuur van feestmateriaal optimaliseren X X X X X X PBD22. Toerisme en stadspromotie Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, , , ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal ,00 0, ,00 0, , , ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP116. Een strategisch beleid rond toerisme en stadspromotie ontwikkelen X X X X X X AP118. De werking van de dienst toerisme optimaliseren X X X X X X PBD23. Sport en recreatie Stad Sint Niklaas Pagina 24 van 40

80 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP119. De kwalitatieve uitbouw van de sportverenig ondersteunen via een doelgericht subsidiebeleid X X X X X X AP120. De kwaliteit van sportverenigingen stimuleren X X X X X X AP121. Een activeringsbeleid voeren met het oog op een levenslange sportparticipatie X X X X X X AP122. Een transversaal beweeg- en sportbeleid voeren ten behoeve van kansengroepen X X X X X X AP123. De sportinfrastructuur versterken door gerichte investeringen en samenwerking X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 25 van 40

81 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 PBD24. Jeugd Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP126. Het label kindvriendelijke stad verwerven X X X X X X AP127. Speelweefsel in kernstad en deelgemeenten ruimtelijk vorm geven X X X X X X AP128. Verblijfstoerisme verruimen X AP129. Regierol opnemen bij het uitdiepen van het cultuuraanbod voor tieners en jongeren X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 26 van 40

82 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP130. Vrijetijds- en vakantieaanbod verruimen en versterken X X X X X X AP131. Jeugdfuiven specifiek benaderen binnen een eengemaakt feestloket X X X X X X AP132. Inhaalbeweging jeugdlokalen verderzetten en actualiseren X X X X X X AP133. De ondersteuning van het jeugdwerk optimaliseren X X X X X X AP134. De jeugdhuizen in de deelgemeenten laten evolueren naar ontmoetingscentra X X X X X X AP135. De kwaliteit van het jeugdwerk monitoren en stimuleren X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 27 van 40

83 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP136. Inspraak van kinderen en jongeren inbouwen vanaf de planningsfase X X X X X X AP137. Het elan van Sint-Niklaas als dé stad van de Sint vergroten X X X X X X PBD25. Flankerend onderwijsbeleid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP138. Intern het klimaat scheppen om duurzaam en planmatig onderwijsbeleid verder uit te bouwen X X X X X X AP139. Vraag en aanbod van onderwijsplaatsen op elkaar afstemmen X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 28 van 40

84 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP140. Bruggen bouwen tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt X X X X X X AP141. Multifunctioneel gebruik van de schoolgebouwen stimuleren X AP142. Partner zijn in het vergroten van ouderbetrokkenheid X X X X X X AP143. Partner zijn in het voeren van een kostenbewust beleid in het onderwijs X X X X X X AP144. Een beleid faciliteren in de geest van het bredeschoolconcept X X X X X X AP145. Het anti-spijbelbeleid verderzetten en faciliteren X Stad Sint Niklaas Pagina 29 van 40

85 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP146. Inzetten op verkeersveiligheid in de schoolomgeving X X X X X X AP147. Initiatieven ondersteunen m.b.t. het principe van levenslang en levensbreed leren X X X X X X PBD26. Stedelijk basisonderwijs Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I , ,00 0,00 0, ,00 0, ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP148. De kwaliteit van de stedelijke basisscholen behouden X X X X X X AP149. De informatie- en communicatietechnologie (ICT) op peil houden X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 30 van 40

86 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP150. Streven naar een optimale huisvesting X X X X X X AP151. De expertise rond extra zorg voor bepaalde doelgroepen verder benutten X X X X X X PBD27. Kunstonderwijs Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP152. Actief oplossingen zoeken voor infrastructurele problemen X X X X X X AP153. Synergieën uitwerken tussen academies en andere instellingen X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 31 van 40

87 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP154. Verder investeren in het instrumentarium en de inrichting van klassen X X X X X X PBD28. Kinderopvang Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I , , , , ,00 0, ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP155. De regierol van het stadsbestuur inzake kinderopvang versterken X X X X X X AP156. De dagopvang voor baby's en peuters uitbouwen volgens behoefte X X X X X X AP157. De verdere uitbouw van buitenschoolse opvang stimuleren X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 32 van 40

88 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP158. Een aantrekkelijk aanbod voor vakantieopvang voorzien X X X X X X PBD29. Opvoedingsondersteuning Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 9.500,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP159. Een regierol opnemen inzake opvoedingsondersteuning X X X X X X AP160. Projecten uitvoeren ter preventie van schooluitval en gedragsproblemen bij kinderen X X X X X X AP161. De speel-o-theek ondersteunen X X X X X X PBD30. Preventie en gezondheid Stad Sint Niklaas Pagina 33 van 40

89 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP162. Een lokaal gezondheidsbeleid uitwerken in overleg met externe partners X X X X X X AP163. De toegankelijkheid van de gezondheidszorg verhogen X X X X X X AP164. Een specifiek gezondheidsaanbod voorzien voor bepaalde doelgroepen X X X X X X AP167. Nieuwe inwoners kennis laten maken met de vrijetijdssector X PBD31. Inburgering als stap naar integratie Stad Sint Niklaas Pagina 34 van 40

90 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov : Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 AP165. Inzetten op de verhoging van de kennis van het Nederlands X X X X X X AP166. Bijzondere aandacht besteden aan anderstalige kinderen X X X X X X AP168. Aan de mobiliteit van nieuwkomers werken X X X X X X AP169. Samenlevingsproblemen detecteren, bespreekbaar maken, oplossingen formuleren, probleemprev X X X X X X AP170. Huwelijksmigratie in kaart brengen indien nodig sens.- en ontradingscamp X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 35 van 40

91 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP171. Een sociaal beleid voeren dat gericht is op inburgering en activering X X X X X X AP172. Inzetten op beleidsparticipatie X X X X X X PBD32. Senioren Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP173. Ouderenvriendelijke checklist van de Wereldgezondheidsorganisatie implementeren X X X X X X AP174. Specifieke acties opzetten om van leeftijdsvriendelijkheid een beleidsthema te maken X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 36 van 40

92 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP175. De rol van de stad als Dementievriendelijke Gemeente opnemen X X X X X X AP176. Voorzieningen voor ouderen monitoren X X X X X X PBD33. Welzijn en armoedebestrijding Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 AP177. Samenwerken voor een sociaal woonbeleid X X X X X X AP179. Een coherent armoedebeleid voeren X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 37 van 40

93 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP180. De vrijwilligerswerking ondersteunen X X X X X X AP181. De sociale cohesie bevorderen X X X X X X AP182. Een gericht en sociaal premie- en ondersteuningsbeleid voeren X X X X X X AP183. Optreden tegen sociale fraude X PBD34. Samenwerking met OCMW Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, , , ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 Stad Sint Niklaas Pagina 38 van 40

94 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 AP184. Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën X X X X X X AP185. Synergie opzetten tussen stad en OCMW als hefboom voor meer efficiëntie en rationalisering X X X X NPBD01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,71 I , , , , , , , , , , , ,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,71 APR01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid X X X X X X NPBD02. Ruimte, milieu en economie regulier beleid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 Stad Sint Niklaas Pagina 39 van 40

95 OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN nov :39 APR02 Ruimte, milieu en economie regulier beleid X X X X X X NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,29 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, , , , ,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,29 APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid X X X X X X NPBD04. Welzijn regulier beleid Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten E , , , , , , , , , , , ,00 I ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0, ,00 0,00 A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal , , , , , , , , , , , ,00 APR04. Welzijn regulier beleid X X X X X X Stad Sint Niklaas Pagina 40 van 40

96 Stad Sint Niklaas Grote Markt Sint-Niklaas NIS-code : Financieel Doelstellingenplan Secretaris Verhulst Johan Financieel beheerder Foubert Bart

97 M1 : Financieel Doelstellingenplan nov : Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo 1. Algemeen beleid en veiligheid PBDS E I A Overig E I A Algemene financiering Overig E I A Cultuur, vrije tijd en onderwijs PBDS E I A Overig E I A Ruimte, milieu en economie PBDS E I A Overig E I A Welzijn PBDS E I A Overig E I A Totalen: E I A Stad Sint Niklaas Pagina 2 van 3

98 M1 : Financieel Doelstellingenplan nov : Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo 1. Algemeen beleid en veiligheid PBDS E I A Overig E I A Algemene financiering Overig E I A Cultuur, vrije tijd en onderwijs PBDS E I A Overig E I A Ruimte, milieu en economie PBDS E I A Overig E I A Welzijn PBDS E I A Overig E I A Totalen: E I A Stad Sint Niklaas Pagina 2 van 3

99 Stad Sint Niklaas Grote Markt Sint-Niklaas NIS-code : DE STAAT VAN HET FINANCIËLE EVENWICHT Jaar van : 2014 Jaar tot : 2019 Secretaris Verhulst Johan Financieel beheerder Foubert Bart

100 Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht 29-nov :28 RESULTAAT OP KASBASIS I. Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten 1.a Belastingen en boetes b Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden c Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar Overige II. III. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten Andere (B-A) A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen b. Niet-periodieke aflossingen Toegestane leningen Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings Terugvordering van aflossing van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen b. Niet-periodieke terugvorderingen Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I + II + III) V. Gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar VI. Gecumuleerd budgettaire resultaat (IV + V) VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII) Bestuur : Stad Sint Niklaas / Meerjarenplan van jaar 2014 tot jaar 2019 Pagina 2 van 3

101 Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht 29-nov :28 AUTOFINANCIERINGSMARGE Autofinancieringsmarge (I-II) I. Financieel draagvlak (A-B) A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven excl.de nettokosten van schulden (1-2) Exploitatie-uitgaven Nettokosten van de schulden a. Kosten van de schulden b. Terugvordering van de kosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A + B) A. Netto-aflossingen van schulden Periodieke aflossingen van schulden Terugvordering van periodieke aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Kosten van de schulden Terugvordering van de kosten van de schulden Bestuur : Stad Sint Niklaas / Meerjarenplan van jaar 2014 tot jaar 2019 Pagina 3 van 3

102 dienst managementteam Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses diensten 19 december 2013

103 2 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

104 Inhoud INLEIDING 5 ALGEMEEN BELEID EN VEILIGHEID 7 1. FINANCIËN 7 2. DIENSTVERLENING 7 Communicatie 7 ICT 9 Onthaal 11 Meldpunt en ombudsdienst 11 Bevolking 12 Burgerlijke stand 12 Begraafplaatsen INTERNE ORGANISATIE 14 MT en beleidsondersteuning 14 Secretariaat 19 Archief 19 Personeel 20 PBW 27 Logistiek 31 Technische dienst 32 Openbare werken (administratie) 32 Gebouwen en schoonmaak VEILIGHEID 42 Politie 42 GAS 47 Gemeenschapswachten 48 Brandweer 49 Publieke veiligheid TRANSVERSALE THEMA S 55 Dienstverlening 55 Duurzaamheid 56 Diversiteit 76 Democratie 76 RUIMTE, MILIEU EN ECONOMIE WONEN NATUUR EN WATER PUBLIEKE RUIMTE ECONOMIE 86 Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

105 CULTUUR, VRIJE TIJD EN ONDERWIJS CULTUUR 89 Culturele instellingen integraal 89 Bibliotheek 113 Museum 118 Monumentenzorg 119 Kerkbesturen en religieuze gebouwen JEUGD TOERISME SPORT EVENEMENTEN ONDERWIJS 156 Stedelijk basisonderwijs 156 SAMWD 161 SASK 164 Flankerend onderwijsbeleid 169 WELZIJN WELZIJN ALGEMEEN KANSENBELEID EN ARMOEDEBESTRIJDING SAMENLEVING, INTEGRATIE EN BUURTWERKING OPVOEDINGSONDERSTEUNING KINDEROPVANG Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

106 Inleiding In oktober 2011 werd aan de diensten gevraagd om voor de omgevingsanalyse als volgt te werk te gaan: 1. Gegevens verzamelen met de DESTEP-methode DESTEP is een afkorting voor demografische, economische, sociaal/culturele, technologische, ecologische en politiek/juridische factoren. Het is een middel waarmee een beeld verkregen kan worden van de externe (macro-) omgeving waarin een organisatie actief is. Inzicht in de externe omgeving van een organisatie is van belang om effectief gebruik te maken van de kansen en bedreigingen veroorzaakt door het landschap waarin een onderneming opereert. Het komt er vooral op neer om relevante cijfergegevens te analyseren. 2. Informatie kaderen met de SWOT-analyse De SWOT-analyse staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. Het is een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en in de omgeving de kansen en bedreigingen analyseert. Voor de kansen en bedreigingen werd aan de diensten gevraagd gebruik te maken van de input van de DESTEP-methode. De meeste omgevingsanalyses bevatten de toestand van begin 2012, afhankelijk van de beschikbare data. De omgevingsanalyses in dit bundel werden gemaakt als basis voor beleidsvoorstellen van de stadsdiensten, onder meer met het oog op de verplichte bijlage bij het meerjarenplan In dit document wordt de structuur gevolgd van de beleidsdomeinen, waarna er een opsplitsing per dienst is. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

107 6 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

108 Algemeen beleid en veiligheid 1. Financiën De anlyse van de financiële toestand is opgenomen in deel I van de basistekst. 2. Dienstverlening Communicatie A. DESTEP-analyse Demografische factoren - De stad groeit sterk de laatste jaren, zowel naar aantal inwoners als naar aantal woningen en wijken. Ons klantenbestand groeit dus ook, net als de communicatie voor de verschillende doelgroepen. - Het aantal anderstalige inwoners is sterk toegenomen, maar de stad mag in principe enkel in het Nederlands communiceren (evt. met vertaling). Sociaal/culturele factoren - Meer dan 10 % van de inwoners van Sint-Niklaas bezocht in 2011 meer dan 6 keer een plein-, parkevement of een zomerfestival bezocht. Dat is bij het hoogste van alle centrumsteden (samen met Antwerpen en Gent). (bron: stadsmonitor) Technologische factoren - Intussen heeft 90 % van de bevolking de beschikking over een aansluiting op internet. - Groei sociale media (Facebook, Twitter ). - Evolutie naar het gebruik van open data: gegevens die in een open formaat ter beschikking worden gesteld aan derden. Het zin vaak datasets die in CSV, XLS of XML op een eigen server staan. Derden gebruiken deze infobronnen om eigen (vaak mobiele) toepassingen te bouwen. - Het gebruik van mobiele toestellen (smartphones, tablets) neemt zienderogen toe. Die toestellen hebben eigen applicaties die geoptimaliseerd zijn voor mobiel gebruik. Ecologische factoren - De jaarlijkse gratis beerruiming helpt het milieu niet vooruit, omdat de werking van de septische put op die manier onvoldoende gestimuleerd wordt. - Het gratis afleveren van huisvuilzakken en hondenpoepzakjes aan de infobalie is in strijd met het principe de vervuiler betaalt, dat de rode draad is in het afvalstoffenbeleid. Het zet de bewoners niet aan om het afval te beperken. - Duurzaamheid is een maatschappelijk beleidsthema geworden, op allerlei terreinen: energiebeheer, mobiliteit, afvalbeheer De stad vervult daarbij een voorbeeldfunctie. Politiek-juridische factoren - De regelgeving over de beleids- en beheerscyclus, die vanaf 2014 moet worden gevolgd, zorgt voor een radicaal andere aanpak van de beleidsplanning. - De fierheid over de stad ligt bij de laagste van alle centrumsteden (enkel Turnhout kent een nog lagere fierheid). Bovendien is dit cijfer tussen 2008 en 2011 verder gedaald van 59,5 % fiere respondenten naar 53,9 %. (bron: stadsmonitor) - De tevredenheid over de stad scoort laag in vergelijking met andere steden (72,5 %), maar de tevredenheid over de buurt ligt meer gemiddeld (79,5 %). (bron: stadsmonitor) Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

109 - Het vertrouwen in het stadsbestuur (27,1 %) ligt wel hoger dan in de federale en de Vlaamse overheid en dan in het gerecht en de politie, maar in vergelijking met de andere centrumsteden is dit aan de lage kant (bron: stadmonitor). - Over het algemeen en in vergelijking met andere centrumsteden is de bevolking vrij tevreden over de spreiding van informatie over en door de stad. Tussen 2008 en 2011 is die tevredenheid zelfs licht toegenomen. Er is het meest tevredenheid over informatie over activiteiten, het minst over de beslissingen van het stadsbestuur (bron: stadsmonitor) - De consultatie van de bewoners door het stadsbestuur is significant gedaald tussen 2008 en 2011: van 36,2 % naar 29,7 % van de bewoners die vindt dat ze voldoende geconsulteerd worden. Zoals bij andere indictaoren ligt dit bij het laagste van de centrumsteden. Dat is des te frappanter als ermee rekening wordt gehouden dat 39,6 % van de inwoners bereid is om mee te praten over wat er gebeurt in de stad, wat een gemiddelde score is. Er is met andere woorden een potentieel aan participatiebereidwilligheid dat de stad onaangeboord laat (bron: stadsmonitor). - Over de loketvoorzieningen van de stad zijn de meeste inwoners tevreden (81,4 %), wat een goede score is in vergelijking met andere centrumsteden (bron: stadsmonitor). B. SWOT-analyse Kansen - Inspelen op de groei van internet, in het bijzonder sociale media en mobiele ontwikkelingen. - Werken met open data om een bestandsuitwisseling te doen met andere partners. - Een grote participatiebereidheid in de stad, gecombineerd met een groot aantal buurt- en wijkcomités en een netwerk van socio-culturele verenigingen. - Diversiteit gestalte geven binnen de overheidscommunicatie, vooral in beeldmateriaal. - De heraanleg van de Stationsstraat en de op stapel staande (private en publieke) stadsvernieuwingsprojecten in de stadskern is een ideale gelegenheid om het imago van de stad als dynamische centrumstad verder rond op te bouwen. Bedreigingen - Steeds meer stadsgenoten zijn het Nederlands niet machtig. - De bevolking heeft het gevoel dat ze onvoldoende betrokken wordt bij het beleid. - De tevredenheid en de fierheid over de stad is niet hoog en is de laatste jaren nog afgenomen. - De stad voert met betrekking tot de afvalproblematiek een gratis-beleid voor sommige producten, wat het eigen ecologiebeleid ondergraaft. - De stad is onvoldoende voorbereid op een aantal bestuurlijke vernieuwingen (bv. beleids- en beheerscyclus, interne controle ). - Gevaar voor wildgroei van communicatiekanalen (bv. deelwebsites, folders ). Sterktes - Communicatie rond evenementen en activiteiten is goed, effectief en wervend. - De bundeling van meldingenbeheer en klachtenbehandeling zorgt voor een centraal aanspreekpunt. Zwaktes - Het gebrek aan beleidsdocumenten die het communicatiebeleid vorm moeten geven (bv. communicatieplan, crsiscommunicatie). Ook intern is dat het geval (bv. intern communicatieplan, actualisering en uitbreiding huisstijl, policy rond bring your own device, het gebruik van sociale media op de werkvloer). - De versnippering van het communicatiebeleid en de communicatieverantwoordelijken over de verschillende sectoren en instellingen. - Gebrek aan sturing nodig in doelgroepencommunicatie, zowel vormelijk als inhoudelijk. - Er is nog geen document management systeem geïmplementeerd, waardoor het moeilijk is om documenten te delen en te ontsluiten, zowel voor interne toepassingen als in het kader van openbaarheid van bestuur. 8 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

110 ICT A. DESTEP-analyse Algemene opmerking. De analyse weerspiegelt zowel de invloed op interne dienstverlening als externe. Demografische factoren Informatietechnologie is in 2012 breed doorgedrongen in alle leeftijdscategorieën van de bevolking. Studies tonen aan dat enkel de sociaal zwakkeren nog wat achterstand hebben bij de toegang tot internet. De stad biedt hier oplossingen met publieke internettoegang in de bibliotheek. Focus op internettoegang tot de diensten van de stad mag stilaan andere kanalen vervangen. Bij extrapolatie van onderzoekscijfers bedraagt de penetratiegraad waarschijnlijk meer dan 85% In de eerste helft van 2009 had 67 % van alle huishoudens in België toegang tot internet. In de eerste helft van 2007 was dat nog 7 % minder. Bron: (04/04/2012) Ook ouderen zijn sterk betrokken. Demografie heeft dan ook weinig invloed op ICT. Economische factoren De huidige economische omstandigheden hebben geen directe rechtstreekse invloed op interne of externe ICT dienstverlening. Een mogelijk onrechtstreeks effect zou kunnen worden veroorzaakt door het verminderen of stopzetten investeringen in ICT. Hierdoor zou de stad opnieuw een achterstand kunnen oplopen. Om de crisis het hoofd te kunnen bieden zou ICT kunnen worden gebruikt om het personeelsbudget onder controle te houden. Bijvoorbeeld, door bij elke pensionnering te evalueren of er met verbeterde processen, ondersteund door ICT geen VTE kan worden uitgespaard Het zou ook een goed idee zijn om op zoek te gaan naar verdere samenwerkingsverbanden met andere steden en gemeenten. Hierdoor kunnen investering en ondersteuningskosten worden verminderd en kan ook een grote innovatiepotentieel worden aangesproken. Sociaal/culturele factoren Inwoners raken meer en meer vertrouwd met informatietechnologie en sociale media. Het huidige dienstverleningsmodel van de overheid is nog sterk geënt op een traditioneel bureaucratisch model (iedere aanvraag dient ingediend te worden bij de respectievelijke overheidsinstantie). Burgers worden hieromtrent steeds kritischer en verwachten meer linked en open data enerzijds en geïntegreerde dienstverlening anderzijds (ons-stop shopping) Met een goede interne informatiearchitectuur moet dit mogelijk zijn met respect voor de proportionaliteit en finaliteit van de privacygevoelige data. (centrale toegang naar burger, gedistribueerde toegangsbeveiliging intern) Idem, maar nog meer uitgesproken, voor bedrijven. De stad zou als meest nabije overheid een veel meer ondersteunende rol moeten kunnen spelen naar bedrijven toe. Dit kan in de vorm van een digitaal eenheidsloket, ondersteund door een productencatalogus waarlangs aanvragen of meldingen kunnen worden doorgegeven aan de juiste instanties of diensten. Technologische factoren Internetpenetratie en mogelijkheid tot verregaande automatisering van processen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

111 Ecologische factoren Intern is er een grote stap gezet met de omschakeling naar Thin Clients die 95% minder energie verbruiken dan een PC. Extern kan ICT worden ingezet in het kader van smarter cities waar energie en verkeer kunnen worden gemonitord en geoptimaliseerd (meten is weten) Politiek-juridische factoren Het blijft moeilijk om gemeente en OCMW processen te automatiseren omwille van de complexe wetgeving. Software toepassingen moeten vertrekken van een heldere business proces analyse, wat wordt bemoeilijkt door de vele uitzonderingen, besluiten & aanpassingen op wetgeving. Onze traditionele software partners dienen het grootste deel van hun effort te stoppen in het vertalen van wetgeving in software, waardoor het verbeteren en koppelen van softwaretoepassingen op het achterplan geraakt. Dit vormt ook een grote innovatie- en toetredingsdrempel voor andere bedrijven. Indien hier geen structurele aanpak komt op Vlaams en Federaal niveau, zullen steden en gemeenten nog lang achterop blijven sukkelen. Het voorbeeld van de PrimaWeb+ analyse van de POD Maatschappelijke Integratie is hier treffend. Een nieuwe toepassing ontwikkelen voor het beheer van sociale dossiers voor OCMW s zou Euro kosten, vooral omwille van de complexiteit van wetgeving en rapportering B. SWOT-analyse Kansen - Sint-Niklaas heeft een grote inhaalbeweging gemaakt op gebied van ICT infrastructuur. We kunnen nu beginnen aan de inhaalbeweging op gebied van software en toepassingen. We kunnen hierbij ook weer veel leren uit de ervaring van anderen. - Door de moderne infrastructuur en de verregaande samenwerking met de Vlaamse ICT organisatie raken leveranciers geïnteresseerd in Sint-Niklaas als partner. We zouden met voldoende ondersteuning vanuit de verschillende diensten- moeten gebruik kunnen maken van dit momentum om nieuwe technologieën en systemen uit te testen. Het proeftuinproject van Fifthplay (IncityS) is hiervan een goed voorbeeld. (maar ook samenwerkingen met Infront, Fusebox, Convenso, Microsoft, Syntigo, ) bieden goede perspectieven. - Samenwerking op Waas niveau zou een zeer goede stap voorwaarts kunnen zijn. Een aantal gemeenten zijn hier klaar voor. Sint-Niklaas zou zijn infrastructuur kunnen uitbreiden om ook deze gemeenten te ondersteunen. Bedreigingen - Impact van crisis op investeringen - Verder afgrendeling van de markt door traditionele spelers (CIPAL, CEVI, Schaubroeck) Sterktes - Goed netwerk in samenwerking met V-ICT-OR en centrumsteden - Aanwezige competenties op gebied van netwerk en systeembeheer in het ICT team - Zeer performante ICT infrastructuur aanwezig, goed fundament voor verder informatisering - Onafhankelijkheid van traditionele leveranciers voor infrastructuur Zwaktes - Beperkte mobiliteit van personeel. Medewerkers die zwak presteren, werken demotiverend op het team - Beperkte mogelijkheid tot aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel - Afwezigheid van een goede project management structuur binnen de organisatie (verticaal georganiseerde dienstverlening), waardoor medewerkers niet effectief kunnen worden ingezet binnen projectteams. - Afhankelijkheid van traditionele leveranciers voor software 10 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

112 Onthaal Niet opgemaakt. Meldpunt en ombudsdienst Zie omgevingsanalyse communicatie voor algemeen meldpunt en ombudsdienst. Meldpunt discriminatie A. DESTEP-analyse - Grote actieradius van het meldpunt : alle burgers die wonen of zich op het grondgebied van het werkingsgebied van het meldpunt discriminatie bevinden en die slachtoffer of getuige zijn van een discriminerende daad: Hamme, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster. - Heel veel organisaties, diensten en verenigingen die werken met personen die kwetsbaar zijn en mogelijks gediscrimineerd worden: hulpverlening, dienstverlening, - Groot aanbod van sociale en culturele activiteiten. Is er participatie zonder onderscheid in het sociale en culturele leven. Zowel op vlak van toegankelijkheid, positieve acties naar doelgroepen, zijn de reglementeringen evenwichtig? - Grote behoefte aan betaalbare woningen. Huisvesting is een aandachtspunt. Er is een steeds grotere groep kansarmen en een kleiner aanbod van betaalbare woningen, een te kort aan grote woningen. Lange wachtlijsten bij huisvestingsmaatschappijen, sociaal verhuurkantoor. Grote behoefte aan woningen voor CAW, begeleid wonen. Schaarste is een voedingsbodem voor discriminatie. - Meldpunt is niet bekend bij de burger en er is geen systematische doorverwijzing door hulopverleners.. - Diversiteitsbeleid/gelijke behandelingsbeleid verdient meer aandacht B. SWOT-analyse Sterktes - Wetgevend en juridisch kader - Decreet van houdende een kader voor het gelijke kansen en gelijke behandelingsbeleid - Wet van ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie - Wet van ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen - Wet van tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden - Toegankelijkheidswetgeving (vn-conventie personen met een handicap) - Ondersteuning door Gelijke Kansen Vlaanderen en Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding Zwaktes - Bekendheid bij burger en diensten - Betrokkenheid bij gelijke kansenbeleid en diversiteitswerkingen - Samenwerkingsverbanden met andere besturen/diensten en verenigingen - Doorverwijzing naar meldpunt Kansen - Werkingsgebied, grote actieradius - Vlaams beleid - Potentieel aan bestaande diensten en organisaties - Diversiteitswerking ontwikkelen - Geïntegreerde acties Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

113 Bedreigingen - Vlaams beleid: beperkte middelen om meldpunt te ondersteunen (1/2 medewerker) - Ontbreken van correcte discriminatiecijfers Bevolking Niet opgemaakt. Burgerlijke stand Niet opgemaakt. Begraafplaatsen A. Oppervlakte en aantal teraardebestellingen Tereken: Oppervlakte: 8,5ha Aantal teraardebestellingen: Heimolen: Oppervlakte: 19ha Aantal teraardebestellingen: Sinaai: Oppervlakte: 2,5ha Aantal teraardebestellingen: Belsele: Oppervlakte: 1,5ha Aantal teraardebestellingen: Nieuwkerken: Oppervlakte: 1,5ha Aantal teraardebestellingen: Puivelde: Oppervlakte: 0,13ha Aantal teraardebestellingen: 590 Tinelkerkhof: 0,85ha B. Onderhoud In 1988 werd begraafpark Tereken gesloten en sindsdien worden hier enkel nog bijzettingen uitgevoerd. Op regelmatige basis (iedere 2 3 jaar) worden de grafzerken van niet-hernieuwde concessies verwijderd. De vrijgekomen zones worden steevast aangelegd en onderhouden volgens de principes van het harmonisch park- en groenbeheer. Dankzij deze en andere ingrepen evolueert begraafplaats Tereken langzaam maar zeker in een begraafpark. Bij de aanleg van begraafpark Heimolen werd onmiddellijk veel aandacht besteed aan de beplanting. Nu is er, net zoals op begraafpark Tereken, een zeer grote biodiversiteit aanwezig. Alle begraafparken en -plaatsen vormen dan ook groene en rustige oases in het centrum of aan de rand van de stad/gemeente met vele mogelijkheden tot bezinning of ontspanning. C. Teraardebestelling Sinds 1981 neemt het aantal crematies gestaag toe. In 2009 werd het crematorium van intercommunale Westlede op begraafpark Heimolen in gebruik genomen. Dit bracht geen drastische 12 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

114 verhoging teweeg in het aantal crematies van Sint-Niklazenaren, enkel het aantal asverstrooiingen van niet-inwoners nam toe. Op Heimolen zijn reeds 7 op 10 teraardebestellingen een asverstrooiing of bijzetting van een asurne. Op de begraafplaatsen van de deelgemeenten houdt men echter nog sterk vast aan het traditionele : het onderhoud van de begraafplaatsen mag niet afwijken onkruid of langer gras wordt niet getolereerd en crematies zijn nog steeds niet volledig ingeburgerd Bij de aanleg van nieuwe perken moet dan ook steeds rekening gehouden worden met het type teraardebestellingen: nieuwe asweide, grotere perken voor teraardebestellingen van kisten, nieuwe urnenvelden, D. Concessies In 2011 werden 516 concessies aangegaan of hernieuwd. Het totaalbedrag bedroeg: kosteloze concessies: betalende concessies: hernieuwde concessie: E. Funerair erfgoed Begraafpark Tereken beschikt over een groot aantal oude grafzerken. Ondanks eerdere grootschalige ontruimingsfases werden meerdere zerken met grote architecturale en culturele waarde behouden. Op de andere begraafplaatsen is dit vrij beperkt, maar werden grafzerken behouden om de begraafplaatssfeer te behouden. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

115 3. Interne organisatie MT en beleidsondersteuning A. Analyses rond het stadsbestuur als organisatie 1. Profielanalyse leidinggevenden In 2009 voerde de dienst loopbaanbegeleiding, met behulp van de Persoonlijke Profielanalyse van Thomas International, een onderzoek naar het profiel van de gemiddelde leidinggevende in onze organisatie. De doorlichting van het werkgedrag van 69 leidinggevenden gaf het beeld van een communicatieve en specialistische manager, die mensgericht en sociaal ingesteld is en niet van conflictsituaties houdt. Hij heeft moeite met delegeren en disciplineren. Het is een profiel dat eigen is aan de aard van onze organisatie: een administratie waarin vakkennis en specialisatie vereist is, en waarin het managen van mensen en middelen wellicht minder aan de orde is (weinig budgetverantwoordelijkheid, weinig beslissingsbevoegdheid). Globaal gezien heeft onze organisatie een tekort aan besluitvaardige leidinggevenden die de zaken durven veranderen en die durven plannen op lange termijn. De audit leverde o.a. volgende aanbevelingen op: Voor de leidinggevende als individu - Cultiveren van zelfkennis, stilstaan bij het eigen leidinggevend gedrag op basis van de bevindingen in het rapport - Oog hebben voor mogelijke ontwikkelpunten en zelf hiervoor actie ondernemen. Voor de directe leidinggevende - Rekening houden met de aanbevolen aanpak uit het feedbackrapport; het rapport bespreken bij de functioneringsgesprekken - Stilstaan bij de favoriete gedragsstijl als leidinggevende (cfr. aanbeveling als individu) en, afhankelijk van de persoon, die stijl gebruiken waarmee de meeste resultaten worden bereikt. - De ondergeschikte leidinggevende steunen bij het nemen van beslissingen, zeker wanneer die buiten zijn vakgebied vallen, positieve en negatieve feedback geven (sturen). - Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en rol duidelijk vastleggen (hiërarchische lijn bepalen) en bespreken, vanaf het moment dat de leidinggevende rol wordt opgenomen maar ook regelmatig daarna. - Meer aandacht voor communicatie: beslissingen laten doorstromen en achtergronden ervan, openstaan voor communicatie vanuit de basis. - Opvolgen en meewerken aan de ontwikkeling van de onderschikte leidinggevende. Voor het bestuur - Hiërarchische lijn respecteren: het is voor veel leidinggevenden moeilijk werken wanneer er opdrachten komen via diverse kanalen. - Eenduidige beslissingen nemen en vermijden om af te stappen van eerder ingenomen standpunten: dit zaait verwarring bij de leidinggevenden die over het algemeen nood hebben aan zekerheid om tot optimale prestaties te komen. - Steun geven wanneer de leidinggevende de voor hem niet natuurlijke rol opneemt van evaluator en disciplineerder. - Aangeven van wat van de leidinggevende wordt verwacht: ontwikkeling van een gemeenschappelijk standpunt (missie) en bepaling profiel. - Aandacht hebben voor het aanwezige potentieel in de leidinggevende: beseffen dat de gemiddelde leidinggevende meer expertmanager dan sturende leidinggevende is en welke beperkingen dit inhoudt. - Indien men krachtdadiger leiderschapskwaliteiten in de organisatie wenst: beseffen dat dit potentieel in hoofdzaak buiten de organisatie ligt, dat er randvoorwaarden moeten worden vervuld om de job aantrekkelijker te maken en zo de gewenste profielen aan te trekken: verloning, vrijheid van handelen (beslissingsbevoegdheid, budgethouderschap), omkadering (bijvoorbeeld administratieve ondersteuning). 14 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

116 Voor de dienst personeel - In het selectieproces afstappen van kennis als centraal gegeven, meer testen op leidinggevende kwaliteiten. Meer experten in selectie in de jury, minder vakspecialisten. De jury moet rekening houden met het door de organisatie vooropgestelde profiel. De mogelijkheden van PPA-rapporten meer benutten. Variatie in selectietools en methoden uitbreiden. - Ondersteuning bieden door ontwikkeling van accuratere jobprofielen, gebaseerd op competenties. - Procedure uitwerken hoe taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en rol vastgelegd kunnen worden. - Ontwikkeling van de ideale profielen die onze organisatie nodig heeft. - Vorming aanbieden in functie van de gewenste profielen, ondersteuning bieden bij uitwerking van persoonlijke ontwikkelingsplannen. - Evaluatieproces sturen en ondersteunen. Voor het managementteam - Het proces van groei en ontwikkeling van de leidinggevenden in onze organisatie bewaken. - Advies geven over de richting die de leidinggevenden moeten uitgaan door bijvoorbeeld actief mee te werken aan het opstellen van competentieprofielen voor leidinggevenden. 2. Analyse Quattro Development De Persoonlijke Profielanalyse van de leidinggevenden gaf aan dat de meesten onder hen behoefte hadden aan training rond assertiviteit, overtuigingskracht, omgaan met conflicten, delegeren, besluitvaardigheid en resultaatgericht werken. Voor elke leidinggevende werd een persoonlijk vormingstraject ontwikkeld, met opleidingen gegeven door docenten van Quattro Development (september 2010-juni 2011). Quattro Development maakte na afloop van het begeleidingstraject een analyse van onze organisatie op: - De gehele organisatie is erg operationeel, dit wil zeggen business as usual. Er is weinig voeling met de gehele strategie, met de globale doelstellingen. Werken met doelstellingen is nog ver van hun bed. De visie en missie zijn onbekend (zelfs die van de dienst). Ook het witboek is grotendeels onbekend (men weet wel dat het er is, maar men kent de inhoud niet). - De operationele leidinggevenden hebben het gevoel er alleen voor te staan. Globaal ervaart men weinig ondersteuning van het hogere niveau. Als medewerkers naar het bestuur stappen, wordt de rechtstreekse chef per definitie in het ongelijk gesteld. De autoriteit van de chef wordt hierdoor uitgehold. Het bestuur is ook heel operationeel bezig en doorkruist de plannen van de operationele chef. Operationele chefs die veranderingen willen doorvoeren in hun werking ervaren niet dat ze gesteund worden in hun plannen. De implementatie van nieuwe ideeën verloopt niet vlot. Anderen (in concreto leidinggevenden van de lagere hiërarchie) aanspreken op hun verantwoordelijkheid gebeurt veel minder. Het verticale escalatiesysteem tot op het hoogste niveau verloopt heel goed en op die manier hebben de mensen van de hoogste rang steeds ontzettend veel werk. - Coachend leidinggevend is hiermee ook nog een moeilijke oefening. De leidinggevenden zijn niet gewend om te coachen. Mede door de sterk overheersende operationele stijl, functioneren veel leidinggevenden als een postbode en controleur, als een verantwoordelijke die de winkel doet draaien. Aandacht voor ontwikkeling van medewerkers is gering. Het lijkt een noodzakelijk kwaad omdat het elders ook gebeurt. Het is niet gekoppeld aan of gekaderd binnen een strategie. Eén van de grote moeilijkheden is dat veel deelnemers kind zijn van hun eigen organisatie. Daarmee wordt bedoeld dat ze geen voorbeelden kennen of zien van mensen die inspirerend, coachend en modern leidinggeven. 3. SWOT-analyse door het MT Het managementteam (MT) maakte, ter voorbereiding van de oefening rond de hertekening van de organisatiestructuur (het latere Forumproject), in 2010 volgend overzicht van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de huidige organisatie. Sterktes - Aanspreekbaarheid ambtelijke en politieke top omwille van schaal organisatie. - Pragmatisch ingestelde en oplossingsgerichte ambtenaren met aandacht voor procedures. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

117 - Deskundigheid, ervaring en motivatie aanwezig in de verschillende onderdelen van de organisatie. - Er is een grote bereidheid tot samenwerking in projecten en dienstoverschrijvende dossiers. Zwaktes - Een te kleine groep personeel (waaronder bepaalde diensthoofden) neemt te veel werk op zich en kan onvoldoende terugvallen op hun diensten, waardoor de motivatie daalt. Er is ook veel onduidelijkheid over rollen, taakomschrijvingen en bevoegdheden, vooral voor leidinggevenden. En hierbij aansluitend: een te grote basis, die te veel uitvoerende taken of oneigenlijke taken uitvoert. - Overbemanning in bepaalde sectoren, onderbemanning in andere. Dat laatste laat zich vooral voelen bij de hoger opgeleide ambtenaren en de totale afwezigheid van beleidsondersteuning. - Verkokering in departementen, steeds grotere versnippering van diensten, te lange communicatielijnen. - Weinig transparante en gebruiksvriendelijke interne processen en procedures, gebrek aan controle en planning, weinig responsabilisering. - Het managementteam heeft geen profiel en mist slagkracht binnen de organisatie. Dit is deels te wijten aan de oorspong van de samenstelling: departementschefs kregen een bijkomende taak in hun reeds overvol pakket. Hun rol als departementschef blijft prevaleren en zelfs in die rol merkt men dat het leidinggevende en coördinerende aspect dikwijls naar de achtergrond verschuift omwille van andere prioritaire taken. - De hoofdtaak van het MT, namelijk meedenken op strategisch niveau en taken verrichten die verband houden met de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie, wordt hierdoor onvoldoende opgenomen. Er is weinig globale visieontwikkeling over organisatie en intern beleid. Men spreekt te veel vanuit en voor zijn eigen winkel, maar dat is logisch gelet op de directe verbondenheid met een departement. - Gebrek aan globale, geïntegreerde of gedragen beleidsvisie op lange termijn (bv. op het vlak van dienstverlening, van personeelsbeleid). Kansen - Enkele leidinggevende functies die momenteel niet ingevuld zijn, maken een wijziging aan de organisatiestructuur mogelijk. - Kerntakendebat, op voorwaarde dat dit sereen en grondig gevoerd kan worden en dat hieruit conclusies getrokken kunnen worden die achteraf in de praktijk worden gebracht. - Geplande verhuis van stadsdiensten kan een nieuw begin zijn om het werk en de organisatie van de diensten te herverdelen. - Synergie met het OCMW, als middel tot schaalvergroting, efficiëntiewinst en specialisatie. - De nieuwe beleids- en beheerscyclus vanaf 2013, die de beleidsplanning zal professionaliseren. - De moderne communicatietools (internet, intranet, instant messaging ) laten toe transparant te communiceren binnen de organisatie en processen te vereenvoudigen. - Het gemeentedecreet biedt mogelijkheden om vernieuwend te werken. - Het creëren van functies als kwaliteitscoördinator, organisatiedeskundige, strategisch analist kan de kwaliteit en het rendement van de organisatie op een hoger niveau tillen. - Het competentiemanagement is een bescheiden eerste stap naar een hr-beleid. Bedreigingen - Steeds meer bijkomende opgelegde taken, onder meer door de regeldrift van Vlaanderen, die in verhouding niet gevolgd worden door bijkomend personeel. - De politieke en ambtelijke cultuur, die doorgaans behoudsgezind is. - Bij besparingen worden niet steeds rationele keuzes gemaakt. 4. Maturiteitscan Thetis In het najaar 2011 werd een maturiteitsscan van onze organisatie afgenomen door de firma Thetis. Basisconcept: de goede werking van een organisatie wordt bepaald door het gedrag van de personen die tot de organisatie behoren. 500 personensleden werden bevraagd. Alle diensten en alle niveaus kwamen aan bod. 16 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

118 De scan focust op: - Richten: wat zijn de doelstellingen van de organisatie en zijn ze een algemeen aanvaarde leidraad? - Sturen: weten de medewerkers hoe ze moeten handelen om de doelstellingen te bereiken? - Realiseren: worden de juiste dingen gedaan om het verwachte resultaat te bereiken? - Communicatie - Leerklimaat - Uitbouw van succesfactoren - Meerwaarde voor de klant. Op volgende punten scoorde de organisatie positief: - Er wordt samen met de klant naar een meerwaarde gezocht. - De organisatie ondersteunt de dienstverlenende medewerker in de manier waarop met de klant wordt omgegaan. - Medewerkers voelen zich voldoende ondersteund door hun leidinggevende. - Er wordt bewust gewerkt aan het bepalen en ontwikkelen van competenties. - Medewerkers voelen zich betrokken bij wat het stadsbestuur wil bereiken. - Medewerkers ervaren hun job over het algemeen als stimulerende uitdaging en vinden dat hun dienst vrij succesvol is. - Medewerkers zijn zich bewust van de beperkingen inzake loopbaanmogelijkheden maar accepteren dit. Aan volgende bevindingen, die zich gelijkmatig over alle diensten en niveaus situeren, kan volgens de onderzoekers duidelijk worden gewerkt: - De organisatiedoelstellingen zijn onduidelijk bepaald en niet vertaald tot op het niveau van de diensten. Er wordt ad hoc gewerkt en doelstellingen worden doorkruist. Dit uit zich ook in de communicatie, waar diverse signalen vanuit diverse hoeken de deur openen voor interpretatie in functie van eigen wensen en prioriteiten en voor distantiëring van opdrachten. - De samenwerking tussen diensten ervaren de onderzoekers als het grootste probleem in onze organisatie. De samenwerking is niet alleen onvoldoende, men weet ook niet goed tot welk doel er moet worden samengewerkt en wat de meerwaarde daarvan is. - Er wordt weinig gevolg gegeven aan onderpresteren (bevinding van zowel leidinggevenden en medewerkers). Confrontatie met niet wenselijk gedrag wordt uit de weg gegaan, men voelt zich geremd door de organisatie, er is hiervoor geen draagvlak. Er is prestatiebelemmerend gedrag merkbaar (dit kan zich uiten in vb. ontlopen van verantwoordelijkheid, cynisme, stielbederving door hen die harder willen werken). Hier bevelen de onderzoekers aan om leidinggevenden de instrumenten te geven om daadkrachtig op te treden. 5. Aanbevelingen visitatiecommissie Stedenfonds Op het vlak van bestuur en organisatie gaf de visitatiecommissie van het stedenfonds in het najaar 2011 aan dat er acties nodig zijn ter opvolging en verbetering op het vlak van: - ontwikkelen langetermijnvisie - professionalisering - doorbreken van verkokering - projectmatig werken. Gebrek aan langetermijnvisie. (aanbeveling 1, 4, 7, 10, 11) Parafrasering: De keuzes van de stad zijn onvoldoende duidelijk. Dat leidt tot een beleid dat de geit en de kool spaart, maar dat als gevolg heeft dat er op veel vlakken geen duidelijk profiel is. Willen we duurzame gebouwen of willen we zoveel mogelijk, niet noodzakelijk duurzame, gebouwen om verenigingen een thuisbasis te geven? Willen we een echt economisch beleid voeren of erkennen we dat het stadsbestuur te weinig impact heeft, waarbij we ons tevreden stellen met goede contacten met de bestaande stakeholders? Laten we het wegwerken van het tekort aan sociale huisvesting aan de traditionele huisvestingsmaatschappijen of gaan we op zoek naar middelen om als stad zelf de regie in handen te houden? Beperken we ons tot losstaande ad-hoc initiatieven met betrekking tot armoedebestrijding of gaan we samen met het OCMW voor een echt beleid? En misschien nog de Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

119 belangrijkste vraag: eens we voor een bepaalde visie gekozen hebben, houden we ons er dan aan of vergeten we die om in te kunnen spelen op zogenaamde opportuniteiten? Gebrek aan professionele aanpak. (aanbeveling 2, 9, 16) Parafrasering: Het viel de visitatiecommissie op een aantal vlakken op dat er weinig metingen zijn om het beleid te staven. Dikwijls wordt er op het gevoel, vanuit de buik, bestuurd. Indicatoren worden amper bijgehouden, er is geen centrale dataverwerking. Cijfergegevens die beschikbaar zijn, worden in het beste geval geraadpleegd, maar worden nauwelijks geanalyseerd, laat staan dat het beleid erop afgestemd wordt. Externe expertise rond technische thema s wordt wel al ingehuurd, maar er wordt weinig aan gedaan om de interne expertise te verhogen. Financiële analyses bv. worden tot op heden niet intern uitgevoerd. Verkokering en navelstaarderij. (aanbeveling 3, 4, 8, 10, 12, 13, 15, 16) Parafrasering: De diensten leven te veel op een eiland. Een heel aantal aanbevelingen wijzen in deze richting. Deze vaststelling is daarom misschien wel het belangrijkste werkpunt. Ten eerste speelt de verkokering van de diensten. Duurzaamheid bijvoorbeeld wordt gepercipieerd als zijnde een materie van de milieudienst, waarmee andere diensten niets te maken hebben. Ten tweede tussen de administratie en de mandatarissen: dat de visitatiecommissie heeft vastgesteld dat er met betrekking tot de aanpak van kansarmoede een verschil in benadering is, is een gevolg van een gebrek aan overleg en onderlinge afstemming op dit vlak. Ten derde tussen het stadsbestuur en (alle) externe stakeholders: de samenwerking met het OCMW (het enige ander lokaal bestuur in Sint-Niklaas) kan nog veel verbeteren, maar ook met alle relevante actoren in het middenveld. Nu lijkt het soms alsof ieder zijn eigen programma heeft dat uitgevoerd moet worden: er wordt te veel gekeken naar de eigen inspanningen, te weinig naar de effecten die die teweegbrengen. Nochtans zijn het de effecten, de maatschappelijke veranderingen, die van belang zijn. Ten vierde ook tussen de stad en andere steden en gemeenten: alle steden kampen min of meer met dezelfde problemen. Toch is de stap voor velen te groot om over het muurtje te kijken. Nood aan projectmatige aanpak. (aanbeveling 3, 14) Parafrasering: In de aanbevelingen van de visitatiecommissie wordt een projectmatige aanpak voorgesteld als een werkbare oplossing om de verkokering en het gebrek aan focus te doorbreken. Eigenlijk heeft men het over programmamanagement, dat nog een stap verder gaat. Bijna elke dag worden we geconfronteerd met het gebrek eraan: afspraken worden niet opgevolgd of vergeten, procedures zijn niet beschreven of worden onvoldoende gecommuniceerd, waardoor er veel tijd verloren gaat en waardoor we voor bepaalde terugkerende projecten telkens opnieuw het warm water moeten uitvinden. Alles wat niet specifiek tot het beleidsdomein van één dienst behoort, riskeert vroeg of laat te verzanden. Elke vraag die buiten de routinetaken valt, dreigt door de mazen van het net te glippen. In zo n gevallen neemt niemand er de verantwoordelijkheid voor op, want die is niet toegewezen. De goede ziel die toch een dossier naar zich toetrekt, riskeert daarmee opgezadeld te worden voor de rest van zijn loopbaan, bovenop zijn reguliere taken. Het gevolg is dat de meesten hun werk afschermen, zich op allerlei manieren indekken en de zwarte piet doorspelen aan een ander. 18 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

120 Secretariaat A. DESTEP-analyse Demografische factoren Bevolkingscijfer: > inwoners => aantal raadsleden wordt opgetrokken van 39 tot 41. Technologische factoren nieuwe ontwikkelingen gebruiken als instrumenten voor raadsleden en schepenen: Ipad, videoconferentie voor het college tijdens de vakantiemaanden, softwaretoepassingen voor notulering beslissingen, briefregistratie, e.a. Ecologische factoren ecologische voetafdruk secretariaat? kan wellicht beter => teveel papier, meer elektronisch informatie en data ter beschikking stellen. Secretariaat is een grootverbruiker inzake fotokopieën. Politiek-juridische factoren Wijziging gemeentedecreet gepland tegen zomer Impact? nog niet duidelijk. Vanaf 2013 OCMW-voorzitter in college. B. SWOT-analyse Kansen - Nieuwe bestuursperiode: invoeren software met databasefunctie voor notulering college en gemeenteraad; - Forum-project: heroriëntering dienst secretariaat: dienst opnemen onder zuil beleidsondersteuning als administratieve ondersteuning. Bedreigingen - Te krappe personeelsbezetting om alle werk te doen. Sterktes - Gestroomlijnde processen vaak op wettelijke basis. Zwaktes - Geen dossieropvolging mogelijk. - Problemen met opzoekingen beslissingen wegens ontbreken van een database. Archief A. DESTEP-analyse Technologische factoren Groei digitale administratie en archiefbeheer. Politiek-juridische factoren Veranderende regelgeving: impact van Vlaams archiefdecreet. B. SWOT-analyse Kansen - arbitraire werkwijze bij overdracht van archiefbestanden kan omgeschakeld worden naar een gestroomlijnde procedure, met responsabilisering van de diensten en aandacht voor digitaal archief Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

121 - gestructureerd overleg met Wase archivarissen via het Waas Archievenoverleg (WAO) en de Erfgoedcel Waasland biedt uitzicht op professionalisering, uitwisseling van expertise en uitwerking van regionale initiatieven - afgeronde technische voorbereiding van bouwprogramma voor nieuw archief biedt perspectief op betere bewaar- en werkomstandigheden, ook met aandacht voor relatief nieuwere archiefdragers (films, dvd s, cd s, diskettes e.d.m.) - verworven inzichten en ervaring qua preservatie en conservatie geven mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe acties terzake - recente Vlaamse regelgeving voor openbare archieven kan leiden tot professionalisering en versterking kwaliteitsniveau van stedelijk archiefbeheer Bedreigingen - medewerking aan of uitvoering van erfgoedprojecten kan een onevenwicht in tijdsverdeling met fundamentele archieftaken tot gevolg hebben - snel groeiende automatisering zou de wettelijke bewaaropdracht van het archief in het gedrang kunnen brengen - verwarrende en tegenstrijdige wetgeving op federaal en Vlaams niveau schept onduidelijkheid inzake administratieve bevoegdheid t.o.v. lokale besturen Sterktes - permanente bereikbaarheid tijdens werkweek (8 tot 12 uur; 13 tot 17 uur) vlotte, klantgerichte service inzake opzoekingen, raadplegingen, tijdelijke ontleningen voor stadsadministratie en publiek - goede interne communicatie, soepele teamwerking, geregeld informeel en formeel overleg - openheid naar andere diensten en erfgoedactoren bereidheid tot samenwerking op verzoek of uit eigen initiatief - specifieke knowhow op archieftechnisch en lokaal historisch vlak (kennis van geschiedenis en bronnen) en op het gebied van projectwerking (conservatie en erfgoededucatie) Zwaktes - werkplekken té krap, niet gegroepeerd en onvoldoende afgestemd op verscheidenheid aan opdrachten (bv. vermenging administratief werk, leeszaalraadpleging en verwerking van neerleggingen en schenkingen) heeft verlies aan efficiëntie tot gevolg - depots bieden geen garanties voor goede bewaring vormen ernstige hinderpaal voor actieve acquisitiepolitiek - schoning en verwerking van neerleggingen is grotendeels ten laste van de archiefdienst jaarlijks stijgende werklast door aangroei hedendaags archief gebrek aan planmatige overdrachtsaanpak - nog geen volledige inventarisering van hedendaags archief en andere bestanden, wat ontsluiting bemoeilijkt - digitaal archiveren van stadsdiensten is onvoldoende gestructureerd en op elkaar afgestemd Personeel A. SWOT-analyse personeelsbeleid Sterktes - Het personeel van de dienst is goed aanspreekbaar. - De basisdienstverlening verloopt correct (lonen, maaltijdcheques, prikklok, ). - Een objectieve behandeling van de personeelsdossiers is gegarandeerd. - Veel gedreven ambtenaren met een goede vakkennis. - De beschikbaarheid van een geïntegreerde software voor personeelsbeheer, waardoor veel beheersprocessen (loon/tijdsregistratie) geautomatiseerd zijn. - Vorming wordt door het bestuur, de leidinggevenden en de medewerkers aanzien en aanvaard als een recht en een plicht. - De middelen (bestaffing, processen en procedures) zijn aanwezig voor een goed personeelsbeleid. 20 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

122 Zwaktes - Er is geen gemeenschappelijk visie of doelstellingenkader dat de verschillende HR-cellen met elkaar verbindt en het personeelsbeleid eenvormig stuurt. - Er is geen personeelsverantwoordelijke, die de onderlinge cellen coördineert en aanspreekpunt is voor beleidskwesties. - Geen personeelsbehoefteplan noch personeelsplanning op middellange of lange termijn, over elke vraag tot vervanging of bijkomend personeel wordt ad hoc beslist waardoor er geen monitoring is voor personeelsuitgaven noch een planning is voor de selectieprocedures - De doorlooptijd van selecties is lang. - De klassieke advertenties bereiken niet altijd de gewenste doelgroepen. - De selectiejury bestaat te weinig uit selectiedeskundigen. - Niet elk personeelslid krijgt periodiek een evaluatiegesprek en/of functioneringsgesprek. - De procedure rond evaluatie en functioneringsgesprekken gaat voor op de kwalitatieve inhoud ervan. - De dienst loopbaanbegeleiding wordt te laat of niet betrokken bij personeelsproblemen. - Er zijn te weinig HRM-tools, de technische (informatica)-mogelijkheden worden nog niet volledig gebruikt. - Gebrek aan kennis over personeelsprocedures/wetgeving in de organisatie, communicatie van leidinggevenden over personeelszaken is niet altijd correct. - De ruimtelijke indeling van de dienst (twee verdiepingen met diverse aparte kamers) vergroot de verkokering van de cellen. - Weinig loopbaanbeleid, zowel vertikaal als horizontaal. De mobiliteit van het personeel is beperkt. Naast de formele procedure interne mobiliteit, die weinig wordt gebruikt, bestaan er geen procedures voor gewone mutaties (= nieuwe interne dienstaanwijzing). Er is geen visie rond de keuze werving/bevordering/interne mobiliteit. Diverse partijen mengen zich, lobbyen loont. - De leidinggevenden minimaliseren hun rol in de HRM-processen en verwachten te veel en te vlug dat anderen (dienst personeel, stadssecretaris, schepen, ) hun personeelsproblemen oplossen. Kansen - Delegatie van aanstellingsbevoegdheid naar de secretaris, delegatie van het dagelijks personeelsbeheer naar de adjunct-secretaris. - Nieuwe HRM-software als geïntegreerd pakket (in voorbereiding). - De geïntegreerde software biedt mogelijkheden tot aanlevering van cijfergegevens en statistieken rond personeelsbeheer en HRM, die als basis kunnen dienen voor een meer strategische aanpak van het personeelsbeleid. - Nieuw strategisch beleidsplan en mogelijkheid tot andere aanpak personeelsplanning (nieuwe legislatuur). - Uitstroom biedt kansen voor andere invullingen en herschikking van takenpakketten. - De diverse partijen voelen zich betrokken bij het personeelsbeleid, er is bereidheid uit diverse hoeken om mee te denken over een nieuwe werkwijzen. - Competentiebeleid verder uitbouwen als basis voor selectie, vorming, beoordeling en waardering. - De leidinggevenden kunnen geresponsabiliseerd worden, in hun rol als chef en in hun rol in het strategisch HRM-beleid. Bedreigingen - Verlies van knowhow door pensioneringen in een verouderd personeelsbestand. - Beperkte mogelijkheden qua verloning/beloning. - Zware en rigide procedures. - Wetgeving en regels zorgen voor weinig flexibiliteit wanneer er moet ingespeeld worden op een veranderende omgeving. - Het bestaan van twee statuten op de werkvloer (statutairen en contractuelen) staat een eenvormige behandeling van personeel op alle vlakken in de weg. - Onrechtstreekse politieke beïnvloeding. - Personeelsleden die moeilijk functioneren worden van de ene dienst naar de andere doorgeschoven of blijken na een tijd nergens nog inzetbaar. - Ontslag is te weinig een optie. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

123 - Budgetbeperkingen (in tijden van besparing dreigen uitgaven voor HRM, vb. vorming, gezien te worden als een kost, niet als investering). B. Cijfergegevens personeel Evolutie personeelsaantallen Cijfers Schaubroeck/Cipal Aangestelde voltijdse equivalenten Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov ,67 874,77 901,5 908,43 895,62 3,04% -3,09% 3,06% 0,77% -1,41% 3,04% -0,14% 2,91% 3,70% 2,24% Evolutie betaalde voltijdse equivalenten Cijfers Schaubroeck/Cipal Betaalde voltijdse equivalenten Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov ,50 846,67 860,39 875,62 887,53 1,00% -1,38% 1,62% 1,77% 1,36% 1,00% -0,39% 1,22% 3,01% 4,42% Evolutie betaalde loonkosten Betaalde loonbedragen Stijgingspercentage 2,16% 3,14% 4,25% 4,32% 5,12% tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov ,16% 5,37% 9,85% 14,60% 20,47% Evolutie gemiddelde kost per personeelslid Gemiddelde kost van een personeelslid Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov ,17% 4,58% 2,59% 2,51% 3,71% 1,17% 5,80% 8,55% 11,27% 15,40% Samengevat procentueel Evolutie t.o.v. het jaar voordien 2007 (1) 2008 (2) 2009 (3) 2010 (4) 2011 (5) Aangestelde fte 3,04% -3,09% 3,06% 0,77% -1,41% Betaalde fte 1,00% -1,38% 1,62% 1,77% 1,36% Rekening loonkost 2,16% 3,14% 4,25% 4,32% 5,12% Gemiddelde kost personeelslid 1,17% 4,58% 2,59% 2,51% 3,71% 22 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

124 Evolutie t.o.v (1) 2008 (2) 2009 (3) 2010 (4) 2011 (5) Aangestelde fte 3,04% -0,14% 2,91% 3,70% 2,24% Betaalde fte 1,00% -0,39% 1,22% 3,01% 4,42% Rekening loonkost 2,16% 5,37% 9,85% 14,60% 20,47% Gemiddelde kost personeelslid 1,17% 5,80% 8,55% 11,27% 15,40% - Het aantal aangestelde voltijdse eenheden stijgt in verhouding het minst. Dit is te verklaren door de populariteit van de stelsels voor verminderde prestaties en de discipline die soms aan de dag werd gelegd inzake de niet-vervanging van afwezigheden. Een wervingsstop is er echter nooit geweest, noch consequentie in het niet vervangen van gepensioneerden. - Ten opzichte van het eind van de vorige legislatuur hebben we maar 2,24% meer personeel, maar wel personeel dat in 2011 al 20,47% meer kostte. Deze discrepantie is te verklaren door de stijging van de vaste kosten (sneller opeenvolgende indexeringen door de inflatie, verhoging maaltijdcheques en eindejaarstoelage, hogere fietsvergoeding en pensioenbijdragen). Gelet op de nog hogere bijdragen voor het pensioen in de volgende legislatuur zal deze stijgende trend zich verder zetten, tenzij er structurele maatregelen worden getroffen. - De gemiddelde kost per personeelslid steeg met 15% ten opzichte van 2006, maar toch 5% minder dan de totale personeelskost. Aangezien de aantallen niet spectaculair gestegen zijn, kan dit wijzen op een verjonging van het personeelsbestand (in jaren dienst, niet in leeftijd), met minder hogere lonen door minder anciënniteit. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

125 Fte personeel per inwoners Cijfers Cipal Aangestelde voltijdse 902,67 874,77 901,5 908,43 895,62 equivalenten Aantal inwoners Aantal fte per 1000 inwoners 12,9 12,4 12,7 12,7 12,4 Vergelijking met de centrumsteden (Bron Lokale Statistieken 2008): Centrumstad Aantal inwoners 2010 Personeelsaantallen fte Aantal fte per 1000 inwoners Turnhout ,29 9,18 Roeselare ,67 8,44 Genk ,67 12,24 Oostende ,79 11,04 Sint-Niklaas ,8 11,92 Hasselt ,65 9,77 Kortrijk ,03 Aalst ,53 Mechelen ,11 9,24 Leuven ,73 8,98 Brugge ,11 12,03 Gent ,02 16,2 Antwerpen ,31 12,19 - In de gemeenten van het Vlaams Gewest is 8,20 fte per inwoners het gemiddelde (2010). Wij zitten hier beduidend boven. Dit zou kunnen worden verklaard doordat wij heel veel uitvoeringstaken in eigen beheer doen. - Bij de 13 centrumsteden zijn er 5 steden die meer personeel per inwoners inzetten. Bij de vergelijkbare centrumsteden scoren we het hoogst (Oostende 11,04, Hasselt 9,77, Kortrijk 10,03). Verhouding statutair-contractueel Statutair fte/totaal fte niveau A 65,51% 64,50% niveau B 37,42% 35,72% niveau C 44,19% 44,66% niveau D 48,77% 47,46% niveau E 14,75% 6,98% totaal 43,24% 43,69% contractueel fte/totaal niveau A 34,49% 35,50% niveau B 62,58% 64,28% niveau C 55,81% 55,34% niveau D 51,23% 52,54% niveau E 85,25% 93,02% totaal 57,89% 57,94% Centrumstad Statutair Contractueel Kortrijk 33% 67% Oostende 42% 48% Sint-Niklaas 43% 57% Brugge 45% 45% Roeselare 47% 53% Turnhout 50% 50% Gent 57% 43% Leuven 66% 34% - Op niveau B is slechts 37,5% van het personeel statutair. Dit is te verklaren doordat het niveau relatief jong is (voor 1998 bestond het B-niveau bij ons niet) en voornamelijk werd uitgebouwd via (gesubsidieerde) aanstellingen voor projecten en nieuwe beleidsitems. We tellen het meest statutairen bij de werklieden (48,7% niveau D tov 43,2% gemiddeld). - De optrekking van E naar D is ook in de verhouding statutair-contractueel merkbaar. In de formatie zijn geen statutaire E-functies meer voorzien. Momenteel resten nog een aantal 24 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

126 statutaire schoonmaaksters die wachten op nieuwe selectieproeven waardoor ze kunnen doorstromen. Niveaus Totaal fte niveau A 8,10% 8,27% 8,48% 8,24% niveau B 11,20% 11,65% 12,70% 11,88% niveau C 31,94% 31,65% 31,53% 31,12% niveau D 33,23% 34,62% 36,85% 37,54% niveau E 15,52% 13,81% 10,45% 11,21% Man/vrouw Aantal m/v vrouwen mannen vrouwen 57,00% 56,82% 56,88% 56,57% mannen 43,00% 43,18% 43,12% 43,43% (Bron Lokale Statistieken 2008) Centrumstad % man % vrouw Gent Aalst 41,5 58,5 Mechelen Sint-Niklaas Roeselare Oostende Antwerpen 49,5 50,5 Kortrijk Hasselt Turnhout Leuven Brugge 53,5 46,5 Genk Leeftijd Leeftijd aantallen jaar 13,46% 13,80% 13,09% 12,62% jaar 22,15% 22,02% 22,70% 21,63% jaar 33,38% 31,71% 33,79% 33,62% + 51 jaar 31,00% 32,48% 30,42% 32,13% Leeftijd ( ) Aantal contractuelen Aantal statutairen - 30 jaar 16,85% 5,18% jaar 23,74% 17,93% jaar 32,60% 35,42% + 51 jaar 26,81% 41,47% - Bij de statutairen is 41% ouder dan 50, bijna 77% is ouder dan 40. De uitstroom van statutairen gaat gestaag verder. In het kader van het pensioendebat zal het nodig zijn om hun aantal minstens op hetzelfde niveau te houden. Verminderde prestaties De effectieve verminderingen in voltijdse equivalenten bedroeg op - 01/01/2010: 83,70 fte - 01/01/2011: 81,36 fte - 01/01/2012: 81,94 fte. In de jaren hiervoor was er elk jaar een markante stijging van het aantal aanvragen voor verminderde prestaties (met een uitschieter in 2008 met 20 fte aan nieuwe afwezigheden). Aangezien er niet aan Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

127 elke verminderde prestatie een vervanging werd gekoppeld, zorgde deze trend toen voor een mildering van de personeelsuitgaven. Maar het lijkt erop dat het aandeel verminderde prestaties is gestabiliseerd, de invloed ervan op schommelingen in het personeelsbudget is dat derhalve ook. Vorming personeelsleden volgden vorming vormingsmomenten - gemiddeld 2,5 vormingsmomenten per persoon - totaal uren vorming - budget algemene vorming 2009 (123/123-17): EUR - rekening 2009: EUR - vormingskost per uur vorming: 8,5 EUR - vormingskost per persoon: 142 EUR personeelsleden volgden vorming vormingsmomenten - gemiddeld 2,7 vormingsmomenten per persoon - totaal uren vorming - budget algemene vorming 2010 (123/123-17): EUR - vastgelegd 2010: EUR - vormingskost per uur vorming: 14 EUR - vormingskost per persoon: 252 EUR budget algemene vorming 2011 (123/123-17): EUR - vastgelegd 2011: EUR Overzicht uitgaven voor algemene vorming: Evaluatie Resultaat periodieke evaluaties 2010 (over de periode ) Totaal te evalueren % Aantal geregistreerde evaluaties % Aantal ontbrekende evaluaties % Geen evaluatie vereist (afwezig/nieuw in dienst) % Aantal ongunstige evaluaties 12 1% Geëvalueerd binnen termijn % Gebruik scores: Totaal score % Totaal score % Totaal score 2, met onderdelen score % Totaal score % Functioneringsgesprekken 2010 Totaal te functioneren % Aantal geregistreerde FG % Aantal ontbrekende FG % 26 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

128 Selectie - Tijdens de periode mei 2011 en juni 2012 werden 55 selectieprocedures gevoerd: 1 op 3 waren procedures op D-niveau, 1 op 4 waren procedures op B-niveau, 1 op 4 procedures op A-niveau. - Er werden in verhouding evenveel proeven voor statutaire functies als proeven voor contractuele functies georganiseerd. - In 69% van de gevallen ging het om een wervingsprocedure. De overige 31% waren ofwel bevorderingsprocedures ofwel procedures voor interne mobiliteit. - Het gemiddeld aantal dagen tussen de beslissing tot openverklaring en het afsluiten van de periode voor kandidaatstelling bedroeg gemiddeld 46 dagen. Er is geen significant verschil tussen externe en interne procedures. Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen moeten er minstens 20 kalenderdagen zijn. - De periode tussen beslissing tot openverklaring en vaststelling van de einduitslag bedroeg voor externe procedures gemiddeld 134 dagen, voor interne procedures gemiddeld 120 dagen. Per niveau gezien benadert de doorlooptijd van een selectie ongeveer het algemeen gemiddelde, met uitzondering van het A-niveau waar de externe selectieproeven gemiddeld 171 dagen in beslag nemen. Dit soort proeven bevatten dikwijls een extern af te nemen gedeelte (assessment). Maar algemeen genomen zijn de doorlooptijden dikwijls te lang, rekening houdend met een norm van 4 maanden waarbinnen elke selectie afgerond zou moeten zijn. - Per procedure waren er in het totaal gemiddeld 36 kandidaten. Gemiddeld 11 voor A-niveau, 18 voor B-niveau, 39 voor C-niveau, 66 voor D-niveau. Er werden geldige inschrijvingen geregistreerd. - Van de geldig ingeschreven kandidaten slaagt gemiddeld 35%. Het meest kans op slagen heeft men op B- en D-niveau met 39%, op A-niveau 33%. C-niveau scoort het laagst met 26%. Hierbij moet aangevuld dat 14 van de 55 procedures nog niet afgerond zijn, zodat het slaagpercentage nog kan wijzigen. PBW A. MUOPO-analyse Een interne dienst gebruikt de MUOPO methode. Hier worden analyses gemaakt op het niveau van de organisatie, de werkplek en het individu. Een verdere indeling is: mens, uitrusting, organisatie, product, omgeving). Voor elke legislatuur moet er door de interne dienst op basis van MUOPO een globaal preventieplan worden opgemaakt voor de komende legislatuur. Dit globaal preventieplan moet ontstaan uit een werkgroep die een deelvertegenwoordiging uitmaakt van het comité PBW. Deze werkgroep is opgestart. Muopo baseert zich op de werking van de interne dienst PBW. Gegevens worden verzameld vanuit de verplichte rondgangen in alle gebouwen en afdelingen, vanuit incidenten en arbeidsongevallen, vanuit inspecties van werkposten, vanuit risicomeldingen. Wat zijn de risico s binnen de organisatie op de verschillende niveau s die leiden tot AO s, ziekte, beroepsziekte, volgens MUOPO (Mens, uitrusting, organisatie, product, omgeving)? M (mens) (oorzaken die arbeidsongevallen veroorzaakten of kunnen leiden tot arbeidsongevallen) - werkomgeving: risico op agressie feiten (verbale, fysieke, materiële,..) noodzaak tot vorming (loketbedienden, werklieden,..) - werkomgeving: onvoldoende kennis, vaardigheden risico op foute werkmethodes, foute handelingen, foute gedragingen (noodzaak tot gepaste opleiding noodzakelijk voor het uitoefenen van de taken en opdrachten (BA4, BA5,..) o werkomgeving: ontbreken vormingen voor bedienen van een hoogtewerker - risico op verergering letsels bii incidenten: noodzaak vorming nijverheidshelpers - te weinig mensen met kennis welzijnsbeleid: ontbreken van vorming preventieadviseur niveau 3 (voor contactpersonen tussen PBW en aangesloten diensten bv) - risico s op overbelasting - werkomgeving: noodzaak tot opleidingen heffen en tillen ter voorkoming van rugletsels Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

129 U (uitrusting) - risico wegens ontbreken voorzieningen verzorgingen eerste hulp: verplichte inrichting EHBO lokalen in alle publieksgebouwen (nieuw KB EHBO) o Voorzien van EHBO lokalen in alle nieuwbouw situaties - Risico wegens versleten arbeidsmiddelen: machines, werktuigen, installaties, rollend materieel, voertuigen algemeen: herbekijken van vroeger gemaakte afspraken inzake vervangingsbeleid - Aandacht in kader van het agressiebeleid - materiële inrichting werkplek (noodknop, balies, zichtbaarheid, telefonische bereikbaarheid.. ) - Risico s wegens onvoldoende uitgewerkte maatregelen in kader van intern noodplan: Witte Molen: evacuatieweg te voorzien voor gehandicapten vanuit de cafetaria naar plat dak (plaatsen deur),.. - Risico s gebouwen/werkposten/arbeidsmiddelen: zie alle verslagen rondgangen O (organisatie) - Risico op niet kennen/volgen van wettelijke procedures welzijnswet wegens onvoldoende ondersteuning aan leidinggevenden: dringend nood aan een gezamenlijke software op niveau van de arbeidsmiddelen voor: verplicht onderhoud, opmaak instructies, indienststellingen (volgen van de 3 groene lichten of aankoopprocedure KB machinerichtlijn) en risicoanalyses allerlei - Risico s voortvloeiend uit onduidelijkheid en onoverzichtelijkheid (processen - info) - VB uitwerken in kader van gebouwbeheer: stramien stadsgebouwen met en zonder personeelsbezetting (exacte taakafbakening dienst gebouwen/klusjesmannen contractuele voorwaarden voor gebouwen zonder personeel;..) - Risico s op verhoogd absentheïsme wegens (zie rapporten risicoanalyse grensoverschrijdend gedrag) onder meer voeren van een absentheïsme beleid - Risico s op conflicten, stress, pesten,.. - Jaaractieplan 2013: hernieuwen van de risicoanalyses per dienst/afdeling risicoanalyses grensoverschrijdend gedrag voor stedelijk onderwijs, een aantal stadsdiensten en.. - Hernieuwen risicoanalyses GOG van 2008 moet gebeuren in Risico op het niet in orde zijn evacuatieplannen, gevolg intern noodplan is niet in orde, risico s bij brand,..: - Nood aan digitale basisplannen voor opmaak evacuatieplannen (standaard te voorzien door studiebureau s bij vernieuwingen en uitbreidingen) - Risico op niet indienstgestelde arbeidsmiddelen gevolg zware sancties arbeidsinspectie - Dringend nood aan één centraal aankoopsysteem voor alle spelers (geen bonnen meer, geen eigen aankopen meer door diensten) dit is de enige mogelijkheid om de aankoopprocedure sluitend te kunnen maken en te voldoen aan de vereisten van de welzijnswet (waar ons nogmaals is op gewezen na het laatste ernstig arbeidsongeval en na het PV hier opvolgend en de gesprekken met bestuur door de arbeidsinspectie) daaraan gekoppeld een geautomatiseerd systeem die alle spelers toelaat hun inbreng te doen (diensthoofden, preventieadviseur, andere) - Ter info: Bij VMW gaat er geen enkele bestelling de deur uit zonder handtekening van de interne preventieadviseur (dit loopt 100 % geautomatiseerd). Bij het OCMW wordt er eenvoudig weg niet betaald indien geen handtekening van de IPA in de vereiste dossiers. - Risico op het niet kunnen geven van de noodzakelijke veiligheidsadviezen (aankopen arbeidsmiddelen, huisvesting, nieuwbouw, aanbestedingen allerlei, keuringen, noodplanning, wervingen, nieuwe methodieken, zware sancties kunnen het gevolg zijn - Uitwerken en invoeren van processen verschillende actoren en diensten beter afstemmen op elkaar (vb standaard opvragen van wettelijke adviezen in diverse dossiers) herkenbaarheid en duidelijkheid audit via zorgsysteem (ISO ) - Risico op fouten wegens niet uitwerken toekennen bekwaamheden - dringend verder uit te werken: aanduiding van installatieverantwoordelijken (Bob Smet) en specifieke taakverdeling vlgs Ba4 en Ba5. - Risico s voortvloeiend uit ontbreken van juiste informatie - Communicatiekanalen: werken aan vereenvoudiging (vb standaard voorzien van flowcharts bij documenten bv arbeidsreglement ziekte) - Werken aan een sterke informatiedoorstroming en inspraakkanalen binnen alle geledingen (wekt meer betrokkenheid en motivatie) 28 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

130 - Risico op niet kunnen aanbieden van aangepast werk, risico op niet voldoende opvolgen adviezen lichter werk: versnippering op personeelsdienst (loopbaanbegeleiding/patty) - AG PBW. Herstructurering is noodzakelijk. P (product) - Risico op onvoldoende kunnen geven van adviezen bij aankoop producten. - Het gebruik van Aspen voor de grotere machines ( herbekijken) strengere wetgeving - Ontbreken procesmatige samenwerking milieudienst, andere (VS - PBW) O (omgeving) - Risico bij nieuwbouw, of vernieuwing, huisvesting.. op onvoldoende kunnen geven van adviezen - Bij inrichting nieuwbouw: voorzien van een doorgedreven en uniforme signalisatie in oa de ateliers (belijning heftrucks, andere) - Visie ivm werkposten - Wetgeving bij nieuwbouw (refters, sanitair, kleedruimtes, veiligheidsinrichtingen; atex,...) - Toegang gebouwen: verder uitwerken systeem sleutelkluizen B. SWOT-analyse Kansen - Wetgevend kader op zich (welzijnswet): alle taken en opdrachten van de werkgever liggen wettelijk vast - Gemotiveerde bestuursleden qua veiligheid - Gemotiveerde personeelsleden - Goed werkende interne dienst PBW - Goed werkende BOC s-pbw - Goed uitgewerkte veiligheidsprocedures (uitgewerkte procedures/reglementen voor veiligheid (vuurvergunning, besloten ruimtes, middelengebruik, werken met derden, asbest,..)) - Wettelijke keuringen van arbeidsmiddelen - Verplichte aansluiting bij een externe dienst PBW (gezondheidsluik psychosociale luik) - Algemeen goed niveau qua veiligheid binnen het stadsbestuur (verder staan dan veel andere ondernemingen en openbare besturen bv CAO 100 wij hebben al meerdere jaren een reglement middelengebruik ) - Veiligheidsvormingen, onthaal die gegeven worden - Goede score ernst- en frequentiegraad arbeidsongevallen in vgl binnen de openbare diensten - Daling van het aantal arbeidsongevallen voor 2008, 2009, Planon Bedreigingen - Beperkte financiële middelen (goede systemen kosten geld bv onderhoudssystemen,..) - Onvoldoende informatiedoorstroming van het mangagementteam naar leidinggevenden en omgekeerd. Gevolg hokjesdenken en werken. - Ontbreken van uitgewerkt plan/proces voor (gevolg niet kunnen geven van de verplichte adviezen PBW): nieuwbouw, vernieuwbouw, aankoopdossiers, huisvesting, bestekken allerlei die adviezen vereisen van PBW (bv bestek arbeidsongevallen,..), opvolging van werken voor gebouwen - Onoverzichtelijkheid van de vele procedures voor leidinggevenden. En wegens ontbreken van processen moet ieder voor zich de vele procedures kennen (hokjeswerken en denken). Verhoogde kans op fout lopen en niet toepassen (procedures) welzijnswet. Dus meer arbeidsongevallen, hogere kans op beroepsziektes - Onoverzichtelijkheid van facilitaire ondersteuning voor leidinggevenden ontbreken van een gebundelde catalogus: mensen bellen regelmatig naar PBW met de meest uitéénlopende vragen (naar aanleiding van wettelijke rondgangen bv). Wie brengt mijn bekabeling in orde, bij wie moet ik zijn als het te koud is en de verwarming nog niet werkt, waar kan ik terecht met gebruikte batterijen, Alles zit vervat in losse richtlijnen, mededelingen en reglementen.,.. - Opmerkingen rondgangen PBW: beter en sterker beleid ivm onderhoud installaties en gebouwen zelf. Tocht, slechte vloeren, slechte ramen, slechte airco s, slechte verlichting, slechte verluchtingssystemen, gebrek aan compartimentering, slechte indeling werkposten, gebrekkig meubilair, ontbreken akoestische materialen, asbest in gebouwen, slecht onderhouden installaties, Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

131 geurhinder her en der, lekken, barsten in gebouwen, ontbreken toegangscontroles, kan leiden tot beroepsziektes, arbeidsongevallen (tendinitis, slechter zicht, chronische verkoudheden, beroepsdoofheid,...) - Onvoldoende uitgewerkte visies rond bepaalde thema s. Wat eveneens leid tot versnippering, niet uniform tewerk gaan.. - (rondgangen, keuringen) verouderde arbeidsmiddelen, sneller vervangen. Beter beleid zeker rond rollend materieel, voertuigen. Slecht werkende/slecht onderhouden arbeidsmiddelen geven een verhoogde kans op arbeidsongevallen. - Versnipperd aankoopbeleid arbeidsmiddelen: gevolg hiervan is de wetgeving niet kan gevolgd worden reeds PV van FOD (iedere dienst koopt zelf aan). Ingebruikname: onvoldoende kennis, onvoldoende ingeschatte risico s, geen instructies, foutieve arbeidsmiddelen, installaties - Welzijnstaken en opdrachten leidinggevenden zwaar: ontbreken ondersteunende tool. Ieder moet instructies opmaken voor zijn arbeidsmiddelen, ieder moet risicoanalyses opmaken, elk doet dit voor zichzelf en steekt daar zeer veel tijd en moeite in. Een gezamenlijke software (gezamenlijk te raadplegen databank) zou hier veel vooruitgang betekenen. - Oplijsten van installaties, uit te voeren taken en werkverantwoordelijken / installatieverantwoordelijke moet op punt worden gesteld. Oud euvel. Ontbreken van tijd en mensen om dit op punt te stellen. - Lichter, aangepast werk: versnipperde werking Verdeeldheid binnen de personeelsdienst: loopbaanbegeleiding,werving. Onvoldoende samenwerking tussen PBW, personeelsdienst, arbeidsgeneesheer. Niet conform de wet dus. Verder uit te werken visie. Brengt extra stress mee, sneller en meer afwezig zijn personeelsleden. Hogere kost. - Ontbreken van een absentheïsmebeleid: oorzaken van afwezigheden worden niet in kaart gebracht. Kansen blijven liggen om te werken aan verbetering binnen de organisatie. Wat enkel leid tot mee ziekte, meer afwezigheden. - Werving personeelsleden: ontbreken van inspraak preventieadviseur (toetsing veiligheidsgedrag/attitude ) - Feestelijkheden: verhoogde risico s en meer kans op arbeidsongevallen wegen hoge werkdruk. Te groot aanbod naar burgers toe van uitleen. Verouderd en achterhaald systeem van werken in vgl met andere steden. Meer zieken, meer arbeidsongevallen. Sterktes - Aansprakelijkheid (strafrechterlijk) van werkgever bij niet volgen van de wetgeving (voeren van een goed welzijnsbeleid) - Aansprakelijkheid van leidinggevenden bij niet volgen van de hun opgelegde wettelijke taken en opdrachten (toezicht, instructies, bekwaamheden personeel, goed onderhoud installaties arbeidsmiddelen...) - Verder uitbreiding van wetgeving, steeds hogere eisen - Steeds hogere wettelijke eisen tav gebouwen (inrichting en onderhoud). - Steeds strengere eisen voor wettelijke keuringen arbeidsmiddelen - Verhoogde controles van de arbeidsinspectie, verhoogd boetesysteem voor alle ondernemingen - Aanbod markt: Iso kwalificaties behalen - Audit zorgsysteem - Aanbod markt: veiligheidsvormingen - Aanbod markt tools (softwarematige ondersteuning) Zwaktes - Afsluiten van contracten met externen die qua veilligheid minder te bieden hebben - Verhoogde arbeidsongevallen wegens aankoop van foute arbeidsmiddelen - Binnenhalen van externe risico s allerlei (foutieve producten, onveilige aannemers,..) - Werven van nieuw personeel dat niet/onvoldoende veiligheidsminded is 30 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

132 Milieucoördinator A. DESTEP-analyse Economische factoren Het stedelijk patrimonium (aantal gebouwen, aantal lopende meters weg) neemt met de jaren alsmaar toe. Het spreekt voor zich dat de werkingskosten (niet alleen energie, maar ook personeelskosten, gewone onderhoudskosten, maar ook wettelijke verplichtingen en de afhandeling van administratieve handelingen zoals de verwerking van de facturen in de boekhouding) hierdoor eveneens toenemen. Technologische factoren Onder druk van enerzijds een strenger wetgevend kader (energieprestatie regelgeving van gebouwen) en anderzijds stijgende energieprijzen zullen gebouwen in de toekomst anders gecontrueerd (beter geïsoleerd) en uitgerust met efficiëntere technologie (stookinstallaties, ventilatietechnieken en warmtewisselaars) Politiek-juridische factoren Wetgeving rond milieu en energie wordt door de Vlaamse Overheid om de 2 à 3 jaar aangepast, in de meeste gevallen verstrengd. B. SWOT-analyse Sterktes - Het wetgevend kader op zich; - Vanuit MVD en VLAREM is men voor bepaalde uitbatingen verplicht om een milieuvergunning te bekomen en een aantal milieuvoorwaarden, waaronder een aantal periodieke keuringen, na te leven. - Conform het afvalstoffendecreet moet afval op een reglementaire wijze verwijderd worden. - Vanuit de Europese regelgeving legt steeds strengere normen op voor de energieprestaties van gebouwen. Zwaktes - Veel zaken lopen niet gecoördineerd met andere diensten. Voor dienstoverschrijdende dossiers zou er een soort dossierverantwoordelijke moeten aangesteld worden. - Voor veel investeringen / aanpassingen die aan stadsgebouwen moeten gebeuren is het vooropgezette budget bepalend en belangrijk, en dit gaat dikwijls ten koste van de kwaliteit en de duurzaamheid van de investering. - Milieuzorg en de verplichtingen hierrond worden door vele dienstverantwoordelijken als extra ballast ervaren, en wekken bijgevolg de indruk dat ze milieuzorg niet ernstig nemen. Kansen - Een aantal investeringen rond energiebesparing hebben wel een financiële opbrengst (premie en lagere werkingskosten). - Bij ernstige overschrijdingen van legionnelose (> KVE/l) moet dit duidelijk bekendgemaakt worden aan de gebruikers. Deze vorm van reclame schrikt af. Bedreigingen - Het niet-naleven van decretale verplichtingen is correctioneel strafbaar, zowel voor de stad als voor de individuele werknemer. Logistiek Niet opgemaakt Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

133 Technische dienst A. Swot-analyse Zwaktes Algemeen: - er wordt te weinig tijd vrijgemaakt voor beleid, visie, intern en extern coördinerend overleg - geen of te weinig tijd voor inventarisatie en archivering terwijl dit de basis is voor kennis en opmaak beleid - geen vastgelegde processen - nood aan hoofdverantwoordelijke per cel - te weinig gecoördineerde samenwerking met uitvoerende diensten of andere stadsdiensten binnen harde sector buiten departement infrastructuur. Cel Wegen: - moeilijke coördinatie met werken externe partijen : bemoeilijkt de prioriteitenlijst en het planningsproces (elke partij heeft zijn eigen agenda) - ADHOC werk: nieuwe projecten/vragen van het bestuur doorkruisen planning. - loket vertraagt afhandelen van dossiers - boem aan rioleringsdossiers verstoort het werkevenwicht Cel algemeen beheer openbaar domein: 1) Planon: - Te veel onterechte meldingen 2) Controleur nutsbedrijven - Gebrek aan krachtige, afdwingende documenten naar de nutsmaatschappijen toe. - Gebrek aan opvolgingsprogramma - Te weinig gecoördineerde samenwerking met de dienst landbouw en domein (werkvergunningen voor nutsbedrijven) en de politie (politievergunning nutsbedrijven). Sterktes - Personeel beschikt over een goede technische kennis - Personeel is gemotiveerd - Er heerst een goede werksfeer - Er is respect voor de opgedragen taken Kansen - Nood aan grondige renovatie of nieuwbouw van de stadswerkplaatsen schept kansen voor grondige herstructurering van het departement infrastructuur. - Het proces tot herstructurering biedt ook kansen om nauwer te gaan samenwerken met diensten buiten het departement (logistiek, landbouw en domein, mobiliteit). - Nieuwe vormen van synergie met andere instanties: vbn. InterWaas, OCMW, Eandis, VMW Openbare werken (administratie) Niet opgemaakt Gebouwen en schoonmaak A. Swot-analyse Zwaktes Cel gebouwen: - begroting is gevolg van politieke wensen/wensen van diensten wegens gebrek aan visie vanuit de dienst gebrek aan gegevens voor opmaak visie 32 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

134 gebrek aan tijd - ADHOC werk: nieuwe projecten/vragen van het bestuur doorkruisen planning. - te grote projecten worden uitgewerkt op de dienst (meer uitbesteden) - geen kritische vraagstelling over bouwprogramma s - geen vastgelegde overlegstructuur voor het doorlopen van de projecten (wel basis). - te weinig tijd voor nazorg Cel algemeen beheer gebouwen patrimonium: - gestructureerd beheer voor technieken in opbouw - algemeen gestructureerd beheer van de gebouwen nog in kinderschoenen - gebrek aan gecoördineerde samenwerking met de uitvoerende dienst gebouwen Sterktes - Personeel beschikt over een goede technische kennis - Personeel is gemotiveerd - Er heerst een goede werksfeer - Er is respect voor de opgedragen taken Kansen - Economische crisis dwingt een wel overwogen gebouwen beleid af. Bedreigingen - Groot en divers patrimonium - Verouderd patrimonium B. Inventaris stadsgebouwen A. Gebouwen in eigendom voor eigen gebruik Sint-Niklaas a. Gebouwen in eigendom voor eigen gebruik Administratie en veiligheidsdiensten 1. Stadhuis Grote Markt 1 2. Stadhuis: woonwinkel Sint-Niklaas Parkstraat Stadhuis: ombudsdienst - marktleider Parkstraat 8 4. Stadhuis: pastorij (personeelsdienst) Sint-Jozefstraat 2 5. Stadhuis: stadswachten Parkstraat 6 6. Stadhuis: welzijnshuis Parkstraat Cipierage - Stedelijke dienst toerisme Grote Markt Politie Onze-Lieve-Vrouwplein Onze-Lieve-Vrouwplein Politiehuis Dalstraat Brandweerkazerne Nijverheidsstraat 33 Cultuur 11. STeM Zwijgershoek Zwijgershoek Stedelijk Musea Sint-Niklaas Regentiestraat Huis Janssens Zamanstraat Mercatormuseum Zamanstraat Salons voor schone kunsten Stationstraat Stedelijke academie voor schone kunsten Boonhemstraat SASK Clementwijk (containers) Frans Van Cauwelaertlaan Stedelijke academie voor muziek, woord en dans Hofstraat Hofstraat t Bau-huis (eigendom AGB t Bau-huis) Slachthuisstraat Bibliotheek Heymanplein + stadsarchief Hendrik Heymanplein Bibliotheekfiliaal Clementwijk Frans Van Cauwelaertlaan Stadsschouwburg Richard Van Britsomstraat 21 Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

135 23. Vierkante Zaal ASK Richard Van Britsomstraat Vrije ateliers Rode Kruisstraat Kasteel Walburg (zalen en zolder) Walburgstraat Site De Witte Molen (molengebouw) Gladiolenstraat 2 Sport 27. Sportcentrum De Witte Molen Azalealaan Sinbad + turnzaal Parklaan De Ster: administratie Lange Rekstraat De Ster: sporthal Bloso Lange Rekstraat De Ster: Gerard Bontinckstadion (piste) Lange Rekstraat De Ster: jeugdvormingscentrum Heywijck Lange Rekstraat 52 Welzijn 33. Huis van het kind Kazernestraat Buurthuis Peter Benoitpark Peter Benoitpark 35. Buurthuis Reynaertpark Reynaertpark Buurthuis Baensland (met berging groendienst) Colmarstraat 37. Buurthuis Clementwijk (met berging groendienst) Frans Van Cauwelaertlaan 38. Buurthuis Kloosterlandwijk Rode Kruisstraat 20 a 39. Kinderdagverblijf Driekoningen Bremstraat Kinderdagverblijf Hermelijn Voskenslaan Kinderdagverblijf PieterNel Sint-Rochushof Stedelijke dienst voor onthaalouders Parklaan 115 Uitvoerende diensten 43. Stadswerkplaatsen (stadsdiensten, garage, tankstation) Industriepark-Noord Groendienst serres en compostvloer Industriepark-West 60 a 45. Berging groendienst begraafplaats Heimolen Waasmunsterse Steenweg Voormalige berging groendienst Zamanstraat Zamanstraat Berging groendienst stadspark Romain De Vidtspark 48. Voormalig lokaal parkwachter (nu poezenhuis ) Romain De Vidtspark 49. Voormalig buurthuis stadspark (wordt volgens beheersplan afgebroken) Romain De Vidtspark 50. Dienstgebouw begraafplaats Tereken Reine Stad Tereken De Bareel (fietsenstalling) Stationsplein Belsele 52. Deelgemeentehuis Belsele (met deel voor politie) Belseledorp Bibliotheekfiliaal Belsele Belseledorp Sport- en cultuurcentrum De Klavers Sint-Andriesstraat Stedelijke Basisschool 'Gavertje Vier' Gavermolenstraat Buitenschoolse opvang Belsele (container) Sint-Andriesstraat 2a 57. De Kouter: academie voor schone kunsten Belsele Koutermolenstraat De Kouter: cultuurcentrum Koutermolenstraat Sint-Jobcentrum: SASK, clubhuis, polyvalente ruimte Kruisstraat Dienstgebouw begraafplaats Belsele Kerkstraat Dienstgebouw begraafplaats Puivelde Puiveldestraat Sinaai 62. Deelgemeentehuis Sinaai (met dorpshuis en deel Dries 82 voor politie, polder Sinaai-Daknam en groendienst/openbare werken) 63. Buurthuis Sinaai: clubhuis, buitenschoolse opvang Vleeshouwersstraat Complex Leebrug: buurthuis, buitenschoolse opvang Leebrugstraat Complex Tinel: SAMWD Sinaai Edgar Tinelstraat Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

136 66. Complex Tinel: SASK Sinaai Edgar Tinelstraat Complex Tinel: bibliotheek Sinaai Edgar Tinelstraat Complex Tinel: Tinelmuseum Edgar Tinelstraat Sportcentrum Ter Beke Vleeshouwersstraat Dienstgebouw begraafplaats Sinaai Edgar Tinelstraat 1 Nieuwkerken 71. Deelgemeentehuis Nieuwkerken: adm., SASK, politie Pastorijstraat Bibliotheekfiliaal Nieuwkerken Pastorijstraat 48 b 73. Oud Gemeentehuis Ten Bos Ten Bos Stedelijke Basisschool 'De Droomballon' Gyselstraat Sportcentrum De Mispelaer Gyselstraat Dienstgebouw begraafplaats Nieuwkerken Kalverweide 28 Sint-Niklaas b. Verhuurde gebouwen 77. Woning Brokkelingenstraat 10 Brokkelingenstraat Woning Vossekotstraat 29 Vossekotstraat 29 a 79. Tafeltennisclub Edelweiss (boven brandweer) Nijverheidsstraat Appartement De Witte Molen Gladiolenstraat Seniorenresidentie Kriekepitte Voskenslaan 26/ Leerpunt Waasland (alfabetisering) + Wase speel-o-theek Regentiestraat Site Houtmuis (deels opstalrecht) Lange Rekstraat De Ster: petanquehal De Ster (verhuurd aan Seniors Petanque Club) Lange Rekstraat Stadswerkplaatsen: Libridis (deel opstalrecht) Industriepark-Noord 5 a 86. Stadswerkplaatsen: VF Europe Industriepark-Noord Milieuhuis Walburg Walburgstraat 37 Belsele 88. Deelgemeentehuis: voormalige secretariaatsruimte (verhuurd aan fanfare Sint-Cecila Belsele) Belseledorp 76 Nieuwkerken 89. Jeugdhuis 't Verschil Nieuwkerkenstraat 198 Sint-Niklaas c. Ter beschikking gestelde gebouwen 90. Duivenbond Parkstraat 6 (bovenaan) 91. Tapijtenwinkel Yeganeh (bezit ter bede) Parkstraat Cipierage De Punt Grote Markt Archeologische Dienst Waasland Regentiestraat Bibliotheek KOKW Zamanstraat Zamanstraat 49 Belsele 95. De Kouter: judolokaal Koutermolenstraat De Klavers: jeugdhuis De Galjaar (containers ter beschikking gesteld) Sint-Andriesstraat 4 Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

137 Nieuwkerken 97. Heemkundig museum Gyselstraat 110 d. Erfpacht Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 27 jaar tot maximaal 99 jaar. De gebouwen en beplantingen op de grond worden door het recht van natrekking eigendom van de stad. Sint-Niklaas 98. Castrohof Welzijnshuis de Castrodreef Jeugdheem Beeldstraat Lange Rekstraat AKABE 100. Koetshuis Salons voor Schone Kunsten 101. Seniorie OCMW Zwijgershoek 102. Woningen William Griffithstraat 103. Sociale huurappartementen Plezantstraat Landbouwersstraat Belsele 104. De Kouter: Wereldwinkel Oxfam Koutermolenstraat De Kouter: Complex t Ey Koutermolenstraat 6 b 106. Sportcentrum Puyenbeke Watermolendreef 104 Sinaai 107. Woning Dries 80 (erfpacht aan OCMW) Dries Woning Dries 86 (erfpacht aan OCMW) Dries Woning Dries 88 (erfpacht aan OCMW) Dries Woning Dries 90 (erfpacht aan OCMW) Dries Complex Leebrug: kerk / turnzaal Leebrugstraat Complex Leebrug: schoolgebouw Leebrugstraat 67 e. Opstal Het recht van opstal is een tijdelijk zakelijk recht, dat erin bestaat om gebouwen en beplantingen te hebben op andermans grond gedurende een periode van maximum 50 jaar. De gebouwen en beplantingen op de grond worden geen eigendom door het recht van natrekking, hetgeen bij een erfpacht wel het geval is. In principe wordt op het einde van de opstalovereenkomst een vergoeding gegeven aan de opstalhouder voor de gebouwen en beplantingen. Deze bepaling is niet van dwingend recht zodat hiervan kan afgeweken worden in de opstalovereenkomst. De stad neemt in alle opstalovereenkomsten een clausule op waarbij de opgerichte gebouwen en beplantingen op het einde van de opstalovereenkomst kosteloos eigendom worden van de stad. Sint-Niklaas 113. Kerk Heilige Theresia (eigendom kerkfabriek met opstalrecht stad en verder ter beschikking gesteld) Kleine Heimelinkstraat De Ster: Gerard Bontinckstadion (gebouwen opstalrecht) Lange Rekstraat GB Heymanplein (loopt af in 2019: dan kan het gebouw stadseigendom worden) Hendrik Heymanplein Jeugdheem Heistraat Heistraat Revalidatiecentrum Het Veer Kazernestraat 35 A 118. Jeugdheem parkgebied Puitvoet 119. Jeugdheem Pijkedreef 120. Waasballon: technische ruimte + gasvulinstallatie Europark-Zuid Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

138 121. Jeugdheem Beeldstraat Lange Rekstraat FOS 122. Crematorium Heimolen verkoopkiosken recreatiedomein De Ster 124. Brokkelinck Brokkelingenstraat 42 Sinaai 125. Herleving Sinaai Vleeshouwersstraat Sint-Catharinascholen Sinaai: polyvalente zaal Edgar Tinelstraat Jeugdheem Wijnveld (in Patersbos) Wijnveld Jeugdheem Dr. Haeltermanlaan Nieuwkerken 129. Sportcentrum Meesterstraat Meesterstraat 112 c Sint-Niklaas f. Conciërgewoningen 130. Conciërgewoning SASK (staat leeg) Boonhemstraat Conciërgewoning Kriekepitte (Eddy Maras) Voskenslaan Conciërgewoning Museum Zamanstraat (Jan Smet) Zamanstraat Conciërgewoning Zwembad (Jacques Joris) Parklaan Conciërgewoning begraafplaats Tereken (Wim Van Puymbroeck) Tereken Conciërgewoning Walburg (wacht op restauratie en bestemming) Walburgstraat Conciërgewoning stadhuis (staat leeg) Parkstraat 2 Belsele 137. Conciërgewoning Sint-Jobcentrum Puivelde (Johan Cerpentier en Nadia Larmuseau) Kruisstraat 52 Sint-Niklaas g. Concessies 138. Cipierage - Cipierskelder Grote Markt Biljartclub De Witte Molen Gladiolenstraat Cafetaria Sinbad Parklaan Cafetaria Houtmuis Lange Rekstraat Restaurant Walburg Walburgstraat Cafetaria Sporthal De Witte Molen Azalealaan Cafetaria Schouwburg - De Foyer Richard Van Britsomstraat Strandgebouw De Ster Brokkelingenstraat Woning Lange Rekstraat 40 (deel van concessie Houtmuis) Lange Rekstraat 40 Belsele 147. Cafetaria De Klavers Sint-Andriesstraat 1 Sinaai 148. Taverne De Ster Dries Cafetaria Sporthal Ter Beke Vleeshouwersstraat 4 Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

139 Nieuwkerken 150. Cafetaria Sporthal De Mispelaer Gyselstraat 41 Sint-Niklaas h. Gebouwen erediensten 151. Kapel Heilig Hart (overgedragen aan stad in eigendom) Kleibeekstraat Pastorij Kristus Koning Heistraat Pastorij Onze-Lieve-Vrouw Sint-Jozefstraat Pastorij Sint-Jozef Tereken 155. Kerk Sint-Nicolaas (monument) Grote Markt 156. Kerk OLV (monument) OLV-plein Belsele 157. Pastorij Sint-Andreas Belseledorp Kerk Andreas-en-Ghislenus (monument) Belseledorp Sinaai 159. Pastorij Sint-Catharina Dries Kerk Sint-Catharina (monument) Dries Nieuwkerken 161. Pastorij Onze-Lieve-Vrouw ten Bos, Pastorijstraat 31 (Wordt verkocht, opstart dossier volgende legislatuur) 162. Kerk ten Bos Pastorijstraat Sint-Niklaas i. Andere gebouwen op stadsgronden 163. VTS-site (beheer door Lancelot) Onze-Lieve-Vrouwplein 164. Woning (in functie van riolering en ontsluiting site Gerda) Kongostraat Woningen Nieuwe Molenstraat (in functie van realisatie rooilijn) Nieuwe Molenstraat 2-12 Sint-Niklaas j. Gehuurde gebouwen 166. Academie voor muziek, woord en dans Rolliersstraat Rolliersstraat 36 (zal op middellange termijn misschien worden opgezegd met verhuis naar VTS-site) 167. Academie voor schone kunsten afd. Holderdebolder Industriepark-Noord Bibliotheekfiliaal Truweel Truweelstraat Douane Entrepot (gratis gebruik stad na verkoop aan NMBS: de stad heeft evenwel geen kosten aan dit gebouw) Grote Heimelinkstraat Kinderopvang t Mispeltje (zal misschien worden opgezegd in functie van Clementwijk) Mispelstraat Autoboxen politie (4) Onze-Lieve-Vrouwplein 8 38 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

140 C. Overzicht onderhoudscontracten Overzicht van de kosten op jaarbasis - m.b.t. de belangrijkste onderhoudscontracten (bedragen inclusief BTW): - Onderhoud airco toestellen: 2.733,56 EUR; - Onderhoud en huurvergoeding blusmiddelen: +/ ,00 EUR; - Onderhoud gasdetectie: 2.832,02 EUR; - Onderhoud gecombineerde verwarming, luchtbehandeling en koelinstallaties (HVAC installatie): ,36 EUR; - Onderhoud liften: ,77 EUR; - Onderhoud sectionaalpoorten/schuifpoorten: 9.058,80 EUR; - Onderhoud speciale zwembadtechnieken (waterbehandeling en beweegbare bodem): ,02 EUR; - Onderhoud verwarming: ,03 EUR; - Onderhoudscontract brand- en inbraakbeveiliging: ,75 EUR; - Periodieke keuring bliksembeveiliging: 1.364,00 EUR; - Periodieke keuring elektrische installaties en hef- en hijswerktuigen: ,55 EUR - Periodieke keuringen gasinstallatie: 1.020,38 EUR; - Periodieke keuringen ladders: 6.477,42 EUR; - Periodieke keuringen liften: 6.887,74 EUR; - Periodieke keuringen sprinklerinstallatie: 852,80 EUR; Wij beperken ons tot de wettelijke/verplichte keuringen en onderhoudsbeurten. Verwachte toename van de onderhoudskosten: De toename is vooral te verwachten bij het onderhoud van de luchtbehandelinginstallaties. Men moet verplicht onderhoud uitvoeren op deze luchtbehandelinginstallaties. Momenteel is er een onderhoudscontract voor de gecombineerde verwarming, luchtbehandeling en koelinstallaties (HVAC) van volgende gebouwen: zwembad Sinbad, museum STEM, Bibliotheek en Politiehuis. De volgende installaties moeten nog worden opgenomen in dit technisch beheerscontract: Stadhuis, Mercatormuseum, sporthal De Witte Molen, sporthal De Klavers, sporthal De Mispelaer, sporthal Ter Beke, stadsschouwburg, Troelant (nieuwbouw) en t Bau-huis (AGB t Bau-huis). Wij kunnen hier een kostenstijging van +/ EUR op jaarbasis. Deze kostenstijging wordt gedeeltelijk gecompenseerd door lagere energiekosten. Het huidige energieverbruik in deze gebouwen is heel hoog (slechte afregeling, ). D. Structuur schoonmaakdienst Deskundige schoonmaak (1 FTE) Toezichtster schoonmaak (1 FTE) Voorwerksters schoonmaak ( 5,5 FTE, 7 MW) Schoonmaakmedewerkers (49 FTE, 98 MW) De deskundige en de toezichtster schoonmaak zijn gehuisvest in de stadswerkplaatsen. De voorwerksters en schoonmaakmedewerkers worden ingezet in alle schoon te maken locaties. In bijlage is een overzicht van deze locaties opgenomen. De coördinatie van de dienst gebeurt door de deskundige schoonmaak. De toezichtster schoonmaak houdt mee toezicht op het functioneren van de schoonmaakmedewerkers en heeft een schakelfunctie tussen de schoonmaak in de locaties en de deskundige. De voorwerksters schoonmaak hebben op hun locatie de operationele verantwoordelijkheid over de schoonmaakmedewerkers en de uitvoering van de schoonmaak op hun locatie. De schoonmaakmedewerkers staan in voor de uitvoering van alle schoonmaaktaken. De inzet van de schoonmaakmedewerkers in de locaties is afgestemd op de schoon te maken oppervlakte, het type gebruik en de bezettingsgraad van deze locaties. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

141 E. Overzicht schoonmaaklocaties Dienst Stad- en gemeentehuizen SASK Musea en Cultureel Centrum Basisscholen Bibliotheek Locatie(-s) stadhuis gemeentehuis Belsele gemeentehuis Nieuwkerken gemeentehuis Sinaai academie Boonhemstraat lokalen Jonathanschool (gehuurd) Cultureel Centrum Sinaai Sander Wijnantskring Nieuwkerken Clementwijk Holderdebolder site zwijgershoek tentoonstellingszaal Mercatormuseum Huize Janssens Salons voor Schone Kunsten Vrije Ateliers Rode Kruisstraat basisschool Belsele basisschool Nieuwkerken hoofdbibliotheek Heymanplein filiaal Clementwijk filiaal Nieuwkerken filiaal Sinaai filiaal Truweelstraat Schouwburg Academie Muziek, Woord en Dans academie Hofstraat muziekafdeling Rollierstraat Sport sporthal De Witte Molen sporthal Nieuwkerken sport- en cultuurcomplex De Klavers sporthal Sinaai Sinbad sportvelden Nieuwkerken Politiehuis Opvang Stadswerkplaatsen KDV Driekoningen KDV Hermelijn KDV PieterNel dienst Opvanggezinnen (achter Sinbad) buitenschoolse opvang: diverse locaties schoonmaak rechtstreeks aangestuurd door dienst buitenschoolse opvang stadswerkplaatsen serres Industriepark-West 40 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

142 Toeristische dienst Jeugdverblijfcentrum Spelotheek Oude school Belsele Buurthuizen Mozaïek cipierage Heywijck achter KDV Hermelijn De Kouter Sinaai Peter Benoitpark Rode Kruisstraat Baensland Reynaertpark Clementwijk site Kazernestraat Brandweerkazerne t Bauhuis Bejaardenresidentie Begraafplaatsen Diverse locaties Parkstraat Stadspark kriekepitte Heimolen Tereken ombudsdienst woonwinkel welzijnshuis Openbaar sanitair stadspark F. Swot-analyse STERKTES ZWAKTES Maatwerk Huidige structuur (voorwerksters - medewerkers) klopt niet. Klantgerichtheid Bijsturingsmogelijkheden van medewerkers die minder goed functioneren Betrokkenheid bij de locatie Spreiding locaties ( qua controle en logistiek) Flexibiliteit (op de locatie zelf) Te weinig grip op voorraad-, budgetbeheer schoonmaak van de locaties Vooruitstrevend op vlak van ecologie en Soms te weinig flexibiliteit van de medewerkers methodieken over de locaties heen Kostprijs: gunstige verhouding inzetbare Mogelijkheden om afwezigheden op te vangen personeelsuren/kostprijs Lokaal sociaal: stabiel werk voor lokale mensen die soms moeilijker toegang hebben tot de arbeidsmarkt. (bvb.laaggeschoolden, sociale problematieken) Diversiteit Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

143 4. Veiligheid Politie A. DESTEP-analyse Demografische factoren bv. aantal bewoners, samenstelling huishoudens, bevolkingsprognoses, samenstelling bevolking Bevolkingsaangroei in Sint-Niklaas (nog toename tot 2030 bron stadsmonitor) Toename interventies en werklast voor verschillende terreindiensten (eerstelijnspolitie, nabijheidspolitie, mobiliteitspolitie en maatschappelijke cel). Toename administratieve werklast wijkinspecteurs inzake woonstvaststellingen. Toename buurtgebonden overlastproblemen wegens toename bevolkingsdichtheid. Toename woninginbraken door groter aanbod aan woningen: betekent meteen ook een opportuniteit voor diefstalpreventieadviseur voor uitbreiding aanbod inbraakpreventie. Toename aantal feiten van intrafamiliaal en extrafamiliaal geweld. Toename migratie (nog tot 2015 bron: stadsmonitor) Toename buitenlandse bevolking en nationaliteiten (44 verschillende nationaliteiten in 1990, 108 in 2011; 4,3 % niet-belgen in 1990, 5,3 % in 2011): mogelijke gevolgen: o overlast op basis van andere leefpatronen en andere normen; o toename spijbelproblematiek; o vertraging vaststellingen en verhoren binnen de politiezone wegens verplichte vordering tolk; o vaak grotere gezinnen met mogelijk problematische opvoedingssituaties of slechte woonomstandigheden; o toename aantal schijnhuwelijken. o toename aantal vzw s en andere verzamelpunten voor buitenlandse gemeenschappen. Aanhoudende vergrijzing, vooral bij 80-plussers (bron: stadsmonitor) Toename kloof tussen oude en jonge gezinnen, met mogelijk meer onverdraagzaamheid en meer burenconflicten. Toename aantal onrustwekkende verdwijningen door dementerende ouderen. Toename slachtofferschap bij senioren, en vooral bij oudere vrouwen: zij zijn nu al vaak het doelwit van handtas en gauwdieven en zijn vaker slachtoffers van diefstallen met list. Toename subjectief onveiligheidsgevoel en mijdingsgedrag. Toename verkeer: senioren blijven langer actief en mobiel en begeven zich nog vaak in het verkeer. Positief: senioren zijn vaak actief aanwezig in het straatbeeld en kunnen vaker verdachte zaken melden aan de politie. Toename aantal peuters en kleuters (bron: stadsmonitor) Toename nood projecten verkeersveiligheid aan de schoolpoorten. Toename verkeersdrukte aan schoolpoorten. Toename verkeerslessen in kleuter- en basisscholen. Toename conflicten tussen spelende kinderen en omwonenden. Toenemende gezinsverdunning, toename van huishoudens met 1 of 2 personen (bron: stadsmonitor) Meer tussenkomsten door maatschappelijke cel inzake problematische opvoedingssituaties, niet naleven bezoekrecht of omgangsrecht en niet betalen onderhoudsgeld. Meer interventies rond psychologische bijstand. Toename aantal zelfmoorden. 42 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

144 Toename armoede, aantal leefloners (bron: stadsmonitor) Toename aantal thuis- en daklozen. Toename openbare dronkenschap. Toename problematische opvoedingssituaties. Toename huisjesmelkerij. Toename aantal winkeldiefstallen. Groter onveiligheidsgevoel op stadsniveau in het centrum dan in de rand (bron: stadsmonitor) Meer beschikbare en aanspreekbare politie in het centrum. Meer camerabewaking. Meer preventie. Economische factoren bv. aantal starters, jobcreatie, werkgelegenheidsgraad, werkloosheid Impact grote wegenwerken (oostelijke tangent, kruispunt Ster, kruispunt Driekoningen, rond punt Prins Alexanderlaan) Impact op verkeerscirculatie. Impact op verkeersveiligheid. Impact sluiten overwegen Impact op verkeerscirculatie: ontstaan nieuwe sluipwegen of drukke verkeersassen. Stijging aantal horeca-instellingen, evenementen, concertzaal, evenementenhal Uitbreiding uitgaansgebied. Meer werk voor de uitgaansploegen van de politie in het weekend. Mogelijke uitbreiding camerabewaking. Uitbreiding industriële activiteiten haven linkeroevergebied Schelde Toename goederen- en personentransport: o Toename verkeersstromen op grote verkeersassen (weg- en spoorwegverkeer) en in het hinterland: meer controles zwaar vervoer, drukker verkeer. o Toename aantal tussenkomsten door politie in het station. o Toename risico s op ongevallen op de weg of op het spoor. Toename aantal bedrijventerreinen/kmo-zones Toename aantal inbraken in bedrijven Verhogen pensioenleeftijd politieambtenaren Zal de pensioenleeftijd voor de politieambtenaar toenemen? Zal dit leiden tot minder fitte politieambtenaren en meer ziekteverzuim? Of zorgt de langere aanwezigheid van ervaring voor minder klachten en betere vaststellingen, Hoog aandeel van allochtonen in de werkloosheid (bron: stadsmonitor) Daling of stijging aanbod openbaar vervoer? Sociaal/culturele factoren bv. evolutie verenigingsleven, plaatsen kinderopvang, hoeveelheid speelruimte, kwaliteit ouderenzorg Grote aantrekkingskracht secundair onderwijs (bron: stadsmonitor) Meer verkeersongevallen met zwakke weggebruikers. Meer controles politie rond fietsverlichting. Grotere drukte aan de schoolpoorten. Toename aantal verkeersklassen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

145 Relatief laag aanbod en spreiding van speel- en jeugdruimtes Rondhanggedrag jongeren. Concentraties van jongeren op plaatsen waar ze de openbare rust verstoren. Forse toename aantal personen met een beperking (bron: stadsmonitor) Toename wachttijd in Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Stijgend aantal evenementen Stijging preventieve inzet van politie. Toename geluidsmetingen. Meer risico op vechtpartijen, openbare dronkenschap, massacompressie. Uitbreiding uitgaansgebied. Bijkomende druk op mobiliteit- en parkeerbeleid. Mondige, kritische burger Toename aan klachten: meer verantwoording afleggen. Meer geduld van de politieambtenaar om in alle omstandigheden dienstverlenend te handelen. Toename aantal klachten via de sociale media. Meer bewustzijn bij de bevolking van haar rechten, waardoor politie meer informatie moet verstrekken of de verhoren worden uitgesteld (in afwachting van komst advocaat). Individuele ingesteldheid bevolking Hogere verwachtingen van de politie: in plaats van zelf met de buurman het conflict uit te praten, wordt onmiddellijk de politie ter plaatse gevraagd. Daling probleemoplossend vermogen bevolking. Daling zelfredzaamheid. Technologische factoren bv. nieuwe ontwikkelingen, internettoepassingen, veranderingen in levensstijl door technologie, software Internetcriminaliteit Toename aantal misdrijven op intranet: o.a. identiteitsdiefstal. Moeilijk om groeperingen te volgen op internet. Snellere (digitale) informatiestromen Infogaring voor politiediensten wordt meer complex. Digitale informatie is vluchtig. Nieuwe materialen en technieken: Implementatie digitale onbemande en bemande camera: toename aantal processen-verbaal voor snelheidsovertredingen, afname administratieve werklast. Sociale media Invloed en rol van sociale media in externe communicatie politie. Invloed en rol van de sociale media op perceptie politieambtenaar (wanneer de bevolking bijv. de wijkinspecteur zal volgen). Steeds meer Belgen hebben toegang tot internet (Bron: FOD economie): 77 % van de huishoudens in 2011 Uitbreiding e-loket politie. Meer gebruikers politiewebsite en sociale media. Uitbouw module wijkinspecteur. Uitbouw website naar doelgroepen. 44 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

146 Ecologische factoren bv. hoeveelheid groenruimte, afval, evolutie waterkwaliteit, woonomgeving Toenemend verkeer, toename files, toename aantal personenwagens (bron: FOD Economie: het aantal motorrijwielen is met 92.6% gestegen ten opzichte van 1997) Meer verkeersregeling. Meer verkeer op sluipwegen. Meer conflicten tussen weggebruikers. Meer verkeersongevallen. Toename extreme weersomstandigheden Meer storm- en waterschade. Toename aantal interventies. Toenemende aandacht voor zuinig energiebeheer Meer gebruik maken van dienstfiets, en minder van de combi. Inrichting fietsteams? Ecologische maatregelen binnen het korps (energieverbruik, papierverbruik ) Toenemende geluidsoverlast door muziek, personen en dieren Toename aantal interventies door eerstelijns- en nabijheidspolitie. Toename aantal (preventieve) geluidsmetingen. Toename aantal administratieve sancties. Politiek-juridische factoren bv. nieuwe wetgeving, gewijzigd Vlaams of federaal beleid Uitbreiding Algemeen Politiereglement Toename aantal inbreuken afgehandeld via een gemeentelijke administratieve sanctie. Toename vaststellingen door daling leeftijd bemiddeling minderjarigen (van 16 naar 14 jaar). Aanpassing statuut politieambtenaar Minder gemotiveerde medewerkers? Anders gemotiveerde medewerkers? Nieuwe reglementering De federale overheid, de hoven van beroep, de parketten zorgen voor een overload aan wetgeving en richtlijnen t.a.v. de politiezones. De uitdaging bestaat erin deze om te zetten naar richtlijnen voor de werkvloer. Meer werk voor de politie: videoverhoren, bijstand van de advocaat voorafgaand aan het eerste verhoor. Toenemende radicalisering in de maatschappij (bron: nationaal veiligheidsplan ) Toename politiek en religieus extremisme. Toename actiebereidheid radicale groeperingen Toename gewelddadige radicalisering wat kan leiden tot terrorisme. Bestuurlijke infogaring: het preventief opvolgen en detecteren van dit radicaliseringsproces als mogelijke voedingsbodem voor criminele feiten en terrorisme is essentieel voor de politie. Zonaal veiligheidsbeeld Het CSD Dendermonde(= federale politie) maakte een prioriteitenrangschikking (= volgorde van belangrijkheid) van een reeks veiligheidsfenomenen. De top tien voor Sint-Niklaas is de volgende: 1. Extrafamiliaal geweld 2. Vernielingen en vandalisme 3. Intrafamiliaal geweld Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

147 4. Inbraak in bedrijf/handelszaak 5. Bromfietsen- en fietsendiefstal 6. Inbraken in woningen 7. Ernstige en georganiseerde fiscale fraude 8. Gauwdiefstallen 9. Diefstal met geweld en afpersing 10. Drugs (bezit, gebruik, trafiek, andere) B. SWOT-analyse Sterktes Het korps wordt in 2011 en 2012 versterkt. Indien de politiezone voor alle vacatures kandidaten vindt, zal geen enkele dienst onderbemand zijn, en kan de zone zich ten volle engageren voor het uitvoeren van haar functionaliteiten en projecten is het jaar waarin de politie samen met haar partners nieuwe projecten zal moeten uitschrijven, resulterend in strategische en operationele doelstellingen van het nieuwe zonale veiligheidsplan. Op basis van tal van bronnen zoals het nationaal veiligheidsplan, aandachtspunten van parket, DirCo, DirJUD en lokale overheid, het zonaal veiligheidsbeeld enzovoort zal zij voor vier jaar haar prioriteiten vastleggen. Het korps zal in zijn externe communicatie moeten rekening houden met de rol van de sociale media. In samenspraak met het stadsbestuur zal de politie hier rond een visie ontwikkelen. Zwaktes Onvoldoende kandidaten voor gespecialiseerde functies zoals mobiliteitspolitie of bijzondere wetten (milieu), met als gevolg een impact op het handhavingsbeleid en het aantal uitgevoerde acties. Het HRM-beleid moet verder worden uitgebouwd. Dit zal in eerste instantie draaien rond rekrutering en selectie en in een tweede fase rond betrokkenheid en competentiemanagement. Het personeel moet blijvend gecoacht worden rond de dienstverlenende ingesteldheid en integriteit zodat het vertrouwen in de politie op hetzelfde hoge niveau blijft. Er blijft een kloof tussen de vastbenoemde burgerpersoneelsleden en de contractuele stadspersoneelsleden ter beschikking gesteld van de zone. Dit is te verklaren door de belangrijke verschillen inzake statuut voor de beide personeelsgroepen. Kansen De visie die het stadsbestuur ontwikkelt rond participatie en gebiedsgerichte werking is een opportuniteit om efficiënter samen te werken op wijkbasis. Eén van de basisprincipes van gemeenschapsgerichte politie, namelijk het zoeken van partners en geïntegreerd werken, wordt op deze manier opnieuw gestimuleerd. De nieuwe klachtenbehandeling van het stadsbestuur zal een goede samenwerking mogelijk maken met de politie. De intentieverklaring met Securail en het daaraan verbonden partnerschap kan de aanwezigheid van politie in de stationsomgeving efficiënter maken en eventueel leiden tot nieuwe beleidsbeslissingen, andere prioriteiten en andere methodieken. Bedreigingen De overlast in de uitgangsbuurt blijft onder controle, maar het gebied van het uitgangskwartier wordt wel groter door de komst van nieuwe trekpleisters. Het aantal inbraken stijgt. Het korps zal met de partners en overheden op zoek moeten gaan naar nieuwe methodes en technieken om dit fenomeen aan te pakken. Het extrafamiliaal geweld en het intrafamiliaal geweld komt uit het zonaal veiligheidsbeeld naar voor als belangrijke prioriteit. De politie zal hier verder projectmatig moeten rond werken. Sint-Niklaas blijkt ook gevoelig te zijn voor de feiten vernielingen en vandalisme en bromfietsen fietsdiefstal. Rond deze fenomenen werkte de politie nog nooit projectmatig of in partnership met andere diensten. 46 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

148 GAS A. DESTEP-analyse Demografische factoren Het aantal inwoners van de stad kent, doorheen de jaren een continue stijging. De impact die dit kan hebben voor de dienst gemeentelijke administratieve sancties, is moeilijk te duiden. Algemeen kan gesteld worden dat hoe meer inwoners een stad telt, hoe groter de kans op overlast. De toenemende anonimiteit in de maatschappij is een tendens die ertoe leidt dat mensen voor het oplossen van hun problemen sneller een beroep doen op politie- en stadsdiensten. Een tussenkomst van politie kan aanleiding geven tot een proces-verbaal indien men van oordeel is dat de klacht terecht is en dus een dossier op de dienst gemeentelijke administratieve sancties. Sociaal/culturele factoren In 2011 gebeurde er een bevraging van de Sint-Niklaase bevolking. De resultaten van deze veiligheidsbevraging zullen pas ter beschikking zijn tegen ten vroegste maart en kunnen hier dus nog niet in rekening worden gebracht. In het kader van de stadsmonitor werden in 2011 eveneens een 500-tal respondenten bevraagd omtrent de aanwezigheid van bepaalde hinderlijke fenomenen in hun buurt of stad. Wat lawaaihinder betreft, ondervinden de Sint-Niklazenaars iets meer hinder dan een gemiddelde andere inwoner van de centrumsteden. 41.9% van de inwoners ondervond in 2011 in de afgelopen maand hinder van lawaai. Het gemiddelde in de andere centrumsteden ligt iets lager en bedraagt 40.0%. Respondenten werden eveneens bevraagd over overlast in de buurt en de mate waarin ze worden lastiggevallen % van de Sint-Niklase inwoners werd reeds geconfronteerd met overlast of werd reeds lastiggevallen. Het gemiddelde in de Vlaamse centrumsteden bedraagt 13.1 %. Wanneer dit wordt opgesplitst naar overlast van jongeren, overlast van buren en lastiggevallen worden, dan ligt vooral het aandeel inwoners van de stad dat overlast van buren ondervindt vrij hoog in vergelijking met andere centrumsteden. Vervolgens werden respondenten bevraagd naar de mate waarin ze milieuhinder ervaren. Gemiddeld lijkt de Sint-Niklazenaar iets minder dan de gemiddelde inwoner van de centrumstad hinder te ondervinden van geur (6,1%), zwerfvuil/sluikstort (21.3%) en hondenpoep (22.3%). Ook met vandalisme wordt de Sint-Niklazenaar gemiddeld minder geconfronteerd. Het gaat om 5% ten opzichte van een gemiddelde van 10.4% in andere centrumsteden. Ecologische factoren Een stijgend inwonersaantal zal er wellicht toe leiden dat er meer mensen op een kleinere oppervlakte moeten samenleven. Dit samenleven impliceert dat eenzelfde openbare ruimte door meer personen zal gebruikt worden en opnieuw meer aanleiding tot klachten over overlast zou kunnen geven. Politiek-juridische factoren De oorspronkelijk wet tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties dateert reeds van 1999 en werd reeds verschillende malen gewijzigd. Er wordt verwacht dat in de toekomst nog een aantal wijzigingen zullen doorgevoerd worden. De trend is daarbij dat er meer inbreuken kunnen worden afgehandeld via een gemeentelijke administratieve sanctie. Ook de leeftijd waarop GAS van toepassing is, zal worden verlaagd. Ook dit geeft naar alle waarschijnlijkheid aanleiding tot een stijging van het aantal dossiers. B. SWOT-analyse Het doel van de dienst Gemeentelijke Administratieve Sancties bestaat erin een antwoord te bieden op diverse vormen van overlast en streeft ernaar om op die manier de overlast in de stad te doen afnemen. Sterktes De dienst GAS werd in 2009 opgestart en er werd inmiddels een zekere ervaring opgebouwd in de afhandeling van de dossiers. Er kon vastgesteld worden dat door de toepassing van GAS, in vele gevallen een antwoord kan geboden worden op diverse overlastfenomenen. De toepassing van GAS wordt ook bij het publiek meer en meer bekend. Dit kan op zijn beurt een ontradend effect hebben en Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

149 bijgevolg een gunstig effect op het achterwege blijven van overlast. De dienst GAS staat in voor de repressieve aanpak van diverse vormen van overlast. In het kader van integrale veiligheidszorg, dient blijvende aandacht uit te gaan naar sensibilisering. Hierbij spelen ook diverse andere stadsdiensten een belangrijke rol. Het instandhouden of intensifiëren van de samenwerking van andere diensten moet dan ook ten volle benut worden. Zwaktes De vaststellers dienen blijvend gemotiveerd en gestimuleerd te worden zodat ze ervan overtuigd geraken dat zij een cruciale rol spelen in het bestrijden en voorkomen van overlast in de stad. Kansen Niettegenstaande dat in 1999 de wetgever reeds het kader heeft gecreëerd voor de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties, bleek de effectieve toepassing in de steden en gemeenten slecht moeizaam te gebeuren. De afgelopen jaren steeg het aantal steden en gemeenten dat gebruik maakt van gemeentelijke administratieve sancties fors. Hoe meer steden en gemeenten gebruik maken van gemeentelijke administratieve sancties, hoe meer het beleid op elkaar kan worden afgestemd en beroep kan worden gedaan op ervaringen (vb. beroepsprocedures) uit andere steden en gemeenten. Bedreigingen Een voorname kritiek op de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties heeft betrekking op de verschillende manier waarop GAS in diverse steden en gemeenten wordt toegepast. Het feit dat de geldboetes daarbij sterk kunnen verschillen van stad tot stad en ook de gedragingen die in de verschillend politiereglementen al dan niet worden strafbaar gesteld, kunnen sterk verschillen. Dit komt de rechtszekerheid van de burger niet ten goede. Het betreft hier een gevolg van de mogelijkheden die de wetgever aan steden en gemeenten heeft willen bieden in de strijd tegen overlast. Dit kan niet vermeden worden maar als nuance dient evenwel vermeld te worden dat er tussen steden en gemeenten regelmatig overleg is en zowel de inbreuken als de sancties grotendeels gelijklopend zijn. Gemeenschapswachten A. DESTEP-analyse Demografische factoren - Bevolkingsaangroei in Sint-Niklaas. Toename van dossiers rond preventie, onveiligheidsgevoel, overlast, mobiliteit-verkeer. - Evolutie naar meer multi-culturele samenleving. Communicatie met verschillende doelgroepen. - Toename van aantal schoolgaande jeugd. Toename van verkeersdrukte aan de schoolpoorten en in de schoolomgeving. Sociaal/culturele factoren - Stijgend aantal evenementen waardoor meer opdrachten voor toezicht. - Uitbreiding van scholen in de verschillende studierichtingen. Meer toezicht en verkeersdrukte aan de schoolpoorten en in de schoolomgeving. - Mondige, kritische burgers. Toename van het aantal klachten, opmerkingen en vastgestelde situaties. Ecologische factoren - Toenemend verkeer, waardoor meer toezicht, maar ook meer conflicten met de weggebruikers. - Toenemende aandacht en zorg voor milieu, meer bewonersbrieven. Politiek-juridische factoren - Steeds nieuwe reglementeringen, wetten, decreten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken tot instelling van de functie en dienst gemeenschapswacht. (vroegere stadswacht) - Veiligheidscontract momenteel goedgekeurd tot eind juni Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

150 B. SWOT-analyse Kansen - Nieuw veiligheidscontract vanaf juli Gestructureerd overleg met verschillende diensten. Bedreigingen - Te krappe personeelsbezetting om alle opdrachten uit te voeren. - Wetgeving gemeenschapswachten laat soms lang op zich wachten. - Gevaar voor wildgroei van communicatiekanalen (bv. brieven, folders, websites ) Sterktes - Het wetgevend kader rond gemeenschapswachten. - Goede communicatie met stadsdiensten en politie. (evenementen, verkeer ) - Klantendienst zorgt voor een centraal aanspreekpunt. - Gemeenschapswachten met verschillend statuut. PWA : 53u/maand. Activa : voltijds en deeltijdse tewerkstelling. Zwaktes - Soms moeilijke communicatie met bepaalde diensten. - Beperkte mobiliteit van personeel. - Onvoldoende en laaggeschoolde kandidaten. Brandweer De omgevingsanalyse voor de brandweer werd uitgevoerd uitgaande van voor de brandweer 4 belangrijke topics: Personeel; Interventiezorg (met inbegrip van de interventies, de -procedures en de uitrusting); Preventie (en proactie); VTO (en preparatie): Vorming Training Opleiding; Krachtens de wet Civiele Veiligheid ( ) dient de brandweer actief te zijn in alle aspecten van de veiligheidsketen. Volgende taken maken integraal deel uit van de veiligheidsketen: De interventiezorg: redding van en bijstand aan personen in nood en de bescherming van hun goederen; de bestrijding van brand en ontploffing; de bestrijding van vervuiling en van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen; de logistieke ondersteuning. De pro-actie: alle maatregelen om de risico s te inventariseren en de analyseren. De preventie en de preparatie: preventie omvat alle maatregelen om het zich voordoen van risico s te beperken en de gevolgen ervan te minimaliseren; preparatie omvat alle maatregelen om te garanderen dat de dienst klaar is om het hoofd te bieden aan een reëel incident. De nazorg en de evaluatie: dit zaijn alle maatregelen om de proactie, de preventie, de preparatie en de uitvoering te verbetteren via lessen die getrokken worden uit de incidenten. A. DESTEP-analyse De DESTEP-medtodologie werd gebruikt om een beeld te verkrijgen van de externe (macro-) omgeving, waarin de brandweer als organisatie actief is. Demografische factoren Bevolkingsaangroei in Sint-Niklaas (oa via nieuwbouwwijken & inbreidingsprojecten) Preventie: toename preventiedossiers Interventie: toename interventies Evolutie naar een meer multi-culturele samenleving: Personeel: streven naar multi-culturele samenstelling BW-korps Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

151 Veroudering (vergrijzing) van de populatie: Dalende zelfredzaamheid; Noodzaak om langer te werken om de sociale zekerheid en het pensioenstelsel overeind te (kunnen) houden (zie verder); Toename alleenstaanden Toenemende kloof armen rijken: maatschappelijke tegenstellingen meer onrust Economische factoren Economische crisis recessie: Schaarste aan financiële middelen; o elke uitgave moet (beter) gemotiveerd worden; o maximaal aanwenden van subsidiëringsmogelijkheden federale overheid; Interventie: (discussie rond) aanrekenen/invorderen prestaties brandweer Streven naar meer efficiëntie (interventie op maat) Preventie: aanrekenen van prestaties (tegen meer kwaliteit) Toename kostprijs energie & water: Interventie: zoeken naar alternatieven waterbevoorrading (ipv bevoorrading via drinkwaternet) Preventie: nieuwe technologieën (passiefhuizen ) Uitbreiding/inbreiding KMO-zones: Preventie: toename preventiedossiers Interventie: toename interventies Uitbreiding industriële activiteiten haven linkeroevergebied Schelde: Toename aan goederen- & personentransport: toename verkeersstromen grote verkeersassen (weg- en spoorwegverkeer) in het hinterland Toename kans op interventies incidenten met gevaarlijke stoffen (onderweg) Toename kans op dichtslibbend verkeer Vergrijzing van de samenleving > noodzaak om langer te werken: Vraagstuk: hoe houden we mensen langer aan het werk, rekening met de eisen van het beroep; o kan dit nog in de interventiedienst? o Kunnen we oudere medewerkers inzetten als ervaringsdeskundigen en coaches voor jonge medewerkers? o Kunnen we oudere medewerkers begeleiden naar andere opdrachten? Preventie & voorlichting (BPA brandpreventie-advies ) Sociale en culturele factoren Stijgend aantal evenementen in Sint-Niklaas Interventie: toename opdrachten voor toezicht & beveiliging Preventie: toename opdrachten Mondige, kritische burger: Interventie: toename aan klachten, vereist toename professionaliteit Dalende zelfredzaamheid van de burger: De burger is sneller geneigd een beroep te doen op de overheids(-diensten) Toename van de kloof tussen rijk versus arm toename maatschappelijke onrust Technologische factoren Nieuwe materialen & nieuwe technieken: gebouwen, voertuigen Te denken valt hierbij ook aan alternatieve energie: Nieuwe (alternatieve) brandstoffen voertuigen (elektriciteit, waterstof, natural gas, LPG ) Windturbines, zonnepanelen, passiefhuizen Interventie: nieuwe risico s, nieuwe procedures, nieuwe middelen Preventie: nieuwe risico s, nieuwe regelgeving, nieuwe richtlijnen ICT-ontwikkelingen: hardware & software, sociale media Sterkte (groeiende) afhankelijkheid >< nood aan KISS -procedures (keep it simple) 50 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

152 Invloed & rol media, snelle communicatie & sociale media: alles aan beschikbare info (en crisissituaties) gaat zeer snel de wereld rond (twitter, facebook ) Elke fout (van de overheid) wordt getoond (& afgestraft) Ecologische factoren Toenemende aandacht & zorg voor milieu: Interventie: toenemende aandacht voor milieuvervuiling Vereist milieuvriendelijke interventietechnieken Aanwending bluswater; gevaar voor milieuverontreiniging Aanwending alternatieve bluswatervoorzieningen (ivp kostbaar drinkwater uit het leidingsnet) Toenemende aandacht voor zuinig energiebeheer (isolatie ) Interventie: nieuwe interventieprocedures (opleiding & training) Aangepaste interventiemaatregelen (RWA ) Aangepaste interventieplanning (nood aan info ) Preventie: nieuwe regelgeving Toenemend verkeer, toename files Interventies: probleem voor het personeel om bij oproep de kazerne tijdig te kunnen bereiken; Probleem voor de interventieploegen om tijdig ter plaatse op de interventie te geraken voor noodhulp; Opwarming van de aarde: toename extreme weerfenomenen: Toename stormen en wateroverlast: in omvang en in ernst Politiek-juridische factoren (Meer) regelgeving: de federale staat bepaalt de regelgeving, van toepassing op de brandweerdiensten. De federale staat kan aan de brandweerdiensten onder bepaalde voorwaarden aan de gemeenten subsidies toekennen voor de aanschaf van voertuigen, materieel en uitrustingen. Het lokale niveau is tot op heden bevoegd voor de organisatie van de lokale brandweerzorg. Voogdij en toezicht over de lokale brandweerzorg is voorzien via de brandweerinspectie van de federale overheid. Zij lichten de werking van de lokale brandweerdiensten door en leveren een inspectierapport af. Het laatste inspectierapport voor de brandweer van Sint-Niklaas dateert van 04/2010. Complexe staatsstructuur met vele bevoegdheidsniveaus: (noodzakelijke) politieke besluiten en beslissingen voor de brandweer laten lang op zich wachten. Nood aan integrale benadering van veiligheidsvraagstukken: Meer nood aan multidisciplinair overleg & - samenwerking - Project hervorming civiele veiligheid & brandweer: Hierover bestaat nog grote ondduidelijkheid naar impact & timing Aansprakelijkheidsproblematiek (bij schade): Steeds vaker volgen schadeclaims op interventies van hulpdiensten (via verzekeringen & juristen) B. B. SWOT-analyse Sterktes Grote slagkracht van de gemengde brandweerorganisatie (tegen een relatieve gunstige kostprijs): nuttig bij interventies en bij de uitvoering van het brede takenpaket. Mogelijkheid tot alarmering via oproepontvangers, (individueel & collectief); Goede opvolging en registratie van aanwezigheden (interventies en oefeningen); Training in kleine teams, aansluitend met de interventie-omstandigheden; Degelijk aanbod aan opleiding & training; afgestemd op de beschikbaarheid van de deeltijdse medewerkers; Grote diversiteit aan (achtergrond van het) brandweerpersoneel: zeer nuttig in het brede vakgebied, bij interventie & preventie: diversiteit naar opleiding, naar beroepen, naar werkregimes (en beschikbaarheid) voltijdse & deeltijdse medewerkers, (beroepspersoneel en vrijwilligers) verschillende beroepsgroepen (handarbeiders, bouwvakkers & bedienden) diversifiëring naar opleiding (lager personeel, middenkader, hoger kader) Interne samenhang onder de personeelsleden. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

153 Zwaktes Brandweerorganisatie als Manusje van Alles : brandweer wordt verondersteld heel veel verschillende vakdomeinen te kunnen bestrijken >< gebrek aan expertise in elk van de vakdomeinen >< toenemende techniciteit & complexiteit. Korps is tot op heden geen afspiegeling van de multiculturele samenleving (waarvan we deel uitmaken) Geen vrouwen in de interventiedienst (te) weinig medewerkers van allochtone afkomst in de interventiedienst Grote diversiteit aan personeel (naar opleiding & achtergrond) > hoge investeringsnood in opleiding & training op maat) Opleiding moet nog meer op maat van de medewerker afgestemd worden; Opleiding moet nog beter voorbereid worden; (kennisdatabank ); Soms te dienstbare instelling/opstelling van het brandweerpersoneel: de brandweer is geneigd om op elke vraag van de burger in te gaan en een passend antwoord te bieden > hoge werkdruk, soms niet noodzakelijke inzet > overbodige kost, soms misbruik (van het vertrouwen van de brandweer door de burger). Preventie: gebrek aan opvolging van de uitvoering & controle van bouwprojecten (nauwelijks ingebruikname-controles); Beperkte doorstroming naar middenkader (bij gebrek aan tijd, vereiste deskundigheid & capaciteiten) Problemen om taken te kunnen delegeren; (officieren worden overbelast; Opleiding is soms onvoldoende op niveau bij gebrek aan voorbereiding Hoge werkdruk hoofdberoep & aandacht in het gezin >< nood van de brandweer om voldoende beschikbaar te zijn voor de interventiezorg Beschikbaarheid van/aan vrijwilligers ( de deeltijdse medewerkers) overdag is beperkt (beperkte) kennis & expertise inzake Noodplanning: Door de hoge werkdruk en de versnipperde en zwak gestructureerde overkoepelende brandweerorganisatie is de kennis en expertise inzake de taakuitvoering inzake noodplanning bij de brandweer vandaag onvoldoende; daartegenover staat dat in het kader van het grootschalige optreden de brandweer een cruciaal takenpaket dient te vervullen. Sterke verdeeldheid binnen het brandweerlandschap: elk korps heeft zijn visie over de werking van de brandweer. Vaak is dit op lokaal niveau sterk historisch bepaald vanuit tradities en gekleurd met eigen inzichten van de lokale korpsleiding. Kansen Formuleren van antwoorden op de bemerkingen van het laatste inspectierapport (04/2010); Meer efficiëntie brengen in de organisatie in samenhang met de gewijzigde werkorganisatie: Meer opleiding & training tijdens de permanentie-uren, zowel voor beroeps- als vrijwilligerspersoneel (liefs in gemengde groepen (B+V); Hervorming brandweer naar zonale (samen-)werking: Grotere slagkracht bij grootschalige interventies via samenwerking; SAH: snelle(-)re adequate(-re) (interventie-)hulp aan de burger in nood; Opportuniteit voor meer efficiëntie in de organisatie: o Taken kunnen gezamenlijk uitgevoerd worden o Kans tot meer expertise & specialisatie (preventie, interventie, VTO ) o Uitbouw samenwerkingsprojecten: (betere) zonale permanenties voor specialismen Verbeteren & eenvormig maken van de opleiding Integrale benadering van veiligheidsvraagstukken, meer en intersiever multidisciplinair overleg en samenwerking, ondermeer met de lokale politie Brandweer als partner in de veiligheid naar de burger toe: BrandPreventieAdvies (BPA of community Safety), waarbij de brandweer naar de burger toegaat om brandpreventieadvies op maat van de burger te verstrekken met als ultieme doel om het aantal slachtoffers bij brand te beperken door een goede preventieve benadering. Werking uitbouwen naar kwetsbare groepen. Bedreigingen Gebrekkige kennis en deskundigheid inzake grootschalig optreden en noodplanning; 52 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

154 Onvoldoende kennis en bijscholing inzake nieuwe ontwikkelingen, nieuwe technieken en procedures; Toenemende druk: moeilijke (tot problematische) combinatie (voor deeltijdse medewerkers) van hoofdberoep, gezin en engagement naar de brandweer; werkdruk Professionalisering, waar nodig voor de goede werking van de dienst; Hoge werkdruk kan aanleiding geven tot desinteresse en afhaken; Toename van het aandeel (aantal) aan professionele medewerkers knaagt aan de motivatie van de deeltijdse (vrijwilliger) medewerkers: Ook aan de deeltijdse (vrijwillige) medewerkers moet voldoende garantie geboden worden op (interessant) eerstelijns interventiewerk. Toename van het wegverkeer in de ochtend- en de avondspits in het centrum: dit vormt een bedreiging voor de goede interventiezorg, omdat het opgeroepen brandweerpersoneel niet tijdig de kazerne kan bereiken om binnen de voorziene tijd de vereiste snelle adequate hulp aan de burger in nood te kunnen leveren. Aanrijtijden nemen aanzienlijk toe. Dit vereist het voorzien van een eerste interventieploeg, op dienst in de kazerne. Gebrekkige fysieke paraatheid van het personeel; Onevenwichtige leeftijdspiramide: de brandweer dient bij de operationele medewerkers te kunnen beschikken over een goede mix van jonge fysiek parate medewerkers en medewerkers met voldoende ervaring (en anciënniteit). De instroom aan jonge fysiek parate medewerkers moet verbeterd worden. Traagheid (en vaagheid) met betrekking tot de hervorming van de brandweer: de wet tot hervorming van de civiele veiligheid, waarvan de brandweer deel uitmaakt, werd goedgekeurd in Er dienen nog meer dan 40 uitvoeringsbesluiten te worden gerealiseerd om de hervormingsplannen in uitvoering te kunnen brengen. Op hert terrein heerst nog grote onduidelijkheid rond de hervormingsplannen voor de brandweer. Argwaan van sommige bestuurders ten aanzien van de brandweerhervorming. (de hoge kostprijs van de gerealiseerde politiehervorming weegt op het project voor de hervorming van de brandweer). Multitasken bij de brandweer: de brandweer is vandaag onvoldoende uitbebouwd (bemenst) om alle aspecten van de veiligheidsketen voldoende aan bod te laten komen. De brandweerdiensten zijn vandaag hoofdzakelijk bemenst en geöriënteerd naar de interventiezorg. Bij dringende interventies moeten alle andere aspecten van de veiligheidsketen wijken voor het uitvoeren van de dringende opdrachten in de interventiedienst. Een organisatie van de brandweer op zonaal niveau doet de betrokkenheid op het lokale (gemeentelijke) niveau afnemen: het gevaar bestaat dat de afstand tussen de brandweermedewerker en de lokale gemeenschap zal toenemen. (subjectief) spanningsveld tussen beroeps- en deeltijds personeel. Dit fenomeen wordt deels gevoed door de belangrijke verschillen inzake statuut voor beide personeelsgroepen. Publieke veiligheid Publieke veiligheidsaspecten openbaar domein/evenementen De groei van het aantal evenementen neemt binnen de stad exponentieel toe. Hieronder een overzicht van de binnengekomen aanvragen van de voorbij drie jaar: : : : 511 Of deze jaarlijkse stijging te wijten valt aan een hogere meldingsbereidheid bij de bevolking of een effectieve verhoging van het aantal evenementen op het grondgebied van Sint-Niklaas, is onduidelijk. Wat echter wel duidelijk is, is de impact hiervan op de werking van de dienst publieke veiligheid: - jaarlijks stijgende aantal adviesverleningen; - jaarlijks stijgend aantal opvolgingen van middelhoge- en hoge risico evenementen; - jaarlijks stijgend aantal installaties van commandopostoperaties tijdens hoge risico-evenementen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

155 De bezetting van de dienst, bestaande uit één voltijdse niveau B en één halftijdse niveau D, blijft echter dezelfde. De werkdruk binnen de dienst neemt bijgevolg jaarlijks toe. Noodplanning In het kader van de noodplanning stelt de dienst publieke veiligheid vast dat het aantal noodinterventies ten gevolge van extreme weersomstandigheden frequenter voorvalt. Zo merken we dat, in tegenstelling tot het verleden, we in de periode van ieder jaar minstens één keer geconfronteerd werden met een incident ten gevolge van noodweer. Omgaan met extreem (nood) weer wordt hierdoor mogelijks een grote uitdaging voor de toekomst. Ook de impact van de sociale media (Facebook, Twitter, ) neemt op gebied van (crisis)communicatie enorm toe. Zo weten we dat in België nu reeds de helft van de bevolking over een Facebookaccount beschikt en rond de burgers Twitteren. Bovendien wijzen recente ervaringen met ernstige crisissen, waaronder het drama te Pukkelpop, uit dat de sociale mediakanalen de klassieke media in snelheid overtreffen en dat burgers allerhande (onjuiste)berichten en informatie via Facebook, Twitter, de wereld insturen. Ook het inzetten van en omgaan met sociale mediakanalen in het kader van crisiscommunicatie, wordt een uitdaging voor de toekomst. 54 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

156 5. Transversale thema s Dienstverlening De analyses rond dienstverlening bevinden zich, omwille van hun transversaliteit, verspreid over dit gehele document onder verschillende sectoren. Het departement ruimte en milieu maakte nog een aparte analyse. Optimaliseren van de dienstverlening & organisatie departement ruimte en milieu Omgevingsanalyse Er wordt vastgesteld dat de huidige organisatie niet meer voldoet aan de noden van een moderne organisatie en niet in staat is om de veranderingen waarvoor we staan op te vangen. Er worden steeds meer bijkomende taken opgelegd door de hogere overheid waarvoor in verhouding geen bijkomend personeel aangeworven wordt. Onze organisatie is echter flexibel genoeg om het hoofd te bieden aan nieuwe, acute uitdagingen zoals onder meer de digitalisering van de stedenbouwkundige en de milieuvergunning, het opzet van een gestructureerd handhavingsbeleid, uitbouwen van een dienst stadspatrimonium, oprichten van een stadsontwikkelingsbedrijf, werken met projectverantwoordelijken, Het is noodzakelijk dat om dit alles te kunnen realiseren hiervoor de nodige middelen en personeel voorzien worden. Hiervoor werden reeds een aanzetten gedaan (cf. FORUM-nota). SWOT-analyse Optimaliseren vd organisatie & dienstverlening STERKTES - Goede basis voor duurzaam beleid Er is een richtinggevend (beleids)kader: gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, milieubeleidsplan, mobiliteitsplan, woonplan, groenplan, witboek, met onderlinge overeenkomsten ( kruisverbanden ); - Kerncompetenties zijn op de verschillende nivo s aanwezig (kennis, know-how); - Goede samenwerking en interne communicatie; - Diensten werken pragmatisch en oplossingsgericht: open, klantvriendelijk, deskundig, ; - Kwaliteit van de afgeleverde stukken (vergunningen, toelatingen, ) ; - Informatisering is gestart (GIS nog te implementeren); - Samenwerking met vele diensten - Realisatie van succesvolle projecten - Uitvoering doelstellingen Lokaal Kyotoprotocol ZWAKTES - Geen langetermijnvisie; - Nood aan duidelijkheid rond verdeling inhoudelijke thema s tussen de departementen; - Geen indicatoren aan doelstellingen gekoppeld; - Zeer beperkte capaciteit voor analyse en opvolging; - Geen duurzaamheidtoets van beleidsbeslissingen; - Beperkte participatie; - Geen projectaanpak; - Verticale afbakening van de politieke bevoegdheden; - Hokjesdenken; - Weinig flexibele structuur. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

157 KANSEN - Groter maatschappelijk draagvlak voor (klimaat)problematiek; - Hervorming van de stadsdiensten (forumproject); - Kansen dmv verbeterde samenwerking en parallelle dosiers (cf. omgevingsvergunning); - Kansen dmv automatisering van aanvragen (digitale aanvraag) ; - Gemeentedecreet geeft met verzelfstandiging aanzetten tot projectmatiger werken en biedt mogelijkheid meer (financiële) verantwoordelijkheid bij de diensten te leggen: bv. budgethouderschap, AGB mbt stadsontwikkeling, parkeren,? - Invoering nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC) waaronder beleidsondersteunende cel; - Ondertekening Convenant of Mayors (burgemeestersconvenant) en opmaak klimaatplan om programmawerking tussen de diensten te versterken. BEDREIGINGEN - Geen integrale projectwerking, verkokering van de diensten; - Stopzetting Samenwerkingsovereenkomst ; - Er komen bepaalde noodzakelijke investeringen op ons af: bv. implementatie informatisering mbt GIS, updaten en actueel houden van de databanken, Duurzaamheid Klimaatneutraliteit In aanloop naar volgende gemeentelijk bestuursperiode ( ) werd aan de administratie gevraagd beleidsvoorstellen over te maken. Vanuit de richtlijn verspreid op 26 september 2011 werd vooropgesteld hiervoor te vertrekken vanuit een omgevingsanalyse en een SWOT die de huidige stand van zaken weergeeft. Gelet op de realiteit dat binnen het departement gewerkt wordt met een instrumentarium van bestaande, goedgekeurde beleidsplannen, waarin een uitgebreide omgevingsanalyse gebeurde in functie van de diverse beleidsdomeinen met hierin afwegingen omtrent sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen wordt voor de opmaak van de beleidsvoorstellen van het departement R&M bijna uitsluitend uitgegaan van de acties geformuleerd in deze beleidsplannen. Het gaat hierbij in hoofdzaak om het gemeentelijke ruimtelijk structuurplan (2006), het mobiliteitsplan (2002) en de evaluatie ervan (2011), het gemeentelijk groenplan (2011) en het gemeentelijk woonplan (2012). Daarnaast werd geput uit de recent verschenen stadsmonitor (2011) en lokale statistieken. Vooropgesteld wordt dat vooral aan de uitvoering van deze beleidsdocumenten in de eerste plaats moet worden verder gewerkt. Bijkomend vormen deze voor het departement a.h.w. de grond voor alle toekomstige beleidsvoorstellen. Los hiervan vinden wij vanuit het departement WEL dat het onze stad ontbreekt aan een overkoepelende, duidelijke en ambitieuze doelstelling op langere termijn. De invoering van de nieuwe beleids- en beheerscyclus en het forum-project bieden mogelijkheden om beleidsadviseurs aan te stellen, die de opvolging en analyse van het beleid kunnen bewaken. Leefbaarheid en duurzaamheid (economie, ecologie, sociaal en institutioneel) worden door de stadsmonitor 2011 aangehaald als de belangrijkste aandachtspunten voor de organisatie van een Vlaamse centrumstad in de komende jaren. Fierheid voor een stad hangt hierbij grotendeels samen met de inzet voor duurzaamheid (stadsmonitor p. 76). 56 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

158 De wereld draait snel. Een veelheid van ontwikkelingen (trends) en evoluties volgen elkaar in sneltempo op, en de link ertussen is vaak onduidelijk. Zo stellen we diverse maatschappelijke veranderingen (en dus kansen) vast voor lokale besturen: 1. Toenemende bevolking (bv. groene en grijze druk) 2. Toenemende individualisering (bv. kritische individuele burgers, veranderende familiale banden) 3. Toenemende (kansen tot) digitalisering (bv. geodata, GIS, info in databases, meten=weten ) 4. Toenemende dualisering (bv. energiearmoede, mobiliteitsarmoede, onaangepaste huisvesting, maatschappelijke kwetsbare jongeren en kinderarmoede, verborgen armoede, bereikbaarheid van voorzieningen) 5. Toenemende zorg voor energie- en klimaatveranderingen (bv. waterbeheer, energie, afval, duurzame ontwikkeling) 6. Toenemende financiële zorgen (bv. lage rente, verplicht begrotingsevenwicht, toenemende personeelskost en werkingskosten voor openbare besturen, toenemende OCMW-uitgaven, kosten mbt waterzuivering, rio-projecten, enz ) Daarom stellen we een gemeenschappelijke missie Sint-Niklaas klimaatneutraal in 2050 voor als globale doelstelling en rode draad doorheen ALLE geformuleerde doelstellingen. Dit globale thema wordt vertaald in concretere doelstellingen per onderdeel (wonen, werken, natuur, publieke ruimte, enz..) Als opstap naar 2050 zien we 2020 als eerste target. Door de ondertekening van de Convenant of Mayors (burgemeesterconvenant) streeft de ganse stad ernaar om de CO2-uitstoot met meer dan 20% terug te dringen. Mondiale en ecologische invalshoek Klimaatneutrale stad is een belangrijk en terecht streefdoel dat haar basis vindt in de publicaties rond klimaatopwarming van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). Het bestuur heeft zich reeds geëngageerd om een actieve rol te spelen in de strijd tegen de klimaatopwarming en haar gevolgen, oa. door de ondertekening van het Lokaal Kyotoprotocol Deze doelstelling moet verder bestendigd worden in een actieplan Economische invalshoek Klimaatneutraliteit is niet enkel van belang vanuit mondiale en ecologische hoek, maar ook stemmen vanuit de financiële sector en de oliesector geven aan dat een grotere energie-onafhankelijkheid moet nagestreefd worden. In 2006 gaf de Britse econoom Nicolas Stern aan dat met de inzet van 1% van het BNP in duurzame investeringen de komende 10 à 20 jaar, een schadekost van 20% van het BNP op termijn kan vermeden worden. Dus vanuit economische hoek wordt het streven naar meer klimaatneutraliteit onderschreven als zijnde een belangrijk financiële doelstelling. In juli 2009 bracht British Petrol een rapport BP Statistical Review of World Energy uit over de wereldvoorraden van brandstof. De oliesector zelf gaf aan dat de voorraden slinken en dat olie nog 42 jaar voorradig zal zijn aan het huidige consumptiepatroon. Sociale invalshoek Een goed klimaatbeleid moet ook sociaal rechtvaardig zijn. Beleidsmakers moeten niet kiezen tussen klimaat- en sociale maatregelen. Een goed klimaatbeleid moet uitgaan van een zo klein mogelijke negatieve, sociale impact en met compensatie voor kwetsbare groepen, als dit laatste niet mogelijk is. Er zijn synergieën die armoede, sociale ongelijkheid en milieurechtvaardigheid met elkaar verbinden. Duidelijke voorbeelden die klimaatwijziging en sociale rechtvaardigheid gezamenlijk aanpakken situeren zich voornamelijk in de bouwsector, de mobiliteit, energievoorziening, productie en consumptie, gedrag en sociale bescherming. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

159 Concrete voorbeelden zijn energie-efficiënte sociale woningen, groene financiële instrumenten voor sociale doelgroepen, autodelen, thuiscomposteren, premie herbruikbare luiers, workshops seizoensgebonden en gezond koken, energiescans, subsidies voor energiebesparende maatregelen, abonnementen openbaar vervoer, De klimaatproblematiek heeft bovendien een Noord/Zuid-dimensie. Preventieve maatregelen, zoals de reductie van emissie, zijn noodzakelijk in het Noorden, maar ook in het Zuiden. Bovendien zijn de ontwikkelingslanden het meest kwetsbaar en het minst in staat zich aan te passen. Ondersteuning en financiering vanuit het Noorden blijft noodzakelijk. Belangrijke taak voor de stad De eindigheid van de brandstoffen zal een groot effect hebben op de stad en haar sociaal weefsel. Denk aan de paniek die heerste voor de economische crisis toen de energieprijzen sterk begonnen te stijgen, de problemen van bedrijven door de duurdere grondstofprijzen en transport, De toekomstige prijsstijgingen zullen groter zijn en minstens doorzetten tot Tot dan zullen de eindige energiebronnen zo schaars zijn, dat ze onbetaalbaar worden. De stad heeft daarom een belangrijke anticiperende rol, namelijk het wapenen van haar burgers. De stad dient haar bewoners, maar ook haar bezoekers en gebruikers te sensibiliseren en te doen streven naar een grotere energieonafhankelijkheid klinkt nog veraf, maar als we Sint-Niklaas klimaatneutraal willen maken tegen het moment dat de fossiele brandstoffen ofwel op, ofwel te duur zijn geworden, betekent dit een zware opdracht waaraan vandaag moet worden gestart. Men kan deze taak verder voor zich uitschuiven, maar het zal de opdracht van de volgende legislaturen alleen maar zwaarder maken. Ook zullen de gevolgen voor het sociaal weefsel van de stad groter zijn, evenals de kost om naar alternatieve oplossingen te zoeken. Het is daarom belangrijk dat de stad hierop anticipeert. Transitie verloopt immers traag. De stad moet nu beginnen zoeken naar mogelijkheden om de energieonafhankelijkheid van haarzelf, haar burgers en gebruikers te verhogen. De stad dient te zoeken naar oplossingen om deze uitdaging om te buigen tot een opportuniteit en win-winsituatie voor haar gebruikers en burgers. Daarom willen wij vanuit het departement starten door alle in dit document voorgestelde acties/doelstellingen met een duurzame bril te bekijken zodat deze voorgesteld voor volgende legislatuur de intrinsieke bedoeling hebben bij te dragen tot een klimaatneutrale stad in De globale doelstelling Sint-Niklaas klimaatneutraal in 2050 is vrij vaag en zeer veel omvattend. Dit kan concreter gemaakt worden door bv. - Wijk- en buurtgroen : iedere bewoner zou vanuit zijn woning minstens één boom moeten kunnen zien; - fietsstad : binnen 10 jaar 10% meer fietsers in de stad door bv. het invoeren van een fietsparkeernorm (2,5 fietsparkeerplaatsen per 100 m² openbaar domein); - toepassen van het STOP-principe ; - de bezettingsgraad van bedrijventerreinen met 10% doen toenemen; - verdubbelen van het aantal gebruikers van autodeelsystemen in de stad; - autoluwe en duurzame woonprojecten; - een duurzaamheidsmeter toepassen op nieuwe ontwikkelingen; - significante stijging van het aantal laagenergie-woningen en passief-huizen op het grondgebied; 58 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

160 Internationale samenwerking A. Omgevingsanalyse Sint-Niklaas heeft altijd veel belang gehecht aan internationale samenwerking. Aanvankelijk situeerde die samenwerking zich in een naoorlogse context binnen West-Europa. De allereerste jumelagepacten werden een halve eeuw geleden ondertekend. Gaandeweg groeide de overtuiging dat een lokaal bestuur meer kan doen dan jumelages ondersteunen, noodhulpkredieten overschrijven op de rekening van ngo s of inleefreizen subsidiëren. De voorbije tien jaar evolueerde het lokale beleid naar een actief partnerschap met steden in het zuiden en naar het ontwikkelen en ondersteunen van de meest uiteenlopende sensibiliseringsactiviteiten, met Villa Pace als grootste blikvanger. Jaar na jaar wordt gewerkt aan een sterk en steeds meer zichtbaar inhoudelijk programma op Villa Pace, met een rode draad die langs de verschillende standen op de wereldmarkt gaat, in het teken van het jaarlijkse thema. Noord-Zuid en internationale solidariteit zijn thema s die leven in Sint-Niklaas. Het sterk uitgebouwde Noord-Zuidbeleid van het stadsbestuur weerspiegelt het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking bij zijn inwoners. De AAS (Actie- en Adviesgroep Solidariteit), opgericht in 2001, is het orgaan voor inspraak en participatie in het stedelijke beleid. Ngo s en een groeiend aantal vierdepijlerbewegingen maken deel uit van de adviesraad. Deze raad kent reeds een goede werking maar dient nog te evolueren naar een volwaardige Noord-Zuidpartner van het bestuur. Mede omwille van de heersende dynamiek kreeg Sint-Niklaas de eer om als eerste stad in België de titel van UNICEF Solidariteitsstad te mogen voeren. Het voorbije jaar heeft een heel diverse groep zich ingezet voor dit project waardoor een nieuw publiek betrokken werd bij Noord-Zuid. Desondanks blijft het een uitdaging om het grote publiek, met uitzondering van de believers, duurzaam te sensibiliseren. Er is een noodzaak aan draagvlakverbreding en -verdieping. Door transversaal te werken binnen het stadsbestuur wordt ook binnen andere beleidsdomeinen van de stad de aandacht voor duurzame ontwikkeling gestimuleerd. In 2008 behaalde Sint-Niklaas de titel van fairtradegemeente. Stadsbestuur én inwoners dragen eerlijke handel een warm hart toe en maken er ook effectief werk van. De stad neemt actief deel aan de lokale fairtradegemeente -werkgroep en blijft werken aan het promoten van eerlijke handel bij het stadsbestuur en de inwoners. Nochtans stagneerde het aantal activiteiten en initiatieven na het behalen van de titel. Ofschoon er in onze stad inderdaad heel wat gebeurt op vlak van Noord-Zuid, wordt er nog niet voldoende over gecommuniceerd. Hierdoor gaat een deel van de boodschap verloren. De activiteiten van de stad, de AAS en andere middenveldorganisaties moeten op elkaar afgestemd worden en binnen een breder kader geplaatst worden. De stad kent een groeiend aantal internationale contacten. Naast de stedenband met Tambacounda waarbij we - als actor - samen met onze partnerstad werken aan capaciteitsopbouw op vlak van burgerlijke stand, afvalverwerking en -ophaling, is er sinds 2008 een samenwerking met de Chinese stad Suqian. Een vorm van internationale samenwerking die idealiter leidt naar lokale gemeenschapsvorming, is het partnerschap met de Marokkaanse stad Al-Hoceima waarvan de meerderheid van de Marokkaanse gemeenschap van Sint-Niklaas afkomstig is. Als regisseur coördineren we de samenwerking tussen actoren hier en in Al-Hoceima. Globaal steeg het budget voor internationale samenwerking (toelagen en werkingskosten) tijdens de huidige legislatuur van EUR in 2007 naar EUR in In de toelagen voor jumelages constateren we een sterke daling van ca EUR in 2002 naar ca EUR in Ook het aantal aanvragen voor subsidies voor jumelageprojecten is de laatste jaren afgenomen. Van 14 in 2008 naar 3 in In 2012 is er opnieuw een groter aantal aanvragen wat rechtstreeks in verhouding staat met de heroriëntering van het subsidiereglement, waarbij scholen en erkende verenigingen in aanmerking komen voor toelage voor andere internationale uitwisselingen dan met de zusterste- Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

161 den. We stellen vast dat het algemeen draagvlak voor de jumelages daalt in onze stad alsook in de zustersteden. In hoeverre het aangaan van een nieuw vriendschapsakkoord zoals dat met Tábor (Tsjechische Republiek) in 2012 opportuun is, zal dus nog moeten blijken. Wat de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking betreft, stellen we een kwalitatief groeipad vast waarbij een duidelijke vooruitgang in het budget gepaard gaat met een steeds sterker uitgebouwd Noord-Zuidbeleid, bestaande uit zowel sensibiliseringsactiviteiten in het Noorden als uit het ondersteunen van projecten in het Zuiden. Met een aantal Noord-Zuid actoren heeft de stad sedert 2006 lokale convenanten afgesloten. Het budget hiervoor is gestegen van EUR in 2006 naar EUR in Hiermee wordt de samenwerking met de betrokken organisaties (Beweging in de Stad, Oxfam Wereldwinkels, Bevrijde Wereld en Dwagulu-Dekkente) geofficialiseerd en op structurele wijze verankerd. Sinds 2011 werd een fonds van EUR voor infrastructuursubsidies opgenomen in het reglement. Het budget voor noodhulp is gestegen van naar EUR. Voor ontwikkelingssamenwerking ontvangen we subsidies van de federale en regionale overheid die zowel voor Noord- als Zuidwerking aangewend worden. Alle aspecten van onze werking dragen bij tot de verwezenlijking van de Millenniumdoelstellingen en onderschrijven volledig de principes van de Verklaring van Parijs. We streven naar een doeltreffend lokaal Noord-Zuidbeleid door het hanteren van volgende principes: eigenaarschap, afstemming, wederzijdse verantwoording, resultaatsgericht beheer en beleidscoherentie voor ontwikkeling. Als lokaal bestuur vertegenwoordigen we het overheidsniveau dat het dichtst bij de mensen staat. Lokale overheden definiëren en implementeren het lokale overheidsbeleid en vinden daarin de nodige legitimiteit voor hun rol als actoren voor ontwikkeling. B. Data 1. Evolutie aantal projecten - subsidies projecten 2008 LBC-studiereis: EUR JUMELAGES concert Spijkerhart Colmar: 600 EUR ontvangst Lucchese organist Anfiteatro: 37,50 EUR ONTWIKKELINGSAMENWERKING basissubsidies 2007 aan vrijwilligersorganisaties: -Dwagulu Dekkente: 444,44 EUR -Instituut Indische Moeders en Kinderen: 444,44 EUR Sint-Niklaas: 444,44 EUR -Werkgroep Roemenië Broederschool: 444,44 EUR -Makoumi vrienden: 444,44 EUR -Soweto Connection: 444,44 EUR -vzw Magura Ilveï: 444,44 EUR -Cunina: 444,44 EUR -VLOS: 444,44 EUR werkingstoelage AAS: EUR werkingssubsidies 2007 aan vrijwilligersorganisaties: -Dwagulu Dekkente: 1.464,96 EUR -Instituut Indische Moeders en Kinderen: 1.124,88 EUR Sint-Niklaas: 549,36 EUR -Werkgroep Roemenië Broederschool: 209,28 EUR -Makoumi vrienden: 497,04 EUR -Soweto Connection: 470,88 EUR -vzw Magura Ilveï: 601,68 EUR -Cunina: 366,24 EUR -VLOS: 915,60 EUR projectsubsidie aan Dwagulu Dekkente: 650 EUR 60 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

162 uitwisseling in Colmar Kon. Sint- Niklase Biljartacademie: 508,11 EUR Taalstage Colmar: 302,41 EUR SNJV-zomeruitwisseling: 1.326,85 EUR politieconferentie Tábor: 231,53 EUR drukwerk folder SNJV: 29,67 EUR studiebezoek Lucca KaHo Sint-Lieven: 621,15 EUR studiebezoek Lucca Vlaams Verbond voor Gepensioneerden: 1.506,25 EUR jeugdconferentie Schongau SNJV: 268,40 EUR schooluitwisseling Tábor Sint-Carolus: 1.416,25 EUR Week van de Smaak Anfiteatro: 285 EUR projectsubsidie aan vzw Instituut voor Indische Moeders en kinderen: 650 EUR projectsubsidie aan Soweto Connection: 560,52 EUR Projectsubsidie aan Makoumi Vrienden: 590 EUR Projectsubsidie aan Ti Soley Levé: 650 EUR Projectsubsidie aan Cunina: 650 EUR Projectsubsidie aan Meisjeshuis Paadhai: 650 EUR Projectsubsidie aan vzw Magura Ilvei: 650 EUR Projectsubsidie aan Vrienden voor Mauretanië: 533 EUR Projectsubsidie aan Bevrijde Wereld: 650 EUR subsidietoelage Nationaal: EUR ondersteuning BIS in kader van convenant: EUR ondersteuning Bevrijde Wereld in kader van convenant: EUR ondersteuning Oxfam Wereldwinkels in kader van convenant: EUR noodhulp 2008: EUR aan het Rode Kruis Vlaanderen 500 EUR aan Ti Soley Levé (Haiti) 2009 JUMELAGES Tussen Pot en Pint bezoek aan bierfestival Tábor 169,81 EUR Individuele inwoners volwassenenuitwisseling Abingdon 134,39 EUR Blackie & the Oohoos muziekfestival Abingdon 537,10 EUR Karree Konfituur muziekfestival Abingdon 398,60 EUR Individuele inwoners volwassenenuitwisseling Schongau 316,28 EUR Bridgeclub Reinaert bridgeontmoeting in Gorinchem 227,50 EUR Sint-Niklase Biljartacademie ontvangst biljartclub uit Colmar 570,00 EUR Individuele inwoners taalstage Lucca 94,00 EUR In Dulci Jubilo concert in Colmar 1.259,75 EUR Sint-Niklase Jeugdverzustering jeugduitwisseling in Sint-Niklaas en zustersteden 730,50 EUR Scouts Sint-Franciscus bivak in Lucca 1.725,16 EUR Wase Lopers marathon in Lucca 208,80 EUR Sint-Jozef-Klein-Seminarie studiereis naar Abingdon 1.187,25 EUR Individuele inwoners volwassenenuitwisseling Colmar 122,56 EUR Sint-Carolus ontvangst school uit Tábor 1.460,50 EUR KAHO Sint-Lieven uitwisseling met school in Colmar 1.545,00 EUR Vlaamse Bergsport Waasland uitwisseling in Schongau 905,81 EUR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Basisssubsidies De volgende organisaties, stuk voor stuk lid van de A.A.S. (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) kregen in 2009 een basissubsidie van 430,76 EUR elk, op basis van hun werking in 2008: Dwagulu Dekkente, Instituut voor Indische Moeders en Kinderen, Sint-Niklaas, Werkgroep Roemenië Broederschool, Makoumivrienden, Soweto Connection, Cunina, Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas, Meisjeshuis Paadhai, Africa 4U, Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren, Tusaidiye Uganda, en Ti Soley Levé; Totaal: 5.599,88 EUR. 2. Werkingssubsidies Dwagulu Dekkente (2.659,14 EUR), Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (1.211,76 EUR), Sint-Niklaas (908,82 EUR), Werkgroep Roemenië Broederschool (33,66 EUR), Makoumivrienden (100,98 EUR), Soweto Connection (538,56 EUR), Cunina (168,30 EUR), Vluchtelingenonthaal Sint- Niklaas (1.312,74 EUR), Meisjeshuis Paadhai (639,54 EUR), Africa 4U (336,60 EUR), Vlaams Centrum Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

163 voor Inheemse Volkeren (168,30 EUR), Tusaidiye Uganda (437,58 EUR); Ti Soley Levé (908,82 EUR), AZ Nikolaas voor Bangabola (370,26 EUR), en Wereldsolidariteit (403,92 EUR). Totaal: ,98 EUR. 3. Projectsubsidies Dwagulu Dekkente Inleefreis van Sint-Niklase jongeren naar Burkina Faso tijdens de 650 EUR zomermaanden Bevrijde Wereld Uitwerken van inspiratiekoffers rond diversiteit voor leerkrachten 3 e 650 EUR kleuterklas en 1 e graad lager onderwijs Meisjeshuis Paadhai Educatief bergkamp voor de 25 meisjes van het meisjeshuis Paadhai te 650 EUR Chennai (India) Tusaidiye Uganda Bouw van een klaslokaal en voorzien van klasmateriaal in Nyahuka 650 EUR (Uganda) Makoumivrienden Ondersteuning in schoolgelden van 3 jongeren in Koudougou (Burkina 650 EUR Faso) IIMK Gezondheidsopvoeding in 9 scholen in Sikkim (India) 650 EUR Ti Soley Levé promotie van kleuter- en basisonderwijs, middelbaar onderwijs, 650 EUR gezondheidszorg in scholen en omgeving en buitenlandse stages in Akil Samdi (Haiti) Totaal EUR 4. Convenanten 1 met NGO Bevrijde Wereld: met BIS (Beweging in de Stad): met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas: met Dwagulu Dekkente: Totaal: EUR. 5. Andere subsidies 1 werkingstoelage AAS: EUR 2 noordzuidprijs voor Soweto Connection: EUR 3 jaarlijkse toelage aan Nationaal: noodhulp via Instituut voor Indische Moeders en Kinderen voor wederopbouw dorpen in West- Bengalen (India) na vernietiging door cycloon Aila op 26 mei 2009: EUR 5 noodhulp via Meisjeshuis Paadhai voor wederopbouw van crèche en hutten na vernietiging door brand in Chennai (India) 750 EUR 6 noodhulp voor bestrijding van malaria aan Rode Kruis Vlaanderen in het kaderen van de actie Music for Life van Studio Brussel: EUR 2010 JUMELAGES TI Sint-Carolus Uitwisseling met school in Tábor 1012,50 EUR Indviduele inwoners Taalstage Colmar 51,35 EUR Individuele inwoners Volwassenenuitwisseling Schongau 139,82 EUR OLVP Handel Europees uitwisselingsproject 224 EUR Individuele inwoners Taalstage Abingdon 227,10 EUR Vrouwencentrum Jumelageproject in Abingdon 558,75 EUR Anfiteatro Activiteiten Week van de Smaak 75 EUR Bridgeclub Reinaert Uitwisseling met bridgeclub in Gorinchem 200 EUR De Fietsvrienden Fietstrip naar Lucca 234,88 EUR Instituut Berkenboom Humaniora Uitwisseling met school in Hongarije 200 EUR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Basissubsidies De volgende organisaties, stuk voor stuk lid van de A.A.S. (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) kregen in 2010 een basissubsidie van 400 EUR elk, op basis van hun werking in 2009: AZ Nikolaas 62 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

164 Bangabola, Instituut voor Indische Moeders en Kinderen, Sint-Niklaas, Werkgroep Roemenië Broederschool, Makoumivrienden, Soweto Connection, Cunina, Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas, Meisjeshuis Paadhai India, Africa 4U, Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren, Magura Ilveï vzw, Wereldsolidariteit, Tusaidiye Uganda en Ti Soley Levé; Totaal: EUR. 2. Werkingssubsidies Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (540,10 EUR), Sint-Niklaas (908,35 EUR), Makoumivrienden (147,30 EUR), Soweto Connection (540,10 EUR), Cunina (245,50 EUR), Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas (1.153,85 EUR), Meisjeshuis Paadhai India (466,45 EUR), Africa 4U (245,50 EUR), Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren (417,35 EUR), Tusaidiye Uganda (392,80 EUR); Ti Soley Levé (662,85 EUR), AZ Nikolaas - Bangabola (662,85 EUR), en Wereldsolidariteit (515,55 EUR). Totaal: 6.898,55 EUR. 3. Projectsubsidies Vzw Magura Ilvei Uitbouw van de lokale jeugdwerking te Magura Ilvei (Roemenië) EUR Meisjeshuis Paadhai India Preventie en interventie bij kinderen in een misbruiksituatie te Chennai EUR (India) Makoumivrienden Ondersteuning in schoolgeld van jongeren in Koudougou (Burkina Faso) 885 EUR Dwagulu-Dekkente Inleefreis van Sint-Niklase jongeren naar Senegal tijdens de EUR zomermaanden IIMK Opvoeding op school m.b.t. gezondheid, hygiëne en milieu in Singtam (India) EUR Totaal EUR 4. Convenanten 1 met NGO Bevrijde Wereld: met BIS (Beweging in de Stad): met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas: met Dwagulu Dekkente: Totaal: EUR. 5. Andere subsidies 1 werkingstoelage AAS: EUR 2 noordzuidprijs voor Soweto Connection: EUR 3 noordzuidprijs voor Tusaidiye Uganda: EUR 4 jaarlijkse toelage aan Nationaal: EUR 5 noodhulp voor Haïti via Ti Soley Levé: EUR 6 noodhulp voor Pakistan via het Belgisch Consortium 12-12: EUR 7 noodhulp voor bestrijding van HIV/ AIDS aan Rode Kruis Vlaanderen in het kader van de actie Music for Life van Studio Brussel: EUR 8 noodhulp voor de chronische noodsituatie van kinderen in Congo via Unicef: EUR 9 noodhulp voor de noden in Niger na de overstromingen via Wereldsolidariteit Waas en Dender: EUR 10 ondersteuning voor het afvalbeleid in onze Senegalese partnerstad Tambacounda: EUR EUR = EUR 11 ondersteuning voor de uitbouw van de burgerlijke stand in Tambacounda: EUR EUR = EUR 12 ondersteuning voor de uitbouw en renovatie van de toiletten in de lagere school van de wijk Gouye in Tambacounda: EUR Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

165 2011 JUMELAGES Individuele inwoners Individuele inwoners Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Abingdon 59,10 EUR 53,90 EUR Individuele inwoners Individuele inwoners Individuele inwoners Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Colmar 79,24 EUR 47,32 EUR 48,55 EUR KaHo Sint-Lieven Uitwisseling met IFSI Colmar EUR Boerke Naas Uitwisseling met de Abingdon Morrismen 215,96 EUR Instituut Berkenboom Humaniora Uitwisseling met school in Hongarije 152 EUR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Basissubsidies De volgende organisaties, stuk voor stuk lid van de A.A.S. (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) kregen in 2011 een basissubsidie van 428,57 EUR elk, op basis van hun werking in 2010: AZ Nikolaas Bangabola, Instituut voor Indische Moeders en Kinderen, Sint-Niklaas, Makoumivrienden, Soweto Connection, Cunina, Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas, Meisjeshuis Paadhai India, Africa 4U, Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren, Magura Ilveï vzw, Wereldsolidariteit, Tusaidiye Uganda en Ti Soley Levé. Totaal: 5.999,98 EUR. 2. Werkingssubsidies Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (452,88 EUR), Sint-Niklaas (959,04 EUR), Makoumivrienden (79,02 EUR), Soweto Connection (532,80 EUR), Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas (1.198,80 EUR), Meisjeshuis Paadhai India (879,12 EUR), Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren (506,16 EUR), Tusaidiye Uganda (372,96 EUR); Ti Soley Levé (1.092,24 EUR), AZ Nikolaas - Bangabola (346,32 EUR), en Wereldsolidariteit (452,88 EUR). Totaal: 6.899,76 EUR. 3. Projectsubsidies Tusaidiye Uganda Meisjeshuis Paadhai India Makoumivrienden Dwagulu-Dekkente Bevrijde Wereld IIMK Ti Soley levé Soweto Connection Afwerking 1 e gebouw van de lagere school en bouw van een polyvalente ruimte in Kagulu (Uganda) Verbeteringen aan het bestaand opvangtehuis en bouw van een polyvalente ruimte in Chennai (India) Ondersteuning in schoolgeld van jongeren in Koudougou (Burkina Faso) Inleefreis van Sint-Niklase jongeren naar Burkina Faso in juli 2011 Sensibiliseringsactiviteit rond water- en voedselzekerheid in Bolivia Opvoeding op school m.b.t. gezondheid, hygiëne en milieu in Singtam (India) Promotie van onderwijs, gezondheidszorg en milieubescherming in Akil Samdi (Haïti) Uitbouw van een spelotheek als uitbreiding van de Siyafunda mini-bibliotheek in Soweto (Zuid-Afrika) EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR 752,31 EUR Totaal 7663,04 EUR 4. Convenanten 1 met NGO Bevrijde Wereld: met BIS (Beweging in de Stad): met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas: met Dwagulu Dekkente: Totaal: EUR. 64 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

166 5. Andere subsidies 1 werkingstoelage AAS: EUR 2 jaarlijkse toelage aan Nationaal: EUR 3 noodhulp voor Lybië via het Rode Kruis: EUR 4 noodhulp voor vrouwen en kinderen in Lybië; Egypte en Tunesië via UNICEF: EUR 5 noodhulp voor slachtoffers van overstromingen in Benin via Wereldsolidariteit: EUR 8 noodhulp voor stormschade aan het project van Tusaidiye Uganda in Kagulu (Uganda): EUR 9 noodhulp voor hongersnood na extreme droogte in de Hoorn van Afrika via Artsen Zonder Grenzen: EUR 10 noodhulp voor de getroffen veehouders in de Hoorn van Afrika via Dierenartsen Zonder Grenzen: 500 EUR 11 Ondersteuning VIF voor actie Sint-Niklaas voor de Hoorn : EUR 12 noodhulp voor de aardbeving in Sikkim (India) via IIMK: EUR 13 noodhulp voor de strijd tegen diarree via Music For Life: ondersteuning voor het afvalbeleid in onze Senegalese partnerstad Tambacounda: ondersteuning voor de uitbouw van de burgerlijke stand in Tambacounda: Ondersteuning voor Dwagulu Dekkente voor de inleefreis naar Senegal: EUR 17 Personeelssubsidie Oxfam Wereldwinkels = EUR ANDERE INTERNATIONALE CONTACTEN Basisschool Sint-Camillus Twinning school Izzemouren (Al-Hoceima) max EUR HBO Verpleegkunde TI Sint-Carolus Uitwisseling IFCS Al-Hoceima max EUR 2. Evolutie uitgaven voor internationale samenwerking - technische kosten en toelagen Technische kosten , , , , ,71 Toelagen , , , , ,73 Totaal , , , , ,44 Zowel tegenover de technische kosten maar vooral tegenover de toelagen staan inkomsten van het Vlaams en federaal dossier Uitgaven toelagen 2008 en 2009: terugval in uitgaven wegens bevriezing toelagen aan Tambacounda 3. Evolutie dossiers Taken dienst internationale samenwerking: Ontwikkelingssamenwerking: sensibilisering Voorbereiden en uitvoeren van acties allerhande, ondersteunen van AAS en dagelijks bestuur, digitale nieuwsbrief, ontvangsten en speeches, intensieve voorbereiding + coördinatie van het inhoudelijk luik van Villa Pace, afsluiten van convenanten met partners in de stad (Oxfam Wereldwinkels, Bevrijde Wereld, BIS, Dwagulu Dekkente); opmaak, beheer en evaluatie van de subsidiedossiers met hogere overheden (federale, Vlaamse en provinciale). Behouden van het label FairTradeGemeente door continue acties + aansturen en ondersteunen van de stuurgroep; ontwikkelen van sensibiliseringsacties voor de Millenniumdoelstellingen die in 2015 wereldwijd moeten gerealiseerd zijn. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

167 Stedenband met Tambacounda Nauwe contacten met partnerstad Tambacounda; voorbereiden, uitvoeren en evalueren van missies; permanent overleg met hogere overheden in het kader van subsidiedossiers; voorzitterschap en verslaggeving in stuurgroep; vertalingen van dossiers, rapporten en brieven. Jumelages Contacten met zustersteden Abingdon, Colmar, Gorinchem, Lucca en Schongau + partnerstad Tábor, subsidiedossiers, begeleiden van verenigingen en scholen die een buitenlandse partner zoeken, digitale nieuwsbrief, ontvangsten en speeches, Dag van Europa en Villa Pace, opvang van burgers met reisplannen naar zustersteden. Andere internationale contacten Nauwe contacten met bestuur en partnerorganisaties in Al-Hoceima: ondersteuning van partners van de samenwerking in Sint-Niklaas (scholen, jeugdraad, ) voorbereiden, uitvoeren en evalueren van missies; voorzitterschap en verslaggeving in werkgroep; vertaling van dossiers, rapporten en brieven. Contacten met het bestuur van Suqian; overleg met partners in de samenwerking. 4. Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling De volgende visie is gedeeld door alle stakeholders die betrokken zijn bij gemeentelijke internationale samenwerking. Ze moet worden opgevat als een droom waar lokale overheden, die actief zijn op het vlak van internationale samenwerking, naar moeten streven. Toegevoegde waarde en specifieke aspecten van Gemeentelijke Internationale Samenwerking (GIS) Lokale overheden vertegenwoordigen het overheidsniveau dat het dichtst bij de mensen staat. Ze zijn daarom het best geplaatst om op efficiënte en gepaste wijze tegemoet te komen aan de échte noden en verzuchtingen van onze bevolking. Lokale overheden definiëren en implementeren het lokale overheidsbeleid en vinden daarin de nodige legitimiteit voor hun rol als actoren voor ontwikkeling. Lokale overheden zijn de enige actoren met dergelijke kennis van zaken en de expertise om hun tegenhangers in heel de wereld te helpen bij het versterken van hun democratische, lokale overheidsinstellingen, hun lokale besturen en hun lokale ontwikkelingsstructuren en dit op lange termijn. Er wordt gewerkt met een unieke methodologie van een op maat uitgetekende samenwerking van collega tot collega; daarbij is iedereen betrokken die de business van lokale overheden van haver tot gort kent. Lokale overheden zijn het best vertrouwd met uitvoeren van lokaal beleid en met het tot stand brengen van lokale acties. Binnen die context levert gemeentelijke internationale samenwerking een unieke bijdrage. Niemand anders kan lokale overheden even goed ondersteunen als lokale overheden. 1.Belangrijkste doelstellingen Verbeteren en ondersteunen van goed lokaal bestuur, waaronder o Het uitbouwen van sterke lokale overheidsinstellingen op lange termijn o De ontwikkeling van efficiënte en geschikte overheidsdiensten, en o De versterking van de rol van de democratische lokale overheid als katalysator/voorganger in het hart van lokale ontwikkeling Ondersteunen van daadwerkelijke decentralisatie, met name via capaciteitsontwikkeling en met gebruikmaking van de toegevoegde waarde van verenigingen van lokale besturen (LGA s), dit om te verzekeren dat het proces van de overheid een volwaardige rol voorziet voor de lokale overheid. Helpen bij het aanpakken van mondiale uitdagingen op lokaal niveau, in het bijzonder problemen zoals de klimaatverandering, verstedelijking, 66 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

168 2. Methodologie Onze belangrijkste methodologie is gestoeld op capaciteitsontwikkeling. Zo willen we sterke, lokale overheidsinstellingen opbouwen via partnerships, gebaseerd op samenwerking van collega tot collega, kennisoverdracht en uitwisseling. Hierbij zijn, waar nodig, het politieke en het administratieve/technische niveau betrokken, alsook de burgermaatschappij als het gaat om relevante aspecten. 3. Principes en waarden Onze relaties zijn gebaseerd op: Gelijkheid van respect, ideeën en creativiteit, ongeacht de financiële slagkracht van de partners Wederkerigheid (als een filosofie voor actie, niet als een indicator om te meten) Solidariteit Afwijzing van het hulpmodel donor-ontvanger Duurzaamheid en procesgericht werken Transparantie, openheid en aansprakelijkheid Professionalisme Respect voor diversiteit en lokale context Onafhankelijkheid van politieke partijen Realiteit! 4. Benadering Samenwerking om prioriteiten inzake lokale ontwikkeling / capaciteitsontwikkeling aan te pakken Mede-eigenaarschap van de doelstellingen en medeverantwoordelijkheid voor de activiteiten en de resultaten Realistische doelstellingen en resultaten die evenredig zijn met de activiteiten en de middelen; engagement om rekenschap af te leggen over de resultaten Engagement om te verzekeren dat de kennis wordt verspreid, zowel binnen als buiten de lokale overheid (institutionalisering van kennisoverdracht), met het oog op maximale waarde en met gebruikmaking van verenigingen van steden en gemeenten en andere kanalen voor een vermenigvuldigingseffect Er zijn verschillende types en grootteordes van GIS, die moeten worden gerespecteerd. 5. Actoren en stakeholders De belangrijkste actoren bevinden zich in een driehoek met de politieke zijde van de lokale overheid, de administratieve zijde van de lokale overheid, en de lokale burgermaatschappij (het middenveld) dat alles met een degelijke interne coördinatie. Met het oog op een maximaal effect en ter verzekering van de duurzaamheid heeft elke punt van de driehoek behoefte aan zijn eigen kampioenen. De burgermaatschappij staat voor een brede waaier, met daarin (waar van toepassing) CBO s, bedrijfs- en onderwijssectoren, religieuze en traditionele leiders, en geëngageerde vrijwilligers. 6. Het uitbouwen van allianties De GIS-actoren moeten een breed ondersteuningsnetwerk uitbouwen en invloed uitoefenen op een brede waaier van andere instanties. Dit omvat het inzetten van overheidssteun om de werkzaamheden en doelstellingen binnen elke GIS-alliantie te ondersteunen. De koepelvereniging van lokale besturen (vereniging van steden en gemeenten)vormt een essentieel kanaal, dat helpt bij de institutionalisering van processen, bij lobbywerk en bij beïnvloeding van beleidsmakers, alsook bij de verspreiding van de opgedane kennis en de goede praktijken. Met andere lokale overheden in het land en daarbuiten. Met ngo s als een andere, belangrijke partner voor lokale ontwikkeling. De lokale overheid kan assertiever te werk gaan bij het zoeken naar manieren om ngo s aan te vullen en omgekeerd. Met andere overheidsniveaus of -milieus, vooral provinciale/regionale overheden, en (indien mogelijk!) met de centrale overheid. Met financiers en potentiële financiers van GIS-programma s, in het bijzonder met de bedoeling de programma s aan te passen aan de specifieke noden en het potentieel van de lokale overheden. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

169 7. Toekomstig traject GIS heeft gedurende meer dan 20 jaar een waardevolle rol gespeeld. Om te kunnen optornen tegen de nieuwe uitdagingen waarmee maatschappijen in heel de wereld te maken krijgen, moeten we vernieuwend denken, ons professionalisme versterken en de schaal en de impact van onze activiteiten verruimen. We moeten ook zichtbare actoren op het vlak van ontwikkeling worden, meer erkenning afdwingen voor de rol die we spelen, en de onbetwiste legitimiteit van de lokale overheden versterken als belangrijke actoren voor ontwikkeling. 5. Elementen uit Noord-Zuidkaart vergelijking met andere steden en gemeenten ODA lijst Belgische steden en gemeenten 2010 (effectieve overdrachten aan het Zuiden ikv een stedenband) 6. Mondiale thema s Beleid VAIS Missie Het agentschap heeft als missie bij te dragen tot het dichten van de Noord-Zuidkloof, het bevorderen van duurzame ontwikkeling in het Zuiden en een rechtvaardige, vreedzame en welvarende internationale gemeenschap. Hiertoe zorgt het agentschap voor een doelmatige en doeltreffende uitvoering van het Vlaamse beleid inzake internationale samenwerking. Taken De Vlaamse overheid voert sinds 1993 een eigen beleid voor ontwikkelingssamenwerking uit. Het beleid wordt sinds april 2006 uitgevoerd door het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS). In het oprichtingsbesluit van VAIS staan de taken van het agentschap opgelijst. De taken omschrijven wat VAIS enerzijds in zuidelijk Afrika en anderszijds in Vlaanderen doet. De vijf taken van VAIS zijn: bilaterale samenwerking met partners in het Zuiden; ondersteuning van acties en activiteiten van onrechtstreekse actoren; samenwerkingsacties via multilaterale organisaties; draagvlakversterking en bewustmaking; noodhulp en humanitaire bijstand. Het Departement Internationaal Vlaanderen, cel ontwikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het beleid. Het departement neemt ook de evaluatie van de beheersovereenkomst van het VAIS op zich. Daarnaast lijst het Departement internationaal Vlaanderen (DiV) de verschillende initiat ieven op vlak van ontwikkelingssamenwerking op binnen de Vlaamse overheid. Deze komen terecht in het Vlaamse ODA rapport (pdf). Het DiV stelt jaarlijks een rapport op van de bestedingen voor ontwikkelingsrelevante projecten uit de verschillende beleidsdome inen van de Vlaamse overheid (het zogenaamde ODA-rapport). Deze analyse wordt voorgesteld in het Vlaams Parlement. Ook wordt ze aan de federale Directie-Generaal voor ontwikkelingssamenwerking (DGD) bezorgd. DGD neemt deze analyse van o.a. de Vlaamse bijdrage voor ontwikkelingssamenwerking mee om er vervolgens de totale ODA van ons land mee te berekenen. Tenslotte vormt het Vlaamse ODA-rapport ook een beleidsinstrument om de doelstelling van beleidscoherentie voor ontwikkeling op af te toetsen (art. 3 1 van het kaderdecreet). 68 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

170 Beheersovereenkomst De beheersovereenkomst is een wederzijdse overeenkomst, die de bijzondere regels en voorwaarden vastlegt waaronder het VAIS zijn missie, taken en bevoegdheden uitoefent. Het document regelt de doelmatigheid van de uitvoering en dienstverlening, de voortgangscontrole en de evaluatie. De beheersovereenkomst (pdf) legt de wederzijdse rechten en verplichtingen vast van de regering en het agentschap voor alle activiteiten van het agentschap in het kader van zijn publieke opdracht. Het beleid 1. In een wettelijk kader De principes, doelstellingen, voorwaarden van het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking zijn opgenomen in het kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerking, dat in 2007 is in werking getreden. Een van de principes is concentratie: het Vlaamse beleid concentreert zich enerzijds op een beperkt aantal landen uit zuidelijk Afrika en anderzijds op een beperkt aantal thema s. De 3 partnerlanden zijn Zuid-Afrika, Mozambique en Malawi. Vlaanderen focust er op voedselzekerheid en landbouw, gezondheid en strijd tegen HIV/AIDS, onderwijs, duurzaam ondernemerschap en duurzame handel. Het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking streeft in Vlaanderen naar meer draagvlakversterking. Convenants voor gemeente lijke ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingseducatie zijn de instrumenten die expliciet geregeld zijn in een decreet. Maar ook met het 4depijler steunpunt en allerlei communicatieacties, wil de Vlaamse overheid haar burgers warm maken voor het Zuiden. 2. Gestoeld op internationale afspraken Het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking richt zich op de Millenniumdoelstellingen voor Ontwikkeling die de lidstaten van de Verenigde Naties in 2000 hebben ondertekend. De Vlaamse bijdrage concentreert zich op extreme armoede en honger (MDG 1), gezondheidszorg (MDG 4-6) en het partnerschap voor ontwikkeling (MDG 8). Omdat klimaatverandering onmiskenbaar de sociale en economische ongelijkheid in de wereld verscherpt, wil de Vlaamse overheid de komende jaren ook aandacht besteden aan de integratie van de 7de millenniumdoelstelling, waarbij een gezond milieu en veilig drinkwater de basis vormen. Daarnaast houdt de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking zich aan de Verklaring van Parijs 1 die een paar jaar later werd aangevuld met de Accra Agenda for Action. Beide beogen ontwikkelingshulp doeltreffend te maken door: Beter samen te werken Uit te gaan van de prioriteiten en mogelijkheden van de partnerlanden Zich aan te sluiten bij het beleid en procedures van de partnerlanden De Verklaring van Parijs legt het zwaartepunt van de ontwikkelingsrelaties bij de ontwikkelingslanden zélf! 3. Ondersteuning gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking Een gemeente staat het dichtst bij zijn inwoners en is daarom goed geplaatst om de bevolking kennis te laten maken met Noord-zuid thema s. Bovendien is de gemeente een ontmoetingsplaats voor verschillende lokale spelers zoals 4de pijler organisaties, ngo s en geëngageerde burgers. Ten slotte is het zo dat gemeenten steeds meer bevoegdheden krijgen, dit noemen we decentralisatie. Decentralisatie gebeurt zowel bij ons als in het Zuiden. Gemeenten van hier en van in het Zuiden kunnen op vlak van goed bestuur van elkaar leren. Sommige gemeenten beslissen in het beleid om internationale thema's te duiden en verstaanbaar te maken voor hun inwoners. Dit kan door middel van educatie en informatie verlenen met als doel hun inwoners te sensibiliseren en/of bewust te maken. Om deze opdracht te vervullen hebben gemeenten middelen nodig. In 2005 werd he t decreet rond gemeentelijke convenants bekrachtigd door de Vlaamse Regering. Een convenant is een Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

171 overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de gemeenten waarmee aanvullende middelen worden toegekend. Deze middelen moeten gemeenten aanmoedigen om een eige n Noord- Zuidbeleid uit de grond te stampen. In een convenant worden doelstellingen en de te verwachten resultaten omschreven en worden details rond financiering en evaluatie vastgelegd. Gemeenten hebben de mogelijkheid om een directe samenwerking met een zuidelijke partnergemeente aan te gaan. De stedenband maakt het mogelijk om een verbintenis te concretiseren. Het gaat hier om een politiek en maatschappelijk gedragen samenwerkingsakkoord tussen twee lokale besturen. Maar een stedenband is geen vereiste om een convenant aan te gaan. Federaal DGD Partnerlanden De 18 partnerlanden van de gouvernementele samenwerking werden geselecteerd op basis van o.a. de graad van armoede, aspecten van goed bestuur en de mogelijkheden voor België om betekenisvolle hulp te bieden. De precieze criteria voor de landenkeuze liggen vast in de Wet op de Internationale Samenwerking, die een maximum van 25 landen bepaalt. De lijst met geselecteerde landen wordt vastgelegd in een Koninklijk Besluit (KB van 26 januari 2004). Als gevolg van deze concentratiepolitiek heeft DGD zich intussen als donor uit een aantal landen teruggetrokken, maar de aangegane bilaterale akkoorden worden wel nageleefd en afgerond. Het is de bedoeling om langdurige samenwerkingsrelaties met deze partnerlanden te kunnen onderhouden. Dit wordt vastgelegd in meerjarenprogramma s (ISP), onderhandeld met het land in kwestie. Met het oog op een grotere doeltreffendheid (in overeenstemming met de Parijsverklaring) worden ook afspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de verschillende donoren aanwezig in een partnerland. Op basis daarvan wil België haar gouvernementele samenwerking concentreren op maximaal 2 sectoren. Dit wordt in de praktijk gebracht in de nieuwe indicatieve samenwerkingsprogramma s die afgesloten werden sinds 2008, met uitzondering voor de landen in Centraal-Afrika waar onze hulp omvangrijker is. De voorbereiding en opvolging van de gouvernementele programma's gebeurt ter plaatse door de attachés voor ontwikkelingssamenwerking van de Belgische ambassades, terwijl de uitvoering in handen is van de Belgische Technische Coöperatie (BTC). BTC is in de partnerlanden aanwezig met "plaatselijke vertegenwoordigers", belast met het toezicht op de uitvoering van de programma's en projecten. De deskundigen en coöperanten voor de projecten worden door BTC aangeworven en ressorteren onder deze laatste. De 18 partnerlanden Algerije - Benin - Bolivia - Burundi - DR Congo - Ecuador - Mali - Marokko - Mozambique - Niger - Palestijnse gebieden - Peru - Rwanda - Senegal - Tanzania - Uganda - Vietnam - Zuid-Afrika Thema s De activiteiten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking kunnen onder een 12-tal thema s worden ondergebracht De Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen Voedselzekerheid en landbouw Leefmilieu en klimaat Migratie en ontwikkeling Onderwijs en vorming Gezondheidszorg Infrastructuur Maatschappijopbouw Gender Aid for Trade Kinderrechten Private sector 70 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

172 ODA, DAC en de 0,7%-norm "Officiële ontwikkelingshulp" of "ODA" (Official Development Assistance) Om de hulpinspanningen van de verschillende donoren te kunnen vergelijken en het nakomen van gemaakte beloftes te kunnen opvolgen, werd het begrip ODA of "Official Development Assistance" ontwikkeld, waarmee internationaal afgesproken wordt wat wel en wat niet mag meetellen als "hulp". Deze maatstaf is intussen internationaal algemeen aanvaard; de definitie ervan wordt beheerd door het "Development Assistance Committee" (DAC) van de OESO. Officiële ontwikkelingshulp omvat alle stromen naar ontwikkelingslanden en naar multilaterale organisaties, die aan volgende twee voorwaarden voldoen: De donor is een officiële instantie, zoals bijvoorbeeld lokale of federale overheden en hun uitvoerende overheidsagentschappen. De transactie heeft tot hoofddoel de economische ontwikkeling en het welzijn in de ontwikkelingslanden te bevorderen, en heeft een concessioneel karakter. In het geval van leningen betekent dit dat het giftelement minstens 25% moet bedragen. Giften en leningen voor militaire doeleinden zijn uitgesloten. De ontwikkelingslanden in deze definitie bedoeld zijn alle landen of landengroepen die voorkomen op de officiële lijst van het DAC. Zie voor deze lijst 2. Ook de multilaterale instellingen die in aanmerking komen werden vastgelegd in een officiële lijst. Zie "Annex 2" op De bijdragen aan de algemene middelen van deze organisaties ("core-bijdragen") zijn geheel of gedeeltelijk aanrekenbaar als officiële ontwikkelingshulp. De 0,7%-norm Reeds in de jaren 1970 werd internationaal aanvaard dat de officiële ontwikkelingshulp van de rijke landen minstens 0,7% van hun Bruto Nationaal Inkomen (BNI) zou moeten bedragen. Ook België heeft zichzelf de wettelijke verplichting opgelegd om vanaf 2010 deze norm te behalen. In 2010 bedroeg de Belgische officiële ontwikkelingshulp miljoen euro of 0,64% van het BNI, het hoogste cijfer dat ooit bereikt werd. Met dit percentage bekleedt België op de lijst van de donoren van het Ontwikkelingscomité (DAC) van de OESO de zesde plaats, na Luxemburg, de Scandinavische landen en Nederland. De motor achter de sterke groei van de laatste jaren was de begroting ontwikkelingssamenwerking (DGD). Voor 2010 heeft ook de kwijtschelding van de schulden van de Democratische Republiek Congo bijgedragen aan het goede resultaat. Evolutie van de officiële ontwikkelingshulp van DAC-donoren als % van het BNI Internationale context MILLENNIUM DEVELOPMENT GOALS (2000) 8 doelstellingen 21 doelen 60 indicatoren MDG 1: De grootste armoede en honger de wereld uitbannen MDG 2: Basisonderwijs wereldwijd toegankelijk maken voor iedereen MDG 3: Gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen MDG 4: Kindersterfte terugdringen (2/3) MDG 5: De gezondheid van moeders verbeteren MDG 6: Strijd leveren tegen HIV/aids, malaria en andere ziekten MDG 7: Actief werken aan een duurzaam milieu MDG 8: Werken aan een mondiaal partnerschap voor ontwikkeling Positief 2 Zie bijlage. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

173 - Definiëren van problemen - Wereldwijd samenwerken aan dezelfde criteria voor ontwikkeling Negatief - Zodanig specifiek dat andere problemen geen aandacht meer krijgen - Heel ruwe criteria. SMARTindicatoren?? VERKLARING VAN MONTERREY (2002) Internationale conferentie over de financiering van ontwikkelingshulp 1. Nationale financiële middelen inzetten ten dienste van ontwikkelingssamenwerking 2. Internationale middelen: directe buitenlandse investeringen en andere privé-investeringen 3. Internationale handel als motor voor ontwikkeling 4. Versterking van financiële en technische ontwikkelingstechnieken 5. Aanpakken van structurele problemen zoals de versterking van de coherentie van monetaire, financiële en commerciële systemen als handelshulp OESO Development Assistance Commmittee DAC - Coördinatie van de donoren van de IL - OESO DAC list VERKLARING VAN PARIJS (2005) Toename van de efficiëntie van de verschillende ontwikkelingsactoren: 1. Ownership 2. Alignment 3. Harmonisation 4. Managing for results 5. Mutual accountability VERKLARING VAN ACCRA (2008) Opvolgingsconferentie verklaring van Parijs - > verdere uitdieping: - Nadruk op ownership - Doeltreffend en inclusief partnerschap (opentrekken van ownership naar alle actoren op nationaal niveau) - Gerichtheid, resultaat en transparantie GEDRAGSCODE van EU (2007) Doel = complementariteit en taakverdeling in het ontwikkelingsbeleid - Twee sectoren per partnerland - Afspraken over een hoofddonor - Gedelegeerde samenwerking (ander land geld geven en delegeren om project uit te werken) - Beperking op het aantal partnerlanden per donor - Aanpak van de stiefmoederlijk behandelde landen 7. Elementen uit het PULSE onderzoek Conclusies onderzoek Algemene Barometer Draagvlak Ontwikkelingssamenwerking - Kennis over ontwikkelingssamenwerking neemt toe - Sterke betrokkenheid bij armoede in het Zuiden - Toenemende kritische houding ten aanzien van de besteding van de middelen voor ontwikkelingssamenwerking - Afnemend vertrouwen in de klassieke actoren (overheid en ngo s) - Dalend percentage gevers (tijdsgeest: individualisme neoliberalisme economische crisis) - Eerlijke handel als bijdragevorm zit in een opwaartse curve Aanbevelingen - In sensibilisering nadruk leggen op beleving en directe betrokkenheid - Benadering diversifiëren op maat van verschillende groepen in de samenleving => zal de nodige innovaties vergen qua aanpak en boodschap 72 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

174 Conclusies onderzoek draagvlak ontwikkelingssamenwerking bij jongeren: Enquêteresultaten bij jongeren = bijna spiegelbeeld van de resultaten bij volwassenen - Kennis over ontwikkelingssamenwerking is vrij beperkt - Basishouding ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking positiever dan bij volwassenen - Voornaamste motief voor ontwikkelingssamenwerking = solidariteit - Klassieke actoren worden als meest geschikt aanzien - Mondiale vorming kan attitude beïnvloeden zolang het niet te prekerig of drammerig overkomt Jongeren die traject van mondiale vorming gevolgd hebben, staan significant positiever tegenover het Zuiden Aanbevelingen - Mondiale vorming wordt best in het curriculum opgenomen - Aanpak afhankelijk van leeftijd en studierichting: eerder abstraherend/analyserend of vanuit actieperspectief - Kans is groter dat jongeren zich aansluiten indien het initiatief vanuit de school of jeugdbeweging komt => overheden zouden initiatieven moeten aanreiken aan scholen en jeugdbewegingen! 7. Elementen uit bevraging centrumsteden door ACE Europe Bevraging vooral over de ondersteuning van de adviesraad door de dienst. Voor ons interessant: - Budget voor ontwikkelingssamenwerking is hoger in Sint-Niklaas dan in andere centrumsteden. - Betrekken allochtone organisaties => Opzetten structureel overleg met dienst samenleving. Zie aandeel remittances t.o.v. ODA! 8. Elementen uit Brochure Lokaal doel 1: de gemeente zet in communicatie en sensibilisering - Communicatie en sensibilisering is de basis om te komen tot structurele veranderingen - Lokale overheid is ideaal geplaatst voor educatie en sensbilisering. Dit moet gezien worden als één van de kerntaken van een gemeente Lokaal doel 2: de gemeente engageert zich voor het klimaat Mogelijkheden: - Sensibiliseren - Uitwisselen tussen milieu, landbouw en Noord-Zuidwerking - Activiteiten ecologisch duurzaam organiseren - Aandacht voor het klimaat als criterium bij het ondersteunen van projecten - Aankoopbeleid o.a. ethisch beleggingsbeleid - Bewust reisbeleid - Kiezen voor een coherent en consequent intern beleid - Engagement om CO2 uitstoot aanzienlijk terug te dringen en om klimaatneutraliteit na te streven Lokaal doel 3: de gemeente kiest voor fair trade Lokaal doel 4: de gemeente voorziet de mensen en de middelen Budget kwalitatief groeipad evenwichtige verdeling Noord- en Zuidwerking Kwalitatief groeipad: Betekenisvolle vooruitgang in het budget, zowel kwantitatief als kwalitatief, richting 0,7 % van de gewone begroting als symbolisch streefcijfer (substantiële groei). Streven naar 0,7 % omdat in reeds de landen van de VN beslist hebben dat de IL 0,7 % van het BNI zouden moeten besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Een stad of gemeente kan er samen met andere overheden voor zorgen dat België de norm haalt, en geeft hiermee ook een duidelijk signaal aan de federale overheid. Uit de begroting van 2012: Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

175 84903/ Diverse technische kosten a) Jumelages: missies en officiële uitwisselingen: EUR b) Ontwikkelingssamenwerking: eigen uitgaven in het kader van projecten allerhande: EUR. c) Andere buitenlandse contacten: EUR d) 50 jaar verzustering: EUR e) UNICEF-solidariteitsstad: EUR (S.C ) / Toelagen voor ontwikkelingssamenwerking (N.V.) a) Jumelages: uitwisselingen tussen verenigingen: EUR b) Basis-, werkings- en projectsubsidie voor vrijwilligersorganisaties: EUR c) Actie- en Adviesgroep Solidariteit: EUR d) JES (jumelages en Europese samenhorigheid): EUR e) Tambacounda: EUR f) Noodhulp of humanitaire acties: EUR g) Nationaal: EUR h) Convenanten met derden: EUR i) Investeringsfonds: EUR Cursief gemarkeerd valt onder ontwikkelingssamenwerking is EUR (technische kosten) voor andere internationale contacten is deels voor Al-Hoceima, wat eigenlijk voor een stuk ook onder OS valt. Als je alles (geel) optelt, kom je aan EUR. Anderzijds visie van VVSG = voor lokale besturen kan de 0,7 % niet als norm vooropgesteld worden. Gemeenten beschikken niet over een bruto gemeentelijk product. Er kan wel gestreefd worden naar een kwalitatief groeipad: 1. Opstellen van een doeleindenmix 2. Vooruitgang in het budget Voor het berekenen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking worden echter volgende kostenposten meegeteld: - Personeelskost NZ ambtenaren - Personeelskost ambtenaren andere diensten indien zij in het kader van een stedenband in het Zuiden een taak op zich nemen of indien de NZ ambtenaar een inschatting wenst te maken van de geïnvesteerde tijd (voor activiteiten in het Noorden). - Overdrachten: investeringen/projecten in het Zuiden; subsidiëring; noodhulp - Kosten gemaakt in het kader van sensibiliserende activiteiten of capaciteitsopbouw in het Noorden. Totaal budget stad Sint-Niklaas (gewone dienst ) = EUR 0,7 % = EUR Bovendien kunnen steden en gemeenten samen met de andere overheden ervoor zorgen dat België de norm haalt. Het is daarbij belangrijk dat, voor de berekening van de 0,7 %, de inspanningen van de steden en gemeenten uit de eigen middelen komen en niet gehaald worden uit de subsidiepot van de centrale overheden. Indien men de verkregen subsidies meerekent, dan worden die in het algemeen plaatje dubbel gerekend: het Vlaams en het federaal overheidsniveau Lokaal doel 5: de gemeente zet haar schouders onder participatie en inspraak Een doeltreffend lokaal Noord-Zuidbeleid, enkele principes: 74 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

176 1. Eigenaarschap: zowel in de Zuidwerking als in de ondersteuning van verenigingen 2. Afstemming 3. Wederzijdse verantwoording 4. Resultaatsgericht beheer: M&O 5. Beleidscoherentie voor ontwikkeling: impact van ALLE beleidsbeslissingen op ontwikkeling C. SWOT-analyse Sterktes Internationale samenwerking - Sterke publieke acties (Villa Pace, UNICEF Solidariteitsstad) - Gekwalificeerd personeel - Voldoende budget - Draagvlak bij inwoners (er is een adviesraad, diverse werkgroepen, scholen actief rond OS) - (Stijgende) dynamiek - Politieke gedragenheid - Sterke lokale partners (Bevrijde Wereld, Oxfam Wereldwinkels,...) - Uitgebouwd Noord-Zuidbeleid (diversiteit aan thema s, historiek, stedenband, FTG, ) - Beleidsdomeinoverschrijdend horizontaal, transversaal - Goede ondersteuning door hogere overheid Jumelages - Sterke historiek - Historische connectie met zustersteden Zwaktes Internationale samenwerking - Te weinig communicatie over activiteiten en projecten - Politieke context - Workload - Administratieve last - Te veel ad hoc werken, te weinig tijd voor visieontwikkeling - Zwakke participatie middenveld bij stedelijk beleid - Doelgroep = nichepubliek - Versnippering AAS/JES Jumelages - Klein draagvlak (Sint-Niklaas en zustersteden) - Dalend aantal projectaanvragen Kansen Internationale samenwerking - Ontwikkelen van een communicatieplan - Uitbouwen project Sint-Niklaas Solidariteitsstad - Coherent subsidiereglement, aangepast aan (inter)nationale en lokale context - Implementatie van nieuwe visies op ontwikkelingssamenwerking - Ruimere sensibilisatie (vnl. naar jongeren toen) - Doelgroep verruimen: betrekken kansengroepen - Draagvlakverbreding en verdieping bij bevolking en personeel (diverse thema s) - Toenemend aantal vierdepijlerbewegingen => inhoudelijk ondersteunen en begeleiden Jumelages - Subsidiereglement heroriënteren, afstemmen op vraag/behoeften burgers/nieuwe tendenzen <mondialisering Bedreigingen Internationale samenwerking - Afhankelijkheid (politieke) visie bestuur verkiezingen - Ontwikkelingssamenwerking = kerntaak? - Afhankelijkheid externe subsidies (Vlaams, federaal, ) Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

177 - Te weinig personeel om alle dossiers te realiseren - Afhankelijkheid van partners - Versnippering in het middenveld (toenemend aantal vierdepijlerbewegingen) Jumelages - Mondialisering Diversiteit De analyses rond diversiteit bevinden zich, omwille van hun transversaliteit, verspreid over dit gehele document onder verschillende sectoren. Democratie De analyses rond democratie bevinden zich, omwille van hun transversaliteit, verspreid over dit gehele document onder verschillende sectoren. 76 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

178 Ruimte, milieu en economie 6. Wonen A. Omgevingsanalyse De bevolking neemt sterk toe in Sint-Niklaas, dit zowel door het positief natuurlijk saldo als door het positief migratiesaldo. Er worden dus meer kinderen geboren en er komen meer gezinnen met kinderen wonen. Binnen het grondgebied van Sint-Niklaas zijn er grote verschillen. Qua demografische samenstelling is er vooral een groot verschil tussen het stadscentrum en de deelgemeenten, maar ook binnen de diverse wijken van het stadscentrum en van de deelgemeenten zijn er verschillen. De drie deelgemeenten kennen de laagste bevolkingsdichtheid en tellen veel tweepersoonshuishoudens. Deelgemeentes Sinaai en Belsele hebben een gelijkaardig bevolkingsprofiel, namelijk veel bewoners van middelbare leeftijd, terwijl Nieuwkerken ook nog veel gezinnen met kinderen huisvest. Het stadscentrum beschikt in het algemeen over een verouderde bevolking en telt het meeste 60- plussers maar in sommige wijken zijn ook gezinnen met kinderen terug te vinden. Er zijn in het algemeen wel veel meer eenpersoonshuishoudens in het centrum dan in de deelgemeenten. Daarnaast zijn er ook heel wat wijken in het stadscentrum die gezinnen met kinderen aantrekken en zijn er wijken die meer aanleunen bij de deelgemeenten en meer een profiel hebben met inwoners van middelbare leeftijd. Op vlak van migraties stellen we vast dat de omliggende gemeentes uit het arrondissement de belangrijkste migratiepartners van de stad vormen. Zij leveren ongeveer de helft van het totaal aantal immigranten en emigranten. Buitenlandse migratie in Sint-Niklaas komt veel minder voor, maar vertoont wel een opmerkelijk patroon als we kijken naar de leeftijdsverdeling, nl. er vertrekken meer jonge inwoners tussen jaar vanuit Sint-Niklaas naar een andere gemeente in België dan er de laatste jaren toekomen. Beide migratiesaldo s samengeteld zorgen voor een positief saldo (zie ook hoger). Woonbehoefte Uit wat we kunnen opmaken uit de bevolkingsprognoses die gemaakt werden in het kader van de woonbehoeftestudie blijkt dat er, rekening houdend met de migratie in de stad, tegen gezinnen in Sint-Niklaas zullen wonen. Dat zijn er meer dan in 2010, wat een behoefte betekent van woningen tot Woonaanbod Sint-Niklaas is een typische centrumstad voor wat betreft het type woningen: een ondervertegenwoordiging van open bebouwing en eigenaars en een oververtegenwoordiging van appartementen en huurders. Ook onder de nieuw gebouwde woningen in de stad vinden we vooral appartementen terug. Het aantal uitgereikte bouwvergunningen voor de nieuwbouw van flats lag de afgelopen jaren immers heel wat hoger dan deze voor eengezinswoningen. Maar de stad heeft zeker ook enkele minder typische kenmerken. Sint-Niklaas kent net zoals de meeste andere centrumsteden een duidelijke stijging van de woonprijzen, maar aangezien de gemiddelde prijzen voor woonhuizen en appartementen er steeds lager hebben gelegen dan gemiddeld in de bredere omgeving, blijft Sint-Niklaas één van de meest betaalbare centrumsteden. Uit de cijfers uit 2009 die de prijzen vergelijken met buurgemeenten, bleek dat het niet onlogisch was dat er een migratiebeweging ontstond vanuit deze gemeenten naar Sint-Niklaas, waar zowel de appartementen als villa s duidelijk goedkoper waren. Qua woningkwaliteit scoort de stad middelmatig, maar is ze eerder atypisch met betrekking tot de relatief beperkte aanwezigheid van verwaarloosde en leegstaande woningen. Wel valt de kleine Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

179 oppervlakte en de hoge ouderdom van de sommige woningen op ten opzichte van de rest in Vlaanderen. Op vlak van sociaal wonen kent Sint-Niklaas een eerder laag percentage aan sociale woningen (<6%). De stad kan mits de nodige inspanningen het sociaal objectief wel halen, maar dient een grote inhaalbeweging te maken om het huidige sociale aandeel sterk de hoogte in te duwen. Ook wat betreft huisvesting voor ouderen volstaat het huidige aanbod en dient men vooral te denken aan een uitbreiding van het alternatieve woonaanbod voor senioren zonder of met een laag zorgprofiel. Confrontatie woonaanbod vs. woonbehoefte Het woonaanbod in de stad Sint-Niklaas voor de huidige planperiode tot aan 2020 volstaat ruimschoots om de woonbehoefte in de stad op te vangen. Om geen overaanbod te creëren is het daarom niet aangewezen om bijkomende woonuitbreidingsgebieden aan te snijden. Het is ook aangewezen om de drie grotere stadsuitbreidingsprojecten pas te ontwikkelen in de volgende planperiode(s). Indien er nieuwe bevolkingsprognoses ter beschikking komen dan moet deze oefening opnieuw geëvalueerd worden. Hetzelfde geldt indien plots zou blijken dat een groot deel van het huidig aanbod niet zal worden opgenomen. Het uitrusten van deze terreinen met de infrastructuur wordt dan ook beter binnen de huidige omstandigheden nog niet opgestart. Binnen deze planperiode staan de stadsinbreidingsprojecten en herbestemmingsprojecten centraal. De stad wil dan ook de grootste groei opvangen in het regionaalstedelijk gebied en de kwaliteit van de binnenstad opkrikken door de stadskankers aan te pakken en te herbestemmen naar kwalitatieve woonvormen. Met betrekking tot het sociale woonaanbod in Sint-Niklaas is het belangrijk dat de stad erover waakt dat het sociaal objectief binnen de vooropgestelde termijn (2020) bereikt kan worden. Met de huidige geplande sociale woonprojecten gaat de stad reeds de goede richting uit. Wat het woonaanbod voor senioren betreft heeft Sint-Niklaas te kampen heeft met een overaanbod aan bedden in woonzorgcentra en een tekort aan alternatieve en meer zelfstandige woonvormen zoals serviceflats en het zelfstandig wonen met behulp van de thuiszorg. Door haar aanbod in woonzorgcentra af te bouwen en sterker in te zetten op een woonaanbod voor mensen met een laag zorgprofiel zal de stad op relatief korte termijn (2017) voldoen aan de programmatienormen van de Vlaamse overheid. 5. premies Verschillende overheden en instanties bieden premies of andere subsidies aan. B. SWOT-analyse Ruimte om in te wonen STERKTES - Natuurlijke bevolkingsaangroei; - Verjonging van de bevolking; - Positief migratiesaldo; - Stad op mensenmaat: kleinschalig maar toch de voordelen van een stad; - Veel voorzieningen (scholen, ziekenhuizen en RVT s). ZWAKTES - Verouderd woningpatrimonium; - Verouderde bevolking in het centrum; - Weinig gentrificatie, geen grote middenklasse of hogere klasse; - Verdere vergrijzing van de bevolking; - Betaalbaarheidsproblemen op de huurmarkt, onderlaag dreigt uit de boot te vallen. 78 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

180 7. Natuur en water A. Omgevingsanalyse Ruimte voor natuur en water Lijnvormige groene en blauwe elementen De structurerende groene lijnen in Sint-Niklaas zijn de beplantingen van de spoorwegtaluds en de N41. Kenmerkend voor deze groene lijnen is dat het groen er voldoende robuust is en een hoge beeldkwaliteit heeft. Het groen benadrukt er de infrastructuren en geeft deze een meerwaarde binnen de ruimtelijke structuur van de stad Sint-Niklaas. De blauwe lijnen van het waterlopenstelsel in Sint-Niklaas zijn zwak ontwikkeld. De waterlopen zijn niet of amper zichtbaar in het stedelijke weefsel. Pas aan de grens van het stedelijke gebied worden de Molenbeek, Grote Beek en Waterloop van de Hoge Landen zichtbaar als groen-blauwe aders die naar de omliggende open ruimte reiken. De vallei van de Barbierbeek doorsnijdt het stedelijke gebied van oost naar west. De ecologische waarde ervan als natuurverbinding wordt bevestigd in diverse beleidsdocumenten. Toch heeft ook deze waterloop sterk te lijden onder een verlies van beschikbare valleiruimte door verhardingen en infrastructuren. Z-vormige bosstructuur De bossen van Puitvoet, het recreatiedomein De Ster en de kleinere bosfragmenten ertussen maken deel uit van de Z-vormige bosstructuur op de hoger gelegen stuifzandruggen. Deze bosstructuur is sterk versnipperd door infrastructuren, bedrijventerreinen en woonzones. Deze bosgebieden hebben, behalve een functie in de natuurlijke structuur, ook een belangrijke recreatieve functie. De bossen stoppen echter niet met de zuidelijke rand. Aan de plassen van SVK bevinden zich nog beboste percelen. Deze zijn echter niet toegankelijk. Groen in combinatie met openruimtes/landbouwgebied De agrarische gebieden worden in veel gevallen gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine landschapselementen (KLE s) zoals knotbomen en populierenbomenrijen. Een aantal dringen als groene vingers vanuit het buitengebied het stedelijke weefsel binnen en verbinden op die manier de stad met het buitengebied. Andere worden omsloten door (lint)bebouwing binnen het stedelijke gebied, zoals Hamelveld, Kloottiende, Galgstraat, Tweede Moerput en Hoge Bokstraat (als deel van Puyenbeke). De meeste overige landbouwruimten zullen in de toekomst ontwikkeld worden als woongebied of bedrijventerrein. De Winningen zal deels ontwikkeld worden binnen een gefaseerde gemengde ontwikkeling voor bedrijvigheid, woonproject en groen. Doorheen De Winningen is een ringgracht aangelegd in functie van de waterproblematiek van Sint-Niklaas. Deze ringgracht is op een zeer technische manier gerealiseerd en laat weinig ruimte voor oeverontwikkeling. Stedelijke groenobjecten De stedelijke groenobjecten omvatten parken, parken bij campussen, braakliggende terreinen, plantsoenen, een bufferbekken met ruimte voor natuurontwikkeling en sportterreinen. De totale oppervlakte aan groen, zowel toegankelijk als niet toegankelijk, bedraagt 223,16 ha. Hiervan is enkel het recreatiedomein De Ster te beschouwen als stadsgroen voor de hele stedelijke agglomeratie. De Ster is echter niet vrij toegankelijk. Op stadsdeelniveau zijn de groenvoorzieningen van SVK en het plantsoen van het klaverblad E17 relevant. Deze groenobjecten zijn echter niet toegankelijk en/of omgeven door quasi onoversteekbare barrières. Groenzones met oppervlaktes tussen 5 en 10 ha behoren tot het functieniveau wijkgroen. In Sint- Niklaas gaat het over 7 groenobjecten met een totale oppervlakte van 41,43 ha. Het betreft de campus St. Lucia, het stadspark Romain de Vidtspark, de groenvoorzieningen van het Kon. Fabiolapark, het wachtbekken en bufferbos aan Vijfstraten, het sportterrein Puyenbeke, de begraafplaats Tereken en Puitvoet. Deze groenzones zijn allen (deels) toegankelijk, zowel openbaar als semi-openbaar. De overige groenobjecten betreffen buurt- en woongroen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

181 Groene en groenarme wijken De kern en de oudere wijken in het centrum worden gekenmerkt door een compact karakter waarin weinig ruimte is voor groen in het algemeen en openbaar groen in het bijzonder. Het openbare groen is er beperkt tot enkele parken. Deze parken scoren echter goed wat betreft voorzieningen en belevingswaarde. In de recentere wijken in de stadsrand is de situatie duidelijk afwijkend. Bij aanleg van deze wijken werd reeds een belangrijke openbare groenstructuur voorzien. Ook de hoeveelheid privaat groen is er in de regel groter. B. SWOT-analyse Ruimte voor natuur en water STERKTES - Het Regentieplein ligt centraal binnen een historisch stervormig stratenpatroon en wordt gekenmerkt door een aangename sfeer en (groene) beeldwaarde. De structuur en samenhang van deze straten geven de woonplek een hoge belevingswaarde. Ook de art nouveau- architectuur draagt hiertoe bij; - Een groene binnenruimte als groene parel langs de Regentiestraat; - De kwalitatieve groene ruimte van het Museumpark Zamanstraat sluit aan op de parking Zwijgershoek en vormt zo een groene stapsteen tussen de Zamanstraat en Ankerstraat.De drukke Hofstraat wordt gekenmerkt door een groenstructuur met relatief goede continuïteit, begroening van parking en semi-openbaar groen bij openbare gebouwen; - Casinopark: een aangename, groene rustplek nabij de Stationsstraat; - Het Onze-Lieve-Vrouwplein is een pleinruimte met kleinschalige groenstructuur en historische waarde complementair aan de Grote Markt; - Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op openbaar domein (groen-verhardingen) is nihil. KANSEN - Uitbreiding pesticidendecreet; - Nauwere samenwerking met landbouwers (onderhoud, beheer, KLE s); - Groen in nieuwe woonprojecten (aanpassing verkavelingsverordening); - Groen als ondersteuning van een duurzaam mobiliteitsbeleid en masterplan publieke ruimte - Inzetten op infiltratie, hergebruik en buffering van hemelwater; - Publiek toegankelijk maken van het Park Defauw - De parking Zwijgershoek vormt een potentiële doorsteek tussen de Zamanstraat en de Ankerstraat aansluitend op het Museumpark. Deze doorsteek is niet ontwikkeld; - Het bospark Paters Minderbroeders is een vrij onbekende groene parel. Het is een zeer rustig park met hoge beeldwaarde. ZWAKTES - De kleine waardevolle groene elementen in het kernweefsel zijn vaak verborgen en onbekend; - Onvoldoende continuïteit van groenstructuren in het stedelijk gebied zoals in de Truweelstraat-Ankerstraat; - De aansluiting op de Hofstraat en de Plezantstraat ter hoogte van het Onze-Lieve- Vrouwplein is onvoldoende sterk. De groenstructuren lopen niet door, er is geen ruimtelijk-visuele link ; - De ruimtelijke verbinding naar de omringende pleinen en ruimtes vanaf de Grote Markt is onduidelijk, bijvoorbeeld Collegestraat; - Bomen hebben te weinig ruimte (plantvakken, sterke terugsnoei); - Enkele groenarme wijken; - Weinig ruimte voor natuurlijke oevers ten voordele van waterkwaliteit en biodiversiteit. BEDREIGINGEN - Aantal en kwaliteit KLE nemen af; - Verdere versnippering van groene lijnstructuur - Woonuitbreiding. 80 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

182 8. Publieke ruimte A. Omgevingsanalyse Publieke ruimte Vandaag stellen we vast dat het de stad ontbreekt aan een globale visie omtrent publieke ruimte op haar grondgebied. Ruimtelijke projecten worden onafhankelijk van elkaar ontwikkeld en er wordt vnl. ad hoc gewerkt bij de inrichting van publieke ruimte. Tevredenheid over woning en buurt ligt rond het stedelijk gemiddelde (centrumsteden). De tevredenheid over de stad, net als de fierheid over de stad zijn erop achter uitgegaan (-5,5%) Het essentiële aspect met betrekking tot kwaliteit van de woonomgeving is de inrichting van de publieke ruimte, de verkeersveiligheid en leefbaarheid, de aanwezigheid van groenvoorzieningen en de verweving van verschillende functies. De uitbouw van het stedelijk gebied en de herwaardering van de deelkernen vergen een vernieuwde aandacht voor de publieke ruimte. Deze ruimte is niet zomaar een leegte, een overblijfsel tussen gebouwen, zonder eigen waarde of betekenis. Het is deze ruimte die de stad en de kernen samenhoudt en betekenis geeft. Zonder publieke ruimte is er geen openbaar leven. Daarom is het aangewezen dat voor de vormgeving, de inrichting, de programmering en het beheer van de publieke ruimte een masterplan wordt opgemaakt. Dit masterplan doet uitspraken over de verkeerscirculatie en de hiërarchie van het wegennet, over de structuurbepalende plaatsen, over de groenstructuur en over het straatmeubilair en materiaalgebruik. Dit gebeurt op basis van een samenhangend concept voor gans de publieke ruimte. Deze omvat alle ruimtes waar het openbaar leven zich afspeelt: niet alleen de traditionele publieke ruimte in het stadscentrum en de woonbuurten, maar ook de hedendaagse publieke ruimtes (shopping centers, parkings, ruimtes langs grootschalige infrastructuren, ). Tenslotte biedt het masterplan een toetsingskader voor andere instanties (zoals de Lijn of de NMBS) of ontwerpers, die een eigen inbreng kunnen leveren in de publieke ruimte. C. SWOT-analyse Publieke ruimte STERKTES - Instrumentarium aanwezig met hierin aandacht voor categorisering en publieke ruimte: mobiliteitsplan, Structuurplan, groenplan, ; - Stadsvernieuwingsprojecten (Margarethaplan, Stationsomgeving) zijn coherent en consequent aangepakt; - Idem voor nog aan te pakken Stationsstraat - Er is een beeldkwaliteitsplan Grote Markt in opmaak; - Er zijn nog mogelijkheden ZWAKTES - Geen globale visie op inrichting publieke ruimte; - Structuur van de stadsdiensten is niet geënt op ontwerp en beheer van publieke ruimte. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

183 KANSEN - Masterplan biedt toetsingskader voor andere instanties (zoals de Lijn of de NMBS) of ontwerpers, die een eigen inbreng kunnen leveren in de publieke ruimte; - Duidelijke, leesbare publieke ruimte kan zorgen voor profilering van Sint-Niklaas in Vlaanderen - Evaluatie verbreden en verdiepen mobiliteitsplan; - Aanpassing verkavelingsverordening; - Aanpak op wijkniveau : integraal voor alle sectoren (huisvesting, groen, speelruimte, publieke ruimte, mobiliteit, ); - Bevoegdheid publieke ruimte. BEDREIGINGEN - aanpak zoals in de afgelopen jaren waardoor ad hoc beslissingen worden genomen ivm profielen, materiaalkeuze, enz..; - Sint-niklaas blijft grijze muis die af en toe uitpakt met vernieuwend project maar geen globale visie heeft mbt haar publieke ruimte ; - Wateroverlast ten gevolge van de klimaatverandering; - Heat Island-effect (groen-blauw)! Groendienst A. Destep-methode Demografische factoren - Stijging van het aantal woongelegenheden en bijhorende infrastructuur resulteert in een stijging van het groenareaal. Economische factoren - Door besparingen dient het beheer van het groter wordende groenareaal met minder middelen (en personeelsleden) te gebeuren. Daarom is een efficiënte werking van de uitvoerende diensten die actief zijn in het onderhoud van het openbaar domein, cruciaal. Bovendien is het noodzakelijk om kritisch om te gaan met uit te voeren taken. Sociaal/culturele factoren - Er is een discrepantie tussen de beleidslijnen, die evolueren naar harmonisch park- en groenbeheer en de publieke opinie, die nog steeds ingesteld is op een traditioneel esthetisch groenbeheer. Bomenbeheer en extensief beheer zijn sprekende voorbeelden van deze tegenstelling.door doelgerichte communicatie en participatie willen wij het denkpatroon van de burgers laten evolueren in de richting van het beoogde beleid. - Er bestaat een algemene behoefte aan groen in verstedelijkte gebieden. Technologische factoren - Beschikbaarheid van nieuwe technieken en machines voor groenbeheer - Binnen de stedelijke omgeving is het zeer moeilijk om bomen e.a. groenelementen volwaardig te laten uitgroeien. Plaatsgebrek (boven- en ondergronds), gebruik van strooizouten, aanleg van (ondoorlaatbare) verhardingen, vandalisme, ongevallen en omgevingswerken verhinderen dat groenzones in het algemeen en bomen in het bijzonder op een duurzame manier kunnen beheerd worden. Toch moeten we blijven werken aan een evenwicht tussen de functionele elementen van het openbaar domein en het groen als contrasterende zachtheid. Ecologische factoren - Kwaliteitsvolle groenzones (vooral bomen) spelen een belangrijke rol in de klimaatbeheersing binnen de stedelijke omgeving. Daarom is het belangrijk om zowel de kwantiteit (bladoppervlakte) als de kwaliteit van groenelementen te verhogen. 82 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

184 Politiek-juridische factoren - Gebruik van pesticiden op openbaar domein is verboden vanaf 1 januari Het bestuur heeft reeds in 2009 gekozen voor onderhoud zonder of met een strikt minimum aan pesticiden. Dit heeft verregaande gevolgen voor het algemeen beeld en de arbeidsintensiviteit van het onderhoud van zowel groenzones als verhardingen. B. Swot-analyse Sterktes - Goede vakkennis en creativiteit - Beroepsfierheid - Structurele aanpak van onderhoud op basis van ervaring - Flexibele werking - Geëngageerde personeelsleden - Degelijk machinepark Zwaktes - Moeilijke omkadering in vergelijking met privé-bedrijf: aankoop- en personeelsbeleid, besluitvorming - Gebrekkige samenwerking tussen diensten - Enge benadering van taakverdeling - Beperkte verantwoordelijkheid van uitvoerders - Ad hoc werken door meldingen en inmenging van politiek en administratie - Persoonsgebonden i.p.v. taakgebonden werken Kansen - Voorbeeldfunctie op vlak van harmonisch park- en groenbeheer in Vlaanderen - Consequent toepassen van harmonisch park- en groenbeheer biedt perspectieven - Beschikbaarheid van nieuwe technieken en machines voor groenbeheer - Er bestaat een algemene behoefte aan groen in verstedelijkt gebied ; groen en vooral bomen spelen een belangrijke rol in klimaatbeheersing. Bedreigingen - Publieke opinie is niet klaar voor harmonisch park- en groenbeheer - Publieke opinie is veeleisend wat onderhoud openbaar domein betreft - Negatief imago - Negatieve beeldvorming van eigen werk door meldingen en klachten (en weinig opbouwende kritiek) - Stijgend groenareaal en beheer zonder pesticiden zorgen voor uitbreiding werklast; dit is niet te verenigen met besparingen, tenzij bepaalde taken wegvallen of het onderhoudsniveau verlaagd wordt (en de verwachtingen van de gebruikers) - De beschikbare ruimte voor groen is beperkt in stedelijk gebied, zowel boven- als ondergronds. Dit maakt het moeilijk om bomen te planten en in goede conditie te behouden. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

185 Reinigingsdienst A. Werking van de Reinigingsdienst Struktuur 1 coordinator/planner 1 technisch assistent en magazijnier 12 ploegbazen 29 lader-vegers en chauffeurs Coordinator of techninsch assistent maakt de planning op en volgt de planning op Ploegbazen zetten de namen op de toeren wie waar zal rijden Ploegbazen communiceren met diensthoofd over verloop van de dag Diensthoofd of vervanger stuurt bij gedurende de dag. Taken 1. Ophalen van Huisvuil Papier GFT Grof vuil Snoeihout en kerstbomen 2.Ophalen van Containers (behalve donderdag) 3. Leegmaken papierkorven ophalen horecaposten ophalen en controle sluikstorten helpen bij te smalle straten (walburgstraat, enz ) 4. Kolkenzuiger ondersteunen Openbare Werken afhandelingen meldingen speciale opdrachten (bv markt) 5. Veegwagens Groot Veegplan di en woe Ster do Westakkers do Speciale opdrachten Centrum ma -vrij klein Stationsstraat Esplanade Centrumstraten Stomen tennispleinen ster atletiekpiste Grote Markt kant cafe's Esplanade tijdelijk 84 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

186 6. Grote vrachtwagen leveren containrs ophalen grote sluikstorten leveren huisvuilzakken en in kelder stadhuis zetten ophalen van krengen 7. storten van volle wagens 8. Strooien fietspaden centrum grote Markt en omgeving 9, Reine stad proper houden van de stad B. Swot-analyse Zwaktes - te weinig controle mogelijk - slechte spreiding van de workload - betrokkenheid sommige medewerkers - stoppen onderweg - gebruik alcohol - te klantvriendelijk - te weinig structuur, geen top down principe - conflictueuze situaties - negatief imago dat je ondanks inspanningen blijft meedragen - concurrentiepositie met de privé sektor - verouderd materieel - contact tussen garage en reinigingsdienst - integratie van Reine stad binnen het geheel van de reinigingsdienst. - ziekte en arbeidsongevallen Sterktes - flexibiliteit - snelle interventies - klantgericht denken - veel ervaring in structuur van de stad - grote betrokkenheid - grote bereidheid om andere diensten te helpen - sterk gemotiveerde medewerkers Wegenwerken Niet opgemaakt Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

187 9. Economie Ruimte om in te werken A. Omgevingsanalyse In Sint-Niklaas waren er in arbeidsplaatsen. Dit illustreert de rol van tewerkstellingspool die Sint-Niklaas vervult. Ongeveer 86% van de arbeidsplaatsen heeft betrekking op werknemers en 14% op zelfstandigen. Een sterke dominantie van werknemers is typisch voor stedelijke gebieden. Voor gans Vlaanderen bedraagt het aandeel zelfstandigen 17,1% en voor de provincie Oost- Vlaanderen 18,8%. De voornaamste sectoren in Sint-Niklaas zijn de tertiaire (35,2 %) en vooral de quartaire sector (37,1 %), gevolgd door de secundaire (26,8 %) en primaire sector (0,9 %). Uit de vergelijking met de sectorale werkverdeling van het arrondissement, de provincie en het gewest blijkt vooral de sterkere vertegenwoordiging van de quartaire sector, en de zwakke aanwezigheid van de landbouw. Er is een duidelijk overwicht van groot- en kleinhandel, gevolgd door de industrie, de zakelijke dienstverlening en de bouwnijverheid. De evolutie van de werkgelegenheid was sterk verschillend van sector tot sector. In de toch al beperkte landbouwsector ging het aantal arbeidsplaatsen in de periode verder achteruit (-17%). In de industrie was er een zeer sterke afname (-33%). Het geheel van beide dalingen werd gecompenseerd door de toename in de dienstverlening (+53%). In 2001 bedroeg de werkgelegenheidcoëfficiënt voor Sint-Niklaas 1,06 dwz. dat theoretisch alle beroepsactieve inwoners van Sint-Niklaas in eigen gemeente aan de slag zouden kunnen en dat in dat geval nog 6% van het aantal arbeidsplaatsen zou moeten ingevuld worden door inwoners van buiten de gemeente. De ruimtelijk-agrarische structuur in Sint-Niklaas vertoont een sterke versnippering door de talrijke lintbebouwing en het fijnmazige wegennet. Over gans het grondgebied van Sint-Niklaas komen bedrijven voor. - In de omgeving van de stad situeren zich grootschalige bedrijventerreinen. Deze zijn geënt op de bovenlokale lijninfrastructuren (spoorweg, N70, N16, N41, E17). Voor het historisch gegroeidbedrijf SVK (steenbakkerij) is vooral de ondergrond (kleiontginning) de lokalisatiefactor geweest. - De overige bedrijven komen verspreid voor. Langsheen de N70komt een concentratie voor van bedrijven. Rond de kernen vansinaai, Belsele en Nieuwkerken zijn geen grote bedrijvencomplexen aanwezig. Hier speelt dan weer de problematiek van zonevreemde bedrijven. In de omgeving van de stad vormen de bedrijventerreinen een aantal ruimtelijke eenheden. De stad Sint-Niklaas beschikt over een gedifferentieerd aanbod in het distributieapparaat. De ruimtelijke spreiding hangt nauw samen met de ruimtelijke structuur van het centrum, de verschillende stadswijken, de dorpskernen van de deelgemeenten en de N70. De kleinhandel komt in belangrijke mate voor in het verstedelijkt gebied, verweven met de woonfunctie. Aan de rand van de stad en buiten de stad komen kleinhandelsconcentraties voor langs enkele belangrijke wegen: de N70 (Gent Sint-Niklaas Antwerpen), en in mindere mate de N403 (Sint-Niklaas Sint-Pauwels) en de N41 (Sint- Niklaas Hamme). Het betreft een ontwikkeling van grootschalige handelsbedrijven zoals die zich algemeen voordoet langs belangrijke verbindingswegen tussen steden. Deze bedrijven zijn er, samen met KMO s, gevestigd omwille van de goede bereikbaarheid. 86 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

188 B. SWOT-analyse STERKTES - Centrale ligging tussen Gent en Antwerpen; - strategische ligging aan hoofdwegennet E17 en E34 en zelfs E19; - groot openruimte-potentieel; - Natuurlijke bevolkingsaangroei; - Verjonging van de bevolking - Positief migratiesaldo; - Waasland Shopping Center (regionaal positief). ZWAKTES - Lokale handelaars in slechte positie; - Gering aanbod van bedrijventerreinen, geen uitbreiding meer mogelijk. KANSEN - Deel van het Waasland als aantrekkingspool ifv de Waaslandhaven. BEDREIGINGEN - Concurrentie met de grote projecten in Temse en Beveren; - Waasland Shopping Center houdt bezoekers buiten de stedelijke kern (lokaal negatief). Ondernemen en werken A. DESTEP-methode Economische factoren Kerncijfers ondernemen en werken Bron: Stadsmonitor 2011 Werkgelegenheidsgraad (68,1 %) ligt relatief laag t.o.v. andere centrumsteden Lage netto groei ondernemingen (+1,5 % in 2010, + 2,4 % gemiddeld). Voor ondernemingen met personeel is het verschil nog groter (+ 0,7 % / + 2,1 %) Sint-Niklaas (56,5 %) telt het minst tewerkstelling in kennisintensieve en creatieve sectoren in vergelijking met de andere steden (62,4 %). Ook bij de zelfstandigen ligt dit aandeel laag (22,6 % t.o.v. 32,3 %) Het aandeel laaggeschoolden bij de NWWZ ligt in Sint-Niklaas (56,4 %) merkelijk hoger dan in andere steden (51,7 %) en Vlaanderen (49,8 %) Kerncijfers detailhandel Bron: studie BRO (maart 2010) / gegevens Locatus 2009 Volledig grondgebied: Aantal detailhandelszaken 780 Winkelvloeroppervlakte m 2 Aantal m 2 WVO per inwoners m 2 ( = relatief veel in vgl. met andere centrumsteden, dankzij WaSC) Leegstaande handelspanden 181 Leegstaande winkelvloeroppervlakte m 2 Leegstaande WVO/beschikbare 12 % handelsoppervlakte Centrum: Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

189 Aantal detailhandelszaken 225 Winkelvloeroppervlakte m 2 Aantal m 2 per inwoners 520 m 2 ( = ca. 10 % minder in vgl. met andere centrumsteden) Aantal leegstaande panden 120 Leegstaande winkelvloeroppervlakte m 2 Leegstaande WVO/beschikbare 37 % handelsoppervlakte Waasland Shopping Center: Aantal detailhandelszaken 111 Winkelvloeroppervlakte m 2 Aantal m 2 per inwoners 465 m 2 Aantal leegstaande panden 0 Politiek-juridische factoren Winkelnota Vlaams minister-president Kris Peeters ter versterking van de handelskernen B. SWOT-analyse Sterktes Toegankelijkheid en bereikbaarheid dienst economie Verstrekken van duidelijke informatie tijdens persoonlijke contacten Vakkennis Klantvriendelijkheid Veel contacten en communicatie met middenstand in de stadskern Veel aandacht voor handelskernversterkende activiteiten Zwaktes Gebrek aan algemene visie rond economisch beleid Gebrek aan pro-actief economisch beleid Coherent beleid in veelheid aan inspanningen ontbreekt Beperkte bezetting dienst economie Door beperkte bezetting, beperkte focus (voornamelijk middenstandsbeleid, weinig inzet voor tewerkstelling en bedrijven) Gebrek aan interne dossiercoördinatie geen afsprakenkader met de diensten rond informatie-uitwisseling Verspreide info producten Geen centraal databeheer Weinig pro-actieve communicatiecultuur Weinig contacten en betrokkenheid met bedrijfsleven Kansen Vervolgtraject begeleiding VVSG voor uitbouw volwaardige dienst economie Winkelnota Vlaams minister-president Kris Peeters ter versterking van de handelskernen Herstructurering stedelijke organisatie Vernieuwing Stationsstraat als drager van het kernwinkelgebied Centrale ligging Sint-Niklaas Bedreigingen Economische conjunctuur, beperkte invloed op het economisch gebeuren Technologische evoluties (bv. op vlak van winkelen internetaankopen) Evolutie naar kenniseconomie (minder arbeidsintensief) 88 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

190 Cultuur, vrije tijd en onderwijs 10. Cultuur Culturele instellingen integraal A. SWOT-analyse Vorming en educatie (incl. academies) a. Sterktes Vorming en educatie 1. Bib (en bibpunten/-filialen) heeft meer en meer ook de functie van laagdrempelige en neutrale leerplek, info- en kenniscentrum + voor sommige groepen de vaak enige vlot beschikbare digitale toegangspoort naar kennis en info allerlei (gratis toegang tot het internet) 2. Academies (SASK en SAMWD) zijn officieel onderwijs, maar in feiten ook vorming en educatie voor jaarlijks gemiddeld leerlingen (waarvan ruim in Sint-Niklaas zelf actief). (SASK: leerlingen en 85 leraars en SAMWD: leerlingen en 126 leraars.) 3. De SASK telt maar liefst 32 jeugdateliers en beschikt dus over een enorm potentieel aan culturele ankerplaatsen gespreid over gans de Wase regio (Sint-Niklaas, Belsele, Puivelde, Nieuwkerken, Sinaai, Kemzeke, Klein-Sinaai, Koewacht, Bazel, Kallo, Kieldrecht, Melsele, Vrasene, De Klinge, Meerdonk en Sint-Pauwels). 4. CC/Vrije Ateliers is een sterk Merk (30 jaar!) en ondertussen ook een goed herkenbare Plek waar levenslang leren toegelaten is en je niet afstudeert. 5. Het jarenlang uitgebouwde kunstonderwijs en allerlei kunsteducatieve initiatieven blijven zorgen voor een permanent opborrelen van experimenten, aanzetten tot vernieuwing en projecten van onderuit, zowel binnen de traditionele kaders (academies, verenigingen, scholen ) als daarbuiten. 6. CC/Vrije Ateliers werkt zeer vraag gestuurd (onvoldoende publiek = geen cursus). Zie zijn ook actief tijdens vakanties (kinderaanbod), met een flankerend aanbod kinderopvang bovenop. 7. Heel wat door de stad betoelaagde of ondersteunde lokale verenigingen en organisaties fungeren mee als kunsteducatieve actor (Jeugdtheater Ondersteboven, Clapaja, Balletschool Stichting Klassieke Dans, jeugdtoneel Baudeloo, Gynaïka, In Dulci Jubilo, jeugdensembles De Kunstvrienden, Wasiana, diverse kinderkoren.) 8. Bib ontwikkelde recent haar Taalpunt voor mensen die moeilijkheden ondervinden met lezen en de Nederlandse taal in het algemeen: slechtziendheid, blindheid, dyslexie of andere redenen (met een uitgebreide collectie NT2-materialen). 9. Academies zijn niet alleen sterke Merken, het zijn ook instituten met een lange geschiedenis en een groot prestige (SASK 1813 en SAMWD 1881). Honderden leraars en enkele duizend leerlingen passeerden er ondertussen de revue. 10. Academies hebben een zeer lage financiële instapdrempel, het inschrijfgeld variërend van 12 tot max. 190 euro/jaar. (Vrije Ateliers, JTO e.a. zijn veel duurder, althans voor de gebruiker). 11. SAMWD legt met haar als experiment gestarte afdelingen Pop/Jazz en Volksmuziek/Folk mooie linken met de private sector: kunstencentrum t Ey en De Casino. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

191 12. De SAMWD heeft haar 8 vestigingen gespreid over Sint-Niklaas, Belsele, Nieuwkerken, Sinaai, Stekene, Sint-Gillis en Temse. 13. Ook de Erfgoedcel, Stadsarchief en SteM hebben reeds heel mooie cultuureducatieve projecten op hun palmares. 14. Er is goede samenwerking groeiende met KAHO (en haar lerarenopleiding), zowel in Bib als in CC/jeugd en educatie. Vanuit CC is er ook goede expertise met Cultuurambassadeurs uit secundaire scholen. b. Zwaktes Vorming en educatie 1. Educatie beperkt zich vaak tot de inhoudelijke omkadering van het gewone aanbod (de productzijde) en is dus vooral verdieping voor het vaste publiek. De proceskant, er nieuwe publiek mee proberen werven, zou minstens zo belangrijk moeten zijn 2. Nog iets te weinig gestructureerde netwerkvorming en/of samenwerking tussen de stedelijke en andere educatiefunctionarissen en medewerkers. Scholenoverleg kan een mooie aanleiding zijn. 3. Blijkbaar nog onvoldoende algemeen naar de bevolking (scholen, verenigingen ) en intern naar de collega-diensten gecommuniceerd wat de stad allemaal aanbiedt. 4. Initiatieven rond de zgn. andere culturen blijken vaak wat geforceerd en vooral ook aanbodsgericht VOOR die mensen. Nog weinig expertise in het effectief SAMEN-werken MET het beoogde nieuwe publiek (= sociaal-culturele methodiek). 5. Aanbod CC/Vrije Ateliers is vrij duur voor de gebruikers wegens het principe kostenneutraal (bv. in vergelijking met academies en Volkshogescholen die Vlaams veel beter gesubsidieerd zijn). 6. Werking CC/Educatie blijft nog vooral beperkt tot de opdracht van 1 functionaris en dan nog vooral geconcentreerd rond een deel van het eigen CC-aanbod, vnl. de jeugdprogrammatie. 7. Ook in Bib, SteM, Stadsarchief is educatie nog iets te weinig een integraal onderdeel / de basis van de werking, maar eerder iets extra s achteraf of bovenop de zgn. reguliere werking. Als er nog wat tijd, extra geld of personeel voor is. 8. Nog geen aanbod kinderopvang rond bv. de Academies. 9. Nog te weinig aandacht in het educatief aanbod voor immaterieel erfgoed van hier en elders (gewoontes, alledaagse gebruiken, praktijken, feesten, dialecten, tradities, verhalen, liedjes, rituelen, recepten, ambachten, technieken, verdwijnende podiumkunsten, sporten en spelen...). 10. Bib: nieuwe initiatieven als Taalpunt zijn nog onvoldoende verankerd, de gewone werking gaat meestal voor. 11. Soms wat weinig terughoudendheid bij CC/Vrije Ateliers om niet te doen wat derden zelf ook kunnen organiseren (= het subsidiariteitsbeginsel). 12. Er is vrij beperkte CC-infrastructuur voor de decretale basisfunctie van een CC (Gemeenschapsvorming: receptief werk, projecten, educatie e.d.) c. Kansen Vorming en educatie 1. Het herbevestigd engagement van KAHO (lerarenopleiding) om verankerd te blijven in onze stad geeft perspectief op verdere samenwerking, bv. ook naar scholenoverleg. 2. (ver)bouw(ing) Bib kan extra ruimte geven voor ook (basis-)educatief werk. 90 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

192 3.De eindtermen van het leerplichtonderwijs maken dat de scholen bijna aangewezen worden op samenwerking met lokale partners (CC, Bib, SteM, Academies en andere - ook private - initiatieven). 4. Er is (theoretisch althans) een enorm leslokalenpotentieel in onze stad. Heel wat schoolinfrastructuur staat leeg tijdens de buitenschoolse uren, terwijl anderzijds heel wat vrijetijdsinfra-structuur leeg blijft tijdens de normale schooluren. 5. Schoolsites hebben vaak een lage drempel. Voor veel mensen zijn het vertrouwde en zeer betrouwbare omgevingen. Hun kinderen worden er goed verzorgd, ze liepen er zelf ooit school, ze kennen ze van opendeurdagen en ouderactiviteiten. 6. Kortingsformules (kansenpas, OCMW-regelingen e.d.) kunnen alvast de financiële drempels wegnemen. 7. Sint-Niklaas heeft een dicht scholennetwerk (leerplichtonderwijs) met een bijna 100% maatschappelijke participatie (kinderen, jongeren èn volwassenen in hun rol van (groot-)ouders). Het gaat hier in totaal over bijna schoolgaande kinderen/jongeren. (Ongeveer 40% van de leerlingen secundair onderwijs woont ook in onze stad). 8. Het Lokaal Overlegplatform (LOP) basisonderwijs is een belangrijke brug tussen de stad en het onderwijs. 9. Nieuwe private initiatieven of vernieuwde ambities bij bestaande organisaties kunnen voor extra dynamiek in de sector zorgen (bv. Popmuziekschool, Dance is Life, de recente eigen school en nieuwe speelplek van Jeugdtheater Ondersteboven, opleidingen vanuit harmonieën ). Het houdt iedereen alert en kan evt. ook zorgen voor wat terughoudendheid in publieke sector (kerntaken aanscherpen, meer complementair werken ). 10. Het concept Brede School is een aanzet om meer samen te werken of educatieve netwerken te vormen met de sectoren cultuur, kunstonderwijs en jeugd (+ kinderopvang). 11. Er is een stijgende vraag naar zinvol cultuuraanbod (dus ook creatief-educatief) voor kinderen en jongeren (tieners) tijdens vakantieperiodes, maar ook op woensdagnamiddag en zaterdag. 12. Een enorm potentieel aan sociaal-culturele verenigingen die landelijk gestructureerd èn ondersteund worden èn publiek bereiken waar de stad op zich vaak niet bij kan: 13. CC krijgt exclusief de opdracht het formele en het niet-formele educatieve aanbod in de stad te coördineren en aan te vullen (nieuw: de coördinatie zit decretaal niet langer ook bij Vormingplus!) 14. Er is voldoende besef dat er voor cultuur op school een inhaalbeweging nodig is t.o.v. sport op school, waar lokale gangmakers reeds in de jaren 70 geïntroduceerd werden (door BLOSO). 15. Heel wat interessante landelijke organisaties waarmee (verder) samen gewerkt kan worden: 16. Reeds heel wat goede cultuurpraktijken in het leerplichtonderwijs (nieuw zijn bv. ook cultuurraden op school). 17. Meer aanbod flankerende kinderopvang (cfr. de Vrije Ateliers in de vakantie). d. Bedreiging en Vorming en educatie 1. Besparingen (Vlaams en lokaal) kunnen nefast zijn voor de opgebouwde expertise en aanbod. 2. Sint-Niklaas heeft weinig traditie in het substantieel betoelagen van private cultuurorganisaties, zeker in vergelijking met bv. Mechelen e.a. centrumsteden. Met De Casino en W.A.R.P. zijn er alvast op dat vlak stappen vooruit gezet. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

193 3. De gebouwen SASK zijn toe aan een zware renovatie. 4. De muzische basisvorming in de lerarenopleiding is blijkbaar ondermaats. Die kunnen niet meer zingen of enig instrument bespelen. Blijkbaar ook vragen of de leerkrachten vandaag zelf nog wel voldoende cultuurparticipant zijn (= hun voorbeeld- en toeleidingsfunctie). 5. Het huidig Bibgebouw is nog onvoldoende geschikt en ingericht voor de nieuwe functies zoals Taalpunt, vorming en (basis-)educatie 6. Administratieve verkokering en schotten (Vlaams en lokaal) tussen cultuur, onderwijs, welzijn, OCMW... is soms een rem op meer structurele samenwerking. 7. RISICO dat door de maximumfactuur de deelname van kleuters aan de schoolactiviteiten van het CC kan afnemen (nog niet het geval hier!) 8. Er bestaat risico op een overaanbod of versnippering van de krachten naar bijzondere doelgroepen, die misschien door het bos de bomen niet meer zien? 9. Voor schoolmoe publiek is een Academie met schoolse systemen als punten, rapporten jury s en examens wellicht een stap te ver. 10. Veel plan- en evaluatielast in bv. de academies (= een overbelasting van de directeursfunctie). 11. Hoe ver gaan we op het vlak van subsidiariteit? Waar wel/niet ons onthouden van activiteiten die burgers, verenigingen of particuliere instellingen evt. zelf kunnen verrichten? 12. Site Rode Kruisstraat (Vrije Ateliers) is niet duurzaam. Is er een alternatief?. 13. SAMWD zit verdeeld over twee sites, waarvan die in de Rollierstraat (= privaat) alvast bedreigd is. Het huidige huurcontract loopt af op 31/08/2013. Kansen op de VTS-site? 14. Er is nog te veel sectorale Vlaamse regelgeving (cultuur, welzijn, onderwijs, stedenbeleid...) met allerlei aparte plannings- en rapportageverplichtingen tot op detailniveau, versterkt de lokale verkokering en werkt ook lokale bureaucratisering (papier-/bureauwerk) in de hand. 15. Er zijn weinig flexibele vergoedingsmogelijkheden voor bv. leraars academie om ook buiten de eigen leeropdracht een (semi-professionele) rol op te nemen in het verenigingsleven, leerplichtonderwijs, welzijnssector B. SWOT-analyse Beeldende Kunst a. Sterktes Beeldende Kunst 1. Het Kortfilmfestival Kort Geknipt en de Modeshow zijn echte sterkhouders voor de SASK, die ook publiek van buiten de regio aantrekken. 2. De SASK ( 1813!) fungeert al twee eeuwen als Wase kweek-school, met een immens netwerk van honderden (oud-)leraars en (oud-leerlingen) + ondertussen 32 culturele ankerplaatsen (filialen), gespreid over gans de regio. 3. Nieuwe afdelingen in SASK (mede opgericht om de neerwaartse trend van de middelbare graad te proberen ombuigen) blijken wervend: animatiefilm en digitale beeldvorming, digitale fotografie en schoenontwerpen. 4. De SASK is (sinds 2007) ook initiator van heel wat vernieuwing op het vlak van tentoonstellingen en hedendaagse projecten tot op het niveau van de filialen. 92 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

194 5. Vanuit CC/jeugd en educatie wordt ook goed mee ingezet op beeldende kunst: Supervlieg, Kunstbende en diverse projecten (i.s.m. Mooss, ABC, RASA e.a.). 6. Er is een goed model van samenwerking ontwikkeld tussen CC/Podium en Siniscoop (vooral arthouse, de moeilijkere films dus). 7. De SASK fungeert als productieplek voor maar liefst leerlingen / aspirant beeldend kunstenaars (waarvan actief in Sint-Niklaas en in de Wase buurgemeenten). 8. Bib, SASK en SteM beschikken over waardevolle collecties boeken rond beeldende kunst. 9. W.A.R.P. toonde zich met het geslaagde eerste grote project Coup de Ville sterk op het vlak van creatie en educatieve omkadering. (Artistiek bleef het nog wat onder de verwachtingen). 10. Mooie tentoonstellingsfaciliteiten (in theorie althans) in de centraal gelegen Salons voor Schone Kunsten (doch met het belastend gegeven dat heel wat ruimte wordt ingenomen door de permanente opstelling van de kunstcollectie van de stad) 11. Vanuit CC/participatie wordt met Kultour en Sin-Art ook hedendaagse kunst mee binnengebracht in de stedelijke programmatie. 12. Het exponentieel gegroeid vormingswerk van CC/Vrije Ateliers vervult een complementaire sociaalartistieke functie naar ook nieuwe doelgroepen. 13. Mooie tentoonstellingsfaciliteiten in de grote en kleine zaal SteM Zwijgershoek en in de Vierkante Zaal (weliswaar met nog weinig gaten in de kalender) 14. Een aantal kunstkringen en organisaties met een sterke traditie en een stevig draagvlak, vnl. de Wase Kunstkring en Kunst in de Stad. 15. Er is opvallend veel (eerder klassieke) beeldende kunst in de openbare ruimte (vnl. gerealiseerd via Kunst in de Stad). 16. Er is hier een actieve beeldende kunstscène, zowel individueel, in stabiele verenigingsverbanden, alsook steeds meer in losse samenwerkingsverbanden. b. Zwaktes Beeldende kunst 1. Het lokaal beleid rond beeldende kunst is nog zeer disparaat vanuit enerzijds de stedelijke instellingen (SteM, CC, Academie, monumentenzorg ) en anderzijds het privaat initiatief (Kunst in de Stad, Wase Kunstkring, W.A.R.P.). Elk voor zich, met een beperkte coördinatie vanuit de sectie beeldende kunst van de cultuurraad. 2. De publieksopkomst voor heel wat tentoonstellingen beeldende kunst piekt vooral rond de opening en de evt. finissage, waardoor vragen gesteld kunnen worden bij de vaak vrij lange looptijd,die zalen blokkeert voor andere mogelijks geïnteresseerden, ook vanuit eigen programmatoren jeugd, educatie en participatie. Voorstel cultuurraad: maximum nog 3 weken voor expo s van verenigingen. 3. CC/expo zet nogal sterk in op de eerder geconsacreerde kunst. Er is slecht beperkt aandacht voor vernieuwing en hedendaagse kunst. 4. Als een van de weinige centrumsteden hebben we hier GEEN kunstencentrum (cfr. Stuk in Leuven, Buda in Kortrijk, Netwerk in Aalst, nona in Mechelen, Vooruit en Nieuwpoortheater in Gent, België in Hasselt, Vrijstaat O in Oostende, Monty in Antwerpen, De Werf in Brugge ). Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

195 5. SteM blijft nogal traditioneel omgaan met haar collecties, vnl. goed bewaren en permanent tonen (zelfs tot in het depot). Moeilijk op die manier nog ontdekkingen te doen uit eigen collecties, bv. in confrontatie met hedendaagse werk. 6. We hebben hier (nauwelijks of) Geen commerciële gallerijen in stad of regio. 7. Op het vlak van beeldende kunst zijn er nog maar weinig stedelijke initiatieven van bovenlokale relevantie of met internationale producten of artiesten gepasseerd. 8. Weinig ruimtes voor werkplaatsfunctie en/of artiesten in residentie. Het Opvangcentrum voor Asielzoekers kan misschien (op termijn) meer mogelijkheden bieden? W.A.R.P. in de toekomst? 9. Beperkte inzet op vernieuwing (nieuwe inhouden, nieuwe organisatiewijzen, nieuwe doelgroepen ). 10. De tweede en vooral derde verdieping van de Salons voor Schone Kunsten zijn zwaar onderkomen, onderbenut en dringend toe aan renovatie (incl. het voorzien van een lift tot aan de bovenste verdiepingen). 11. Er is nog maar heel beperkte samenwerking binnen WACCO rond beeldende kunst. c. Kansen Beeldende Kunst 1. Ruimte maken voor rondreizende of unieke tentoonstellingen door externe curatoren, al dan niet op basis van of in confrontatie met de eigen collecties. 2. Kunstprojecten in de publieke ruimte en/of in aansluiting op buurtwerkingen zorgen altijd voor enige dynamiek. 3. De aanwezigheid, de expertise en zin tot samenwerking bij externe organisaties als W.A.R.P., Graphia, Wase Kunstkring e.a. 4. Kunsteducatie krijgt steeds meer een centrale functie binnen het cultuur-, onderwijs- en jeugdbeleid. 5. Veel actieve kunstbeoefenaars (liefhebbers/amateurs èn professionals/beroeps) aanwezig in de stad. 6. De grijze en vuile spoorweginfrastructuur die onze stad doorsnijdt biedt misschien mogelijkheden? 7. De aanwezigheid van kunsthumaniora s in Koninklijk Atheneum en Berkenboom. 8. Artiesten in residentie. 9. Een mogelijk aanpassing van het Vlaams kunstendecreet biedt hopelijk ook meer structurele inbreng/medezeggenschap van het lokaal niveau in de toewijzingen van Vlaamse middelen. 10. WACCO als mogelijk extra kader voor de promo èn duiding van initiatieven beeldende kunst. 11. Onze Centrale ligging op de assen Gent - Antwerpen // Brussel - Zeeland. d. Bedreigingen Beeldende Kunst 1. Het technisch personeel voor tentoonstellingsopbouw (SASK, SteM, CC + soms aangevuld vanuit de stadswerkplaatsen) is nu reeds over bevraagd, waardoor nieuwe initiatieven alleen al daardoor moeilijk liggen. 2. Nauwelijks (landelijke) media-aandacht voor cultuur buiten Antwerpen - Gent - Brussel. 94 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

196 3. W.A.R.P. als enig initiatief in de stad dat actief is rond hedendaagse beeldende kunst geeft een zeer kwetsbare situatie. 4. Niet duurzame lokalen CC/Vrije Ateliers. 5. Verouderde academie(sask)-gebouwen (met blijvende investeringen en onderhoud) C. SWOT-analyse Podiumkunsten muziek, woord en dans Sterktes Podiumkunsten 1. CC kent met succes reeds 15 jaar een verregaande vorm van verzelfstandiging op het vlak van programmatie, waardoor eigen inkomsten geherinvesteerd kunnen worden in de programmatie. 2. Heel sterke CC-podiumprogrammatie (incl. jeugd), die een mooie staalkaart biedt van wat in Vlaanderen geproduceerd wordt. 3. CC/stadsschouwburg - Museumtheater staat garantie voor een verrijkt cultuuraanbod, met een volgehouden inzet op vernieuwing en het presenteren van niet-evidente podiumproducties, naast de gedegen receptieve werking, vnl. voor het lokaal amateurtheater. 4. De SAMWD heeft een grote expertise in sociale projecten (Bloemetjeskoor, Droomschool, locatieprojecten, samenwerking met basisscholen en sociale instellingen, huisbezoeken, Saz ) en verschijnt zeer regelmatig ook op bijzondere locaties. 5. Sint-Niklaas werkte de laatste jaren intensief aan de profilering van een aantal evenementenpleinen, waar zeer regelmatig muziek en straattheater opduikt (Grote Markt, Sint-Nicolaasplein, Stadspark, Dries Sinaai, De Ster ). 6. De SAMWD investeert regelmatig ook in vernieuwing en meer hedendaagse muziek: Jazz, folk, samenspel, experiment, crossovers 7. Er is een goed model van samenwerking ontwikkeld tussen CC/Podium en De Casino. 8. De SAMWD fungeert als productieplek voor maar liefst leerlingen / aspirant kunstenaars (waarvan in Sint-Niklaas en 693 in de buurgemeenten actief). 9. We zien een opvallend stijgend schoolse initiatieven met leerlingentheater, -dans en -muziek (bv. over de middag, n.a.v. opendeurdagen, jubileumfeesten, schouwburgvoorstellingen ) met een opmerkelijk hoge participatiegraad kinderen en jongeren. Voor heel wat (groot-)ouders en familie een unieke gelegenheid om ook eens een stap in de Stadschouwburg te zetten. 10. CC/podium: in de SSB werd opnieuw een stijging gerealiseerd van 236 activiteiten voor toeschouwers (in 2010) naar 250 activiteiten voor toeschouwers (in 2011). 11. Nieuwe podia met beperkte professionele uitrusting of technische omkadering: De Casino, t Bau-Huis, t Ey en De Vlasbloem. Ook De Klavers werden polyvalenter + nieuw Troelant (?). 12. Er is hier een zeer brede amateurdansscène gegroeid: Clapaja, academie, Stichting Klassieke dans / Lafont-Dutoit, Vrije Ateliers, Dance is Life, Ritmica, Compagny Dagaz, JeugdTheaterOndersteboven Heel de stad lijkt aan den dans. (Desondanks) blijft dans ook in de academie (SAMWD) de beste groeier. 13. De stad subsidieert en ondersteunt een aantal toneelverenigingen met een stevig draagvlak en mooi palmares: Belcantogezelschap, Genesius, Ondersteboven, Tijl, De Vlasbloem, Boudeloo, Phoenix Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

197 14. Vanuit de SAMWD is er een prestigieus stedelijk symfonieorkest gegroeid. Hun Nieuwjaarsconcert is een echte sterkhouder, die ook publiek vanbuiten de regio aantrekt. 15. Enkele muziek- en theaterverenigingen hebben ambassadeur-potentie: In Dulci Jubilo, Arc Sonore, De Kunstvrienden, Gaudeamus, Jeugdtheater Ondersteboven, Theater Tieret, Belcantogezelschap, Trio Goeyvaerts. b. Zwaktes Podiumkunsten 1. Er is frequent verkeers- en parkeerchaos aan de site SSB-Academie-VTS-College-H.Familie, terwijl dit een culturele oase en voetgangerszone zou moeten kunnen zijn. 2. Ook de geclusterde site academies/ssb op zich heeft geen eenduidig fysiek portaal. Het blijven wat aan een geplakte instellingen. Symptomatisch was misschien wel het dicht metsen van de doorgang tussen de Vierkante Zaal en inkomhal SSB. 3. Weinig ruimtes voor werkplaatsfunctie, langlopende repetities, locale projectwerking 4. De verbreding van publiek kan altijd nog beter. Stijgende bezettingsgraden zijn vaak eerder publieksverdieping, d.w.z. meer voor hetzelfde publiek? Het CC-aanbod blijft (zoals bijna overal trouwens) vooral een doorsnee wit-middenklasse-publiek aanspreken en aantrekken. 5. We hebben ook bijna geen verenigingen of andere private actoren met deftig uitgeruste podiuminfrastructuur. Potenties in De Vlasbloem Nieuwkerken, Zaal Antigone in OLV-Presentatie en de nieuwe JTO-site? 6. Veel te beperkt technisch CC/personeel (productieleiders) voor extra locatiewerk of grotere projecten. Bovendien ook nog steeds te laag opgeleid / ingeschaald technisch personeel. 7. We hebben hier geen significante professionele muziek-, theater- of dansgezelschappen met eigen infrastructuur. (wel: Tieret en Lazarus) 8. Het onderbrengen van cultuur in historische en/of oude gebouwen was positief op het vlak van monumentenzorg, maar is niet bevorderlijk voor een geïntegreerd cultuurbeleid: kasteel Walburg, stadsschouwburg, Cipierage / Prochiehuis, Salons voor Schone Kunsten, Museumtheater, SASK Er zijn hier veel m2 niet duurzame gebouwen te beheren. 9. CC brengt slechts occasioneel locatiewerk in de deelgemeenten (Supervlieg, matinees in De Vlasbloem ). Bib en academies hebben er een actievere rol. 10. Projectmatig werken (artistiek en sociaalartistiek) is nog vrij beperkt aanwezig. 11. Er zijn weinig stedelijke contacten of banden met de mondiale kunstscène. Beperkt contacten via De Casino, t Ey, Trio Goeyvaerts c. Kansen Podiumkunsten 1. Verdere stedenbouwkundige ontwikkeling van de site Stadsschouwburg - Academies (binnengebied Parkstraat - OLVplein - Hofstraat - Boonhemstraat - Van Britsomstraat - Collegestraat) 2. De regionale opdracht als centrumstad geeft CC het recht èn de plicht om verder te gaan dan het gewoon inzetten op ontmoeting en gemeenschapsvorming (= de basisopdracht CC). 3. Extra podiumkansen in kerken, stadstuinen (Casino, Salons, Stadspark, De Ster ) en pleinen. 4. Verder inzetten op samenwerking tussen de stad en private organisaties zoals De Casino, W.A.R.P., t Ey, JH n, JTO, Theater Tieret, Koudvuur, In Dulci Jubilo, Trio Goeyvaerts, Nicolaasconcerten e.a. 96 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

198 5. CC: Nieuwe formules op de markt op het vlak van online-ticketing, ook meer last-minute? Evt. zelfs het verlaten van het klassieke abonneesysteem? Verder inzetten op activiteiten genre De Kunstbende, Supervlieg, Lawijtstrijd en ander locatiewerk dat podiumkunsten ook NAAR het publiek brengt. 7. Faciliteiten voor residentieartiesten, werkplaatsfunctie in bestaande of nieuw te zoeken infrastructuur. 8. Nauwere samenwerking tussen het (eerder populaire ) evenementenbeleid en het meer op kwaliteit inzettend CC, bv. met betalende openluchtconcerten. 9. Er is een zeer goed privaat opstapcircuit voor de Pop-, Rock- en andere alternatieve muziekgenres via de JH n (Kompas, Den Eglantier, Troelant, t Verschil en De Galjaar/De Klavers), de concertclubs (De Casino en t Ey) en de muziekcafés ( t Hemelrijk, De Casino, Stamkafeeke, t Kroontje, Thalassa, Het Laatste Avondmaal, Den Denker, t Elfde Genot ). 10. De evolutie van de traditionele (seventies) jeugdhuizen richting gemeenschapscentra (vnl. in de deelgemeenten) en richting centra voor jongerencultuur (in kernstad). 11. Mogelijkheden tot het meer betrekken van culturele experten uit de stad/regio, die elders professioneel werkzaam zijn of waren. Bv. bij de uitwerking van projecten, in de advies- en beheerraden. 12. Het Flankerend Onderwijsbeleid (met concepten als Brede School, leerlingen- of cultuurraden op school, lerarenopleiding KAHO (als partner), Cultuurambassadeurs (leerlingen èn leraars) 13. Sociaal-culturele verenigingen (Davidsfonds, Curieus, LINX+, Masereelfonds ) zijn soms goede partners èn extra publiek bij projecten met muziek- of woordprogrammatie: Archipel, uitbreidingsactiviteiten Bib e.a. 14. (hopelijk op termijn) Soepeler juridische en fiscale instrumenten en vergoedingsregelingen om professionele kunstenaars vlotter in te schakelen bij amateurkunstenorganisaties en het leerplichtonderwijs (modellen uit de sportsector) 15. Salons voor Schone Kunsten mee onder het beheer van het CC brengen, zodat daar een meer actief, dynamisch en hedendaags kunstenbeleid mogelijk wordt, en het dus minder een plek blijft waar alleen historisch kunsterfgoed quasi permanent getoond, bewaard èn bewaakt moet worden. 16. Collegekerk en/of Reynaertgallerij mee(r) integreren op de as Stadsschouwburg / Academies met het cultureel winkelwandelgebied waar ook De Casino, De Salons/Koetshuis, Siniscoop en Huis Janssens (SteM) zich situeren? 17. Verdere toename van de stadspopulatie (= potentieel nieuw publiek, weliswaar ook heel wat nieuwe inwoners met soms ook andere verwachtingen). 17. Budgethouderschap als mogelijk alternatief voor de programmatie-vzw? 18. Ondersteuning en goede praktijken vanuit de diverse expertisecentra en steunpunten: 19. Komt er een versmelting van de academies (n.a.v. de vernieuwing decreet kunstonderwijs) en wat zijn daarbij de evt. kansen op het vlak van cross-overs, film-muziek-dans-projecten? 20. (evt. meer budgettaire?) Ruimte creëren voor technische ondersteuning vanuit CC naar bv. initiatieven in De Vlasbloem, JH n of op andere bijzondere locaties. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

199 21. Meer ruimte voor de basisfunctie lokale gemeenschapsvorming : in de vernieuwde Bib, op de VTS-site, elders? 22. Vernieuwingen ook mogelijk op het vlak van timing programmatie: evt. nog meer matinees?, meer familie-aanbod op weekendavonden?, meer aanbod tijdens vakanties (incl. zomer)? 23. Sociale tewerkstelling in de culturele sector (bv. voor geluidstechniek, decor- of podiumopbouw bij locatiewerk?). d. Bedreigingen Podiumkunsten 1. Museumtheater (en eigenlijk ook Stadsschouwburg) zijn niet optimaal op het vlak van aantal plaatsen, zitcomfort en zichtbaarheid. Andere steden (zelfs Beveren) zijn vaak beter uitgerust, ook voor bv. meer hybride producten. 2. Technische vereisten en diverse regelgevingen blijven verzwaren (ook en vooral voor stedelijke initiatieven). 3. Kosten allerlei blijven stijgen zodat we misschien op zoek zullen moeten gaan naar nieuwe businessmodellen en nieuwe vormen van fondswerving willen we ons niveau behouden of nog stappen vooruit willen zetten. 4. Sint-Niklaas slaagt er slecht in om substantiële toelagen provinciaal, Vlaams, federaal of Europees binnen te halen. 5. Uitbaters particuliere infrastructuur beschikken over steeds minder middelen en mensen (vrijwilligers) om toegankelijk of veilig geschikt te blijven voor podiumactiviteiten van derden: De Vlasbloem, JH n, diverse parochiezalen, achterzaaltjes cafés, Collegekerk, zaal Antigone, diverse schoolinfrastructuur, Volkshuis 6. Slechte avond- en nachtbusverbindingen naar bepaalde deel- en buurgemeenten, waarvoor we decretaal nochtans ook een culturele opdracht hebben! D. SWOT-analyse Gemeenschapsvorming en participatie Sterktes Gemeenschapsvorming en participatie 1. De centrale Bib is de meest laagdrempelige en ruim toegankelijke stedelijke ontmoetingsplaats. 2. We hebben een heel breed maatschappelijk weefsel van verenigingen, waarvan een aantal gelukkig ook met eigen ontmoetingsruimten: Vrouwencentrum, Masereelhuis, t Ey, De Vlasbloem, De Casino, Steenstraete, De Zevenster, diverse parochie-, jeugd- en volkshuizen. 3. Stadsmonitor: Er is een grote tevredenheid over het cultureel aanbod, vnl. dankzij het evenementenaanbod waar een brede participatie vastgesteld wordt. 4. CC (en cultuurdienst) kunnen heel wat verenigingen van dienst zijn met de verhuur van een ganse batterij aan lokalen: Stadsschouwburg (+ Foyer), Museumtheater, Conferentie- en Reynaertzaal (Bib), Walburgis- en Gerard De Cremerzaal (Walburg), Huis van het Kind (*), gemeentehuizen Belsele, Nieuwkerken en Sinaai (*), De Kouter (*) en De Klavers (*) Belsele, stedelijke basisscholen Belsele (*) en Nieuwkerken (*), buurthuis Sint-Job Puivelde (*) en Sinaai (*) + Sinbad. (* = met vrije catering) 5. Een aantal kerken zijn ondertussen ook meer en meer gewoon mooie stille ruimtes - oases in de stad - waarvoor op termijn niet alleen her -bestemming (naar -mislukt?- Nederlands model) maar ook een bredere (spirituele + seculiere) bestemming een optie kan zijn. 98 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

200 6. Ook binnen het deeltijds kunstonderwijs is er een stijgende aandacht voor gelijke onderwijskansen en interculturaliteit. 7. De Bibpunten en filialen zijn soms het enig professioneel bemande cultuurpunt op wijk- en dorpsniveau. Mooi voorbeeld = Bibpunt Reynaertpark. Ook Truweel en deelgemeenten hebben nog veel potentie. 8. De stad beschikt zelf ook over een aantal buurthuizen die, naast bv. de parochiecentra, echte sociaal-culturele ankerplaatsen (kunnen) zijn. 9. Nieuwe opportuniteit is er nu ook voor grotere groepen en/of grotere initiatieven in t Bau-huis, met vrije catering en ook de (unieke) mogelijkheid tot bv. privé-feesten. 10. Er is een gestaag groeiende samenwerking en wederzijds respect tussen de stad en het sociaalcultureel werk. Cultuurdiensten/cultuurbeleidscoördinatoren worden ook vanuit de landelijke secretariaten steeds minder als bedreigend ervaren. 11. De cultuurraad blijft (ondanks beperkingen) een vrij goed gestructureerd kanaal voor inspraak en participatie. 12. Er is sterke waardering voor het ter beschikking stellen van feestmateriaal en technisch materiaal voor locatieprojecten. b. Zwaktes Gemeenschapsvorming en participatie 1. Gemeenschapsvorming en Participatiebevordering zijn nog te weinig rode draden doorheen de reguliere werkingen en nog onvoldoende gedeelde opdrachten van alle cultuurfunctionarissen en - medewerkers. 2. Nog maar beperkt effecten merkbaar op het vlak van het bereik van kwetsbare groepen voor het huidige cultuuraanbod. 3. Nog maar occasioneel locatiewerking van het cultuurcentrum in de deelgemeenten (Supervlieg, matinees in De Vlasbloem ). 4. Er is wel cijfermateriaal beschikbaar over aantallen bezoekers, ontleners, deelnemers, leerlingen enz., maar weinig verfijnd naar soorten publiek (bv. welke overlappingen, doorstromingen, witte vlekken enz?) 5. (nog) Onvoldoende informatie- en expertise-uitwisseling tussen eerstelijnswerkers op buurt- en dorpsniveau. 6. Stadsmonitor: De lage (en tussen 2008 en 2011 nog verder gedaalde) fierheid over de eigen stad wijst op een minder positieve kijk op de identiteit en uitstraling van onze stad, waardoor het voor (sommige) inwoners blijkbaar moeilijk is om zich verbonden te voelen met ook hun stad. 7. Huidige buurtwerking (sociale sector) is te weinig gebiedsdekkend. Vanuit het OCMW werd/wordt het gebiedsgericht werken zelfs afgebouwd? 8. De stedelijke buurtwerking werkt soms nog wat te geïsoleerd van bv. de culturele diensten en instellingen. (en omgekeerd?) 9. Op het niveau van de kernstad onvoldoende stedelijke gemeenschapsinfrastructuur waar verenigingen en wijkorganisaties flexibel aan de slag kunnen, ook met feesten, eten en drinken. 10. Heel veel particuliere infrastructuur heeft een (vrij) gesloten karakter en is in de feiten alleen nog te gebruiken voor ons-kent-ons. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

201 11. Nog wat te weinig aandacht in het lokale beleid voor immaterieel erfgoed (gewoontes, gebruiken, praktijken, feesten, dialecten, tradities, verhalen, liedjes, rituelen, recepten, ambachten, technieken, verdwijnende podiumkunsten, sporten en spelen...). 12. Het sociaal-cultureel werk (ook jeugd) in de kernstad is nog weinig territoriaal verankerd (in contrast met de situatie in de deelgemeenten). Nieuwe buurt- en straatcomités nemen soms gedeeltelijk die functie over. b. Kansen Gemeenschapsvorming en participatie 1. Functionarissen en medewerkers participatie, gemeenschapsvorming, buurtwerking e.a. meer integreren en organisatorisch inbedden en verbinden in teamverbanden met de kernspelers (leidinggevenden en programmatoren) uit de cultuursector. 2. Naar een meer polyvalente invulling van de stedelijke gemeenschaps -infrastructuur in de deelgemeenten: de Cultuursite en t Verschil in Nieuwkerken, De Klavers en De Kouter in Belsele, het nieuwe Troelant en Dorpshuis Sinaai ) 3. Een dicht scholennetwerk met een bijna 100% maatschappelijke participatie (kinderen, jongeren èn volwassenen in hun rol van (groot-)ouders). In totaal bijna schoolgaande kinderen en jongeren. 40% van de secundaire leerlingen woont ook in onze stad. 4. Meer gemeentelijke autonomie zou moeten leiden tot een verdere integratie en interne afstemming van de gemeentelijk acties/actoren cultuur, welzijn, jeugd, flankerend onderwijs, kunstonderwijs 5. De stedelijk onderwijsdienst speelt een steeds belangrijker rol in het lokale onderwijsveld waar dagaan-dag gemeenschap wordt gevormd en ingezet wordt op maatschappelijke participatie van iedereen. 6. Projectwerkingen laten vertrekken vanuit gekende Plekken (school, buurtlokaal, het eigen dorp of zelfs maar de eigen straat) spreekt bepaalde mensen meer aan, omdat ze dan alvast met de locatie vertrouwd zijn. 7. Het toenemend belang van de e-cultuur kan leiden tot publieksverbreding (weliswaar mits de nodige flankerende maatregelen, bv. via het onderwijs!) 8. Premies voor wijkwerking kunnen financiële drempels wegnemen, maar volstaan eigenlijk niet als instrument op zich. Ze worden louter administratief afgehandeld op de dienst cultuur. Geen ruimte daar om actief te begeleiden of zelf te initiëren op plaatsen waar het misschien nog zinvoller zou zijn dan in (sterkere) buurten waar het spontaan opduikt. d. Bedreigingen Gemeenschapsvorming en participatie 1. Veroudering in het bestuur, ledenbestand en publiek van heel wat (socio-culturele) verenigingen, maar ook in de publiekssamenstelling van heel wat stedelijk aanbod. 2. Begrippen als doelgroepen krijgen meer en meer negatieve bijklank en dreigen soms eerder drempelverhogend te werken of te leiden tot excuusprojecten (met het bijhorend allochtonen - tellen). Integratie -denken is/lijkt soms wat voorbijgestreefd. 3. Teveel werken vanuit het idee dat er verschillende gemeenschappen of doelgroepen moeten samengebracht worden, versterkt wellicht de verschillen en de bijhorende vooroordelen. Beter is het wellicht te werken vanuit projecten die de ambitie hebben heel de buurt te betrekken. 4. Er is historisch een kloof gegroeid tussen enerzijds de inspraakorganisatie en de dienstverlenende aspecten van het cultuurbeleid (vnl. op het stadhuis) en anderzijds de aanbodontwikkeling (grotendeels buiten het stadhuis). 100 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

202 5. Heel wat gemeenschapsinfrastructuur (stad en privaat) is verouderd. 6. Onzekere financiële toestanden en druk op heel wat diensten en instellingen zou kunnen doen doorslaan naar te veel freelancing personeel, privatiseringen of reële afbouw (bv. de uitleen van feestmateriaal). E. SWOT-analyse Intergemeentelijke samenwerking a. Sterktes Intergemeentelijke samenwerking 1. Als soms zelf benoemde hoofdstad van het land van Waas zitten we in een centrale en vaak leidinggevende of voortrekkerspositie om intergemeentelijke initiatieven te nemen. 2. Er is een sterk verhaal op het vlak van bovenlokaal management en aansturing rond de academies (met zelfs filialen tot op deelgemeenteniveau voor SASK) 3. Een mooi palmares voor Interwaas, ADW, WACCO, Erfgoedcel, Bibliowaas Heel wat realisaties zijn er alleen gekomen bij gratie van de intergemeentelijke samenwerking of structuren. 4. Sint-Niklaas is als centrumstad op zich ook al van bovenlokaal belang en heeft interactie met diverse gebruikers- en publieksgroepen uit de bredere regio: pendels van werknemers, leraars, zorgverleners en vooral heel veel scholieren (elk met hun eigen verhaal uit de vaak nabije woonplaats). 5. Regio-denken en bovenlokaal samenwerken is sterk historisch verankerd en leidde quasi altijd tot een grotere dynamiek en een netwerking met duurzame effecten. 6. Geeft extra ontmoetingskansen voor veldwerkers en vaak ook voor de betrokken beleidsmensen. 7. Het Inter-wase heeft een belangrijke laboratoriumfunctie voor wat op gemeentelijk vlak soms niet van de grond komt. Vaak is er ook wel enig opportunisme omdat er via die weg soms extra middelen gegenereerd kunnen worden (provinciaal, Vlaams, privaat, haven / Linkeroever ) 8. Het inwonerstotaal (+/ ) van het grondgebied van het Land van Waas (Beveren, Kruibeke, Lokeren, Sint-Gillis, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster) is ideaal. Moerbeke-Waas en Zwijndrecht zitten vaak op de wip, ook Waasmunster is er soms niet bij wegens behorende tot het arrondissement Dendermonde. b. Zwaktes Intergemeentelijke samenwerking 1. In de culturele sector zijn er misschien iets teveel structuren om een goede of permanente betrokkenheid van de beleidsmensen te garanderen. Het is ook soms onmogelijk wegens cumulbeperkingen. 2. Met grote, soms zelfs rijkere buren als Beveren, Lokeren en Temse is het soms moeilijk centrumstad zijn. (in vergelijking met bv. Mechelen, Kortrijk, Turnhout ). 3. Er zijn misschien iets teveel ad hoc en thematische overlegstructuren waar de lokale politiek en administratie onmogelijk nog goed kan volgen (cfr. Intergemeentelijke project Land van Reynaert, Mercator2012 ) 4. Het eeuwige dilemma wat/wanneer doen we iets Waas, wat/wanneer Klaas? 5. Er is nauwelijks ambtelijke afstemming of overleg tussen de regionale culturele organisaties ADW - Erfgoedcel - BiblioWaas - WACCO - Toerisme Waasland -. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

203 6. Indien de provincies zich zouden versterken dreigt misschien een verdere verrommeling over 4 i.p.v. 3 niveaus (Federaal, Vlaams, Provinciaal/regionaal en lokaal/intergemeentelijk). 7. Door onze Wase inzet hebben we hier historisch geen eigen Sint-Niklase kunstkring, geen eigen heemkundige kring Sint-Niklaas. Maar heel veel waas, waas en waas. Misschien wel ten nadele van onze eigen fierheid en profilering? 8. De win zit vaak in het voordeel van de buurgemeenten. Meer autonomie en een op zichzelf plooien komt wellicht vooral alleen Sint-Niklaas als centrumstad ten goede? 9. Politiek is er soms weinig draagvlak voor de overdracht van macht aan bovenlokale instellingen of niveaus. c. Kansen Intergemeentelijke samenwerking 1. Sint-Niklaas biedt leerplichtonderwijs aan net geen schoolgaande kinderen/jongeren. 60% van de leerlingen in het secundair onderwijs woont buiten onze stad en leert dus op zeer jonge leeftijd de Wase hoofdstad kennen en er hopelijk ook van houden en er vriend(inn)en maken. 2. Binnen het decreet lokaal cultuurbeleid zijn er meer middelen beschikbaar voor afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie dan we op heden binnenhalen via WACCO, dat zich nu beperkt tot de gemeenten die een erkend CC/GC hebben: Sint-Niklaas, Lokeren, Beveren en Waasmunster + Hamme en Zwijndrecht. (Max. toelage = euro) 3. Mogelijks extra middelen en opdrachten als centrumstad in het kader van het Vlaamse en Federaal stedenfonds? Stadsgewest Sint-Niklaas-Waas? 4. Er is een heel tastbare meerwaarde via het Streekgericht Bibliotheekbeleid met het Provinciaal BibliotheekSysteem: 5. Kerntakendebat provincies biedt misschien extra mogelijkheden voor de verdere uitbouw van erfgoeddepots, archieven, sport-, jeugd- en recreatieterreinen, natuurgebieden, CC, Bib, SteM? 6. Intercommunaal geeft per definitie een groter potentieel publiek, dat toch steeds mobieler wordt. 7. Gewaardeerde instrumenten: (MovE, het Provinciaal digitale collectieregistratiesysteem en (Erfgoedbank van de Wase Erfgoedcel). d. Bedreigingen Intergemeentelijke samenwerking 1. Onze Wase reflex gaat vaak ten nadele van het eigen profiel en fierheid als centrumstad. In Wase publicaties (bv. Accenten, Erfgoedcel, BiblioWaas ) kunnen we meestal maar een deel van ons aanbod tonen, aangezien de beschikbare pagina s soms verdeeld worden op gelijk basis en niet altijd in evenredigheid tot het aanbod. 2. Wissels in het gemeentelijk personeel en in de politiek kunnen voor het intergemeentelijke samenwerken bepalend zijn, zowel in de positieve als in de negatieve richting. 3. Een verdere evolutie richting meer gemeentelijke autonomie en dus meer intern overleg binnen de eigen gemeenten, kan ook effectief een bedreiging zijn voor bestaande intergemeentelijk structuren (minder tijd voor overleg buiten de eigen gemeente). 4. Onzekere rol van de provincies. Wat met de intenties Groenboek?. Hebben de Provincies voldoende personeel / draagkracht indien ze toch nog een substantiële rol moeten/mogen spelen in de culturele sector? F. SWOT-analyse Cultuurcommunicatie 102 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

204 a. Sterktes Cultuurcommunicatie 1. Met UiTinSint-Niklaas bestaat er een degelijk lokaal visueel, vrij volledig, breed verspreid en aanvaard kanaal voor al het vrijetijdsaanbod van verenigingen en instellingen. 2. Er bestaan op dit ogenblik een aantal sterke communicatiemerken binnen de culturele instellingen (vnl. Bib, CC ). 3. CC heeft een zeer eigen promotionele, professionele en herkenbare aanpak naar diverse publieken, met optimaal gelinkte informatie over haar activiteiten. CC biedt een totale en goed gerichte communicatiemix, wervend èn duidend met heel wat aantrekkelijke dragers. 4. De UiTrekken verspreiden overzichtsfolders en brochures met stedelijke en culturele informatie op meer dan 20 centrale plaatsen in de stad. 5. De stad biedt de mogelijkheid om voor grote culturele campagnes in het bevlaggingsplan te stappen, met rijen vlaggenmasten op diverse centrale plaatsen in de stad. 6. CC/Acc enten is een gerespecteerd achtergrond- en duidingsmagazine voor al wie in het Waasland het professioneel culturele aanbod optimaal wil consumeren. Wordt ook wel wat benijd. 7. Er is een stabiel en breed verspreidingssysteem voor affiches in de stedelijke gebouwen en op openbare aanplakplaatsen. 8. Er is een systematisch verhoogde inzet op kwalitatief drukwerk rond toeristische promotie, stadspromotie, activiteitenaanbod, promo evenementen (weliswaar vooral gericht op de eigen bewoners en slechts occasioneel op de regio of landelijk). 9. Bib, SteM en Academies voeren zware communicatieve inhaaloperaties ten aanzien van het CC. 10. Het facebookprofiel van het CC werd omgevormd tot een fanpagina en telt momenteel (april 2012) meer dan fans. De Bib zit aan een 750-tal fans. Dienst evenementen: fans. Stad Sint-Niklaas: tal. Jeugddienst: 485. SAMWD:. 11. De stad biedt voor grote evenementen de mogelijkheid om schuifborden aan te leveren die op alle invalswegen van de stad staan. 12. Communicatie rond evenementen blijft nog zeer wisselend van kwaliteit en impact. Mooie campagnes voor o.a. de Sint, Vredefeesten, Sterfeesten, Na-tourcriterium, kermissen 13. De Bib biedt het meest volledige aanbod van flyers en ander gedrukt materiaal. De digitale ontsluiting en spreiding is nog de verantwoordelijkheid van de (cultuur)communicatie stadhuis. b. Zwaktes Cultuurcommunicatie 1. Geen duidelijk herkenbaar eerste onthaalpunt (IN-winkel) voor occasionele bezoekers of toeristen, die soms verloren lopen aan het station, op de markt, in het stadhuis. De dienst(en) toerisme zijn nauwelijks zichtbaar, weggestopt en soms letterlijk afgeschermd achter terrasstoelen. 2. Zwijgershoeksite: wat is daar CC, wat behoort tot de musea? Voor een buitenstaander moet de communicatie en informatie eenduidig zijn en speelt het geen rol welke interne structuren daar achter steken. Momenteel is er daar veel onduidelijkheid over. Idem voor bv. de Salons voor Schone Kunsten. 3. Er zit ook nog te weinig coherentie tussen de cultuurcommunicatie(s), stadspromotie (stad en vzw Centrummanagement) en de toeristische promo. Voor een bezoeker van de stad mag het niet uitmaken wie wat doet of organiseert: de toeleiding kan best wat duidelijker en meer eenvormig zijn. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

205 4. Communicatiebeleid blijft vaak steken op het operationele (deadlines, producten ), nog te weinig ruimte voor meer strategisch werken. Ook noodgedwongen nog veel ad hoc en last-minute-werk. 5. Het gemis aan een stedelijk communicatieplan maakt dat er ook geen werkbare kapstok is voor bv. cultuurcommunicatie als integraal onderdeel van een groter stadsverhaal. 6. Weinig eenduidigheid in de naamgeving van de instellingen. Wat onder de noemer de Bib zit is een mooi voorbeeld van duidelijke naamzetting. CC en SteM zijn daarin wat minder duidelijk. 7. (te) Veel fysiek èn telefonisch te bemannen balies (SSB, Bib, Toerisme, SteM, Mercatormuseum, Salons, Vrije Ateliers, 2 Academies, diverse loketten stadhuis ), die al bij al beperkt bereikbaar zijn na de kantooruren, in het weekend of tijdens vakanties èn nauwelijks op de hoogte zijn van of toegang hebben tot de info van de collega s. 8. Er is een verschraling in de lokale / regionale media. 9. Onze instellingen en hun subafdelingen zijn niet allemaal op eenzelfde manier met communicatie en promotie bezig. Hierdoor springt de ene instelling/afdeling er meer uit dan de ander, elk op hun eigen manier, met hun eigen accenten Disparaat en dus slechte herkenbaarheid. 10. Nog weinig digitale afstemming van de balie- en reservatiesystemen (voor aankoop van inkomkaarten, huur van lokalen en stadsmateriaal, inschrijvingen cursussen of lessen enz ) 11. Affichebedeling: de indoor prikborden zijn niet overal even groot en het ophangen is sterk afhankelijk van de goedwil van de collega s die bv. ook affiches van bevriende organisaties van elders willen hangen (wederkerig belang). Veel frustratie, nodeloze kosten en dito klachten bij organisatoren die hun afgegeven affiches niet of weinig zien hangen. 12. Misschien wel te veel verspreide en vaak onvolledige informatieplekken: flyers en affiches aan diverse loketten op het stadhuis, op de dienst toerisme, aan de balies Salons/SteM/Mercatormuseum, in de Stadsschouwburg, aan de secretariaten academies, Bib en filialen Overal wat, maar nergens echt alles. (Het meest volledige aanbod ligt alvast in de Bib). 13. Weinig budgetten voor bv. advertenties, promospots 14. De communicatie CC (maar ook Bib en SteM) is in hoofdzaak gericht op de eigen programmatie, het aanbod van derden of uit de belendende sectoren komt er vaak niet in. 15. Nog te weinig overleg en uitwisseling van knowhow èn databestanden. Ieder acteert een beetje op zijn/haar eilandje. c. Kansen Cultuurcommunicatie 1. Meer samenwerking met private partners (De Casino, Siniscoop ). Met gedeelde middelen, naar verhoogde zichtbaarheid? 2. Er zijn diverse communicatiemedewerkers verspreid actief binnen de stedelijke instellingen, elk met hun rijke know-how. Meer afstemming is mogelijk.. 3. Verdere uitbouw UiT-rekken o.a. ook in hotels en verblijfscentra? 4. Bib (en bibpunten/-filialen) zou nog meer ook de functie van info- en kenniscentrum kunnen vervullen (incl. toeristische info? Reservatiemogelijkheden? Concept IN- en UITwinkel? )? 5. Cultuurcommunicatie is een sleutelfunctie wanneer we op zoeken zouden moeten gaan naar nieuwe businessmodellen of nieuwe vormen van fondswerving. 104 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

206 6. De website UiTinSint-Niklaas die op stapel staat kan de identiteit van het vrijetijdsgebeuren in Sint- Niklaas en dus de specifieke communicatie van elk evenement of activiteit versterken. Een UiT-app voor smartphones en tablets, en nog meer inzetten op nieuwe mediatoepassingen zijn de noodzakelijke aanvullingen hierop. 7. De stad gaat investeren in grote LED-schermen op centrale plaatsen zoals rond de Grote Markt en later eventueel in de stationsbuurt etc. De schermen kunnen ook worden aangewend voor cultuur. 8. Wat met de digitale schermen zoals bv. in de Bib en CC? Kunnen die nuttiger worden aangewend in de promotie van de stad en haar instellingen? Kunnen deze onderling in een centraal gestuurd netwerk worden opgenomen en uitbreiding vinden in bv. SteM, Vrije Ateliers, de academies,? 9. Er zijn alvast ideeën en goede voorbeelden van ticketshops / centrale infopunten (fysiek of alleen digitaal?) die ook na de werkuren open zijn (model UiT-winkels). 10. Mogelijkheden op het vlak van regionale samenwerking rond communicatie. d. Bedreigingen Cultuurcommunicatie 1. Cultuur die steeds meer opgaat in een algemeen beleid kan ook verdampen. Er dreigt mogelijks verlies van eigenheid, profiel en slagkracht door een globalisering van de communicatie, tenzij het algemene communicatiebeleid zware sprongen vooruit maakt. 2. Overkill en ongeleide inzet van allerlei communicatie, drukwerk, digitale mailings, nieuwe media, 3. Financiële beperkingen en besparingen op personeel en werkingsmiddelen? 4. Toegenomen werklast m.b.t. de distributie Van flyers. Alles staat of valt met de verdere inzetbaarheid van de gemeenschapswachten. 5. De bestaande dienstverlening omtrent affiches komt onder druk vermits er niet meer dezelfde kwaliteitsgarantie kan worden geboden als in de opstartperiode. De productie van drukwerk allerlei werd steeds goedkoper waardoor er een overaanbod aan vnl. affiches is ontstaan. G. SWOT-analyse Erfgoed a. Sterktes Erfgoed 1. Goed draagvlak en publieksbereik voor lokale erfgoedinitiatieven tot op deelgemeenteniveau: (Plaatselijke tentoonstellingen, Nacht van de Geschiedenis, Open Monumentendag, Erfgoeddag ) 2. Het Stadsarchief is door zijn integratie in de Bib quasi permanent mee bereikbaar tijdens de Biburen. De medewerkers staan er zeer open voor klanten die opzoekingen willen doen en partners die samenwerking zoeken. Het heeft een grote knowhow opgebouwd op archieftechnisch en lokaal historisch vlak en op vlak van projectwerking. 3. De Erfgoedcel (Interwaas) en ADW zijn stevig gestructureerde bovenlokale erfgoedkaders, met vrij veel middelen en professioneel personeel. 4. Mooie en goed gerestaureerde historische gebouwen: Cipierage/Prochiehuis, kasteel Walburg, Sint- Nicolaaskerk, OLV-kerk, Kristus Koningkerk, Dekenij, Castrohof, Kiosk stadspark, De Casino, Salons voor Schone kunsten, Paddeschoothof, site broeders Hiëronymieten, site zusters Jozefienen, site Sint- Lucia, Fondatie van Boudelo, ArtDecostraten, 5. Originele publieksactiviteiten zoals De Nacht van het Museum lokken een breed publiek. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

207 6. Belangrijke iconen (immaterieel erfgoed): Sinterklaas, Reynaert, Mercator, Ballonfeesten èn De Grootste Markt 7. Vernieuwd SteM geeft extra mogelijkheden naar expo, bewaring en ontsluiting. 8. Gespecialiseerde organisaties van bovenlokaal belang met grote expertise: KOKW, Bibliotheca Wasiana, Reynaertgenootschap, Sint-Nicolaasgenootschap, Graphia. 9. Sint-Niklaas kent enkele waardevolle collecties (archeologische vondsten, schilderijen, beelden, historische voorwerpen, relikwieën, eeuwenoude manuscripten, oude gebruiksvoorwerpen, foto's, documenten, breimachines ), met (slechts) enkele echte topstukken: Mercatorglobes en atlassen, kerkschat Sint-Nicolaas 10. Een unieke ex-libriscollectie van internationaal belang. 11. SteM wordt ook steeds meer en levendige plek voor debat, gesprek (bv. OpDonder4 ), muziek en theater. Een museum met een eigen theater onder dak is vrij uniek. 12. In 2011 bezochten cultuurliefhebbers de Stedelijke Musea: een stijging van 3,34% tegenover het bezoekersaantal 2010 (21.912), mede dankzij de Opendeurdag (20/02) in het Huis Janssens (KOKW) met een traject door de Mercatorcollectie (goed voor extra bezoekers op 1 dag). 13. Het SteM zelf blijft een goede vaste waarde met bezoekers per jaar (2011). b. Zwaktes Erfgoed 1. Weinig aantrekkelijke buitenruimtes rondom onze twee erfgoedsites: - Zwijgershoek nog teveel achterkanten, een sobere parking en onbestemd parkje; - Heymanplein als het laatste van de 4 centrumpleinen een parking zonder meer. 2. Minder gunstige bewaar- en werkomstandigheden voor het stadsarchief in de huidige Bib en verspreide ligging van de depots, bureaus en het atelier van het stadsarchief. 3. Laag publieksbereik op de diverse museumsites (Salons, Mercator, Tinel, Nieuwkerken, Pijp- en tabak en ook SteM?). Misschien iets te veel Mausoleum en te weinig erfgoedforum? 4. Tweede en vooral derde verdieping Salons voor Schone Kunsten zijn zwaar onderkomen, onderbenut en toe aan renovatie (incl. het voorzien van een lift). 4. Zware schenkingsvoorwaarden (schilderijcollecties) blokkeren een dynamisch expositiebeleid. 5. Onze vaste collecties zijn uitzonderlijk gratis toegankelijk voor de eigen inwoners. Zij zijn nochtans mede-eigenaar èn potentiële ambassadeurs ons openbaar erfgoed. 6. Vrij beperkt publieksbereik voor de eigen museale collecties en erfgoedactiviteiten. 7. Weinig echte topstukken (van Vlaams, laat staan internationaal niveau) in onze musea: SteM, Salons, Huis Janssens, heemkundige museum Nieuwkerken, Pijp- en tabakmuseum, Tinelmuseum ) 7. Nog geen echt formele collectieafspraken rond documentair erfgoed, Wase kunst, historische objecten Ontzamel waar nodig, en verwerf alleen wat anderen laten liggen. 8. Stedelijke Musea: relatief veel personeelinzet nodig naar bewaking, loketpermanentie, suppoosten (misschien ten nadele van meer projectmatige erfgoedwerking?) 9. SteM: nog te beperkte aandacht voor: 106 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

208 - immaterieel erfgoed (gewoontes, gebruiken, praktijken, feesten, dialecten, tradities, verhalen, liedjes, rituelen, recepten, ambachten, technieken, verdwijnende podiumkunsten, volkskunde, sporten en spelen...); - recent (na-oorlogse) erfgoed (met nog levende getuigen); - interculturaliteit (immigratie als insteek). 10. Erfgoed is een sector die moeilijk rechtstreeks inkomsten genereert uit ticketting, inkomgelden of verkoop. (Sponsoring en mecenaat daarentegen gaan beter). 11. Geen structureel georganiseerde inspraak of medebeheer vanuit het middenveld rond SteM, evenmin rond de culturele werking vanuit het stadsarchief. b. Kansen Erfgoed 1. Vooral verder inzetten in SteM op grotere tentoonstellingen of projecten. Minder maar beter. en best geen initiatieven SteM en CC meer compleet los van elkaar ontwikkeld. 2. Er is nog meer structurele samenwerking mogelijk tussen toerisme en SteM (rond promo, inzet gidsen, onthaal toeristen/bezoekers): formules met gemengd bezoek aan museale en andere interessante sites (bv. Sint-Nicolaaskerkschat, muurschilderingen OLV-Kerk, stadhuis, Grootste Markt, Beelden in de Stad, Sint-Lucia, Broederschool, Art Deco-straten, begraafplaats Tereken, winkel Daniël Ost, stadsparken en tuinen ) + evt. in de marge van evenementen (Vredefeesten, grotere themamarkten, kermisperides, Sintdagen ) 3. Stijgende interesse in onderwijsmiddens voor het erfgoedaanbod. 4. Er is relatief veel verborgen erfgoed in privaat bezit (schoolsites, kloosterordes, psychiatrische domeinen, kerken, particulieren, verenigingen ) waar wel projectwerking mee mogelijk is. 5. Nieuwe digitaliseringmogelijkheden maken een bredere ontsluiting mogelijk, en dus potentieel nieuw publiek: UNESCO-conventie kan relevant zijn voor bv. onze Sinterklaasgebruiken, reuzen en het immaterieel erfgoedbeleid algemeen. 7. Via (moderne) Erfgoedprojecten zijn er linken te maken met andere culturen (vnl. rond het volksculturele erfgoed, het leven van alledag hier en daar / nu en toen ) 8. Een sector die recent goed gehyped werd (mede door de Erfgoedcellen) en opnieuw een groeiend potentieel aan vrijwilligers aantrekt (jonge mensen èn jonggepensioneerden, die zinvolle tijdsbesteding zoeken). 9. Mogelijke neven- of herbestemmingen of bredere bestemming van leegstaande kerken en kapellen voor bv. depot, exposities, projectwerking 10. Vaak kortstondige engagementen gezocht, bv. in het helpen digitaliseren, inventariseren en/of beschrijven van oude foto s. 11. Goede voorbeelden voor een creatieve omgang met het hip Retro -erfgoed (Huis van Alijn, Guislainmuseum, De Sixties Bokrijk ) 12.De effectieve bewaring en ook digitalisering kan in bepaalde gevallen misschien beter op een gecentraliseerde locatie waar er meer optimale bewaaromstandigheden zijn. d. Bedreigingen Erfgoed 1. Museaal beleid is wellicht toe aan heroriëntering (teveel balies, te weinig publiek?) Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

209 2. De huidige (Schone Kunsten- ) bestemming van de Salons komt steeds zwaarder onder druk (o.a. wegens zeer beperkt publieksbereik). 3. Slechte lokale bewaaromstandigheden in Bib/stadsarchief en in het Huis Janssens zijn stilaan nefast voor delen van de collecties (papier, foto s, cartografie, textiel ). 4. Veroudering van besturen en publiek in de erfgoedsector. 5. De tand des tijd (vnl. groot risico voor textiel, papieren documenten, foto s, films ). 6. Overvolle depots en niet geïnventariseerde collecties werken ontmoedigend zelfs voor wetenschappelijke vorsers 7. Oplopend energiekosten in heel wat waardevolle, maar niet duurzame stedelijke gebouwen. H. SWOT-analyse Literatuur a. Sterktes Literatuur 1. Grote stadsbibliotheek met een stevig netwerk van filialen/bibpunten en een centrale positie in het overleg van de Wase collega-bibliotheken (BiblioWaas) 2. Diverse prestigieuze podia waar ook poëzie en literatuur zijn plaats krijgt: Stadsschouwburg, Foyer, Bib, De casino, kasteel Walburg, Salons 3. Stevige CC/traditie (Poëzieplan) rond woord en poëzie: op zondagmorgen, Archipel, P. Snoekprijs (= ondertussen ook een landelijke referentie). 4. Goed uitgebouwde Bibcollectie (met magazijnmogelijkheden) en een stijgend aanbod (uitbreidings- ) activiteiten rond leesbevordering. 5. Stevige CC/jeugdprogrammatie met het beste uit het Vlaamse jeugd- en kindertheater 6. Actieve sociaal-culturele verenigingen (Davidsfonds, CC Boontje, Curieus, Masereelfonds) met een sterk eigen publieksbereik en literair aanbod. 7. Unieke afdelingen Toneel, Voordracht en Welsprekendheid (repertoirestudie, literaire creatie, drama ) in de Academie (met een 9-tal vakleraars). 8. Grote publiekswaardering voor de literatuurspreiding van de Bib: uitleen, maar ook workshops, rondleidingen e.a. 9. Uniek en origineel Bib-initiatief: Kinderstadsdichter 10. Gespecialiseerde organisaties: Bibliotheca Wasianea, Reynaertgenootschap en Graphia. 11. Opvallend stijgende groep actieve leners in de Bib Sint-Niklaas: van (in 2010) naar (in 2011) = een stijging van 8,6% (77,5% van de leners woonde in Sint-Niklaas; in 2010 was dit nog 80,2%, zodat de centrumfunctie iets sterker uit de verf komt.) 12. Unieke boekencollecties in de stad (KOKW en Bib - Bibliotheca Wasiana - Stadsarchief) 13. Unieke ex-libriscollectie (van internationaal belang), weliswaar nog weinig (digitaal) ontsloten. 14. Groeiende expertise en projectwerking vanuit Bib: rond Tom Lanoye, Karel Heirbaut, Paul Snoek, Reynaert 108 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

210 b. Zwaktes Literatuur 1. Nog weinig expliciet stedelijk of regionaal letterenbeleid. 2. Beperkt instapcircuit voor woordkunstenaar of literair aanstormend talent (zoals bv. wel voor jonge muzikanten/acteurs in cafés, jeugdhuizen, toneelverenigingen) 3. Weinig debatcultuur of aanbod in de stad. 4. Mooie literaire projecten blijven vrij lokaal/regionaal hangen (in vergelijking met bv. Boon Aalst; Lanoye / Elsschot Antwerpen) 5. Beperkte werkingmiddelen Bib en (nog) geen verzelfstandiging (cfr. ACCSI voor CC). 6. Literatuur is nauwelijks verankerd in de bestaande adviesstructuren (geen verenigingen). c. Kansen Literatuur 1. Nieuwbouw of verbouwing Bib 2. Nieuwe rol / uitdaging voor de Bib: het helpen structuur aanbrengen in de enorme hoeveelheid (ook digitale!) informatie en het assisteren bij het vinden van het juiste boek / artikel. 3.Het publieke domein: gedichten / proza op muren en pleinen (Cfr. Project Elisabethwijk). 4. Aanwezigheid van een literaire boekenwinkel t Oneindig Verhaal, naast de ketenhandel Standaard 5. KAHO (lerarenopleiding) als belangrijke partner (cfr. Sprakeloos in de Buurt, Paul Snoek-project ). 6. Initiatieven zoals Kunstbende, Supervlieg geven ook een podium en kader voor letteren. 7. De Bib als verzorger van de bibliotheek- en mediatheekfunctie voor derden (bv. scholen) 8. Landelijke themadagen en weken: Jeugdboekenweek, Week van de Bibliotheek, Dag van de poëzie, Gedichtendag, Digitale week, Erfgoeddag, Dag van het Deeltijds Kunstonderwijs, Seniorenweek..) 9. Bib als marktcorrigerende aanbieder van werken en boeken die niet of kort in de handel liggen of werken die erfgoed zijn geworden. 10. Nieuwe mogelijkheden met publicaties in eigen beheer betekent minder afhankelijkheid van de uitgeverswereld. 11. Interesse in onderwijsmiddens en in het welzijnswerk (basiseducatie?) voor literair activiteitenaanbod en voor samenwerking rond literatuur en leesbevordering. Partnerschap met VormingPlus? 12. Ambities van de Vlaamse overheid m.b.t. basisleescapaciteit (naar model basismobiliteit). d. Bedreigingen Literatuur 1. Moeilijkheden in het boekenbedrijf (inkomsten boekhandelaars, schrijvers, uitgevers ) 2. Ontlezing, althans wat de gedrukte literatuur betreft. 30% van de Vlamingen heeft het afgelopen jaar geen enkel boek gelezen (zelfs geen kook-, reis- of tuinboek); 40% geen enkel boek gekocht en 60% geen enkel boek ontleend (in de Bib). Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

211 3. De bib op een mogelijks existentieel keerpunt: wat moet (op termijn) nog fysiek aanwezig blijven?; wat kan virtueel (digitaal) via netwerken beschikbaar worden gesteld?; in hoeverre kan de bibliotheek inspelen op een groeiende vraag van gebruikers om informatie van thuis of kantoor te kunnen oproepen? 4. Toestanden met SABAM en andere auteursrechtenorganisaties en regelingen (Reprobel, SEMU ) 5. Aandacht voor lezen blijft vrij marginaal in de populaire media en in het onderwijs 6. Zeer bescheiden stedelijke werkingsmiddelen. 7. Nauwelijks (landelijke) media-aandacht voor cultuur buiten Antwerpen - Gent - Brussel. 8. Onzekerheid omtrent de toekomstige Vlaamse middelen (Hoe lang geoormerkt voor bibliotheekwerk?). 9. Nieuwe opdrachten kunnen de traditionele Bibwerking - collectievorming - financieel en infrastructureel mee onder druk zetten. De bibliotheek als levendige en bruisende ontmoetingsplaats kan ook de bib als stiltegebied bedreigen. I. SWOT-analyse Creatie en experimenteel kunstenbeleid a. Sterktes Creatie en experimenteel kunstenbeleid 1. Academies met hun 40 productieplekken (filialen) en heel wat sterke toonmomenten (optredens, tentoonstellingen, shows ) voor ruim actieve leerling-kunstenaars en meer dan 200 leerkrachten/meesters. SASK is Dè grootste academie beeldende kunst (deeltijds kunstonderwijs) in Vlaanderen. SAMWD zit bij de grootste. 2. Initiatieven zoals De Kunstbende zijn een kweekvijver voor aanstormend talent (performance, film, beeldend, foto, txt, muziek, dans, mode, DJ ) en zorgen door hun methodiek voor een groot draagvlak. 3. Coup de Ville (W.A.R.P.) was zeer inspirerend voor ook lokaal jonge talent. 4. CC/Vrije Ateliers met zeer flexibel cursussysteem en kans ook op levenslang leren 5. Supervlieg brengt kunsten NAAR een breed publiek en laat waar het passeert een heel goed gevoel achter bij de deelnemers èn partnerorganisaties (en de zin naar meer ). 6. Stevige Pop- en rockinitiatieven (Lawijtstrijd, JH-circuits, muziek op café, Villa Pace -muziek, Kroegentocht, diverse evenementen ) doen een permanent appel naar nieuw muzikaal talent. 7. Initiatieven zoals de Kinderstadsdichter en De Nacht van de Boze Dichters doen ook een appel aan jonge literair aanstormend talent. 8. Cultuurcentrum (vnl. Stadsschouwburg / Museumtheater / De Klavers) biedt enkele technisch goed uitgeruste podia voor de presentatie in de beste omstandigheden van de nieuwste podiumproducties (ook uit eigen stad/regio). 9. Kultour geeft ruimte aan (jonge) kunstenaars met diverse culturele achtergronden en zet in op de integratie van kunst en natuur in de stedelijke omgeving. 10. CC/Functionarissen kunnen autonoom beslissen welke lokale producties / kunstenaars(-groepen) ze plaatsen of ondersteunen, ook op locatie. 110 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

212 11. Ruime adresbestanden, inzetbare netwerken, contactgegevens en persoonlijke relaties zijn aanwezig bij de stedelijke diensten en functionarissen. 12. Met het project SINart bemiddelt het CC tussen jonge beeldende kunstenaars en bedrijven met het doel om kunst te exposeren in openbare en toegankelijke ruimtes. 13. Amateurkunsten is één van de opvallendste stijgers op het vlak van cultuurparticipatie 14. Sterke netwerkvorming ontwikkeld rond de kunstenorganisaties W.A.R.P., De Casino en t Ey b. Zwaktes Creatie en experimenteel kunstenbeleid 1. Weinig ruimtes voor werkplaatsfunctie. 2. Nog weinig inspirerende initiatieven (hedendaagse) beeldende kunst in openlucht. 3. Lokaal nog maar weinig inspirerende ontmoetingskansen met internationale producten / artiesten. Beperkt aanbod via bv. portfoliodagen W.A.R.P. 4. Nauwelijks vrije ruimte in de stedelijke tentoonstellingszalen (Zwijgershoek, Salons en Vierkante Zaal) voor projecten door derden (receptief). 5. Weinig ateliermogelijkheden voor individuele beeldende kunstenaars of collectieven. Het achterlaten van materiaal (gereedschap, instrumenten enz ) is moeilijk in polyvalent te verhuren lokalen. 6. Nauwelijks stedelijke of betaalbare private infrastructuur voor exposities van (tijdelijke groepen) individuele kunstenaars. Verhuur op basis van tarieven dagdelen geeft geen mogelijkheden voor projecten die enkele dagen/weken moeten lopen. 7. Geen lokale galerijen 8. Geen lokale festivalkaders of wedstrijden voor bv. klassieke muziek, beeldende kunst, poëzie % van de pop/rock-muzikanten (in Vlaanderen) blijft op zoek naar een geschikte werkplek 10. Gespreide - versnipperde - stedelijke cultuurplekken en -plekjes (Rolliergebouw, Vrije Ateliers, Museumtheater / Zwijgershoek, kasteel Walburg, zalen Bib, ) blokkeren heel wat mogelijks interessante trefkansen kunstmakers/-publiek/-spreiders. 11. Weinig nazorg of structurele kansen voor afgestudeerden (uitgeproduceerden ) van het kunstonderwijs. 12. Nauwelijks mogelijkheden voor (beeldende) kunstprojecten op de centrale Grote Markt wegens moeilijk liggende verplaatsbaarheid van de wekelijks donderdagsmarkt. c. Kansen Creatie en experimenteel kunstenbeleid 1. Het engagement van W.A.R.P. voor een triënnale Coup de Ville en de ambitie voor de uitbouw van een centrum voor actuele kunst (Jan Buytaertsite) in Sint-Niklaas. 2. Groeiperspectief voor De Casino (na verhoogde middelen kunstenbeleid), hopelijk met nog meer ruimte / tijd / middelen voor investeringen in festivalformules, concours, resident artiesten, workshops, repetities enz 3. Coproductiemogelijkheden (naar analogie met CC-Casino) met t Ey, De Vlasbloem, JH n Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

213 4. Via systeem stadsdagen (naar analogie met De Casino) of andere financiële ondersteuningsmaatregelen kan ook meer ruimte gecreëerd worden in private infrastructuur (incl. scholen!) 5. Tijdelijke tewerkstellingen (voor specifieke projectcoördinatie, curatorschap, regie.) kunnen belangrijk zijn, op voorwaarde dat de omkadering en inbedding in een bestaande structuur of organisatie goed voorbereid en verzorgd wordt (slecht voorbeeld: Mercator 2012). 6. Heel wat lokale verenigingen fungeren ook als leer- en oefenschool (Jeugdtheater Ondersteboven, Clapaja, Balletschool Stichting Klassieke Dans, jeugdtoneel Baudeloo, Gynaïka, In Dulci Jubilo, jeugdensembles De Kunstvrienden en Wasiana, diverse kinderkoren ) 7. (eerder gesloten) Verenigingslokalen (jeugdhuizen, De Vlasbloem, t Ey/De Kouter, Masereelhuis, Volkshuis, parochiezalen, kerken ) kunnen evolueren naar werkplaatsen, waar dus ook kunstcreatie een plek kan krijgen. 8. Samen met heel wat - mogelijks geïnteresseerde - lokale actoren (kunstkringen, toneelgezelschappen, harmonieën, orkesten, koren, JH n, sociaal-cultureel werk e.a.) kunnen actief activiteiten of projecten opgezet worden, met het oog op een verhoging van de kwaliteit van het aanbod en van publieksverbreding. 9. Zware druk vanuit de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten om de lokale overheid (minstens) te horen in de procedure die leidt tot het al dan niet toekennen van Vlaamse toelagen in het kader van het Kunstendecreet. 10. (mogelijk nieuwe) Federale regelgeving: tax shelter / belastingvrijstellingen verruimd van film naar de hele cultuursector. 11. Nieuwe plekken (ook voor experimenten): Bau-huis, (voorziene)troelant, De Klavers (met ondertussen betere gebruiksvoorwaarden). 12. Sociale tewerkstelling voor (extra) logistieke ondersteuning bij bv. locatieprojecten (geluidstechniek, decor- en podiumopbouw). d. Bedreigingen Creatie en experimenteel kunstenbeleid 1. (mogelijks) Onevenwicht tussen de budgetten voor (gratis) evenementen en het fijnere werk in en door de cultuurinstellingen en de verenigingen of private organisaties 2. (stijgende ) Inzet op vraaggericht aanbod kan leiden tot verregaande popularisering van het aanbod en uiteindelijk verdringing van de moeilijker producties. 3. Meer gemeentelijke autonomie kan leiden tot verminderde cultuurbudgetten, personeelsinzet of aandacht voor C ultuur en kunst 4. Onzekerheden (financieel) rond t Ey, Kompas als belangrijke lokale schakels in het opstapcircuit voor lokaal talent. 5. Nauwelijks nog nieuwe kansen om als jonge private organisatie personeel in dienst te nemen of te professionaliseren. (Vgl. de vroegere systemen Derde ArbeidsCircuit, GESCO s, gewetensbezwaarden enz die toen veel nieuwe mogelijkheden creëerden). 112 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

214 Bibliotheek A. Omgevingsanalyse De stadsbibliotheek (Bib) werd opgericht in Ze was achtereenvolgens o.a. gevestigd in het stadhuis (tot 1913) en in het Oud-Prochiehuis en Cipierage ( ) op de Grote Markt. In 1976 verhuisde ze naar de huidige, eveneens zeer centraal gelegen locatie op het Hendrik Heymanplein. In het gebouw werden naast de Bib ook het stadsarchief en de Bibliotheca Wasiana gehuisvest. Na de fusie van gemeenten in en de overname van de private bibliotheken ( ) beschikte de stedelijke openbare bibliotheek over nieuwe vestigingen. In de loop der jaren werden diverse filialen (Koopcentrum, Academiën, Stationswijk, Paddeschoot ) geopend en gesloten (Paddeschoot. Koopcentrum, Moerland). In 2010 werd het Bibpunt geopend en kreeg Nieuwkerken een nieuw Bibfiliaal. Naast de hoofdbibliotheek (HB) beschikt de Bib Sint-Niklaas momenteel over drie stadsfilialen (Clementwijk, Truweelstraat en Bibpunt Reynaert) en over drie filialen in de deelgemeenten (Belsele, Sinaai en Nieuwkerken). Deze filialenwerking wordt in de toekomst behouden (filiaal Truweel echter blijft open tot de nieuwbouw een feit is), elk filiaal met eigen accenten. De mogelijkheid tot het openen van nieuwe bibpunten wordt open gehouden, mede in functie van gebiedsgericht werken. Sint-Niklaas is een centrumstad, een uitstraling die de bib volop meeneemt in haar werking. Zo stond de werking in 2011 in het teken van het verder verdiepen en uitwerken van de veranderingen van en nam de bib in 2011 opnieuw deel aan grote Vlaamse (Gedichtendag, Jeugdboekenweek, Bibweek, Voorleesweek, Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (KJV) en lokale initiatieven (Verteldagen voor de jeugd, Archipel, Buitenspeeldag, Seniorenbeurs, Kultour11, Supervlieg (Sinaai), Villa Pace / de Grote Leermarkt ), vaak in samenwerking met andere stedelijke diensten, verenigingen en scholen. Nieuwe projecten gingen van start met name de halfjaarlijkse Babyborrel, Het lettergebroed (een projectweek met auteurs voor de secundaire scholen), de eigen leesgroep De leeslamp en de komst van het Boekenruilrek. Ondertussen werd ook de 2 de kinderstadsdichter (nog steeds een unicum in Vlaanderen) aangesteld. In 2011 telde de Bib Sint-Niklaas actieve leners ( 7,6% meer tov 2010) waarvan nieuwe leden, 37.5% meer dan het jaar voordien. 77,5% van de leners woonde in Sint-Niklaas. Er zijn leners geregistreerd op MijnOvinob (waar men naast online verlengen en registreren nog gebruik kan maken van een aantal extra faciliteiten). In de hoofdbibliotheek werden in bezoekers geteld. In 2011 werd verder ingezet in de verbetering van de communicatie met het publiek, zo werden er 16 nieuwsbrieven naar leden verstuurd. Ook 440 professionele gebruikers (pers, e.d.) ontvingen deze berichten. De Facebookpagina verzamelde op twee jaar 750 fans. Ze telt meer dan actieve gebruikers die berichten aanklikten. De bibwebsite werd maal aangeklikt. De vele wijzigingen van de laatste jaren resulteren in positieve cijfers. In de hoofdbibliotheek werden bijna ontleningen geregistreerd, een stijging van meer dan 10%. Bij de filialen was het meest in het oog springende resultaat Nieuwkerken dat 81,8% meer uitleningen telde in de nieuwe behuizing in de Pastorijstraat. Ook de filialen in de andere deelgemeenten kenden een succes met stijgingen van 17,8% in Belsele en 14,7% in Sinaai. Filiaal Clementwijk won 12,24%. Alle locaties samen leenden materialen uit. Dit is een stijging van eenheden. De Sint-Niklase lagere scholen ontvingen boeken verdeeld over 448 schoolkisten. Bij het interbibliothecair leenverkeer bleek nogmaals de centrumfunctie van de Bib Sint-Niklaas materialen werden elders opgevraagd, 441 werden elders uitgeleend voor onze eigen gebruikers. Daarnaast verzorgt de Bib een uitleendienst aan huis en bezoeken in de rusthuizen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

215 A. SWOT-analyse Sterktes - Bib is meest laagdrempelige culturele instelling. Ze heeft meer en meer ook de functie van laagdrempelige en neutrale leerplek, info- en kenniscentrum + voor sommige groepen de vaak enige vlot beschikbare digitale toegangspoort naar kennis en info (gratis toegang tot het internet, Hotspot) - Grootte van de bib: veel mogelijkheden met verschillende input vanuit personeel - Voldoende grote personeelsformatie, in 2011 hervormd (43 FTE, excl. sociale twerkstelling) - Verschillende stedelijke diensten waar samenwerkingsverbanden (win-win) mee opgestart kunnen worden die zorgen voor een groter draagvlak - Gratis inschrijven is zeer drempelverlagend - Inzet, creativiteit en capaciteit van personeel (eigen ideeën) - Sterke Netwerking: bib Sint-Niklaas kenbaar maken in Vlaanderen, delen van kennis - Onder 1 dak met stadsarchief/ Bibliotheca Wasiana: kunnen samen geheugen van de stad vorm geven, bijv. door zondagsfilm, tentoonstellingen en projecten - Goede ligging, dicht bij centrum maar met grote parkeermogelijkheid, openbaar vervoer, fietswegen - Uitgebreide werking: hb, 3 stedelijke filialen en filiaal in elke deelgemeente (3), toer naar rusthuizen en huisbezoeken - Groot bereik van lagere scholen oa door schoolkistenproject - Doelgroepenwerking: senioren (rusthuizen), langdurig zieken en immobiele personen (huisbezoeken), Taalpunt = voor mensen die moeilijkheden ondervinden met lezen en de Nederlandse taal in het algemeen: slechtziendheid, blindheid, dyslexie of andere redenen (met een uitgebreide collectie NT2-materialen) (samenwerking Huis van het Nederlands) - Samenwerking versterkt de inbedding, resultaten en uitstraling: zondagsfilm ism archief, KSD, Lanoye, Snoek, Sleen, - Ruime en degelijk collectie met in magazijn nog een ruim aanbod, tevens marktcorrigerend samengesteld (langer en/of enkel beschikbaar via bib) - Belangrijke partner voor cultuurspreiding en participatie - Sterke filialenwerking met bijzondere aandacht voor de deelgemeenten - Netwerking via BiblioWaas (ook sterk in communicatie en publiekswerking) - De Bib biedt het meest volledige aanbod van flyers en ander gedrukt materiaal rondom stedelijke en regionale culturele informatie. - Grote publiekswaardering voor de literatuurspreiding van de Bib: uitleen, maar ook workshops, rondleidingen, e.a. - Uniek en origineel Bib-initiatief: Kinderstadsdichter - Groeiende expertise en projectwerking vanuit Bib: rond Tom Lanoye, Karel Heirbaut, Paul Snoek, Reynaert - Sterke inzet op leesbevordering en verdieping (Lettergebroed, Leeslamp, KJV, scholenkoffers, ) Zwaktes - Beperkingen gebouw: centrale balie en organisatie zonder verbouwing: daardoor jeugd, T&K minder goed bereikbaar. Geen doorzichten in het gebouw naar de verschillende afdelingen. Sommige leners menen dat de bib enkel het gelijkvloers is. Beperkte mogelijkheden voor toekomstige werking activiteiten/ projecten, ruimte voor verenigingen, opleidingen - Beperkte signalisatie/ bewegwijzering op stedelijk niveau naar de bib en de filialen - Educatie is nog iets te weinig een integraal onderdeel / de basis van de werking, maar eerder iets extra s achteraf of bovenop de zgn. reguliere werking. - Nieuwe initiatieven, vb Taalpunt, zijn nog onvoldoende verankerd, de gewone werking gaat meestal voor - Gebouw vraagt veel inzet bemande balies, waardoor soms te weinig tijd is voor nieuwe opdrachten (digitale uitdagingen, (rssfeeds, blog, verspreiden relevante informatie, ), publiekswerking, educatie, ) - Moeilijke bereikbaarheid voor fietsers vanaf de Parklaan en beperkte fietsenstalling met oa het ontbreken van een overdekte fietsenstalling - Opvolging en taakverdeling bij ziektes, kennis meer delen en flexibiliteit vergroten 114 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

216 - Weinig inzet naar afhakers - Weinig flexibele dienstroosters Kansen - De (ver)bouw(ing) van de bib zal heel wat extra ruimte en kansen geven voor de stad vb voor (basis-)educatief werk, studieplaats voor (stads)personeel, platform voor verenigingen, - Het feit van een centrumstad geeft tal van kansen - Werken projectmatig, kunnen hiervoor meer beroep doen op subsidies - Gestart met werking naar secundaire scholen, die de komende jaren meer uitgebouwd en geïntensifieerd zal worden - Zalen kunnen meer gebruikt worden vb door stedelijke diensten en verenigingen - Inspelen op duurzaamheid - Doelgroepenwerking kan nog verder ingebed en uitgebreid worden - Verdere uitbreiding bibleesgroepen waarvan de deelnemers functioneren als ambassadeurs van de bib - Uitbouwen informatiecentrum/leercentrum: zelfstudieplein (aansluitend bij Taalpunt, Nederlands voor anderstaligen), digitaal platform (e-readers, ipad proberen, leren; internetcursussen). - De bib als kennisbemiddelaar verder uitspelen: kennis vergaren, selecteren en verspreiden. Internet is een kans! - Bib meer kenbaar maken oa verenigingen: rondleidingen achter de schermen - Schaalvergroting Vlaams niveau: aanbod en evoluties Bibnet/ Locus vb kastklaarleveren van materialen, uniforme etiketten - Opvolgen van projecten die de efficiëntie vergroten vb ICB, Locus (7 uitdagingen, ), VEP (Vlaams E-Book Platform) - Ondersteuning provincie: 1 lenersbestand, pbs, bibportaal, regionale samenwerkingsverbanden - Verder inzetten op PR en communicatie: inzetten op maximaal benutten van digitale mogelijkheden (facebook, blog, website,.) - Betalingsbereidheid onderzoeken - De uitbreidingsactiviteiten hebben een sterk externe promo die gestaag de bibwerking stedelijk kenbaar maakt - Personeel met uitgebreide kennis, zinvol voor insteek en uitwerking projecten - Vrijwilligerswerking - Verruiming van de werking oa publiekswerking, kan nog verder uitgebouwd en verankerd worden met bibwerking. - Verder zorgen voor verkleinen digitale kloof - Rol als informatiebemiddelaar rondom verder uitspelen, - Samenwerking met scholen vergroten daar zit nog een groot potentieel. Het concept Brede School is een aanzet om meer samen te werken of educatieve netwerken te vormen met de sectoren cultuur, kunstonderwijs en jeugd - Verdere uitbouw werking bibpunt als buurtcentrum: acties, activiteiten met buurtbewoners - Er is een stijgende vraag naar zinvol cultuuraanbod (dus ook creatief-educatief) voor kinderen en jongeren (tieners) - Er is voldoende besef dat er voor cultuur op school een inhaalbeweging nodig is t.o.v. sport op school, waar lokale gangmakers reeds in de jaren 70 geïntroduceerd werden (door BLOSO). - Bib (en bibpunten/-filialen) zou nog meer ook de functie van info- en kenniscentrum kunnen vervullen (incl. toeristische info? Reservatiemogelijkheden? Concept IN- en UITwinkel?) - De Bib als verzorger van de bibliotheek- en mediatheekfunctie voor derden (bv. scholen) Bedreigingen - Besparingsmaatregelen? Besparingen (Vlaams en lokaal) kunnen nefast zijn voor de opgebouwde expertise en aanbod - Decreetaanpassingen kunnen invloed hebben op formatie - Gebouw: verouderde technische installaties, veel en duren herstellingskosten (geen herstellingsstukken), liften, koelinstallaties, energiekosten, te weinig evacuatiewegen (oa personeel 3 de verdieping). Het huidig Bibgebouw is nog onvoldoende geschikt en ingericht voor de nieuwe functies zoals Taalpunt, vorming en (basis-)educatie - Bib positioneren buiten de interne werking kan leiden tot het blijven mee volgen door alle personeelsleden Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

217 - Evoluties audiovisuele media en digitale ontwikkelingen opvolgen: aanbod cd s en dvd s, vervangen door alternatieven? Streaming, downloaden - Geen duidelijk rond e-book, rol van de bibliotheken, VEP - Groot verloop van leners, komen 1x en vervolgens niet meer. - Zorgen dat alle personeelsleden mee zijn met snelle evoluties en veranderingen en/of nieuwe plaats krijgen; ook mensen met minder uren, ouderen, sociale tewerkstelling - Soms is werking in de diepte minder direct zichtbaar, hieraan de nodige aandacht besteden - Blijven focussen op nieuwe uitdagingen kan core businesstaken aantasten (kennisverlies) - Afschaffen lidgelden maakt innen inkomsten moeilijker - Leenvergoeding auteurs - Provinciale rol: PBS e.a. schaalvergroting kan leiden tot slechtere communicatie, minder eigen bevoegdheden - Moeilijkheden in het boekenbedrijf (inkomsten boekhandelaars, schrijvers, uitgevers ) - Ontlezing, althans wat de gedrukte literatuur betreft. 30% van de Vlamingen heeft het afgelopen jaar geen enkel boek gelezen (zelfs geen kook-, reis- of tuinboek); 40% geen enkel boek gekocht en 60% geen enkel boek ontleend (in de Bib). - De bib op een mogelijks existentieel keerpunt: wat moet (op termijn) nog fysiek aanwezig blijven?; wat kan virtueel (digitaal) via netwerken beschikbaar worden gesteld?; in hoeverre kan de bibliotheek inspelen op een groeiende vraag van gebruikers om informatie van thuis of kantoor te kunnen oproepen? - Toestanden met SABAM en andere auteursrechtenorganisaties en regelingen (Reprobel, SEMU ) - Aandacht voor lezen blijft vrij marginaal in de populaire media en in het onderwijs - Nieuwe opdrachten kunnen de traditionele Bibwerking - collectievorming - financieel en infrastructureel mee onder druk zetten. De bibliotheek als levendige en bruisende ontmoetingsplaats kan ook de bib als stiltegebied bedreigen. - Onzekere rol van de provincies - Concurrentie van ontspanningsindustrie B. Achtergronden, richtlijnen, trefwoorden Cultuurforum Synergieën zoeken - Kennisdelen - Netwerken - Participatieverbreding en verdieping - Digitalisering (van audiovisueel erfgoed) - Cultuureducatie - Culturele en creatieve industrieën - Duurzaamheid en ecologie - Interculturaliseren - Verstandshuwelijk tussen cultuur en economie - Internationale samenwerking - Immaterieel erfgoed - Kansengroepen - Blinde vlekken Digitale Bib 1) Verschuivingen in bibliotheekwerk E-inclusie Digitale kloof 1 ste graad (toegang tot internet): moeilijk voor lage inkomens, rol bib als OCR = open computer Digitale kloof 2 de graad (gebruik van internet): behoefte aan opleiding workshops, begeleiding 2) Publieksondersteuning: 3 rollen bib in digitalen ondersteuning publiek Facilitator: infrastructuur aanbieden Coach: actief bemiddelen, organiseren van instructies en opleiding Netwerker: samenwerken, contacten leggen andere organisatie mbt e-inclusie 3) Bibliotheek als ideale partner in strijd tegen digitale kloof: = kerntaak 116 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

218 Door laagdrempeligheid, lokale verankering Ontsluiten van digitale informatie Gebruik maken van uitgebouwde netwerk met scholen, sociale organisaties en andere culturele instellingen BiblioWaas 1. Netwerking en samenwerking, o.a. voor expertise-uitwisseling 2. Gezamenlijke publiekswerking, cultuurparticipatie, -communicatie en educatie 3. Professionalisering en deskundigheidsbeheer via vorming 4. (Gezamenlijk) collectiebeheer 5. Implementatie op het gebied van bibliotheektechnologie Uitdagingen 6. Gebiedsafbakening 7. Fusies van gemeenten? 8. Minder intergemeentelijke samenwerkingen? 9. De rol van de provincies 10. De decreten C. Formatie bibliotheek De fulltime equivalenten bestemd voor de bibliotheek zijn opgenomen in de totale personeelsformatie (artikel 1). De formatie voor de bibliotheek gedetailleerd vast te stellen als volgt: a) Leidend-bibliotheektechnisch-administratief personeel: Weddenschaal Functie Fte A1aA2aA3a statutair bibliothecaris 1,00 A1aA1bA2a statutair adviseur 2,00 A1aA1bA2a contractueel adviseur 1,00 B45 statutair dienstleider 2,00 B123 contractueel deskundige 0,00 B123 statutair deskundige 14,00 C123 statutair bibliotheekassistent/administratief medewerker 13,00 C123 contractueel bibliotheekassistent/administratief medewerker 6,00 Totaal 39,00 b) Onderhoud/collectieverzorging: Weddenschaal Functie Fte C123 statutair keurvakman 1,00 D123 statutair vakman/vrouw 2,00 D123 contractueel vakman/vrouw 1,00 Totaal 4,00 Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

219 Museum De stad Sint-Niklaas is een moderne centrumstad met ongeveer inwoners, waar op elk vlak wat te beleven valt. Als hoofdstad van het landelijke Land van Waas heeft ze een grote regionale aantrekkingskracht. Ook op het vlak van cultuur en erfgoed speelt zij een belangrijke rol. Gelegen op de as Antwerpen-Gent, twee steden die zich kunnen profileren als kunst- en cultuursteden bij uitstek en heel wat toeristen aantrekken, richt Sint-Niklaas zich vooral op de regio Waasland en zijn geschiedenis. De toeristische infrastructuur richt zich eerder tot de dagtoerist dan tot de verblijfstoerist, al worden er de laatste jaren inspanningen geleverd om die laatste doelgroep ook aan te spreken. In het cultuurbeleid krijgt het erfgoed een prominente plaats. Erfgoed vormt ook steeds meer een belangrijk item in het breder cultuurbeleid (evenementen, toerisme en stadspromotie, kunsten en kunstonderwijs, sociaal-cultureel werk e.a.). Het stadsbestuur schrijft zich dan ook maximaal in in het ondersteuningsbeleid dat de Vlaamse gemeenschap voorziet voor de lokale en regionale ontwikkeling van een kwalitatief en geïntegreerd erfgoedbeleid. Het erfgoedbeleid in de stad is een samenspel van eigen stedelijke en private musea, erfgoedverenigingen, de dienst Monumentenzorg en archeologen. Zij samen dragen bij tot de ontwikkeling van de culturele biografie van individuen, groepen en de gemeenschap. Het dient m.a.w. de gemeenschapsvorming. Het stadsbestuur koos recent als slogan Van alle markten thuis, en dit laatste motto past ook de erfgoedsector en zelfs de Stedelijke Musea, die een verscheidenheid aan collecties in beheer hebben. De stad beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur in het centrum en de deelgemeenten en telt een 50-tal beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten. Het stadsbestuur is de cultureel erfgoedbeheerder via twee stedelijke instellingen: de Stedelijke Musea en het Stadsarchief. Deze stedelijke instellingen werken elk op hun terrein en onderling nauw samen met private instellingen die het verzamelen en het beheer van erfgoed als kerntaken hebben. Deze organisaties hebben in een aantal gevallen een lange traditie en het onderscheid met de stedelijke instellingen is voor de geïnteresseerde burger vaak niet zo duidelijk omdat het stadsbestuur deze verenigingen onderdak verleent in stadsgebouwen. Het stadsbestuur stelt een stadsgebouw ter beschikking aan: Archeologische Dienst Waasland, Bibliotheca Wasiana v.z.w., Heemkundige Kring Den Dissel Sinaai, Heemkundige Kring en Museum Nieuwkerken, Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas vzw, Tinelmuseum Sinaai. De hele Wase erfgoedsector wordt sinds 2005 overkoepeld door de oprichting van de Erfgoedconvenant Land van Waas die op zijn beurt opgenomen is in de structuur van Interwaas, de vroegere Intercommunale van het Land van Waas, waarin vertegenwoordigers van acht steden en gemeenten uit het Waasland zetelen. De Wase gemeenten delen een gemeenschappelijke Wase historische en culturele biografie. Nog meer dan in het verleden via reeds bestaande, vaak bilaterale samenwerkingsverbanden vinden alle erfgoedpartners zich in de Erfgoedcel Waasland en hebben grote, zowel als kleinere instellingen toegang tot expertise, ondersteuning en financiële impulsen via projectsubsidiëring. De stedelijke musea van Sint-Niklaas schrijven zich in de algemene beleidsvisie van de stad Sint- Niklaas in en hebben hun doelstellingen ook geformuleerd in het Cultuurbeleidsplan van de stad. De musea nemen deel aan elk overleg in de sector (erfgoedcel, MUWA, stuurgroep MoVE). Een aantal tendensen in het erfgoedlandschap zijn weerspiegeld in de recente vernieuwing van het museum SteM Zwijgershoek nl. het ontsluiten van de collecties en het duiding geven via multimediale presentaties, naast het werken met verhalen. Mondelinge getuigenissen over bepaalde aspecten van het dagelijks leven (arbeid, persoonlijke verzorging) werden verwerkt in verhaallijnen. Uitgebreide omgevingsanalyse: zie beleidsplan stedelijke musea Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

220 Monumentenzorg A. SWOT-analyse Sterktes - Sint-Niklaas beschikt over een opmerkelijk aanbod aan monumentaal erfgoed, waarbij in de stadskern vooral de 19 e eeuw en het interbellum goed vertegenwoordigd zijn. - De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed bevat voor Sint-Niklaas 533 gebouwen of gebouwgehelen. Deze gebouwen kennen, ook zonder bescherming als monument, een zekere juridische bescherming. - Sint-Niklaas integreert reeds meerdere jaren systematisch de waardevolle gebouwen in nieuwe RUP s waardoor zij een juridische bescherming krijgen, die weliswaar minder ver gaat dan de bescherming van waardevolle gebouwen. - Sint-Niklaas beschikt over een subsidiereglement voor onderhoudswerken aan waardevolle nietbeschermde gebouwen waardoor eigenaars ondersteund worden bij de instandhouding van hun gebouw én waardoor kwaliteitsvolle ingrepen gestimuleerd kunnen worden, ook indien deze niet juridisch afdwingbaar zijn. - Twee zeer waardevolle gebouwen (Huis Janssens en Salons) maken deel uit van het museale patrimonium waardoor publiekswerking rond monumentenzorg er mogelijk is. - Sint-Niklaas beschikt over een laagdrempelig aanspreekpunt voor monumentenzorg, waardoor eigenaars van beschermde monumenten sneller hun weg vinden in de procedures en storende ingrepen zo veel mogelijk vermeden kunnen worden. Zwaktes - Sint-Niklaas beschikt niet over een uitgesproken historische kern. Sommige straten of pleinen hebben weliswaar een zeer sterke aanwezigheid van waardevolle gebouwen, maar de meeste stadsdelen worden gekenmerkt door een verspreide aanwezigheid van erfgoed, naast vaak weinig kwaliteitsvolle nieuwbouw. - De spreiding over het grondgebied zorgt er mede voor dat heel wat interessante gebouwen onvoldoende gekend zijn bij de bevolking en nauwelijks aan bod komen in het toeristische aanbod (o.a. Witte Molen, Kristus Koningkerk, Sint-Jozefskerk). - De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed is gedateerd en biedt onvoldoende aandacht aan jonge architectuur of kleinere gebouwen (bvb. arbeiderswoningen). - Sint-Niklaas beschikt op dit moment niet over de juiste instrumenten om kwaliteitsvolle ingrepen af te dwingen (bvb. behoud van schrijnwerk, gevelornamenten, ). - Slechts één stedelijke ambtenaar is bevoegd voor monumentenzorg. De continuïteit bij (langdurige) afwezigheden kan dus niet steeds verzekerd worden. Dit maakt de dienst (en het beleid) kwetsbaar. - Voor heel wat monumenten, eigendom van het stadsbestuur of van een kerkfabriek, zijn er grondige restauratiewerken noodzakelijk. De kostprijs hiervan is aanzienlijk. Kansen - Een gericht vergunningenbeleid biedt mogelijkheden om kwaliteitsvolle architectuur te realiseren in communicatie met de waardevolle gebouwen in de onmiddellijke omgeving. - Het nieuwe denken rond de bestemming van kerken (nevenbestemming of herbestemming) biedt mogelijkheden om het maatschappelijk draagvlak voor deze gebouwen te vergroten. Een duidelijke toekomstvisie rond het gebruik van kerken vergemakkelijkt het maken van strategische keuzes bij de opmaak van (financiële) meerjarenplannen. Bedreigingen - De restauratiekosten van monumentale gebouwen nemen, mede door het arbeidsintensieve karakter van de werken, exponentieel toe. - De Vlaamse overheid werkt aan een grondige hervorming van de wetgeving rond Onroerend Erfgoed. De details noch de timing zijn op dit moment gekend, maar er dient rekening gehouden te worden met een (aanzienlijke) verlaging van de restauratiepremie. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

221 - De Vlaamse budgetten voor monumentenzorg staan sterk onder druk waardoor we geconfronteerd worden met groeiende wachtlijsten voor restauratiedossiers. De lange wachttijden leiden vaak tot een toename van schade en dus van de kostprijs. - De EPB-regelgeving, verhoogde aandacht voor energie-efficiëntie en toenemende energiekosten zetten heel wat monumentale gebouwen onder druk. Standaardoplossingen m.b.t. energiebesparing komen regelmatig in conflict met de erfgoedwaarden. Monumentspecifieke oplossingen zijn vaak zeer duur. Kerkbesturen en religieuze gebouwen A. SWOT-analyse Sterktes - Een belangrijk deel van het religieus patrimonium is beeldbepalend voor het stadsbeeld en heeft een aanzienlijke cultuurhistorische waarde. - Vooral de Sint-Nicolaaskerk en de OLV-kerk hebben een toeristische aantrekkingskracht. - Zes kerken, drie pastorijen en een deel van de dekenij zijn beschermd als monument, waardoor er voor de instandhouding van deze gebouwen een beroep kan gedaan worden op financiële ondersteuning van de hogere overheden (monumentenzorg). Voor de niet-beschermde kerkgebouwen is er ook financiële ondersteuning mogelijk (Agentschap Binnenlands Bestuur) zij het beperkter dan deze voor beschermde monumenten. Zwaktes - De werkingskosten van de kerkfabrieken zijn zeer groot (hoewel er onderling grote verschillen zijn). De inkomsten dalen, waardoor het merendeel van de kosten gedragen dient te worden door de stad. In tegenstelling tot de eigen stadsbudgetten werd tot nog toe niet gevraagd aan de kerkfabrieken om te besparen op de werkingskosten. - Het stadsbestuur heeft op dit moment niet de personele middelen om de budgetten grondig te onderzoeken waardoor we soms geconfronteerd worden met investeringsuitgaven die in de gewone begroting werden opgenomen (hoeveel investeringen er effectief ongemerkt op die manier worden uitgevoerd is onduidelijk). Dit geeft mogelijk een vertekend beeld van de werkelijke investeringsuitgaven. - Het stadsbestuur heeft onvoldoende zicht op de financiële reserves van de kerkfabrieken. Wel is duidelijk dat er grote verschillen zijn in de financiële toestand van de verschillende kerkfabrieken. - Heel wat, vooral monumentale kerken, worden geconfronteerd met aanzienlijke onderhouds- of restauratiewerken. Technische installaties zoals verwarming en verlichting zijn in de meeste kerken sterk verouderd. Kansen - Een goed functionerend Centraal Kerkbestuur biedt mogelijkheden voor een gecoördineerd beleid waarbij (financiële) prioriteiten op een doordachte manier bepaald kunnen worden. - Ondanks teruglopend aantal actieve kerkbezoekers zijn er nog steeds vrij veel vrijwilligers aanwezig. - Het nieuwe denken rond de bestemming van kerken (nevenbestemming of herbestemming) biedt mogelijkheden om het maatschappelijk draagvlak voor deze gebouwen te vergroten. Een duidelijke toekomstvisie rond het gebruik van kerken vergemakkelijkt het maken van strategische keuzes bij de opmaak van (financiële) meerjarenplannen. - Het dekenaat heeft een zeer progressieve visie op de hertekening van de parochies. Bedreigingen - De (vrijwilligers van de) kerkfabrieken zijn goed in staat om het dagdagelijkse beheer in functie van de erediensten te leiden. Ze beschikken echter meestal niet over de nodige deskundigheid om grotere renovatieprojecten goed op te starten en te begeleiden. De budgetten zijn vaak ondoorzichtig. Er wordt niet steeds gezocht naar oplossingen met de beste prijs/kwaliteit verhouding (aanvraag subsidies, degelijke overheidsopdrachten). 120 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

222 - De huidige overlegmethoden en beslissingsstructuren (CKB vs stad, CKB vs KF) zijn weinig efficiënt en weinig transparant. Hierdoor worden dossiers vaak nodeloos vertraagd. - De verstandhouding tussen stad en CKB en tussen CKB en KF is momenteel niet optimaal waardoor constructief overleg bemoeilijkt wordt. - De restauratiekosten van monumentale gebouwen nemen, mede door het arbeidsintensieve karakter van de werken, exponentieel toe. - De Vlaamse overheid werkt aan een grondige hervorming van de wetgeving rond Onroerend Erfgoed. De details noch de timing zijn op dit moment gekend, maar er dient rekening gehouden te worden met een (aanzienlijke) verlaging van de restauratiepremie. - De Vlaamse budgetten voor monumentenzorg staan sterk onder druk waardoor we geconfronteerd worden met groeiende wachtlijsten voor restauratiedossiers. De lange wachttijden leiden vaak tot een toename van schade en dus van de kostprijs. - Door het teruglopende aantal actieve kerkbezoekers (en de voorbije schandalen) staat de financiering van de Kerk meer dan ooit maatschappelijk ter discussie. 11. Jeugd A. Omgevingsanalyse: jeugd in Sint-Niklaas Bronnen Voor de statistieken omtrent jeugd in Sint-Niklaas werd info gehaald uit het bevolkingsregister, de gemeentelijke profielschets Sint-Niklaas, de cijfers uit de stadsmonitor en de studie Het Kind in Vlaanderen 2010, van Kind en Gezin. Tabel kinderen en jongeren in Sint-Niklaas Deze tabel werd opgesteld met gegevens uit het bevolkingsregister (bevolkingsboom inwoners). leeftijd geboortejaar mannen vrouwen totaal Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

223 TOTAAL Jeugd: Wat en hoeveel? Jeugd wordt in het decreet van 14 februari 2003 over lokaal jeugd(werk)beleid gedefinieerd als kinderen en jongeren van 3 tot en met 25 jaar. In het nieuwe decreet wordt deze definitie aangepast door een optrekking van de maximum leeftijd tot 30 jaar. De overzichtstabel onder punt 2 maakt het makkelijk nog te differentiëren in de leeftijdsgroep. Het aantal kinderen en jongeren tot 30 jaar in Sint-Niklaas is Dit is 38.7% van de Sint-Niklase bevolking. Het aantal kinderen en jongeren tot 26 jaar is 30% van de bevolking. Stijging van het aantal kinderen Tussen 2000 en 2009 steeg het Vlaams geboortecijfer met ongeveer 12.5%. Het Sint-Niklaas geboortecijfer steeg de laatste 10 jaar ongeveer 30,5%. De uitdaging voor voorzieningen voor kinderen is dus voor Sint-Niklaas dubbel zo groot als voor het gemiddelde in Vlaanderen. De prognose voor Vlaanderen is dat van 2008 tot 2020 het aantal kinderen jonger dan 3 jaar zou toenemen van ruim naar ruim (+ ruim ), het aantal kinderen van 3 tot 6 jaar van ruim naar ruim (+ bijna ) en het aantal kinderen van 6 tot 12 jaar van ruim naar ruim (+ ruim ) (Kind en Gezin). Erkende jeugdverenigingen en hun leden in Sint-Niklaas Aandeel lid van jeugdbewegingen: 4% van de bevolking; 13,40% van de jeugd (-26) van Sint-Niklaas. Aandeel lid van speelpleinwerkingen: 1,67% van de bevolking; 5,61% van de jeugd (-26) van Sint- Niklaas. Aandeel lid van gespecialiseerde jeugdverenigingen: 0,90% van de bevolking; 3,02% van de jeugd (- 26) van Sint-Niklaas Kansarmoede bij kinderen Armoede stijgt in onze stad. Een trend die niet enkel lokaal is, maar in heel Vlaanderen en bij uitbreiding in heel Europa doorzet. Spijtig genoeg zijn kinderen de eerste slachtoffers van armoede. Dat is alarmerend. Niet alleen omdat armoede de ontwikkeling van kinderen beïnvloedt op het vlak van gezondheid, onderwijs, gezin en vrije tijd, maar ook omdat ze hun toekomstperspectieven en hun kansen in het leven kan ondermijnen. Armoede is bijgevolg vaak een systematische schending van de rechten van kinderen. Er komen de laatste jaren alsmaar meer alleenstaande moeders en vaders met kinderen bij (stijging in Vlaanderen met respectievelijk 17 en 23% over 7 jaar tijd, stijging in Sint-Niklaas met respectievelijk 10 en 20%). Dit is een bijzonder kwetsbare groep. Hun kansen om in armoede te vervallen zijn ongeveer 36 procent. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen verdubbelde tussen 2000 en Hoe meer kinderen een gezin heeft, hoe meer risico om in armoede terecht te komen. Dit is zowel bij éénouder als tweeoudergezinnen. Werkloosheid is nog meer bepalend voor een armoederisico: 75.8% van de kinderen in een gezin zonder arbeidsparticipatie kent een verhoogd risico op armoede. 122 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

224 Daarbij komt een stijging in de basiskosten van gezinnen. Een voorbeeld is de verkoopprijs van zowel bouwgrond, als alle soorten woongelegenheden, die verdubbelde over de voorbije tien jaar. Een ander voorbeeld zijn de energieprijzen, die sinds de vrijmaking van de energiemarkt in 2007 gemiddeld stegen met 34%. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen verdubbelde in Sint-Niklaas tussen 2000 en Op dezelfde periode kende het Vlaams gewest een stijging van 68.2% geboorten in kansarme gezinnen. Woonomstandigheden In Vlaanderen wonen 29.9% van de jonge kinderen een in woning die te donker is, waar vochtigheidsproblemen zijn, waar geen basiscomfort is (bad/douche en toilet in de woning of warm lopend water) of waar een tekort aan ruimte is (minder dan 1 kamer per persoon). Bevolkingsdichtheid Het aantal inwoners stijgt, en zo dus ook de bevolkingsdichtheid. Concreet cijfer in 2000 was 815 inwoners/ha. Dit cijfer steeg en kwam in 2010 op 857/ha. Ter info geven we het cijfer mee van het Vlaams gewest: 462 inwoners/ha. De manier waarom we omgaan met onze beschikbare ruimte wordt dus meer en meer cruciaal, én verbonden met de levenskwaliteit van inwoners. Als er druk is op de beschikbare openbare ruimtes merken we dat er keuzes moeten gemaakt worden rond de invulling hiervan. Hardere functies zoals mobiliteit, woongelegenheid krijgen dan vaak voorrang boven ruimte voor ontspanning en recreatie. Toch toont onderzoek aan dat de aanwezigheid van openbare (groene) ruimte cruciaal is voor de aantrekkingskracht van een buurt. Een buurt met veel openbare (groene) ruimte slaagt erin gezinnen aan te trekken, terwijl te volgebouwde buurten een stadsvlucht veroorzaken (cfr. onderzoek park Spoor Noord-Antwerpen). Speelruimte in de wijk Het aandeel inwoners dat woont binnen een loopafstand van 400m van publieke toegankelijke open ruimtes waar een speel- of sporttoestel is opgesteld is in onze stad 43%. Dit is een punt dat zeker nog beter kan. Ook de kwaliteit van de bestaande speelruimtes dient in vraag te worden gesteld. Voor de grondige studie en aanbevelingen hieromtrent verwijzen we naar het actieplan Speelweefsel. Mobiliteit Het aantal verkeersongevallen daalde de laatste 10 jaar in Sint-Niklaas met 33%. Het aantal verkeersongevallen met fietsers daalde met 41%. Dit is een positieve evolutie. Toch is het belangrijk om in de beoordeling en inrichting van verkeerssituaties nog meer uit te gaan van de zwakke weggebruiker. Zowel de schoolroutekaart als het actieplan speelweefsel leggen nog een heel aantal verkeersonveilige plekken bloot binnen onze stad. 12. Toerisme A. SWOT-analyse (naar nota vanwege commissielid Jo Vael) Sterktes hoge klantentevredenheid, goede openingsuren, performante return op beurzen (inzet middelen/resultaat is positief), goede overlegstructuur met breed draagvlak, aantrekkelijke nationale initiatieven zoals bv. de Euromarkt nu deze zomer. Zwaktes onderbemande personeelsdienst, te veel secundaire en tertiaire taken waardoor er minder tijd is voor de kerntaak: het aantrekken van toeristen naar St-Niklaas & attractief maken van Sint-Niklaas als bestemming voor daguitstap of weekend. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

225 Opportuniteiten dit zijn potentiële sterktes, die nu onvoldoende aan bod komen wegens bv gebrek aan geschikt personeel en geld. Denken we spontaan aan initiatieven die wel doorgingen vanuit het opportuniteitsbeginsel zoals - samenwerking met Toerisme Waasland, vzw s en/of anderen rond thema s, zoals Mercator, stad van de Sint, - tradities en verworvenheden: Ballonstad, grootste markt, recreatie, culinair met streekproducten en eigen brouwerijen, - locatie: markt is zeker ok. Bedreigingen te grijs, te weinig focus, ontbreken van moderne performante IT & betalingsmogelijkheden, B. Taken, personeel, infrastructuur (naar nota vanwege commissielid Willy Toté) Wat zijn de taken van de dienst toerisme? - bezoekers individueel / in groep aantrekken van buiten Sint-Niklaas: activiteiten aanbieden, bezoeken helpen organiseren, groepen / individuen onthalen en informeren * folders, brochures, flyers... * deelname aan beurzen * pers * website * stedenuitwisseling (wederkerig) - inwoners van Sint-Niklaas hun eigen stad leren kennen individueel / in groep * wandelingen * promotie van en informatie over allerlei activiteiten in de stad - vanuit eigen expertise ondersteunend werken voor andere diensten die een uitstap buiten Sint- Niklaas willen organiseren Welk personeel is er nodig? - front office: aantal personeelsleden om de balie te bedienen, souvenirs te verkopen... - back office: diensthoofd, copywriter/webmaster..., administratief bediende... - Welke ruimte/infrastructuur is nodig? - voldoende ruimte voor kantoorwerk - ruime plaats met displays, toonkasten... om de informatie uit te stallen waaruit de bezoeker kan kiezen - aangepaste informatica o.a. om inschrijvingen te verwerken, bankcontact Verstandige investeringen en efficiënte werkmethodes / werkmiddelen kunnen op termijn veel geld helpen besparen. C. Visie De uitbouw van een volwaardige dienst toerisme is prioritair. Het toeristisch infokantoor moet gelegen zijn aan de Grote Markt maar moet beter toegankelijk en zichtbaar zijn. De stad heeft naast een toeristisch infokantoor geen stadswinkel nodig. Specifieke geschenken voor Sint-Niklaas kunnen op de dienst toerisme worden verkocht. Voor streekproducten wordt verwezen naar de lokale handelaars/producenten. De dienst toerisme is geen organisator van evenementen of activiteiten, maar wel een promotor of een promotiekanaal. De dienst toerisme houdt zich dus in het bijzonder bezig met toeristische promotie. Dit betekent dat de nadruk ligt op het onthaal van toeristen en met het organiseren van een aanbod voor groepen van buiten Sint-Niklaas. De dienst toerisme tracht een aanbod te voorzien opdat bezoekers een door deze als waardevol ervaren culturele of sportief-ontspannende ervaring opdoen. 124 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

226 De personeelsreizen, de bloemenmarkten, de Trip Toegankelijk Toerisme en de Sint-Niklase dag te Blankenberge zijn bijgevolg niet langer een essentiële taak van de dienst toerisme. De commissie toerisme pleit voor het behoud van deze activiteiten ten gunste van de Sint-Niklase bevolking maar ijvert ervoor om deze activiteiten te heroriënteren in functie van de specialiteit van iedere stadsdienst en hun middelen, waarbij de dienst toerisme zijn ervaring en deskundigheid, die door de jaren heen werden opgebouwd, uiteraard ter beschikking kan stellen van collega's, om hen te adviseren en assisteren. De stadsuitwisseling in haar huidige vorm moet behouden blijven, maar moet ook renderen voor Sint-Niklaas. De deelname aan interessante beurzen blijft behouden. De dienst toerisme tracht qua citymarketing op raakvlakken met andere diensten samen te werken. Het Mercatorjaar bewijst dat de herdenking van verjaardagen een stevige motivatie tot bezoek teweeg brengen bij het publiek. Daarom is het van belang in de toekomst te focussen op kapstokken. Vanuit de stad wordt een inspanning gedaan om de stad Sint-Niklaas als Vlaamse cultuurhoofdstad op de kaart te plaatsen. Er wordt afgetoetst met het Waasland Shopping Center of er synergieën mogelijk zijn. De keuze die in de volgende legislatuur voorligt inzake personeelsbeleid is of het bestuur al dan niet kiest om een afgeslankte versie van de werking te behouden, maar wel degelijk met een beperkte personeelsuitbreiding. Minstens zo belangrijk als de uitbreiding van het personeel, is de kwaliteit van het nieuw aan het werven personeel, zowel wat dienstverlening en klantvriendelijkheid als wat capaciteiten, kennis en kunde betreft. De commissie wordt verder vernieuwd maar niet uitgebreid. Er wordt nagedacht of er een logiesoverleg wordt opgestart. De commissie toerisme is tevreden over de eigen structuur, alsook over de aanduiding van haar leden en het voorzitterschap door de gemeenteraad, resp. de adviesraden dewelke zij vertegenwoordigen. 13. Sport A. Omgevingsanalyse (DESTEP-methode) Demografische factoren Bron: Stadsmonitor 2011 (cijfergegevens 2010) Aantal inwoners : Aantal niet-belgen: Top 3 niet-belgen: (1) Marokkanen, (2) Nederlanders, (3) Turken Structuur van de bevolking: - Kinderen en jongeren (0 19 jaar): 22,6% - Jongvolwassenen (20 29 jaar): 12,4% - Actieve bevolking (20 64 jaar): 58,3% - Senioren (65+):19,1% - Oudste ouderen (80+): 5,2% Werkloosheidsgraad beroepsbevolking 2009: 7,77% Economische factoren Commerciële bedrijven gevestigd in Sint-Niklaas en actief in de sport: Basic-Fit, Prins Boudewijnlaan Health City, Aug. De Boeckstraat Fitness Siniscoop, Stationsplein Het Atelier, Lange Rekstraat Eurofit, Entrepotstraat De Kracht, Nieuwe Baan, Belsele Wima Bowling, Grote Markt Bowlingpaleis, Plezantstraat City Lizard, Aug. De Boeckstraat Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

227 Manège QC Stables, Beeldstraat Manège De Gulden Sporen, Bosstraat, Belsele La Rosteehoeve, Nieuwkerken De Galoppade, Leestraat, Sinaai JPR Indoor Carting, Europark Non-profit professionele sportorganisatie gevestigd in Sint-Niklaas: Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw, Aug. De Boeckstraat Uitzendorganisaties voor sportleraars: Vlabus vzw, Gent Amitabha, Brugge Evolutie: personal trainers steeds meer actief in de sportbegeleiding Sociaal/culturele factoren Bron: statistiek dienst onderwijs. Statistiek schoolbevolking Sint-Niklaas schooljaar Kleuteronderwijs: Lager onderwijs: Algemeen secundair onderwijs: Secundair technisch, beroeps-, kunstonderwijs en BUSO: Hoger onderwijs: Totaal: Bron: stadsmonitor 2011 Sportparticipatie in Sint-Niklaas: 47,7% van de bevolking Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: + 4% - gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 47,1% - mannen, jongeren en hoogopgeleiden hebben meer kans op sportdeelname - personen met Belgische nationaliteit doen iets meer aan sport Tevredenheid over het aanbod sportvoorzieningen: 78,9% van de bevolking Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: - 1,6% - Gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 76,1% Tevredenheid over het aanbod recreatievoorzieningen: 75,1% van de bevolking Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: - 0,2% - Gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 71,3% Aandeel van de inwoners dat één of meer sportevenementen heeft bijgewoond: 43,7% Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: - 6,1% - Gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 44,5%. Technologische factoren Hartslagmeter Stappenteller Start-to-run via ipod-/mp3-applicaties Fiets- en wandel-gps Wii sport Virtual spinning Geo catching Face book (sociale media) Ecologische factoren Bron: Stadsmonitor 2011 In Roeselare, Sint-Niklaas, Gent en Aalst woont, in tegenstelling tot de andere centrumsteden, minder dan de helft van de inwoners in de nabijheid van speelruimte. 126 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

228 Sportcentrum Puyenbeke beschikt over ruim ontwikkelingspotentieel als sport- en recreatiezone. Trend: sporten in de natuur Finse looppistes mountainbikeroutes loopomlopen paardenrijpaden. Politiek-juridische factoren Bron: Bloso Nieuw Sport voor Allen decreet (verwacht tegen ) met 4 beleidsprioriteiten: Ondersteunen vd kwalitatieve uitbouw vd sportverenigingen via een doelgericht subsidiebeleid Stimuleren van sportverenigingen tot professionalisering met bijzonder accent op kwaliteitsvolle jeugdsportbegeleiding Voeren van een activeringsbeleid met het oog op een levenslange sportparticipatie via een anders georganiseerd laagdrempelig beweeg- en sportaanbod Voeren van een beweeg- en sportbeleid met aandacht voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen krijgen om actief te participeren in sport Andere: Vlarem Decreten en KB s in verband met gezondheid en veiligheid Richtlijnen en aanbevelingen in verband met ethisch verantwoord sporten, meldpunt voor vormen van misbruik Aanbevelingsnota s in verband met sport en interculturaliteit, sport en vrijetijdsparticipatie B. SWOT-analyse Sterktes sportinfrastructuur: gevarieerd, ruim aanbod, gespreid over de stad professionelen sportdienst en sportcentra: ervaring en know how eigen sportaanbod: gevarieerd, vaste waarden, toegankelijke tarieven, veel deelnemers constructieve samenwerkingservaring met sportraad, andere stedelijke diensten (jeugd, welzijn, ) en andere lokale sportactoren sport handig instrument voor het bereiken van andere doelen: gezondheid, bevordering sociale cohesie, welzijn,. Zwaktes sportinfrastructuur: - hoge onderhouds- en renovatiekost - geen geautomatiseerd reservatie- en facturatiesysteem voor de sportcentra - niet-gecentraliseerd beheer stedelijke sportcentra - beperkte uitwerking procedures allerhande - tekort aan indoorsportruimte voor clubs op piekmomenten in stadscentrum en Nieuwkerken - tekort aan indoorsportruimte voor anders georganiseerde groepen - Sinbad: druk bevraagd door clubs, scholen en individuele zwemmers - Sinbad: heeft geen recreatieve inrichting - Sinbad: afhankelijkheid van de bereidwilligheid van personeelsleden ivm de werkuren, vooral in geval van vervangingen bij verlof en ziekte - Sinbad: groot personeelsverloop (vooral kassiers) en trage wervingsprocedures ontbreken van on line-applicatie voor verwerking subsidieaanvragen te weinig specifieke communicatietools onvoldoende structuur voor uitbouw permanente buurtsportwerking. Kansen nieuw sport voor allen-decreet met beleidsprioriteiten en daaraan gekoppelde subsidies beleids- en beheerscyclus Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

229 verdere samenwerking met andere actoren die actief zijn in de sport naschoolse openstelling van schoolsportinfrastructuur naschoolse samenwerking met buitenschoolse kinderopvang fondsenwerving via provinciale ondersteuning van bovenlokale sport, Stedenfonds, Europese subsidies ontwikkeling publiek-private samenwerking thema s toegankelijkheid en diversiteit in kader van sport winnen aan belang instrumenten zoals de kansenpas en de 80/20-regeling via het OCMW voor de bevordering van de participatie toenemende aandacht en overheidsondersteuning voor G-sport (sport voor personen met een beperking) speelweefselplan en stadsontwikkeling als basis voor een divers aanbod aan speel- en sportterreinen; het participatietraject gebruiken om als sportdienst mee actief te zijn in buurtoverleg en bijhorende acties diverser personeelsbestand in sportdienst en centra kan het bereiken van en communiceren met diverse publieksgroepen bevorderen gebruik maken van populaire sociale media gebruik maken van ervaring en expertise van stafleden om het overheidsbeleid op het vlak van sport mee te beïnvloeden nauwere samenwerking recreatiepark De Ster en Sinbad bij ingaan nieuwe structuur. Bedreigingen besparingen, zowel door stad als subsidiërende overheid toenemende armoede waardoor vermindering van sportparticipatie toenemende individualisering toenemende schermtijd groeiend klimaat van aversie tegen bepaalde doelgroepen, groeiende onverdraagzaamheid lokaal beleidsniveau lijkt onvoldoende doordrongen van het belang van een toegankelijkheids- en diversiteitsbeleid in de sport specifiek voor Sinbad: redder is een knelpuntberoep. C. Organisatie 1. CEL BEHEER en BELEID Recreatiepark De Ster en Sinbad Inclusief: - sporthal De Ster - sportzalen Sinbad - aanbod zwemlessen en aquafitness - aanbod zeil- en windsurflessen 1 fte leidinggevende A4aA4b 1 fte leidinggevende Sinbad B45 1 fte admin medewerker Ster C123 1 fte admin medewerker Sinbad C CEL BEHEER Sportcentra & SPORTBELEID Algemene leiding en coördinatie: 1 fte sportgekwalificeerd ambtenaar A1aA2aA3a Beheer sportcentra - sportcentrum De Witte Molen - sportcentrum De Mispelaer Nieuwkerken - sportcentrum De Klavers Belsele - sportcentrum Ter Beke Sinaai - sportcentrum Meesterstraat Nieuwkerken - sportcentrum Puyenbeke - schoolsportinfrastructuur (o.v. cfr. beleidsdoelstelling 3, beleidsvoorstel 1) 128 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

230 1 fte leidinggevende B45 1 fte admin medewerker C123 Centraal beheer reservatie-/facturatiesysteem Beleid Cel beleid (staf) sportbeleidsplan: opmaak, evaluatie jaarverslag, budgetopvolging Cel sportpromotie Concipiëring en uitvoering initiatieven kaderend in anders georganiseerde sport - eigen sportlessen, sportkampen, sportevenementen - initiatieven ter bevordering van diversiteit in en toegankelijkheid tot sport (fietscursus, - initiatie OKAN-klassen, buurtsport, project Open Stadion, ) ondersteuning sportinitiatieven van derden waaraan de stad zijn medewerking verleent sportbegeleiding brandweer samenwerking in kader van ILV Burensportdienst Waasland opvolging buurtsportinfrastructuur: inrichting en controle 1 fte leidinggevende sportgekwalificeerde ambtenaar B45 3 fte medewerkers B123 met relevante competentie in sportbegeleiding Cel administratie administratie algemeen informatie en communicatie (folders, websites, nieuwsbrief, ) subsidies trofeeën verhuring tafeltennislokaal Edelweiss administratie sportraad 2 fte admin medewerkers C Evenementen A. Analyse van het evenementenbeleid en omgeving Inhoud 1. Visie en missie 2. Witboek Evaluatie werkgroep evenementen Evolutie aanvraagformulieren voor evenementen 5. Wijkactiviteiten 6. Groei aantal stadsevenementen 7. Grote Markt 8. Toelagen via dienst evenementen en plechtigheden 9. Gegevens feestmateriaal 10. Plechtigheden 11. Donderdagse markt 12. Stadsmonitor Visitatiecommissie Stedenfonds 14. Enquête Memoranda advies- en dorpsraden 16. Jeugdbeleidsplan 17. Toegankelijkheid 18. Buurtvergaderingen Sint-Nicolaasplein Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

231 1. Visie en missie In 2006 werden onderstaande visie en missie m.b.t. evenementen geformuleerd. Deze kunnen allicht grotendeels overgenomen worden. Visie Sint-Niklaas wil een bruisende stad zijn. Eén van de instrumenten daartoe, is het evenementenbeleid. De inwoners van Sint-Niklaas moeten in staat zijn te genieten van hun vrije tijd. Een sterk uitgebouwd vrijetijdsaanbod kan mee zorgen voor levenskwaliteit en evenementen zijn een belangrijk onderdeel van dat aanbod. Het stadsbestuur wil daarom dat haar inwoners kunnen genieten van kleine en grote evenementen zoals grote openluchtconcerten en andere megahappenings, fuiven, wijkfeesten, zaalconcerten, beurzen en andere sociaal-culturele activiteiten. Missie 1. Het stadsbestuur dient enerzijds zelf enkele grote evenementen voor een ruim publiek te organiseren, waardoor ze een voortrekkersrol vervult. Anderzijds moet het ook een klimaat scheppen waarbinnen het aantrekkelijk wordt voor derden om evenementen te organiseren. 2. Een stadsbestuur dient zich te focussen op evenementen met inhoud. Tijdens evenementen kan men sensibiliseren m.b.t. beleidsdomeinen, werkvormen promoten, belangrijke dynamieken creëren, Men dient te vermijden om enkel brood en spelen te organiseren. 3. Evenementen worden idealiter aangegrepen om het sociaal kapitaal van onze stad te verzilveren. Het bestuur dient maximaal en wanneer mogelijk de eigen verenigingen en inwoners in te schakelen of te betrekken. 4. Belangrijk uitgangspunt zijn tradities en bestaande troeven. Onze stad kan gepromoot worden als marktenstad, kindvriendelijke stad (Stad van de Sint), ballonstad, verenigingenstad. Sint-Niklaas is echter ook het culturele middelpunt van het Waasland, met bijvoorbeeld sterke afdelingen van de Academie, een groot aantal culturele verenigingen en veel lokaal talent. Deze culturele rijkdom kan aangesproken worden i.k.v. het evenementenbeleid. 5. Tenslotte is het ook belangrijk dat het stadsbestuur zelf kwaliteit aanbiedt. Als goede huisvader moet het immers verantwoord omspringen met het sociaal en financieel kapitaal van de stad. 2. Witboek In het huidige witboek stond weinig concreets m.b.t. evenementen: Een aantrekkelijk en gevarieerd evenementenbeleid is naar de buitenwereld hét instrument voor stadspromotie en imagovorming, naar inwoners toe de motor voor een positieve identificatie met en trots op hun stad. Op geregelde tijdstippen organiseert het stadsbestuur zelf grootschalige activiteiten die uitstralen tot ver buiten onze stadsgrenzen, waarbij ook lokale artiesten en kunstenaars geregeld een forum zullen krijgen. Deze evenementen worden maximaal versterkt via het algemeen beleid rond stadspromotie en krijgen een prominente plaats in de algemene communicatiestrategie. Winter in de stad, de Vredefeesten, het Sint-gebeuren en de Terrasjesdagen hebben een speerpuntfunctie in het evenementenbeleid. Het huidige witboek werd concreter gemaakt in het strategisch plan. Daarin staat over evenementen de volgende strategische doelstelling: de stad als open podium. Het evenementenbeleid (naar buitenuit) hèt instrument voor stadspromotie en imagovorming en (naar de inwoners toe) motor voor een positieve identificatie met en trots op de eigen stad 130 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

232 Volgende operationele doelstellingen werden geformuleerd op basis van het witboek. 2.1 De Grote Markt én de andere pleinen, ook in de deelgemeenten, moeten (nog) meer ook een scène voor creatieve initiatieven kunnen worden. De bezetting van de Grote Markt is tijdens de huidige legislatuur met een derde gestegen tegenover De evolutie staat hieronder beschreven. Het plein kent nog een aantal tekortkomingen (zie verder). Het Sint-Nicolaasplein zag eerder evenementen verdwijnen (deels ten voordele van de Grote markt, zoals de ijspiste en de nieuwjaarsreceptie, maar die zijn het Sint-Nicolaasplein ontgroeid), maar kreeg ook een nieuw initiatief met Sinnekloas Danst (een organisatie van de horeca zelf), of eenmalige initiatieven zoals Music For Life in 2007 (met o.a. Zornik en Milk Inc) en Maes Music Box in 2010 (met Das Pop). Daarnaast krijgt het plein veel volk over de vloer tijdens de Walburgconcerten, de Pleinconcerten of de Laatste 100 Dagen. De problemen van het Sint-Nicolaasplein situeren zich eerder op de netheid van het plein (afval, niet ingevoegd) en veiligheid. Het Stationsplein heeft dan weer te lijden onder de afwezigheid van potentiële organisatoren (leegstand, en de aanwezige horeca neemt geen initiatief) en de vorm en inrichting van het plein (veel hindernissen). Het leent zich wel goed tot expo s. In de deelgemeenten staken wel regelmatig initiatieven de kop op (traditionele evenementen zoals de volkssportfeesten, carnaval Belsele, grote fuiven, kerstmarkten of de elfjuliviering in Sinaai, maar ook een verjaardagsfeest van De Droomballon, het afscheid van Tom Steels, reuzenbarbecue, circussen, de elfjuliviering in Nieuwkerken, ). Locaties die meer en meer als evenementenlocaties genoemd worden, zijn De Ster (voorstel Chinese lichtsculpturen, vtm Familiepicknick) en t Bau-huis. De Ster meer promoten en verhuren geeft op middellange en lange termijn allicht een beter resultaat en meer evenementen dan de organisatie van de Sterfeesten. Qua vorm zou het H. Heymanplein zich goed lenen tot de organisatie van evenementen, maar dit is momenteel niet of moeilijk verenigbaar met de functie als parking voor de handelszaken (inclusief GB Carrefour) op het plein. Indien zich hieronder een ondergrondse parking zou bevinden, zou het niet alleen een oplossing voor de Vredefeesten (plaatsgebrek wereldmarkt) betekenen, maar komt er ook ruimte voor ontmoeting (terrassen?) en eventueel andere evenementen (die niet altijd extra overlast moeten veroorzaken). Ondertussen werd het stadspark ook aangepast en versterkt met het oog op de organisatie van de Parkies (Walburgconcerten). Andere groene gezellige (en soms verdoken) plekjes zoals de tuin van de Salons voor Schone Kunsten en het park van De Casino zijn eveneens aantrekkelijk. Locatieprojecten van het Cultuurcentrum (o.a. Supervlieg) toonden ook het potentieel op wijkniveau aan. Over de Dries in Sinaai: Regelmatig vinden er evenementen, kermissen, circussen, plaats op de Dries. De bescherming van de eik op De Dries was belangrijk. Bij regenweer blijkt echter dat de bodem van de Dries bijna volledig verdicht lijkt te zijn. Het is heel normaal dat de bodem verdicht is door de steeds zwaardere voertuigen en installaties die hier opgesteld worden. Ter bescherming van het plein, lijkt het nuttig de bodem onder handen te nemen. We kunnen de bodemverdichting enkel oplossen door deze in de toekomst te weren van het terrein, en b.v. op te stellen op de verhardingen. In dat geval kunnen we een grondige bodembewerking uitvoeren en is het probleem opgelost. Als er nadien echter opnieuw zware voertuigen opkomen, begint het hele proces opnieuw. Het valt ook niet te ontkennen dat er op vlak van concerten en muziekfestivals heel wat meer is beginnen leven in Sint-Niklaas, boven op hetgene er al was. Een niet-limitatief overzicht: Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

233 Stadsschouwburg cultuurcentrum, De Casino, t Ey, de jeugdcentra, Parkies, Krock, Villa Pace, Viva Lola, Statie West, 2.2 De diensten evenementen, stadsanimatie en feestelijkheden rationeel structureren De diensten zijn ondertussen samengesmolten in het organogram van de stad, met één leidinggevende en verschillende cellen. Er werd enkele keren gewerkt aan een geïntegreerd feestloket (nu zijn ook de diensten milieu, financiën en jeugd betrokken), maar er werd niet meteen een politieke consensus gevonden. In 2011 besloot het college uiteindelijk wel om een feestloket in te richten, maar kon het niet ingevoerd worden wegens gebrek aan de nodige bureelruimte. Verder onderaan bespreken we de stijging van het aantal stadsevenementen en aanvragen tijdens deze legislatuur. De dienst werd wel uitgebreid, maar de taken groeiden nog meer. Daardoor staat de dienstverlening voor derden onder druk. In 2005 waren de toen nog twee - diensten met 6,5 VTE (evenementenbeheer en plechtigheden en stadsanimatie). In 2011 was men met 7,5 VTE (geïntegreerde dienst evenementen en plechtigheden). Hieronder staat een samenvattend overzicht van de taken die de dienst opneemt, met het percentage van de totale tijdsbesteding. Tijdsbesteding van de dienst evenementen en plechtigheden: Omschrijving % Organisatie van eigen evenementen 33 Organisatie en ondersteuning van plechtigheden en 21 ontvangsten Organisatie markten en foren 12 Administratieve behandeling van aanvragen van 10 materiaal Administratieve taken (werking dienst, subsidiëring, ) 9 Administratieve behandeling van aanvragen van 6 evenementen (evenementenbeheer) Informatieverstrekking 5 Ondersteuning van private evenementen 3 Beleidsadvisering Op geregelde tijdstippen zelf grootschalige activiteiten opzetten die uitstralen tot ver buiten de stadsgrenzen en waarbij ook lokale artiesten en kunstenaars een podium krijgen. Op dit vlak werd een enorme vooruitgang geboekt. Sint-Niklaas staat stilaan bekend om enkele van haar evenementen en als stad waar veel te doen is. De Vredefeesten, het Huis van de Sint, Sint in de Piste, het Na-Tourcriterium, de kerstmarkt op de Grote Markt en de ijspiste hebben een uitstraling tot ver buiten de stadsgrenzen. Lokale artiesten krijgen een podium tijdens de Vredefeesten, Stad van de Sint, de kerstmarkt op de Grote Markt, de Pleinconcerten, occasioneel op kleinere evenementen, 2.4 Winter in de Stad, Vredefeesten (Villa Pace), Stad van de Sint en Terrasjesdagen hebben een speerpuntfunctie in het evenementenbeleid. Ook op dit vlak werden grote stappen vooruit gezet. Sint-Niklaas Wintert heeft nu een mooiere ijspiste met meer bezoekers, wat ook gezegd kan worden over de kerstmarkt op de Grote Markt. Het bezoekersaantal van de Vredefeesten is verdubbeld en het ballonprogramma en Villa Pace bleek een perfect huwelijk. Stad van de Sint zag een verdubbeling van het aantal bezoekers van het Huis van de Sint, een razendsnel uitverkopende Sint in de Piste en een Dag van de Sint met bezoekers bij goed weer. Bovendien werd aan de drie projecten een grote promotiecampagne gekoppeld. Het Centrummanagement heeft grotendeels zelf de stekker uit de Terrasjesdagen als evenement getrokken, omdat de randactiviteiten niet altijd meer klanten voor de handelszaken opleverden, de handelaars vooral met hun winkel bezig zijn op dat moment, de data niet altijd even gunstig vallen en de beachvolleyhappening op de Grote Markt niet altijd tijdens de terrasjesdagen valt. Het was zes jaar geleden al het zwakke broertje van de speerpunten en dient niet langer als zulks beschouwd te worden. Het blijft natuurlijk wel belangrijk om in het commerciële belang voor de middenstand een aantal (vooral promotionele) acties te ontwikkelen in de schoot van het Centrummanagement. De toeristische dienst kan daar een aantal nevenactiviteiten aan koppelen (zoals nu al het geval is). 132 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

234 2.5 Ook beginnende en meer kleinschalige activiteiten ondersteunen (incl. podiumkansen aan aankomend talent) Aankomend talent werd hiervoor en ook verder besproken. Aangezien de dienst evenementen vooral opdrachten kreeg om zelf evenementen te organiseren, en de dienst bovendien lang onderbezet bleef, werd nog te weinig werk gemaakt van de ondersteuning en vooral de werving van beginnende activiteiten. Waar die zich toch aandienden, werden ze effectief ondersteund. Fuiven van jeugdverenigingen werden ondersteund en begeleid sinds 2008 door de jeugddienst. Het valt immers op dat de evenementenkalender opvallend is uitgebreid sinds de vorige legislatuur. Getuige daarvan zijn de stijging van het verhuur van feestmateriaal (ongeveer 10% meer leveringsposten) en de stijging van het aantal aanvraagformulieren voor evenementen (ongeveer 30% meer). Concreet denken we aan Viva Lola, de Ijsberenduik, erkende wijkkermissen, de elfjuliviering in Nieuwkerken, de Sterkste man van België, de beachvolleyhappening, Waasland Street Cup, Lotto Street Soccer, Sinnekloas Danst, (niet alle evenementen hadden ondersteuning nodig en niet alle evenveel, de ondersteuning gebeurde overigens door verschillende diensten). 2.6 De sponsorwerving professionaliseren, occasioneel met de hulp van derden De professionalisering van de sponsoring van Stad van de Sint was geen succes. Voor de Vredefeesten, Villa Pace, het Na-Tourcriterium en Retrorock gebeurde de werving door medewerkers of politieke vertegenwoordigers van het stadsbestuur. Met bijna EUR netto zijn de inkomsten voor de Vredefeesten gelijkaardig aan die van vroegere edities, met dat voordeel dat het publiek bij afwezigheid van een grote sponsortent nu meer kan genieten van het evenement. Bovendien liggen de inkomsten voor Villa Pace nog hoger, nl EUR in Met een uitgebreide promotiecampagne, een aantrekkelijk programma en bezoekers kan dan ook een degelijke return aan de sponsors aangeboden worden. Voor Stad van de Sint liggen er heel wat mogelijkheden. Hier ontbreekt enkel de tijd bij de administratie om er werk van te maken. Desondanks wordt hier tussen de en EUR opgehaald. Return is mogelijk vanwege de uitgebreide promotiecampagne en de hoge publieke opkomst ( bezoekers). Gezien de kindvriendelijkheid van het evenement, dient voorzichtig omgesprongen te worden met een te agressieve sponsorstrategie. De samenwerking met de private sponsorwerver werd stopgezet wegens te weinig geldelijke return. Sponsorwerving voor het Na-Tourcriterium is contractueel verplicht tegenover Vistamedia, maar de jaarlijkse EUR is geen probleem. Momenteel is er zelfs voldoende sponsorgeld opgehaald door de ereburgemeester om te voldoen aan de engagementen voor de editie 2013 en deels De return wordt verzorgd door Vistamedia. De sponsoring van Retrorock kwam moeilijker op gang, gezien het een jong evenement betreft, er weinig return beschikbaar is voor de sponsors en de opkomst twee keer tegenviel. 2.7 Maximaal samenwerken met lokale verenigingen en gespecialiseerde organisaties (tot op wijk- en dorpsniveau) Op dit vlak werd veel werk verzet. Met volgende verenigingen werd samengewerkt (niet-limitatief!!!!): Vredefeesten: Nikki Ballooning, Feest in de Stad, jeugdhuizen Kompas en Den Eglantier, De Casino, t Ey, VIF, Beweging in de Stad (zelf een koepelvereniging van meer dan honderd verenigingen en organisaties). Samen zetten meer dan 800 vrijwilligers zich in voor het evenement. Stad van de Sint: Sint-Nicolaasgenootschap, ACHA, Kinderkoor Mozaïek, tientallen verenigingen voor het speelplein op de Dag van de Sint Sint-Niklaas Wintert: horecacomité Grote markt, Oxfam Wereldwinkels, de AAS, Centrummanagement En verder: Beachvolleyhappening: de verenigde volleybalclubs, Wintercross De Ster: Vrienden GP De Ster, de comités van de erkende wijkkermissen, vzw Bongito (Viva Lola, spiegeltent, ijspiste, Nieuwjaarsfuif), tientallen verenigingen die Sint-Niklaas for Haïti organiseerden, de jeugdbewegingen voor Music For Life, de reuzengilde Sint-Nicolaas, de carnavalverenigingen, de dorpsraden (volksportfeesten, elfjulivieringen, ), Lotto Street Soccer (de voetbalclubs), alle turnverenigingen, Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

235 Het Cultuurcentrum organiseert Supervlieg op wijk- en deelgemeenteniveau. De wijkfeesten worden goed ondersteund en het aantal is opmerkelijk gestegen. Initiatieven in de deelgemeenten worden ondersteund. Het idee van een kroegentocht in de deelgemeenten (ooit opgeworpen door jeugdhuis De Galjaar in Belsele) kan uitgewerkt worden, maar dan wel op een andere dag dan de kroegentocht in de stadskern. Dorpsraden en verenigingen kunnen nog meer betrokken worden bij de kermissen. Dat gebeurt nu sporadisch, maar kan structureel worden. 2.8 Een goede en efficiënte ondersteuning en dienstverlening (materieel, promotioneel, organisatorisch) voor initiatieven van derden Enquêtes en reacties op het terrein tonen aan dat organisatoren tevreden zijn over het aanbod en de kwaliteit van het feestmateriaal. Een vergelijking met andere centrumsteden toont bovendien dat we veel meer (en meestal goedkoper) materiaal ter beschikking hebben. Pluspunten zijn ook de ontwikkeling van een fuifkoffer door de jeugddienst en de efficiëntere werking van dienst feestelijkheden. Er liggen ook plannen klaar om het proces van verhuur van het feestmateriaal te versnellen en de termijn waarop aanvragers een antwoord krijgen te verlengen. Nu duurt het nog te lang eer aanvragers een antwoord krijgen. Promotioneel: een papieren versie van Uit in Sint-Niklaas werd ontwikkeld, een website is er alsnog niet. De website van Sin City is voorlopig niet wat hij moet zijn en wordt niet zwaar gepromoot. De aanplakborden worden goed gebruikt, maar het aantal is beperkt. Het verdelingssysteem van posters in stedelijke gebouwen is een pluspunt, maar niet alle locaties zijn even goed, of worden even goed opgevolgd. Sint-Niklaas Zomert en Sint-Niklaas Wintert zijn uitgegroeid tot campagnes waarin ook private initiatieven aan bod komen. Het flyerverbod weegt wel op de verenigingen. Organisatorisch: de plannen voor een geïntegreerd feestloket bestaan al lang bij de administratie en in 2011 werd daarvoor ook een politiek akkoord gevonden. Helaas is er nog geen fysieke ruimte gevonden en moeten de nodige personeelsverschuivingen nog onderzocht worden (wat pas nut heeft als er fysieke ruimte wordt gevonden). Pluspunt is de verdere invulling van de dienst evenementen. Helaas moet de dienst vooral tijd en energie in eigen evenementen investeren, waardoor er te weinig ruimte blijft voor ondersteuning van initiatieven door derden. Binnen het huidig college is wel een consensus gevonden over minder, maar beter, waardoor die ruimte wel zou vrijkomen. 2.9 Aandacht voor de publieke veiligheid, fietsenparking en de beperking van lichthinder, afval, geluidsoverlast, energie, water, sanitaire voorzieningen (ook voor rolstoelgebruikers)... maken eveneens deel uit van het evenementenbeleid Publieke veiligheid tijdens evenementen was geen aandachtspunt voor het huidige bestuur. De dienst publieke veiligheid en leefbaarheid werd stelselmatig afgebouwd. In 2006 bestond die nog uit 2 adviseurs en een halftijdse administratief medewerker. In 2012 bestaat die uit 1 hoofddeskundige (in opleiding) en een halftijdse administratief medewerker. De samenwerking tussen dienst evenementen en dienst publieke veiligheid verliep wel heel goed en de medewerkers deden wat ze konden. Er werd werk gemaakt van duidelijke fiches, er waren veiligheidsrondgangen, de nodige veiligheidsvergaderingen, een goede samenwerking met politie en brandweer, Er werd werk gemaakt van mobiliteitsplannen bij grote evenementen, maar dat gebeurt tot nu toe door de dienst evenementen en plechtigheden zelf, wat niet evident is. Traject werkte een mobiliteitsplan uit voor de Vredefeesten. Op basis van die ervaring werd voortgewerkt, ook voor andere evenementen. Er wordt aangemoedigd om gebruik te maken van openbaar vervoer en alle informatie omtrent bereikbaarheid wordt opgenomen op websites van evenementen en in brochures. Waar nodig, worden feestbussen ingezet. Dat systeem dient hier en daar verfijnd, sneller beslist (!) en beter gecommuniceerd. Bij grote evenementen worden extra fietsenstallingen voorzien. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Euromarkt, Na-Tourcriterium en Vredefeesten, maar ook bij grote evenementen tijdens de kermissen. Er werd een geslaagd experiment met betalende pendelparkings georganiseerd tijdens de VTM Kzoom Kerstparade. Er werd wel vastgesteld dat het nefast is voor de handelaars in de binnenstad om tijdens de eindejaarsperiode de stadskern af te sluiten voor verkeer. 134 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

236 De stadskern wordt reeds (deels) afgesloten voor verkeer tijdens de Vredefeesten (vrijdag-zondag) en het Na-Tourcriterium (vrijdag). Aan afval is het moeilijk werken. Sowieso zijn standhouders op evenementen verplicht hun afval te sorteren. Om veiligheidsredenen wordt op grote evenementen echter vaak een verbod op gebruik van glas uitgevaardigd, waardoor er plastic bekers gebruikt worden. Omwille van praktische en terechte bezwaren, is het gebruik van herbruikbare bekers niet altijd mogelijk (geen afgesloten ruimte dus te veel verlies, gebrek aan stockageruimte, geen mogelijkheid tot afwassen, ). Waar mogelijk wordt het wel toegepast of aangeraden. Er is een nieuw soort herbruikbare bekers op de markt die het misschien gemakkelijker maakt op vlak van reiniging en deels stockage. Met de fabrikant daarvan werd reeds contact genomen. Tijdens Villa Pace wordt sinds enkele jaren een afwasstand ingezet. Daardoor kunnen op de wereldmarkt echte borden, echt bestek en herbruikbare bekers ingezet worden. Er geldt een flyerverbod in Sint-Niklaas, wat papierafval vermindert. Het vermindert echter ook de mogelijkheden voor organisatoren om hun activiteit te promoten. De stad vermijdt het gebruik van blik tijdens evenementen. Ook de verkoop in PET-flesjes tijdens eigen evenementen wordt vermeden. Zo wordt er tijdens Villa Pace enkel uit grote flessen in bekers geschonken. Op enkele evenementen is hier nog werk aan de winkel, maar dan moeten soms partners overtuigd worden. Geluidsoverlast is een blijvend aandachtspunt. Er zijn weinig evenementen in de stadskern die tot laat luide muziek spelen. In principe zijn dat enkel Villa Pace en het Na-Tourcriterium. Voor andere evenementen wordt 22u, 22u30 of 23u als einduur voor de afwijking op de geluidsnormen en/of het einduur van de activiteit gehanteerd. Denk daarbij aan de Pleinconcerten, Sinnekloas Danst, de Parkies, kermisactiviteiten, Euromarkt, Bij eigen evenementen wordt ook voldoende geïnvesteerd in goed geluidsmateriaal om een optimale spreiding van het geluid te bekomen en worden er vaak door stadsdiensten of politie geluidsmetingen uitgevoerd. Jaarlijks worden er ook private evenementen geselecteerd die aan permanente metingen ter plaatse worden onderworpen. Prioriteit wordt hierbij gegeven aan activiteiten in kwetsbaardere omgevingen, met programma s die tot overlast kunnen leiden en aan evenementen die in het verleden al geluidsoverlast hebben veroorzaakt. Met de inwoners van de uitgaansbuurt werden buurtvergaderingen georganiseerd. Zie verder voor het resultaat. Enkele jaren geleden werd ook duidelijk dat de Vlaamse overheid zou werken aan nieuwe regelgeving rond geluidsnormen, vooral ter voorkoming van gehoorschade. Ondertussen is die wetgeving er, en zal ze van kracht gaan vanaf 1 januari Het heeft gevolgen voor alle organisatoren van kleine en grote evenementen, en zal logistieke en financiële gevolgen hebben. Er komt ook een wettelijk kader met verschillende categorieën van concerten en geluidsnormen. De overheid legt bepaalde normen op aan verschillende categorieën van concerten. Deze nieuwe regelgeving zal geïntegreerd moeten worden in het lokale beleid. Energie- en waterverbruik is onontkoombaar bij evenementen. Niettemin is duurzaamheid een belangrijk thema tijdens evenementen zoals Villa Pace en de kerstmarkt (in samenwerking met Oxfam Wereldwinkels). De inzet van stroomgroepen met biodiesel werd onderzocht, maar er werd geen leverancier bereid gevonden. Tot nu toe wordt bij het gebruik en de verhuur van lichtkransen gebruik gemaakt van gloeilampen. De vervanging door een alternatief met LED-verlichting wordt momenteel onderzocht. Er wordt sowieso op toegezien dat stroomgroepen afgezet worden wanneer mogelijk. Het is vooral een kwestie van instelling en het aankweken van de gewoonte om duurzaam met water en energie om te springen. Over sanitaire voorzieningen. De stad verhuurt vier (!) toiletwagens. Wanneer de eerstvolgende is afgeschreven, wordt prijs gevraagd voor de aankoop van een wagen waarbij ook een toilet voor andersvaliden wordt voorzien. Bij de grootste evenementen worden toiletten bij gehuurd (Vredefeesten, kerstmarkt, ijspiste, Na-Tourcriterium). Het gebrek aan voldoende afvoerpunten voor afvalwater op de Grote markt speelt ons echter parten. Er worden op strategische locaties ook plaszuilen tegen het wildplassen geplaatst bij grote evenementen. Er wordt ook signalisatie voorzien naar de sanitaire voorzieningen tijdens de grootste evenementen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

237 2.10 t Bau-huis uitbouwen tot de nieuwe polyvalente economische en culturele accommodatie van de stad. t Bau-huis is ondertussen open. Hoe de kalender er zal uitzien, moet nog blijken, aangezien de hal pas in 2011 is geopend. De afwezigheid van een milieuvergunning klasse II voor de fuifzaal vermindert de mogelijkheden op sociaal-cultureel vlak danig. Ook de binnenakoestiek is nog een probleem. Die is onvoldoende. Daarvoor werd een studie besteld. Daarnaast is er weinig materiaal beschikbaar (opmerkelijk minder dan in de Stadsfeestzalen). Daardoor moet dienst feestelijkheden meer materiaal leveren dan vroeger, wat dan weer weegt op de dienstverlening naar andere organisatoren toe. De indruk bestaat ook dat er te veel verwacht wordt van de directeur die daar slechts halftijds voor aangesteld is. Het is moeilijk om dergelijke zaal tot volle ontwikkeling te laten komen als daar slechts een halftijdse functie voor wordt uitgetrokken, zeker in de beginfase. 3. Evaluatie werkgroep evenementen 2011 Het aantal grote evenementen en stedelijke organisaties ligt te hoog. Enkele gevolgen: Tegenvallende bezoekersaantallen Vaak hetzelfde publiek Niet alle promocampagnes worden nog opgepikt. Er zit geen lijn in, er is te veel versnippering en de campagnes doen elkaar concurrentie aan wegens te veel. Materiaaltekorten, zelfs voor enkel stadsevenementen. Arbeidsongevallen en aanverwante problemen bij vooral technische diensten Administratie heeft onvoldoende tijd om aan kwaliteit te werken. We doen wel veel, maar net niet goed genoeg. Beter minder organiseren, maar beter? Er worden fouten gemaakt in de promotie. Budgetten zijn niet altijd toereikend. Het budget over een kleiner aantal evenementen spreiden, zou allicht soelaas bieden. Zo kan er aan kwaliteit en promotie gewerkt worden. Algemeen gevoel van overlast bij een aantal inwoners van de stadskern. Uiteraard worden bovenstaande oorzaken dan weer soms door andere (vermijdbare) omstandigheden veroorzaakt, maar er lijkt weinig twijfel over te bestaan dat de kalender oververzadigd is. Daarom nam het college op basis van de bevindingen en voorstellen van de werkgroep evenementen, de volgende beslissingen: Op basis van de bovenstaande problemen en diverse evaluaties, wil de werkgroep voortaan op volgende basis werken: In de toekomst minder zelf organiseren tgo. 2011, maar wat overblijft wel beter! Inzetten op kwaliteit en op grote evenementen Inzetten op promotie Meer aandacht voor doelgroepen die momenteel gemist worden: jongeren, muziekliefhebbers, meerwaardezoekers Opstellingen efficiënter Vooral inzetten op speerpunten: Vredefeesten, Stad van de Sint, Winter in de Stad Sterfeesten worden niet georganiseerd tijdens een jaar met Euromarkt, en verhuizen in de andere jaren terug naar het eerste weekend van augustus. Belangrijk: dit zou het mogelijk maken om meer private initiatieven te ondersteunen, zodat het totale aanbod gelijk blijft of zelfs stijgt. 136 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

238 4. Evolutie aanvraagformulieren voor evenementen Het aantal aanvraagformulieren steeg sinds 2005 (eerste volledige jaar waarin met het aanvraagformulier werd gewerkt) van 252 naar 372 in Dit is een stijging met 48% jan ng feb ng maa ng apr ng mei jun jul aug sep okt nov dec totaal ng Wijkactiviteiten Het aantal wijkactiviteiten steeg van 45 in 2004 naar 153 in : : : : : : : : 153 In 2011 werden de 153 activiteiten met een wijkpremie georganiseerd door 134 verschillende organisaties. Dit zijn niet noodzakelijk buurtcomités. Een aantal evenementen komen immers ook in aanmerking voor een wijkpremie omdat ze een onderdeel specifiek naar buurtbewoners richten, omdat ze de buurtbewoners expliciet uitnodigen, 6. Groei aantal stadsevenementen Bestaande evenementen werden uitgebreid: Vredefeesten met Villa Pace (van naar bezoekers, meer activiteiten, meer promotie) Sint-Niklaas Wintert (intensievere kerstmarkt, met daarnaast jaarlijks wisselend programma: straattheater, festival in een tent, kerstparade, ) Zomerkermisprogramma (van 5 naar 10 activiteiten waarbij soms enkele grote zoals Vlaanderen Muziekland en VTM Zomertour) Sinds de stadsvernieuwing zijn volgende vaak grote - evenementen erbij gekomen op de kalender: Dag van de Sint (2006) Evenementen tijdens de meikermis (2006, 2 weekends vanaf 2007) Dag van het Park (2006) Beachvolleyhappening (2006, uitbreiding programma vanaf 2007) Nieuwjaarsdrink voor de bevolking (2008) Na-Tourcriterium (2010) Retrorock (2010) Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

239 Eenmalige projecten waren er ook, maar die zijn er allicht altijd geweest. Bv. Land van Reynaert, Sint- Niklaas 4 Haïti, Sint-Niklaas gaat Vreemd, Music For Life, 7. Grote Markt 7.1 Bezettingsgraad We zien een opmerkelijke stijging van het aantal evenementen op de Grote Markt tegenover Aantal dagen Stijging tgo. vorige jaar Stijging tgo ,4% +1,4% ,7% +0,7% ,9% +17,7% ,4% +20,6% % +32,6% % +18,4% (d.d ) +14,97% +36,17% Hierin zijn niet begrepen: spelnamiddagen jeugdbewegingen (tenzij grootschalig), repetities harmonieën, duivenlossingen, commerciële promotieacties, activiteiten onder voorbehoud. Hierin zijn wel begrepen: opbouw en afbraak, marktdagen. In bovenstaand cijfer voor 2005 zijn 12 ontbrekende marktdagen en 6 dagen virtueel circus meegerekend. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar wordt er doorgaans weinig georganiseerd op de markt. Sinds 2006 betrof dat telkens één circus (6 tot 12 dagen). Doorgaans komen er in de loop van het jaar nog activiteiten bij. 7.2 Logistieke tekortkomingen Grote Markt Heel weinig afvoermogelijkheden voor afvalwater en sanitair Boardwalk kant stadhuis is 40cm hoog, maar is wel een in- en uitgang voor de donderdagse markt. Verzakkingen? Ook marktkasten moeten regelmatig hersteld/ ingevoegd worden Kabelgoot van stadhuis naar marktplein? (wordt aan gewerkt) Taluds (oprijplaten) naar het binnenplein voor de zijbeuken van het stadhuis, zijn niet vast, met alle problemen van dien (op- en afrit bij diverse evenementen). Permanent systeem beter al dan niet met inklapbare paaltjes? Weinig verankeringpunten (enkel voor circustenten, terwijl die slechts twee keer per jaar staan en ze dan nog niet eens allemaal kunnen gebruiken. Vlaggenmasten moeilijk weg te nemen (voet blijft boven de grond uitsteken, masten aan Het Woord zijn een beter systeem) Sanitair in parkeerkuil? Mobiele paaltjes vaak stuk. 7.3 Verkeersveiligheid Daarnaast vormen de oversteekplaatsen een probleem op vlak van verkeersveiligheid. Automobilisten zijn weliswaar verplicht om af te remmen bij de luifels om te kunnen zien of iemand wil oversteken. Daarvoor zijn ze gecreëerd. De glazen wanden zorgen echter voor een te beperkte zichtbaarheid, zeker van kleine kinderen. Ook de (vaak te hoge) rijsnelheid van de bussen van De Lijn is bedenkelijk. Bij de creatie van speelelementen dient rekening gehouden te worden met verkeersveiligheid. Zo ligt de zone aan Het Woord bijvoorbeeld vlakbij de rijbaan. Het binnenplein zelf wordt gebruikt door fietsers. 138 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

240 7.4 Aanpassingen aan de Grote Markt - beeldkwaliteitsplan Het beeldkwaliteitsplan, zoals voorgesteld door Nero, biedt een leuk voorstel ter vergroening van de Grote Markt. Op een aantal vlakken bedreigen de voorstellen wel enkele (onderdelen van) activiteiten in gevaar en worden logistieke mogelijkheden beperkt. Het is aan het bestuur om de keuze te maken. Blijft het plein maximaal ingezet worden als evenementenplein of niet? De integrale uitvoering van het plan zou bijvoorbeeld grote gevolgen hebben voor de Vredefeesten. Zie hiervoor een uitgebreider rapport met adviezen over het beeldkwaliteitsplan. Het beeldkwaliteitsplan moest natuurlijk verder werken op de vorige heraanleg van het plein, wat de mogelijkheden beperkte. Er is een grote afstand tussen de gevels en het binnenplein, waarbij beide worden gescheiden door bushaltes, een parkeerkuil en een boardwalk. Dit komt de gezelligheid niet ten goede. Je verliest ruimte voor groen, zit- of spelelementen, terrassen, Bij evenementen of tijdens de zomer, zijn bijvoorbeeld terrassen tot aan het binnenplein niet mogelijk. Deze situatie is allicht een gevolg van de verkeerscirculatie rond de Grote Markt, die ook op andere vlakken een hinderpaal is voor de organisatie van de wekelijkse marktdag en van evenementen (zie elders). Bovendien maakt de aanwezigheid van druk autoverkeer sowieso de terrassen een pak minder gezellig. 8. Toelagen via dienst evenementen en plechtigheden Onze dienst keert toelagen uit, die al in de meeste gevallen tientallen jaren worden uitgekeerd. Hier staan echter in de meeste gevallen geen reglementen tegenover. 8.1 Deelnemers kroegentocht Variabel, afhankelijk van aanvragen 8.2 Carnavalverenigingen: Orde der Muilentrekkers, p.a. Marktstraat 61, 9111 Belsele Los Vanheckos, p.a. Frans Van Cauwelaertlaan 7, 9100 Sint-Niklaas De Dag en Nachtvrienden, p.a. Moortelhoekstraat 91, 9111 Belsele De Carnavalfederatie Oost-Vlaanderen, p.a. Nauwstraat 136, 9111 Belsele De Kleine Zwaantjes, p.a. Lokerse Baan 21, 9111 Belsele De Prinsenkamer,p.a. Moortelhoekstraat 87a, 9111 Belsele De Boelekes, p.a. Groenstraat 3, 9111 Belsele De Kroonvrienden, p.a. Belseledorp 94, 9111 Belsele 8.3 Muziekmaatschappijen: KON. HARMONIE DE KUNSTVRIENDEN, p.a. Kalkstraat 12, 9100 Sint-Niklaas KON. SOC. HARMONIE DE TOEKOMST, p.a. Baron Dhanisstraat 5, 9100 Sint-Niklaas KON. HARMONIEORKEST WAESIANA, p.a. Weimanstraat 19, 9112 Sinaai KON. HARMONIE SINTE-CECILIA-SINAAI, p.a. Hulstbaan 120, 9112 Sinaai KON. FANFARE SINTE-CECILIA-BELSELE, p.a. Belseledorp 37, 9111 Belsele KON. FANFARE DE EENDRACHT-NIEUWKERKEN, p.a. Pastorijstraat 26, 9100 Nieuwkerken 8.4 Erkende wijkkermissen Witte Molenfeesten, georganiseerd door het Comité Witte Molenfeesten; Terekenfeesten, georganiseerd door het Comité der Terekenfeesten; Wijkkermis Duizend Appels, georganiseerd door Kon. Sport- en Feestkomitee Duizend Appels vzw; Wijkkermis Molenhoek, georganiseerd door Feest- en Sportcomité Molenhoek Sinaai; Wijkkermis Leebrug, georganiseerd door Leebrug Sportief vzw; Wijkkermis Stenenmuur, georganiseerd door Wijkcomité Stenenmuur; Zonnefeesten, georganiseerd door feestcomité Belsele; Statiekermis, georganiseerd door Wijkcomité De Statievrienden; Kermis Puivelde, georganiseerd door Wielerclub Albertsvrienden vzw; Kermis Belsele, georganiseerd door Kon. Belsele Sportief Sportcomité vzw; Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

241 Kermis Nieuwkerken, georganiseerd door Wielerclub Gemeentebelangen Nieuwkerken; Kermis Sinaai, georganiseerd door Kon. Sportcomité Gemeentebelangen Sinaai vzw. 8.5 Organisatoren activiteiten tijdens kermissen Variabel, afhankelijk van aanvragen 8.6 Vaderlandslievende verenigingen: Wase Vriendenkring Brigade Piron Kon. verbond veteranen van Koning Albert I sectie Sint-Niklaas Kon. verbond veteranen van Koning Leopold III sectie Sint-Niklaas Nat. Verbond oorlogsinvaliden Wase vriendenkring paracommando s Vriendenkring politieke gevangenen Poolse oud-strijders 1e Poolse pantserdivisie afdeling Waasland Kon. nat. vereniging Reserve officieren groepering Waasland Vriendenkring van de spoorwegweerstand van het Land van Waas Nat. Verbond der weggevoerden en werkweigeraars Vriendenkring onderofficieren Waasland Rolliers 1830 België één Vriendenkring oudgediende onderofficieren en gelijkgestelden kwartier Westakkers Bond der burgerlijke oorlogsslachtoffers Sint-Niklaas Kon. politieverbroedering Sint-Niklaas Belgische (oud)strijders voor een democratisch Europa Regionale Land van Waas Oud-strijders UNO-troepen Korea vriendenkring Sint-Niklaas Nat. Strijdersbond van België afdeling Sinaai Oud-strijders Nieuwkerken Nat. Strijdersbond van België afdeling Belsele Vlaamse oud-strijders afdeling Belsele 8.7 Reuzengilde Sint-Nicolaas 8.8 Diverse evenementen: ACHA voor Sint in de Piste Bongito voor Viva Lola en de ijspiste Vistamedia voor het Na-Tourcriterium Centrummanagement voor Pleinconcerten, Terrasjesdagen De Ster voor de Sterfeesten Stadsbelangen voor Grote Prijs Stadsbelangen Albertvrienden voor profkoers Puivelde Verenigde Volleybalclubs voor Beachvolleyhappening 9. Gegevens feestmateriaal 9.1 Evolutie personeel dienst feestelijkheden Personeelsbezetting in FTE Feestelijkheden (vanaf 2007 incl Wep+) ,75 14, Seizoen Feestelijkheden 1,75 2,4 2,9 2,25 2,25 2,25 2,25 1,5 2,25 2, Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

242 9.2 Evolutie aantal leverposten dienst feestelijkheden Aantal posten 7/03/2012 Jan Feb Maa Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Totaal Bovendien en dat is niet uit bovenstaande cijfers uit te leiden is het aantal grote leverposten enorm gestegen tegenover de vorige legislatuur. Daarmee bedoelen we posten waar veel materiaal wordt geleverd (grote aantallen tafels en stoelen, veel hekwerk, podia, ). Dit heeft te maken met het groter aantal evenementen dat door de stad wordt georganiseerd. 9.3 Vergelijking aanbod met andere centrumsteden Het aanbod qua feestmateriaal werd vergeleken met dat van Kortrijk, Mechelen, Oostende en Hasselt. Er werden ook plaatsbezoeken afgelegd. We hebben een veel ruimer aanbod in verhuur en hebben meestal meer stuks van het betreffende artikel. Zie tabel. De gegevens dateren uit Aanbod verhuur Sint-Niklaas Kortrijk Mechelen Oostende Hasselt Nadarhekken 1.900m 1.300m 1.800m 1.550m 2.400m Herashekken 250m? 0 0 Tussen 300 en 500m Stoelen Tafels Staantafels Banken Plankenvloer 1.300m² Podiumelementen (binnengebruik) Tribunes 0 Tot 800 pers Expopanelen Tentjes 20? Toiletwagens Brandblussers Vlaggenmasten ja ja? ja ja 9.4 Een vergelijking van het ontleende materiaal in 2010 met Mechelen We verhuurden opmerkelijk meer materiaal dan het stadsbestuur van Mechelen, wat nochtans een grotere stad is. Bovendien beschikken we ook over meer materiaal. Zo worden in Mechelen geen tentjes, plankenvloer of herashekken verhuurd. Ontleend materiaal Aantal Sint-Niklaas Aantal Mechelen Stoelen Tafels Nadarhekken ,5m m Herashekken Plankenvloer m² 0 Podiumelementen stuks stuks Tentjes Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

243 10. Plechtigheden Het aantal plechtigheden, ontvangsten, huldigingen en recepties van de stad daalde van 88 in 2006 naar 75 in 2008 en De reductie van dit hoge aantal was een aandachtspunt voor het huidige college. 11. Donderdagse markt 11.1 Vaste kramen Er zijn momenteel 175 vaste kramen op de wekelijkse markt. Daarnaast is er nog plaats voor 10 risicokramen. Dat zijn marktkramers die s morgens langskomen om de vrije plaatsen in te nemen en geen garantie hebben van een plaats. Voor die plaatsen wordt ook geloot. De aantallen zijn ongewijzigd sinds de Grote Markt werd heraangelegd. Op de vorige markt stonden 180 vaste marktkramers. Deze stellen alle samen ongeveer 555 personen tewerk. Wanneer verplaatste markten overwogen worden, is het belangrijk om dit mee te nemen in de discussie. Verplaatste markten leiden immers steevast tot minder inkomsten Verplaatste markten Het aantal verplaatste markten n.a.v. evenementen is als volgt geëvolueerd: 2007: : : : : : 11 Voor een aantal van deze evenementen moeten marktkramers verhuizen naar het Hendrik Heymanplein. Voor een aantal moeten er kramen verhuizen naar een andere locatie op de markt zelf (en zijn er bijgevolg minder of geen vrije plaatsen over). Er worden verplaatste markten georganiseerd voor: Meikermis Zomerkermis Winterkermis Ijspiste (1x op de markt zelf) Na-Tourcriterium (op de markt zelf) Spiegeltent (op de markt zelf) Vredefeesten (op de markt zelf) 11.3 Alternatieven voor de verplaatste markten? Helaas werd bij de heraanleg van de Grote Markt in 2005 geen rekening gehouden met verplaatste markten. Het gebruik van de ruimte rondom het binnenplein is onmogelijk geworden. In 2009 werd aan het college voorgesteld om tijdens de winterkermis kramen op de rijbaan rond de Grote Markt te plaatsen. De busbaan zou open blijven. De politie gaf echter een ongunstig advies en het college besliste daarop om niet op het voorstel in te gaan. De belangrijkste reden was het verwachte sterk vertraagd en stilstaand verkeer in de volledige stadskern wanneer de Grote Markt zou afgesloten worden voor het autoverkeer. Ook de vrees dat er te veel onoplettende voetgangers tussen de bussen zouden terechtkomen, speelde mee. De verkeerscirculatie rond de markt en algemeen in de stadskern is dus een hinderpaal voor het verplaatsen van de marktkramers met het oog op evenementen. Na de heraanleg van de Grote Markt in 2005 werd er al eens geëxperimenteerd met het plaatsen van kramen op het Sint-Nicolaasplein. Toen werden daar de risicokramen geplaatst. Dit zijn marktkramers 142 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

244 die geen vaste standplaats hebben en die s morgens naar Sint-Niklaas komen om de lege plaatsen in te vullen. Na verloop van tijd bleven deze marktkramers allemaal weg omdat er geen bezoekers op af kwamen. Voor de heraanleg van de Grote Markt werd geëxperimenteerd met de groentemarkt. Alle kramen met groenten en fruit werden op het Sint-Nicolaasplein geplaatst. Er doken echter twee grote problemen op: met de heraanleg van het Sint-Nicolaasplein werd het grootste deel van het plein terras. Het zou een hele klus indien zelfs haalbaar? zijn om de terrassen op woensdagavond weg te nemen en donderdagavond terug te plaatsen. Bovendien verdwijnt dan de mogelijkheid om terras te plaatsen op donderdagmiddag. Daar komt nog eens bij dat de ruimte op het Sint-Nicolaasplein te klein is als alternatief bij de zomer- en winterkermis, waardoor de marktkramers verspreid zouden staan op drie locaties, wat nefast zou zijn voor alle kramers. 12. Stadsmonitor 2011 Situatie Sint-Niklaas in vergelijking met de andere Vlaamse centrumsteden. 61% van de bevolking heeft in 2011 minstens één podiumvoorstelling bijgewoond (2008: 66,4%). Het Vlaamse gemiddelde was 63,7%. 85% van de bevolking is tevreden over het culturele aanbod (87,3% in 2008). Het Vlaamse gemiddelde was 84%. Aantal podiumvoorstellingen en tentoonstellingen per inwoners was 231 in 2009 en 272 in De Vlaamse gemiddelden lagen op respectievelijk 246 en 262. Het aandeel van de inwoners dat minstens één keer een plein-, parkevenement of zomerfestival heeft bezocht was 62,4%. Het Vlaamse gemiddelde was 61,7%. Bovendien hebben Gent, Antwerpen en Sint-Niklaas met 10% van de inwoners die meer dan 6 keer per jaar participeren, het meeste frequente bezoekers van een plein-, parkevenement of zomerfestival. 74,1% van de bevolking is tevreden over het aanbod aan uitgaansgelegenheden, restaurants en eetcafés in de stad tegenover 70,3% in Het Vlaamse gemiddelde was respectievelijk 78% en 76%. Er was een lage tevredenheid over geschikte plekken voor de jeugd. Misschien mogen we daar de fuiflocaties toe rekenen? In Sint-Niklaas was in ,6% hierover tevreden (40,9% in 2008). De gemiddelde tevredenheid in de centrumsteden was 46%. 13. Visitatiecommissie Stedenfonds Uit het rapport van de visitatiecommissie: De stad heeft de voorbije jaren sterk ingezet op evenementenbeleid en stadspromotie. De langetermijnvisie op het evenementenbeleid heeft geleid tot een uitbreiding van de dienst evenementen, een professionalisering van de evenementen en de keuze voor een aantal speerpunten. Samen met het stadspromotieplan heeft het veel in gang gezet. Voorbeelden zijn de heraanleg van de Grote Markt als evenementenplein, de Vredefeesten (Villa Pace) en Stad van de Sint. Er kwam een vermenging van bottom-up en top-down initiatieven. Zo sloten bij de Vredefeesten en Stad van de Sint steeds meer verenigingen aan, terwijl er tegelijkertijd een professionalisering plaatsvond op vlak van sponsorwerving, veiligheid of promotie. Door de bundeling van krachten kon een schaalvergroting van de evenementen plaatsvinden. De visitatiecommissie beveelt de stad aan om de ingeslagen weg verder te bewandelen. Daarbij moet zeker aandacht geschonken worden aan effectmeting. De commissie neemt deze aanpak als goede praktijk mee naar andere steden. 14. Enquête 2009 In 2009 werd door een stagiaire over het evenementenbeleid van de stad een enquête afgenomen bij 83 personen (ambtenaren, organisatoren van evenement(en), pers, horeca of andere middenstand, politici, artiesten, bestuurders van een wijkcomité, ). Ook in 2006 werd dergelijke enquête Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

245 afgenomen. Met die resultaten wordt hieronder regelmatig vergeleken. De voorbije drie jaar is er wel veel veranderd op vlak van evenementen. De resultaten zijn dus deels gedateerd Plus- en minpunten Als in een open vraag gevraagd werd naar de pluspunten van het Sint-Niklase evenementenbeleid, werden een aantal zaken opvallend vaak vernoemd. Dit is de top 3: 1. De dienst evenementen 2. Het aanbod aan evenementen 3. De Grote Markt De top 3 van de minpunten was: 1. Promotie 2. Het financiële 3. Kwaliteit van de programma s Politieke druk 14.2 Rol van het stadsbestuur Wat vonden de respondenten wat de rol van het stadsbestuur moest zijn op vlak van evenementen? Men kreeg een lijst met keuzemogelijkheden, meerdere antwoorden mogelijk. 1. Logistieke ondersteuning: 98% (tegenover 100% in 2006) 2. Promotie: 92% (57% in 2006) 3. Ondersteuning bij de voorbereiding: 81% (90% in 2006) 4. Organisator van de grootste evenementen: 51% (55% in 2006) De taken die minder gekozen werden: organisator van het merendeel van de evenementen; het stadsbestuur draagt het grootste deel van de kosten; ticketverkoop voor evenementen, ook van derden. Er lijkt nog wat werk aan de winkel op vlak van administratie voor organisatoren. 48% vindt dat de stad dit voldoende beperkt. 29% vindt van niet. 59% vond zich wel goed ingelicht over de nodige administratie, tegenover 22% die vond van niet. 63% vond dat de stad over voldoende feestmateriaal beschikte, 30% vond van niet. Deze score had beter gekund, zeker als we overwegen dat we ten opzichte van andere steden over een pak meer materiaal beschikken. Over de kwaliteit van het materiaal is 52% tevreden en 24% niet. 24% was het noch eens noch oneens met de betreffende stelling. In 2006 was nog 63% tevreden over de kwaliteit. Het zou interessant zijn om dit nog eens te bevragen, want sindsdien is er veel werk gemaakt van karren om het materiaal in te verplaatsen, werd oud materiaal vervangen, werden nieuwe lichtere nadarhekken aangekocht, Een duidelijk werkpunt is de termijn waarop organisatoren de bevestiging krijgen van het ontleende materiaal. Dit is vier weken. 59% vindt niet onvoldoende op tijd, tegenover 32% die vindt van wel. Zoals eerder vermeld, vindt 92% dat promotie een belangrijke opdracht is voor het stadsbestuur. 49% vindt ook dat evenementen voldoende gepromoot worden, 32% vindt van niet. 93% vond dat er voldoende rekening werd gehouden met publieke veiligheid tijdens evenementen. 42% vond dat er te weinig parkeermogelijkheden waren voor fietsers tijdens evenementen. 38% vond dat er voldoende mogelijkheden waren. Hierover zijn de meningen dus verdeeld, mar het resultaat zou beter kunnen. Sindsdien wordt er ook meer met gehuurde fietsenstallingen gewerkt, en meer met nadarhekken. 51% vond dat er voldoende sanitaire voorzieningen waren tijdens grote evenementen. 39% vond van niet Samenwerking met verenigingen en inwoners Inzake samenwerking met verenigingen en inwoners werd een belangrijke inhaalbeweging gemaakt. 58% vond dat verenigingen en inwoners voldoende werden ingeschakeld bij de organisatie van evenementen (o.a. Villa Pace en Dag van de Sint werden genoemd). Dit is een heel opvallende 144 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

246 stijging tegenover 2006, toen was dat nog 21%. 18% vond van niet (45% in 2006). 24% was het hiermee eens noch oneens (2006: 34%). Sinds 2009 werd deze samenwerking nog intensiever. Waarschijnlijk zal bij een volgende bevraging het resultaat verder verbeterd zijn. De prestigieuze Prijs voor het Vrijwilligerswerk van de Vlaamse overheid en de Verenigde Verenigingen in 2011 ging overigens naar Villa Pace. Respondenten gaven ook aan dat ze deze samenwerking belangrijk vonden (87%) Programma - aanbod Aan de respondenten werd d.m.v. een open vraag gevraagd aan welke nieuwe evenementen er nood was in Sint-Niklaas. 5 sprongen er uit: Sportmanifestaties Concerten Evenementen voor jongeren Festivals Fuiven Er werden ook enkele stellingen voorgelegd i.v.m. nieuwe evenementen. Het idee van een cultureel weekend waarop diverse kleine culturele evenementen worden georganiseerd, viel nog steeds in de smaak bij 87% (89% in 2006). Bovendien vond geen enkele respondent dat een slecht idee. 66% vond dat er een toekomst was voor een muziekfestival voor senioren. In 2006 vond nog 70% dat een filmfestival een toekomst had (17% van niet). In 2009 was dit slechts 48% (24% vond van niet). Slechts 17% vond dat het aanbod aan evenementen te klein was. In 2006 was dit nog 40%. Sinds 2009 is het aanbod ook blijven stijgen. 60% vond in 2009 dat er op de Grote Markt meer evenementen moesten worden georganiseerd. 21% vond van niet. Sinds 2009 is het aantal evenementen wel effectief gestegen. 10% vond dat evenementen in Sint-Niklaas te veel geluidsoverlast produceerden. 72% vond van niet. 45% vond dat aankomend talent voldoende podiumkansen kreeg in Sint-Niklaas. 28% vond van niet. Sindsdien is De Casino open gegaan, groeiden Statie West, Viva Lola en Villa Pace uit tot volwaardige festivals waar ook lokale groepen aan bod kwamen. Allicht zou dit bij een nieuwe bevraging effect hebben. Qua locaties voor evenementen sprongen de Grote Markt en Sint-Nicolaasplein eruit als geschikte plaats voor evenementen, met respectievelijk 91% en 90% die het daarmee eens of helemaal eens waren. De Ster volgde op de derde plaats met 83% en het Stationsplein op de vierde met 63%. Tenslotte vond 82% het een goede zaak dat t Bau-huis werd omgebouwd tot evenementenhal (11% vond van niet). 29% vond dat er voldoende fuif- en andere uitgaansmogelijkheden waren in de stad, 57% vond van niet. In 2006 was dat respectievelijk 22% en 57%. Dit strookt niet met het resultaat van de stadsmonitor, die uitwees dat ongeveer drie kwart van de bevolking hier tevreden mee was. Misschien ligt dat aan het feit dat in dat onderzoek de restaurants werden opgenomen in de vraag. Sinds 2009 wordt ook de fuifzaal van Den Eglantier meer verhuurd, is De Casino geopend, en is t Bau-huis verbouwd (hoewel akoestisch nog niet in orde). Er is sindsdien dus meer mogelijkheid om te fuiven in Sint-Niklaas. Desondanks is er een lage tevredenheid over plekken voor de jeugd (zie stadsmonitor). 85% vond tenslotte dat wijkfeesten belangrijk waren. 4% vond van niet. 15. Memoranda advies- en dorpsraden 15.1 Dorpsraad Sinaai De dorpsraad vraagt om bestaande tradities te respecteren (zoals de koppeling van vuurwerk aan de 11 juliviering) en waar nodig ze te ondersteunen of ze een nieuwe invulling te geven (zoals gebeurde met de septemberjaarmarkt). Men vraagt ook of het mogelijk is om meer budget te besteden aan de Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

247 deelgemeenten, met de opmerking dat het budget van het evenementenbeleid nu vooral centralistisch (dus in de stadskern) wordt aangewend. Men vraagt een vlotte toegang tot stadsmateriaal en stedelijke infrastructuur, wezenlijke ondersteuning van plaatselijke evenementen (11 juliviering, Volkssportfeesten, kerstmarkt, wijkkermissen, Kunst uit Sinaai, jaarmarkt, ). Daarnaast erkent men ook de centrumfunctie van de stad binnen het cultuuraanbod en pleit men daarom voor een vlotte bereikbaarheid van evenementen in de stadskern met het openbaar vervoer vanuit de deelgemeenten. Men vindt het ook nodig dat wijkcomités en buurtwerkingen blijvend worden ondersteund als nieuwe exponenten van het sociaal weefsel Stedelijke emancipatieraad De adviesraad stelt inzake evenementen in haar memorandum enkel dat ze met deelname aan Villa Pace een publiek bereiken dat weinig contact heeft met genderproblematiek Stedelijke Adviesraad voor Milieu en Natuur Bij Stramin lezen we enkel dat de hinder op evenementen, feestelijkheden, kerstmarkten, oudejaarsavond, geleidelijk zou toenemen en de vraag om het gemeentelijk reglement hier aan te passen Actie- en Adviesraad Solidariteit In haar memorandum zet de raad enkele realisaties in de kijker die hebben bijgedragen tot de positieve evolutie van het Noord-Zuidbeleid. Daarbij ook twee evenementen: Villa Pace en de kerstmarkt Flankerend onderwijsbeleid Men vraagt gratis terbeschikkingstelling van feestmateriaal voor scholen, voor pedagogische doeleinden en voor feestelijkheden. Men wijst er op dat dit in Sint-Gillis-Waas het geval is Jeugdraad De jeugdraad vraagt een directe korting bij de huur van t Bauhuis voor jongerenevenementen, in plaats van een tussenkomst via de dienst cultuur. Men vraagt een gecoördineerde promotie van evenementen via Sin City, met nadruk op gebruik van kanalen die door jongeren het meest gebruikt worden. Sin City zou permanent geëvalueerd moeten worden in het kader van de steeds veranderende communicatiemogelijkheden. Men vraagt ook een gemeentelijk reglement rond gratis toiletbezoek bij (grootschalige) evenementen Advies cultuurraad Vragen om de evaluatie van stedelijke evenementen breder te doen dan een louter politieke of ambtelijke bespreking, door bv. een focusgroep. Organisatoren zouden via een evaluatieformulier kunnen worden bevraagd. Vragen om op actieve wijze op zoek te gaan naar voorstellen en opportuniteiten die vanuit de basis/de lokale dorpsgemeenschappen worden geformuleerd. Het stedelijk beleid zou eerder moeten focussen op het ondersteunen (logistiek, financieel, promotioneel, coördinerend) dan op het organiseren van evenementen. Enkel wat niet door de privémarkt wordt ingevuld, kan een speelveld zijn voor het stadsbestuur. Vragen om te zorgen voor afstemming van evenementen: ervoor zorgen dat verschillende organisatoren niet in elkaars vaarwater zitten. Vragen om te onderzoeken of de beperkte personeelsbezetting die beschikbaar is voor het leveren van materiaal, niet beter kan ingezet worden. Het voorzien van automatisering (kraanwagen, ) en een afhaalsysteem dragen hier toe bij. Ze vragen ook om het beschikbare materiaal verder te 146 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

248 moderniseren (beachvlaggen, tentoonstellingspanelen, ) en of aankondigingborden ook buiten de gewone kantooruren kunnen afgeleverd worden. 16. Jeugdbeleidsplan De dienst evenementen en plechtigheden heeft altijd nauw samengewerkt met de jeugddienst inzake fuifbeleid en jeugdevenementen. De wisselwerking werpt vruchten af, wat ook afstraalt op het jeugdbeleidsplan. Er staan belangrijke aanknopingspunten met het evenementenbeleid in, waarvan er vele aansluiten bij de richting die reeds werd ingeslagen en/of bij de voorstellen waaraan de dienst evenementen en plechtigheden momenteel werkt. Bij een aantal acties ontbreekt wel nog de financiële weerslag. Enkele uittreksels uit het jeugdbeleidsplan : 16.1 Over jeugdinformatie Uit signalen: Affiches zijn voor jeugdverenigingen een erg belangrijke manier om hun fuiven en evenementen bekend te maken. Er zijn aanplakborden voorzien waarop deze affiches legaal kunnen geplakt worden. Jeugdwerk pleit voor een uitbreiding van het aantal aanplakborden. Enkel informatie betreffende grondgebied Sint-Niklaas wordt aangeplakt, terwijl jongeren zich in een straal van 30 km van hun woonplaats begeven. Ook jongereninformatie uit de buurgemeenten zou een plaats moeten krijgen. Het aanplakken van de affiches zelf gebeurt door stadsdiensten, de stedelijke jeugdraad pleit ervoor dat verenigingen dit zelf mogen doen, zo wordt dit minder omslachtig. Inschuifborden kunnen ook een activiteit bekend maken, hier kan het tarief bekeken worden. De stedelijke jeugdraad pleit ervoor om opnieuw te mogen flyeren in Sint-Niklaas. Flyeren is niet toegestaan op grondgebied Sint-Niklaas, gezien het vervuilende karakter. Dit beperkt echter de mogelijkheden om fuiven en evenementen bekend te maken. Indien flyeren wordt toegelaten, dienen wel enkele voorwaarden in acht genomen te worden: toelating stadsbestuur, opruimen weggegooide flyers. Tijdens bepaalde evenementen en op bepaalde locaties dient dit wel aan banden gelegd te worden, omdat er anders een overaanbod en daarmee gepaarde overlast en afval gecreëerd kan worden. De stadskroniek is een infomedium dat vooral door ouders wordt gelezen. De inmiddels goed gekende jongerenflyer SinCity bevat informatie over alle socioculturele activiteiten. Naast de papieren informatiedrager, kunnen alle activiteiten ook via de SinCity website geraadpleegd worden. Voor studenten en jongeren is deze informatie handig om de invulling van hun vrije tijd te plannen. Omdat alle activiteiten die verschijnen in de flyer en op de website, uit de UiTdatabank gehaald worden, wordt het invoeren van gegevens in deze databank gepromoot. Enkele acties: Doelstelling 22: Kinderen, jongeren en jeugdverenigingen weten wat er in de stad Sint-Niklaas voor hen te doen is. De informatie is op maat geschreven en indien mogelijk, met hun medewerking. Actie 22.2: De aanplakborden voor activiteiten van (jeugd)verenigingen zullen uitgebreid worden, waarbij ook ruimte is voor jongereninformatie uit buurgemeenten. Er wordt bekeken of het aanplakken gebruiksvriendelijker kan gemaakt worden voor het jeugdwerk. Actie 22.3: Indien mogelijk mag er geflyerd worden voor (jeugd)evenementen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan Actie 22.5: De flyer SinCity voor jongeren met het socioculturele activiteitenaanbod wordt per flyer en digitaal verspreid. SinCity zal regelmatig geëvalueerd worden door de verschillende gebruikersgroepen. Actie 22.8: De programmatie van het Bauhuis wordt duidelijk gecommuniceerd 16.2 Over jeugdruimte Uit uitdagingen: Fietsenstallingen worden voldoende ter beschikking gesteld, zowel op vaste plaatsen als ook tijdens activiteiten en evenementen. Het inzetten bij nachtbussen dient bekeken te worden bij (jeugd)evenementen. De jeugdraad pleit voor de inzet van nachtbussen bij alle evenementen, er kan best bekeken worden bij welke (jeugd)evenementen het opportuun is om nachtbussen in te zetten, tevens of de inzet van nachtbussen kan uitgebreid worden naar weekends. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

249 Enkele acties: Doelstelling 30: Er wordt gestreefd naar een grotere veiligheid doorheen het verplaatsingstraject van kinderen en jongeren. Actie 30.2: Op drukbezochte plaatsen en tijdens (jeugd)evenementen wordt het aantal (vaste of mobiele) fietsenstallingen verhoogd. Actie 30.5: Er wordt bekeken bij welke (jeugd)evenementen nachtbussen worden ingezet. Er wordt bekeken of de inzet van kan uitgebreid worden naar de weekends Over jeugd en cultuur: De opvolging van het fuifbeleid werd bij het begin van de huidige legislatuur toevertrouwd aan de jeugddienst. Uit analyse: Sinds het nieuw jeugdbeleidsplan worden de diverse jeugdverenigingen uit de Stad actief begeleid in het organiseren van hun fuif. Voorheen was het voor verschillende organisatoren niet eenvoudig om door de administratieve molen te geraken. Vanuit de jeugddienst werd een goed overleg opgestart met de diensten evenementen, milieu en publieke veiligheid, brandweer i.k.v. de opmaak van de collegenota s i.v.m. fuiven. Verenigingen die grotere fuiven organiseren worden van bij stap 1 begeleid. Tevens worden zij ook met bovenstaande diensten in contact gebracht dit o.a. voor ontlening Stadsmateriaal, afhalen erkenning muziekactiviteiten, gebruik walkie talkies, gebruik brandblussers Ook de organisatoren van kleinere fuiven worden begeleid. Doorheen de voorbije 2 jaar werden ook reeds enkele organisatoren begeleid die nog nooit de weg naar het Stadhuis vonden. Met bovenstaande diensten werd ook een fuifkoffer uitgewerkt, deze fuifkoffer is ontleenbaar vanaf voor alle erkende verenigingen van de Stad die een fuif organiseren, ook scholen kunnen hiervan gebruik maken. Verenigingen worden ook begeleid op vlak van veiligheid. Met de grotere fuiven wordt er steeds een veiligheidsoverleg en een veiligheidsrondgang georganiseerd. Hier is een goede samenwerking tussen de diensten jeugd, publieke veiligheid en de brandweer van groot belang. Ook dit werd uitgewerkt. Ook wanneer het fout gaat op een fuif bv. geluidsoverlast, andere klachten wordt een overleg georganiseerd. Dit om het volgende jaar de fuif op een aangename manier te laten verlopen. In 2009 werd met de verschillende diensten gewerkt aan een nieuwe vorm van het fuifdraaiboek. Er werd voor de fuifdraaiboek samengewerkt met Cultuur Lokaal. Dit zorgde vanaf voor een nieuwe gids. Tevens werd er in 2009 ook opnieuw werk gemaakt van sterke drank op fuiven, voorheen werd dit door het College steeds niet toegekend. Sinds de zomer van 2009 kan het College zich vinden een een afgebakende zone voor +18 jarigen. Ook door de verenigingen in het werkveld wordt dit op een positieve manier onthaald werd gestart met de opleiding fuifbuddie, zij zijn experts van een vereniging, die op regelmatige basis fuiven organiseert. Deze fuifbuddies hebben een directe link met de organisator van de fuif. Tijdens deze opleiding wordt aandacht gegeven aan het vrijwilligerstatuut, de wet op de private en de bijzondere veiligheid, brandveiligheid, omgaan met agressie en conflicten, EHBO en alcohol- en drugspreventie. De verenigingen in het werkveld weten dat zij de afgelopen 3 jaar op een positieve manier terecht kunnen bij onze jeugddienst i.v.m. het organiseren van een fuif. Voor kinderen is er reeds een ruim aanbod aan activiteiten en evenementen: Vredefeesten, Stad van de Sint, kindernamiddagen tijdens kermis, circus, Buitenspeeldag, De 100dagen-viering heeft nood aan nieuwe impulsen. Projectmatig worden samenwerkingen opgestart bij initiatieven zoals de Vredefeesten en Villa Pace, het Huis van de Sint in de Salons voor Schone Kunsten, 100dagen, dag van de jeugdbeweging e.d. Villa Pace en Villa Trade zijn grote activiteiten / evenementen waarbij jeugd(werk) actief betrokken wordt en waar samenwerkingsverbanden ontstaan tussen jeugd(werk) en noord-zuidverenigingen. Door deze betrokkenheid zijn zij ook actiever bezig met noord-zuidproblematiek, duurzaamheid, Uit signalen: Het stadsbestuur beschikt over heel wat materialen, doch in zeer drukke periodes kan het gebeuren dat niet al het gevraagde materiaal kan geleverd worden. Er wordt immers getracht alle aanvragers zo 148 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

250 goed als mogelijk te voorzien van feestmateriaal. Een enkele maal is het gebeurd dat er geen materiaal meer ter beschikking was voor een jeugdvereniging, omwille van de talrijke aanvragen. Jeugdverenigingen geven aan dat zij vaak laat op de hoogte zijn welke materialen ter beschikking zijn, waardoor zij te weinig tijd overhouden om evt. elders materialen te ontlenen. Ook stellen zij de vraag of ze de ontleende materialen zelf kunnen afhalen bij stadsdiensten. Bij jongeren leeft er nog een sterke vraag naar meer evenementen, en meer specifiek naar een festival. Ook wordt er gevraagd naar voldoende fuifruimte, die tevens betaalbaar is voor jeugdverenigingen. Vaak gebruiken jeugdverenigingen hun of elkaars gebouwen om fuiven in te geven. Jeugdbewegingslokalen zijn hiervoor niet geschikt en geven vaak aanleiding tot overlast en wrevel bij de buren. De jeugdraad vraagt naar de creatie van één fuifloket, omdat er nu een aantal zaken te versnipperd zijn over een aantal diensten. De fuifkoffer blijkt nog onvoldoende gekend en dient beter gepromoot te worden. Ook diversiteit op vlak van het aanbod van activiteiten wordt hoog in het vaandel gedragen. Jongeren en studenten vragen om af en toe ook eens iets jeugdigs te programmeren. Sint-Niklaas is niet enkel een scholierenstad, en telt ook heel wat studenten. Vele studenten verblijven op studentenkamers of peda in Sint-Niklaas, anderen pendelen heen en weer. Studenten die hier verblijven tijdens de week of weekends, nemen graag deel aan het socioculturele vrijetijdsleven. Verschillende initiatieven zoals het Sintgebeuren, de Buitenspeeldag, bereiken heel wat maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Naast een sociocultureel karakter kunnen activiteiten en evenementen ook tegelijk informeren. Zij kunnen kinderen, jongeren en studenten toeleiden naar diverse vrijetijdsinitiatieven, naar een opleiding aan de plaatselijke hogeschool, enz. Anderzijds komen vele evenementen tot stand dankzij de vrijwillige hulp van vele jongeren en studenten. Vaak is hiervoor ook rechtstreekse samenwerking met de hogeschool. Uit uitdagingen: Het stadsbestuur beschikt over een kwalitatief en kwantitatief aanbod aan feestmaterialen. De aanpassing of uitbreiding van de dienstverlening hierbij wordt bekeken, rekening houdend met de vragen of bemerkingen van de gebruikers. De begeleiding en ondersteuning bij jeugdfuiven en evenementen richten zich naar verschillende aspecten: organisatorische ondersteuning, logistieke ondersteuning, maar ook preventie. Eén fuif- en feestloket maakt de totale dienstverlening rond fuiven en evenementen toegankelijker. Problematieken of thema s gerelateerd aan fuiven worden best ook (preventief) aangepakt. We denken hierbij aan gehoorschade, alcohol- en druggebruik, toegang van 16jarigen, enz. Deze thema s kunnen regionaal aangepakt worden, in samenwerking met o.a. Waas Overleg voor Jeugddiensten en Jeugdconsulenten. Bij het geven van concessie in sites waar jeugd(werk)initiatieven gesitueerd zijn wordt de concessie enkel gegeven voor het horeca gedeelte. Er wordt per deelgemeente een volwaardige fuifinfrastructuur voorzien, zodat de jeugdwerklokalen hiervoor niet meer gebruikt worden. Enkele acties: Doelstelling 38: Er wordt gestreefd naar een optimalisatie van bestaande fuiflocaties en indien nodig gezocht naar nieuwe fuiflocaties. Actie 38.1: De bestaande stedelijke infrastructuur (JOC Troelant en JC t Verschil) wordt aangepast in functie van veilig gebruik en reglementair fuiven. Actie 38.2: De polyvalente zaal van de Klavers in Belsele (stedelijke infrastructuur) wordt aangepast om het gebruik van de zaal te verruimen. Actie 38.3: Er wordt in de programmatie van het Bauhuis voldoende ruimte gelaten om jeugdwerkinitiatieven te laten doorgaan. Actie 38.4: Er wordt in de programmatie van het Bauhuis voldoende ruimte gelaten om (jeugd)evenementen te kunnen laten doorgaan. Doelstelling 39: Jeugdverenigingen kunnen aan voordelig tarief gebruik maken van (fuif)zalen Actie 39.1: Jeugdverenigingen kunnen aan jeugdtarief (fuif)zaal van stedelijke infrastructuur gebruiken Actie 39.2: In geval van concessie worden structurele afspraken gemaakt ivm een billijk tarief en zelf in de catering te voorzien, er kan ook zonder concessionaris gewerkt worden, zodat verenigingen vrij zijn in het kiezen van drankleverancier en volledig zelf de inkomsten kunnen werven. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

251 Doelstelling 40: Fuiforganisatoren hebben voldoende informatie en ondersteuning om een fuif op een kwalitatieve en veilige manier te organiseren. Actie 40.1: Er wordt één fuifloket gecreëerd Actie 40.2: De organisatiegids wordt regelmatig geüpdatet. Actie 40.3: Jeugdverenigingen kunnen gratis de opleiding fuifbuddie volgen, om zo de kostprijs voor het inschakelen van professionele security te kunnen milderen. Doelstelling 41 : Problematieken of thema s gerelateerd aan fuiven worden (preventief) aangepakt Actie 41.1: Er wordt een project over gehoorschade opgezet Actie 41.2: Er worden preventieve campagnes gevoerd rond alcohol- en druggebuik Doelstelling 42 : Het aanbod jeugdevenementen wordt uitgebreid waar mogelijk Actie 42.1: Bij organisatie van 100dagen worden jeugdwerkinitiatieven betrokken bij het opstellen van het programma. Actie 42.2: Een jeugdluik binnen Villa Pace wordt behouden en indien mogelijk uitgebreid Actie 42.3: Bij de programmatie van stedelijke evenementen wordt rekening gehouden met jongeren (pleinconcerten, kermisprogramma s, ) Doelstelling 43: Het aanbod aan evenementen voor kinderen wordt minstens behouden Actie 43.1: Ondersteuning aan het Sintgebeuren blijft behouden Actie 43.2: De Buitenspeeldag of andere laagdrempelige initiatieven om buiten te spelen worden jaarlijks georganiseerd Actie 43.3: Bij de programmatie van stedelijke evenementen wordt rekening gehouden met kinderen (circus, Vredefeesten, kermisprogramma s, ) Doelstelling 49: Samenwerkingsverbanden tussen noord-zuidverenigingen en jeugd(werkinitiatieven) worden gestimuleerd. Actie 49.1: Jeugd(werk)initiatieven worden actief betrokken bij Villa Pace, Villa Trade, activiteiten Mundo Loco, 17. Toegankelijkheid Op volgende vlakken werd tijdens evenementen werk gemaakt van toegankelijkheid. Over de Vredefeesten werd een studie m.b.t. toegankelijkheid uitgevoerd. De aanbevelingen werden uitgevoerd en konden we vaak ook toepassen op andere evenementen. De toegang tot toiletten voor andersvaliden wordt verzekerd: via Rode Kruis kan men in de toiletten van het stadhuis en/of er worden ecotoiletten voor andersvaliden gehuurd. Er wordt signalisatie naar voorzieningen opgehangen tijdens de grootste evenementen. Er worden podia voor rolstoelgebruikers voorzien bij de grootste evenementen. In andere gevallen worden voorbehouden plaatsen op een gunstige locatie voorzien. Op websites van evenementen wordt informatie over toegankelijkheid opgenomen, alsook in brochures. Waar nodig, wordt plankenvloer en/of taluds voorzien om de terreinen toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers. Bij grote evenementen worden extra parkeerplaatsen voor personen met een beperking voorzien. 18. Buurtvergaderingen Sint-Nicolaasplein Op werd op initiatief van de dienst evenementen en plechtigheden een buurtvergadering voor inwoners van de uitgaansbuurt georganiseerd. Op werd een opvolgingsvergadering georganiseerd. Alle buurtbewoners werden opnieuw uitgenodigd. Daaruit bleek dat overlast naar aanleiding van evenementen sterk was teruggedrongen en zelfs nauwelijks nog ter sprake kwam. Een enquête door een studente, begeleid door de horecacoach, bevestigde dit. Top 10 storende fenomenen volgens de enquête 1. Vuil en rommel in de straat (88,5%) 2. Geluidsoverlast door personen (80,4%) 3. Hinderlijk parkeren (76%) 4. Geluidsoverlast door voertuigen (71,1%) 5. Overdreven snelheid (69%) 150 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

252 6. Wildplassen (68%) 7. Geluidsoverlast door muziek (32,7%) 8. Drugs dealen (30,4 %) 9. Vechtpartijen (29,8%) 10. Lastigvallen (23,4%) Concrete maatregelen 2011: Het vervroegde einduur (in combinatie met een afbouwscenario) van de Parkfeesten, Sint-Niklaas Danst en de Pleinconcerten, werpt zijn vruchten af. Er werd één bewonersbrief rondgestuurd met alle activiteiten. De buurt vraagt om de lijst met contactgegevens uit te breiden. Er werden plaszuilen geplaatst. Aan de ledigingen te zien hebben zij hun effect gehad. Dit jaar komt er één minder. Ook hier is iedereen vragende partij maar niet voor zijn deur. Er wordt gevraagd de plaszuilen niet bij de huizen van buurtbewoners te plaatsen, maar eerder aan leegstaande panden. Conclusies uit een groepsgesprek: De eerder gestelde problemen van evenementen op het Sint-Nicolaasplein doen zich niet meer voor. Men ondervindt hier geen hinder meer van. 19. Kermissen op de Grote Markt Verdeling foorkramen tijdens zomer- en winterkermis op de Grote Markt: TOTAAL: 30 kramen Attracties: 22 tijdens de zomer en 21 tijdens de winter Casino s: 4 tijdens de zomer en 5 tijdens de winter Eetkramen: 4 Samen stellen de foorkramers ongeveer 90 personen tewerk. De foorkramers hebben reeds vaak hun waardering uitgesproken voor de inspanningen op vlak van evenementen. Dit bepaalt mee hun omzet en kan slechte weersomstandigheden al eens compenseren. Tijdens de zomerkermis worden er op 8 dagen 9 evenementen georganiseerd. In 2012 was dat: Sterkste Man van België Motortreffen met concerten en DJ s 3 jaar Anne Ketnetcup Vlaanderen Muziekland Turnshow Freestyle motoren Muzikaal vuurwerk Lotto streetsoccer Tijdens de winterkermis worden op vier dagen 2 evenementen georganiseerd. In 2011 waren dat: Muzikaal Sinterklaasvuurwerk Kerstmarkt Ook de ijspiste is dan geopend. Tijdens de meikermis worden op 4 dagen 4 evenementen georganiseerd. In 2012 was dat: Tuning Day Start mountainbike tour + fietsen op rollen Concerten 60 s groepen boterkoekenactie + concert The Romantics Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

253 B. SWOT-analyse evenementenbeleid Sterktes Aanbod 1. Groot aanbod 2. Divers aanbod 3. De eigenheid van het aanbod: aantal unieke programma s 4. Stad organiseert zelf evenementen 5. Sterke tradities worden in ere gehouden 6. Na Antwerpen en Gent, heeft Sint-Niklaas het hoogste aantal bezoekers van haar plein-, parkevenementen en zomerfestivals 7. 85% van de bevolking is tevreden over het culturele aanbod. 8. Vredefeesten 9. Stad van de Sint 10. Sint-Niklaas Wintert 11. Uitgebreid aanbod van evenementen georganiseerd door verenigingen 12. Aantal dynamische organisatoren (bv. ijspiste, Viva Lola, Sint-Niklaas for Haïti, beachvolleyhappening, cyclocross, fuiven in t Bau-huis, spiegeltent, Pardon Garçon, Krock, Crazy Dating Party, Nacht van Waas ) 13. Gratis evenementen zijn goed voor kansengroepen en staan promotioneel sterk 14. Parkies en Pleinconcerten 15. Eindejaarsfuiven 16. De kermissen worden ondersteund met evenementen 17. Hoog aantal wijkactiviteiten Budget 18. Stad voorziet de nodige budgetten voor eigen evenementen 19. Budgetten voor promotie stegen 20. Budgetten voor evenementen in de deelgemeenten stegen 21. Vlotte sponsorwerving voor Vredefeesten, Villa Pace en Na-Tourcriterium Locaties 22. Grote Markt wordt ingezet als evenementenplein en heeft een hoge bezettingsgraad 23. De Ster 24. Sint-Nicolaasplein 25. t Bau-huis 26. Stadspark heeft een aangepaste evenementenzone 27. De dorpskernen in de deelgemeenten Werking 28. Vermenging van bottom-up en top-down initiatieven 29. Samenwerking met vrijwilligers en verenigingen voor stadsevenementen 30. Politieke consensus over een langetermijnvisie op evenementenbeleid 31. Dienst evenementen en plechtigheden 32. Dienst feestelijkheden 33. De stad beschikt zelf over een grote hoeveelheid kwalitatief goed materiaal 34. Mobiliteitsplannen bij evenementen 35. Samenwerking met De Lijn, feestbussen 36. Redelijke einduren 37. Publieke veiligheid bij evenementen 38. Positieve signalen over beperkte en dalende overlast n.a.v. evenementen in de stadskern 39. De ontwikkeling van de Sint-Niklase organisatiegids 40. De opleiding fuifbuddy 41. Mogelijkheid tot begeleiding van organisatoren van fuiven 42. Oog voor toegankelijkheid tijdens grote evenementen Promotie 43. Promotiecampagnes voor de speerpunten 44. Campagnes Sint-Niklaas Zomert en Sint-Niklaas Wintert 45. Samenwerking met televisiezenders en productiehuizen 46. Uit in Sint-Niklaas 152 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

254 Effecten 47. Positieve gevolgen voor horeca 48. Positieve gevolgen voor foorkramers 49. Groeiend imago als evenementenstad, zeker in de ruime regio 50. Groeiende media-aandacht voor onze evenementen, zeker in de ruime regio 51. Groeiende fierheid van de inwonders over onze evenementen, het gevoel dat er veel te beleven valt Zwaktes Aanbod 1. De stad organiseert te veel zelf 2. De stad organiseert te veel kleine evenementen of evenementen waarbij de output niet in verhouding is met de input 3. Te veel gratis evenementen, wat de inwoners verwent, marktverstorend kan werken en waarop enkele boekingsagenten afknappen 4. Weinig commerciële organisatoren of organisatoren van massa-evenementen vinden de weg naar de stad 5. Als zo n organisator de weg naar de stad vindt, krijgt die geen gehoor (cfr. Chinees lichtsculpturenfestival) 6. Vaak wordt hetzelfde publiek bereikt 7. Enkele doelgroepen worden te weinig bereikt (jongeren, muziekliefhebber, cultuurliefhebber, ) 8. Kermissen op de Grote Markt intrinsiek niet sterk ingevuld wegens veel casino s 9. Belangrijkste festival (Villa Pace tijdens de Vredefeesten) valt samen met Crammerock 10. Laatste 100 Dagen: tanend succes Budget 11. Log systeem voor een sector die soms kort op de bal moet spelen, uitbetalingen verlopen soms moeilijk, de werking i.v.m. bestellingen is niet altijd voordelig, beheer van de budgetten is niet altijd duidelijk. Locaties 12. Aantal evenementenlocaties onvoldoende uitgerust (Grote Markt, t Bau-huis, De Ster, Sint- Nicolaasplein) 13. Stationsplein wordt niet gebruikt: geen initiatief van omliggende horeca, veel leegstand, moeilijke vorm en inrichting van het plein zelf 14. Moeilijke afstemming met de marktdag + gebrek aan alternatieve locaties voor de marktdag 15. Oppervlakte van de Grote Markt 16. Geen locaties voor circussen in deelgemeenten 17. Niet gemakkelijk om een festival-/concertterrein in te richten op de Grote markt 18. Hendrik Heymanplein is ondanks de gunstige vorm van het plein, niet bruikbaar voor evenementen, wegens parking voor diverse handelszaken 19. De jeugd ervaart een tekort aan fuiflocaties die voldoende akoestisch geïsoleerd zijn Werking 20. Gebrek aan criteria, spelregels, kosten-batenanalyses, of er wordt geen rekening mee gehouden bij goedkeuring evenementen 21. Evenementenadministratie is versnipperd over verschillende diensten. De klant ondervindt hier hinder van. 22. Dienst feestelijkheden niet afgestemd op verhoogde vraag naar materiaal 23. Sommige private partners krijgen proportioneel meer ondersteuning dan andere 24. Er is een apart kermisbeleid naast het evenementenbeleid 25. Late beslissingen bemoeilijken planning 26. Politieke inmenging op het niveau van programma en uitvoering verhindert efficiënte en consequente werking en beleid. In het Cultuurcentrum daarentegen kan men onafhankelijk programmeren. 27. Feestbussen dienen vroeger beslist, beter uitgewerkt en gepromoot Promotie 28. Aanbod evenementen is nog te vaak ongekend 29. Promotiecampagnes slagen niet altijd, zijn niet altijd op maat van het evenement 30. Versnipperde promotie, soms zelfs concurrerend Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

255 31. Leemtes op vlak van promotie: flyerverbod, verbod op borden langs de openbare weg, website Uit in Sint-Niklaas, geen grote borden langs de invalswegen, geen aangepaste digitale Sin City, beperkt aantal aanplakborden 32. Campagne Sint-Niklaas Zomert blijft beperkt tot eigen stad met versnipperde inzet van middelen Effecten 33. Moeilijke verhouding evenementen-handelaars: vaak negatieve gevolgen op de dag van het evenement, moeilijk om langetermijneffect te meten Kansen 1. Centrale ligging van de stad, centrumfunctie in Waasland en overig hinterland 2. Bereikbaarheid van de stad 3. Sterk verenigingsleven 4. Enkele sterke adviesraden die willen inzetten op evenementen om een boodschap te brengen en/of leden voor hun verenigingen te werven 5. Dorpsraden kunnen dynamiek op gang brengen en ondersteunen of organiseren zelf evenementen. Ze kunnen ook voor draagvlak zorgen. 6. Hoog inwonersaantal van de stad zelf en de regio in een straal van km rond de stad 7. Groot aantal leerlingen en studenten gaat in Sint-Niklaas naar school 8. Parkeermogelijkheden in de stad 9. Sterke verbindingen met openbaar vervoer (trein, bus, vooral overdag en s avonds tot een bepaald uur) 10. Nieuwe wijken trekken jonge gezinnen aan 11. Sint-Niklaas als tewerkstellingspool 12. Aantrekkingskracht van het WaSC 13. Aantrekkingskracht van De Ster als recreatiedomein 14. Aanwezigheid van een Centrummanagement 15. Groeiende interesse van het publiek in concerten 16. Groeiend enthousiasme van het publiek tijdens concerten 17. Aanwezigheid van academies 18. Meer interesse in openluchtlocaties in steden voor grote concerten 19. Sterk cultureel aanbod: CC, De Casino, t Ey, jeugdhuizen, horeca, : spelers met infrastructuur 20. Andere beleidsdomeinen die hun inhoud naar een publiek willen brengen of zelf doelstellingen op vlak van evenementen hebben 21. Aanwezigheid van diverse subculturen 22. Tuin Salons voor Schone Kunsten en tuin van De Casino zijn groene en enigszins verscholen intieme locaties voor kleinschalige activiteiten 23. Groeiende interesse van mogelijke sponsors in Stad van de Sint 24. Er is vraag naar meer sportmanifestaties, concerten/festivals, evenementen voor jongeren en fuiven. 25. Het idee van een cultureel weekendevenement met diverse kleinere activiteiten valt in de smaak. 26. Nieuw bestuur, nieuwe visie Bedreigingen 1. Groot aantal evenementen: worden concurrenten voor elkaar (materiaal, sponsoring, publiek, ) 2. Het wordt steeds moeilijker voor vrijwilligers om evenementen op poten te zetten (logistiek administratief, ) 3. Ondersteuning van derden door het stadsbestuur staat onder druk omdat de stad zelf veel organiseert. 4. Het aantal bewoners dat een podiumvoorstelling bijwoont, daalt (worden bepaalde groepen gemist?) 5. Overlast 6. Financiële crisis 7. Mobiliteit in de stadskern zelf 8. Veiligheidsprobleem in de uitgaansbuurt 9. Een groot deel van de inwoners is verzuurd 10. De aanwezige kennis, contacten en ervaring worden niet altijd erkend en ingezet 11. Huisstijl, logo en baseline van de stad 12. Stijgend aantal concertorganisatoren die in elkaars vaarwater komen te zitten 154 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

256 13. Nieuwe geluidsnormen 14. Weinig mogelijkheden tot structurele financiële ondersteuning van concerten of andere evenementen op Vlaams, provinciaal en stedelijk niveau 15. Versnipperde culturele instellingen en infrastructuur 16. Gent en Antwerpen als alternatief voor de eigen inwoners en inwoners uit het Waasland 17. Minder sterk uitgaansleven leidt tot meer druk op evenementen om de stad levendig te houden 18. Wetgeving i.v.m. foorkramers die belet om huidige foorkramers te weren 19. Moeilijk om verkeer rond de markt af te sluiten 20. We dreigen de evoluties op vlak van digitale media te missen 21. Vergrijzing (meer klachten geluidsoverlast, doelgroep geeft geld elders uit) 22. Kotstudenten die in kotsteden blijven hangen omdat daar meer te beleven is 23. Mensen nemen zelf steeds minder verantwoordelijkheden op. Men legt die te gemakkelijk bij overheden 24. Aanwezigheid van het Waasland Shopping Center 25. Slechte bereikbaarheid met openbaar vervoer tussen deelgemeenten en stadskern s avonds, beperkt openbaar vervoer op late uren tijdens weekends tout court. 26. Toekomst Huis van de Sint in de Salons blijft een vraagteken 27. Afbouw van de dienst publieke veiligheid 28. Niet bij alle evenementen (ook private en kleinere activiteiten) worden voldoende fietsenstallingen voorzien. 29. De stad Gent zal geen fietsrekken meer ontlenen aan andere steden en gemeenten. We hebben die enkele jaren voor onze eigen grootste evenementen ingezet. We beschikken voorlopig zelf niet over alternatieven. 30. Nieuw bestuur, nieuwe visie Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

257 15. Onderwijs Stedelijk basisonderwijs Cel stedelijk basisonderwijs A. Omgevingsanalyse Door rationalisering en overheveling van taken van het stadhuis naar de secretariaten van de scholen, daalde het personeelseffectief van de cel stedelijk onderwijs van 4 fte in de jaren 1980 tot 2,5 vandaag. De cel fungeert als een soort sociaal secretariaat voor de vier stedelijke onderwijsinstellingen: basisschool Gavertje Vier (Belsele), basisschool De Droomballon (Nieuwkerken), academie voor muziek, woord en dans (Sint-Niklaas, met filialen in Sint-Gillis-Waas, Stekene en Temse), academie voor schone kunsten (Sint-Niklaas, met filialen in Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas en Stekene). Die zijn samen goed voor ca. 350 gesubsidieerde personeelsleden (rechtstreeks betaald door het ministerie van onderwijs) en ca. 90 niet-gesubsidieerde personeelsleden. De gesubsidieerden hebben een eigen rechtspositieregeling en eigen arbeidsreglementen. De cel stedelijk onderwijs is nodig als go-between tussen de scholen enerzijds en het schoolbestuur respectievelijk de inrichtende macht (college van burgemeester en schepenen + gemeenteraad) anderzijds. Jaarlijkse worden ca. 550 dossiers voorgelegd aan college en gemeenteraad en vertrekken er 850 brieven. De cel zorgt verder voor vergoedingen en verloningen, financiële opvolging, beleidsvoorbereidende ondersteuning, invullen van formulieren, afrekeningen met de gemeentebesturen waar zich academiefilialen bevinden, syndicaal overleg, statistiek, eedafleggingen en vereremerkingen enz. Omwille van de specificiteit van het stedelijk onderwijs en omdat het voor de stedelijke scholen belangrijk is een gezicht te kunnen kleven op de ambtenarij achter het schoolbestuur resp. de inrichtende macht, wordt de cel stedelijk onderwijs als aparte entiteit bij voorkeur behouden. B. SWOT-analyse STERKTES -coördinerend vermogen voor dienstoverschrijdende materies (interessant voor het beleid) -identiteit - aanspreekpunt naar scholen, burgers en andere diensten toe -sociaal secretariaat voor ruim 300 personeelsleden in een specifieke materie KANSEN -service naar bevolking uitbouwen (documenteren en doorverwijzen) -informatie verzamelen en verspreiden ten behoeve van klagende ouders, studietoelagen, studentenverblijven, publicaties ministerie enz. (in overleg met de cel flankerend onderwijsbeleid) ZWAKTES -weinig betrokken bij de interne werking van de stedelijke scholen -niet zo zichtbaar of aanspreekbaar voor leerkrachten -gebrekkige samenwerking met personeelsdienst en andere diensten BEDREIGINGEN -scholen en burgers verwachten alsmaar meer van de stad -dienst onderwijs als vuilbak voor burgers (bv. studietoelagen invullen) of voor andere diensten( bv. dienst mobiliteit voor Week van het Verkeer ) -opdoeken van de dienst en laten opgaan in personeelsdienst en/of cultuur 156 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

258 Stedelijke basisscholen A. Omgevingsanalyse De stad Sint-Niklaas is schoolbestuur voor twee basisscholen: Gavertje Vier in Belsele en De Droomballon in Nieuwkerken. Dat is historisch zo gegroeid, maar het is een troef die meer dan ooit rendeert. Het gemeentelijk onderwijs staat immers veel dichter dan de andere twee netten bij de burger. En dat de burger dit apprecieert, blijkt uit het feit dat het marktaandeel van het stedelijk basisonderwijs op tien jaar tijd gestegen is van 10,5 % naar meer dan 12,5 % van het globale basisonderwijs in Sint-Niklaas. Het blijkt ook uit tevredenheidsonderzoeken die occasioneel worden afgenomen bij de ouders. Het aanbieden van pluralistisch basisonderwijs is voor het stadsbestuur een kerntaak. In beide basisscholen wordt grote aandacht besteed aan de zorg voor elk kind. Wiskundige, talige en motorische leerstoornissen, maar ook bv. concentratiestoornissen, zijn problematieken waar ondertussen een zekere expertise in werd opgebouwd. In De Droomballon is er bovendien al meer dan tien jaar een wereldklas waar kinderen uit alle mogelijke landen en culturen de revue passeren om er hun eerste Vlaamse schoolervaringen op te doen. Uit een vergelijking met de vrije scholen in Belsele en Nieuwkerken blijkt dat het stedelijk onderwijs heel wat meer indicatorleerlingen telt. Voor het schooljaar bv. 26 % in Gavertje Vier tegenover 12 % in Sint-Lutgart; 31 % in De Droomballon tegenover 20 % in Onze-Lieve-Vrouw-ten-Bos. Beide stedelijke scholen werden in 2011 doorgelicht. De Droomballon kreeg een gunstig advies voor alle onderzochte leergebieden. Idem voor Gavertje Vier, al is enige remediëring (een betere verticale en horizontale doorstroming) nodig voor de leergebieden muzische vorming en lichamelijke opvoeding in het lager. De twee basisscholen samen vormen sedert 2005 een scholengemeenschap. Op die manier wordt de financiële en personele ondersteuning vanuit de Vlaamse overheid geoptimaliseerd. Dat is ook nodig, want meer dan kinderen in twee scholen dat stelt bestuur, directies en leerkrachten voor grote uitdagingen. De infrastructurele gevolgen daarvan worden voor 30 % door het stadsbestuur gedragen, voor 70 % door de Vlaamse overheid. De voorbije tien jaar werd zo 2 miljoen EUR in Belsele geïnvesteerd, en 3,5 miljoen EUR in Nieuwkerken. Om de druk op de twee basisscholen te verminderen (en om het hoofd te bieden aan de capaciteitsproblematiek in centrumgemeente Sint-Niklaas) zou de bouw van een derde basisschool ideaal zijn. Het gebouwenpatrimonium van Gavertje Vier en De Droomballon moet uiteraard verder worden onderhouden. Maar ook inzake digitalisering, ter ondersteuning van zowel administratieve als pedagogische taken, mag de boot niet worden gemist. B. Statistieken Evolutie leerlingenaantallen stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit Kleuters Totaal kleuters Lager Totaal lager Algemeen totaal Vaststelling: Het aantal leerlingen in De Droomballon steeg de laatste 10 jaar met 168 eenheden. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

259 Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Evolutie leerlingenaantallen stedelijke basisschool Gavertje Vier Belsele SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit SN Uit Kleuters Totaal kleuters Lager Totaal lager Algemeen totaal Vaststelling: Aan de voortdurende stijging van het aantal leerlingen in Gavertje Vier sinds 1995 (250 lln) kwam een einde in Sindsdien blijft het leerlingenaantal min of meer stabiel. Evolutie leerlingenaantallen De Droomballon Nieuwkerken t.o.v. O.L.V. Ten Bos OLV ten Bos Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O. Kl.O. L.O SBN ,43% ,70% ,18% ,18% ,14% ,64% ,57% ,59% ,57% ,00% TOT Evolutie leerlingenaantallen Gavertje Vier Belsele t.o.v.sint-lutgart SBB ,11% ,21% ,00% ,79% ,76% ,03% ,24% ,48% ,72% TOT Sint- Lutgart Sint- Niklaas SBB 168 6,87% Vaststelling: Beide stedelijke scholen nemen het grootst aantal leerlingen voor hun rekening in de deelgemeenten waar zij gevestigd zijn. Het aandeel van De Droomballon groeit nog steeds, terwijl het aandeel van Gavertje Vier lichtjes daalde sinds Evolutie leerlingenaantallen kleuters Gavertje Vier Belsele en De Droomballon t.o.v. totale schoolbevolking Sint-Niklaas ,29% 148 6,22% 142 6,03% 161 6,79% 166 6,65% 170 6,53% 149 5,74% 143 5,58% 137 4,83% SBN 136 5,56% 142 5,88% 145 6,09% 145 6,16% 142 5,99% 143 5,72% 152 5,84% 162 6,24% 169 6,60% 184 6,49% 158 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

260 Totaal sted. Ond ,43% ,17% ,31% ,19% ,78% ,37% ,37% ,98% ,18% ,32% Evolutie leerlingenaantallen lager onderwijs Gavertje Vier Belsele en De Droomballon t.o.v. totale schoolbevolking Sint-Niklaas 321 6,09% 332 6,31% 318 6,21% 317 6,38% 314 6,19% 300 5,88% 306 6,01% 310 6,03% 316 6,01% SBN 214 4,02% 233 4,42% 264 5,02% 274 5,35% 290 5,84% 306 6,03% 321 6,30% 320 6,28% 322 6,28% 334 6,35% Totaal sted. ond 509 9,56% ,51% ,33% ,56% ,22% ,22% ,18% ,29% ,31% ,36% Evolutie leerlingenaantallen kleuters + lager Gavertje Vier Belsele en De Droomballon t.o.v. totale schoolbevolking Sint-Niklaas Sint- Niklaas SBB 295 5,54% Sint- Niklaas SBB 463 5,96% 473 6,16% 480 6,28% 460 6,15% 478 6,52% 480 6,34% 470 6,10% 455 5,92% 453 5,88% 453 5,88% SBN 350 4,50% 375 4,88% 409 5,35% 419 5,60% 432 5,89% 449 5,93% 473 6,14% 482 6,28% 501 6,51% 518 6,73% Totaal SBO ,46% ,04% ,64% ,76% ,41% ,27% ,24% ,19% ,39% ,61% Evolutie leerlingenaantallen Stedelijk net t.o.v. Vrij en Gemeenschaps(basis)onderwijs 3 Stedelijk basisonderwijs verspreid over 2 vestigingen Vrij basisonderwijs verspreid over 28 vestigingen GO! verspreid over 4 vestigingen Tot aantal ll % aandeel ll gemid aantal lln per inst. Tot aantal ll % aandeel ll gemid aantal lln per inst. Tot aantal ll % aandeel ll gemid aantal lln per inst (7565 ll) ,79% ,9 % ,9% (7342 ll) ,35% ,1% ,33% (7282 ll) ,22% ,43% ,33% (7434 ll) ,19% ,27% ,52% (7539 ll) ,95% ,98% ,05% 170 Vaststellingen: - (slechts!) 2 stedelijke scholen nemen sinds 2007 bijna 13% van aantal leerlingen voor hun rekening in groot Sint-Niklaas. - Het aandeel van stedelijk en gemeenschapsonderwijs kent de laatste tien jaar een lichte stijging ten nadele van het vrije net. 3 Gebaseerd op cijfers afkomstig van LOP-analyses Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

261 Evolutie werkingsmiddelen, werkingskosten en didactisch materiaal/kind aantal leerlingen totaal BE NK werkingsmiddelen (720/463-01) werkingskosten per per totaal leerling % totaal leerling % tov 2002 handboeken handboeken (720/124-02) handboeken (7201/124-02) (7202/124-02) per totaal leerling totaal per leerling totaal Gavertje De Vier Droomballon tov 2002 Basisonderwijs , ,73 147, ,38 0,00 0, ,01 98, ,04 126,26 85, ,70 0,00 0, ,61 96, ,00 278,87 188, ,85 0,00 0, ,40 101, ,44 308,89 209, ,30 81, ,14 109, ,30 113, ,07 290,07 196, ,67 92, ,00 97, ,53 128, ,58 336,38 227, ,65 90, ,57 99, ,39 144, ,26 331,94 224, ,31 80, ,88 99, ,59 158, ,09 383,36 259, ,15 104, ,43 145, ,67 153, ,69 398,14 269, ,70 96, ,08 136, ??? ,54 386,20 261, ,11 123, ,74 138,58 C. SWOT-analyse Sterktes - brede context en vrije levensbeschouwelijke keuze/ pluriformiteit/identiteit - arbeidsmoraal teams - kwaliteitsvol onderwijs (zie outputgegevens) - ligging, infrastructuur - zorgaanpak - open communicatie - samenwerking CLB - open sfeer/prima imago - voldoende werkingsmiddelen overheid Kansen - netvervaging, samenwerking andere scholen/netten - uitbreiding stedelijk onderwijs in centrum - handelingsgericht werken - uitwerken langetermijnvisie - woonuitbreidingsgebieden Zwaktes - ICT: onvoldoende technische ondersteuning ifv onderwijsbehoeften (eindtermen) - (autonomie versus) afhankelijkheid van maatschappelijke tendensen, overheden, onderzoeken, - personeelsbeleid in functie van doorgroeimogelijkheden, beloning naar werk(kwaliteit), Bedreigingen - grootte van de scholen - verhoogde planlast/bureaucratie/ wetgevingswijzigingen - handelingsgericht werken - lerarentekort - vrijwilligerstekort (ouders) 160 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

262 SAMWD A. Omgevingsanalyse De SAMWD Sint-Niklaas voorziet in een ruim en gediversifieerd aanbod in de drie studierichtingen Muziek, Woord en dans en behoort met haar ruim 2300 leerlingen tot de grootste van het land. Binnen de stad zelf telt de SAMWD ruim 1600 leerlingen, de anderen bevinden zich in de filialen Temse, Sint- Gillis en Stekene. Daarmee vervult zij tevens een regionale functie. Centraal voor de kwaliteit van het onderwijs dat er aangeboden staat is de kwaliteit van de leraars. Zij zijn voor het overgrote deel master in hun discipline. Een ander element dat kwaliteitsbevorderend werkt is het feit dat het stadsbestuur en de 3 gemeentebesturen van de filialen het Kunstonderwijs ernstig nemen, en het ondersteunen naar infrastructuur en omkadering. Bijzondere groeifactor van de SAMWD is het stijgend aantal leerlingen dans. Dit betekent ook dat aan bijkomende dansinfrastructuur moet gedacht worden. De SAMWD heeft oog voor een verscheidenheid aan doelgroepen: de gemiddelde leerling, de heel jonge leerling (initiatie, Suzuki), de volwassen leerling, de beginnende puber, matig getalenteerden, hooggetalenteerden, personen met mentale handicap, allochtonen... De SAMWD is aanwezig in de samenleving en stimuleert samenwerking met het verenigingsleven. Het aantal volwassen leerlingen is het voorbije decennium flink gestegen, misschien kan er gedacht worden aan een beperkte vorm van kinderopvang om het volgen van de lessen te faciliteren. De SAMWD profileert zich als dynamische instelling, met veel en kwaliteitsvolle projecten met bovenlokale uitstraling. Tegelijk is zij ook mee met het digitale tijdperk (computernetwerk voor pedagogische doeleinden; ELO; online inschrijvingen; website...) De SAMWD heeft goede contacten met de basisscholen, en tracht met ankerpersonen ter plaatse een grotere participatie aan het DKO te bekomen. Hier is nog werk aan de winkel. Er stellen zich ook enkele problemen: de studierichting woord verliest terrein op vlak van inschrijvingscijfers. Een heel succesvol privé-initiatief op grondgebied Sint-Niklaas zit hier mee voor iets tussen. De organisatorische wendbaarheid van een gesubsidieerde opleiding die leerplandoelstellingen moet behalen en waarvan de structuur is opgelegd, is veel beperkter dan in de privé. Een nieuw decreet voor het DKO dat in september 2014 geacht wordt in voege te treden, kan een versoepeling inhouden om het aanbod beter af te stemmen op de vraag. Ook stellen we vast dat de blaasinstrumenten cijfermatig slechts heel moeizaam hun positie behouden. Het probleem werd reeds geschetst in het vorige witboek, maar het is ondanks de geleverde inspanningen (terugbetaling door Cultuurraad en projecten met de blazers) nog verder achteruit gegaan. Meer begeleiding bij de instrumentkeuze zou kunnen bijdragen tot het verkleinen van deze problematiek. Niet elke leerling kiest het instrument waarvoor hij/zij meest geschikt is, zo blijkt geregeld. Hiertoe kunnen initiatieven genomen (bv. Bentleytest) worden die de instrumentkeuze nog beter begeleiden. De SAMWD werkt al jaren de facto als Brede School, waarbij externe omgevingsfactoren kunnen bijdragen in het leerproces. Dit kan nog beter in kaart gebracht worden (concerten op locatie, samenwerkingsinitiatieven, samenwerking met basisscholen in de Droomschool, werken met instellingen voor personen met een handicap ). De contramine met de Vrije Ateliers behoort grotendeels tot het verleden, er kan over nagedacht worden hoe academie en ateliers nog meer complementair kunnen werken. Hoewel de Sint-Niklase academies te groot zijn om snel naar een zgn. Kunstenacademie te evolueren, hebben de voorbije jaren mondjesmaat aangetoond dat er synergie mogelijk is. Wellicht is het mogelijk om die nog te versterken, met het nodige respect voor ieders eigenheid en doestellingen. Meer algemeen en een typisch probleem voor de grote DKO-instellingen: de evaluatieprocedure voor personeel is te belastend voor de directie: 130 of meer evaluaties uitvoeren, zelfs over 4 jaar uitgesmeerd is niet haalbaar. Studies of handleidingen wijzen uit dat 1 persoon maximaal 10 andere personen goed kan evalueren (OVSG). Dit holt het nut van deze procedure uit, en degradeert ze bijna tot louter planlast. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

263 Op vlak van infrastructuur zou een vroegtijdige verkoop door de eigenaar van de site Rolliersstraat een groot probleem kunnen betekenen: het huidige huurcontract loopt af op 31/08/2013. De ontwikkeling van de VTS-site zal dit probleem en dat van dansinfrastructuur in elk geval verhelpen. Dit laatste door Woord gedeeltelijk naar de VTS-site te brengen, en de huidige toneelzaal tot 2 de dansruimte om te bouwen. Maar dit kan - ingeval van verkoop Rollierssite - een overgangsperiode van 2 à 3 jaar niet voorkomen, wat dus een bijzondere waakzaamheid vereist. De SAMWD heeft veel restauraties ondergaan aan het gebouw, wat het voor de volgende decennia de nodige degelijkheid garandeert. Het inrichten van een opnamestudio voor gezamenlijk gebruik met de SASK kan o.m. de onderlinge synergie bevorderen, het is toekomstgericht een noodzakelijke ondersteuning van de studierichtingen muziek en woord. Op vlak van instrumentarium en uitrusting is de aankoop van 2 nieuwe vleugelpiano s heel wenselijk. Het zou de uitvoeringsmogelijkheden aanzienlijk vergroten (werken voor 2 piano's; ook voor piano s zouden concerto s dan mogelijk repertoire zijn waar dit nu enkel het geval is voor melodische instrumenten die dan begeleid worden door een piano ); rijke literatuur; wisselwerking docent-leerling). Tegelijk zou het inbouwen van dubbele deuren i.p.v. enkele in de klassen met vleugelpiano s, al een zekere flexibiliteit inbouwen voor wat betreft efficiënter gebruik van de instrumenten en onderhoud van de lokalen. De piano s kunnen nu niet buiten het lokaal gebruikt worden zonder te worden gedemonteerd. Het uitleeninstrumentarium en de piano's van de academie hebben een respectabele leeftijd. Verdere investeringen in restauratie of aankoop zijn noodzakelijk. Stoppen met investeren betekent snel achteruitgaan van de kwaliteit van het instrumentarium en een hogere kostprijs achteraf. Tenslotte ligt de kostprijs van het DKO voor de inrichtende macht vrij hoog: beperkte werkingsmiddelen en omkadering, geen subsidies voor gebouwen. In het licht van onder druk staande stadsfinanciën is hier bijzondere alertheid geboden. B. SWOT-analyse Sterktes -ruim en gediversifieerd aanbod in de drie studierichtingen; -hooggekwalificeerd personeel (bijna alle leerkrachten zijn masters); -vervult streekfunctie; -het stadsbestuur en de 3 gemeentebesturen van de filialen nemen het Kunstonderwijs ernstig en ondersteunen het naar infrastructuur en omkadering; -stijgend aantal leerlingen met de dansafdeling als belangrijkste groeifactor; -oog voor een verscheidenheid aan doelgroepen (de gemiddelde leerling, de heel jonge leerling (initiatie, Suzuki), de volwassen leerling, de beginnende puber, matig getalenteerden, hooggetalenteerden, personen met mentale handicap, allochtonen...); -aanwezig in de samenleving; -samenwerking met blaasmuziekverenigingen; -dynamische instelling, veel kwaliteitsvolle projecten met bovenlokale uitstraling; -mee met het digitale tijdperk (computernetwerk voor pedagogische doeleinden; ELO; online inschrijvingen; website...) -bijna alle vleugelpiano's (alle 30 jaar of ouder, behalve Steinway) zijn gerestaureerd Zwaktes -de blaasinstrumenten behouden cijfermatig heel moeizaam hun positie. Probleem werd reeds geschetst in het vorige witboek, maar het is ondanks de geleverde inspanningen (terugbetaling door Cultuurraad en projecten met de blazers) nog verder achteruit gegaan -de studierichting woord verliest terrein op vlak van inschrijvingscijfers. Een heel succesvol privéinitiatief op grondgebied Sint-Niklaas zit hier mee voor iets tussen. De organisatorische wendbaarheid van een gesubsidieerde opleiding die leerplandoelstellingen moet behalen en waarvan de structuur is opgelegd, is veel beperkter dan in de privé. -de evaluatieprocedure voor personeel is te belastend voor de directie: 130 of meer evaluaties uitvoeren, zelfs over 4 jaar uitgesmeerd is niet haalbaar. Studies of handleidingen wijzen uit dat 1 persoon maximaal 10 andere personen goed kan evalueren (OVSG). 162 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

264 Kansen -van het uitdiepen van het werken met ankerpersonen in de basisscholen wordt een grotere participatie aan het DKO verwacht. Vooral de studierichting woord zou hier baat bij moeten hebben omdat die in haar geheel in een neerwaartse tendens zit. -een nieuw decreet voor het DKO dat in september 2014 geacht wordt in voege te treden, kaneen versoepeing inhouden, wat de academie kan toelaten om nog meer doelgroepgericht te werken, en dus een ruimer publiek aan te trekken. -de SAMWD werkt al jaren de facto als Brede School, waarbij externe omgevingsfactoren kunnen bijdragen in het leerproces. Dit kan nog meer bewust in kaart gebracht worden (concerten op locatie, samenwerkingsinitiatieven, samenwerking met basisscholen Droomschool, werken met instellingen voor personen met een handicap ) -er is een beperkte samenwerking met de Vrije Ateliers, er kan verder over nagedacht worden hoe academie en ateliers nog meer complementair kunnen werken -hoewel de Sint-Niklase academies te groot zijn om snel naar een zgn. Kunstenacademie te evolueren, hebben de voorbije jaren mondjesmaat aangetoond dat er synergie mogelijk is. Wellicht is het mogelijk om die te versterken door tijdig elkaars projecten te communiceren zodat er kan op ingespeeld worden, en door geregeld gezamenlijke projecten uit te werken, met het nodige respect voor ieders eigenheid en doestellingen. -meer begeleiding bij de instrumentkeuze zou kunnen bijdragen tot het verkleinen van de blazersproblematiek. Niet elke leerling kiest het instrument waarvoor hij/zij meest geschikt is, zo blijkt geregeld. Hiertoe kunnen -vrijblijvend- kleine tests afgenomen worden (Bentleytest) voorafgaand aan de instrumentkeuze; -kan een werkbare strategie ontwikkeld worden die het wisselen van instrument in de lagere graad versoepelt, of een combinatie van instrumenten mogelijk maakt zodat de leerling voelt welk hem/haar beter ligt. -infrastructuur: de VTS-site zal tegelijk het probleem van de Rolliersstraat en dat van de dansinfrastructuur verhelpen. Dit laatste door Woord gedeeltelijk naar de VTS-site te brengen, en de huidige toneelzaal tot 2 de dansruimte om te bouwen -concurrentie van privé-initiatieven helpt de geesten scherp houden. De dansafdeling heeft net als Woord stevige concurrentie te duchten binnen de stad, maar groeit desondanks spectaculair. Hierbij wel aanstippen dat dans veel aandacht krijgt op televisie de voorbije 2 jaar. -de aankoop van 2 nieuwe vleugelpiano's zou de uitvoeringsmogelijkheden aanzienlijk vergroten (werken voor 2 piano's, rijke literatuur; wisselwerking docent-leerling) Bedreigingen -infrastructuur voor de groeiende dansafdeling -de beschikbaarheid op langere (misschien zelfs kortere) termijn van de vestigingsplaats Rolliersstraat is heel onzeker. De textielfabriek is er enkele jaren geleden gesloten, gevreesd mag worden dat men zal trachten de site te gelde te maken via een projectontwikkelaar. En dan moet er voor onze cursussen een andere oplossing gevonden worden. Het gaat om ongeveer 400 leerlingen die daar de lessen krijgen. De VTS-site zal dit probleem verhelpen, hopelijk kan dit tijdig gebeuren? Zoniet moet er nog een tussentijdse oplossing gevonden worden -het is geen leerplichtonderwijs en moet zich dus binnen de wetgeving toch profileren tegenover een waaier aan privé-initiatieven -de gemiddelde vereniging voor blaasmuziek in Sint-Niklaas en deelgemeenten heeft het moeilijk. Er heeft steeds een wederkerigheidsverhouding bestaan tussen de blazersklassen van de academie en het verenigingsleven, dit laat zich nu ook voelen in ongunstige zin -het uitleen-instrumentarium en de piano's van de academie hebben een respectabele leeftijd. Er moet verder geïnvesteerd worden in restauratie of aankoop. Stoppen met investeren betekent snel achteruitgang van de kwaliteit van het instrumentarium -de kostprijs van het DKO ligt voor de inrichtende macht vrij hoog: beperkte werkingsmiddelen en omkadering, geen subsidies voor gebouwen. In het licht van onder druk staande stadsfinanciën is hier bijzondere alertheid geboden. -de onrealistische planlast van de evaluatieprocedures, en het gebrek aan een echt instrumentarium hiervoor, leidt tot procedurefouten, en/of tot oppervlakkige en ondoeltreffende evaluaties. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

265 SASK A. Omgevingsanalyse Onze academie is met om en bij de 2800 leerlingen de grootste academie voor beeldende kunst in het deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen. Een van de belangrijke factoren die bijdragen tot dit succes is het feit dat wij in het kader van de kindvriendelijkheid, de laagdrempeligheid en bereikbaarheid ons kindgericht onderwijs zo dicht mogelijk bij de kinderen willen brengen. Zo brengen wij kunstonderwijs in alle deelgemeenten en in relevante wijken. Deze manier van werken is doorgetrokken tot in de filialen Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas en Stekene. Onze 32 jeugdateliers bestrijken dus een groot gedeelte van het Waasland. Een ander aspect dat bijdraagt tot dit succes is de permanente kwaliteitsbewaking in de vorm van het aanstellen van hoog gekwalificeerde leerkrachten/kunstenaars, de jaarlijkse evaluaties, de eindejaarsjury s bestaande uit gerenommeerde kunstenaars en vakgerichte experten. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten want wij moeten er permanent voor zorgen dat wij ons onderwijs actueel houden en inspelen op maatschappelijke veranderingen. Vooral de middelbare graad zullen wij alert moeten opvolgen omdat wij hier een neerwaartse trend waarnemen. De academie heeft hierop ingespeeld door het inrichten van animatiefilm en digitale beeldende vorming voor jongeren. Dit is nog maar onlangs gebeurd en de invloed hiervan moet nog afgewacht worden. De nieuwe media zijn echter niet meer te stuiten. Dit merken wij ook in de optie fotografie waar we de laatste jaren zwaar geïnvesteerd hebben in de digitale fotografie met een belangrijke groei en uitbreiding van leraarsuren tot gevolg. Het experiment schoenontwerpen blijft succesvol. Schilderkunst en tekenkunst blijven de belangrijkste vaste waarden waarbij we merken dat vooral schilderkunst de laatste 6 jaar een groei gekend heeft. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de verjonging van het lerarenkorps en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen in de schilderkunst. Met onze jeugd- en jongerenateliers vervullen wij een aanvullende rol op het leerplichtdagonderwijs. Wij engageren ons dan ook in het experiment kunstinitiatie/muzische vorming sinds 2005 met de GO-scholen en de SAMW van Lokeren. Daarnaast organiseren wij sinds 2007 een jaarlijks terugkerende cultuurweek voor de omliggende scholen van Sint-Niklaas. Ook werken wij recent samen met de taalstages en de OKAN. Ons onderwijs is ook gericht op de verruiming van de algemene ontwikkeling, de doorstroom naar het hoger dagkunstonderwijs, de preprofessionele opleiding, het tweedekansonderwijs, de amateurkunsten, de ontwikkeling van het individu. Onze onderwijsopdracht is onze belangrijkste doelstelling. Daarnaast vervullen wij ook een culturele rol. Via ons tentoonstellingscomité komen wij sinds 2007 zeer manifest naar buiten met allerhande projecten in de Vierkante zaal/annex maar ook daarbuiten. Dit aspect geeft ons en de stad de nodige uitstraling tot ver buiten de regio.de projecten zijn steeds gerelateerd aan wat er zich binnen de academie ontwikkelt en de actuele beeldende kunsten. Dit resulteert in samenwerkingsverbanden met musea, culturele centra, vzw s, SAMWD, andere academies, individuele kunstenaars. De academie is hierdoor geen eiland maar vervult een actieve rol in het culturele leven van de stad. Vermits de academie voor iedereen toegankelijk is vervullen wij ook nog een niet te onderschatten sociale rol. Ook onze huisstijl draagt bij tot onze uitstraling. Naast onze tentoonstellingen, lezingen, gastlessen, publicaties, dag DKO, opendeurdagen hebben wij ook nog onze jaarlijks terugkerende mode- en schoenenshow, de theaterkostuumshow, het kortfilmfestival. Om dit onderwijs te realiseren hebben wij ook behoefte aan een degelijke infrastructuur en logistieke ondersteuning van de stad. Dingen die de afgelopen legislatuur gerealiseerd zijn: de verbouwing van de beeldhouwklas en de Vierkante zaal, het optimaliseren van de berging (1 e fase), de installatie van het draadloos internet, de uitbouw van twee digitale ateliers en dit jaar de vervanging van de verwarmingsinstallatie en radiatoren. Doch niet alles is gerealiseerd wat vooropgesteld was. In de beleidsvoorstellen die hierna volgen worden deze elementen terug opgenomen en aangevuld met nieuwe. Wij hopen dat het bestuur zijn gedane beloften nakomt in de nieuwe legislatuur. Een instituut als het onze heeft nood aan beweging en permanente vernieuwing. Willen wij toonaangevend blijven in de brede regio, dan zal het bestuur de nodige investeringen moeten doen. 164 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

266 B. Statistieken Sint-Niklaas Lagere Graad Hoofdschool Nieuwkerken Nijverheidsstraat / / / Clementwijk holderdebolder Belsele Puivelde Sinaai Subtotaal Middelbare Graad Hoofdschool Nieuwkerken Subtotaal Hogere Graad Tekenkunst Schilderkunst Beeldhouwkunst Vrije Grafiek Toegepaste Grafiek Steen-Beeld Keramiek Edelsmeedkunst Mode en Theater Textiele Kunst Fotokunst Video- en filmkunst Binnenhuiskunst Architectuurtekenen Monumentale Kunst Exp. in situ Exp. schoenen Subtotaal Specialisatiegraad Tekenkunst Schilderkunst Beeldhouwkunst Vrije Grafiek Toegepaste Grafiek Steen-Beeld Keramiek Edelsmeedkunst Mode en Theater Textiele Kunst Fotokunst Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

267 Video- en Filmkunst Binnenhuiskunst Architectuurtekenen Monumentale Kunst Subtotaal Totaal Beveren Lagere Graad Beveren Kieldrecht Melsele Vrasene Kallo Subtotaal Middelbare Graad Beveren Subtotaal Hogere Graad Vrije Grafiek Schilderkunst Tekenkunst Kunstgesch. Subtotaal Specialisatiegraad Vrije Grafiek Schilderkunst Subtotaal Totaal Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

268 Stekene Stekene Lagere Graad Stekene Kemzeke Koewacht Klein-Sinaai Hellestraat Subtotaal Middelbare Graad Stekene Subtotaal Hogere Graad Tekenkunst Vrije Grafiek Schilderkunst Subtotaal Specialisatiegraad Schilderkunst 2 2 Vrije Grafiek Subtotaal Totaal Kruibeke Lagere Graad Kruibeke Bazel Subtotaal Middelbare Graad Bazel Subtotaal Totaal Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

269 Sint-Gillis-Waas Sint-Gillis-Waas Lagere Graad Sint-Gillis Sint-Pauwels Meerdonk De Klinge Subtotaal Middelbare Graad Sint-Gillis Sint-Pauwels Subtotaal Hogere Graad Tekenkunst Schilderkunst Subtotaal Specialisatiegraad Schilderkunst Subtaal Totaal Totaal AANTAL LLN Sint-Niklaas Sint-Gillis Kruibeke Beveren Stekene TOTAAL e optie AANTAL LLN lagere graad middelbare graad hogere graad specialisatiegraad TOTAAL e optie Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

270 Bezoekers tentoonstellingen (zonder klasbezoeken) GETEKEND tot MEMORABILIA ET CETERA tot waardevolwaarde tot REWIND tot ONE? tot GRENZELOOS tot DEJEUNER SUR SABLE (BLAC) tot M² - BINNENHUISKUNST tot TETE A TETE tot KLEUR! tot CUT/COPY/CARVE 30/10/2010 tot 28/11/ HEART OUTSIDE BODY - TRANSITION GRAFIEK ONTRAFELD LIJN PIXEL BEAM RETURN TO SENDER tot HIER DAAR tot Flankerend onderwijsbeleid A. Omgevingsanalyse Met het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau van 30 november 2007 gaf de Vlaamse overheid het officiële startschot aan steden en gemeenten om een beleid te voeren naar alle scholen op hun grondgebied. Flankerend onderwijsbeleid wordt hierin gedefinieerd als het geheel van acties van een lokale overheid om, vertrekkende vanuit de lokale situatie en aanvullend bij het Vlaamse onderwijsbeleid, een onderwijsbeleid te ontwikkelen in samenwerking met de lokale actoren. Het decreet legt de bepalingen omtrent de sociale en andere voordelen vast, de modaliteiten om subsidies aan te vragen, de verplichte medewerking van lokale besturen aan de controle op de leerplicht, de bevordering van het regelmatige schoolbezoek en het verhogen van de deelname van kleuters aan het onderwijs. In concreto laat de decreetgever dus heel wat ruimte aan steden en gemeenten om invulling te geven aan een netoverschrijdend onderwijsbeleid. In 2008 werd voor het eerst een onderwijsbeleidsplan geschreven en goedgekeurd. Het onderwijsbeleidsplan omvatte vooral linken met het welzijnsveld. In de praktijk omvat een lokaal onderwijsbeleid vele gebieden (bv. milieu, cultuur, mobiliteit, sport, welzijn, jeugd, politie, ). Voor het jaar 2008 werd berekend dat het stadsbestuur bijna 1 miljoen EUR netto oplegt ten voordele van de scholen. Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

271 Dit hoeft niet te verrassen aangezien Sint-Niklaas een stad is waar net geen kinderen en jongeren schoollopen 4. Sint-Niklaas geniet als centrumstad ook een bepaalde aantrekkingskracht: ongeveer 60% van de leerlingen in het secundair onderwijs wonen buiten de stad. Deze aantrekkingskracht wordt bevestigd in de Stadsmonitor 2011 van de Vlaamse overheid. Naast het leerplicht- en hoger onderwijs kent de stad ook heel wat instellingen en verenigingen die erkend volwassenenonderwijs of vrije cursussen aanbieden. De cel FLOB heeft bestaansrecht verworven. Sedert haar oprichting in 2007 kent ze een gestage groei, zowel in het takenpakket als in personeelsbezetting. Dit resulteert in een goed draagvlak en netwerk, zowel met onderwijsactoren als niet-onderwijsactoren. De recentelijkheid van de cel en de specifieke organisatiecultuur spelen ook in het nadeel: soms gebeuren de zaken ad hoc, niet altijd dienstoverschrijdend en is het takenpakket van de cel versnipperd. Het leidt er soms toe dat voor bepaalde initiatieven de planlast hoger ligt dan het rendement of dat er misverstanden ontstaan over het eigenlijke takenpakket. De nieuwe meerjarenplanning biedt daarom de kans om overkoepelend en op basis van een visie te werken. Het biedt de mogelijkheid om een algemene onderwijsdienst uit te bouwen die duurzaam en integraal werkt: er kan worden nagedacht over de structuur (bv. onderwijsraad, scholenoverleg, LOP), communicatiebeleid (op stedelijk niveau i.p.v. versnipperd), organisatie (alle personeelsleden van de dienst onderwijs zitten samen i.p.v. de huidige verdeeldheid waardoor efficiënt werken afgeremd wordt). Er zijn nog meerdere opportuniteiten: - de verworven ervaring van de brugfiguren van micro- naar macroniveau tillen; - het heroriënteren van de subsidies van de Vlaamse overheid (momenteel bestemd voor Schoolparticipatiefonds, GOK-projectenfonds en Time-out); - verder ontwikkelen van het Bredeschoolconcept via een overkoepelende onderwijsvisie; - de pijler met ouders verder uitwerken via de huidige subsidiëring van ouderverenigingen. Volgende vaststellingen in Sint-Niklaas zijn evenzeer aandachtspunten: - de Stadsmonitor 2011 toont voor Sint-Niklaas een hoog aantal laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden, een hoog aantal jongere niet-werkende werkzoekenden, en een lage werkgelegenheidsgraad; - het stijgend aantal onbetaalde schoolrekeningen. Dit valt af te leiden aan het stijgend aantal aanvragen, ingediend bij het Schoolparticipatiefonds; - uit een prognose van het Sint-Niklase woonbeleidsplan (SumResearch, februari 2012) blijft men een stijging van het aantal 0- tot 17-jarigen in 2016 en 2020 vaststellen. Deze prognose dient meegenomen te worden in de capaciteitsanalyse voor het basisonderwijs. B. DESTEP-methode A) Demografische factoren 1. Aangroei wooneenheden in Sint-Niklaas Er worden 1271 extra wooneenheden voorspeld via uit- en inbreidingsprojecten tegen 2020 (o.v. Woonbeleidsplan) 4 Leerlingaantallen uit Stadsverslag schooljaar : kleuteronderwijs, lager onderwijs, ASO, TSO, BSO, KO en BUSO, hoger onderwijs. 170 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

272 2. Bevolkingsprognose Sint-Niklaas a. Open bevolkingsprognose Sint-Niklaas naar leeftijd volgens Woonbeleidsplan (Sumreach, oktober 2011) abs % abs % abs % abs % ,8% ,0% ,4% ,7% ,1% ,8% ,5% ,1% ,1% ,5% ,0% ,1% ,3% ,9% ,5% ,5% ,7% ,9% ,6% ,7% Totaal ,0% ,0% ,0% ,0% b. Open bevolkingsprognose Sint-Niklaas volgens studiedienst Vlaamse Overheid 3. Huishoudensprognose Sint-Niklaas a. Open huishoudensprognose Sint-Niklaas naar personen volgens Woonbeleidsplan (Sumreach, oktober 2011) abs % abs % abs % abs % HH ,4% ,1% ,0% ,4% HH ,2% ,1% ,0% ,0% HH ,8% ,4% ,6% ,1% HH ,5% ,5% ,5% ,5% Totaal ,0% ,0% ,0% ,0% b. Open huishoudensprognose Sint-Niklaas volgens studiedienst Vlaamse Overheid Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

273 4. Capaciteitsanalyse Sint-Niklase basisonderwijs a. Inschrijvingen en de beschikbare capaciteit in het basisonderwijs in 2010 en inschrijvingen ko ko lo lo aantal klaslokalen ko ko lo lo beschikbare capaciteit ko ko lo lo gemiddelde maximum capaciteit per klas ko ko lo lo ,5 22,6 23,8 b. De capaciteit in het kleuteronderwijs per stadszone : wijk potentieel * max. cap. ko Margaretha-Baensland Station-Walburg Watermolen-Clement Parklaan-Don Bosco Heimolen-Fabiolapark-Reynaertpark Zuid-Ster Nieuwkerken Belsele-Puivelde Sinaai TOTAAL SINT-NIKLAAS * Potentieel = helft aantal geboorten/wijk aantal 3-5jarigen + gemiddelde instroom c. De capaciteit in het lager onderwijs per stadszone: 172 Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

274 Wijk Potentieel * Max. Cap. Lo Margaretha-Baensland Station-Walburg Watermolen-Clement Parklaan-Don Bosco Heimolen-Fabiolapark- Reynaertpark Zuid-Ster Nieuwkerken Belsele-Puivelde Sinaai TOTAAL SINT-NIKLAAS * Potentieel = aantal 6-11jarigen + gemiddelde instroom Evolutie aantal schoolplichtigen per stadszone wijk 6-12 jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen Margareta- Baensland Station- Walburg Watermolen- Clement Parklaan- Don Bosco Heimolen- Fabiola Zuid - Ster Nieuwkerken Belsele Sinaai Geboortecijfer in Sint-Niklaas a. Geboortecijferevolutie Sint-Niklaas volgens dienst bevolking j arigen Bijlage 4: omgevingsanalyses Meerjarenplan

275 b. Geboortecijfer(prognose) Sint-Niklaas volgens studiedienst Vlaamse Overheid B) Economische factoren 1. Werkloosheidsgraad a. Aantal laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) Genk en Sint-Niklaas kennen het hoogste aandeel. b. Aantal jongere niet-werkende werkzoekenden (18-24 jaar) in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) Drie centrumsteden scoren hoger. c. Aantal allochtone niet-werkende werkzoekenden in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) Vier centrumsteden scoren hoger. 2. Werkgelegenheidsgraad, in %, in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) ,7 64,9 65,5 66,9 66,9 68,1 Twee centrumsteden scoren lager. 3. Het Sint-Niklase schoolparticipatiefonds: Schooljaar Basisonderwijs Secundair onderwijs Aantal kinderen Bedrag onbetaalde rekeningen Aantal kinderen Bedrag onbetaalde rekeningen , , , , , , , , Meerjarenplan Bijlage 4: omgevingsanalyses

Belangrijkste conclusies

Belangrijkste conclusies Gezinnen in de Stad Belangrijkste conclusies 1 Demografische cijfers Vergroening van de grootsteden en sommige centrumsteden: - Periode 2009-2014: De grootsteden Antwerpen en Gent kregen in deze periode

Nadere informatie

De bruisende stad. Beleidskader

De bruisende stad. Beleidskader De bruisende stad Vlaams Regeerakkoord: Beleidskader» Werk maken van duurzame, creatieve steden» Stedelijke kernen uitbouwen tot aantrekkelijke woonkernen met een interessant cultureel, onderwijs-, verzorgings-,

Nadere informatie

PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM

PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM Het Turnhoutse stadsbestuur erkent dat de nieuwe resultaten van de Stadsmonitor voor verschillende thema s vaak niet goed zijn. Uit de

Nadere informatie

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering Inhoud Korte toelichting bij Stadsmonitor Survey Stadsmonitor in Sint-Niklaas Resultaten Stadsmonitor per beleidsdomein» Enkele demografische ontwikkelingen» Cultuur en vrije tijd» Leren en onderwijs»

Nadere informatie

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 211 Hasselt Annelies Jacques en Karen Stuyck 1 maart 212 Stedenronde Schets van de stad» Huidige situatie» Evolutie» Persoonskenmerken maart 213: Studiedag SVR» Analyses op de stadsmonitor

Nadere informatie

Aanpassing meerjarenplanning 2014 2019 Budget 2015. Gemeenteraad 18 december 2014

Aanpassing meerjarenplanning 2014 2019 Budget 2015. Gemeenteraad 18 december 2014 Aanpassing meerjarenplanning 2014 2019 Budget 2015 Gemeenteraad 18 december 2014 Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 Meerjarenplan 14-19: vastgesteld 19/12/2013 Jaarlijks te actualiseren in functie van

Nadere informatie

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2011 Oostende Annelies Jacques en Ann Vanderhasselt 16 februari 2012 Stedenronde Schets van de stad» Huidige situatie» Evolutie» Persoonskenmerken maart 2013: Studiedag SVR» Analyses op de

Nadere informatie

MEERJARENPLAN Gemeente Kampenhout. Gemeentebestuur Kampenhout Gemeentehuisstraat Kampenhout NIS code: 23038

MEERJARENPLAN Gemeente Kampenhout. Gemeentebestuur Kampenhout Gemeentehuisstraat Kampenhout NIS code: 23038 Gemeentebestuur Kampenhout Gemeentehuisstraat 16 1910 Kampenhout NIS code: 23038 Rapporteringsperiode 2014-2019 MEERJARENPLAN 2014-2019 Meerjarenplan 2014-2019 De organieke decreten bepalen dat het meerjarenplan

Nadere informatie

Een stad om in te wonen

Een stad om in te wonen Een stad om in te wonen Woningmarkt Aantrekkelijke woonstad Vitale wijken & buurten Beleidskader Wonen is een basisbehoefte ~ Vlaamse wooncode Vlaams Regeerakkoord: groen & dynamisch stedengewest Wonen

Nadere informatie

Markante vaststellingen per hoofdstuk

Markante vaststellingen per hoofdstuk Stadsmonitor 2014 Markante vaststellingen per hoofdstuk Overzicht indicatoren Domein/principe Aantal indicatoren Cultuur en vrije tijd 32 Leren en onderwijs 13 Ondernemen en werken 24 Veiligheidszorg 10

Nadere informatie

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2011 Roeselare Karen Stuyck, Annelies Jacques 18 april 2012 Inhoud Korte toelichting bij Stadsmonitor Survey Stadsmonitor in Roeselare Contextinformatie Resultaten Stadsmonitor per thema:

Nadere informatie

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering Inhoud Korte toelichting bij Stadsmonitor Survey Stadsmonitor in Kortrijk Resultaten Stadsmonitor per beleidsdomein» Cultuur en vrije tijd» Leren en onderwijs» Ondernemen en werken» Leefbaarheid: veiligheid,

Nadere informatie

Meerjarenplan

Meerjarenplan Meerjarenplan 2014-2019 Dorpsraad Nieuwkerken 4 december 2013 Mike Nachtegael schepen voor financiën Witboek & Meerjarenplan WITBOEK inhoudelijk MEERJARENPLAN Financiële vertaling Beleidsdoelstellingen

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

De werking van de Beleids-en beheerscyclus

De werking van de Beleids-en beheerscyclus Achter de schermen De werking van de Beleids-en beheerscyclus Nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn en het stof weer is gaan liggen, ontwaken de nieuwe gemeenteburen. In sommige steden en

Nadere informatie

Gemeentebestuur Herne Centrum Herne NIS Rapporteringsperiode 2015 BUDGETWIJZIGING Gemeente Herne

Gemeentebestuur Herne Centrum Herne NIS Rapporteringsperiode 2015 BUDGETWIJZIGING Gemeente Herne Gemeentebestuur Herne Centrum 17 1540 Herne NIS 23032 Rapporteringsperiode 2015 BUDGETWIJZIGING 2 2015 Gemeente Herne Gemeenteraad 30/12/2015 Budgetwijziging 2015/2 A. VERKLARENDE NOTA 1 Motivering van

Nadere informatie

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van Budget OCMW 216 3 Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget... 11 Financiële toestand... 13 Lijst overheidsopdrachten... 16 Lijst daden van beschikking... 17 Lijst nominatieve

Nadere informatie

ENQUÊTE BEVOLKING. Pagina 1 van 20. Status: Afgesloten Begindatum: Einddatum:

ENQUÊTE BEVOLKING. Pagina 1 van 20. Status: Afgesloten Begindatum: Einddatum: ENQUÊTE BEVOLKING Status: Afgesloten Begindatum: 10-07-2013 Einddatum: 02-09-2013 Live: 55 dagen Vragen: 33 Talen: nl Panelgrootte: 700 Bounced: 0 (0%) Geweigerd: 0 (0%) Gedeeltelijk geantwoord: 0 (0%)

Nadere informatie

5/12/2011. BBC, MJP, planlastverlaging en ontwikkelingssamenwerking. Inhoud

5/12/2011. BBC, MJP, planlastverlaging en ontwikkelingssamenwerking. Inhoud BBC, MJP, planlastverlaging en ontwikkelingssamenwerking Peter Sels VVSG - 2011 Inhoud Wetgevend kader Planningsmethodiek Ontwikkelingssamenwerking vs het nieuwe instrumentarium Stappenplan en uw bijdrage

Nadere informatie

4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering

4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering 4 oktober 2012 Ruim 700 indicatoren voor opvolging doorbraken Vlaanderen in Actie en Vlaams regeerakkoord 200 medewerkers binnen en buiten de Vlaamse overheid Wat meten we? Welke ontwikkelingen in externe

Nadere informatie

Titel. Stadsmonitor voor leefbare en duurzame steden. UGent CDO en CLP - HoGent Trui Maes, UGent.CDO Brussel, transitiearena DuWoBo, 4juni 2009

Titel. Stadsmonitor voor leefbare en duurzame steden. UGent CDO en CLP - HoGent Trui Maes, UGent.CDO Brussel, transitiearena DuWoBo, 4juni 2009 Titel Stadsmonitor voor leefbare en duurzame steden UGent CDO en CLP - HoGent Trui Maes, UGent.CDO Brussel, transitiearena DuWoBo, 4juni 2009 Situering van de Vlaamse Stadsmonitor Aard: leer-, meet- en

Nadere informatie

District Deurne. Jaarrekening 2014

District Deurne. Jaarrekening 2014 District Deurne Jaarrekening 2014 Administratieve gegevens Type beleidsrapport: Jaarrekening Naam bestuur: District Deurne NIS-code bestuur: 11002 Adres bestuur: Maurice Dequeeckerplein 1, 2100 Deurne

Nadere informatie

Plannen en budgetteren: kerntaken voor raadsleden

Plannen en budgetteren: kerntaken voor raadsleden Plannen en budgetteren: kerntaken voor raadsleden VVSG-Raadsledendagen Antwerpen, 2 juni 2007 Brugge, 16 juni 2007 Inhoud Plannen en budgetteren in de regelgeving: 2 Voor gemeenten Voor OCMW s Plannen

Nadere informatie

Meerjarenplan Aanpassing n.a.v. budget 2015 AGB t Bau-huis

Meerjarenplan Aanpassing n.a.v. budget 2015 AGB t Bau-huis dienst boekhouding Meerjarenplan 2014-2019 Aanpassing n.a.v. budget 2015 AGB t Bau-huis Raad van bestuur 1-12-2014 Gemeenteraad 19 december 2014 Inhoud Inleiding 3 Strategische nota 5 Financiële nota 7

Nadere informatie

aanpassing meerjarenplan aanpassing BW2 2017

aanpassing meerjarenplan aanpassing BW2 2017 aanpassing meerjarenplan 214-219 aanpassing BW2 217 MEERJARENPLAN 214-219 Aanpassing voorafgaand aan de vaststelling van de tweede reeks wijzigingen aan het budget 217 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN 5

Nadere informatie

meerjarenplan Aanpassing bw1-2016

meerjarenplan Aanpassing bw1-2016 meerjarenplan 214-219 Aanpassing bw1-216 2 AANPASSING MEERJARENPLAN 214 219 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN 5 FINANCIËLE NOTA Financieel doelstellingenplan 214 219 (schema M1) 11 Staat van het financiële

Nadere informatie

BBC EN PLANNING IN GEEL

BBC EN PLANNING IN GEEL BBC EN PLANNING IN GEEL Geel? GEEL? Geel? 38.000 inwoners Antwerpse Kempen Gezinsverpleging - Barmhartige Stede Uitgestrekt grondgebied: ca 11.000 ha Stedelijke kern versus landelijk buitengebied Aanwezigheid

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013 De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013 1 Waarom veranderen? Wellicht ken je het lokaal jeugdbeleidsplan wel, het is het plan van een gemeente over hoe ze werk willen maken van jeugdwerk- en

Nadere informatie

De Grote Wommelgemse Enquête

De Grote Wommelgemse Enquête De Grote Wommelgemse Enquête Doel De enquête is opgezet als een papieren enquête die peilt naar de tevredenheid van de inwoners, die inzicht wil krijgen hoe de bevolking haar gemeente ziet en die antwoorden

Nadere informatie

Identificatie bestuur

Identificatie bestuur Identificatie bestuur Naam bestuur: Gemeente Bierbeek NISCODE bestuur: 24011 Adres bestuur: Dorpsstraat 2 3360 Bierbeek Secretaris: Financieel beheerder: Peter Verlinden Liesbeth Vanhoof Gemeente Bierbeek

Nadere informatie

Strategisch meerjarenplan in een notendop

Strategisch meerjarenplan in een notendop Strategisch meerjarenplan 2014-2019 in een notendop PBD 1: Harelbeke wil een levendig en aantrekkelijk stadscentrum creëren, waar bewoners fier op zijn. AP1.1: De Leiewerken voorzien het centrum van meer

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND,

DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND, Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare

Nadere informatie

Budgetten wijzigen voor niet-specialisten

Budgetten wijzigen voor niet-specialisten Budgetten wijzigen voor niet-specialisten Ben Gilot Stafmedewerker financiën VVSG 21.11.2014 Gemeenten en OCMW s 1 kennen specifieke regels voor de aanwending van publieke gelden. Deze regels met betrekking

Nadere informatie

Stadsmonitor Survey Stad Antwerpen

Stadsmonitor Survey Stad Antwerpen Stadsmonitor Survey Stad Antwerpen Rapportering editie 211 DEEL 2: en Stad Antwerpen, december 211 Bron: Survey data Stadsmonitor; Studiedienst van de Vlaamse regering Verwerking door: Stad Antwerpen,

Nadere informatie

Strategische nota. 15 december 2014

Strategische nota. 15 december 2014 Strategische nota 15 december 2014 De strategische nota geeft een beschrijving van de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het bestuur voor de periode van het meerjarenplan. Enkel de prioritaire

Nadere informatie

Het Budget 2015 past in het meerjarenplan 2014-2019 Aanpassing 2015 omdat aan volgende voorwaarden is voldaan:

Het Budget 2015 past in het meerjarenplan 2014-2019 Aanpassing 2015 omdat aan volgende voorwaarden is voldaan: BUDGET 2015 Situering Vanaf 1 januari 2013 is Sociaal Verhuurkantoor (SVK) Leie en Schelde gestart als pilootbestuur met de implementatie van de nieuwe regels van de Beleids- en Beheerscyclus (BBC). De

Nadere informatie

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2018

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2018 Aanpassing meerjarenplan 2014-2020 bij opmaak van het budget 2018 OCMW Oostkamp Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak budget 2016 p. 0 Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak budget 2018

Nadere informatie

Toelichting meerjarenplan

Toelichting meerjarenplan Toelichting meerjarenplan 2014-2019 Visie Investeren zonder hypotheek op de toekomst Optimale benutting van subsidies en externe kanalen Voortdurend zoeken naar win-win situaties Vb. integratie OCMW -

Nadere informatie

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2017

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2017 Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak van het budget 2017 OCMW Oostkamp Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak budget 2016 p. 0 OCMW Oostkamp Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak

Nadere informatie

De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019

De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019 De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019 1. Inleiding Sinds het boekjaar 2014 werken alle Vlaamse OCMW s, net als de andere lokale besturen (gemeenten, provincies,

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 mei 20 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 0/3 Vaststellen beleidsdomeinen en beleidsvelden vanaf

Nadere informatie

Budget 2018 AGB Westerlo budget 2018

Budget 2018 AGB Westerlo budget 2018 Budget 2018 AGB Westerlo budget 2018 AGB Westerlo p. 2 van 23 budget 2018 AGB Westerlo laatste budgettair Kasteelpark 6 journaalnummer: 2260 Westerlo 2018000374 NIS-code AGB: / NIS-code gemeente: 13049

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Deel I: Krachtlijnen van de vernieuwing 1. Hoofdstuk 1: Situering van het OCMW naar vernieuwende aspecten 3

Inhoud. Voorwoord. Deel I: Krachtlijnen van de vernieuwing 1. Hoofdstuk 1: Situering van het OCMW naar vernieuwende aspecten 3 Inhoud Voorwoord V Deel I: Krachtlijnen van de vernieuwing 1 Hoofdstuk 1: Situering van het OCMW naar vernieuwende aspecten 3 1. Inleiding 3 2. Structuur van het Organieke Decreet 3 3. Krachtlijnen van

Nadere informatie

Budget 2017 AGB Westerlo p. 1 van 25 budget 2017

Budget 2017 AGB Westerlo p. 1 van 25 budget 2017 Budget 2017 AGB Westerlo p. 1 van 25 budget 2017 AGB Westerlo p. 2 van 25 budget 2017 AGB Westerlo laatste budgettair Kasteelpark 6 journaalnummer: 2260 Westerlo 2017000334 NIS-code AGB: / NIS-code gemeente:

Nadere informatie

Toelichting BBC 2020

Toelichting BBC 2020 Toelichting BBC 2020 Concept BBC Omgeving 2 Concept BBC Effecten Omgeving 3 Concept BBC Strategie Effecten Omgeving 4 Concept BBC Strategie Beleidsdoelstellingen Effecten Omgeving 5 Concept BBC Strategie

Nadere informatie

meerjarenplan Aanpassing bw1-2015

meerjarenplan Aanpassing bw1-2015 meerjarenplan 214-219 Aanpassing bw1-215 AANPASSING MEERJARENPLAN 214 219 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN 5 FINANCIËLE NOTA Financieel doelstellingenplan 215 219 (schema M1) 9 Staat van het financiële

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit departement Financiën dienst Budget dossiernummer: 171323 Provincieraadsbesluit betreft Meerjarenplan 214-219 Aanpassing voorafgaand aan de vaststelling van de eerste reeks budgetwijzigingen 217 verslaggever

Nadere informatie

Herziening meerjarenplan

Herziening meerjarenplan Herziening meerjarenplan 2014 - OCMW Gingelom Secretaris: Marc Bovy Steenweg 111 Financieel beheerder: Frank Forier 3890 Gingelom Nis-code: 71017 Laatste budgettaire journaalnummer : 000273 Herziening

Nadere informatie

AGBM Markt MAASEIK NIS-code: AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK. Budget AGB Maaseik Voorzitter. Secretaris. Dirk Verlaak.

AGBM Markt MAASEIK NIS-code: AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK. Budget AGB Maaseik Voorzitter. Secretaris. Dirk Verlaak. AGBM Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK Budget AGB Maaseik 219 Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Maaseik Budget 219 1 Inhoudstafel budget 219 - AGB MAASEIK

Nadere informatie

Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd?

Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd? Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd? Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd? Meerjarenplanning en de link met financiën een initiatief van Beleidsmatig en financieel plannen Elk bestuur maakt een meerjarenplan

Nadere informatie

BUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053

BUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053 AGB PATRI Kazernestraat 13 38 SINT-TRUIDEN NIS-code : 7153 BUDGET 219 Voorzitter Raad van Bestuur : Veerle Heeren Algemeen directeur : Kathleen Bergoets AGB PATRI / BUDGET 219 - Beleidsnota 1 AGB PATRI

Nadere informatie

Budgetwijziging 2015 nr. 1

Budgetwijziging 2015 nr. 1 Budgetwijziging 2015 nr. 1 BUDGETWIJZIGING 2015 nr. 1 Inhoud 1. Verklarende nota 3 1.1 Een motivering van de wijzigingen 1.2 De aangepaste onderdelen van het doelstellingenbudget en de financiële toestand

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Stadsmonitor -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Modules Totaalbeeld stedenvergelijking 1 Bestuur 2 Bevolking 3 Cultuur 4 Duurzaamheid 5 Economie en werk 6 Imago stad 7 Inkomen en armoedebestrijding 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Bijlage: financieel kader

Bijlage: financieel kader Bijlage: financieel kader 1. Nieuwe decretale verplichtingen De gezondheid van de stadsfinanciën zal moeten beoordeeld worden op basis van de nieuwe decretale verplichtingen die in het kader van de beleids-

Nadere informatie

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE De data over de arbeidsmarkt zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk waarin arbeidsmarktstatistieken die zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven worden

Nadere informatie

Aanpassing 5 van het meerjarenplan

Aanpassing 5 van het meerjarenplan Aanpassing 5 van het meerjarenplan 2014-2019 Inclusief budget 2018 AGB Westerlo Meerjarenplan 2014-2019 AGB Westerlo p. 2 van 23 Meerjarenplan 2014-2019 AGB Westerlo laatste budgettair Kasteelpark 6 journaalnummer:

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Notulen van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van

Notulen van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Notulen van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 2016-12-12 De voorzitter heeft de raad voor maatschappelijk welzijn van Liedekerke bijeengeroepen. De raadsleden hebben de oproeping

Nadere informatie

Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur. Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC

Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur. Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC Brussel, 24 november 2011 Programma Ellen Ruelens: Staan de beleidsrapporten i.f.v.

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2008-2009) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening (Steunpunt WSE / Departement Werk en Sociale Economie) Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data over

Nadere informatie

Provinciale budgetten

Provinciale budgetten Provinciale budgetten I. BUDGET 2016... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking

Nadere informatie

Financiële nota. 1.2. Doelstellingenbudget B1. 1.3 Financiële toestand. 1.4 Lijsten. 1.5 Bijlagen. Schema B1 in bijlage

Financiële nota. 1.2. Doelstellingenbudget B1. 1.3 Financiële toestand. 1.4 Lijsten. 1.5 Bijlagen. Schema B1 in bijlage Budget 2014 Deel 2 Financiële nota 1.2. Doelstellingenbudget B1 Zoals gezegd valt de functionele indeling in activiteitencentra weg en wordt deze vervangen door een gestandaardiseerde indeling in beleidsvelden

Nadere informatie

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET OCMW Maaseik Monseigneur Koningsstraat 8 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AANGEPAST MEERJARENPLAN 214-22 IN FUNCTIE VAN BUDGET 218 Secretaris Raymond Corstjens wnd. Financieel beheerder Inge Hawinkel OCMW Maaseik

Nadere informatie

Gemeente Westerlo Boerenkrijglaan Westerlo. Budgetwijziging 2/2016

Gemeente Westerlo Boerenkrijglaan Westerlo. Budgetwijziging 2/2016 Gemeente Westerlo Boerenkrijglaan 61 2260 Westerlo Budgetwijziging 2/2016 Gemeente Westerlo p. 2 van 26 budgetwijziging 2/2016 Gemeente Westerlo laatste budgettair Boerenkrijglaan 61 journaalnummer: 2260

Nadere informatie

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2017

Aanpassing meerjarenplan bij opmaak van het budget 2017 Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak van het budget 2017 OCMW Oostkamp Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 bij opmaak budget 2016 p. 0 Autonoom Gemeentebedrijf Oostkamp Aanpassing meerjarenplan

Nadere informatie

Budget AGB Infrastructuur Maaseik 2019

Budget AGB Infrastructuur Maaseik 2019 AGB Infrastructuur Maaseik Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 MAASEIK Budget AGB Infrastructuur Maaseik 219 Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Infrastructuur Maaseik Budget 219 1 Inhoudstafel

Nadere informatie

Stedenfonds.

Stedenfonds. 1 Stedenfonds Welke lokale besturen komen in aanmerking De 13 centrumsteden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Het stedenfonds richt zich ook tot de VGC, maar de VGC valt niet onder het toepassingsgebied

Nadere informatie

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET 2018

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET 2018 AGBM Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK AANGEPAST MEERJARENPLAN 214-22 IN FUNCTIE VAN BUDGET 218 Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Maaseik Budget 218 en

Nadere informatie

2. VASTSTELLEN VAN DE NIEUWE BEDRAGEN VAN DE PRESENTIEGEL- DEN VOOR DE OCMW RAADSLEDEN

2. VASTSTELLEN VAN DE NIEUWE BEDRAGEN VAN DE PRESENTIEGEL- DEN VOOR DE OCMW RAADSLEDEN 7 november 2016 Aan de raadsleden Graag nodigen wij u uit tot de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De zitting vindt plaats op woensdag 16 november om 20.30 uur in de raadzaal van het OCMW,

Nadere informatie

Wat verwachten de ondernemers van Sint- Niklaasvan het nieuwe gemeentebestuur in de volgende zes jaar?

Wat verwachten de ondernemers van Sint- Niklaasvan het nieuwe gemeentebestuur in de volgende zes jaar? Wat verwachten de ondernemers van Sint- Niklaasvan het nieuwe gemeentebestuur in de volgende zes jaar? UNIZO-Sint-Niklaasheeft, naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen 2012, zich gebogen over

Nadere informatie

aanpassing meerjarenplan aanpassing BW1 2018

aanpassing meerjarenplan aanpassing BW1 2018 aanpassing meerjarenplan 214-219 aanpassing BW1 218 1 2 MEERJARENPLAN 214-219 Aanpassing voorafgaand aan de vaststelling van de eerste reeks wijzigingen aan het budget 218 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN

Nadere informatie

Gemeentefinanciën. Infoavond KWADRANTplus Denk Mee 29/11/2016

Gemeentefinanciën. Infoavond KWADRANTplus Denk Mee 29/11/2016 Gemeentefinanciën Infoavond KWADRANTplus Denk Mee 29/11/2016 Inhoud Enkele termen Algemene gemeentebegroting: waar op letten bij evaluatie? Herne als voorbeeld Impact van federale en Vlaamse beleidsmaatregelen

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Overheid

Hoofdstuk 10 Overheid Hoofdstuk 10 Overheid Aan de basis van de keuze van de indicatoren ligt een visie op een wenselijke toekomst voor een Vlaamse groot- of centrumstad. Die visie beschrijft over de verschillende domeinen

Nadere informatie

Inleiding tot de BBC

Inleiding tot de BBC Inleiding tot de BBC Gemeenteraadszitting van 17/12/2013 Gemeente Overijse NIS-code 23062 Begijnhof 17 3090 Overijse 1 2 Inhoud: Inleiding tot de BBC 1. Inleiding tot de BBC... 5 1.1 Algemene principes

Nadere informatie

S t e d e n f o n d s 2008-2013

S t e d e n f o n d s 2008-2013 S t e d e n f o n d s 28-213 maatschappelijke effecten en indicatoren Team Stedenbeleid TURNHOUT Studiedienst van de Vlaamse Regering I N H O U D S T A F E L TURNHOUT Inleiding 1 1 Maatschappelijke effecten

Nadere informatie

Provinciale budgetten

Provinciale budgetten Provinciale budgetten I. BUDGET 2015... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Beleids- en BeheersCyclus. Workshop Meerjarenplan & Budget

Beleids- en BeheersCyclus. Workshop Meerjarenplan & Budget Beleids- en BeheersCyclus Workshop Meerjarenplan & Budget Inhoud 9u30: Beleidsrapporten algemeen Meerjarenplan 10u00: Financieel evenwicht 10u30: Budgettair resultaat 2010 11u45: Budget 12u30: Broodje

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Provinciale budgetten

Provinciale budgetten Provinciale budgetten I. BUDGET 2018... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING, Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten Op pagina

Nadere informatie

Aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019 bij budget 2015. District Antwerpen

Aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019 bij budget 2015. District Antwerpen Aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019 bij budget 2015 District Antwerpen Administratieve gegevens Type beleidsrapport: Naam bestuur: Aanpassing van het meerjarenplan District Antwerpen NIS-code bestuur:

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2007-2008) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

Stad Hoogstraten. Vrijheid Hoogstraten. NIS code: 13014

Stad Hoogstraten. Vrijheid Hoogstraten. NIS code: 13014 Stad Hoogstraten Vrijheid 149 2320 Hoogstraten NIS code: 13014 Jaarrekening 2018 Jaarrekening 2018 2 Inhoudsopgave Inleiding... 4 1. Kerncijfers... 5 2. Beleidsnota... 7 2.1. Doelstellingenrealisatie...

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

meerjarenplan Aanpassing 1

meerjarenplan Aanpassing 1 meerjarenplan 2014-2019 anpassing 1 NPSSING MEERJRENPLN 2014 2019 MOTIVERING VN DE NPSSINGEN FINNCIËLE NOT Financieel doelstellingenplan 2014 2019 (schema M1) Staat van het financiële evenwicht 2014 2019

Nadere informatie

Thema categorie indicator

Thema categorie indicator Armoede Armoede Fiscale inkomens beneden kritische grens Armoede Armoede Personen met betalingsachterstand Armoede Armoede Personen met een leefloon of een equivalent leefloon Armoede Armoede Personen

Nadere informatie

DE KWALITEITSBAROMETER BINNEN DE COCKPIT VAN UW ORGANISATIE

DE KWALITEITSBAROMETER BINNEN DE COCKPIT VAN UW ORGANISATIE DE KWALITEITSBAROMETER BINNEN DE COCKPIT VAN UW ORGANISATIE Bart Kaesemans 16 jaar ervaring lokaal bestuur 10 jaar managementteam Aansturing 10 diensten Beleids- en beheerscyclus Procesmanagement Organisatiebeheerssysteem

Nadere informatie

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen: Ruim zestien jaar is er ervaring met het bevorderen van leefbaarheid in de wijken in Dordrecht via wijkbeheer. Leefbaarheid in wijken heeft veel dimensies. Enkele trefwoorden zijn: schoon, heel, veilig,

Nadere informatie

Hoe kan de stadsmonitor bijdragen aan een efficiënte en effectieve overheid?

Hoe kan de stadsmonitor bijdragen aan een efficiënte en effectieve overheid? Hoe kan de stadsmonitor bijdragen aan een efficiënte en effectieve overheid? VVBB, 5 juni 2009 Guido Decoster Agentschap voor Binnenlands Bestuur Inhoud Positionering lokale besturen Rankings? Stadsmonitor

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel?

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel? Beleidsplanning in Geel Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel? Geel sterk stijgend aantal inwoners - 2013: 38.238 (+ 13,5% t.o.v. 2000) grote oppervlakte: stedelijke kern landelijke deeldorpen

Nadere informatie

Inhoudstafel. Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen

Inhoudstafel. Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen Prof. dr. Jozef Pacolet, Annelies De Coninck & Frederic De Wispelaere Studiedag SWVG Integrale zorg en ondersteuning 19 november 2015

Nadere informatie