Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding

Transcriptie

1 Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie Inhoud Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie Inleiding Aandachtspunten Algemene items Onderliggende items Organisatie en deelname aan de NSE Nawoord Bijlage webdiagrammen Inleiding In deze rapportage worden de bevindingen weergegeven naar aanleiding van de resultaten van de NSE Hierbij worden alleen die items besproken die direct door de opleiding zijn te beïnvloeden. Bredere zaken als huur, huisvesting, sport, Zuyd faciliteiten blijven buiten beschouwing. In het algemeen kan gesteld worden dat de opleiding tevreden mag zijn met het resultaat. Als opleiding scoren we voor het item Studie Algemeen en 4,08 (het zelfde als 2015) en met een 4,43 bevelen studenten onze opleiding aan derden aan. Dit ligt ruim boven de prestatieafspraken van Zuyd waar gesteld wordt dat een opleiding algemeen minimaal 3,8 zou moeten scoren. Ten opzichte van de resultaten 2015 zijn er geen significante verschillen op de hoofdthema s die dwingen tot directe acties. (Dit is gesteld op meer of minder dan 0,02, passend bij een vijfpuntschaal, zoals ook gehanteerd wordt bij de HBO-monitor) Ook op de onderliggende verdiepende vragen van de hoofdthema s zijn er geen opvallende zaken. Ook hier geldt vooral minimale (maar geen significante) verbeteringen (67%) of verslechtering (23%). (5% is significant verbeterd, 5% het zelfde gebleven, niet significant verslechterd. Beleidsmatig zijn er geen specifieke punten aan te wijzen die direct bijzonder aandacht behoeven. In het geheel van scores is voorzichtig af te lezen dat studenten over de inhoud en de docenten zeker tevreden zijn (onderwijs variabelen) en dat verbeter mogelijkheden liggen binnen de faciliterende variabelen (zie bijlage de webdiagrammen). In de benchmark met de andere opleidingen ergotherapie (Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam) staan we net als vorige jaren weer boven aan. Ten aanzien van het landelijk ergotherapie gemiddelde scoren we op alle fronten het hoger, zowel ten aanzien van de onderwijs als ook de faciliterende onderwijs variabelen. Ten opzichte van de andere opleidingen afzonderlijk geldt dat alleen op de onderliggende thema s contacttijd (alle drie)en studielast en studieroosters (HAN) deze opleidingen positiever scoren. 1

2 Op gemerkt mag worden dat het verschil met de HAN inmiddels minimaal is (zeker een leuke concurrent om de eerste plaats) en zijn in volgorde de verschillen met de HvA en HR groter. Ten opzichte van de scores van de afgelopen jaren ( ) is te zien dat de lichte trend naar beneden in 2015 niet heeft doorgezet. Juist punten die toen aandacht behoefden zijn verbeterd: Stage (nu +0,10) en Werkplekken (nu +0,16). In het hierna volgden gedeelte worden een aantal specifieke punten uitgelicht die enig accent kunnen leggen bij het vaststellen van items voor het kwaliteitsbeleid van de opleiding en volgt een korte reflectie op de organisatie. 2 Aandachtspunten In het algemeen scoort de opleiding dus goed. In de NSE tabellen in de MIS Zuyd (Dashboard Onderwijskwaliteit Zuyd) is helder af te lezen wat sterke en minder sterke punten zijn, zowel ten opzichte van 2015, als ook ten opzichte van andere opleidingen. 2.1 Algemene items Uitgaande van de algemene prestatie afspraak dat een opleiding als opleiding minimaal 3,8 moet scoren op de NSE (een gemiddelde van appels en peren?), kan gekeken worden naar de afzonderlijke onderliggende scores op de meer globale items. In rangvolgorde: verschil De algemene sfeer op je opleiding 4,36 4,33 0,04 De docenten van de opleiding 4,23 4,10 0,13 De verworven algemene vaardigheden binnen je opleiding 4,08 4,07 0,01 Je studie in het algemeen 4,08 4,08 0,00 De inhoud van de opleiding 4,08 4,10-0,02 De overige faciliteiten en de studieomgeving 4,02 3,96 0,06 De studiebegeleiding 3,99 3,84 0,15 De studiefaciliteiten van je opleiding 3,96 3,86 0,10 De informatie vanuit je opleiding 3,93 3,87 0,06 De voorbereiding op de beroepsloopbaan 3,89 3,79 0,09 De verworven wetenschappelijke vaardigheden/praktijkgericht onderzoek 3,84 3,81 0,03 binnen je opleiding Toetsing en beoordeling (bijv. criteria van beoordeling en vorm van toetsing) 3,66 3,70-0,04 De studielast 3,57 3,54 0,02 De studieroosters 3,56 3,46 0,10 Hierbij valt op dat als er ergens energie gestoken moet worden in verbetering dit op het gebied van roosters, studielast en toetsing zou kunnen liggen. T.a.v. toetsing blijkt uit de verder analyse dat dit vooral komt door de lager score voor de momenten van toetsing (3,09) niet voor de toetsing zelf (kwaliteit 3,95). Overigens komen de algemene score en de onderliggende scores komen hierbij niet met elkaar over een. Hierbij mag opgemerkt worden dat deze items goed in de pas lopen met andere gezondheidszorg opleidingen, maar er ook zeker opleidingen (o.m. fysiotherapie) zijn die hoger scoren op de algemene items. 2

3 Voor de overige punten zou kunnen gelden: handhaven en oog blijven houden voor mogelijke kleine verbeteringen 2.2 Onderliggende items Op het meer onderliggende niveau kan vast gesteld worden dat van de op 86 direct door de opleiding te beïnvloeden items; 36% een 4 of hoger scoort 31% 3,8 tot 4 (uitgangspunt algemene streefwaarde 3,8) 33% 2,8 tot 3,8 (geen lagere waarden) Ook hier geldt logischer wijze dat verbeteringsmogelijkheden liggen bij de laagste scores. Hieronder zijn deze van hoog naar laag weergeven. Ook hier is te zien dat juist de faciliterende items lager scoren. Op zich juist goed beïnvloedbare items. Denk hierbij ook aan duidelijkheid en communicatie verschil Het contact met de beroepspraktijk (bijv. stages, gastsprekers) 3,78 3,78 0,00 Stage En Opleiding (themascore, nieuw vanaf 2013) 3,78 3,67 0,10 De aansluiting van de stages bij het overige onderwijs (was VoorbereidingBeroepsloopbaan_05 tot 2012) De mogelijkheid om zonder vertraging de gewenste studie-onderdelen te volgen (nieuw vanaf 2013) 3,77 3,57 0,20 3,76 3,70 0,06 Het schriftelijk rapporteren over praktijkgericht onderzoek 3,76 3,83-0,07 De haalbaarheid van deadlines 3,73 3,69 0,04 De informatie over de opzet van de opleiding (nieuw vanaf 2013) 3,72 3,63 0,09 De manier waarop je opleiding op klachten en problemen reageert (was Betrokkenheid _04 tot 2012) 3,72 3,54 0,18 Informatievoorziening (themascore, herberekend voor , anders berekend 3,71 3,62 0,09 vanaf 2013) De aansluiting van je opleiding bij je vooropleiding 3,70 3,67 0,03 Kwaliteitszorg (themascore, was Betrokkenheid tot 2012) 3,69 3,61 0,08 Studielast (themascore, anders berekend vanaf 2013) 3,66 3,62 0,05 De mate waarin de studiepunten (EC) overeenkomen met de daadwerkelijke studielast 3,66 3,60 0,06 (was Studielast_03 tot 2012, gewijzigde vraagstelling vanaf 2013) De geschiktheid van de onderwijsruimten 3,63 3,63-0,01 De wijze waarop je opleiding gebruik maakt van de uitkomsten van onderwijsevaluaties 3,63 3,63-0,01 (was Betrokkenheid_03 tot 2012) Studiefaciliteiten (themascore, herberekend voor ) 3,61 3,55 0,06 De voorbereiding op de stage door de opleiding (nieuw vanaf 2013) 3,59 3,43 0,15 Informatie over de uitkomsten van onderwijsevaluaties (was Betrokkenheid_02 tot 3,56 3,43 0, ) De mogelijkheid die je opleiding je biedt om zelf de inhoud te bepalen 3,52 3,60-0,08 De spreiding van de studielast over het studiejaar 3,49 3,46 0,03 De geschiktheid van werkplekken (bv. computers, studieruimten van voldoende kwaliteit) Het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen (was ToetsingBeoordeling_03 tot 2012) 3,48 3,40 0,08 3,39 3,27 0,12 Het tijdig bekendmaken van wijzigingen in het studierooster 3,26 3,19 0,08 Studierooster (themascore, herberekend voor ) 3,24 3,22 0,02 Het tijdig bekendmaken van de studieroosters 3,23 3,27-0,04 Het aantal toetsmomenten (nieuw vanaf 2013, duidingsvraag) 3,09 3,07 0,03 Ik vind deze hoeveelheid contacttijd: (nieuw vanaf 2013, duidingsvraag) 2,84 2,79 0,05 De beschikbaarheid van werkplekken (bv. voldoende werkplekken) 2,80 2,64 0,16 Apart dienen de volgende items genoemd te worden: 3

4 In deze onderwijsperiode wordt mij de volgende hoeveelheid contacttijd aangeboden: 2,24 2,36-0,13 (nieuw vanaf 2013, duidingsvraag) Bij mijn opleiding vallen lessen uit (nieuw vanaf 2013, duidingsvraag) 1,79 1,89-0,10 T.a.v. de contacttijd geldt dat studenten deze daadwerkelijk als lager ervaren hebben t.o.v. vorige jaren. Gescoord wordt overeenkomstig de werkelijkheid, sommige studenten zullen voor de laagste score kiezen, andere voor de iets hogere range: o 6 tot 12 klokuren per week o 12 tot 18 klokuren per week Als opleiding scoren we hierbij wel beduidend onder het landelijke gemiddelde (2,86). T.a.v. de uitval van de lessen scoren we ook onder het landelijk gemiddelde (2,07) en zijn we getalsmatig er op achteruitgegaan, maar dit moet positief gezien worden. Hoe lager hoe beter! 2.3 Organisatie en deelname aan de NSE In totaal hebben 227 studenten de enquête ingevuld. Dit is 48% en ligt boven het gemiddelde van Zuyd van 45%. Hiervan hebben 7 aangegeven een programma in een ander taal te volgen, 13 gaven aan een verkorte variant te volgen. Omdat deze getallen klein zijn, het niet duidelijk is of dat de Duitstalige variant betrof (deze data op naam zijn vertrouwelijk) en er geen opvallende verschillen zijn met de reguliere studenten is in de verwerking en het interpreteren van de gegevens hier geen rekening mee gehouden. Om studenten tot deelname aan de NSE uit te nodigen krijgen zij frequent mails van Zuyd. Ook vanuit de opleiding sturen we een paar keer een motiverende mail. Studenten geven aan deze mails veelal weg te klikken. Daarom is gekozen voor een wervende actie in korte tijd. In één week spreken docenten studenten aan op het invullen, wordt er tijd in de les voor vrij gemaakt, is er de reclame en snoep actie, een wervende mail en beelden via de televisie in de hal. Het resultaat is dat in zeer korte tijd de respons van 22% naar 48% is gegaan. Een verbetering om een hogere respons te krijgen zou kunnen zijn dat deze actie twee keer herhaald zou kunnen worden: in het begin en aan het einde. Daarnaast zouden in het algemeen de studenten nog meer betrokken kunnen worden bij de kwaliteitszorg binnen de opleiding. Ook docenten zouden hier een actievere rol in kunnen spelen. Blijft dat deze enquête met ruim meer dan 100 vragen een onding is, waarbij de betrouwbaarheid van de gegeven scores met enige reserve bekeken moet worden. 2.4 Nawoord De opleiding mag weer tevreden zijn. We doen het nog steeds ruim voldoende tot goed. Een streven naar alle scores boven de 4 zou mooi zijn, maar kijkend naar alle middelgrote en grote HBO-opleiding niet realistisch. We gaan zeker de eerste plaats concurrentie aan met de HAN. Voor het nieuwe onderwijs wordt dan de uitdaging om juist onze sterke punten: inhoud en docenten vast te blijven houden en de nieuwe organisatie van het onderwijs te versterken. Ook zullen we aan de ouderejaars op alle mogelijke manieren duidelijk moeten maken (communiceren en ook doen) dat hun onderwijs ook sterker wordt. De items van de NSE helpen hierbij zeker om tijdig deze punten te evalueren en niet te wachten op de scores van Pieter Wouda Aandachtsfunctionaris kwaliteitszorg 4

5 3 Bijlage webdiagrammen Onderwijskenmerkende variabelen Zuyd Gemiddelde Verschil Andere Ergo Zuyd / Overige Je studie in het algemeen 4,08 3,88 0,20 De voorbereiding op de beroepsloopbaan 3,89 3,45 0,44 Toetsing en beoordeling 3,66 3,35 0,31 Inhoud 3,93 3,58 0,35 Algemene Vaardigheden 4,23 3,86 0,37 Wetenschappelijke Vaardigheden Hbo 3,87 3,49 0,38 Docenten 4,10 3,66 0,44 Studielast 3,66 3,40 0,26 Stage En Opleiding 3,78 3,29 0,49 Stage Ervaring 4,07 3,89 0,18 5

6 Onderwijsfaciliterende variabelen Zuyd Gemiddelde Verschil andere Ergo Zuyd / Overige Studiebegeleiding 3,99 3,61 0,38 Informatievoorziening 3,71 3,19 0,52 Studierooster 3,24 2,90 0,34 Groepsgrootte 4,19 3,80 0,39 Studiefaciliteiten 3,61 3,48 0,13 Kwaliteitszorg 3,69 3,19 0,50 Studieomgeving 3,66 3,85-0,19 Huisvesting 3,91 2,77 1,14 6