Abstract & Verantwoording

Transcriptie

1 Naam auteur(s) Vakgebied Titel C.A. Dekker-Kos Marketing/PR Paper 2 Beleefde identiteit vs. Identiteit Abstract & Verantwoording Onderwerp Profiel Opleiding Onderzoek naar de beleefde identiteit op SG Huizermaat, versus de in de kernwaarden weergegeven identiteit (persoonlijke aandacht & uitstekende prestaties) Organisatie Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep Mavo/havo/vwo leerlaar 2-6 Sleuteltermen Identiteitsonderzoek, imago, kernwaarden, Huizermaat, vragenlijst Links Bibliografische referentie Dekker-Kos, C.A.(2014) Beleefde identiteit vs. Identiteit. Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen UvA. Studentnummer begeleider(s) Beoordelaar(s) indien bekend Opdrachtgever Drs. J. Kappé (UvA), J. Coenders (SG Huizermaat) Dr. M. Braaksma Drs. H. Doove (SG Huizermaat) Datum

2 Abstract 1. Inleiding en context In deze paper zal verslag worden gedaan van een onderzoek om de beleefde identiteit van de SG Huizermaat te toetsen aan de gekozen identiteit welke door SG Huizermaat wordt geuit in twee kernwaarden: Persoonlijke Aandacht en Uitstekende Prestaties. De schoolleiding van SG Huizermaat wilde te weten komen of de beleefde identiteit onder huidige leerlingen en hun ouders overeen komt met de gekozen identiteit. Aanleiding hiertoe is de gewijzigde identiteit in 2010 die naar aanleiding van het kernkwaliteiten onderzoek van adviseur onderwijscommunicatie Noud Cornelissen tot stand is gekomen. Hieruit bleek dat persoonlijke aandacht de kernkwaliteit van SG Huizermaat is, terwijl de kernwaarde uitstekende prestaties de uitdaging van SG Huizermaat vormt. Daarnaast bleek dat er op bepaalde gebieden binnen het tevredenheidonderzoek, die betrekking hebben op deze identiteit van Huizermaat, verschillen optraden tussen de verschillende niveaus (MAVO/HAVO/VWO). Het doel van het onderzoek is om een product af te leveren waarin de schoolleiding van SG Huizermaat kan zien in welke mate de leerlingen en ouders van SG Huizermaat de identiteit van de school herkennen. 2. Kennisvraag De Centrale vraagstelling kan als volgt worden omschreven: In hoeverre komen de door de schoolleiding gekozen identiteit en de door huidige ouders en leerlingen beleefde identiteit van SG Huizermaat overeen? In dit onderzoek werd de mate van beleving van de identiteit vastgesteld bij leerlingen en hun ouders, in de MAVO, de HAVO en het VWO en daarnaast zal een onderscheid worden gemaakt tussen onderbouw (klas 1 tot en met 3) en bovenbouw (klas 4 tot en met 6). Het onderzoek werd uitgevoerd door middel van een enquête onder leerlingen en hun ouders op basis van een kwantitatieve methode: dat wil zeggen een onderzoek met een vragenlijst waarin op basis van waardering in cijfers een oordeel werd gegeven door leerlingen en ouders op diverse deelgebieden van de kernwaarden: kernwaarden indicatoren mentoraat persoonlijke aandacht persoonlijke aandacht binnen de lessen persoonlijke aandacht buiten de lessen

3 hoogst haalbare wordt uit de leerling gehaald uitstekende prestaties uitdagende en activerende didactiek in de lessen voldoende aandacht voor talent en maatwerk Het op te leveren product is een kort onderzoeksverslag, gericht aan de schoolleiding van SG Huizermaat, waarin zal worden aangegeven in hoeverre de beleefde identiteit overeenkomt met de kernwaarden. In overleg met de opdrachtgever is afgesproken dat daar waar de uitkomst gemiddeld onder de 3 ligt (op een 4 punt schaal), zal deze aangewezen worden als aandachtsgebied. Daar waar de gemiddelden onder de 2,5 komen zal urgent vervolgonderzoek op die deelgebieden geadviseerd worden en waar mogelijk zullen eventuele urgente vervolg stappen benoemd worden. 3. Conclusie/Discussie Concluderend kan worden gezegd dat het antwoord op de hoofdvraag In hoeverre komen de door de schoolleiding gekozen identiteit en de door huidige ouders en leerlingen beleefde identiteit van SG Huizermaat overeen? is: de persoonlijke aandacht wordt door de leerlingen en hun ouders over het algemeen goed gewaardeerd (boven de 3 op een schaal van 1 tot 4). Met betrekking tot de uitstekende prestaties zijn een aantal aandachtsgebieden aan te merken, waarbij met name laag gescoord wordt op de deelgebieden Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen en Voldoende aandacht voor talent en maat werk, zowel bij de ouders als bij de leerlingen zo rond de 2,7 gemiddeld (op een schaal 1 tot 4). In het product naar de schoolleiding zullen deze twee gebieden met name aandachtsgebied zijn voor nader onderzoek (niet urgent). De deelvragen bleken lastiger te beantwoorden, mede door het feit dat een kleine groep respondenten was ondervraagd, waardoor er moeilijk conclusies konden worden getrokken uit de diverse deelgroepen. Wel bleek er een correlatie te bestaan tussen de mate waarin leerlingen worden uitgedaagd en de klas: hoe hoger de klas hoe lager de uitdaging. In het rapport naar de Huizermaat zal worden opgenomen dat er in de bovenbouw vervolgonderzoek plaats zal moeten vinden in het Deelgebied Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen.

4 Verantwoording 1. Inleiding In dit paper zal verslag worden gedaan van een onderzoek om de beleefde identiteit van de SG Huizermaat te toetsen aan de gekozen identiteit welke door SG Huizermaat wordt geuit in twee kernwaarden: Persoonlijke Aandacht en Uitstekende Prestaties. De Centrale vraagstelling van het onderzoek luidt: in hoeverre komen de door de schoolleiding gekozen identiteit en de door huidige ouders en leerlingen beleefde identiteit van SG Huizermaat overeen? De schoolleiding van SG Huizermaat wilde te weten komen of de beleefde identiteit onder huidige leerlingen en hun ouders overeen komt met de gekozen identiteit. Aanleiding hiertoe is de gewijzigde identiteit in 2010 die naar aanleiding van het kernkwaliteiten onderzoek van adviseur onderwijscommunicatie Noud Cornelissen tot stand is gekomen. Hieruit bleek dat persoonlijke aandacht de kernkwaliteit van SG Huizermaat is, terwijl de kernwaarde uitstekende prestaties de uitdaging van SG Huizermaat vormt. Daarnaast bleek dat er op bepaalde gebieden binnen het tevredenheidonderzoek, die betrekking hebben op deze identiteit van Huizermaat, verschillen optraden tussen de verschillende niveaus (MAVO/HAVO/VWO) en klassen (boven en onderbouw). Het doel van het onderzoek is om een product af te leveren waarin de schoolleiding van SG Huizermaat kan zien in welke mate de leerlingen en ouders van SG Huizermaat de identiteit van de school herkennen. 2. De onderzoeksmethode: 2.1. Vragenlijst en doelgroep Het onderzoek heeft plaatsgevonden middels een vragenlijst. Er zijn twee vragenlijsten opgesteld, éen voor de ouders en éen voor de leerlingen. De vragenlijsten waren op de formulering na gelijk aan elkaar. Ik zal hier de opzet van de vragenlijst kort beschrijven, in bijlage 1 zijn de vragenlijsten toegevoegd. De vragen zijn in de leerling vragenlijsten persoonlijk gesteld aan de leerlingen. De leerlingen beantwoorden de vragen over hun eigen beleving. Dezelfde vragen zijn omgezet naar vragen voor de ouders, maar dan met een vraagstelling waarbij ouders hun mening moeten geven over hoe zij het aspect ervaren. Een voorbeeld van een leerlingvraag is: Mijn mentor heeft voldoende aandacht voor mij. De bijbehorende vraag voor de ouders is: Ik krijg de indruk dat de mentor voldoende aandacht aan mijn kind besteedt. Uit de vragenlijst voor ouders is één vraag weggelaten, namelijk vraag 6 uit de leerlingvragenlijst, omdat deze moeilijk te beantwoorden is vanuit het perspectief van de ouders. Om de deelvragen te kunnen beantwoorden, namelijk of wat de identiteit is in onder- en bovenbouw en op de diverse niveaus (mavo/havo/vwo) werden de ouders en leerlingen gevraagd de klas en het niveau aan te geven, daarmee starte de vragenlijst. Als extra toevoeging konden leerlingen en ouders onderaan de vragenlijst commentaar invullen met betrekking tot de vragen. Daarin werd aangegeven dat de vragenlijst anoniem was, dus dat er geen individuele actie kon worden ondernomen, maar dat opmerkingen wel serieus zouden worden behandeld. Dit veld is toegevoegd, om bij laag scorende vragen in de opmerkingen te kunnen zoeken naar mogelijke oorzaken voor de lage score en wellicht ook hieruit mogelijke oplossingen kunnen filteren.

5 De vragenlijst is opgesteld en verstuurd vanuit Survey Monkey. Er is gekozen voor de betaalde versie, zodat de resultaten in excel geëxporteerd konden worden. Er is gekozen, op aanraden van de opdrachtgever, om een steekproef te houden en niet de gehele school te ondervragen. Om een dwarsdoorsnede van de school te kunnen benaderen, is ervoor gekozen om van elke klas de eerste 5 leerlingen op alfabetische volgorde en hun ouders/verzorgers een mail te sturen. In eerste instantie zijn 180 leerlingen en hun ouders ondervraagd. Na enige tijd is er nog een reminder gestuurd, omdat het aantal respondenten tegenviel. Hierna hadden 52 ouders gereageerd, maar nog slechts 12 leerlingen. Hierna is er nog een groep van 180 leerlingen aangeschreven (de laatste 5 leerlingen op alfabetische volgorde van elke klas), om nog wat meer leerlingresultaten te verkrijgen, met een uiteindelijk resultaat van 19 respondenten. Hierdoor is de betrouwbaarheid van de ouder vraaglijst iets hoger dan die van de leerlingen Data-analyse In onderstaande tabel 1 zijn de gemiddelde scores per deelgebied (op een schaal van 1 tot 4) binnen de kernwaarden benoemd. Van te voren is met de opdrachtgever afgesproken dat een gemiddelde score van boven 3 of hoger bevredigend is, een score tussen de 2,5 en de 3,0 is een aandachtsgebied en een score onder de 2,5 is een reden tot urgent vervolgonderzoek. In deze tabel is tevens aangegeven in welke mate de vragen binnen de deelgroepen daadwerkelijk bij elkaar hoorden. Daarvoor is een Cronbach s alpha berekend. De Cronbach s alpha is een maat voor betrouwbaarheid die loopt tussen 0 (helemaal niet betrouwbaar) en 1 (heel erg betrouwbaar). Wanneer Cronbach s alpha tussen de 0,8 en 1 is mogen we zeggen dat het groepje items dat samen het deelgebied vormen goed betrouwbaar is gemeten. Is Cronbach s alpha tussen de 0,7 en 0,6 dan is de betrouwbaarheid van het deelgebied voldoende en is de Cronbach s alph 0,5 of lager is de betrouwbaarheid van het deelgebied onvoldoende (bron: data analyst E. Geboers, voor alle analyses zie bijlage 2). kernwaarden Deelgebied Persoonlijke aandacht Uitstekende prestaties Mentoraat Persoonlijke aandacht binnen de lessen Persoonlijke aandacht buiten de lessen Hoogst haalbare wordt uit de leerling gehaald Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen. Voldoende aandacht voor Ouders/ leerlingen N gemiddel d Betrouwbaarheid in deelgebied Crohnbach s Alpha Ouders 51 3,0654 Voldoende-goed Leerlingen 19 3,1579 goed Ouders 51 2,8922 voldoende Leerlingen 19 3,0965 onvoldoende Ouders 52 3,0673 voldoende Leerlingen 19 3,0614 voldoende Ouders 50 3,0400 goed* Leerlingen 19 2,9737 voldoende* Ouders 50 2,6967 voldoende Leerlingen 19 2,8246 onvoldoende Ouders 47 2,7234 voldoende talent en maatwerk Leerlingen 19 2,7281 voldoende Tabel 1. Gemiddelen per deelgebied ouders en leerlingen en de betrouwbaarheid. * betrouwbaarheid na het weglaten van één vraag: vraag_12 bij leerlingen en vraag_11 bij ouders Grijs: deelgroep onvoldoende betrouwbaar Rood: gemiddelde onder de 3 = aandachtsgebied voor HZM

6 Wat direct in het oog springt is dat er veel rode gemiddelden (onder de 3) staan bij de kernwaarde Uitstekende Prestaties. Binnen de kernwaarde Persoonlijke Aandacht is slechts één gemiddelde onder de 3 waargenomen. Goed om te zien is dat op geen enkel deelgebied de score onder de 2,5 komt. Er zijn dus geen deelgebieden aan te wijzen waar urgent vervolgonderzoek noodzakelijk is. De gegevens zijn door de ILO geanalyseerd (door E. Geboers). In eerste instantie kwamen de gegevens terug waarin de antwoorden niet van toepassing waren meegeteld in de analyses als 0 waarde (want zo was het ook bij de data analyst aangeleverd). Later is er nog een set data gemaakt, waarbij de n.v.t. antwoorden eruit gefilterd zijn, omdat deze antwoorden het gemiddelde naar beneden halen. Het is namelijk niet per sé zo dat het kiezen van n.v.t. negatief is. Dit antwoord word gekozen omdat mensen op deze vraag niet kunnen antwoorden omdat ze er nooit mee in aanraking zijn gekomen, zoals bijvoorbeeld bij vraag_6 (ouders) en vraag_7 (leerlingen) waarin wordt gevraagd of ze bij problemen altijd bij iemand terecht kunnen op de Huizermaat. De optie n.v.t. biedt de mogelijkheid voor leerlingen en ouders die nooit problemen hebben, deze vraag open te laten en geen mening te geven door het aanklikken van n.v.t. als antwoord. Als n.v.t. dan als 0 wordt meegerekend in de analyse, beïnvloedt dit het resultaat negatief, wat niet terecht is. Een voorbeeld die deze argmentatie ondersteund is te vinden in bovengenoemde vraag_6 van de ouders. De gemiddelde score als n.v.t. meetelt bij deze vraag is 2,09. Als je n.v.t. niet meeteld dan is het gemiddelde bij de ouders 2,86. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat 14 ouders van de 52 bij deze vraag n.v.t. hebben ingevuld. Opvallend was ook dat door de n.v.t. antwoorden eruit te halen, de betrouwbaarheid van de antwoorden in de deelgebieden omhoog ging, zeker bij de ouders. Dit komt door het feit dat door de ouders veel vaker het antwoord n.v.t. is ingevuld dan door de leerlingen. Dit valt mogelijk te verklaren door het feit dat ouders op sommige vragen over wat er op school gebeurd geen antwoord kunnen geven, omdat ze er verder van af staan. De mate van betrouwbaarheid zal worden meenomen in de conclusies. Over het algemeen kan gesteld worden dat de betrouwbaarheid in orde was. De twee deelgebieden waar de betrouwbaarheid onvoldoende bleek, is in beide bij de leerlingen, waarin relatief weinig deelnemers waren. Dus alle conclusies die binnen deze groep worden getrokken kunnen niet als zeer betrouwbaar worden gezien. Nog een opmerking ten aanzien van de betrouwbaarheid is de mate waarin conclusies kunnen worden opgehangen aan de verdeling van onder/bovenbouw en de diverse niveaus, omdat er relatief erg weinig leerlingen per bouw (onder/boven) en per niveau hebben gereageerd. Ook bij de ouders zijn de deelgroepen dermate klein dat het moeilijk is hieraan conclusies op te hangen. Wel is de correlatie tussen deelgebieden en het niveau en het leerjaar gemeten. Er is een negatieve correlatie gevonden, namelijk tussen klas en mate waarin Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen wordt ervaren (r = ). Dat wil zeggen dat hoe hoger de klas, hoe lager er gescoord wordt op de deelgroep Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen. Of andersom, hoe lager de klas, hoe hoger de tevredenheid op Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen. Verder zijn er binnen niveaus en klassen geen correlaties gevonden. 3. Conclusie / discussie Samenvattend kan worden gezegd dat het antwoord op de hoofdvraag In hoeverre komen de door de schoolleiding gekozen identiteit en de door huidige ouders en leerlingen beleefde identiteit van SG Huizermaat overeen? is: de persoonlijke aandacht wordt door de leerlingen en hun ouders over het algemeen goed gewaardeerd. Met betrekking tot de uitstekende prestaties zijn een aantal aandachtsgebieden aan te merken, waarbij met name laag gescoord wordt op de deelgebieden

7 Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen en Voldoende aandacht voor talent en maat werk, zowel bij de ouders als bij de leerlingen zo rond de 2,7 gemiddeld (zie voor de exacte getallen tabel 1.). In het product naar de schoolleiding zullen deze twee gebieden met name aandachtsgebied zijn voor nader onderzoek (niet urgent). Ik ben niet nader betrokken bij de implementatie daarvan, aangezien dit gezien de lage urgentie waarde pas in een volgende schooljaar plaats zal gaan vinden. Kijkend naar de opmerkingen die door ouders en leerlingen werden geplaatst, viel met name op dat ouders kritische opmerkingen hebben geplaatst over de uitdaging en het aangeboden maat werk. Er wordt gesproken over een 6-jes cultuur, waardoor leerlingen niet voldoende worden uitgedaagd. Ook waren er een aantal opmerkingen van ouders waren waarin werd gezegd dat HAVO leerlingen geen toegang hebben tot de Masterclasses, wat als negatief werd aangemerkt, een voorbeeld van zo n opmerking. Deze opmerkingen zullen worden verwerkt in het adviesrapport. De deelvragen bleken lastiger te beantwoorden, mede door het feit dat een kleine groep respondenten was ondervraagd, waardoor er lastig conclusies konden worden getrokken uit de diverse deelgroepen. Wel bleek er een correlatie te bestaan tussen de mate waarin leerlingen worden uitgedaagd en de klas: hoe hoger de klas hoe lager de uitdaging. In het rapport naar de Huizermaat zal worden opgenomen dat er in de bovenbouw vervolgonderzoek plaats zal moeten vinden in het Deelgebied Uitdagende en activerende didactiek binnen de lessen. Dit is mogelijk een punt van verbetering om de kernwaarde Uitstekende Prestaties op niveau te krijgen. 4. Reflectie Terugkijkend op het resultaat, kan geconcludeerd worden dat het lastig is om via schoolmail van de leerlingen snel respons en veel respons te krijgen. Een andere methode zou kunnen zijn om papieren lijsten te distribueren, maar dit is logistiek lastiger, omdat een steekproef moest worden gehouden verdeeld over alle klassen. Om zekerheid te hebben om resultaat terug te krijgen, zou je daarom alle klassen moeten bezoeken en wachten tot de leerlingen hebben ingevuld en ingeleverd. Afgeven en vragen of ze het willen invullen en retourneren heeft mijns inziens hoogstwaarschijnlijk hetzelfde lage resultaat dan via . was in dit opzicht toch het beste medium, maar achteraf had er beter direct een grotere doelgroep kunnen worden g d. Dit werd door de onderzoeksbegeleiders afgeraden om het geheel niet te veel omvattend te maken, maar dit had met een digitale vragenlijst eigenlijk niet veel verschil gemaakt in de hoeveelheid werk. Hooguit een veelheid aan open reacties, die dan verwerkt hadden moeten worden. Interessant was de discussie tussen mij en de data analyst over het wel of niet meetellen van de niet van toepassing antwoorden. Ik ben tevreden met mijn beslissing om deze uiteindelijk niet mee te tellen, omdat ze het resultaat onnodig negatief beïnvloedden. Hiermee ben ik tegen het advies van de data analyst in gegaan. Door het relatief kleine aantal respondenten moeten de conclusies met enige voorzichtigheid behandeld worden en dient vervolgonderzoek onder ouders en/of leerlingen plaats te vinden op de deelgebieden voordat vervolg acties kunnen worden ondernomen. De genoemde kernkwaliteit van de Huizermaat, Persoonlijke aandacht, wordt door leerlingen en ouders als zodanig ervaren. Aan de Uitdaging, Uitstekende prestaties, moet nog gewerkt worden. Nader onderzoek door de Huizermaat is nodig alvorens verdere stappen te kunnen ondernemen.

8 Literatuur Bontje, M., Engelen, L. V., & Wagenaar, F. (2008). Imago en identiteit. Eenheidsworst of onderscheidend onderwijs?!. Centre for Teaching and Learning Theses, Universiteit van Utrecht. Hogendoorn, M. (2008). Communicatieonderzoek: een strategisch instrument. Coutinho, Bussum. Kaldeway, J.,De Heer, C. Bulterman-Bos, J. (2014) Opbrengstgericht of talentgericht werken? Tijdschrift VELON 14(1) Ofman, D. (2013). Bezieling en kwaliteit in organisaties. Servire, Utrecht. VO-Raad, Vensters voor verantwoording (2014),

9 Bijlage 1 Vragenlijsten Vragenlijst Leerlingen niveau Ik zit in een... klas klas Ik zit in klas vraag_1 Mijn mentor zorgt ervoor dat mijn ouders/verzorgers op de hoogte zijn van wat er speelt op school vraag_2 Als het nodig is krijg ik extra begeleiding van mijn mentor vraag_3 Mijn mentor heeft voldoende aandacht voor mij vraag_4 In de lessen wordt ik gezien door de docenten vraag_5 Binnen de lessen wordt er rekening gehouden met wat ik interessant vind vraag_6 Binnen de klas kan ik op mijn eigen niveau werken vraag_7 Als er problemen zijn kan ik altijd bij iemand terecht op de Huizermaat vraag_8 Op school word ik geholpen bij het maken van belangrijke keuzes (sector, niveau, profiel, beroepsrichting) vraag_9 Mijn mening telt mee op de Huizermaat vraag_10 Ik word steeds uitgedaagd om mijn best te doen op de Huizermaat vraag_11 Ik leer veel tijdens de lessen op de Huizermaat vraag_12 Ik werk op de Huizermaat op het voor mij hoogst mogelijke niveau vraag_13 In de lessen doen we veel verschillende activiteiten (bijvoorbeeld luisteren naar uitleg, zelfstandig werken, samenwerken, gebruik van ICT, etc.) vraag_14 Ik vind dat er veel eisen worden gesteld aan de leerlingen in de lessen op de Huizermaat vraag_15 In de lessen kan ik al mijn talenten inzetten vraag_16 Als ik sneller klaar ben dan de rest krijg ik meestal extra opdrachten vraag_17 Er is op de Huizermaat genoeg aandacht om meer te leren dan wat er in de standaard lessen wordt aangeboden vraag_18 Er is op de Huizermaat genoeg ruimte om naast school andere talenten te ontwikkelen Vraag_19 Ruimte voor opmerkingen mbt bovenstaande vragen Vragenlijst ouders Mijn kind zit in een... Klas (bij meerdere kinderen, geef de antwoorden op niveau basis kind in hoogste klas) klas vraag_ Mijn kind zit in klas Ik ben tevreden met de manier waarop de mentor van ons kind contact met thuis onderhoudt vraag_2 Als het nodig is, krijgt mijn kind extra begeleiding van de mentor vraag_3 Ik krijg de indruk dat de mentor voldoende aandacht aan mijn kind besteedt vraag_4 Ik krijg de indruk dat mijn kind door de docenten wordt gezien in de lessen vraag_5 Ik krijg de indruk dat er binnen de lessen rekening wordt gehouden met de persoonlijke voorkeuren van mijn kind vraag_6 Als er problemen zijn kan ik of mijn kind altijd bij iemand terecht op de Huizermaat

10 vraag_7 Mijn kind wordt op school geholpen bij het maken van belangrijke keuzes (sector, profiel, niveau, beroepsrichting) vraag_8 De mening van ouders/verzorgers en leerlingen telt mee op deze school vraag_9 Mijn kind wordt op school voldoende uitgedaagd om zijn/haar best te doen vraag_10 Ik heb de indruk dat mijn kind veel leert tijdens de lessen op de Huizermaat vraag_11 Mijn kind werkt op de Huizermaat op het voor hem/haar hoogst mogelijke niveau vraag_12 Mijn kind geeft mij de indruk dat de lessen op de Huizermaat afwisselend zijn vraag_13 Mijn kind geeft mij de indruk dat de lessen op de Huizermaat uitdagend zijn vraag_14 Ik krijg de indruk dat er in de lessen veel eisen aan de kinderen worden gesteld Als het nodig is, kan mijn kind extra werk maken, zodat hij/zij meer wordt vraag_15 uitgedaagd Er is op de Huizermaat genoeg aandacht om meer te leren dan wat er in de vraag_16 reguliere lessen wordt aangeboden Er is op de Huizermaat voldoende ruimte voor mijn kind om naast school andere vraag_17 talenten te ontwikkelen vraag_18 Ruimte voor opmerkingen mbt bovenstaande vragen

11 Bijlage 2 Data analyses E. Geboers Data analyse + uitleg Voor de Leerlingen Frequenties Allereerst heb ik de frequenties uitgedraaid zodat je een beeld krijgt van de antwoordtendensen. In de tabellen hieronder zie je dat in totaal 19 leerlingen vraag 1 hebben ingevuld, daarvan zegt 5,3% van de leerlingen de mavo te volgen, 10,5% zegt de mavo/havo te volgen, 21,1% zegt de havo te volgen en de grootste groep vormt het vwo en nog 10,5% geeft aan het vwo+ onderwijs te volgen. Enz niveau Frequency Cumulative mavo 1 5,3 5,3 5,3 mavo/havo 2 10,5 10,5 15,8 havo 4 21,1 21,1 36,8 havo/vwo 1 5,3 5,3 42,1 vwo 9 47,4 47,4 89,5 vwo+ 2 10,5 10,5 100,0 Total ,0 100,0 klas Frequency Cumulative klas ,1 21,1 21,1 klas ,5 10,5 31,6 klas 3 1 5,3 5,3 36,8 klas ,6 31,6 68,4 klas ,6 31,6 100,0 Total ,0 100,0 vraag_1

12 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 5,3 5,3 5,3 niet mee eens 2 10,5 10,5 15,8 niet helemaal mee eens 5 26,3 26,3 42,1 beetje mee eens 5 26,3 26,3 68,4 mee eens 6 31,6 31,6 100,0 Total ,0 100,0 vraag_2 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 5,3 5,3 5,3 niet mee eens 2 10,5 10,5 15,8 niet helemaal mee eens 2 10,5 10,5 26,3 beetje mee eens 2 10,5 10,5 36,8 mee eens 12 63,2 63,2 100,0 Total ,0 100,0 vraag_3 Frequency Cumulative niet mee eens 2 10,5 10,5 10,5 niet helemaal mee eens 1 5,3 5,3 15,8 beetje mee eens 7 36,8 36,8 52,6 mee eens 9 47,4 47,4 100,0 Total ,0 100,0 vraag_4 Frequency Cumulative niet helemaal mee eens 1 5,3 5,6 5,6 beetje mee eens 7 36,8 38,9 44,4 mee eens 10 52,6 55,6 100,0 Total 18 94,7 100,0

13 Missing System 1 5,3 Total ,0 vraag_5 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 5,3 5,3 5,3 niet mee eens 3 15,8 15,8 21,1 niet helemaal mee eens 6 31,6 31,6 52,6 beetje mee eens 6 31,6 31,6 84,2 mee eens 3 15,8 15,8 100,0 Total ,0 100,0 vraag_6 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 4 21,1 21,1 26,3 beetje mee eens 4 21,1 21,1 47,4 mee eens 10 52,6 52,6 100,0 Total ,0 100,0 vraag_7 Frequency Cumulative niet mee eens 3 15,8 15,8 15,8 niet helemaal mee eens 2 10,5 10,5 26,3 beetje mee eens 5 26,3 26,3 52,6 mee eens 9 47,4 47,4 100,0 Total ,0 100,0 vraag_8 Frequency Cumulative

14 niet van toepassing 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 3 15,8 15,8 21,1 beetje mee eens 8 42,1 42,1 63,2 mee eens 7 36,8 36,8 100,0 Total ,0 100,0 vraag_9 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 5,3 5,3 5,3 niet mee eens 2 10,5 10,5 15,8 niet helemaal mee eens 4 21,1 21,1 36,8 beetje mee eens 7 36,8 36,8 73,7 mee eens 5 26,3 26,3 100,0 Total ,0 100,0 vraag_10 Frequency Cumulative niet mee eens 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 6 31,6 31,6 36,8 beetje mee eens 6 31,6 31,6 68,4 mee eens 6 31,6 31,6 100,0 Total ,0 100,0 vraag_11 Frequency Cumulative niet mee eens 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 3 15,8 15,8 21,1 beetje mee eens 9 47,4 47,4 68,4 mee eens 6 31,6 31,6 100,0 Total ,0 100,0

15 vraag_12 Frequency Cumulative niet mee eens 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 2 10,5 10,5 15,8 beetje mee eens 6 31,6 31,6 47,4 mee eens 10 52,6 52,6 100,0 Total ,0 100,0 vraag_13 Frequency Cumulative niet mee eens 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 1 5,3 5,3 10,5 beetje mee eens 13 68,4 68,4 78,9 mee eens 4 21,1 21,1 100,0 Total ,0 100,0 vraag_14 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 10,5 10,5 10,5 niet mee eens 1 5,3 5,3 15,8 niet helemaal mee eens 4 21,1 21,1 36,8 beetje mee eens 9 47,4 47,4 84,2 mee eens 3 15,8 15,8 100,0 Total ,0 100,0 vraag_15 Frequency Cumulative niet mee eens 1 5,3 5,3 5,3 niet helemaal mee eens 8 42,1 42,1 47,4 beetje mee eens 7 36,8 36,8 84,2 mee eens 3 15,8 15,8 100,0

16 Total ,0 100,0 vraag_16 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 10,5 11,1 11,1 niet mee eens 3 15,8 16,7 27,8 niet helemaal mee eens 8 42,1 44,4 72,2 beetje mee eens 4 21,1 22,2 94,4 mee eens 1 5,3 5,6 100,0 Total 18 94,7 100,0 Missing System 1 5,3 Total ,0 vraag_17 Frequency Cumulative niet helemaal mee eens 6 31,6 31,6 31,6 beetje mee eens 8 42,1 42,1 73,7 mee eens 5 26,3 26,3 100,0 Total ,0 100,0 vraag_18 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 10,5 10,5 10,5 niet helemaal mee eens 5 26,3 26,3 36,8 beetje mee eens 5 26,3 26,3 63,2 mee eens 7 36,8 36,8 100,0 Total ,0 100,0 Betrouwbaarheid Vervolgens heb ik gekeken of de groepjes vragen die jij bij elkaar vind passen ook inderdaad bij elkaar paste.

17 Daarvoor is een Cronbach s alpha berekend. De Cronbach s alpha is een maat voor betrouwbaarheid die loopt tussen 0 (helemaal niet betrouwbaar) en 1 (heel erg betrouwbaar). Wanneer Cronbach s alpha tussen de 0,8 en 1 is mogen we zeggen dat het groepje items dat samen een schaaltje vormen goed betrouwbaar is gemeten. Is Cronbach s alpha tussen de 0,7 en 0,6 dan is de betrouwbaarheid van het schaaltje voldoende en is de Cronbach s alph 0,5 of lager is de betrouwbaarheid van eht schaaltje onvoldoende. Mentoraat leerlingen: Reliability Statistics Cronbach's Alpha N of Items,789 3 Hier zie je dat Cronbach s slpha 0,789 is, dat betekent dat het schaaltje mentoraat (voor de groep leerlingen) voldoende tot goed betrouwbaar is gemeten. Hieronder zie je uit welke items dat schaaltje bestaat. Je ziet in deze tabel ook een kolom Cronbach s alpha when itemm deleted. In deze kolom staan de Cronbach s alpha s berekend wanneer je dat item uit het schaaltje haalt. Zoals je ziet zou je de Crombach s alpha hoger kunnen krijgen door vraag 3 eruit te schrappen dan wordt de Cronbach s alpha 0,776 (en dus bijna 0,8). Maar aan de andere kant is het schaaltje nu al voldoende betrouwbaar gemeten en gooi je dan wel een item weg.. Dus ik zou vraag 3 er gewoon in laten zitten omdat je er niet zoveel mee wint: het is dus steeds een overweging die je moet maken; weegt het weggooien van een item op tegen de hogere Cronbach s alpha die ik daarmee bereik. Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted vraag_1 6,50 3,676,515,832 vraag_2 6,00 3,059,682,654 vraag_3 6,17 3,324,704,637 Persoonlijke aandacht binnen: Reliability Statistics Cronbach's Alpha N of Items,347 3

18 Hier zie je dat Cronbach s alpha slechts 0,347 is, en dus onvoldoende. Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted vraag_4 5,88 1,717,334,078 vraag_5 6,81 1,496,107,490 vraag_6 6,19 1,496,207,245 Hierbonven zie je dat je vraag 5 weg zou kunnen gooien. Echter ook hier bereik je dan niet dat het schaaltje voldoende betrouwbaar wordt. Ik zou het schaaltje gewoon zo behouden en aangeven in je rapportage dat dit schaaltje niet betrouwbaar is gemeten en dat daarom de resultaten ten aanzien van dit schaaltje voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden. Verder gaan we er gewoon mee rekenen wat dit is nou eenmaal de data die je hebt. Persoonlijke aandacht buiten: Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is voldoende betrouwbaar gemeten,644 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted vraag_7 6,00 2,000,502,493 vraag_8 5,71 3,596,271,748 vraag_9 6,18 2,154,645,259 Hierboven zie je echter dat je de betrouwbaarheid toch wel een stukje beter krijgt door vraag 8 te schrappen. Maar ik zou die vraag er toch niet zomaar uit halen omdat je ook te maken hebt met de vragen aan de ouders: die schaaltjes moeten hetzelfde blijven anders zijn ze niet

19 meer te vergelijken. Daarnaast blijft de betrouwbaarheid ook met de vraag gewoon voldoende. Hoogst haalbare: Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha De Cronbach s alpha is te lag, het schaaltje is onvoldoende betrouwbaar.,578 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted vraag_10 6,37 1,690,536,221 vraag_11 6,21 2,064,446,391 vraag_12 5,95 2,497,211,721 Door vraag 12 te schrappen bereik je een voldoende betrouwbaarheid. Uitdagend: Reliability Statistics Cronbach's Alpha N of Items,176 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted vraag_13 5,47 1,265,244 -,209 a vraag_14 5,76 1,441,019,296 vraag_15 5,94 1,309,041,258 a. The value is negative due to a negative average covariance among items. This violates reliability model assumptions. You may want to check item codings. Dit schaaltje is onvoldoende betrouwbaar.

20 Talen+maatwerk: Betrouwbaarheid is voldoende, je kunt Cronbach s alpha toch wel bijna een punt hoger krijgen door vraag 16 te schrappen. Maar dat betekent dat je bij de ouders vraag 15 zou moeten schrappen en dat leidt daar (zie verderop) tot een lagere betrouwbaarheid dus ik zou vraag 16 erin houden. Reliability Statistics Cronbach's Alpha N of Items,664 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted vraag_16 6,27 1,924,370,713 vraag_17 5,40 1,829,646,375 vraag_18 5,27 1,781,447,610 Vraag 12 gaat er dan dus uit. Wanneer je dat heel jammer vindt kun je bij deze vraag over de losse vraag rapporteren zoals bijvoorbeeld hierboven in de vorm van frequenties. Gemiddelden Vervolgens heb ik dus schaaltjes gemaakt met de groepjes items: wat je dan doet is per groepje items de antwoorden per respondent bij elkaar optellen en delen door het aantal items. JE hebt dan geen eens/oneens variabelen meer maar schaalscores. Over die schaalscores kun je de gemiddelden berekenen: Descriptive Statistics N Minimum Maximum Mean Std. Deviation mentoraat_ll 19 1,33 4,00 3,0175,93936 aandacht_binnen_ll 19 1,67 4,00 2,9912,63458 aandacht_buiten_ll 19 1,00 4,00 2,8684,95513 hoogst_haalbaar_ll 19 1,50 4,00 2,9737,79011 uitdagend_ll 19 1,67 3,67 2,7368,59399 talen_maatwerk_ll 19 1,00 4,00 2,8684,94048 N (listwise) 19

21 Zoals je in de tabel ziet loopt bijvoorbeeld mentoraat (door de leerlingen) van 1,33 tot 4. De leerlingen scoren hierop gemiddeld een 3,02. Dat is redelijk hoog (want de max is 4). De standaarddeviatie is Dat betekent dat de leerlingen gemiddeld 0,94 afwijken van het gemiddelde: de standaarddeviatie geeft de spreiding weer: is de standaarddeviatie hoog dan is er een grote spreiding (de leerlingen verschillen dan dus heel erg in hun antwoorden) en is de standaarddeviatie laag dan is een kleine spreiding en halen de leerlingen dus heel vergelijkbare schaalscores. (zo interpreteer je ook de rest van de schaaltjes). Samenhang Vervolgens heb ik voor de leerlingen de samenhang berekend. Daarvoor berekenen we de Pearson correlatie (r). is deze r tussen de 0,8 en 1 is er hoge samenhang, is deze r tussen de 0,6 en 0,7 is er redelijke samenhang en is de r tussen de 0,5 en 0,6 is er matige samenhang en is de r kleiner 0,1 tot 0,4 dan is er lage samenhang. Je kunt de correlatie pas interpreteren als er sprake is van een sig die kleiner is dan 0,05. Is de sig groter dan 0,05 dan is de correlatie niet significant en dus te veel gebaseerd op toeval. s mentora aandac aanda hoogst uitdag talen_ at_ll ht_binn cht_bu _haalb end_ll maatw en_ll iten_ll aar_ll erk_ll mentoraat_ll aandacht_binnen_ll aandacht_buiten_ll hoogst_haalbaar_ll uitdagend_ll talen_maatwerk_ll Pearson 1 -,047,294,114 -,064 -,082 Sig. (2-tailed),849,222,642,795,738 N Pearson -, ,164,307,333,257 Sig. (2-tailed),849,503,201,164,288 N Pearson,294 -,164 1,428,357,507 * Sig. (2-tailed),222,503,067,134,027 N Pearson,114,307,428 1,495 *,225 Sig. (2-tailed),642,201,067,031,354 N Pearson -,064,333,357,495 * 1,303 Sig. (2-tailed),795,164,134,031,207 N Pearson -,082,257,507 *,225,303 1 Sig. (2-tailed),738,288,027,354,207

22 N *. is significant at the 0.05 level (2-tailed). Zoals je in de bovenstaande tabel ziet zijn er wel samenhangen gevonden: tussen aandacht buiten de lessen en maatwerk (r=.507). Dit betekent dat hoe hoger de leerlingen scoren op de aandacht buiten de les, hoe hoger zo ook scoren op maatwerk. En er is samenhang gevonden tussen het hoogst haalbare en maatwerk (r=.495). Dit betekent dus dat hoe hoger de leerlingen scoren op het hoogst haalbare, hoe hoger ze scoren op maatwerk (dus hoe meer ze tevreden zijn over het maatwerk dat wordt geleverd?). Verschillen tussen groepen leerlingen Ik heb vervolgens gekeken of er verschillen zitten tussen de verschillende groepen leerlingen (of leerlingen uit de verschillende klassen van elkaar verschillen en of de leerlingen van verschillende niveaus van elkaar verschillen): Zoals je in de onderstaande tabel ziet zijn er kleine verschilletjes gevonden tussen de groepen leerlingen: leerlingen die het mavo/havo volgen scoren gemiddeld het laagst op mentoraat, maar scoren juist weer relatief hoger op maatwerk enz (zo kun je dus zien of er interessante verschillen zijn tussen de gemiddelden van de groepen leerlingen) Report niveau mentora aandacht_ aandacht_ hoogst_ha uitdagen talen_maa at_ll binnen_ll buiten_ll albaar_ll d_ll twerk_ll Mean 3,6667 3,5000 3,3333 3,5000 3,0000 2,3333 mavo mavo/h avo havo havo/v wo vwo N Std. Deviation Mean 2,8333 2,9167 3,3333 2,2500 2,6667 3,0000 N Std. Deviation 1,17851,58926,47140,35355,47140,94281 Mean 2,9167 2,9583 2,9583 3,0000 2,6667 2,6667 N Std. Deviation 1,13448, ,09185,40825, ,05409 Mean 3,6667 3,6667 3,0000 4,0000 2,6667 3,3333 N Std. Deviation Mean 3,1852 3,1481 3,0000 2,9444 2,8519 2,6481 N

23 vwo+ Total Std. Deviation,89925,64788,74536,88192,49613,54291 Mean 3,3333 2,8333 3,1667 3,0000 3,1667 2,8333 N Std. Deviation,94281, , ,41421,70711,70711 Mean 3,1579 3,0965 3,0614 2,9737 2,8246 2,7281 N Std. Deviation,87042,54523,74372,79011,47295,66018 Maar let op! in de onderstaande tabel zie je of de verschillen die je hierboven hebt gevonden ook échte verschillen zijn of dat het zo maar kleine toevallige verschillen zijn. Is de sig kleiner dan 0,05 is het gevonden verschil significant en heb je dus inderdaad te maken met een wezenlijk verschil tussen de groepen: ANOVA Table Sum of df Mean F Sig. Squares Square mentoraat_ll * niveau aandacht_binnen _ll * niveau aandacht_buiten_ ll * niveau hoogst_haalbaar_ ll * niveau uitdagend_ll * niveau talen_maatwerk_l l * niveau Between Groups (Combin ed) 1,029 5,206,212,951 Within Groups 12,608 13,970 Total 13, Between Groups (Combin ed),791 5,158,451,805 Within Groups 4,559 13,351 Total 5, Between Groups (Combin ed),324 5,065,088,993 Within Groups 9,632 13,741 Total 9, Between Groups (Combin ed) 2,390 5,478,702,632 Within Groups 8,847 13,681 Total 11, Between Groups (Combin ed),446 5,089,324,890 Within Groups 3,580 13,275 Total 4, Between Groups (Combin ed),765 5,153,281,915 Within Groups 7,080 13,545

24 Total 7, Zoals je ziet zijn geen van de verschillen significant en dus moet je aannemen dat er geen verschillen bestaan tussen de verschillende niveaus leerlingen wat betreft hun scores op de schaaltjes. Hieronder zie je een zelfde tabel maar dan voor de verschillende klassen: Report klas mentoraat aandacht_ aandacht_ hoogst_ha uitdagend talen_maat _ll binnen_ll buiten_ll albaar_ll _ll werk_ll Mean 3,3333 3,2083 3,4167 3,1250 2,9167 3,1667 klas 1 klas 2 klas 3 klas 4 klas 5 N Std. Deviation,90267,49768, ,03078,56928,57735 Mean 3,1667 2,9167 2,8333 2,7500 2,8333 2,3333 N Std. Deviation,70711,82496, ,06066,23570,00000 Mean 4,0000 2,5000 3,5000 3,0000 2,6667 2,0000 N Std. Deviation Mean 2,3333 3,2778 2,7222 3,1667 2,9167 2,8333 N Std. Deviation,86923, ,08355,60553,63026,86281 Mean 3,7222 3,0000 3,1667 2,7500 2,6944 2,5833 N Std. Deviation,13608,69921,50553,93541,40023,51370 Mean 3,1579 3,0965 3,0614 2,9737 2,8246 2,7281 Total N Std. Deviation,87042,54523,74372,79011,47295,66018

25 In de onderstaande tabel zie je dat er een significante verschil is gevonden voor de verschillende klassen op het schaaltje mentoraat. Dit betekent dat klas 3 significant het hoogst scoort op mentoraat en klas 2 significant het laagst. ANOVA Table Sum of df Mean F Sig. Squares Square mentoraat_ll * klas aandacht_binnen_ll * klas aandacht_buiten_ll * klas hoogst_haalbaar_ll * klas uitdagend_ll * klas talen_maatwerk_ll * klas Between (Combine Groups d) 6, ,706 3,504,035 Within Groups 6,815 14,487 Total 13, Between (Combine Groups d),724 4,181,547,704 Within Groups 4,627 14,331 Total 5, Between (Combine Groups d) 1,558 4,389,649,637 Within Groups 8,398 14,600 Total 9, Between (Combine Groups d),716 4,179,238,912 Within Groups 10,521 14,751 Total 11, Between (Combine Groups d),212 4,053,194,937 Within Groups 3,815 14,272 Total 4, Between (Combine Groups d) 1,803 4,451 1,045,419 Within Groups 6,042 14,432 Total 7, Voor de ouders Frequenties Ook voor de ouders heb ik eerst de antwoordtendensen op de vragen bekeken: niveau Frequency Cumulative mavo 5 9,6 9,8 9,8 mavo/havo 6 11,5 11,8 21,6

26 havo 15 28,8 29,4 51,0 havo/vwo 11 21,2 21,6 72,5 vwo 9 17,3 17,6 90,2 vwo+ 5 9,6 9,8 100,0 Total 51 98,1 100,0 Missing System 1 1,9 Total ,0 klas Frequency Cumulative klas ,0 26,0 26,0 klas ,3 18,0 44,0 klas 3 5 9,6 10,0 54,0 klas ,2 20,0 74,0 klas ,1 24,0 98,0 klas 6 1 1,9 2,0 100,0 Total 50 96,2 100,0 Missing System 2 3,8 Total ,0 Vraag_1 Frequency Cumulative niet van toepassing 4 7,7 7,7 7,7 zeer oneens 2 3,8 3,8 11,5 oneens 5 9,6 9,6 21,2 eens 26 50,0 50,0 71,2 zeer mee eens 15 28,8 28,8 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_2 Frequency Cumulative niet van toepassing 13 25,0 25,0 25,0 oneens 6 11,5 11,5 36,5 eens 26 50,0 50,0 86,5

27 zeer mee eens 7 13,5 13,5 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_3 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 1,9 1,9 1,9 oneens 8 15,4 15,4 17,3 eens 31 59,6 59,6 76,9 zeer mee eens 12 23,1 23,1 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_4 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 1,9 2,0 2,0 oneens 7 13,5 13,7 15,7 eens 35 67,3 68,6 84,3 zeer mee eens 8 15,4 15,7 100,0 Total 51 98,1 100,0 Missing System 1 1,9 Total ,0 Vraag_5 Frequency Cumulative niet van toepassing 9 17,3 17,6 17,6 zeer oneens 1 1,9 2,0 19,6 oneens 13 25,0 25,5 45,1 eens 25 48,1 49,0 94,1 zeer mee eens 3 5,8 5,9 100,0 Total 51 98,1 100,0 Missing System 1 1,9 Total ,0

28 Vraag_6 Frequency Cumulative niet van toepassing 3 5,8 5,8 5,8 oneens 3 5,8 5,8 11,5 eens 33 63,5 63,5 75,0 zeer mee eens 13 25,0 25,0 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_7 Frequency Cumulative niet van toepassing 14 26,9 26,9 26,9 zeer oneens 1 1,9 1,9 28,8 oneens 7 13,5 13,5 42,3 eens 26 50,0 50,0 92,3 zeer mee eens 4 7,7 7,7 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_8 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 3,8 3,8 3,8 zeer oneens 1 1,9 1,9 5,8 oneens 6 11,5 11,5 17,3 eens 33 63,5 63,5 80,8 zeer mee eens 10 19,2 19,2 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_9 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 3,8 3,8 3,8 zeer oneens 1 1,9 1,9 5,8

29 oneens 5 9,6 9,6 15,4 eens 33 63,5 63,5 78,8 zeer mee eens 11 21,2 21,2 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_10 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 3,8 3,8 3,8 oneens 8 15,4 15,4 19,2 eens 34 65,4 65,4 84,6 zeer mee eens 8 15,4 15,4 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_11 Frequency Cumulative niet van toepassing 1 1,9 1,9 1,9 oneens 11 21,2 21,2 23,1 eens 31 59,6 59,6 82,7 zeer mee eens 9 17,3 17,3 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_12 Frequency Cumulative niet van toepassing 2 3,8 3,8 3,8 zeer oneens 1 1,9 1,9 5,8 oneens 13 25,0 25,0 30,8 eens 36 69,2 69,2 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_13

30 Frequency Cumulative niet van toepassing 4 7,7 7,7 7,7 zeer oneens 1 1,9 1,9 9,6 oneens 17 32,7 32,7 42,3 eens 28 53,8 53,8 96,2 zeer mee eens 2 3,8 3,8 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_14 Frequency Cumulative niet van toepassing 4 7,7 7,7 7,7 zeer oneens 1 1,9 1,9 9,6 oneens 16 30,8 30,8 40,4 eens 25 48,1 48,1 88,5 zeer mee eens 6 11,5 11,5 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_15 Frequency Cumulative niet van toepassing 16 30,8 30,8 30,8 zeer oneens 1 1,9 1,9 32,7 oneens 11 21,2 21,2 53,8 eens 24 46,2 46,2 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_16 Frequency Cumulative niet van toepassing 15 28,8 28,8 28,8 zeer oneens 2 3,8 3,8 32,7 oneens 9 17,3 17,3 50,0 eens 22 42,3 42,3 92,3

31 zeer mee eens 4 7,7 7,7 100,0 Total ,0 100,0 Vraag_17 Frequency Cumulative niet van toepassing 10 19,2 19,2 19,2 zeer oneens 3 5,8 5,8 25,0 oneens 7 13,5 13,5 38,5 eens 26 50,0 50,0 88,5 zeer mee eens 6 11,5 11,5 100,0 Total ,0 100,0 Betrouwbaarheid Ook voor de ouders weer de betrouwbaarheid voor de schaaltjes: Mentoraat Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is goed betrouwbaar,812 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted Vraag_1 6,14 1,342,622,819 Vraag_2 6,24 1,800,647,769 Vraag_3 6,16 1,529,764,644 Aandacht binnen Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is voldoende betrouwbaar,782 2

32 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted Vraag_4 2,73,401,649. Vraag_5 3,00,300,649. Aandacht buiten: Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is voldoende betrouwbaar,740 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted Vraag_6 5,89 1,222,541,688 Vraag_7 6,23 1,005,550,679 Vraag_8 6,06,997,617,590 Hoogst haalbaar: Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is voldoende betrouwbaar,611 3 Je kunt de betrouwbaarheid goed krijgen door vraag 11 te schrappen. Dezelfde vraag is bij de leerlingen vraag 12 en daar kwamen we bij de leerlingen ook tot de conclusie om die te schrappen. Dus ik zou ook hier dezelfde vraag (in dit geval dus vraag 11) schrappen want dan mag je een Cronbach s alpha van 0,641 rapporteren en dat is een voldoende betrouwbaarheid. Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted Vraag_9 6,00,917,456,456 Vraag_10 6,08,993,483,428 Vraag_11 6,12 1,026,331,641

33 Uitdagend: Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is voldoende betrouwbaar,680 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted Vraag_12 5,41 1,092,657,421 Vraag_13 5,46 1,009,560,498 Vraag_14 5,35 1,076,329,837 Maatwerk: Reliability Statistics Cronbach's N of Items Alpha Dit schaaltje is voldoende betrouwbaar,770 3 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Corrected Item- Cronbach's Item Deleted if Item Deleted Total Alpha if Item Deleted Vraag_15 5,74 1,531,652,663 Vraag_16 5,52 1,125,764,493 Vraag_17 5,39 1,445,449,875 Gemiddelden Ook voor de ouders heb ik de gemiddelden berekend voor de 6 schaaltjes: Descriptive Statistics N Minimum Maximum Mean Std. Deviation mentoraat_ou 51 1,67 4,00 3,0654,57259 aandacht_binnen_ou 51 1,50 4,00 2,8922,55959 aandacht_buiten_ou 52 1,67 4,00 3,0673,50731

34 hoogst_haalbaar_ou 50 1,50 4,00 3,0400,52333 uitdagend_ou 50 1,00 3,33 2,6967,46253 talen_maatwerk_ou 47 1,00 3,67 2,7234,58388 N (listwise) 46 Samenhang Ook voor de ouders heb ik gekeken of er samenhang bestaat tussen de schaaltjes: s mentora aandach aandac hoogst_ uitdagen talen_m at_ou t_binnen ht_buit haalbaa d_ou aatwerk _ou en_ou r_ou _ou mentoraat_ou Pearson Sig. (2- tailed) 1,361 **,567 **,566 **,261,492 **,009,000,000,067,000 aandacht_binnen_ou aandacht_buiten_ou hoogst_haalbaar_ou uitdagend_ou talen_maatwerk_ou N Pearson,361 ** 1,567 **,343 *,325 *,602 ** Sig. (2- tailed),009,000,015,021,000 N Pearson,567 **,567 ** 1,340 *,338 *,576 ** Sig. (2- tailed),000,000,016,017,000 N Pearson,566 **,343 *,340 * 1,522 **,264 Sig. (2- tailed),000,015,016,000,076 N Pearson,261,325 *,338 *,522 ** 1,400 ** Sig. (2- tailed),067,021,017,000,006 N Pearson,492 **,602 **,576 **,264,400 ** 1 Sig. (2- tailed),000,000,000,076,006

35 N **. is significant at the 0.01 level (2-tailed). *. is significant at the 0.05 level (2-tailed). Opvallend in de bovenstaande tabel is dat er voor de ouders wat meer samenhangen zijn gevonden dan bij de leerlingen: Er is samenhang gevonden tussen mentoraat en aandacht binnen de lessen (r=.361). Hoe meer de ouders dus tevreden zijn over het mentoraat, hoe meer tevreden ze zijn over de aandacht voor hun kind binnen de lessen. Enz (zo interpreteer je alle rode correlaties). Vervolgens is de correlatie berekend tussen de het niveau en het leerjaar ( ik heb hiervoor de correlatie berekend en niet zoals bij de leerlingen de verschillen in gemiddelden tussen de groepen omdat het geen verschillende ouder-groepen zijn maar leerling-groepen. Het niveau slaat nade melijk niet op het niveau van de ouders, maar op het niveau van de leerlingen, het zijn dus geen verschillende groepen van ouders, maar verschillende groepen van leerlingen daarom kon ik wel verschillen in gemiddelden berekenen voor de leerlingen, maar heeft dat dus voor de ouders geen zin. s niveau klas Pearson,128 -,078 mentoraat_ou aandacht_binnen_ou hoogst_haalbaar_ou uitdagend_ou aandacht_buiten_ou talen_maatwerk_ou Sig. (2-tailed),374,595 N Pearson,108,050 Sig. (2-tailed),456,734 N Pearson,248 -,225 Sig. (2-tailed),086,125 N Pearson,147 -,408 ** Sig. (2-tailed),313,004 N Pearson,143 -,079 Sig. (2-tailed),317,586 N Pearson,190 -,102 Sig. (2-tailed),200,500 N **. is significant at the 0.01 level (2-tailed). Zoals je ziet is er correlatie gevonden: er is samenhang tussen uitdagend en klas (r=-.408). Opvallend is dat dit een negatieve correlatie is. Dit betekent hoe meer van het een, hoe meer van het ander. Dus hoe hoger de klas, hoe minder de ouder tevreden is met de uitdaging (of andersom kan bij correlaties ook altijd: hoe lager de klas, hoe vaker de ouder tevreden is over de uitdaging).

36 Combinatie ouder-leerling Vervolgens heb ik berekend of er verschillen bestaan tussen de scores van de ouders op de 6 schaaltjes en de scores van de leerlingen op de 6 schaaltjes: In de tabel hieronder zie je dat ouders en leerlingen van elkaar verschillen wat betreft de gemiddelden (dat heb je ook al kunnen zien wanneer je beide gemiddelde-tabellen van de twee groepen hebt vergeleken). mentoraat aandacht_binnen hoogst_haalbaar uitdagend aandacht_buiten talen_maatwerk Group Statistics ouder_leerling N Mean Std. Deviation Std. Error Mean ouder 51 3,0654,57259,08018 leerling 19 3,1579,87042,19969 ouder 51 2,8922,55959,07836 leerling 19 3,0965,54523,12508 ouder 50 3,0400,52333,07401 leerling 19 2,9737,79011,18126 ouder 50 2,6967,46253,06541 leerling 19 2,8246,47295,10850 ouder 52 3,0673,50731,07035 leerling 19 3,0614,74372,17062 ouder 47 2,7234,58388,08517 leerling 19 2,7281,66018,15146 Op mentoraat, aandacht binnen de lessen en uitdagend scoren de leerlingen iets hoger, maar op hoogst haalbaar scoren juist de ouders hoger. En op aandacht buiten de lessen en maatwerk scoren de ouders en leerlingen erg vergelijkbaar. In de onderstaande tabel heb ik gekeken of we hier nou te maken hebben met significante verschillen of dat het toevalligheden zijn: Hieronder toets is met een ANOVA echter of de verschillen wel significant zijn of zijn gebaseerd op toevalligheden: ANOVA Table Sum of df Mean F Sig. Squares Square mentoraat * ouder_leerling aandacht_binnen * ouder_leerling Between (Combin Groups ed),119 1,119,268,606 Within Groups 30,031 68,442 Total 30, Between (Combin Groups ed),578 1,578 1,871,176 Within Groups 21,008 68,309 Total 21,586 69