over de erkenning van opleidingen in het stelsel betaald educatief verlof (BEV)

Transcriptie

1 ingeien op 61-F ( ) Nr juni 2016 ( ) Avies van e Sociaal-Economische Raa van Vlaaneren over e erkenning van opleiingen in het stelsel betaal eucatief verlof (BEV) verzencoe: ECO

2 2 61-F ( ) Nr Brussel 02/

3 61-F ( ) Nr. 1 3 Avies Erkenning van opleiingen in het stelsel BEV Brussel, 13 juni 2016

4 4 61-F ( ) Nr. 1 Aviesvraag: Motie houene raapleging van e SERV over erkenningen van opleiingen bij BEV Aviesvrager: Ontvangst aviesvraag: 14 maart 2016 Aviestermijn: 60 agen Decretale opracht: SERV-ecreet 7 mei 2004 art. 20 (SAR-functie) Goekeuring raa: 13 juni 2016

5 61-F ( ) Nr. 1 5 De heer Jan Peumans Voorzitter Leuvenseweg 86 B-1000 BRUSSEL contactpersoon ons kenmerk Brussel Mieke Valcke SERV_BR_ _ErkenningopleiingenBEV 13 juni 2016 mvalcke@serv.be Motie houene raapleging van e Sociaal-Economische Raa van Vlaaneren over het systeem van erkenningen van opleiingen inzake het stelsel betaal eucatief verlof (BEV) Geachte De raa heeft e vraag van het Vlaams parlement tot raapleging van e SERV m.b.t. e erkenning van opleiingen in het stelsel BEV goe ontvangen en bezorgt u hierbij een reactie op e vragen ie in e raapleging aan bo ienen te komen. De raa wijst er op at e interprofessionele Vlaamse sociale partners enkel irect betrokken zijn bij e aanvragen tot erkenning ie voorgeleg woren aan e erkenningscommissie, en at sins april Wat e opleiingen betreft ie automatisch woren goegekeur omat ze voorzien zijn bij wet, ligt e rationale bij e wetgever. Wat e opleiingen betreft ie erken woren oor e paritaire comités wijst e raa op e sectorale autonomie ter zake. De raa gaat niet in op e vraag naar suggesties voor verbetering van e opleiingsincentives, BEV en anere, aangezien it eel uitmaakt van het lopen overleg in het kaer van het Vormingspact. De raa geeft een kort overzicht van BEV in een aantal cijfers, schetst e manieren waarop e erkenningen gebeuren, geeft een inicatie van het aantal erkenningen, somt e erkenningscriteria op en gaat in op het besluitvormingsproces. Tot slot gaat e raa kort in op het kwaliteitstoezicht. Hoogachten Pieter Kerremans aministrateur-generaal Karel Van Eetvelt voorzitter

6 6 61-F ( ) Nr. 1 Inhou Inhou Avies Inleiing Situering van e aviesvraag Inhou van het avies Betaal eucatief verlof: overzicht Opleiingen ie recht geven De wijze van erkennen van BEV opleiingen Beleisoelstellingen Beleisoelstelling BEV - Voorturene vorming van werknemers Anere oelstellingen, afspraken en referentiekaers voor opleiing en vorming BEV in cijfers erkenningen automatisch erkene beroepsopleiingen algemene opleiingen paritair erkene opleiingen en aantal werknemers in eze opleiingen erkenningen oor e EC Erkenningscriteria Criteria automatische erkenningen Criteria paritaire comités Criteria Erkenningscommissie Besluitvorming Besluitvorming in e paritaire comités Besluitvorming oor e erkenningscommissie Toezicht en kwaliteit Samenstelling van e erkenningscommissie Taken van e erkenningscommissie Kwaliteitstoezicht Bibliografie Bijlage 1: erkene opleiingen per jaar

7 61-F ( ) Nr. 1 7 Avies 1 Inleiing 1.1 Situering van e aviesvraag Het Vlaams parlement keure op 9 maart 2016 een motie goe houene e raapleging van e SERV. Het Vlaams parlement gelast e raa met het uitbrengen van een avies over e ervaringen met het systeem van erkenningen van opleiingen inzake Betaal Eucatief Verlof (BEV) en it betreffene alle actoren ie in e iverse erkenningsproceures zijn betrokken. Het vraagt e raa in het avies aanacht te besteen aan volgene vragen m.b.t. e opleiingen ie ter erkenning woren aangeboen voor het stelsel BEV: 1. Hoeveel opleiingen woren jaarlijks erken of geweiger oor e iverse actoren? 2. Welke criteria ter erkenning of ter weigering woren hierbij gehanteer? 3. Op welke wijze gebeurt e besluitvormingsproceure voor zowel erkenningen als weigeringen? 4. Op welke wijze wort e beslissing gemotiveer? 5. Welke zijn e beleisoelstellingen van BEV en woren eze opgevolg? Welke mogelijke suggesties voor verbetering zijn er, zowel voor BEV als voor e anere opleiingsincentives? 6. Is e besluitvorming bij erkenning van opleiingen kwaliteitsvol en gerelateer aan e beleisoelstellingen? 7. Wort het toezicht op e erkenning van opleiingen oor e Vlaamse Erkenningscommissie op afoene wijze uitgevoer? Kan er extra aanacht woren bestee aan externe en objectieve kwaliteitszorg m.b.t. e opleiingen? Het Vlaams parlement besliste op 9 maart 2016 om ezelfe vragen aan het Rekenhof voor te leggen, ie een auit ter zake ient te verrichten. 1.2 Inhou van het avies Door e zese staatshervorming wer e bevoeghei voor BEV overgeragen naar het Vlaamse gewest; e effectieve overracht gebeure op 1 april De Vlaamse erkenningscommissie is slechts één jaar in werking. De uitspraken over e erkenningscommissie gebeuren met enig voorbehou gezien e beperkte ervaring van e Vlaamse intersectorale sociale partners in e Vlaamse erkenningscommissie. De interprofessionele sociale partners zijn enkel bij e aanvragen tot erkenning ie voorgeleg woren aan e erkenningscommissie irect betrokken. Wat e opleiingen betreft ie automatisch woren goegekeur omat ze voorzien zijn bij wet, ligt e rationale bij e wetgever. Dit avies gaat er slechts kort op in. Wat e opleiingen betreft ie erken woren oor e paritaire comités wijst e raa op e sectorale autonomie voor het vormgeven van het vormings- en opleiingsbelei in e sector. Voor een geetailleer zicht op e sectorale

8 8 61-F ( ) Nr. 1 erkenningen verwijst e raa naar e auit van het Rekenhof ie zich baseert op een online bevraging bij e paritaire comités 1. De raa formuleert geen antwoor op e vraag naar suggesties voor verbetering van e opleiingsincentives, BEV en anere, aangezien it eel uitmaakt van het lopen overleg in het kaer van het Vormingspact. De raa wijst er op at er in eze niet kan gesproken woren van een avies in e klassieke betekenis van het woor; e interprofessionele partners geven een zo volleig mogelijk antwoor op e vragen van het Vlaams parlement. 2 Betaal eucatief verlof: overzicht 2.1 Opleiingen ie recht geven Het betaal eucatief verlof (BEV) kan omschreven woren als het iniviueel recht toe aan werknemers uit e privésector om op eigen initiatief erkene opleiingen te volgen en om aartoe op het werk afwezig te zijn met behou van hun (begrens) loon. De werkgever kan in principe, behouens een aantal uitzoneringen, niet weigeren maar e planning wort via sociaal overleg geregel. Na e opleiing vraagt e werkgever e terugbetaling van e loonkost (forfaitair en us geplafonneer) oor het inienen van een schulvorering. De wetgeving m.b.t. BEV was een antwoor op een aantal tekortkomingen in e wet van 10 april 1973 betreffene e kreieturen voor werknemers met het oog op hun sociale promotie. De wetgeving m.b.t. het betaal eucatief verlof is terug te vinen in e Herstelwet van 22 januari 1985 houene sociale bepalingen, hoofstuk IV, Afeling 6 en in het KB van 27 augustus In 2.3 gaan we ieper in op e beleisoelstelling van it instrument. De wetgeving voorziet at het betaal eucatief verlof gelt voor zowel beroepsopleiingen als algemene opleiingen 2. De onerstaane opleiingen, ie minimum 32 lesuren moeten uren, komen in aanmerking. Beroepsopleiingen ie recht geven Het volwassenenonerwijs (vroegere onerwijs voor sociale promotie) georganiseer oor e Vlaamse Gemeenschap op het lager en hoger secunair niveau van het technisch- en beroepsonerwijs en op niveau van het hoger beroepsonerwijs. Bepaale opleiingen weren echter uitgesloten. Het gaat om opleiingen ie behoren tot e sierkunsten (tekenen, schileren, woninginrichting ), e huishoukune (koken, naa ) of e schoonheisverzorging (haartooi, schoonheiszorgen, manicure-peicure ). 1 Betaal eucatief verlof e erkenning van opleiingen, verslag van het Rekenhof aan het, Brussel, juni Bronnen: Sociaal Compenium en Sociaal Zakboekje , Wolters Kluwer, 2015 en

9 61-F ( ) Nr. 1 9 Het eeltijs kunstonerwijs, enkel e volgene opleiingen behorene tot e hogere secunaire cyclus of e hogere cyclus: architectuurtekenen, inustriële kunst, reclamekunst, toegepaste grafiek. De opleiingen in het hoger onerwijs ie leien naar e graa van bachelor of master (ook aanvullen) en ie 's avons of tijens het weeken woren georganiseer in instellingen voor hoger onerwijs. De opleiingen ie maximum éénmaal per week overag woren gegeven kunnen oor e werknemers gevolg woren inien hun arbeisregime nacht- of weekenprestaties inhout. De voorturene vorming in e mienstan: e onernemerschapstrajecten. De opleiingen zijn gericht op e uitoefening van verschillene zelfstanige beroepen. Sommige opleiingen zijn uitgesloten. De opleiingen in e lanbouwsector, meer bepaal e opleiingen van het type A,B en C beoel bij e regelingen met betrekking tot e scholing van e personen ie in e lanbouw werkzaam zijn. De opleiingen ie voorbereien op e uitoefening van een knelpuntberoep en georganiseer woren oor e bevoege gewestelijke ienst voor beroepsopleiing (VDAB, FOREM, Bruxelles-Formation, Arbeitsamt) geven sins 1 september 2012 recht op betaal eucatief verlof. De mien-jury: e werknemer ie zich inschrijft voor e examens van e examencommissie van e Vlaamse gemeenschap (of via examencontract voor het behalen van een iploma in het hoger onerwijs) heeft recht op het equivalent van riemaal e wekelijkse arbeisuur. De sectorale opleiingen erken oor een beslissing van het bevoege paritair comité. De organisatie kan woren toevertrouw aan een opleiingsinstelling of aan een onerneming. De opleiingen erken oor e erkenningscommissie. Het afleggen van een examen georganiseer oor e gefeereere overheen in het kaer van een systeem van certificering van verworven competenties: e eelname aan een ergelijk examen geeft recht op 8 uren eucatief verlof, op te nemen op e ag van het examen van certificering van verworven competenties. De opleiingen tot mentor ie in aanmerking komen voor e oelgroepverminering voor mentoren (sins 1/1/2013). Deze opleiingen mogen, bij wijze van uitzonering, miner an 32 lesuren omvatten. Voor het volgen van opleiingen ie voorbereien op knelpuntberoepen of ie leien naar een eerste iploma (hoger) secunair onerwijs kan een verhoog aantal uur toe woren. Het gaat aarbij stees om opleiingen ie tot een van e hierboven vermele erkene beroepsopleiingen moeten behoren. Algemene opleiingen ie recht geven Voor e toepassing van e regeling op het betaal eucatief verlof, woren als algemene opleiing beschouw: e opleiingen/cursussen georganiseer oor e representatieve werknemersorganisaties;

10 10 61-F ( ) Nr. 1 e opleiingen/cursussen georganiseer oor e jeug- en volwassenenorganisaties en oor e vormingsinstellingen opgericht of erken oor e representatieve werknemersorganisaties; e hierboven niet opgenomen opleiingen waarvan het programma erken is oor e erkenningscommissie. 2.2 De wijze van erkennen van BEV opleiingen Een beroepsopleiing kan op rie manieren erken woren om recht te geven op BEV. Een opleiing valt oner e beroepsopleiingen vermel in e wetgeving. 60% van alle werknemers ie een opleiing volgen met BEV volgen een ergelijke opleiing. Hieroner vallen ook e opleiingen ie toe leien naar een knelpuntberoep; ca 5% van e werknemers ie met BEV een opleiing volgen, volgen een opleiing ie toe leit naar een knelpuntberoep. Een opleiing kan erken woren oor een paritair comité. 31,5% van alle werknemers ie met BEV een opleiing volgen, volgen een opleiing ie is erken oor een paritair comité. Het programma van een opleiing, ie niet valt oner wat in e regelgeving is voorzien, kan woren erken oor e erkenningscommissie. 8,5% van e werknemers ie met BEV een opleiing volgen, volgen een opleiing ie is erken oor e erkenningscommissie. Wat e algemene opleiingen betreft, woren e programma s georganiseer oor e werknemersorganisaties en oor e oor hen erkene jeug-, volwassenen- en vormingsinstellingen. De inrichtene instelling moet het programma van eze opleiingen meeelen aan het epartement Werk en Sociale Economie en aan e erkenningscommissie. Wanneer een algemene opleiing niet automatisch erken wort, kan het programma ervan erken woren oor e erkenningscommissie. Het gaat hier an om algemene opleiingen georganiseer oor instellingen ie geen rechtstreeks of onrechtstreeks verban hebben met e representatieve werknemersorganisaties. De algemene opleiingen van e eerste twee categorieën woren gevolg oor 15,8% van alle werknemers ie een opleiing volgen met BEV. 2.3 Beleisoelstellingen Beleisoelstelling BEV - Voorturene vorming van werknemers Het Betaal Eucatief Verlof wort geregel oor e Herstelwet van 22 januari 1985 houene sociale bepalingen (B.S. 24/01/1985), hoofstuk IV, Afeling 6 Toekenning van betaal eucatief verlof in het kaer van e voorturene vorming van e werknemers. Deze wet is e opvolger van e wet op e kreieturen van De memorie van toelichting van e Herstelwet stelt at het eucatief verlof ient te woren beschouw als een iniviuele hulptechniek bij e opleiing en als het bevoorrechte instrument voor een algemeen belei inzake voorturene vorming at e toegang tot vorming voor een groter aantal werknemers vergemakkelijkt. De beroepsopleiingen moeten aanzienlijk bijragen tot e verhoging van het gemiele scholingspeil van arbeiskrachten en tot e verbetering van hun aanpassingsvermogen aan e

11 61-F ( ) Nr nieuwe technologieën. De algemene opleiingen moeten e economische, sociale en staatsburgerlijke inschakeling van werknemers bevoreren en vergemakkelijken oor het bijbrengen van kennis. Het oel van e toekenning van BEV is het onersteunen van werknemers ie naast hun arbei cursussen volgen en ie examens moeten voorbereien. Sins 1985 wer e BEV-regelgeving meerere malen gewijzig. Met het KB van 27 augustus 1993 weren e zogenaame hobby-opleiingen uitgesloten van het toepassingsgebie van BEV. De klemtoon kwam meer te liggen op e versterking van e loopbanen van werknemers en hun inzetbaarhei an op het levensbree leren. In maart 1995 wer het aantal uren opleiing at in aanmerking komt voor BEV verlaag, nl. voor beroepsopleiingen van 240 uur per jaar naar 100 of 120 uur per jaar (afhankelijk van of e lestijen samenvallen met e werktijen) en voor algemene opleiingen van 160 uur per jaar naar 80 uur per jaar. Beie aanpassingen weren mee ingegeven oor e wens om e uitgaven voor het stelsel niet verer te laten stijgen. Sins september 2012 geven opleiingen, georganiseer oor e VDAB, ie voorbereien op e uitoefening van een knelpuntberoep recht op een maximum van 180 uur per jaar Anere oelstellingen, afspraken en referentiekaers voor opleiing en vorming Zowel op Europees, feeraal als op Vlaams niveau zijn er oelstellingen, afspraken en referentiekaers voor wat betreft vorming en opleiing en levenslang leren. Er is een instrumentarium aanwezig om ie oelen te onersteunen en/of te realiseren. Voor at instrumentarium, e verschillene opleiingsincentives, zijn er geen cijfermatige oelstellingen vooropgestel. Het bugettaire kaer is mee bepalen voor e omvang en het bereik van een maatregel. Hieroner geven we enkele voorbeelen van referentiekaers: Interprofessionele akkooren Een interprofessioneel akkoor is een kaerakkoor at e vertegenwoorigers van e sociale partners uit e privésector om e twee jaar afsluiten. Deze IPA bevatten sins 1986 engagementen i.v.m. inspanningen op vlak van permanente vorming. Ook binnen e NAR formuleren e sociale partners aviezen m.b.t. vorming en opleiing, waaroner m.b.t. BEV 3. Sectorale afspraken De afspraken in e IPA ienen op sectoraal niveau vertaal te woren in cao s. Dat kan gaan om een aantal vormings- en opleiingsagen at wort vastgeleg, groeioelstellingen inzake vorming en opleiing, Aan Vlaamse zije is er e sectorconvenant, een samenwerkingsovereenkomst tussen e Vlaamse overhei en e sectorale sociale partners. Het bevoreren van levenslang leren en het 3 Hervorming van e uurkreietenregeling, Avies nr 625, Nationale Arbeisraa, 1 juni 1979; Betaal Eucatief Verlof. Aanpassing aan e behoeften van e 21 ste eeuw, Avies 1.660, Nationale Arbeisraa, 5 november 2008, e.a. Sins e 6 e staatshervorming formuleert e NAR geen aviezen meer m.b.t. BEV, e NAR kan it enkel nog voor aspecten ie feerale bevoeghei zijn gebleven.

12 12 61-F ( ) Nr. 1 realiseren van een geïntegreer strategisch vormings- en opleiingsbelei is één van e ecretale oprachten waar sectoren, via e sectorale opleiingsfonsen, aan ienen te werken. Pact 2020 Op 20 januari 2009 wer het Pact 2020 oor e Vlaamse regering, e sociale partners en het mienvel onerteken. Eén van e oelstellingen van het pact is at het aantal kortgeschoolen op e arbeismarkt aalt. Daartoe ient in % van e bevolking eel te nemen aan levenslang en levensbree leren. Jaarlijks woren e kerninicatoren van het Pact 2020 gemeten. In 2014 was het aaneel van e bevolking at een opleiing volgt 7,5%, wat een lichte stijging is t.a.v. 2013; it aaneel aale in 2015 opnieuw, tot 6,7%. De voorbije tien jaar kwam het aaneel nooit boven e 8%. 4 Vlaaneren is us nog ver verwijer van het oel van het Pact 2020 inzake vorming en opleiing. 2.4 BEV in cijfers Vooraleer stil te staan bij e erkenningen, geven we nog enkele globale cijfergegevens m.b.t. BEV. Er volgen jaarlijks ca werknemers opleiing in het stelsel van BEV in Vlaaneren. Dat is jaarlijks 2,9% van alle werknemers uit e private sector ie in aanmerking komen voor e maatregel. Dit aaneel blijft stabiel over e jaren, met een schommeling tussen 2,7% en 3,1%. De begroting 2015 (terugbetalingen voor het schooljaar ) voorziet in een totaal van euro voor e terugbetaling van e aanvragen betaal eucatief verlof, ongeacht het type opleiing. Voor e begroting 2016 (schooljaar ) is een totaal van euro voorzien, ongeacht het type opleiing 5. Bij e begroting 2016 is rekening gehouen met het vast forfait van 21,30 per opleiingsuur, waar it forfait voor e begroting 2015 nog 22,08 per opleiingsuur beroeg. Tabel 1 geeft het aantal werknemers at een opleiing volgt en e aangewene BEV-mielen weer naar categorie opleiing, zowel in absolute als in relatieve termen. 4 5 Pact Kerninicatoren Meting 2015., Stuieienst van e Vlaamse regering, oktober 2015, pag. 163 Bronnen cijfermateriaal: FOD WASO bewerkt oor epartement WSE, epartement WSE, antwoor op schriftelijke parlementaire vraag nr 793 van 23 september 2015 van Jan Hofkens

13 61-F ( ) Nr Tabel 1 BEV-werknemers en vereling van e mielen volgens opleiingstype (schooljaar , Vlaaneren) (n) (%) (in mio ) (%) Totaal ,0% 65,9 100% Volwassenenonerwijs ,8% 20,2 30,6% BA/MA hoger onerwijs 951 1,9% 1,6 2,4% Onernemersopleiingen Syntra ,1% 4,6 6,9% Sectorale opleiingen ,5% 22,6 34,2% Erkenningscommissie ,5% 3,4 5,2% Algemene opleiingen ,8% 6,1 9,2% Talen (in volwassenenonerwijs) ,7% 6,8 10,3% Overige opleiingen 897 1,8% 0,6 0,8% Bron: FOD WASO, bewerking epartement WSE Bepaale categorieën opleiingen benutten relatief miner mielen an het aaneel werknemers at een opleiing in ie categorie volgt, zou oen vermoeen. Een (eel)verklaring is het verschil in uur van e opleiingen. Kortere opleiingen zijn goekoper. 3 erkenningen 3.1 automatisch erkene beroepsopleiingen Een groot aanbo aan beroepsopleiingen (zie 2.1) valt oner het toepassingsgebie van e herstelwet van Ze zijn alus automatisch erken. Van alle werknemers ie een opleiing volgen met BEV, volgt 60% een opleiing uit eze groep opleiingen. Tabel 2 geeft een overzicht van e aantallen automatisch erkene opleiingen. Deze tabel is een uittreksel uit e tabel in bijlage 1.

14 14 61-F ( ) Nr. 1 Tabel 2 automatisch erkene opleiingen ( ) Erken Erken Erken Erken Georganiseer Georganiseer Georganiseer Georganiseer Volwassenenonerwijs (VO) niet niet DKO 4 58 in hogere DKO 4 58 in hoger DKO 4 58 in hoger DKO 4 58 in hoger DKO BA/MA Hoger onerwijs (avon / WE) Geen registratie niet Geen registratie niet Geen registratie 572 Geen registratie 581 Mienstans opleiingen niet niet Lanbouw Examencontract nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt Talen in VO niet niet EVC nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt VDAB nvt nvt Mentoropleiing 25 niet 27 niet 32 niet 38 niet Niet in behaneling Bron: epartement WSE

15 61-F ( ) Nr algemene opleiingen Tabel 3 geeft het aantal algemene opleiingen weer georganiseer oor e representatieve werknemersorganisaties en e oor hen erkene jeug-, volwassenen- en vormingsinstellingen. Tabel 3 algemene opleiingen BEV algemene opleiingen Bron: epartement WSE 3.3 paritair erkene opleiingen en aantal werknemers in eze opleiingen Tabel 4 geeft een inicatie van het aantal opleiingen erken oor e paritaire comités, per schooljaar. Wellicht gaat het om een onerschatting; uiing bij e cijfers is terug te vinen bij e tabel in bijlage 1. Tabel 4 Sectoraal erkene opleiingen BEV erkene sectorale opleiingen Bron: epartement WSE De raa verwijst voor e aantallen erkene opleiingen oor e paritaire comités ook naar e bevraging van e paritaire comités oor het Rekenhof en e verwerking van e resultaten van ie bevraging in e auit. In het schooljaar volgen over alle sectoren heen werknemers een sectorale opleiing. Tabel 5 geeft e vereling naar paritair comité weer voor e tien paritaire comités met het hoogste aantal werknemers ie een sectorale beroepsopleiing volgen met BEV.

16 16 61-F ( ) Nr. 1 Tabel 5 BEV-werknemers in sectorale beroepsopleiingen volgens paritair comité (schooljaar ), in verhouing tot alle werknemers in e sector (2 e kwartaal 2011) en in verhouing tot alle werknemers in een sectorale BEV opleiing (schooljaar ) PC Sector werknemers in sect. BEV opl (n) % t.o.v. totaal aantal werknemers in e sector % t.o.v. totaal aantal werkn. in sect. BEV opl. 330 Gezonheisiensten ,8% 24,8% 111 Metaal ,7% 21,3% 124 Bouwberijf ,4% 20,9% 126 Stoffering en houtbewerking ,0% 7,1% 318 Gezins- en bejaarenhulp 644 2,3% 3,9% 327 Beschutte en sociale werkplaatsen 635 2,4% 3,8% 118 Voeingsnijverhei 575 1,4% 3,4% 140 Vervoer 417 0,8% 2,5% 218 Aanvullen PC beienen 156 0,05% 0,9% 149 Metaal-, machine- en electrische bouw verwante sectoren 119 0,3% 0,7% Overige sectoren ,9% Totaal aantal eelnemers in sectoraal erkene beroepsopleiingen % Bron: FOD WASO, bewerking epartement WSE en SERV 3.4 erkenningen oor e EC Tabel 6 geeft het aantal erkene opleiingen weer oor e feerale en e Vlaamse erkenningscommissies is een overgangsjaar: tot maart 2015 weren e opleiingen behanel oor e feerale erkenningscommissie, vanaf april 2015 waren e erkenningen in hanen van e Vlaamse erkenningscommissie. Tabel 6 Neerlanstalige aanvragen tot erkenning van opleiingen BEV Jaartal Aanvraag tot erkenning Goekeuring 2013 (Feerale EC) (Feerale EC) (Feerale en Vlaamse EC) Bron: Antwoor op schriftelijke vraag Antwoor op schriftelijke vraag nr. 254 aan minister Muyters van K. Helsen

17 61-F ( ) Nr De motivatie om opleiingen te weigeren is terug te vinen in 4.3, waar het gaat over e erkenningscriteria. Bijkomene cijfers over het aantal verlengingen oor en het aantal nieuwe aanvragen bij e erkenningscommissie per kalenerjaar zijn terug te vinen in e tabel in bijlage 1. 4 Erkenningscriteria 4.1 Criteria automatische erkenningen Zoals vermel oner 2.1 ligt e beslissing over (e criteria voor) e automatisch erkene opleiingen bij e wetgever. Wat e opleiingen in het volwassenenonerwijs en e onernemerschapstrajecten bij Syntra betreft, wort er jaarlijks een lijst gepubliceer met opleiingen ie gevolg kunnen woren met BEV. Deze lijst is een geactualiseer overzicht van e erkene opleiingen. Er ontstaan immers nieuwe opleiingen waarvan moet woren afgetoetst of ze al an niet oner e lijst vallen ie in het KB van 27 augustus 1993 weren uitgesloten van het toepassingsgebie van BEV. Op e lijst wort ook aangeui welke opleiingen toeleien naar knelpuntberoepen (en recht geven op een hoger aantal uren BEV), it in overeenstemming met e oor e RVA vastgelege lijst van knelpuntberoepen. Deze geactualiseere lijsten zijn terug te vinen op werk.be. 4.2 Criteria paritaire comités Voor wat e erkenningscriteria betreft ie oor e paritaire comités woren gehanteer om opleiingen al an niet te erkennen verwijst e raa naar e auit van het Rekenhof. In e schriftelijke bevraging peilt het Rekenhof of er criteria zijn vastgeleg, hoe ze zijn omschreven, wanneer er aan e criteria is volaan en waarop eze criteria steunen (wetgeving, richtlijnen uit e sector,.). 4.3 Criteria Erkenningscommissie Aanvragen tot erkenning bij e erkenningscommissie ienen aan formele criteria te voloen. Ingevolge e regelgeving moet e aanvraag voor e start van e opleiing ingeien woren via een aanvraagformulier. In e praktijk bleek at het ossier bijgevolg in sommige gevallen (bijvoorbeel ingeien op 25 augustus en start opleiing op 1 september) pas na e start van e opleiing oor e erkenningscommissie kon woren behanel en goegekeur. Daarom wer recent afgesproken at het ossier vroeger moet woren ingeien, om e effectieve goekeuring mogelijk te maken, alvorens e opleiing van start gaat. De Vlaamse Erkenningscommissie hanteert meerere inhouelijke criteria voor het al an niet erkennen van een opleiing (mee ingegeven oor e wetgeving): inschrijvingskosten: inien te hoog wort financiering via BEV in vraag gestel; postgrauaten: is 3e-cyclus onerwijs en aarom niet-prioritair tenzij masteriploma geen voorwaare is maar ook op basis van ervaring inschrijving aanvaar wort, of als e opleiing een uielijke meerwaare biet; oelpubliek: hoog- of laaggeschool?;

18 18 61-F ( ) Nr. 1 kwaliteit organisator: voloene beken? (Beschikt over een anere officiële erkenning?); aanbo in art aan taalopleiingen is voloene, erkenning van privé-instellingen voor taalopleiingen is niet wenselijk (tenzij er ingespeel wort op een specifieke behoefte zoals Neerlans voor anerstaligen); behoefte op e arbeismarkt: komt een beroepsopleiing tegemoet aan een specifieke behoefte op e arbeismarkt?; e opleiing is gericht op een welbepaale berijfssector: e aanvraag wort voor erkenning oorgezonen naar het bevoege paritair comité (bv. gezonheiszorgen); het gaat om een bachelor of masteropleiing ie overag wort georganiseer: eze opleiingen woren niet goegekeur want e wetgever heeft ze expliciet uitgesloten. BA/MA ie s avons of in het weeken georganiseer woren komen automatisch in aanmerking. Deze lijst van criteria is niet limitatief. De leen van e Vlaamse erkenningscommissie geven aan at een erkenning niet op een mechanische wijze, maar weloverwogen en in consensus gebeurt. De beslissing hangt af van verschillene criteria en factoren samen: het soort opleiing, e oelgroep, e aanbieer, 5 Besluitvorming 5.1 Besluitvorming in e paritaire comités Ook voor wat betreft e besluitvorming m.b.t. erkenningen oor e paritaire comités verwijst e raa naar e auit van het Rekenhof. De bevraging van het Rekenhof geeft zicht op e manier waarop aanvragen ingeien moeten woren, hoe e besluitvorming verloopt, hoe beslissingen woren bijgehouen, hoe er gecommuniceer wort naar e aanvrager en of er beroep mogelijk is bij een beslissing. 5.2 Besluitvorming oor e erkenningscommissie Bij e opstart van e Vlaamse erkenningscommissie mien 2015 wer e werkwijze van e feerale erkenningscommissie groteneels overgenomen. Elke aanvrager ient e aanvraag met een aanvraagformulier over te maken aan e Vlaamse erkenningscommissie. Het aanvraagformulier ient volgene gegevens te bevatten: het type opleiing (beroeps- of algemene opleiing); aantal uren en e lesvorm (contacturen, stages, anere); ata en uurrooster; beknopt programma (het volleig programma moet als bijlage toegevoeg woren); oelgroep (vereiste iploma s); inschrijvingsgel en/of anere kosten ten laste van e eelnemer; aantal eelnemers (inien beschikbaar). Er woren bijkomene vragen gestel m.b.t. e opleiing: of het om een nieuwe opleiing gaat; of ze blijven ingericht wort; of e organisator van e opleiing erken is oor het ministerie van onerwijs of oor een anere instantie; Ook met betrekking tot e financiering van e opleiing woren een aantal bijkomene vragen gestel: of er een subsiie wort toe en welke kosten aarmee woren geekt. Een ere categorie vragen gaat over e eelnemers:

19 61-F ( ) Nr aantal eelnemers in e loop van e rie vorige jaren; het aantal personen at aanspraak kan maken op BEV, e voorelen ie e vroegere eelnemers gehaal hebben uit e opleiing (verkregen betrekking, promotie, of anere). Elk ossier at binnenkomt, wort oor e aministratie Werk en Sociale Economie voor e bijeenkomst van e erkenningscommissie onerzocht. De voorzitter formuleert een voorstel tot beslissing. Ongeveer één week voor elke vergaering woren alle ossiers ie op e agore staan ter beschikking gestel van e leen. Alle ossiers woren aarna besproken op e vergaering van e erkenningscommissie. De feerale erkenningscommissie verleene eerst een erkenning voor één jaar, en na evaluatie, erkenningen voor bepaale of voor onbepaale uur. In e Vlaamse erkenningscommissie is er, in afwachting van een eventuele hervorming, een geformaliseere afspraak at er stees een erkenning wort gegeven voor één jaar en at er na een gunstige evaluatie een erkenning voor twee jaar wort gegeven. Alle organisatoren woren per brief of via mail oor e aministratie Werk en Sociale Economie geïnformeer over e al an niet erkenning van hun opleiing en e motivatie bij e beslissing van e erkenningscommissie. De wetgeving betaal eucatief verlof voorziet geen mogelijkhei voor aanbieers van opleiingen om formeel beroep aan te tekenen tegen een beslissing van e erkenningscommissie. 6 Toezicht en kwaliteit 6.1 Samenstelling van e erkenningscommissie De Vlaamse erkenningscommissie bestaat uit: een voorzitter ie e Vlaamse minister, bevoeg voor het tewerkstellingsbelei, vertegenwoorigt, en zijn plaatsvervanger; rie afgevaarigen van e representatieve werkgeversorganisaties en rie afgevaarigen van e representatieve werknemersorganisaties, en hun plaatsvervangers; een vertegenwooriger van e Vlaamse minister, bevoeg voor het onerwijs, en zijn plaatsvervanger; een vertegenwooriger van e Vlaamse minister, bevoeg voor e professionele vorming, en zijn plaatsvervanger; een secretaris, en zijn plaatsvervanger. Enkel e werkgevers- en werknemersvertegenwoorigers hebben stemrecht. De commissie kan een beroep oen op eskunigen en technici volgens e voorwaaren van het huishouelijk reglement. De voorzitter, e effectieve leen en e plaatsvervangene leen van e commissie woren benoem oor e Vlaamse minister, bevoeg voor het tewerkstellingsbelei. De afgevaarigen van e werknemers- en werkgeversorganisaties woren benoem op voorracht van e SERV. 6.2 Taken van e erkenningscommissie De taken van e erkenningscommissie zijn:

20 20 61-F ( ) Nr. 1 erkenning van het programma van opleiingen en intrekking of schorsing van e erkenning voor ie opleiingen; intrekking of schorsing van e erkenning van anere rechtgevene opleiingen; halfjaarlijks: ontwikkeling van e bugettaire situatie opvolgen; uit eigen beweging of op verzoek van e minister avies uitbrengen in verban met vraagstukken betreffene betaal eucatief verlof. De erkenningen gegeven oor e erkenningscommissie betreffen autonome beslissingen. 6.3 Kwaliteitstoezicht De kwaliteit van e automatisch erkene opleiingen wort opgevolg oor het kwaliteitssysteem van e aanbieers (CVO s, hogescholen, universiteiten, Syntra, kunstacaemies, ), e inrichtene macht en e bevoege overhei. De kwaliteit van e sectorale opleiingen wort opgevolg oor e paritaire comités (zie auit Rekenhof). De kwaliteit van e algemene opleiingen wort opgevolg oor het kwaliteitssysteem van e aanbieers, zijne e synicale organisaties en instellingen voor jeug- en volwassenenorganisaties erken oor e synicale organisaties. De verstrekkers van e algemene opleiingen woren onerworpen aan e kwaliteitscontrole van bv. het ecreet Sociaal-Cultureel Werk. In at kaer vinen o.a. ook visitaties plaats. De lijst van e algemene opleiingen wort jaarlijks oor e aanbieers overgemaakt aan e bevoege aministratie, ie e formele voorwaaren checkt. De leen van e erkenningscommissie ontvangen jaarlijks eze lijst met e mogelijkhei tot vraagstelling. Er is toezicht op e kwaliteit van e oor e erkenningscommissie erkene opleiingen oor e erkenningscommissie via e evaluatieverslagen ie jaarlijks, aan het eine van e opleiingscyclus moeten bezorg woren. Ook aanvragen tot verlenging van erkenningen moeten vergezel zijn van ergelijk verslag. Het evaluatieverslag ient o.a. gegevens te bevatten m.b.t.: e uur van e opleiing bij aanvraag en e exacte uur van e opleiing; e ata en uurrooster waarop e contacturen les zijn oorgegaan; het aantal eelnemers en het aantal eelnemers ie een beroep een op BEV; het opleiingsniveau van e eelnemers. Het evaluatieverslag bevat ook e beooreling oor e eelnemers van e opleiing en van e trainers en een tabel met het totaal aantal eelnemers ie e cursus succesvol hebben afgeron of ie e opleiing hebben stopgezet. De erkenningscommissie kan bij het krijgen van het evaluatieverslag stees beslissen om e erkenning in te trekken of te schorsen. Op e erkenningscommissie wort e halfjaarlijkse opvolging van het buget geageneer. Het epartement WSE liet ook rees een eerste aantal inspecties uitvoeren m.b.t. uitbetalingsossiers.

21 61-F ( ) Nr Bibliografie 152 ste boek van het Rekenhof, eel 1, zitting Antwoor op schriftelijke vraag nr. 254 aan minister Muyters van K. Helsen Antwoor op schriftelijke vraag nr. aan minister Muyters van J. Hofkens Betaal eucatief verlof e erkenning van opleiingen, verslag van het Rekenhof aan het, Brussel, juni Herstelwet van 22 januari 1985 houene sociale bepalingen (B.S. 24/01/1985), hoofstuk IV, Afeling 6 Toekenning van betaal eucatief verlof in het kaer van e voorturene vorming van e werknemers en e memorie van toelichting van 10 augustus 1984 Piret Christian, Creutz Emile, Het eucatief verlof in België: een wet op e helling? in Beroepsopleiing. Europees tijschrift, Ceefop, nr. 6 sept-ec 1995 Stuieienst van e Vlaamse regering, Pact Kerninicatoren Meting 2015., oktober 2015 Sociaal Compenium Sociaal zakboekje 15-2, Kluwer, 2015

22 22 61-F ( ) Nr. 1 Bijlage 1: erkene opleiingen per jaar Schooljaar Schooljaar Schooljaar Schooljaar TYPE OPLEIDING Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re volwassenenon erwijs (sociale promotie) eeltijs kunstonerwijs BA/MA Hoger onerwijs (avon / weeken) mienstansopl eiingen niet NVT NVT niet 4 NVT NVT 58 in hoger e DKO ***** NVT NVT niet niet NVT NVT niet 457 NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT 58 in hoger DKO ***** NVT NVT niet 4 NVT NVT 58 in hoger DKO 4 NVT NVT 58 in hoger DKO ***** NVT NVT 572 ***** NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT 406 lanbouw 104 NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT 108 examencontract NVT Examen, geen opleiing, us wort niet erken. sectorale opleiingen* beroepsopleiing erken oor e erkenningscomm issie ** * * niet niet 564 * * niet niet * * niet niet 653 * * niet niet

23 61-F ( ) Nr Schooljaar Schooljaar Schooljaar Schooljaar TYPE OPLEIDING Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re Totaal aantal erkene nieuw erkene verlenginge n van georganisee re AO oor werknemersorga nisaties en oor jeug-en volwassenenorga nisaties (geen gesplitste registratie) AO goegekeur oor e erkenningscomm issie** Talen in volwassenenon erwijs Erkenning verworven competenties (ervaringsbewijs) VDAB / FOREM / BXL-Formation / Arbeitsamt **** 440 NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT NVT 525 niet niet NVT NVT niet NVT knelpuntopleiingen VDAB waren nog niet erken ikv BEV niet niet niet 115 NVT NVT NVT NVT NVT NVT 115 NVT test, geen opleiing, us wort niet erken 290 NVT NVT NVT NVT NVT NVT 827 Mentoropleiing* ** Niet in behaneling niet niet niet niet Bron: Departement WSE Op basis van op 27 mei 2016 beschikbare en aangelevere informatie

24 24 61-F ( ) Nr. 1 * Sectorale opleiingen: lijsten woren per paritair comité bijgehouen en per kalenerjaar. PC bezorge eze lijsten aan VEC. Hierbij wort geen onerschei gemaakt tussen nieuwe opleiingen of verlengingen, us het is onmogelijk eze lijst te filteren op nieuwe erkenningen/verlengingen. Sins 2014 wort alles igitaal bijgehouen in een atabank van e FOD WASO. In eze atabank woren enkel e positieve, negatieve of stopzettingen geregistreer. Daarnaast is e lijst ook opgestel per kalenerjaar, niet per schooljaar. Gegevens in tabel weren us opgesplitst.jaar 2011 wer ingevul in luik schooljaar , jaar 2012 wer ingevul in luik schooljaar , ** De (Vlaamse) erkenningscommissie heeft lijsten per kalenerjaar, niet per schooljaar. Gegevens weren in e tabel us opgesplitst per jaar: jaar 2011 wer ingevul in luik schooljaar , jaar 2012 wer ingevul in luik schooljaar , Vanaf 1/4/2015 gebeuren e erkenningen oor e Vlaamse erkenningscommissie, voorien oor e feerale erkenningscommissie *** Enkel e opleiingen ie in aanmerking komen voor e oelgroepverminering mentoren, komen ook in aanmerking voor BEV, it is een nietlimitatieve lijst, maar wort oor e ienst BEV als basis voor behanelen ossiers gebruikt. Alle opleiingen ie ingeien woren bij e DWSE (voorheen FOD WASO) staan in eze lijst vermel, per nieuw ossier kunnen hier iverse opleiingen bijkomen inien zij voloen aan e voorwaaren uit wetgeving mentorkorting. Lijst wort an meteen geupate. Voor e tabel hierboven weren eze upates per jaar gebunel. Niet kan iverse oorzaken hebben: e informatie wer niet bezorg, e informatie wort niet geregistreer bij e bevoege actoren, e informatie is niet beschikbaar. **** De lijst met knelpuntopleiingen van VDAB (opleiingen zowel in eigen beheer als bij tenerpartners van VDAB) wort jaarlijks naast e lijst van knelpuntopleiingen van e RVA geleg. De RVA past eze lijst jaarlijks aan (te vinen op website RVA) ***** Enkel e ba en ma 's avon en/of tijens weekeine (wort niet geregistreer bij Dep.onerwijs, wel gecontroleer oor DWSE op attest)