Jeugdmonitor samenvatting en conclusies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jeugdmonitor samenvatting en conclusies"

Transcriptie

1 samenvatting en conclusies O&S Nijmegen juli 24

2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies Inleiding Leefwerelden Buurt Stad Thuis School Veiligheid Onveiligheidsgevoelens Slachtofferschap Vrije tijd Sport Cultuur Vrijetijdsactiviteiten in georganiseerd verband Invloed vrijetijdsactiviteiten op ontwikkeling Bijbaantjes en bestedingen Maatschappelijke participatie Informatiebehoefte Risicogedrag Genotmiddelengebruik Strafbare feiten plegen Gezondheid Probleemrijke en probleemarme jongeren Risico- en probleemgedrag bij jarigen Algemene doelstellingen integraal jeugdbeleid Slotoverzicht 21

3 Samenvatting en conclusies 1 Samenvatting en conclusies 1.1 Inleiding Eind 23 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek voor de tweede keer de Nijmeegse Jeugdmonitor uitgevoerd. Doelstellingen van het onderzoek zijn: het in beeld brengen van de leefsituatie van de Nijmeegse jeugd: op welke punten gaat het goed en op welke punten gaat het minder goed? Hoeveel jongeren zijn probleemrijk en hoeveel probleemarm?; het in beeld brengen van wensen van jongeren, bijvoorbeeld als het gaat om de buurt, de stad, speelplekken, andere plekken om elkaar te ontmoeten, sport, cultuur en uitgaan; het meten van veranderingen in de leefsituatie en het wensenpatroon. De gemeente Nijmegen heeft in 1999 voor het eerst de Jeugdmonitor uitgevoerd 1 ter ondersteuning van het gemeentelijk integraal jeugdbeleid (lokale inkleuring van jeugdbeleid, formulering van algemene meetbare doelen, nagaan of gestelde doelen worden bereikt). Ook levert de Jeugdmonitor relevante informatie op voor afzonderlijke beleidsterreinen en voor partners in het jeugdbeleid. Aan het onderzoek is door circa 16 Nijmegenaren van 1 t/m 17 jaar meegewerkt (schriftelijk enquête). De respons lag rond de 7%. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen en conclusies opgenomen. Eerst wordt ingegaan op de leefwerelden van belang voor hoe kinderen zich ontwikkelen (woonbuurt, thuis, school) en op de veiligheidsbeleving. Daarna komen vrijetijdsbestedingen aan bod, gevolgd door risicogedrag. In toenemende mate bestaat er het idee dat jeugdigen in hun vrije tijd vaardigheden leren, die van belang zijn voor hun functioneren en ontwikkeling. Maar jong zijn is ook een experimenteerfase in het leven, die gepaard kan gaan met meer of minder risicogedrag. Vervolgens is er aandacht voor de gezondheidsbeleving. Gegevens over risicogedrag en de gezondheidsbeleving zijn gebruikt om te schatten hoeveel probleemrijke en probleemarme jongeren er in Nijmegen zijn. Omdat het integrale jeugdbeleid zich behalve op alle jeugd t/m 17 jaar ook richt op risico- en probleemjongeren van 18 t/m 24 jaar, zijn uit andere bronnen een aantal gegevens over risico- en probleemgedrag bij de jarigen op een rij gezet. Tenslotte zijn algemene doelstellingen uit de nota Allemaal tellen ze mee; Nijmeegs integraal jeugdbeleid en daarbij behorende gewenste ontwikkelingen gekoppeld aan uitkomsten van de twee Jeugdmonitor-metingen (1999 en 23). De samenvatting wordt afgesloten met een kort overzicht van positieve en negatieve punten/ontwikkelingen m.b.t. de jeugd. In de samenvatting zijn op een aantal plekken aanvullende gegevens opgenomen, onder meer uit de Stadspeiling en de Stads- en Wijkmonitor. Ook wordt een paar keer verwezen naar E-MOVO, het onderzoek dat de GGD in 23 onder middelbare scholieren in de klassen 2 en 4 uitgevoerd heeft. Dit onderzoek, waarover apart 1 coproductie van gemeente en GGD. 3

4 samenvatting en conclusies gerapporteerd wordt, gaat vooral over gezondheid en welbevinden, maar ook over andere zaken. De Jeugdmonitor en E-MOVO vullen elkaar aan en leiden tot een veelomvattend beeld van de Nijmeegse jeugd. 1.2 Leefwerelden Buurt Een ruime meerderheid van de jeugd is in het algemeen tevreden over de woonbuurt. Net als volwassenen vragen ook jongeren om een schone, hele en veilige buurt. Zowel volwassenen als jongeren ervaren overlast van deelgroepen jongeren in de buurt. Jongeren in aanpak- en attentiewijken signaleren duidelijk vaker allerlei buurtproblemen. Aandacht voor speelplekken moet zijn: aandacht voor speel- èn sportplekken. Op jonge leeftijd is er al behoefte aan sportplekken, vooral bij jongens. Bij de jeugd is de behoefte aan buitenplekken, waar men actief bezig kan zijn, groter dan aan hangplekken. Wonen en leven in de buurt - Het aandeel jarigen, dat de woonbuurt prettig vindt, is gestegen van 75% in 1999 naar 81% in Net als bij de volwassenen vindt circa 1 op de 3 jongeren de buurt niet schoon. - Circa 1 op de 4 jongeren (en circa 1 op de 5 volwassenen) vindt dat er in de buurt veel vernield wordt. - Het aandeel jongeren dat zich overdag in de buurt wel eens onveilig voelt, is groter dan bij de volwassenen (2% van de 1-11-jarigen, 12% van de jarigen en 4% van de volwassenen). Ten opzichte van vier jaar geleden is het onveiligheidsgevoel in de woonbuurt niet veel veranderd (geldt zowel voor jongeren als voor volwassenen). - Jongeren vinden vaker dan volwassenen dat de omgang tussen jongen en oud in de buurt niet goed is (3% van de jarigen tegenover 14% van de volwassenen). Een mogelijke deelverklaring is dat jongeren last hebben van de toegenomen intolerantie van volwassenen ten opzichte van jongeren. Volgens personen, die door hun functie veel van de wijken afweten, is daar sprake van 2. - In de aanpak- en attentiewijken vinden duidelijk meer jongeren dan in de andere wijken dat de buurt niet schoon, heel en veilig is. Ook vinden relatief veel jongeren in die wijken de omgang tussen jongeren onderling en tussen jong en oud in de buurt niet goed. Bijna de helft van de jongeren in de aanpak- en attentiewijken is het eens met de uitspraak dat vervelende groepjes jongeren het voor de andere jongere en volwassenen buurtbewoners verpesten (tegenover een kwart in de andere wijken). Naar de rol van vervelende volwassenen is niet specifiek gevraagd. Wel weten we dat een deel van de jongeren zich onveilig voelt door het gedrag van zowel volwassenen als andere jongeren. 2 Blijkt uit de miniconferenties over de stadsdelen en wijken met werkers in de wijken, die in 23 ten behoeve van de Stads- en Wijkmonitor gehouden zijn. 4

5 Samenvatting en conclusies - Net als de jongeren geven ook de volwassenen te kennen dat ze last hebben van groepjes jongeren. Uit de Stadspeiling 23 blijkt dat groepjes hangjongeren de meest genoemde reden is waarom volwassenen zich in de buurt onveilig voelen. Hangjongeren worden door volwassenen relatief vaak als een buurtprobleem gezien dat de gemeente met voorrang moet aanpakken. De Stadspeiling laat verder zien dat het aandeel volwassenen dat jongerenoverlast ervaart door de jaren heen vrij stabiel is (lichte stijging); 13% van de volwassenen heeft het idee dat jongerenoverlast in de buurt vaak voorkomt. - In de Stads- en Wijkmonitor 23 zijn gebieden onderscheiden waar volgens de volwassen Nijmegenaren veel jongerenproblematiek is. Het gaat om de volgende gebieden: Centrum, Benedenstad, Wolfskuil, Biezen, Willemskwartier, delen van Neerbosch-Oost, Kolpingbuurt, Hatert, Meijhorst, Aldenhof, Malvert, Lindenholt, Zellersacker, Voorstenkamp en Gildekamp. Behoefte aan voorzieningen voor de jeugd in de buurt - Net als in 1999 blijkt er bij de jeugd een grote behoefte aan meer jongerenactiviteiten en ontmoetingsplaatsen in de buurt (vooral behoefte aan sportactiviteiten, feesten/disco/uitgaansplekken, plekken om te kunnen voetballen, basketballen en skaten; ook behoefte aan speelplekken, jongerencentra/jeugdhonken en hangplekken). Opvallend is dat de behoefte aan ontmoetingsplekken bij de 1-11-jarigen is toegenomen, terwijl er de afgelopen periode juist extra in speelplekken voor jongeren beneden de 12 jaar geïnvesteerd is. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de 1-11-jarigen graag sportplekken willen. Uit onderzoek bij kinderen in de wijken Brakkenstein en Zwanenveld naar de wensen m.b.t. een nieuwe speelplek in de buurt, dat begin 24 is uitgevoerd, blijkt dat 9- t/m 11-jarige kinderen net zo veel belangstelling voor sportplekken als voor speelplekken hebben. De Jeugdmonitor laat zien dat de balans bij kinderen vanaf de 12 jaar steeds verder doorslaat naar behoefte aan sportplekken. Die behoefte bestaat vooral bij de jongens. Bij de 6- t/m 8-jarigen is de belangstelling bij het spelen op buitenplekken nog vaker op speeltoestellen en spelletjes dan op sporten gericht. Bij ouders met kinderen is de tevredenheid over de (speel)voorzieningen voor de jeugd in de buurt licht toegenomen, maar nog altijd is een grote groep er niet tevreden over. Ze zijn het meest ontevreden over het aanbod van activiteiten voor de jongeren in hun woonbuurt. - In de meeste aanpak- en attentiewijken is de behoefte aan ontmoetingsplekken en activiteiten voor de jeugd groter dan in de andere wijken. Een verklaring hiervoor kan zijn dat jongeren in aanpak- en attentiewijken meer aangewezen zijn op plekken en activiteiten in de buurt. We zien bijvoorbeeld dat relatief veel jongeren in deze wijken noch bij een sport- of andere club zitten noch lessen in kunstzinnige vorming volgen. Gebruik van speelplekken, hangplekken en jongeren-/wijkcentra - Het aandeel jongeren, dat op sport- en speelplekken speelt, is groter dan het aandeel jongeren, dat naar hangplekken gaat: 81% van de 1-11-jarigen en 55% van de jarigen maakt gebruik van formele en/of informele sport- en speelplekken en een derde van de jarigen maakt gebruik van formele en/of informele hangplekken. Bij een aparte vraag over het sporten op veldjes of pleintjes in de buurt geeft 64% van de 1-11-jarigen en 41% van de jarigen aan dat te doen. 5

6 samenvatting en conclusies - In de aanpak- en attentiewijken zijn relatief veel jongeren- en wijkcentra gelegen. Het aandeel gebruikers van die centra is daar duidelijk groter dan in de andere wijken (1 op de 4 à 5 jongeren van 12 t/m 17 jaar tegenover 1 op de 13 in de overige wijken). Prioriteiten in buurtaanpak - Bij de 1-11-jarigen zijn de meest genoemde buurtprioriteiten speel- en sportgelegenheden erbij (onder meer plek om te voetballen en te skaten), een schonere buurt (meer genoemd dan in 1999 en vooral genoemd door jongeren in aanpak- en attentiewijken), een grotere verkeersveiligheid en een veiligere buurt. De jarigen noemen naast deze zaken ook nog hangplekken Stad Een ruime meerderheid van de jeugd vindt Nijmegen een fijne stad. In het centrum, maar ook in de woonbuurt, missen zowel de jongere als de wat oudere tieners uitgaansmogelijkheden. - Net als in 1999 vindt circa negentig procent van de jongeren Nijmegen een prettige stad om in te wonen (89% van de 1-11-jarigen en 92% van de jarigen). - De wensen van jongeren m.b.t. de stad sluiten deels aan bij de wensen m.b.t. de buurt: meer sport-, speel- en andere ontmoetingsplekken, een veiligere stad, een schonere stad en een grotere verkeersveiligheid. Daarnaast blijkt er behoefte aan meer uitgaansmogelijkheden voor jongeren beneden de 18 jaar. Behoefte aan uitgaansmogelijkheden is er niet alleen bij de jarigen, maar ook bij de jarigen. Verder beperkt de behoefte zich niet tot het centrum van de stad. Ook in hun meer directe woonomgeving willen de jongeren meer mogelijkheden om uit te kunnen gaan en vaker feesten en disco Thuis Binding met thuis vaak goed, maar wel verschillen tussen deelgroepen en deelgebieden. - Een ruime meerderheid van de jongeren geeft aan dat de ouders voldoende tijd voor hen hebben (bij de jarigen gestegen van 8% in 1999 naar 84% in 23) en dat je met ze kunt praten over de dingen die je echt bezighouden (82% van de 1-11-jarigen en 72% van de jarigen). Bij een aantal groepen liggen deze percentages lager: niet-westerse allochtonen, jongeren in eenoudergezinnen en jongeren in aanpak- en attentiewijken. - In de aanpak- en attentiewijken maken relatief veel jongeren deel uit van een eenoudergezin (25% tegenover 14% van de jongeren in de andere wijken). Ook vmbo-/mbo-ers en allochtone jongeren groeien relatief vaak in een eenoudergezin op (24 respectievelijk 29%) School De tevredenheid over de aanpak van pesten door scholen is toegenomen. Turkse en Marokkaanse jongeren zijn belangrijke doelgroepen als het gaat om extra aandacht voor hoe jongeren met homoseksuele leeftijdgenoten omgaan. 6

7 Samenvatting en conclusies In Nijmegen wordt relatief weinig gespijbeld. Net als landelijk lijkt het aantal spijbelaars wel toe te nemen. De snellere aanpak van leerplichtige jongeren, die langer van school wegblijven, heeft effect. - 14% van de 1-11-jarigen en 5% van de jarigen zegt regelmatig op school gepest te worden. Deze percentages zijn lager dan in 1999, maar de verschillen zijn niet significant. Positief is dat minder leerlingen aangeven dat de school te weinig doet om pesten op school te voorkomen (25% van de jarigen tegenover 15% in 1999). De toename van het aandeel jarigen dat zich op school wel eens onveilig voelt van 2 naar 4% duidt op een lichte toename van de onveiligheidsgevoelens op voortgezet onderwijs-scholen. Bij de 1-11-jarige basisschoolleerlingen is er geen sprake van een toename van de onveiligheidsbeleving op school. - Vanwege de extra aandacht voor hoe jongeren op scholen omgaan met homoseksuele leeftijdgenoten (via aandachtsfunctionaris bij GGD), is gevraagd wat jongeren ervan vinden als homoseksuele leeftijdgenoten gepest worden. Bijna driekwart van de jarigen vindt het erg dat dat gebeurt. Bij de vmbo/mbo-ers is dat aandeel kleiner dan bij de havo-/vwo-ers (65% respectievelijk 84%). Verder zien we grote verschillen naar etniciteit: 57% van alle niet-westerse allochtone jongeren vindt het pesten van homoseksuele leeftijdgenoten erg, maar bij de Turkse en Marokkaanse jongeren geldt dat voor 29%. - 7% van de jarigen spijbelt regelmatig (4 keer of vaker in de voorgaande vier weken). In 1999 lag dat percentage op 5%, maar het verschil is niet significant. Cijfers van de afdeling Leerplichtzaken wijzen op een stijging van het relatieve verzuim 3 (van 3,7% in 2-21 naar 5,4% in 22-23), maar mogelijk is deze toename een gevolg van een verbeterde verzuimregistratie. Het landelijke scholierenonderzoek (NSO 21) laat hogere verzuimpercentages zien: zo blijkt 11% van de scholieren in Nederland regelmatig te spijbelen (minimaal 5 keer in de voorgaande vier weken). Verder blijkt het aandeel spijbelaars in de afgelopen tien jaar landelijk te zijn toegenomen. - In vergelijking met 1999 geven minder jarigen aan dat ze niet meer op school zitten (2,9% in 1999 en,8% in 23). Een verklaring hiervoor kan zijn dat er in de afgelopen periode geïnvesteerd is in het verbeteren van de registratie van schoolverzuim, met als doel om sneller in te kunnen grijpen. Zo zijn in schooljaar (partieel) leerplichtige voortijdige schoolverlaters herplaatst. - Op Open Wijk Scholen (OWS) worden veel naschoolse activiteiten georganiseerd. Dit zien we terug in de beantwoording van de vraag naar de deelname aan naschoolse activiteiten. Van de kinderen op OWS blijkt ruim de helft wel eens meegedaan te hebben aan naschoolse activiteiten. Dat is naar verhouding twee keer zoveel als bij de kinderen op andere basisscholen. Hierbij hoort nog de opmerking dat niet alle 12 OWS (waarbij 14 basisscholen betrokken zijn) al even ver zijn met de opbouw van het naschoolse activiteitenaanbod. Vier van de twaalf Open Wijk zitten (deels) nog in een opstartfase. 3 Bij relatief verzuim gaat het om leerplichtigen die staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling, maar hiervan langer dan drie dagen, of 1/8 deel van de lessen in vier weken, afwezig zijn zonder vrijstelling (conform Leerplichtwet). Het betreft leerlingen, die als verzuimer zijn aangemeld bij de afdeling Leerplichtzaken. 7

8 samenvatting en conclusies 1.3 Veiligheid Onveiligheidsgevoelens In tegenstelling tot het onveiligheidsgevoel in de buurt, is het algemene onveiligheidsgevoel bij jongeren toegenomen. Het onveiligheidsgevoel bij jongeren is een stuk groter dan bij volwassenen. Onveiligheidsgevoelens bij jongeren worden veroorzaakt door zowel volwassenen als andere jongeren. - In vergelijking met 1999 voelen meer jongeren zich vaak of soms onveilig. Van de jarigen voelt 13% zich vaak onveilig (was 7% in 1999) en voelt 48% zich soms onveilig (was 41% in 1999). Mogelijk speelt de publiciteit rondom ernstige misdrijven een rol bij de toegenomen onveiligheidsbeleving (moord op de scholiere Maja Bradaric tijdens veldwerk Jeugdmonitor 23). Eerder is opgemerkt dat het onveiligheidsgevoel in de woonbuurt ongeveer gelijk gebleven is. - Het percentage jongeren, dat zich soms of vaak onveilig voelt, is duidelijk hoger dan bij de volwassenen. Bij de volwassenen ligt de onveiligheidsbeleving na een tussentijdse stijging weer op het niveau van Behalve in de eigen buurt, voelt een deel van de jongeren zich ook in andere buurten onveilig. En circa een kwart van de jarigen voelt zich s avonds in het stadscentrum wel eens onveilig. Jongeren zijn vooral bang voor volwassenen, maar ook voor andere jongeren en voor drugsdealers. - Bijna een kwart van de jarigen denkt dat Nijmegen veiliger kan worden, als er meer politie op straat komt. Andere ideeën om de veiligheid te vergroten, zijn door veel minder jongeren genoemd Slachtofferschap Toename onveiligheidsgevoelens lijkt niet te sporen met ontwikkeling van het zelfgerapporteerde slachtofferschap. - In vergelijking met 1999 zijn er bij de jeugd geen significante wijzigingen in het zelfgerapporteerde slachtofferschap. Het aandeel jeugdige slachtoffers van delicten is ongeveer gelijk gebleven (47% van de jarigen) en ook zijn er geen opvallende verschillen als het gaat om het type delicten waar jongeren slachtoffer van worden. - Uit politieregistraties blijken positieve en negatieve ontwikkelingen op het vlak van criminaliteit en overlast: geen toename van agressie, maar wel een verharding ervan; afname van vermogensdelicten; toename van meldingen drugsoverlast en meldingen overlast in relatie tot psychiatrische en sociale problematiek. 1.4 Vrije tijd Sport Hoge sportdeelname bij de jeugd; wel lijkt het aandeel sportclubleden bij de jeugd wat af te nemen. Lagere sportdeelname bij niet-westerse allochtone jongeren, vmbo-/mbo-ers en jongeren in aanpak- en attentiewijken. 8

9 Samenvatting en conclusies Niet alleen volwassenen, maar ook jongeren hebben belangstelling voor fitness en het sportscholenaanbod. Sport scoort hoog op het wensenlijstje van jongeren. In aanpak- en attentiewijken zijn de kosten voor jongeren een sportbelemmering. - Een ruime meerderheid van de jongeren doet aan sport (81% van de 1-11-jarigen en 7% van de jarigen); 69% van de 1-11-jarigen en 51% van de jarigen doet dat onder meer in clubverband. De vergelijking met 1999 wijst op een lichte daling van de sportdeelname bij de jeugd, maar de verschillen met 1999 zijn niet significant. Landelijk onderzoek uit 1999 liet een wat groter aandeel sportclubleden dan in Nijmegen zien: circa 6% van de jarigen sportte in clubverband, maar de belangstelling voor trainings- en competitiedeelname was aan het dalen, evenals de gemiddelde tijdsinvestering in sport (AVO, SCP 1999). - Vmbo-/mbo-ers en niet-westerse allochtone jongeren doen minder aan sport. Hierbij aansluitend zien we in de aanpak- en attentiewijken een relatief groot aandeel nietsportende jarigen (22 à 29% tegenover 17% in de andere wijken) en een relatief klein aandeel sportclubleden (37 à 49% tegenover 61% in de andere wijken). Met name in Dukenburg wordt er door de jeugd minder gesport. - Populaire sporten bij de jeugd zijn onder meer voetbal, dansen, skaten/skeeleren, tennis, zwemmen, basketbal, vecht- en verdedigingssport, hockey en paardensport. Opvallend is dat fitness - de populairste sport bij volwassen Nijmegenaren - ook bij jarigen in trek is. - 8% van de jongeren sport nu (bijna) niet, maar zou daar zeker mee willen beginnen. Daarnaast is er een grotere groep, die al wel sport, maar vaker zou willen gaan sporten. Of men ook werkelijk (vaker) gaat sporten, zal onder meer afhangen van eventuele beperkingen en ook van de mogelijkheden om sporten te combineren met andere vrijetijdsbestedingen. De belangrijkste belemmeringen voor de nietsporters zijn bij de 1-11-jarigen de kosten ( ouders kunnen het niet betalen ) en de afstand ( te ver van huis ) en bij de jarigen tijdgebrek. In de aanpak- en attentiewijken speelt relatief vaak dat de kosten een sportbelemmering zijn; voor circa één op de tien jarigen in die wijken geldt dat ze meer willen gaan sporten, maar dat de ouders het niet kunnen betalen. - Jongeren, die met sporten willen beginnen, denken daarbij relatief veel aan voetbal, fitness, tennis, dansen, basketbal, vecht- en verdedigingssport en zwemmen. Ze denken in de eerste plaats aan sporten bij sportverenigingen, in de tweede plaats aan sporten bij sportscholen en op veldjes en pleintjes en in de derde plaats aan sporten op of bij school. Dat de jongeren, die belangstelling hebben om meer te gaan sporten, minder vaak aan sporten op of bij school denken, wil niet zeggen dat daar weinig belangstelling voor is. Een in 23 uitgevoerd onderzoek onder kinderen op Open Wijk Scholen liet zien, dat veel van die kinderen - ook de kinderen die weinig of niet aan sport doen - belangstelling voor naschoolse sportactiviteiten hebben. - 39% van de 1-11-jarigen en 3% van de jarigen mist in de buurt of in Nijmegen bepaalde sportmogelijkheden. Bij de volwassenen ligt dit percentage veel lager (7%). Hierbij noemen de sportende jongeren relatief vaak plekken om te kunnen voetballen en skatevoorzieningen, en de niet-sportende jongeren relatief vaak sportscholen. - Bij de algemene vraag naar de allerbelangrijkste wensen zijn relatief vaak meer gras-/trapveldjes, meer skatevoorzieningen en een sportcentrum in de buurt 9

10 samenvatting en conclusies genoemd. Vooral bij de 1-11-jarigen hebben de belangrijkste wensen vaak betrekking op sport Cultuur Veel jongeren houden zich bezig met kunstzinnige activiteiten. Het bereik van de bibliotheek onder jongeren is heel groot. Jongeren zijn in de vrije tijd minder boeken gaan lezen. Lagere cultuurdeelname bij niet-westerse allochtone jongeren, vmbo-/mbo-ers en jongeren in aanpak- en attentiewijken (hetzelfde beeld als bij de sportdeelname). - Jongeren gaan meer dan volwassenen naar de film, maar minder naar andere culturele voorstellingen. Bijna zestig procent van de jarigen zou wel vaker culturele voorstellingen willen bezoeken, maar vooral de kosten en tijdgebrek weerhouden hen hiervan. - Van de podia en culturele instellingen kennen en bezoeken relatief veel jongeren de commerciële bioscopen, LUX, the Matrixx, Museum Het Valkhof, de Stadsschouwburg en De Lindenberg. Het Badhuis, met daarin jeugdtheatergezelschap Kwatta, is minder bekend. - Meer dan volwassenen zijn jongeren in de vrije tijd met kunstzinnige activiteiten en kunstzinnige vorming bezig. Circa tachtig procent van de jongeren houdt zich in de vrije tijd wel eens of vaak bezig met kunstzinnige activiteiten (tegenover 69% van de volwassenen). En een derde van de 1-11-jarigen en 14% van de jarigen volgt les op het gebied van kunstzinnige activiteiten (tegenover 8% van de volwassen Nijmegenaren). Onder de jongeren is het aandeel cursisten bij De Lindenberg, Centrum voor de Kunsten, dan ook groter dan onder de volwassenen (7% bij de -17-jarige Nijmegenaren tegenover 2% bij de volwassenen). - Veel jongeren maken gebruik van de bibliotheek (92% van de 1-11-jarigen en 85% van de jarigen). Het aandeel jarigen dat meer keer per week in de vrije tijd boeken leest is afgenomen van 36 naar 29%. - In het algemeen zien we een lagere cultuurdeelname bij niet-westerse allochtone jongeren, vmbo-/mbo-ers en jongeren in aanpak- en attentiewijken, maar er zijn uitzonderingen. Zo trekt Doornroosje bijvoorbeeld relatief veel jeugdige nietwesterse allochtonen en is het aandeel niet-westerse allochtone jongeren dat gebruik van de bibliotheek maakt ongeveer even hoog als bij de autochtone jongeren. - Een beperkte groep jongeren (5%) mist in Nijmegen iets op het gebied van kunst en cultuur. Er zijn geen zaken, die door grote groepen jongeren worden gemist Vrijetijdsactiviteiten in georganiseerd verband Achterblijvende deelname aan vrijetijdsactiviteiten in georganiseerd verband bij nietwesterse allochtone jongeren, vmbo-/mbo-ers en jongeren in aanpak- en attentiewijken. - 81% van de 1-11-jarigen en 61% van de jarigen is lid van een sport- of andere club en/of neemt deel aan kunstzinnige vorming. Bij jarige nietwesterse allochtone jongeren en vmbo-/mbo-ers is dat percentage duidelijk lager (42% respectievelijk 45%). Hiermee samenhangend zien we dat in de aanpak- en attentiewijken bijna de helft van de jarigen de vrije tijd deels in georganiseerd 1

11 Samenvatting en conclusies verband doorbrengt, tegenover bijna driekwart van de jarigen in de andere wijken Invloed vrijetijdsactiviteiten op ontwikkeling Voor de Rapportage Jeugd 22 heeft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een verkennende analyse verricht van de samenhang tussen vrijetijdsactiviteiten en de ontwikkelingsstaat van de jeugd (gezondheidsbeleving, het hebben van emotionele problemen, kwaliteit van de relatie met ouders en leeftijdgenoten, vertonen van crimineel gedrag en genotmiddelengebruik). Voor zover er significante verbanden gevonden zijn, zijn deze zwak. Wanneer de verschillende vrijetijdsactiviteiten met elkaar in verband worden gebracht, blijkt dat jongeren die hun vrije tijd hoofdzakelijk vullen met sport, cultuur en lidmaatschap van verenigingen doorgaans iets beter op diverse ontwikkelingsindicatoren scoren dan jongeren die hun vrije tijd hoofdzakelijk vullen met activiteiten als uitgaan, computeren en televisie kijken. Het gaat daarbij om een licht gunstigere inschatting van de schoolprestaties, de relatie met de ouders en de gezondheid en om iets minder delinquent gedrag. Het SCP heeft geen materiaal om uitspraken te kunnen doen over de langere termijneffecten van de deelname aan bepaalde vrijetijdsactiviteiten Bijbaantjes en bestedingen Jongeren hebben gemiddeld meer te besteden dan in Er zijn geen groepen die duidelijk minder te besteden hebben. - Van de jarige scholieren heeft 32% een bijbaantje (tegenover 33% in 1999). In het bijbaantje steekt men gemiddeld 7 uur. - Vanaf 1999 is het gemiddeld per week te besteden bedrag bij de jarigen met 25% toegenomen naar 24 euro. In de periode steeg het consumentenprijsindexcijfer (CPI) met circa 13%. Dat betekent dat jongeren gemiddeld meer kunnen kopen dan in Vmbo-/mbo-ers en allochtone jongeren hebben gemiddeld wat meer te besteden dan de havo-/vwo-ers en de autochtone jongeren, terwijl het percentage vmbo- /mbo-ers en allochtone jongeren met een bijbaantje relatief laag is (geldt vooral voor allochtone jongeren). Hierbij aansluitend ligt het gemiddeld te besteden bedrag in de aanpak- en attentiewijken iets hoger dan in de andere wijken, terwijl het percentage jongeren met een bijbaantje er lager is Maatschappelijke participatie Deel van de jongeren wil zich actief inzetten voor de buurt en de jeugd. - Niet gevraagd is in hoeverre jongeren maatschappelijk en politiek actief zijn. Wel is gevraagd naar de bereidheid om zich in te zetten voor de buurt en de jeugd. Circa één op de vijf jarigen wil zich inzetten voor de buurt. Nog eens zo n veertig procent wil dat misschien. Verder zou 8% zich wel willen inzetten voor Jongeren Aan Zet (een groep jongeren die zich onder begeleiding van de SOM actief voor de jeugd inzet, onder meer door het adviseren van de gemeente). Van de jarigen heeft 6% wel eens van JAZ gehoord. Een klein deel daarvan (1% van alle jarigen) is goed op de hoogte van wat JAZ doet. 11

12 samenvatting en conclusies 1.5 Informatiebehoefte Beperkte informatiebehoefte bij de jeugd. Een minderheid kent het Jongeren Informatie Punt (JIP), een beperkte groep heeft het bezocht. - Een op de tien jongeren geeft aan behoefte te hebben aan informatie. Daarbij worden uiteenlopende onderwerpen genoemd. Er zijn geen onderwerpen waarvoor geldt dat een grote groep jongeren er meer van wil weten. - Bij het Jongeren Informatie Punt (JIP) Nijmegen kunnen jongeren allerlei informatie vinden, bijvoorbeeld over drugs, gokken, mishandeling, studie en op kamers gaan. Twee procent van de jarigen is wel eens bij het JIP geweest; 18% heeft er wel eens van gehoord, maar is er nooit geweest. Bij jarige meisjes is het JIP wat bekender. 1.6 Risicogedrag Genotmiddelengebruik Daling van het aandeel jeugdige rokers en alcoholgebruikers; wel toename alcoholgebruik bij basisschoolkinderen. Nijmeegse jeugd rookt relatief weinig. Cannabisgebruik lijkt stabiel en is ongeveer even hoog als bij de Nederlandse jeugd. Jongeren melden weinig harddrugsgebruik. Op en bij school bieden vrienden en medeleerlingen cannabis aan; aanbod van (hard)drugs door drugsdealers komt er veel minder voor. - Het actuele gebruik van alcohol (in de voorgaande vier weken) is onder de jarigen gedaald van 48% in 1999 naar 42% in 23. Ook is het aandeel overmatige alcoholgebruikers bij deze groep gedaald (van 4 naar 1 à 2%). Wel zien we een toename van het aandeel 1-11-jarigen dat wel eens alcohol gebruikt (van 4,5% naar 13%). In aansluiting hierop constateert het Trimbos Instituut dat het gebruik van alcohol onder jongere scholieren in Nederland in de periode sterk is toegenomen. In Nijmegen zien we deze toename wel voor de 1-11-jarigen, maar niet voor de jarigen. Op basis van landelijk onderzoek constateert Bureau Intraval dat jarigen tijdens het uitgaan minder alcohol zijn gaan drinken. Wel is bij deze leeftijdsgroep het kopen van zwak alcoholhoudende dranken in levensmiddelenzaken toegenomen (Monitoring alcoholverstrekking aan jongeren, 23). E-MOVO geeft nader inzicht in overmatig alcoholgebruik door jongeren. Zo zegt bijna een kwart van de Nijmeegse middelbare scholieren in de klassen 2 en 4 in de voorgaande vier weken aangeschoten of dronken te zijn geweest. Het te veel drinken komt zowel bij jongens als bij meisjes voor. Het Trimbos Instituut constateert in dit verband dat er vooral bij meisjes sprake is van een toename van het alcoholgebruik; dronkenschap onder jongens is afgenomen, terwijl dat voor meisjes niet het geval is. - Het aandeel sigarettenrokers onder de jarigen is gedaald van 19% in 1999 naar 13% in 23. Dat komt door een afname van de groep af en toe rokende jongeren. Het aandeel dat dagelijks sigaretten rookt is ongeveer gelijk gebleven (1%). 12

13 Samenvatting en conclusies Ook landelijk is er sprake van een daling. Het aandeel middelbare scholieren dat rookt is gedaald van 26% in 1999 naar 19% in 23 (Trimbos Instituut). Bij de Nijmeegse volwassenen is het percentage rokers twee maal zo hoog als bij de jarigen (26%; bron: Nijmegen Biomedische studie 23). - In vergelijking met 1999 is het in de enquête gemelde cannabisgebruik onder de Nijmeegse jarigen weinig veranderd: 16% is ooitgebruiker en 8% actuele gebruiker (in de voorgaande vier weken). Uit de vergelijking met recente landelijke cijfers van het Trimbos-instituut blijkt dat het aandeel actuele gebruikers in Nijmegen op hetzelfde niveau ligt als in Nederland. Landelijk gezien is het aandeel cannabisgebruikers sinds 1996 gedaald. - Het in de enquête gemelde harddrugsgebruik onder de jarige Nijmegenaren is laag en is in vergelijking met 1999 ongeveer hetzelfde gebleven. Ook landelijk is het gebruik van harddrugs door scholieren beperkt en in de periode niet gestegen (Trimbos Instituut). Harddrugs worden veelal in de uitgaanssfeer en dus vooral door jonge volwassenen gebruikt. - Cannabis wordt vooral op school en op straat aan jongeren aangeboden. Op school wordt dat gedaan door vrienden en medeleerlingen. Dat gebeurt vooral op het schoolplein of in de omgeving van de school en in mindere mate in het schoolgebouw zelf. Uit E-MOVO blijkt verder dat circa een derde van de jeugdige gebruikers via een coffeeshop aan cannabis komt. Of de jongere de cannabis daar zelf koopt of iemand anders dat voor hem/haar doet, is niet helemaal duidelijk. Minder dan 1% van de jarigen heeft wel eens meegemaakt dat dealers bij de school hen (hard)drugs aanboden Strafbare feiten plegen Daling van aandeel frequente delictenplegers. Beperkte groep maakt zich schuldig aan ernstige geweldsdelicten. Afname van aandeel dat wel eens met een wapen op zak loopt. - Ten opzichte van 1999 is het aandeel jarigen, dat in twaalf maanden tijd 1 of meer strafbare feiten pleegt, onveranderd (39%). Wel is het aandeel frequente delictenplegers wat afgenomen (van 9 naar 6%). Ook als we kijken naar de soorten delicten die de jeugd pleegt is er weinig veranderd. Circa een op de vijf jongeren maakt zich in een periode van twaalf maanden schuldig aan vandalisme. Eveneens circa een op de vijf jongeren maakt zich in die periode schuldig aan diefstal. Verder is 14% in die periode betrokken bij een gevecht. - Circa 1% geeft in de enquête aan zich in de afgelopen twaalf maanden schuldig gemaakt te hebben aan ernstige geweldsdelicten (iemand zo in elkaar geslagen dat deze doktersbehandeling nodig had; iemand bedreigd om geld of spullen te krijgen; iemand verwond met een mes of wapen). - Het aandeel jarigen, dat in de enquête meldt wel eens met een wapen op zak te hebben rondgelopen, is gedaald van 8 naar 5%. Het gaat vooral om messen. Twee respondenten hebben opgeschreven dat ze wel eens met een pistool hebben rondgelopen. - Ter aanvulling van de zelfgerapporteerde strafbare feiten weten we uit politieregistraties het volgende: Soorten delicten, waarbij relatief vaak jarige jongeren betrokken zijn, zijn: (vuurwerk)overlast, vandalisme, andere overlast, (brom)fietsdiefstal, straatroof, openlijk geweld, overige vermogensdelicten (o.a. diefstal uit scholen), vernieling en brand/ontploffing. 13

14 samenvatting en conclusies De ontwikkeling van het aantal aangiftes en meldingen van vernielingen verloopt grillig. Na een stijging in 21 en 22 daalde het aantal in 23. Zowel in 21 als in 22 werden ruim 3 verdachten van jaar aangehouden (= 3% van alle jarigen; landelijk geldt dat er jaarlijks van elke 1 jongeren ongeveer 4 verdacht worden van een misdrijf). Zowel in 21 als in 22 hebben ruim 14 HALT-verwijzingen plaatsgevonden (= 1,5% van alle jarigen). Gevallen van overlast en geweld/bedreiging, waarbij jongeren betrokken zijn, komen het meest voor in Wolfskuil, Biezen en Hatert. - De Jeugdmonitor laat geen samenhang zien tussen melding van gepleegde strafbare feiten en etniciteit. Uit de Integrale Veiligheidsmonitor 23 blijkt dat diverse etnische groepen oververtegenwoordigd zijn onder de verdachten van misdrijven (Antiilianen/Arubanen, Marokkanen en bij bepaalde delicten Turken) en ook dat veel verdachten jongeren of jong volwassenen zijn. Wanneer gecorrigeerd wordt voor de relatief jonge bevolkingsopbouw van etnische groepen blijkt die oververtegenwoordiging nog steeds te bestaan, maar zijn de verschillen met de autochtone Nijmegenaren wel minder groot. Verder meldt de monitor dat er als gevolg van een groot aantal projecten momenteel weinig problemen met Marokkaanse jongeren zijn. 1.7 Gezondheid Meeste jongeren voelen zich gezond jarige meisjes voelen zich vaker lichamelijk en/of geestelijk minder gezond. - In vergelijking met 1999 is het aandeel jarigen, dat de eigen gezondheid als matig of slecht beoordeelt, ongeveer gelijk gebleven (4%). Bij volwassenen is dit aandeel wat groter (7%; bron: Nijmegen Biomedische Studie 23). - Ook als we kijken naar de geestelijke gezondheid, is er weinig veranderd (bij 8% is het psychisch welbevinden slecht en bij 19% matig). Door de andere vraagstelling over geestelijk welbevinden bij volwassenen (Nijmegen Biomedische Studie), kunnen we hiervoor niet de vergelijking met de volwassenen trekken. - Bij jarige meisjes zien we vaker een negatief oordeel over de eigen gezondheid (8%) en een matig of slecht psychisch welbevinden (42%). Dit sluit aan bij het uit diverse onderzoeken bekende beeld dat gevoelens van angst, onzekerheid en neerslachtigheid vooral kenmerkend zijn voor naar de volwassenheid groeiende meisjes. 1.8 Probleemrijke en probleemarme jongeren Aanwijzingen voor een afname van het aandeel probleemrijke jongeren. Grotere gebiedsverschillen voor het aandeel probleemrijke jongeren dan in Bij de schatting van het aandeel probleemrijke jongeren in Nijmegen is gekeken naar: a. geïnternaliseerd probleemgedrag (de problemen zijn meer naar binnen gericht; denk bijvoorbeeld aan jongeren die zich ongelukkig, depressief of eenzaam voelen); b. geëxternaliseerd probleemgedrag (de problemen komen meer naar buiten en leiden direct tot overlast voor anderen; denk aan het plegen van veel of ernstige delicten of aan een dusdanig genotmiddelengebruik, dat jongeren zichzelf minder in 14

15 Samenvatting en conclusies de hand hebben). Tabel 1: schatting aantal probleemarme en probleemrijke jarigen in % in % absoluut geëxternaliseerd probleemgedrag 11 8 ±7 geïnternaliseerd probleemgedrag 7 8 ±75 overlap: geëxternaliseerd en geïnternaliseerd probleemgedrag 1 1 ±1 totaal: probleemrijke jongeren ±1.35 probleemarme jongeren ±8. - In vergelijking met 1999 is het aandeel jongeren met geëxternaliseerd, overlast veroorzakend probleemgedrag afgenomen van 11 naar 8%. - Het aandeel met geïnternaliseerd probleemgedrag is sinds 1999 ongeveer gelijk gebleven (8%). - Net als in 1999 blijkt de overlap tussen overlast veroorzakend probleemgedrag en naar binnen gericht probleemgedrag beperkt; bij 1% zien we zowel geïnternaliseerd als geëxternaliseerd probleemgedrag. Wel is het zo dat jongeren met geëxternaliseerd probleemgedrag wat vaker dan gemiddeld geïnternaliseerd probleemgedrag hebben (14% tegenover 8% voor alle jarigen). - In totaal is naar schatting 15% van de jarigen probleemrijk. We hebben het dan over ongeveer 1.35 jongeren van 12 t/m 17 jaar. In 1999 vonden we een percentage van 17%. - Geïnternaliseerd probleemgedrag speelt meer bij jarige meisjes en geëxternaliseerd probleemgedrag meer bij jarige jongens en vmbo-/mbo-ers. - De Jeugdmonitor laat geen significante samenhang tussen probleemgedrag en etniciteit zien. - De gebiedsverschillen m.b.t. het aandeel probleemrijke jongeren zijn groter dan in Met name de aanpak- en attentiewijken in Dukenburg springen er met een aandeel van 24% probleemrijke jongeren negatief uit. Toch blijkt woongebied maar beperkt van invloed op het onderscheid tussen probleemarme en probleemrijke jongeren. Hoe die beïnvloeding precies werkt, kan op grond van de onderzoeksresultaten niet bepaald worden. - De twee tot dusver uitgevoerde Jeugdmonitor-metingen laten zien dat probleemgedrag onder meer samenhangt met de binding met thuis en school en met het gedrag in de vriendenclub. Ook is er samenhang met het gebruik van drugs en alcohol. - Ter aanvulling van de schatting van het aandeel probleemrijke jongeren, zijn er enkele gegevens bekend over hoe groot de groep jongeren is, die hulp van instellingen nodig heeft. In schooljaar is voor ongeveer 1% van de basisschoolleerlingen en ongeveer 4% van de voortgezet onderwijsleerlingen een verwijzing voor verdere hulp gedaan door de multidisciplinaire School- en Hulpteams. Dit vooral vanwege sociaal-emotionele, gezins- en multi-problematiek en bij basisschoolleerlingen ook vanwege cognitieve problemen. Bij het doorverwijzen zijn wachtlijsten in de jeugdzorg regelmatig een probleem. Eind 23 werd ongeveer 2% van de -11-jarigen en ongeveer 2,5% van de Nijmeegse jarigen via Bureau Jeugdzorg geholpen. 15

16 samenvatting en conclusies - Op basis van de Jeugdmonitor kan geen beeld geschetst worden van hoe groot de groep jongeren met aanhoudend probleemgedrag is. Vooral bij deze groep èn bij de jongeren, waarbij een combinatie van problemen speelt, bestaat de kans op negatieve gevolgen voor de langere termijn (schooluitval, zwakkere positie op de arbeidsmarkt, crimineel gedrag e.d.). In de praktijk blijkt het moeilijk om dergelijke jongeren weer op het juiste spoor te krijgen. 1.9 Risico- en probleemgedrag bij jarigen Behalve op alle jongeren tot en met 17 jaar richt het Nijmeegse integrale jeugdbeleid zich aanvullend op risico- en probleemjongeren van 18 t/m 24 jaar. De jarigen zijn niet meegenomen in de Jeugdmonitor, omdat we voor het schetsen van de risico s en problemen in deze leeftijdsgroep over andere gegevensbronnen beschikken (Stadspeiling, Stads- en Wijkmonitor 23, Integrale Veiligheidsmonitor 23, Nijmegen Biomedische Studie 23, RMC-rapportage over voortijdig schoolverlaten). Hieronder volgt een kort overzicht van de bevindingen. Niet alle voortijdige schoolverlaters van jaar zijn risicojongeren. Toename jeugdwerkloosheid. Hoog alcoholgebruik bij jarigen, onder meer in het weekend. Relatief minder lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen bij de jarigen. Meer delinquent gedrag bij jong volwassenen dan bij overige volwassenen. - Circa 6% van de niet-leerplichtige jarigen voldoet niet aan de norm van de startkwalificatie 4 (grove schatting). Niet al die jongeren zijn risicojongeren. Zo heeft 4% van hen werk. Uit cijfers over de ontwikkeling van het aantal NWW-ers in de periode 1 oktober 21 1 oktober 23 blijkt dat het aandeel werkzoekenden met een lagere opleiding daalde (-8%), terwijl het aantal werkzoekende in totaal met 11% toenam. Wel steeg in die periode het aantal werkzoekenden zonder diploma (+17%), evenals het aantal werkzoekenden met opleidingsniveau mbo, havo of vwo (+36%). In de leeftijdgroep 15 t/m 23 jaar blijkt het aantal werkzoekenden relatief sterk gestegen naar 972 personen in mei 24 (= 5% van alle jarigen in Nijmegen). Ruim veertig procent daarvan (411 jongeren) is goed bemiddelbaar (fase 1), ruim een kwart daarvan (263 jongeren) staat al langer dan 1 jaar als werkzoekende ingeschreven. - Het aandeel rokers onder de jarigen (24%) is wat hoger dan bij de jarigen (2%) en wat lager dan bij de 25-plussers (27%). - Een relatief grote groep jarigen gebruikt veel alcohol; 28% van hen drinkt meer dan 2 glazen alcoholhoudende drank per week. In het weekend gebruiken de jarigen gemiddeld meer alcohol dan de 25-plussers. - In vergelijking met de jarigen lijken er bij de jarigen minder lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen te spelen: 1 à 2% voelt zich matig of slecht gezond (tegenover 4% bij de jarigen). En 1% van de jarigen is geestelijk ernstig ongezond (tegenover 3% van de middelbare scholieren in de klassen 2 en 4; bron: E-MOVO 23). Deze laatste percentages zijn niet te vergelijken met de 8% jarigen met slecht psychisch welbevinden, omdat dit 4 Een startkwalificatie komt overeen met een havo- of vwo-diploma, dan wel een voltooide basisberoepsopleiding in het mbo (niveau 2). 16

17 Samenvatting en conclusies welbevinden bij de Jeugdmonitor op een andere manier gemeten is dan bij de volwassenen en in E-MOVO. - Overgewicht komt bij de jarigen duidelijk minder voor dan bij de 25-plussers. Bij 2% van de jarigen is er sprake van ernstig overgewicht. In totaal heeft 14% van de jarigen overgewicht. - Een beperkt deel van de jarigen (2 à 3%) heeft een te kleine contactenkring dan wel een contactenkring waar men niet echt op kan terugvallen. - We beschikken niet over voldoende gegevens om te schatten welk aandeel van de jarigen probleemrijk is. Wel lijkt geïnternaliseerd (naar binnen gericht) probleemgedrag minder voor te komen dan bij de jarigen. En kijken we naar geëxternaliseerd (overlast veroorzakend) probleemgedrag, dan weten we dat jarigen vaker dan de overige volwassenen vanwege overtredingen en strafbare feiten of als verdachte in aanraking met de politie komen. 1.1 Algemene doelstellingen integraal jeugdbeleid In de nota Allemaal tellen ze mee; Nijmeegs integraal jeugdbeleid zijn voor die periode een aantal algemene doelstellingen geformuleerd. Daarbij worden gewenste ontwikkelingen genoemd, die deels met de Jeugdmonitor gevolgd kunnen worden. In het overzicht op de volgende bladzijden zijn de doelstellingen en gewenste ontwikkelingen gekoppeld aan uitkomsten van de Jeugdmonitor. Op een aantal plaatsen in het overzicht zijn ook resultaten uit andere door O&S uitgevoerde onderzoeken vermeld. In de laatste kolom staat of er sprake is van een positieve (+) of negatieve ontwikkeling (-). Wanneer de uitkomst van de Jeugdmonitor-meting in 1999 niet significant verschilt van die in 23, is een opgenomen. 17

18 samenvatting en conclusies doelstellingen HOOFDDOELSTELLING creëren van optimale kansen voor de jeugd gewenste ontwikkelingen, streefcijfers handhaven van aandeel probleemarme jeugdigen uitkomsten Jeugdmonitor 85% van jarigen is probleemarm (83% in 1999). positieve of negatieve ontwikkeling tegengaan van groei aandeel probleemrijke jongeren 15% van jarigen is probleemrijk (17% in 1999). reductie van zwaarte problematiek op het gebied van welbevinden 2,1% van de 1-11-jarigen heeft zich in het afgelopen jaar meestal ongelukkig gevoeld (1% in 1999). 27% van de jarigen heeft een matig/slecht psychisch welbevinden (25% in 1999). reductie van zwaarte problematiek op het gebied van criminaliteit 19% van de 1-11-jarigen heeft in de afgelopen twaalf maanden 1 of meer strafbare dingen gedaan (21% in 1999). 6% van de jarigen heeft in de afgelopen twaalf maanden tijd minimaal vijf strafbare dingen gedaan (9% in 1999) + aandeel jarigen met geëxternaliseerd (overlast veroorzakend) probleemgedrag bedraagt 8% (11% in 1999) + reductie van zwaarte problematiek op het gebied van opleiding,8% van de jarigen geeft aan dat ze niet op school zitten (2,9% in 1999) 7% van de jarigen spijbelt regelmatig (5% in 1999) + afname van aandeel jeugdigen dat de omgang tussen jong en oud in de buurt niet goed vindt 3% van de jarigen vindt de omgang tussen jong en oud in de buurt niet goed (27% in 1999) 14% van de volwassenen vindt de omgang tussen jong en oud in de buurt niet goed (12% in 1998) (bron: Stadspeiling) 18

19 Samenvatting en conclusies doelstellingen SUBDOELSTELLINGEN meer en betere ruimte en activiteiten voor de jeugd in het perspectief van voldoende basisvoorzieningen in 215 gewenste ontwikkelingen, streefcijfers afname van aandeel dat vindt dat er te weinig speelen ontmoetingsplekken voor de jeugd zijn van 59 naar 5% (12-17-jarigen) uitkomsten Jeugdmonitor 59% van de 1-11-jarigen vindt dat er te weinig ontmoetingsplekken in de buurt zijn (48% in 1999). 57% van de jarigen vindt dat er te weinig ontmoetingsplekken in de buurt zijn. (59% in 1999). positieve of negatieve ontwikkeling - Toename van het aandeel volwassenen met kinderen dat tevreden is over de speelvoorzieningen voor kinderen in de buurt van 41% (1998) naar 48% (23) (bron: Stadspeiling). Toename van aandeel volwassenen met kinderen dat vindt dat er voldoende ontmoetingsplaatsen voor jongeren in de buurt zijn van 17% (1998) tot 24% (23) (bron: Stadspeiling). + + verbetering fysieke en sociale zorg 2,9% van de 1-11-jarigen vindt de eigen gezondheid matig of slecht (1,5% in 1999). 4% van de jarigen vindt de eigen gezondheid matig of slecht (5% in 1999). verbetering veiligheid en geborgenheid onveiligheidsgevoelens op school: vermindering bij de 1-11-jarigen en stabilisatie bij de jarigen 6% van de 1-11-jarigen voelt zich op school wel eens onveilig (8% in 1999). 4% van de jarigen voelt zich op school wel eens onveilig (2% in 1999). niet meer dan 25% van de leerlingen meldt dat er op school te weinig aan pesten wordt gedaan 5% van de jarigen wordt regelmatig gepest (7% in 1999). 15% van jarigen vindt dat school te weinig doet om pesten te voorkomen (25% in 1999). + stabilisatie van onveiligheidsgevoelens in de buurt 2% van de 1-11-jarigen voelt zich overdag in de buurt wel eens onveilig (16% in 1999). 12% van de jarigen voelt zich overdag in de buurt wel eens onveilig (13% in 1999). 25% van de jarigen voelt zich s avonds in de buurt wel eens onveilig (23% in 1999). onveiligheidsbeleving in het algemeen: 13% van de jarigen voelt zich vaak onveilig (7% in 1999) en 48% voelt zich soms onveilig (41% in 1999). - 19

20 samenvatting en conclusies doelstellingen SUBDOELSTELLINGEN bestrijding en reparatie van voortijdig schoolverlaten; verbetering onderwijsresultaten gewenste ontwikkelingen, streefcijfers reductie van voortijdig schoolverlaten uitkomsten Jeugdmonitor,8% van de jarigen geeft aan dat ze niet op school zitten (2,9% in 1999). positieve of negatieve ontwikkeling + verbetering onderwijsresultaten Gemiddelde cito-eindtoetsscore bij de in Oud-West woonachtige leerlingen in de periode ruim 2 punten hoger dan in de periode (bron: Stadsen Wijkmonitor). + In de afgelopen jaren is het aandeel havo- /vwo-leerlingen bij deelgroepen allochtonen toegenomen. De verschillen tussen groepen allochtone leerlingen en autochtonen leerlingen zijn afgenomen, maar blijven wel groot (bron: Stads- en Wijkmonitor) + verbetering jeugdparticipatie uitbouw van een kleinschalige jeugdige meedenkgroep (Jongeren Aan Zet) 8% van de jarigen zou zich willen inzetten voor Jongeren Aan Zet; nog eens 39% zou dat misschien willen. (in 1999 niet gemeten) n.v.t. 2

21 Samenvatting en conclusies Kortom: Eerder een afname dan een toename van de groep probleemrijke jongeren. Positieve ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en strafbaar gedrag. Negatief: toename van algemene onveiligheidsgevoel. Wisselend beeld bij oordeel over (speel)voorzieningen voor jongeren. Het is niet mogelijk om aan te geven wat de invloed van bepaalde beleidsinterventies op de geschetste algemene ontwikkelingen is geweest. In een aantal gevallen zal beleid zeker een rol hebben gespeeld (afname van aandeel jarigen dat niet op school zit door de strakkere registratie en aanpak van voortijdige schoolverlaters). Vaak zullen echter diverse zaken van invloed zijn geweest, zonder dat bepaald kan worden hoe die beïnvloeding precies gewerkt heeft. In de Rapportage Jeugd 22 van het SCP wordt aandacht besteed aan effectonderzoek voor beleidsinterventies op het gebied van jeugd (zoals opvoedingsondersteuning, ontwikkelingsstimulering, voor- en vroegschoolse educatie en brede school). Gewezen wordt op de diverse methodische problemen daarbij, onder andere het probleem dat lange termijneffecten moeilijk kunnen worden vastgesteld. Het gevolg hiervan is dat er nauwelijks harde gegevens zijn over de effecten van preventief jeugdbeleid en strafrechtelijke interventies. Helemaal lastig wordt het wanneer de onderlinge samenhang tussen verschillende beleidsinterventies moet worden vastgesteld Slotoverzicht Kijkend naar de in de inleiding genoemde doelstellingen van de Jeugdmonitor, zijn hieronder de positieve en negatieve punten en ontwikkelingen m.b.t. de jeugd en de wensen van de jeugd kort op een rij gezet. Op welke punten gaat het goed met de jeugd? - Tevredenheid over woonbuurt en stad. - Meerderheid heeft goede relatie met ouders. - Positieve ontwikkelingen m.b.t. school: aanpak voortijdige schoolverlaters heeft effect, grotere tevredenheid over aanpak van pesten door scholen, gemiddelde Citto-eindtoetsscore bij leerlingen uit Oud-West gestegen en bij deelgroepen allochtonen is het aandeel havo-/vwo-ers gestegen. - Hoge sportdeelname. - Veel jongeren houden zich bezig met kunstzinnige activiteiten. - Bibliotheek bereikt merendeel jongeren. - Afname van aandeel rokers en alcoholgebruikers. Nijmeegse scholieren roken minder dan Nederlandse scholieren. - Afname van aandeel frequente delictenplegers en van de groep met geëxternaliseerd (overlast veroorzakend) probleemgedrag. - Afname van aandeel dat wel eens met een wapen op zak heeft gelopen. - Ruime meerderheid voelt zich gezond. - Relatief weinig lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen bij jarigen. Neutraal - Spijbelgedrag lijkt toe te nemen, maar Nijmeegse scholieren spijbelen minder dan Nederlandse scholieren. - Weinig verandering in zelfgerapporteerde slachtofferschap. 21

Beknopte gecombineerde samenvatting van Jeugdmonitor en E-MOVO

Beknopte gecombineerde samenvatting van Jeugdmonitor en E-MOVO Beknopte gecombineerde samenvatting van Jeugdmonitor en E-MOVO O&S Gemeente Nijmegen, GGD regio Nijmegen september 2004 Inleiding Najaar 2003 zijn onder Nijmeegse jongeren twee op elkaar afgestemde onderzoeken

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Jeugdmonitor 2003 O&S Nijmegen juli 2004

Jeugdmonitor 2003 O&S Nijmegen juli 2004 O&S Nijmegen juli 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Doel Jeugdmonitor 5 1.2 Opzet Jeugdmonitor 6 1.3 Inhoud vragenlijst 6 1.4 Respons 7 1.5 Afstemming met GGD-onderzoek 8 1.6 Begeleidingscommissie 8

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Voel je thuis op straat!

Voel je thuis op straat! Voel je thuis op straat! 0-meting onder kinderen, jongeren en volwassenen in Bergen op Zoom Centrum Ron van Wonderen Nanne Boonstra Utrecht, september 2007 Verwey- Jonker Instituut 1 Samenvatting en conclusies

Nadere informatie

Ons kenmerk Aantal bijlagen 4

Ons kenmerk Aantal bijlagen 4 Directie Bestuur & Organisatie Concernfinanciën Aan de Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 329 22 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen Na een daling van de onveiligheidsgevoelens onder Nijmegenaren in de periode 2001 2009 is er nu sprake van een lichte toename. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang

Nadere informatie

Jeugd I.D E AANTALLEN

Jeugd I.D E AANTALLEN In vergelijking met 1999 en 2003 zien we op diverse vlakken gunstige ontwikkelingen bij de jeugd: contact met de ouders, spijbelen, oordeel over de woonbuurt, gezond gedrag, sporten en bewegen, deelname

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie

Nadere informatie

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl Verslag van een onderzoek onder jeugd in de regio Oost Nederland 24 Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Oost Nederland Zeven samenwerkende GGD en in

Nadere informatie

Jeugd I.D E AANTALLEN. Vooraf

Jeugd I.D E AANTALLEN. Vooraf In de Stads en Wijkmonitor 2009 zagen we op diverse vlakken gunstige ontwikkelingen bij de jeugd: contact met de ouders, spijbelen, oordeel over de woonbuurt, gezond gedrag, sporten en bewegen, deelname

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

JEUGDMONITOR NIJMEGEN 1999

JEUGDMONITOR NIJMEGEN 1999 JEUGDMONITOR NIJMEGEN 1999 Uitgave: Afdeling Onderzoek en Statistiek, Gemeente Nijmegen januari 2000 Verkrijgbaar: Afdeling Onderwijs en Jeugd, Gemeente Nijmegen Tel: 024-3298046 Rapporteurs: Ad Manders

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Bureau Onderzoek en Statistiek Sportmonitor 2013 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Sportdeelname Amsterdam Aandeel sporters in Amsterdam toegenomen 67%

Nadere informatie

Jeugdmonitor Onderzoek onder Nijmeegse jongeren van 10 t/m 17 jaar

Jeugdmonitor Onderzoek onder Nijmeegse jongeren van 10 t/m 17 jaar Onderzoek onder Nijmeegse jongeren van 10 t/m 17 jaar Samenvatting Inhoudsopgave 1 Samenvatting 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Leefwerelden 6 1.2.1 Woonbuurt 6 1.2.2 Thuis 6 1.2.3 School 6 1.3 Probleemgedrag 7

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt. IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Tabellenboek Jeugdmonitor Uitkomsten naar deelgroepen en gebieden

Tabellenboek Jeugdmonitor Uitkomsten naar deelgroepen en gebieden Uitkomst naar deelgroep gebied O&S Nijmeg juli 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De buurt 5 2.1 Won lev in de eig buurt 5 2.2 Behoefte aan voorziing voor de jeugd in de buurt 6 2.3 Gebruik van speelplekk,

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Behoefte bij kinderen op Open Wijk Scholen aan sportactiviteiten van Sportservice Nijmegen. meting juni 2003

Behoefte bij kinderen op Open Wijk Scholen aan sportactiviteiten van Sportservice Nijmegen. meting juni 2003 Behoefte bij kinderen op Open Wijk Scholen aan sportactiviteiten van Sportservice Nijmegen meting juni 2003 O&S Nijmegen september 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Waterland Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

Tabak, cannabis en harddrugs

Tabak, cannabis en harddrugs JONGERENPEILING 0 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

tot 24 jaar Monitor jongeren 12 Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Afdeling O&S December 2016 2 1. Aanleiding en doel In Maaspoort signaleren professionals meervoudige problematiek in een gedeelte van de wijk. Het gaat om het zuidelijk

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575a_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Psychosociale gezondheid en gedrag

Psychosociale gezondheid en gedrag Psychosociale gezondheid en gedrag 1. Criminaliteit 1.1 Criminaliteit onder Friese jongeren De meest genoemde vorm van criminaliteit waar Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar zich in 2004 schuldig

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Binnenstad De Binnenstad van s-hertogenbosch is het oudste deel van de stad. Karakteristiek zijn het middeleeuwse stratenpatroon en de historische panden, de vele bijzondere

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

De jeugd in Nederland, enkele cijfers

De jeugd in Nederland, enkele cijfers De jeugd in Nederland, enkele cijfers De jeugd in Nederland, enkele cijfers Factsheet ten behoeve van de Conferentie Operatie Jong 2005 Op weg naar meer samenhang in het jeugdbeleid 12 september 2005,

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Alcohol

GO Jeugd 2008 Alcohol GO Jeugd 2008 Alcohol Samenvatting alcohol Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 63% van de Friese 12 t/m 18 jarigen wel eens alcohol heeft, 51% nog in de vier voorafgaand aan het

Nadere informatie

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling De Jeugdpeiling is een instrument met als doel op systematische wijze ontwikkelingen en trends in riskante gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Hierbij is de aandacht gericht op gedrag met betrekking

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Bijlage 1 Samenvatting Onderwijsverslag over het jaar 2002, Inspectie van het Onderwijs

Bijlage 1 Samenvatting Onderwijsverslag over het jaar 2002, Inspectie van het Onderwijs Bijlage 1 Samenvatting Onderwijsverslag over het jaar 2002, Inspectie van het Onderwijs Jaarlijks brengt de Onderwijsinspectie het Onderwijsverslag uit waarin wordt gerapporteerd over de staat van het

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Sport-

Stadsmonitor. -thema Sport- Stadsmonitor -thema Sport- Modules Sportdeelname bij volwassenen 2 Sportdeelname bij jongeren 5 Sportaanbod 7 Sportevenementen en topsport 9 Bijlage: Bronnen 10 Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003 Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar meting voorjaar 2003 O&S Nijmegen februari 2004 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Sportdeelname

Nadere informatie

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

Leefbaarheid en overlast in buurt

Leefbaarheid en overlast in buurt 2013 Leefbaarheid en overlast in buurt Gemeente (2013): Scherpenzeel vergeleken met Regionale eenheid Oost-Nederland Landelijke conclusies Leefbaarheid buurt Zeven op de tien Nederlanders vinden leefbaarheid

Nadere informatie

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO 2011-2012 Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO (Elektronische MOnitor en VOorlichting) is een grootschalig jongerenonderzoek van de GGD en in Oost-Nederland. Dit onderzoek wordt

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Sportparticipatie 2016 Volwassenen Sportparticipatie Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2017 2 Samenvatting In het najaar van is de sportparticipatie onderzocht van volwassenen in de gemeente s-hertogenbosch. Het onderzoek is gehouden

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Purmerend Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten Dordt sport! DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ Inhoud Sport en beweging zijn van grote waarde in het sociaal beleid van de gemeente Dordrecht. Uit de door ons uitgevoerde Sportmonitor blijkt dat

Nadere informatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES Inleiding Sinds voert het Sociaal Geografisch Bureau tweejaarlijks de Jongeren-monitor uit in opdracht van de sector Onderwijs en Welzijn van de gemeente Dordrecht. Doel van

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum Noord-Holland-Noord, Nederland Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum vergeleken met Politieregio Noord-Holland-Noord en Nederland Leefbaarheid

Nadere informatie