Groepen- en Galoistheorie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Groepen- en Galoistheorie"

Transcriptie

1 Groepen- en Galoistheorie E. Jespers Departement Wiskunde Vrije Universiteit Brussel Faculteit Wetenschappen webstek: efjesper HOC+WPO: woensdag 9-12 uur, F.5.210

2 Inhoudsopgave 1 Groepentheorie Acties van groepen Sylow stellingen p-groepen Permutatiegroepen Directe producten van groepen Eindige nilpotente groepen Groepsuitbreidingen Oplosbare groepen Nilpotente groepen Stelling van Jordan-Hölder Vrije groepen Veldentheorie Definities Eenvoudige uitbreidingen Isomorfismen Algebraïsche sluiting Galoistheorie Galois-uitbreidingen Normale uitbreidingen Separabele uitbreidingen Karakerisatie van Galois-uitbreidingen Orde van de Galois groep Fundamentele Stelling i

3 ii INHOUDSOPGAVE 4 Toepassingen Cyclotome Uitbreidingen Geometrische Constructies Wortels, radikalen en reele getallen Oefeningen 97 Index 106

4 Hoofdstuk 1 Groepentheorie In deze cursus schrijven wij meestal (x)f voor het beeld van een element x onder een functie f. Bijgevolg spreken wij ook af dat de samenstelling van functies f g betekent eerst f en dan g. 1.1 Acties van groepen Uit de theorie van de groeprepresentaties weten wij dat er een nauw verband is tussen representaties van een groep G over een lichaam K en de modulen M over de groepalgebra KG. Het scalaire product M G M(m, α) m α wordt bepaald door een lineaire uitbreiding van M G M : (m, g) m g. In de volgende definitie formaliseren wij dit princiepe. Een andere reden voor het invoeren van de volgende definitie is om terug een willekeurige groep in verband te brengen met een permutatiegroep. Deze laatste is soms een handig middel om een algemenere groep te bestuderen. Definitie Zij G een groep (met eenheidselement 1) en X een niet-lege verzameling. Veronderstel dat X G X : (x, g) x g een afbeelding is die voldoet aan de volgende eigenschappen, voor alle x X en g, h G, (1) x 1 = x, 1

5 2 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE (2) (x g) h = x (gh). Dan zeggen wij dat een actie is van G op X. De kern van de actie is de deelgroep H van G bestaande uit de elementen g G zodat x g = x voor alle x X. De stablisator van x in G is de deelgroep G x = {g G x g = x}. Dus via acties en stabilisatoren construëert men deelgroepen van een gegeven groep. Deze zijn echter niet noodakelijk normale deelgroepen. Voorbeeld TRIVIALE ACTIE: X G X : (x, g) x. 2. PERMUTATIE ACTIE: zij X een niet lege verzameling en veronderstel dat G een deelgroep is van de symmetrische groep Sym(X). Dan is X G X : (x, f) (x)f een actie van G op X. 3. REGULIERE ACTIE van een groep G: G G G : (h, g) hg. Dat dit een actie is volgt onmiddellijk uit de associativiteit van de groepbewerking en het feit dat 1 het eenheidselement is van G. Merk op dat dit nauw in verband staat met de reguliere actie van de groepalgebra KG (en dus met de natuurlijke rechter moduulstructuur van KG). 4. CONJUGATIE ACTIE in een groep G: G G G : (x, g) x g = g 1 xg. De stabilsator van een element x G is de centralisator C G (x) = {g G gx = xg}. 5. een VECTORRUIMTE V over een lichaam K: V K K : (v, k) vk. Indien wij acties zouden definiëren voor een semigroep G op een verzameling X, dan geeft elk rechter moduul M over een ring R een voorbeeld van een actie van G = R op X = M.

6 1.1. ACTIES VAN GROEPEN 3 6. Veronderstel dat X G X een actie is van G op X. Dan verkrijgen wij een actie van G op de verzameling D(G) van alle deelverzamelingen van de groep G: D(G) G D(G) : (X, g) X g = {x g x X}. In het geval van de conjugatie actie in een groep G is de stabilsator van X G de deelgroep N G (X), de normalisator van X in G. Beschouw de reguliere actie van de groep G op G. Dan verkrijgen wij een actie van G op D(G) en dus ook een actie op de verzameling rechter nevenklassen van een deelgroep H: {Hg g G} G {Hg g G} : (Hg, x) H(gx). 7. actie van GL n (D) op D n : D n GL n (D) D n : (X, A) XA, met X D n en XA de matrixvermenigvuldiging. Eigenschap Een groep G voert een actie uit op een verzameling X als en slechts als R : G Sym(X) : g R g, met R g : X X : x x g, een groephomomorfisme is. Bovendien, is ker(r) precies de kern van de actie. Bijgevolg, ker(r) is een normale deelgroep van G en G/ker(R) is isomorf met een deelgroep van Sym(X). Bewijs. Veronderstel dat X G G een actie is. Zoals in het bewijs van de stelling van Lagrange bewijst men dan dat elke R g een permutatie is van X (en dus R g Sym(X)) en dat R een groephomomorfisme is (let op de afspraak voor de notatie voor samenstelling van functies). Nu, ker(r) = {g G R g = 1 X } = {g G x g = x, voor alle x X}, en dit is precies de kern van de actie. Wegens de isomorfismestelling is het dan duidelijk dat G/ ker(r) isomorf is met een deelgroep van Sym(X).

7 4 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Omgekeerd, zij R : G Sym(X) : g R g een groephomomorfisme. Dan is het eenvoudig na te gaan dat een actie definiëert. X G X : (x, g) (x)r g Een belangrijke klasse van groepen zijn de eenvoudige groepen. Dus is het belangrijk om te kunnen nagaan wanneer een groep al dan niet eenvoudig is. Bijgevolg is het nuttig om niet triviale normale deelgroepen te kunnen construëren, en aldus aan te tonen dat de betrokken groep niet eenvoudig is. Eigenschap Zij H een deelgroep van G van eindige index [G : H] = n. Dan bestaat een normale deelgroep N van G zodat N H en [G : N] n!. I.h.b. elke deelgroep van eindige index bevat een normale deelgroep van eindige index. Er volgt dat G niet eenvoudig is als n > 1 en G n!. Als bovendien G eindig is en n het kleinse priemgetal is dat G deelt, dan is H een normale deelgroep van G. Bewijs. Beschouw de actie van G op X = {Hg g G} (via rechtervermenigvuldiging). Wegens Eigenschap?? is de kern N van deze actie een normale deelgroep van G en G/N isomorf met een deelgroep van Sym(X). Dus [G : N] = G/N n! = Sym(X). Het is duidelijk dat N H. Dus bevat H een normale deelgroep van eindige index. Wij bewijzen nu het tweede gedeelte van de stelling. Nu, [G : N] = G/H [H : N] = n[h : N]. Omdat [G : N] n! volgt er [H : N] (n 1)!. Dus als p een priemdeler is van [H : N] dan p n 1. Nu is [H : N], en dus ook p, een deler van G. Dit is in contradictie met de veronderstelling op n. Dus bestaat er geen priemdeler van [H : N], m.a.w., H = N G. Eigenschap Zij H een deelgroep van G en zij N de kern van de actie van G op de rechter nevenklassen van H (door rechtervermenigvuldiging). Dan

8 1.1. ACTIES VAN GROEPEN 5 1. N = g G H g, met H g = g 1 Hg, en 2. als M een normale deelgroep is van G en M H, dan M N. Dus N is de grootste normale deelgroep van G bevat in H. Men noemt dit de kern van H in G, en men schrijft N = core G (H). Bewijs. Het eerste gedeelte van de eigenschap volgt uit het volgende: N = {g G (Hx)g = Hx voor alle x G} = {g G g x 1 Hx = H x voor alle x G} = g G H g, met H g = g 1 Hg. Veronderstel dat M G en M H, dan M x = M voor alle x G. Dus M = x G M x x G H x = N. De orbieten (of, banen) van een actie van een groep G op een verzameling X zijn de deelverzamelingen {x g g G}, met x X. Het is eenvoudig na te gaan dat de orbieten een partitie vormen van X. Indien er slechts één orbiet is, dan noemen wij de actie transitief. In het geval van de conjugatie actie in een groep G worden de orbieten conjugatieklassen genoemd; de conjugatieklasse van x noteren wij cl(x). Merk op dat een conjugatieklasse van een element x G precies één element bevat als en slechts als x Z(G), het centrum van G. De volgende eigenschap geeft een verband tussen de nevenklassen van een stabilsator en een orbiet. Eigenschap Veronderstel de groep G een actie uitvoert op de verzameling X. Voor elke x X is er een bijectie x G {G x g g G}. I.h.b. x G = [G : G x ]; als, bovendien G eindig is, dan x G = G / G x. Dus, in dit geval is x G een deler van G, i.h.b. is cl(x) een deler van G en [G : N G (X)] is precies het aantal G-geconjugeerden van X in G.

9 6 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Bewijs. Definiëer de volgende afbeelding f : x G {G x g g G} : xg G x g, where g G. Nu, voor g, h G, G x g = G x h als en slechts als hg 1 G x. Dus en bijgevolg G x g = G x h als en slechts als xhg 1 = x G x g = G x h als en slechts als xh = xg. Dus is de afbeelding injectief. Aangezien f surjectief is volgt het resultaat. Stelling (Landau) Zij n > 0 een natuurlijk getal. Dan bestaat een getal B(n) zodat voor elke eindige groep met n conjugatieklassen G B(n). Als n = 2, dan B(2) = 2. Bewijs. Veronderstel dat een groep G precies n conjugatieklassen heeft, en dat de orde van deze klassen de volgende getallen geeft: c 1, c 2,, c n. Schrijf G = c i d i met d i N. Aangezien de conjugatieklassen een partitie vormen verkrijgen wij de klassevergelijking: G = c c n, en bijgevolg 1 = 1 d d n. Wij bewijzen nu per inductie op n, en voor elk positief getal m, dat er slechts eindig veel oplossingen zijn voor d i N zodat m = 1 d n. Uiteraard mogen wij veronderstellen dat d n het kleinste is van alle d 1,, d n. Dus n d n 1 d d n = m, en bijgevolg 1 d n n/m. Dus zijn er slechts eindig veel oplossingen voor d n. Als n = 1, dan is de bewering dus bewezen. Veronderstel dus

10 1.1. ACTIES VAN GROEPEN 7 dat n > 1. Voor elke waarde van d n volgt uit de inductiehypothese dat er slechts eindig veel oplossingen bestaan voor d 1,, d n 1 zodat = m 1. d 1 d n 1 d n Dus bestaan er inderdaad slechts eindig veel oplossingen voor d 1,, d n. Wegens het vorige bestaat er dus een positief geheel getal B(n) zodat d i B(n). Omdat 1 cl(1) is één van de c i s gelijk aan 1. Zeg c 1 = 1. Dus d 1 = G. Bijgevolg G B(n). Ten slotte bewijzen wij de laatste bewering. Veronderstel dus dat elke twee niet triviale elementen geconjugeerd zijn, d.w.z. {1} en G\{1} zijn de enige conjugatieklassen. Dan ( G 1) G. Bijgevolg 2( G 1) G. Er volgt dat G 2. Gevolg Zij H, K G eindige deelgroepen. Dan HK = H K / H K. Bewijs. De groep K voert een actie uit op de rechternevenklassen X = {Hg g G} (door rechtervermenigvuldiging). Dus H g = Hg. Er volgt HK = {hk h H, k K} = k K H k, de orbiet van het element x = H X. Dus HK = {x k k K}. Ook G x = K H. Dus zijn er precies K / H K elementen in een orbiet. Omdat Hk = H volgt er HK = ( K / H K ) H. Ook het totaal aantal orbieten kan geteld worden als volgt. voeren daarom eerst de volgende definitie in. Wij Definitie Zij X een eindige verzameling en G een groep die een actie voert op X. Het geassociëerde permutatiekarakter is de functie χ : G N : g {x X xg = x}.

11 8 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Voor de reguliere actie van een eindige groep G hebben wij χ(1) = G en χ(g) = 0 als g 1. Voor de conjugatieactie op een eindige groep hebben wij χ(g) = C G (g). Stelling (Cauchy-Frobenius) Veronderstel dat de eindige groep G een actie uitvoert op de eindige verzameling X. Zij χ het geassociëerde permutatiekarakter. Dan is het aantal orbieten gegeven door de formule 1 χ(g). G Bewijs. Stel g G S = {(x, g) X G xg = x}. Nu, voor elke x X zijn er precies G x elementen zodat (x, g) S met g G. Dus S = G x. x X Wegens de definitie van het permuatiekarakter verkrijgen wij dus S = g G χ(g) = x X G x = x X De term G x G komt precies x G keer voor. Dus χ(g) = n G, g G met n het aantal orbieten. G x G. Gevolg Veronderstel dat een eindige groep G een transitieve actie uitvoert op een verzameling X met X > 1. Dan bestaat er een g G zonder fixpunten in X, d.w.z. g G x voor alle x X. Bewijs. Omdat er slechts een orbiet is verkrijgen wij dat 1 = 1 G g G χ(g). Omdat χ(1) = X > 1 bestaat er dus g G met χ(g) < 1 en dus χ(g) = 0.

12 1.1. ACTIES VAN GROEPEN 9 Gevolg Zij G een eindige groep en H een deelgroep van G. Als G = g G H g dan H = G. Bewijs. Veronderstel dat H G. Stel X = {Hg g G}. Dan X > 1. Aangezien G een transitieve actie uitvoert op X verkrijgen wij dat er een g G bestaat zodat Hg 1 g Hg 1, voor alle g 1 G; d.w.z. g H g 1 voor alle g 1 G 1. Dus g g1 GH g 1. Men kan meer bewijzen dan vermeld in het gevolg. Men kan aantonen dat er een element van priem orde is in G dat niet geconjugeerd is met een element van H. Dit bewijs is veel moeilijker aangezien het gebruik maakt van de classificatie van de eenvoudige eindige groepen. Wij geven nog een andere toepassing van de Cauchy-Frobenius stelling. Wij berekenen het aantal mogelijke kleuringen van de zijden van een vierkant; dit onder de veronderstelling dat wij n kleuren ter beschikking hebben. Wij zijn slechts geïnteresseerd in essentieel verschillende kleuringen. De diëdergroep D 8 voert een natuurlijk actie op alle gekleurde vierkanten. Een gekleurd vierkant wordt door die actie omgezet in een vierkant dat essentieel hetzelfde is. Het antwoord op de vraag is dus het aantal orbieten onder deze actie. Dus het resultaat wordt gegeven door 1 χ(g). 8 g D 8 Het is gemakkelijk na te gaan dat χ(1) = n 4, χ(a 2 ) = n 2, χ(a 3 ) = n, χ(a) = n, Dus het antwoord is χ(b) = n 3, χ(ab) = n 2, χ(a 2 b) = n 3, χ(a 3 b) = n (n4 + 2n 3 + 3n 2 + 2n).

13 10 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE 1.2 Sylow stellingen In deze sectie bewijzen wij dat de stelling van Lagrange een gedeeltelijke omgekeerde stelling heeft. Zij p een priemgetal. Een groep G noemt men een p-groep als elk element eindige orde p a heeft (a is afhankelijk van het element). Voorbeelden zijn directe producten van cyclische groepen van orde p, en ook (Z (p) /Z, +) met Z (p) = {n/p k n Z k N}. Lemma Zij n = p k m, met p een priemgetal en 0 k N. Dan ( ) n m mod p. p k Bewijs. Voor elke 1 i p 1 weten wij dat ( p i) Z. Er volgt dan gemakkelijk dat p ( p i). Door inductie bewijst men ook eenvoudig dat Dus (X + 1) pk = X pk + 1 Z p [X]. (X + 1) n = (X pk + 1) m Z p [X]. Door coëfficiënten in beide polynomen te vergelijken verkrijgen wij ( ) n p k ( ) m = m mod p. 1 Stelling Zij G een eindige groep en p een priemgetal. G = p k m, met (p, m) = 1. De volgende eigenschappen gelden: Schrijf 1. G heeft een deelgroep van orde p k, dit wordt een Sylow p-deelgroep genoemd. De verzameling van alle Sylow p-deelgroepen noteren wij Syl p (G). (Er volgt dat een eindige groep H een p-groep is als en slechts als H = pk voor een k 0.) 2. als P een p-deelgroep is van G en S Syl p (G), dan bestaat g G met P S g. I.h.b. zijn alle Sylow p-deelgroepen geconjugeerd en is elke p-deelgroep bevat in een Sylow p-deelgroep.

14 1.2. SYLOW STELLINGEN Zij n p (G) = Syl p (G). Dan n p (G) 1 mod p e als p e [S : S T ] voor alle S, T Syl p (G) met S T. In dit laatste geval kunnen wij e = 1 nemen. Bewijs. (1) Zij X de verzameling van alle deelverzamelingen van G van orde p k. Dan X = ( ) G p m p mod p. Door rechtervermenigvuldiging voert G een actie uit op X. Omdat p X, bestaat er een orbiet k D G zodat p D G, met D X. Nu D G = G / G D. Bijgevolg p k G D en dus p k G D. Nu, DG D D en dus G D D = p k. Dus G D = p k. (2) Zij S Syl p (G) en zij X = {Sg g G}. Rechtervermenigvuldiging definiëert een actie van P op X. Nu X = [G : S] en dit is niet deelbaar door p (omdat S een Sylow p-deelgroep is). Er volgt dus dat er een orbiet bestaat waarvan het aantal elementen niet deelbaar is door p. Doch omdat de orde van P een macht is van p, moet zo een orbiet precies 1 element bevatten. Dus P stabiseert Sg voor een g G, m.a.w., voor alle h P, of equivalent Sgh = Sg, S g = S g h. Bijgevolg h S g. Dus P S g. (3) Zij P Syl(G). Door conjugatie voert P een actie uit op Syl p (G). Dan is {P } een orbiet voor deze actie. Om te bewijzen dat n p (G) 1 mod p e, is het dus voldoende om aan te tonen dat de orde van elke andere orbiet deelbaar is door p e. Verondertel daarom dat S Syl p (G) en dat S P. Zij M de orbiet van S. Dus M = [P : N P (S)]. Nu is SN P (S) een deelgroep van G, en S is een normale deelgroep van SN P (S). Omdat P een p-groep is, volgt er dat SN P (S)/S een p-groep is. Dus SN P (S) een p-groep van G. Omdat S een maximale p- deelgroep is, verkrijgen wij SN P (S) = S. Dus N P (S) S, en bijgevolg N P (S) = P S. Er volgt M = [P : P S]. Wegens de veronderstelling p e [P : P S]. Omdat deze index een macht is van p, verkrijgen wij p e [P : P S]. Dus volgt de bewering. Omdat P S geldt P S. Dus [P : P S] > 1 en dus [P : P S] p. M.a.w. wij kunnen e = 1 nemen. Dus n p (G) 1 mod p.

15 12 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Gevolg Zij G een eindige groep en P Syl p (G). Dan n p (G) = Syl p (G) = [G : N G (P )]. Bewijs. Wegens vorige stelling is dit evident. Gevolg Zij G een eindige groep en P Syl p (G). Dan zijn equivalent: 1. P is een normale deelgroep; 2. P is de enige Sylow p-deelgroep; 3. elke p-deelgroep is bevat in P ; 4. P is karakteristiek in G, d.w.z. P is invariant onder groepsautomorfismen van G. Bewijs. (1) (2). Veronderstel (1). Dan N G (P ) = G en dus Syl p (G) = [G : N G (P )] = 1. Dus volgt (2). (2) (3). Dit is duidelijk wegens vorige stelling. (3) (4). Als σ een automorfisme is van G, dan is σ(p ) terug een p-groep. Dus wegens (3), σ(p ) P. Omdat σ(p ) = P volgt er σ(p ) = P. (4) (1). Dit is evident. Wij geven enkele toepassingen. Eigenschap Zij G een eindige groep van orde pq, met p > q twee priemgetallen. Dan bevat G een normale Sylow p-deelgroep. Als, bovendien G niet abels is, dan q (p 1) en G heeft precies p Sylow q-deelgroepen. Bewijs. Wegens Gevolg?? weten wij dat n p (G) = 1 of q, en wegens Stelling??, n p (G) 1 mod p. Nu is q 1 mod p omdat 1 < q < p. Bijgevolg n p (G) = 1. Dus heeft G een normale Sylow p-deelgroep P. Omdat de groep G/P van priem orde q is volgt er dat G/P een cyclische groep is. I.h.b. is G/P abels en dus G P. Analoog, als G een normale deelgroep Q heeft van orde q (dus n q (G) = 1) dan G Q. In dit geval, G Q P. Nu is Q P een deelgroep van orde een deler van p en q. Bijgevolg Q P = {1}. Er volgt dat G = {1}, d.w.z. G is abels.

16 1.2. SYLOW STELLINGEN 13 Als dus G niet abels is dan is n q (G) > 1. Aangezien n q (G) p volgt er dat n q (G) = p. Bovendien verkrijgen wij dan p = n q (G) 1 mod q. Dus q (p 1). Wij merken op dat er steeds een abelse groep van orde pq bestaat voor priemgetallen p > q. Inderdaad Z p Z q = Zpq is zo een groep (dit is de enige abelse groep van orde pq). Er bestaan echter ook niet abelse deelgroepen van orde pq, dit op voorwaarde dat ook q (p 1). Construeer een groep met deze voorwaarden. De vorige eigenschap kan als volgt veralgemeend worden. Eigenschap Zij G een eindige groep van orde p 2 q, met p, q priemgetallen. Dan bevat G een normale Sylow p-deelgroep of een normale Sylow q-deelgroep. Eigenschap Zij G een eindige groep van orde p 3 q, met p, q priemgetallen. Dan bevat G ofwel een normale Sylow p-deelgroep of een normale Sylow q-deelgroep, of p = 2, q = 3 en G = 24 (bijvoorbeeld S 4 ). De Sylow stellingen kunnen ook gebruikt worden om aan te tonen dat zekere eindige groepen niet eenvoudig zijn (d.w.z. er bestaat een echte normale deelgroep). Lemma Zij G een eindige groep van orde p a m met a > 0, m > 1, p een priemgetal zodat (p, m) = 1. Als G eenvoudig is, 1. n = n p (G) m, 2. n p (G) 1 mod p, 3. G n!. Bewijs. De eerste twee gedeelten volgen uit Stelling?? en Gevolg??. Zij nu S Syl p (G) en H = N G (S). Wegens Gevolg?? [G : H] = n p (G). Omdat G eenvoudig is en S een echte en niet triviale deelgroep is van G, weten wij dat n p (G) > 1. Wegens Eigenschap?? volgt er dat G n!. Eigenschap De groepen van orde = , 2376 = of 8000 = zijn niet eenvoudig.

17 14 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Bewijs. Wij passen Lemma?? toe voor p = 5. De enige delers n van 2 6 die ook congruent zijn met 1 mod 5 zijn de getallen 1 en 16. Doch G deelt niet 1! noch 16!. Dus volgt het resultaat. Burnside toonde aan dat een groep van orde p a q b (met p en q priemgetallen en a 0, b 0) nooit een eenvoudige groep is. 1.3 p-groepen Aangezien eindige groepen steeds p-deelgroepen bevatten is het nuttig om enkele eigenschappen van deze groepen te bestuderen. Merk op dat wegens de Sylow stelling, de orde van een eindige p- groep (met p een priemgetal) een macht van p is. Lemma Veronderstel X P X een actie is van een eindige p-groep op X. Zij X f = {x X x p = x voor alle p P }, de fixpunten. Dan X X f mod p. Bewijs. Merk op dat x X f als en slechts als x P = 1. Dus is X \ X f de vereniging van de niet-triviale orbieten. Nu is de orde van elke niet triviale orbiet een deler van P, en dus is de orde van zo een orbiet deelbaar door p. Het resultaat volgt dus. Eigenschap Zij P een eindige p-groep (p een priemgetal). Als N een niet-triviale normale deelgroep is van P, dan N Z(P ) {1}. I.h.b., elke p-groep heeft een niet triviaal centrum. Bewijs. Via conjugatie voert P een actie uit op de normale deelgroep N. Duidelijk is de verzameling fixpunten N f = N Z(P ). Wegens het vorige lemma verkrijgen wij N Z(P ) N mod p. Omdat N een niet triviale deelgroep is van een p-groep weten wij ook dat N 0 mod p. Dus p N Z(P ). Het resultaat volgt. Gevolg Zij p een priemgetal. 1. elke eindige eenvoudige p-groep is isomorf met Z p. 2. Zij G een eindige groep en p a een deler van G, dan bevat G een deelgroep van orde p a.

18 1.4. PERMUTATIEGROEPEN 15 Bewijs. (1) Zij P een eindige eenvoudige p-groep. Wegens Eigenschap??, Z(P ) P en Z(P ) > 1. Dus, Z(P ) = P, d.w.z. P is abels. Het resultaat is dan welbekend. (2) Om dit te bewijzen is het voldoende om aan te tonen dat elke niet-triviale eindige p-groep P een deelgroep van index p bevat. Zij P zo een groep en zij N een maximale normale deelgroep van P, m.a.w. P/N is een eenvoudige groep. Wegens deel (1), P/N = p. Dus volgt het resultaat. Eigenschap Zij p een priemgetal en P een eindige p-groep. Als H een echte deelgroep is van P dan is H een echte deelgroep van N P (H). Bovendien heeft elke maximale deelgroep in P index p. Bewijs. Zij P een eindige p-groep en H een echte deelgroep van P. Als Z(P ) H dan H N P (H) (omdat Z(P ) N P (H)). Veronderstel dus dat Z(P ) H. Bijgevolg is H/Z(P ) een echte deelgroep van P/Z(P ). Door gebruik te maken van een inductiebewijs verkrijgen wij dus dat H/Z(P ) N P/Z(P ) (H/Z(P )). Nu is N P/Z(P ) (H/Z(P )) = H 1 /Z(P ) voor een deelgroep H 1 zodat Z(P ) H 1 P. Omdat H/Z(P ) H 1 /Z(P ) verkrijgen wij ook H H 1. Dus H H 1 N P (H). Dit bewijst het eerste gedeelte van het resultaat. Voor het tweede gedeelte, zij H een maximale deelgroep van P. Wegens het eerste gedeelte H N P (H), en dus N P (H) = P. Bijgevolg H P en H/P is een eenvoudige p-groep. Dus wegens Gevolg?? [H : P ] = p. 1.4 Permutatiegroepen De permutatiegroep op een verzameling X noteren wij Sym(X). Als X een eindige verzameling is met n elementen dan noteren wij deze groep gewoonlijk door S n. Het is welbekend dat elke permutatie f Sym(X) op een unieke manier (op volgorde na) kan geschreven worden als het product van disjuncte cycels en dat de orde van f het kleinste gemeen veelvoud is van de lengte van deze disjuncte cycels. Bovendien weten wij wanneer twee permutaties geconjugeerd zijn.

19 16 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Eigenschap Twee elementen in Sym(X) zijn geconjugeerd precies als zij dezelfde cycelstructuur hebben. Bovendien Z(S n ) = {1} als n 3. Bewijs. Zij g = (x 1, x 2,, x m ) een m-cycel in Sym(X) en h Sym(X). Dan zijn alle x 1 h,, x m h verschillend. Bovendien, omdat hg h = gh volgt er dat (x i h)g h = x i+1 h voor 1 i < m en Verder is (x m h)g h = x 1 h. yg h = y als y {x 1 h,, x m h}. Er volgt dat g h = (x 1 h,, x m h), en dus is ook g h een m-cycel. Zij nu g Sym(X) een willekeurig niet-triviaal element. Schrijf g = c, een product van disjuncte niet-triviale cycels. Als h Sym(X) dan g h = c h. Wegens het eerste gedeelte van het bewijs is dit een product van disjuncte cycels. Aangezien c h en c dezelfde lengte hebben, hebben g en g h dezelfe cycelstructuur. Omgekeerd, veronderstel dat g, h Sym(X) dezeldfe cycelstructuur hebben. Schrijf dan g = n c i en h = i=1 n d i, i=1 disjuncte producten van cycels, met c i en d i cycels van dezelfde lengte. Er is dan een bijectie tussen de elementen in c i en deze in d i. Bovendien is er een bijectie tussen de fixpunten van g en deze van h. Men verkrijgt aldus op een eenvoudige manier een bijectie f Sym(X) zodat g f = h.

20 1.4. PERMUTATIEGROEPEN 17 Voor de laatste bewering. Als n 3 en 1 f Sym n dan (door een eventuele hernummering) kan f in disjuncte cycelvorm geschreven worden als f = (1, 2, ). Bijgevolg en dus f Z(S n ). f (2,3) = (1, 3, ) f, Een permutatie wordt even (respectievelijk oneven) genoemd als deze kan geschreven worden als het product van een even (respectievelijk oneven) aantal transposities. Merk op dat een permutatie niet tegelijkertijd even en oneven kan zijn. De deelgroep van de even permutaties op een verzameling X noemt men de alternerende groep op X. Indien X = {1, 2,..., n} dan noteert men deze groep gewoonlijk door Alt n (X), of eenvoudig door A n. Merk ook op dat A n de kern is van het volgende groepshomomorfisme: { f 1 als f even is S n Z 2 : f 0 als f oneven is Eigenschap Zij G een eindige groep van orde 2m, met m een oneven getal. Dan bevat G een normale deelgroep van orde m. I.h.b. G is niet eenvoudig. Bewijs. Omdat 2 G bevat G een element g of orde 2. Beschouw nu de reguliere actie van G. Omdat g van orde 2 is, kan g geschreven worden als een product van disjuncte transposities en cycels van lengte 1. Doch, omdat g 1 heeft g geen fixpunten (voor de reguliere actie). Dus is g het product van m disjuncte cycels. Wegens de veronderstelling is m oneven, en dus is g Alt(G). Zij f : G Sym(G) het natuurlijk homomorfisme geassociëerd met de reguliere actie. Dan, (g)f Alt(G). Stellen wij f samen met het natuurlijke homomorfisme Sym(G) Sym(G)/Alt(G) dan verkrijgen wij een epimorfisme ψ : G Sym(G)/Alt(G) met g ker(ψ). Bijgevolg is ker(ψ) G en ker(ψ) = m. Dus volgt het resultaat. De groep Alt 3 is een cyclische groep van orde 3. De groep Alt 4 heeft als normale deelgroep de verzameling bestaande uit de identiteit en de

21 18 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE elementen die een product zijn van disjuncte transposities. Voor Alt n met n 5 bewijzen wij dat deze groep steeds eenvoudig is. Hiervoor is het volgende lemma nuttig. Lemma Veronderstel dat X G X een transitieve actie is van de groep G op X. Dan zijn alle stabilsatoren G x (met x X) geconjugeerd in G. Bewijs. Wij bewijzen dat voor x X en g G, Inderdaad, voor G x g = (G x ) g. h G x g (x g) h = x g Stelling Als n 5 dan geldt 1. A n is eenvoudig. (x g) hg 1 = x ghg 1 G x h G g x. 2. {1} en A n zijn de enige normale deelgroepen van S n. Bewijs. (1) Een bewijs door inductie herleidt de bewering tot Alt 5. Inderdaad, veronderstel dat n 6 en het resultaat geldt voor Alt 5 en voor alle Altn n met n 6. Zij N Alt n een echte deelgroep van Alt n = Alt({x 1,, x n }. Zij H de stabilisator van een x {x 1,, x n }. Dan H = Alt n 1 en dus is Alt n 1 eenvoudig. Omdat N H H verkrijgen wij dat ofwel N H = {1} ofwel N H = H. Als N H = H, dan H N en dus H g N g = N voor elke g Alt n. Wegens Lemma?? is H g de stabilsator van x g. Dus bevat N elk element van Alt n dat een fixpunt heeft in {x 1,, x n }. Bijgevolg bevat N elk product van twee transposities, en dus Alt n = N, een contradictie. Dus hebben wij bewezen dat de identiteit het enige element is in N dat een fixpunt heeft. Veronderstel dat 1 f N. Ofwel is f een product van disjuncte transposities, ofwel heeft f een cycelstructuur met

22 1.4. PERMUTATIEGROEPEN 19 ten minste één cycel van lengt m 3. Door eventueel een hernummering in te voeren mogen wij veronderstellen dat f de volgende vorm aanneemt als product van disjuncte cycels: Zij g = f (3,5,6) N. Dan (1, 2)(3, 4) of (1, 2, 3, ) g = (1, 2)(5, 4) of g = (1, 2, 5, ). In beide gevallen f g maar 1(fg 1 ) = 1. Dus heeft het element fg 1 N een fixpunt, een contradictie. Wij hebben dus inderdaad aangetoond dat het voldoende is om aan te tonen dat Alt 5 eenvoudig is. Wij bewijzen dus nu dat Alt 5 eenvoudig is. Eerst merken wij op dat er in Alt 5 precies 20 elementen zijn van orde 3 en precies 24 elementen van orde 5. Zij N een echte normale deelgroep van Alt 5. Veronderstel eerst dat 3 N. Dan bevat N een Sylow 3-deelgroep van Alt 5. Wegens de Stelling van Sylow bevat N dan alle Sylow 3- deelgroepen. Dus N bevat alle 20 elementen van orde 3. Dus N > 20. Omdat N 60 volgt er dat N = 30. Analoog, als 5 N, dan bevat N alle 24 elementen van orde 5 en dus ook N = 30. Wegens het voorgaande, als N deelbaar is door 3 of 5, dan bevat N alle 20 elementen van orde 3 of alle 24 elementen van orde 5, en N = 30, een contradictie. Dus is N een 2-group. Als N = 4, dan omdat N Alt 5, verkrijgen wij dat N de enige Sylow 2-deelgroep is van Alt 5. Dus bevat N alle 15 elementen van orde 2, een contradctie. Als N = {1, x} met 1 x, dan heeft x een fixpunt in de verzameling {1,, 5}. Omdat N Alt 5 volgt er dan uit Lemma?? dat N bevat is in elke stabilisator. Dit is duidelijk onmogelijk omdat x N niet alle elementen van {1,, 5} als fixpunt heeft. Er volgt dus dat N = 1, zoals gewenst. (2) Zij N Sym n. Dan N Alt n Alt n. Dus wegens (1), Alt n N of Alt n N = {1}. In het eerste geval, N = Alt n of N = Sym n. Er blijft dus te bewijzen dat als Alt n N = {1}, dan N = {1}. In dit geval, N [Sym n : Alt n ] = 2. Als N = 2, dan is N Z(S n ) = {1}, een contradictie. Wij beschouwen nu automorfismen van S n. Stelling Zij n een natuurlijk getal.

23 20 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE 1. Als n 6, dan is elk automorfisme van S n inwendig. 2. S 6 heeft een automorfisme dat niet inwendig is. Bovendien [Aut(S 6 ) : Inn(S 6 )] = 2. Bewijs. (1) Duidelijk mogen wij veronderstellen dat n 2. Zij t Sym n een element van orde 2. Dus is t een product van k disjuncte transposities en t heeft n 2k fixpunten, met 1 k n. Wij berekenen 2 nu de orde cl(t) van de conjugatieklasse van t. Dit is precies alle mogelijkheden om k disjuncte transposities te kiezen (onafhankelijk van hun orde). Er zijn n(n 1) mogelijkheden om de eerste transpositie te 2 kiezen. Er zijn (n 2)(n 3) mogelijkheden om de tweede transpositie te 2 kiezen. Wij zien dus dat er n! 2 k (n 2k)! mogelijkheden zijn om geordende verzamelingen van k disjuncte transposities in Sym n te kiezen. Dus cl(t) = n! 2 k (n 2k)k!. Als k = 1 (dus t is een transpositie), dan cl(t) = n! 2(n 2)!. Wij tonen nu aan dat transposities de enige elementen t van orde 2 zijn zodat cl(t) = n!!. Hiervoor moeten wij bewijzen dat 2(n 2) 2 k (n 2k)!k! 2(n 2)! voor 1 < k n. (Merk op dat als k = 3 en n = 6 de gewenste 2 ongelijkheid vals is. Maar per veronderstelling is n 6.) Als k = 2 dan is de ongelijkheid duidelijk waar. Veronderstel nu dat k 3 en dus n > 6. Wij bewijzen de ongelijkheid door aan te tonen dat 2 k 1 (n 2k)!k! < (n 2)!.

24 1.5. DIRECTE PRODUCTEN VAN GROEPEN 21 Omdat verkrijgen we ( ) n k 1 = k (n k)! k!(n 2k)!, 2 k 1 (n 2k)!k! 2 k 1 (n k)!. Het is dus voldoende om aan te tonen dat 2 k 1 < (n 2)(n 3) (n k + 1). Maar deze ongelijkheid is correct omdat de rechterkant k 2 factoren heeft die elk groter zijn dan 4; dus is de rechterkant groter dan 4 k 2 = 2 2(k 2) 2 k 1. Zij nu f een automorfisme van Sym n. Omdat conjugatieklassen gepermuteerd worden door f, volgt er uit de vorige berekeningen dat f de transposities van f permuteert. Zij s i = (i, i+1) met 1 i n 1 en t i = (s i )f. Schrijf t 1 = (x 1, x 2 ). Omdat s 1 en s 2 niet commuteren volgt er dat ook t 1 en t 2 ook niet commuteren. Bovendien zijn t 1 en t 2 niet disjunct. Daarom mogen wij veronderstellen dat t 2 = (x 2, x 3 ) met x 3 x 1. Omdat t 3 niet commuteert met t 2 moet x 2 of x 3 voorkomen in t 3. Nu. s 1 commuteert met s 3 en dus t 3 commuteert met t 1. Dus t 3 = (x 3, x 4 ) met x 4 {x 1, x 2, x 3 }. Analoog, t 4 is niet disjunct van t 3, maar is disjunct van t 1 en t 2. Dus t 4 = (x 4, x 5 ) met x 5 {x 1, x 2, x 3, x 4 }. Herhalen wij deze redenering dan bekomen wij dat t i = (x i, x i+1 ) waarbij de elemenen x 1,, x n alle verschillend zijn. En dus {x 1,, x n } = {1, 2,, n}. Zij g Sym n gedefiniëerd door (i)g = x i. Dan (s i ) g = t i. Dus als α de conjugatie door g voorstelt op Sym n, dan (s i )fα 1 = s i. Omdat Sym n voortgebracht is door transposities volgt er dat (s)fα 1 = s voor alle s Sym n. Dus fα 1 = 1, zodat f = α. (2) Dit gedeelte bewijzen wij niet. 1.5 Directe producten van groepen Men zegt dat een groep G het (inwendig) direct product is van normale deelgroepen G 1,..., G n als elk element g G op een unieke manier kan geschreven worden als g 1 g n met g i G i. Wij schrijven n G = G i. i=1

25 22 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Stelling Zij G een groep en G 1,..., G n normale deelgroepen zodat G = G 1 G n. Dan zijn equivalent: 1. G is het inwendig direct product van G 1,, G n. 2. G i (G 1 G i 1 G i+1 G n ) = {1}, voor elke 1 i n, 3. G i (G 1 G i 1 ) = {1}, voor elke 2 i n. Indien deze voorwaarden gelden, dan G = G 1 G n, d.w.z. G = {(g 1,, g n ) g i G i voor 1 i n}. Bewijs. Wij tonen slechts aan dat als de voorwaarden (1)-(3) voldaan zijn, dan is G isomorf met G 1 G n. Inderdaad definiëer als volgt ψ : G 1 G n G ψ(g 1,, g n ) = g 1 g n. Dan is duidelijk ψ een bijectie. Wij tonen nu aan dat ψ een homomorfisme is. Hiervoor merken wij eerst op dat als i j en g i G i en g j G j, dan g i g j g 1 i g 1 j G i G j = {1} (omdat G i en G j normale deelgroepen zijn van G). Dus g i g j = g j g i. Het is nu eenvoudig na te gaan dat ψ een homomorfisme is. Stelling Zij N een eindige minimale normale deelgroep van een groep G. Dan bestaan er deelgroepen N i van N zodat 1. N is het intern direct product van N 1,, N n, 2. elke N i is eenvoudig, 3. alle N i zijn geconjugeerd. Als bovendien Nniet abels is, dan vormen de N i een volledige G-conjugatieklasse van deelgroepen.

26 1.5. DIRECTE PRODUCTEN VAN GROEPEN 23 Bewijs. Zij S een minimale normale deelgroep van N. Omdat N G volgt er dat S g N, voor elke g G. Dus is S g een minimale normale deelgroep van N. Er volgt dat S g g G (dit is de kleinste deelgroep van G voortegebracht door alle S g ) een normale deelgroep is van G die bevat is in N. Wegens de minimaliteit van N verkrijgen wij dat N = S g g G. Omdat N eindig is bestaan er eindig veel geconjugeerden S 1,, S n van S zodat N = S 1,, S n en zodat niet minder dan deze verzamelingen N voortbrengen. Omdat S i N volgt er dat S i S j = S j S i en dus N = S 1 S n. Om aan te tonen dat N het intern direct product is van S 1,, S n is het voldoende te bewijzen dat D = S i j i S j = {1}. Nu is D N en D S i. Omdat S i minimaal normaal is in N volgt er dat D = {1} of D = S i. In het tweede geval, S i = D j i S j en dus j i S j = j S j = N, en dit is in contradictie met de keuze van de S 1,, S n. Dus is inderdaad D = {1}. Er blijft dus te bewijzen dat elke S i eenvoudig is. Zij daarom M S i en M {1}. Omdat S i S j = {1} volgt er dat S j C G (S i ) N G (M). Omdat S i N G (M) verkrijgen wij dus dat N = S i N G (M). Dus is M N. Omdat S i minimaal normaal is in N volgt er dat M = S i, zoals gewenst. Ten slotte, veronderstel dat N niet abels is. Omdat Z(N) G en N minimaal normaal is in G en N niet abels is, volgt er dat Z(N) = {1}.

27 24 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE Zij nu T een G-geconjugeerde van S. Dan is T minimaal normaal in N. Dus, als T S i, dan T S i = {1}. Bijgevolg voor elke t T en s i S i, [t, s i ] T S i = {1}. M.aw. S i C G (T ). Als dus T {S 1,, S n }, dan N = S 1 S n C G (T ). Dus T Z(N) = {1}, een contradictie. Merk op dat Z(G 1 G n ) = Z(G 1 ) Z(G n ). Ook merken wij op dat als G = G 1 G 2 = G 1 G 3, beide inwendige direct producten, dan is G 2 = G/G1 = G 1 G 2 /G 1 = G 1 G 3 /G 1 = G3. Dus wij hebben een vereenvoudigingseigenschap voor interne directe producten. Doch men moet voorzichtig zijn aangezien R {0} = R = R R, een isomorfisme van additieve groepen. De isomorfismen volgen uit de lineaire algebra (aangezien R en R R vectorruimten zijn met dezelfde Q-dimensie en dus isomorf zijn als vectorruimten en dus ook als groepen.) Men kan echter wel de volgende eigenschap bewijzen. Eigenschap Zij G, H, K eindige groepen. Als G H = G K, dan H = K. 1.6 Eindige nilpotente groepen Een eindige groep G noemt men nilpotent als voor elk priemgetal p de groep G een normale Sylow p-deelgroep bevat. Voorbeelden zijn uiteraard eindige abelse groepen eindige p-groepen. Stelling Als G een eindige nilpotente groep is dan G = p S p, het direct product van de Sylow p-deelgroepen S p (met p een priemdeler van G ).

28 1.6. EINDIGE NILPOTENTE GROEPEN 25 Bewijs. Omdat S p G volgt er dat p S p een deelgroep is van G. Bovendien G = p S p. Dus G = p S p. Verder is p q S p een deler van p q S p. Dus is p q S p niet deelbaar door q. Bijgevolg, S q p q S p = {1}. Het resultaat volgt dan. Wij kunnen deze stelling uiteraard toepassen op eindige abelse groepen, en verkrijgen aldus dat elke eindige abelse groep het direct product is van p-groepen. Deze laatste kan men dan nog verder ontbinden als een direct product van cyclische p-groepen. Dit volgt onmiddellijk uit de volgende eigenschap. Lemma Zij G een eindige abelse p-groep (p een priemgetal). Als g G een element is van maximale orde, dan voor een deelgroep H van G. G = g H Bewijs. Dit werd reeds bewezen in andere cursussen. Wij verkrijgen aldus de volgende welbekende stelling. Stelling Elke eindige abelse groep is isomorf met een direct product van cyclische p-groepen. Bovendien als n 1,..., n k en m 1,..., m l niet-triviale machten zijn van priemgetallen zodat Z n1 Z nk = Z m1 Z ml, dan k = l, en n i = m i (na eventueel te hernummeren). Als toepassing kunnen wij de groep van de complexe representaties van een eindige abelse groep berekenen. Dus zij A een eindige abelse groep en zij  de groep van alle homomorfismen van A in de multiplicatieve groep C \ {0}. Men noemt  de duale groep van A. Stelling Als A een eindig abelse groep is, dan  = A. Bewijs. Schrijf A = C 1 C n, met elke C i een cyclische groep. Definiëer een groephomomorfisme f :  Ĉ1 Ĉn

29 26 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE als volgt α (α C1,, α Cn ). Als α ker f, dan α Ci = 1 en dus C i ker α. Omdat A = C 1 C n volgt er dat A ker α en dus is α = 1. Bijgevolg is f injectief. Wij tonen nu aan dat f surjectief is. Zij daarom α i Ĉi. Definiëer als volgt α : Â C \ {0} c 1 c n α 1 (c 1 ) α n (c n ). Dan is duidelijk (α)f = (α 1,, α n ). Dit bewijst de surjectiviteit. Er blijft dus te bewijzen dat Ĉ = C, voor een cyclische groep C = g. Veronderstel dat C = n. Zij E de n-de eenheidswortels van C. Dan E = e 2πi/n, een cyclische groep van orde n. Dus is α : C E : g k e 2πik/n een isomorfisme van groepen. Bovendien is α Ĉ en is de orde van α in deze groep ook n. Het is dus voldoende om aan te tonen dat Ĉ = α. Zij dus β Ĉ. Omdat ((g)β)n = (g n )β = (1)β = 1, volgt er dat (g)β E. Dus (g)β = ((g)α) m voor een m. Dus (g)β = (g)α m en bijgevolg β = α m α. 1.7 Groepsuitbreidingen Zij N en H groepen. Men noemt een groep G een uitbreiding van N door H als G een normale deelgroep M bevat zodat M = N en G/M = H. Het uitbreidingsprobleem is om alle uitbreidingen (op isomorfisme na) van N door H te klassificeren. Uiteraard is het (uitwendig) direct product N H zo een groep. Wij geven een meer algemene constructie. Men noemt een groep G een gesplitste uitbreiding van N door H als voldaan is aan de volgende eigenschappen: 1. er bestaat M G zodat M = N en G/M = H, 2. er bestaat een deelgroep K van G zodat KM = G en K M = {1}.

30 1.7. GROEPSUITBREIDINGEN 27 Men zegt dat M gecomplementeerd is door K in G. Merk op dat in de voorgaande definitie M een normaal complement K heeft als en slechts als G = N K. In het algemeen voert K een actie uit op M (door conjugatie). Deze actie is triviaal als en slechts als K C G (M); in dit geval is dan M C G (K) N G (K) en dus is K G. Wij zeggen dat een groep H een actie via automorfismen uivoert op een groep N als, voor elke n 1, n 2 N en h H, (n 1 n 2 ) h = (n 1 h)(n 2 h). D.w.z. de actie van elk element van H geeft een groepautomomorpfisme. Stelling Veronderstel dat een groep H een actie via automorfismen uitvoert op een groep N. Dan bestaat een groep G met deelgroepen N 1 en H 1 zodat 1. N = f N 1 en H = ψ H 1, 2. N 1 H 1 = G, 3. N 1 H 1 = {1}, 4. N 1 G, 5. ψ(h) 1 f(n)ψ(h) = f(n h). Men noemt G het semidirect product van N door H, en men noteert deze groep N H. Bewijs. Het gebruikelijke bewijs construëert G als een groep van geordende paren. Wij construëren G als een deelgroep van Sym(X) met X = H N. Definiëer een actie van N en H op X als volgt en (k, m) h = (kh, m h) (k, m) n = (k, mn), voor k, h H en m, n N. Geen enkel niet-triviaal element van N of H voert een triviale actie uit. Er volgt dus dat er isomorfismen zijn van

31 28 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE H en N in Sym(X). Hun beelden noteren wij H 1 en N 1. Dus N = f N 1 en H = ψ H 1. Nu ((k, m)) (ψ(h) 1 f(n)ψ(h)) = (( (k, m) h 1) n ) h = ( k, ( m h 1) n) h ) Omdat dit een actie via automorfismen is volgt er Bijgevolg ((k, m)) (ψ(h) 1 f(n)ψ(h)) = (k, m(n h)) = ((k, m)) f(n h) ψ(h 1 )f(n)ψ(h) = f(n h). Er volgt dat ψ(h) N(f(N)), de normalisator van f(n), en dus is G = ψ(h) f(n) een groep. Het resultaat volgt als wij bovendien bewijzen dat ψ(h) f(n) = {1}. Om dit aan te tonen, veronderstel dat x = ψ(h) = f(n). Dan (kh, m h) = (k, m)x = (k, mn). Er volgt dat h = 1 en dus x = ψ(h) = Oplosbare groepen In deze sectie behandelen wij (eindige) groepen die geconstruëerd worden uit de (cyclische) abelse groepen. Definitie Een groep G is oplosbaar als er normale deelgroepen G 0, G 1,, G n van G bestaan zodat 1. {1} = G 0 G 1 G n = G,

32 1.8. OPLOSBARE GROEPEN G i+1 /G i is abels voor 0 i < n. Voorbeelden zijn de abelse groepen, S 3, D 8, alle eindige groepen van oneven orde (een resultaat van Feit en Thompson). Eenvoudige niet-abelse groepen zijn niet oplosbaar (b.v. A 5 ). Herinner dat de afgeleide groep G de deelgroep is van G die voortgebracht wordt door de commutatoren [g, h] = g 1 h 1 gh, met g, h G. Deze groep is de kleinste normale deelgroep van G zodat de corresponderende quotiëntgroep abels is. Definiëer G (0) = G en, voor n 1, Dan noemen wij G (n) = ( G (n 1)). G = G (0) G (1) G (2) de afgeleide reeks (Eng. derived series) van G. Stelling Een groep G is oplosbaar als en slechts als G (n) = {1} voor een n. De kleinste n zodat G (n) = {1} noemt men de afgeleide lengte (Eng. derived length) van G, dit wordt genoteerd dl(g). Bewijs. Veronderstel dat G oplosbaar is. Dus zijn er normale deelgroepen G i van G zodat {1} = G 0 G 1 G n = G en is abels voor 0 i < n. Dus, G i+1 /G i (G i+1 ) G i voor alle i. Bijgevolg G G n 1

33 30 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE en Er volgt voor 0 k < n. Bijgevolg Omgekeerd, als G (n) = {1} dan G (2) = (G ) (G n 1 ) G n 2. G (k) G n k G (n) G 0 = {1}. {1} = G (n) G (n 1) G (1) G (0) = G. Bovendien is voor elk automorfisme f van G f(g (k) ) = (f(g)) (k), i.h.b., elke G (k) is een invariante deelgroep van G en dus een normale deelgroep van G. Dus is G een oplosbare groep. Eigenschap Deelgroepen en quotientgroepen van een oplosbare groep zijn terug oplosbaar. Als N G en N en G/N oplosbaar zijn, dan is ook G oplosbaar. Bovendien dl(g) dl(n) + dl(g/n). Bewijs De eerste bewering is eenvoudig te verifiëren. Wij bewijzen het tweede gedeelte. Zij dus N G en veronderstel dat N en G/N oplosbaar zijn. Zij dl(n) = n en dl(g/n) = m. Omdat (G/N) (m) = {1} volgt er dat G (m) N. Dus Dus volgt het resultaat. G (m+n) = (G (m) ) (n) N (n) = {1}. Zij G een groep. Een compositierij van G is een rij deelgroepen {1} = G 0 G 1 G 2 G n 1 G n = G, zodat G i G i+1, voor 0 i n 1,

34 1.9. NILPOTENTE GROEPEN 31 en elke G i+1 /G i is een eenvoudige groep. Elke eindige groep G heeft een compositierij. Later zullen wij aantonen dat de compositiefactoren éénduidig bepaald zijn (op isomorfisme en orde na) en dat zij onafhankelijk zijn van de compositierij. Gevolg Zij {1} = G 0 G 1 G n = G een compositierij van G. Dan, G is oplosbaar als en slechts als elke G i+1 /G i een groep is van orde een priemgetal. Als bovendien alle G i normaal zijn in G, dan noemt men G superoplosbaar. Bewijs. Veronderstel dat alle compositiefactoren priem orde hebben. Dan G G n 1 en dus G G n 2. Herhaal dit en er volgt dat G (n) = {1}. Dus is G oplosbaar. Omgekeerd, veronderstel dat G oplosbaar is. Wegens Eigenschap?? is dan elke factor G i+1 /G i oplosbaar. Er blijft te bewijzen dat een oplosbare eenvoudige groep H van priem orde is. Dit is evident, inderdaad is H een echte normale deelgroep van H en dus H = {1} (omdat H eenvoudig is). Dus is H abels en eenvoudig. Bijgevolg is H van priem orde. Voor oplosbare groepen kan men het volgende resultaat bewijzen. Stelling (P. Hall) Zij G een eindige en oplosbare groep en π een verzameling van priemgetallen. Dan bestaat er een deelgroep H van G zodat elke priemdeler van H tot π behoort en elke priemdeler van [G : H] niet tot π behoort. 1.9 Nilpotente groepen Wij definiëren nu willekeurige nilpotente groepen. In het geval van eindige nilpotente groepen tonen wij aan dat dit overeenstemt met de vroegere definitie (d.w.z, alle Sylow deelgroepen zijn normaal). Definitie Een groep G is nilpotent als er normale deelgroepen G 0, G 1,..., G n van G bestaan zodat

35 32 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE 1. {1} = G 0 G 1 G n = G, en 2. G i+1 /G i Z(G/G i ), voor 0 i < n. Voorbeelden zijn abelse groepen en D 8. Een niet-nilpotente groep is S 3. Uiteraard zijn nilpotente groepen oplosbaar. Eigenschap Zij G een eindige groep. 1. Als Z(G/M) {1} voor elke echte normale deelgroep M van G, dan is G is nilpotent. 2. Als G een eindige p-groep is, dan is G nilpotent. Bewijs. Voor elke n N definiëren wij een deelgroep Z n = Z n (G) van G (het n-de centrum als volgt: Z 0 = {1} en, voor n > 0, Z n is de deelgroep van G zodat Z n 1 Z n en Z n /Z n 1 = Z(G/Z n 1 ). Merk op dat elke Z n een invariante, en dus een normale deelgroep is van G. (1) Wegens de veronderstelling is Z n 1 Z n als Z n 1 G. Omdat G eindig is volgt er dat Z n = G voor een n N. Dus is G nilpotent. (2) Wegens Eigenschap?? heeft elke eindige niet-triviale p-groep een niet triviaal centrum. De bewering (2) volgt dan onmiddellijk uit (1). Een rij G 0 G 1 G n van normale deelgroepen van een groep G noemt men een centrale rij (Eng. central series) als G i+1 /G i Z(G/G i ) voor 0 i < n. Definiëer Z 0 (G) = {1} en, voor i > 0, zij Z i (G) de deelgroep van G gedefiniëerd door Z i (G)/Z i 1 (G) = Z(G/Z i 1 (G)).

36 1.9. NILPOTENTE GROEPEN 33 De rij {Z i (G) i 0} noemt men de stijgende (of hoogste) centrale rij (Eng. upper central series) van G. Uiteraard is G nilpotent als Z n = G voor een n G. Wij zullen aantonen dat het omgekeerde ook geldt. Voor deelverzameligen H, K van een groep G noteren wij met [H, K] de deelgroep voortgebracht door alle [h, k] met h H en k K. Men noemt dit de commutator van H en K. Voor een groep G definiëer G 1 = G en, voor n 2, G n = [G n 1, G]. Dan is elke G n een karaktersitieke deelgroep van G (en dus normaal). Er volgt dat G = G 1 G 2 G 3 een centrale rij is. Men noemt dit de dalende (of laagste) centrale rij (Eng. lower central series) van G. Stelling Zij G een groep en n 1. Dan zijn equivalent 1. G is nilpotent, 2. G n+1 = {1}, 3. Z n (G) = G. Indien G nilpotent is, dan noemt men het kleinste natuurlijk getal n zodat Z n = G de nilpotentieklasse van G Bewijs. (1) (2). Veronderstel dat G nilpotent is. Zij een centrale rij van G. Omdat {1} = G 0 G 1 G n = G G i+1 /G i Z(G/G i ) verkrijgen wij dat Bijgevolg [G i+1, G] G i. G i G n i+1

37 34 HOOFDSTUK 1. GROEPENTHEORIE en dus G n+1 = {1}, zoals gewenst. (2) (3). Veronderstel dat G n+1 = {1}. Dan G = G 1 G 2 G n+1 = {1}. Omdat G n+1 = [G n, G] = 1 is het duidelijk dat G n Z(G) = Z 1. Omdat G n = [G n 1, G] Z 1 volgt er dat G n 1 Z 2 en dus G n 2 Z 3. Door inductie volgt er G (n+1) i Z i. Bijgevolg G = G 1 = G (n+1) n Z n, m.a.w. G = Z n. (3) (1) Dit is reeds eerder vermeld. Gevolg Deelgroepen en quotientgroepen van een nilpotente groep zijn terug nilpotent. Bewijs. Zij G een nilpotente groep en N een deelgroep. Omdat H n G n volgt er uit Stelling?? dat ook N nilpotent is. Als bovendien N een normale deelgroep is, zij dan f : G G/N het natuurlijk epimorfisme. Dan f(g n ) (G/N) n. Als G n = {1} dan volgt er dat (G/N) n = {1}. Dus is ook G/N nilpotent. Stelling Zij G een eindige groep. De volgende voorwaarden zijn equivalent: 1. G is nilpotent, 2. H N G (H) voor elke deelgroep H van G met H G, 3. elke maximale deelgroep van G is normaal, 4. elke Sylow deelgroep van G is normaal, 5. G is het direct product van p-deelgroepen, met elke p een priemgetal. Bewijs. (1) (2). Zij G een nilpotente groep en {1} = G 0 G 1 G n = G een centrale rij (wij mogen veronderstellen dat G i G i+1 ). Veronderstel bovendien dat H een echte deelgroep is van G. Zij dan k het grootste

38 1.9. NILPOTENTE GROEPEN 35 natuurlijk getal zodat G k H. Merk op dat k < n. Nu is [H, G k+1 ] G k en bijgevolg is G k+1 N G (H). Dus volgt (2). (2) (3). Zij H een maximale deelgroep van G. Wegens (2), H N G (H). Omdat H maximaal is volgt er dat N G (H) = G. Dus is H normaal in G. (3) (4). Zij P Syl p (G), met p een priemgetal. Wij moeten bewijzen dat N G (P ) = G. Veronderstel dat N G (P ) G. Zij dan M een maximale deelgroep van G zodat N G (P ) M. Wegens de veronderstelling (3) is M een normale deelgroep van G. Wij beweren dat G = M; en dit is duidelijk een contradictie. Inderdaad zij g G. Dan P g M g = M. Omdat P = P g volgt er dat P Syl p (M). Dus bestaat een m M zodat P gm = P. M.a.w., gm N G (P ) M. Dus g M, en bijgevolg G = M. (4) (5). Dit weten wij reeds. (5) (1). Dit bewijst men eenvoudig door aan te tonen dat het eindig direct product van nilpotente groepen zelf nilpotent is. Stelling Zij N 1 en N 2 normale deelgroepen van een groep G. Als N 1 en N 2 eindig en nilpotent zijn, dan is N 1 N 2 een nilpotente groep. Bewijs. Zij p een priemgetal. Zij P Syl p (N 1 ) en Q Syl p (N 2 ). Omdat N 1 en N 2 eindige nilpotente groepen zijn, weten wij dat P N 1 en Q N 2. Dus is P een karakteristieke deelgroep van N 1 en Q een karakteristieke deelgroep van N 2. Omdat N 1 en N 2 normale deelgroepen zijn van G volgt er dat P en Q ook normale deelgroepen zijn van G. Wegens Gevolg??, P Q P Q = P Q, en dus is P Q zelf een p-groep. Er volgt dat P Q een normale p-deelgroep is van N 1 N 2. Het is nu nog voldoende om aan te tonen dat P Q een Sylow p- deelgroep is van H = N 1 N 2. Wij noteren met n p de maximale macht van p die het getal n deelt. H p = ( N1 N 2 N 1 N 2 ) p

Definitie 8.1. De groep van alle permutaties van een gegeven verzameling X is de symmetriegroep op n elementen, genoteerd als Sym(X).

Definitie 8.1. De groep van alle permutaties van een gegeven verzameling X is de symmetriegroep op n elementen, genoteerd als Sym(X). Hoofdstuk 8 Werking van een groep 8.1 Permutatiegroepen Een permutatie van een verzameling X is een bijectie van die verzameling op zichzelf. Een verzameling X met n elementen heeft juist n! permutaties.

Nadere informatie

Deelgroepen en normaaldelers

Deelgroepen en normaaldelers Hoofdstuk 2 Deelgroepen en normaaldelers 2.1 Wat is een deelgroep? Definitie 2.1. Een deelverzameling H van een groep G, is een deelgroep van G als en slechts als H niet leeg is en H, zelf een groep is.

Nadere informatie

Galoistheorie. E. Jespers

Galoistheorie. E. Jespers Galoistheorie E. Jespers Departement Wiskunde Vrije Universiteit Brussel Faculteit Wetenschappen 2014 2015 webstek: http://homepages.vub.ac.be/ efjesper HOC: donderdag 14u00 16u00, G.6.324 WPO: dinsdag

Nadere informatie

1 Nilpotente en oplosbare groepen Groepen bouwen De correspondentiestelling Nilpotente en oplosbare groepen...

1 Nilpotente en oplosbare groepen Groepen bouwen De correspondentiestelling Nilpotente en oplosbare groepen... Inhoudsopgave 1 Nilpotente en oplosbare groepen 1 1.1 Groepen bouwen......................... 1 1.2 De correspondentiestelling.................... 7 1.3 Nilpotente en oplosbare groepen.................

Nadere informatie

HOOFDSTUK 0. = α g1 α g2

HOOFDSTUK 0. = α g1 α g2 HOOFDSTUK 0 Acties van groepen 0.1 Groep-actie Uit de cursus Meetkunde en Lineaire Algebra van 1ste jaar Bachelor Wiskunde ([KI] in de referentielijst) weten we reeds wat een permutatiegroep G op een verzameling

Nadere informatie

Definitie 4.1. Als H en K normaaldelers zijn van een groep G en H K = {e} en HK = G dan noemt men G het direct product van

Definitie 4.1. Als H en K normaaldelers zijn van een groep G en H K = {e} en HK = G dan noemt men G het direct product van Hoofdstuk 4 Groepsconstructies 4.1 Direct product We gaan nu bestuderen hoe we van 2 groepen een nieuwe groep kunnen maken of hoe we een groep kunnen schrijven als een product van 2 groepen met kleinere

Nadere informatie

Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element.

Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element. Hoofdstuk 5 Cyclische groepen 5.1 Definitie Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element. Als G wordt voortgebracht door a en a n = e, dan noteren we de groep als C n = a.

Nadere informatie

5 Inleiding tot de groepentheorie

5 Inleiding tot de groepentheorie 5 Inleiding tot de groepentheorie Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze groep de viergroep van Klein bezit als deelgroep van index 2. Oplossing

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Permuteerbare deelgroepen en Sylow deelgroepen

Permuteerbare deelgroepen en Sylow deelgroepen WETENSCHAPPEN WISKUNDE Permuteerbare deelgroepen en Sylow deelgroepen Bachelor Project I Shaun Bundervoet Promotor : Prof. Eric Jespers 2008-2009 Inhoudsopgave Voorwoord 1 1 Permuteerbaarheid 3 1.1 Elementaire

Nadere informatie

Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat:

Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat: Hoofdstuk 1 Eerste begrippen 1.1 Wat is een groep? Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat: 1. a, b G : a b G 2. a, b, c G : a (b c) = (a b) c = a

Nadere informatie

Tentamen algebra 1. 8 juni 2005, , zaal A.404

Tentamen algebra 1. 8 juni 2005, , zaal A.404 Tentamen algebra 1 8 juni 2005, 13.30 16.30, zaal A.404 Schrijf je naam en collegekaartnummer of het werk dat je inlevert. Het tentamen bestaat uit 5 opgaven. Beargumenteer telkens je antwoord. Veel succes!

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Dihedrale groepen. 6.1 Definitie

Hoofdstuk 6. Dihedrale groepen. 6.1 Definitie Hoofdstuk 6 Dihedrale groepen 6.1 Definitie Definitie 6.1. De dihaeder groep is de symmetriegroep van een regelmatige n-hoek. Dit is de verzameling van alle transformaties in het vlak die de regelmatige

Nadere informatie

This work is licensed under the Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License. To view a copy of this license,

This work is licensed under the Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License. To view a copy of this license, Inhoudsopgave 1 Groepen 1 1.1 Groepen, deelgroepen en voorbeelden.............. 1 1.2 Verdere definities en eigenschappen............... 8 1.3 Groepsmorfismen......................... 15 1.4 Cyclische

Nadere informatie

This work is licensed under the Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License. To view a copy of this license,

This work is licensed under the Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License. To view a copy of this license, Inhoudsopgave 1 Groepen 1 1.1 Definitie en voorbeelden..................... 1 1.2 Deelgroepen en de stelling van Lagrange............ 5 1.3 Morfismen, kern, normaaldelers................. 13 1.4 Cyclische

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00 Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 207, 4:00 7:00 Je mocht zoals gezegd niet zonder uitleg naar opgaven verwijzen. Sommige berekeningen zijn hier weggelaten. Die moest je op je tentamen wel laten zien.

Nadere informatie

Perfecte getallen en Leinster groepen

Perfecte getallen en Leinster groepen Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde Perfecte getallen en Leinster groepen Bachelorproef 1 Lukas Boelens Promotor: Dr. Andreas Bächle 29 januari 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Perfecte getallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan

Nadere informatie

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

1 Groepen van orde 24.

1 Groepen van orde 24. 1 1 Groepen van orde 24. Als G een groep van orde 24 is, dan zeggen de stellingen van Sylov: Het aantal 2-Sylow-groepen van G is 1 modulo 2 en bovendien een deler van 24, dus bedraagt 1 of 3. Het aantal

Nadere informatie

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Je mag de syllabus en aantekeningen gebruiken, maar geen rekenmachine. Je mag opgaven 2.46, 2.49 en 8.13

Nadere informatie

Algebra. Oefeningen op hoofdstuk Groepentheorie Cayleytabellen van groepen van orde Cyclische groepen

Algebra. Oefeningen op hoofdstuk Groepentheorie Cayleytabellen van groepen van orde Cyclische groepen Oefeningen op hoofdstuk 5 Algebra 5.2 Groepentheorie 5.2.1 Cayleytabellen van groepen van orde 8 Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze

Nadere informatie

Opgave 1 Bepaal welke van de volgende beweringen juist zijn: = Z2 Z 6 (R >0, ) = (R, +) (Z, +) = (Q, +)

Opgave 1 Bepaal welke van de volgende beweringen juist zijn: = Z2 Z 6 (R >0, ) = (R, +) (Z, +) = (Q, +) Deeltentamen Groepentheorie (WISB221). A. Henriques, Nov 2012. Geef niet alleen anwoorden, maar bewijs al je beweringen. Opgave 1 Bepaal welke van de volgende beweringen juist zijn: [5pt] Z 5 = Z 4, Z

Nadere informatie

INLEIDING GROEPENTHEORIE

INLEIDING GROEPENTHEORIE INLEIDING GROEPENTHEORIE 2013-2014 webstek: http://homepages.vub.ac.be/ efjesper HOC: woensdag 8-10 uur, sem 2 WPO: donderdag 13-15 uur, sem 2 E. Jespers Vakgroep Wiskunde Vrije Universiteit Brussel Faculteit

Nadere informatie

Mathieu-groepen en hun meetkunden

Mathieu-groepen en hun meetkunden Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde Mathieu-groepen en hun meetkunden Bachelorproef Doryan Temmerman Promotor: Prof. Philippe Cara 1e Semester 2012-2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Designs 1

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

5.2.4 Varia in groepentheorie

5.2.4 Varia in groepentheorie Oefeningen op hoofdstuk 5 Algebra 5.2 Groepentheorie 5.2.1 Cayleytabellen van groepen van orde 8 Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

1-ste Bachelor Wiskunde en Fysica

1-ste Bachelor Wiskunde en Fysica ALGEBRA I 1-ste Bachelor Wiskunde en Fysica 2007-2008 webstek: http://homepages.vub.ac.be/ efjesper HOC: woensdag 14-16 uur, F.5.212 WPO: donderdag 16-18 uur, F.5.211 E. Jespers Departement Wiskunde Vrije

Nadere informatie

Inleiding tot groepentheorie

Inleiding tot groepentheorie Hoofdstuk Inleiding tot groepentheorie 1 Basisdefinities Een algebraïsche structuur bestaat meestal uit een verzameling waarop één of meerdere bewerkingen gedefinieerd zijn. Definitie Een inwendige bewerking

Nadere informatie

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr.

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr. Universiteit Gent Academiejaar 2001 2002 Discrete Wiskunde 1ste kandidatuur Informatica Collegenota s Prof. Dr. Frank De Clerck Herhalingsoefeningen 1. Bepaal het quotiënt en de rest van de deling van

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Mogelijke Onderwerpen Projectwerk Bachelor 3 Wiskunde

Mogelijke Onderwerpen Projectwerk Bachelor 3 Wiskunde Mogelijke Onderwerpen Projectwerk Bachelor 3 Wiskunde E. Jespers Departement of Mathematics Vrije Universiteit Brussel 2 Voorbeelden van algebra s van kleine dimensie Een theorie steunt steeds op het goed

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen Hoofdstuk 7 Congruenties in actie 7.1 Het aantal inverteerbare restklassen We pakken hier de vraag op waarmee we in het vorige hoofdstuk geëindigd zijn, namelijk hoeveel inverteerbare restklassen modulo

Nadere informatie

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove KU Leuven Algebra Notities Tom Sydney Kerckhove Gestart 23 september 2014 Gecompileerd 28 oktober 2014 Inhoudsopgave 1 Verzamelingen 3 1.1 Basisbegrippen....................................... 3 1.2 De

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur Tentamen Discrete Wiskunde 0 april 0, :00 7:00 uur Schrijf je naam op ieder blad dat je inlevert. Onderbouw je antwoorden, met een goede argumentatie zijn ook punten te verdienen. Veel succes! Opgave.

Nadere informatie

Eenheden in groepsringen

Eenheden in groepsringen Eenheden in groepsringen 2 Hoofdstuk 1 Bicyclische eenheden 1.1 Definitie Veronderstel dat R een willekeurige ring is met eenheidselement. Een belangrijk onderzoeksproject is het zoeken naar eenheden.

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 6

Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 We veralgemenen eerst Stelling 6.4 tot een willekeurige lineaire transformatie tussen twee vectorruimten en de overgang naar twee nieuwe basissen. Stelling 6.4. Zij A : V W

Nadere informatie

Velduitbreidingen. Hector Mommaerts

Velduitbreidingen. Hector Mommaerts Velduitbreidingen Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Basisbegrippen 1.1 Definities Definitie 1.1. Een veld L is een uitbreiding van het veld K als het ontstaat door aan K één of meerdere elementen toe te voegen.

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

Bewijs door inductie

Bewijs door inductie Bewijs door inductie 1 Bewijs door inductie Vaak bestaat een probleem erin aan te tonen dat een bepaalde eigenschap geldt voor elk natuurlijk getal. Als je wilt weten of iets waar is voor alle natuurlijke

Nadere informatie

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove. met dank aan: Katelijne Caerts Eline van der Auwera Anneleen Truijen

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove. met dank aan: Katelijne Caerts Eline van der Auwera Anneleen Truijen KU Leuven Algebra Notities Tom Sydney Kerckhove met dank aan: Katelijne Caerts Eline van der Auwera Anneleen Truijen Gestart 23 september 2014 Gecompileerd 1 juni 2015 Inhoudsopgave 1 Verzamelingen 6 1.1

Nadere informatie

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Getallen, 2e druk, extra opgaven Getallen, 2e druk, extra opgaven Frans Keune november 2010 De tweede druk bevat 74 nieuwe opgaven. De nummering van de opgaven van de eerste druk is in de tweede druk dezelfde: nieuwe opgaven staan in

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar?

Oefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Oefeningen op hoofdstuk 2 Verzamelingenleer 2.1 Verzamelingen Oefening 2.1. Beschouw A = {1, {1}, {2}}. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Beschouw nu A = {1, 2, {2}}, zelfde vraag. a. 1 A c.

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

Stelling van Jordan. Ayla Stam. 14 juli Bachelorscriptie Begeleiding: dhr. prof. dr. L.D.J. (Lenny) Taelman

Stelling van Jordan. Ayla Stam. 14 juli Bachelorscriptie Begeleiding: dhr. prof. dr. L.D.J. (Lenny) Taelman Stelling van Jordan Ayla Stam 14 juli 2017 Bachelorscriptie Begeleiding: dhr. prof. dr. L.D.J. (Lenny) Taelman Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Magali Victoor Promotor: Prof. dr. Hendrik Van Maldeghem Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt

Nadere informatie

Competities, schuifpuzzels en automorfismen van S 6

Competities, schuifpuzzels en automorfismen van S 6 A.M. Schouten Wollebrand 19 2642 JH Pijnacker afkeschouten@gmail.com Competities, schuifpuzzels en automorfismen van S 6 Bachelorscriptie, 9 juni 2009 Scriptiebegeleider: Dr. L. Taelman Mathematisch Instituut,

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I. 1. Theorie

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I. 1. Theorie EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I MAANDAG 17 JANUARI 2011 1. Theorie Opgave 1. (a) In Voorbeelden 2.1.17 (7) wordt gesteld dat de maximale lineair onafhankelijke deelverzamelingen van

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde

Tentamen Discrete Wiskunde Discrete Wiskunde (WB011C) 22 januari 2016 Tentamen Discrete Wiskunde Schrijf op ieder ingeleverd blad duidelijk leesbaar je naam en studentnummer. De opgaven 1 t/m 6 tellen alle even zwaar. Je hoeft slechts

Nadere informatie

Lineaire Algebra C 2WF09

Lineaire Algebra C 2WF09 Lineaire Algebra C 2WF09 College: Instructie: L. Habets HG 8.09, Tel. 4230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl H.A. Wilbrink HG 9.49, Tel. 2783, E-mail: h.a.wilbrink@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2wf09

Nadere informatie

Gehelen van Gauss. Hector Mommaerts

Gehelen van Gauss. Hector Mommaerts Gehelen van Gauss Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Definities Gehelen van Gauss zijn complexe getallen van de vorm a + bi waarbij a, b Z. De verzameling van alle gehelen van Gauss noteren we met Z(i). Dus

Nadere informatie

Samenvatting. Algebra 1 - Collegejaar Dictaat algebra 1. Disclaimer

Samenvatting. Algebra 1 - Collegejaar Dictaat algebra 1. Disclaimer Samenvatting Algebra 1 - Collegejaar 2013-2014 Dictaat algebra 1 Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,

Nadere informatie

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2. opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal

Nadere informatie

Ad(g) := (h ghg 1 ).

Ad(g) := (h ghg 1 ). Inleveropgave 7 (inleverdatum: 22 nov) Gegeven een groep G, zij de afbeelding Ad : G Aut(G) gegeven door Ad(g) := (h ghg 1 ) Laat zien dat Ad een homomorfisme is Laat zien dat ker(ad) gelijk is aan het

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3. ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.8 ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting. Algebra 1 - Collegejaar Dictaat algebra 1. Disclaimer

Samenvatting. Algebra 1 - Collegejaar Dictaat algebra 1. Disclaimer Samenvatting Algebra 1 - Collegejaar 2011-2012 Dictaat algebra 1 Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Lineaire Algebra C 2WF09

Lineaire Algebra C 2WF09 Lineaire Algebra C 2WF09 College: Instructie: L. Habets HG 8.09, Tel. 4230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl H. Wilbrink HG 9.49, Tel. 2783, E-mail: h.a.wilbrink@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2wf09

Nadere informatie

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN 1.3.1. Er zijn 42 mogelijke vercijferingen. 2.3.4. De uitkomsten zijn 0, 4 en 4 1 = 4. 2.3.6. Omdat 10 = 1 in Z 9 vinden we dat x = c 0 +... + c m = c 0 +... + c m. Het getal

Nadere informatie

Congruentie deelgroepen

Congruentie deelgroepen Congruentie deelgroepen 2 Definities Congruentie deelgroepen zijn deelgroepen van matrixgroepen met gehele elementen die bepaald worden door congruentie relaties. De eenvoudigste omgeving om die congruentie

Nadere informatie

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, 2010-2011 bachelor in de Wisunde, bachelor in de Fysica, bachelor in de Economische Wetenschappen en bachelor in de Wijsbegeerte Vrijdag 4 februari 2011, 8u30 Naam:

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Examen G0Q98 Discrete Wiskunde. 8 juni 2018

Examen G0Q98 Discrete Wiskunde. 8 juni 2018 Examen G0Q98 Discrete Wiskunde. 8 juni 018 Vraag 1 wordt mondeling besproken vanaf 10u00. De andere vragen zijn zuiver schriftelijk. Het ganse examen is open boek. Gelieve bij het indienen je antwoordbladen

Nadere informatie

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart Supplement Verzamelingenleer A.J.M. van Engelen en K. P. Hart 1 Hoofdstuk 1 Het Keuzeaxioma Het fundament van de hedendaagse verzamelingenleer werd in de vorige eeuw gelegd door Georg Cantor. Cantor gebruikte

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen 8 december 2015, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

E.T.G. Schlebusch. Het Hasse-principe. Bachelorscriptie, 20 juni Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk

E.T.G. Schlebusch. Het Hasse-principe. Bachelorscriptie, 20 juni Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk E.T.G. Schlebusch Het Hasse-principe Bachelorscriptie, 20 juni 2012 Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Het lichaam van p-adische

Nadere informatie

OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010

OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010 OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010 1. Zij V een vectorruimte en A = {v 1,..., v m } een deelverzameling van m vectoren uit V die voortbrengend is voor V, m.a.w. V = A.

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

6 Ringen, lichamen, velden

6 Ringen, lichamen, velden 6 Ringen, lichamen, velden 6.1 Polynomen over F p : irreducibiliteit en factorisatie Oefening 6.1. Bewijs dat x 2 + 2x + 2 irreducibel is in Z 3 [x]. Oplossing 6.1 Aangezien de veelterm van graad 3 is,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/887/25833 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Palenstijn, Willem Jan Title: Radicals in Arithmetic Issue Date: 204-05-22 Samenvatting

Nadere informatie

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets) Tentamen lineaire algebra 8 januari 9, : : Uitwerkingen (schets) Opgave. ( + punten) Gegeven is de matrix ( ) A =. (a) Bepaal een diagonaliseerbare matrix D en een nilpotente matrix N zodanig dat A = N

Nadere informatie

Falcuteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen. Departement Wiskunde. Groei van groepen. Bachelorproef 1.

Falcuteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen. Departement Wiskunde. Groei van groepen. Bachelorproef 1. Falcuteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen Departement Wiskunde Groei van groepen Bachelorproef 1 Charlotte Verwimp Promotor: Begeleider: Prof. Dr. E. Jespers G. Janssens 1e semester 2015-2016

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

Ruimtemeetkunde deel 1

Ruimtemeetkunde deel 1 Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen

Nadere informatie

Het karakteristieke polynoom

Het karakteristieke polynoom Hoofdstuk 6 Het karakteristieke polynoom We herhalen eerst kort de definities van eigenwaarde en eigenvector, nu in een algemene vectorruimte Definitie 6 Een eigenvector voor een lineaire transformatie

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er

Nadere informatie

Getaltheorie II. ax + by = c, a, b, c Z (1)

Getaltheorie II. ax + by = c, a, b, c Z (1) Lesbrief 2 Getaltheorie II 1 Lineaire vergelijkingen Een vergelijking van de vorm ax + by = c, a, b, c Z (1) heet een lineaire vergelijking. In de getaltheorie gaat het er slechts om gehele oplossingen

Nadere informatie

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002 RSA F.A. Grootjen 8 maart 2002 1 Delers Eerst wat terminologie over gehele getallen. We zeggen a deelt b (of a is een deler van b) als b = qa voor een of ander geheel getal q. In plaats van a deelt b schrijven

Nadere informatie

Geadjungeerde en normaliteit

Geadjungeerde en normaliteit Hoofdstuk 12 Geadjungeerde en normaliteit In het vorige hoofdstuk werd bewezen dat het voor het bestaan van een orthonormale basis bestaande uit eigenvectoren voldoende is dat T Hermites is (11.17) of

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

De WrapSlide-puzzel algebraïsch bekeken. Dimitri Geelhoed en Lotte Meester 2013

De WrapSlide-puzzel algebraïsch bekeken. Dimitri Geelhoed en Lotte Meester 2013 De WrapSlide-puzzel algebraïsch bekeken Dimitri Geelhoed en Lotte Meester 2013 1 Inleiding Al snel nadat we besloten om onderzoek te doen naar een wiskundig vraagstuk, kregen we het idee om een puzzel

Nadere informatie

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid Hoofdstuk 3 Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid 31 Diagonaliseerbaarheid Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit

Nadere informatie

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie Jan Vonk 1 oktober 2008 1 Combinatoriek Inleiding Een gebied dat vandaag de dag haast niet onderschat kan worden binnen de wiskunde

Nadere informatie

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015 Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) januari, 5 In deze uitwerkingen is hier en daar een berekening weggelaten (bijvoorbeeld het bepalen van de kern van een matrix) die uiteraard op het tentamen

Nadere informatie