Principe akkoord afgesloten door LBV en OnderhoudNL. Augustus 2016

Transcriptie

1 Principe akkoor afgesloten oor LBV en OnerhouNL Augustus 2016 LOOPTIJD CAO De nieuwe cao wort afgesloten met een looptij van rie jaar, van 1 oktober 2016 tot en met 30 september WIJZIGINGEN, INDEXERING EN VERHOGINGEN De uurlonen in e loonschalen en, inien van toepassing, e FUWA-toeslag, woren als volgt verhoog: a. week 41 van 2016 met 0,75 procent van het bruto jaarloon in e vorm van een eenmalige uitkering (waarbij gelt naar rato van aantal maanen in 2016 gewerkte maanen bij betreffene werkgever); b. week 1 van 2017 met 3,25 procent structureel; c. week 41 van 2017 met 1,5 procent structureel. De loonsverhoging over e perioe van 1 januari 2018 tot en met 31 ecember 2018 wort vóór of uiterlijk op 1 ecember 2017 oor partijen bij eze cao overeengekomen. De loonsverhoging over e perioe van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019 wort vóór of uiterlijk op 1 ecember 2018 oor partijen bij eze cao overeengekomen. LOON met ingang van week 1 van 2017 (2 januari 2017) LG 1 LG 2 LG 3 LG 4 LG 5 LG 6 LG 7 LG 8 LG 9 UURLOON (+ 3,25 procent) 17,76 18,76 19,77 20,86 22,32 23,87 25,53 15,94 16,82 17,32 18,33 19,28 20,34 21,74 23,27 24,89 15,39 16,26 16,88 17,91 18,78 19,81 21,19 22,67 24,26 14,89 15,69 16,42 17,47 18,30 19,30 20,64 22,09 23,62 MIDDEN 14,33 15,14 15,99 17,06 17,80 18,77 20,08 21,49 22,98 AANLOOPSCHALEN 13,81 14,58 15,53 16,53 17,30 18,25 19,52 20,87 22,35 13,27 14,02 15,10 16,01 16,81 17,73 18,96 20,28 21,70 12,76 13,45 14,64 15,50 16,31 17,21 18,41 19,68 21,07 2 e JAAR 10,21 10,76 11,36 12,00 12,66 1 e JAAR 8,29 8,74 9,23 9,75 10,28 14,20 15,00 15,83 16,69 17,85 19,10 20,44 1

2 LOON met ingang van week 41 van 2017 (9 oktober 2017) LG 1 LG 2 LG 3 LG 4 LG 5 LG 6 LG 7 LG 8 LG 9 UURLOON (+ 1,5 procent) 18,03 19,04 20,07 21,17 22,65 24,23 25,91 16,18 17,07 17,58 18,60 19,57 20,65 22,07 23,62 25,26 15,62 16,50 17,13 18,18 19,06 20,11 21,51 23,01 24,62 15,11 15,93 16,67 17,73 18,57 19,59 20,95 22,42 23,97 MIDDEN 14,54 15,37 16,23 17,32 18,07 19,05 20,38 21,81 23,32 AANLOOPSCHALEN 14,02 14,80 15,76 16,78 17,56 18,52 19,81 21,18 22,69 13,47 14,23 15,33 16,25 17,06 18,00 19,24 20,58 22,03 12,95 13,65 14,86 15,73 16,55 17,47 18,69 19,98 21,39 2 e JAAR 10,36 10,92 11,53 12,18 12,85 1 e JAAR 8,41 8,87 9,37 9,90 10,43 14,41 15,23 16,07 16,94 18,12 19,39 20,75.ARBEIDSTIJDEN De normale arbeisuur beraagt: 7,5 uur per werkag, c.q. 37,5 uur per werkweek. De werkweek loopt van maanag tot en met vrijag. Inien wort gewerkt volgens het Raamwerk Werkspreiing Schilers, een jaarmoel, e regeling meertijwerk of e overlegregeling arbeistijen kan e normale arbeistij woren verleng. De regeling Raamwerk Werkspreiing Schilers gelt tot en met uiterlijk week 12 in Het maximaal aantal te werken uren per ag (inclusief, pauze, overwerk en reistij) beraagt: 12 uur. Het maximaal aantal te werken uren per loonperioe van 4 weken beraagt: 180 uur. De normale werkag ligt tussen 6.00 uur en uur. Van het bepaale in it li mag woren afgeweken, inien in ploegenienst wort gewerkt. WERKEN OP ZATERDAGEN, ZONDAGEN EN ALGEMEEN ERKENDE FEESTDAGEN 1. Met arbei op zaterag, zonag en algemeen erkene feestagen wort beoel het werken op ie betreffene agen tussen en uur. 2. De werknemer is niet verplicht te werken op zonagen en algemeen erkene feestagen. Inien e werkgever hiervan wenst af te wijken an is at alleen mogelijk in overleg met e werknemer. OVERWERK, VERSCHOVEN ARBEIDSTIJD EN CONSIGNATIEDIENST 1. Oner overwerk wort verstaan het verrichten van arbei oor e werknemer op verzoek van e werkgever na 170 uur per loonperioe van 4 weken of na het aantal uren at is afgesproken in e overlegregeling arbeistijen, een Raamwerk Werkspreiing of jaarmoel. Daarbij gelt at: a. een werknemer niet verplicht kan woren tot het verrichten van overwerk; b. overwerk, ter wille van e spreiing van e werkgelegenhei, tot een minimum wort beperkt. 2. Structureel overwerk is niet toegestaan, behouens in bijzonere gevallen, ter beooreling aan partijen bij eze cao, waarbij oner structureel overwerk wort verstaan: overwerk at met een vaste frequentie geurene meerere weken achtereen plaatsvint. 3. Oner verschoven arbeistij wort verstaan het verrichten van arbei geurene e normale arbeisuur per ag, waarbij e grenzen van e normale werkag (tussen 6.00 en uur) en/of e normale werkweek (maanag tot en met vrijag) woren overschreen. 4. Oner consignatieienst wort verstaan at e werknemer buiten e normale werktij zoals genoem in artikel 12, Ii 2 van eze cao op oproep beschikbaar moet zijn om zo spoeig mogelijk arbei te verrichten. 2

3 5. Bij een consignatieienst van maanag tot en met vrijag ient e werknemer op naer te bepalen agen tussen maanagmorgen uur en zateragmorgen uur buiten e normale werktijen beschikbaar te zijn om op oproep zo spoeig mogelijk arbei te verrichten. 6. Bij een consignatieienst in het weeken ient e werknemer tussen zateragmorgen uur en maanagmorgen uur beschikbaar te zijn om op oproep zo spoeig mogelijk arbei te verrichten. OVERWERKTOESLAG 1. Er is sprake van overwerk zora het aantal gewerkte uren in een loonperioe van 4 weken (20 agen), het aantal van 170 uur overschrijt. 2. Inien e werknemer e werkgever verzoekt om een ag ie tot e reguliere werkweek behoort incienteel an wel structureel te ruilen met een zaterag, an zal ook in at geval gelen at er sprake is van overwerk inien het aantal gewerkte uren in een loonperioe van 4 weken (20 agen), het aantal van 170 uur overschrijt. 3. Voor ieer gewerkt overuur betaalt e werkgever een toeslag van 25 procent op het bruto uurloon. 4. Dit artikel is niet van toepassing op e werknemer UTA. OVERWERKTOESLAG OP ZATERDAG, ZONDAG EN ALGEMEEN ERKENDE FEESTDAGEN 1. Inien e werkgever e werknemer verzoekt om te werken op zaterag, zonag of op een algemeen erkene feestag, an heeft e werknemer op zaterag recht op een overwerktoeslag van 40 procent van het bruto uurloon en op zonag en op een algemeen erkene feestag recht op een toeslag van 100 procent van het bruto uurloon. 2. Inien e werknemer e werkgever verzoekt om op een zaterag, zonag of een algemeen erkene feestag te werken, en e werkgever honoreert it verzoek, an vervalt aarmee e overwerktoeslag. 3. Inien e werknemer e werkgever verzoekt een zaterag, zonag of een algemeen erkene feestag om te ruilen met een niet algemeen erkene feestag, en e werkgever honoreert it verzoek, an vervalt aarmee e overwerktoeslag. OVER DE BEOORDELINGSSYSTEMATIEK: Aanpassing graaties beoorelingsmethoiek: De bestaane beoorelingsgraaties komen te vervallen. Het aantal graaties in e beoorelingsmethoiek wort als volgt: Onvoloene, voloene, goe (1 loontree), zeer goe (twee loontreen). Aanpassing toekenning loontree: In geval van een goee beooreling: ingaane week 25 één loontree in het loongebouw. In geval van een zeer goee beooreling: ingaane week 25 twee loontreen in het loongebouw. Vooraankoniging beooreling: Van e werkgever wort verwacht at hij zijn werknemer, óók geurene het jaar, moneling an wel schriftelijk, op e hoogte hout van iens wijze van functioneren. Wanneer een werknemer voloene functioneert, terwijl van e werknemer een goee prestatie wort verwacht om in aanmerking te kunnen komen voor een stijging in loontree, an moet e werknemer hiervan tijig op e hoogte woren gebracht, zoat hij e mogelijkhei heeft om zich te verbeteren. BEEINDIGING VAKANTIEFONDS, REGELING SENIORENDAGEN EN AANVULLINGSREGELINGEN OP 1 JANUARI 2017: Met ingang van 1 januari 2017 komen het Vakantiefons, e seniorenagenregeling en e aanvullingsregelingen te vervallen. In 2017 woren uitsluiten nog e in 2016 ontstane rechten bij WW toegeken. 3

4 PGGM: PGGM heeft, even voor e zomervakantie 2016, laten weten met ingang van 1 januari 2017 te zullen stoppen met e uitvoering van cao regelingen. Het berijfstak Pensioenfons zal PGGM wel oner haar hoee houen. Cao partijen zijn in overleg met een bureau at voor verschillene berijfstakken gelijksoortige regelingen uitvoert waarover binnen ons Principe Akkoor afspraken zijn gemaakt. VERDELING RESERVES FONDSEN DIE REEDS ZIJN OF KOMEN TE VERVALLEN: Vakantiefons en regeling extra verlof ouere werknemers: eze reserve wort ingezet ten behoeve van een éénmalige uitkering aan alle meewerkers ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 55 jaar hebben bereikt en ie op het moment waarop eze uitkering wort toegeken, een vast ienstverban in e berijfstak hebben. Aanvullingsregeling: eze reserve wort ingezet voor e in het principe akkoor benoeme aanvulling op e uitkering van ie meewerkers ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 55 jaar hebben bereikt (uitgezoner UTA personeel) en, naast het recht op een aantal vrije agen, ook het recht hebben op een vaste bijrage per jaar (tot en met 2021). Vanaf het moment at het fons eze kosten niet langer kan ragen, an komen e kosten voor eze aanvulling voor rekening werkgever. IBR regeling: zie hieroner bij Iniviuele Buget Regeling (IBR) wort Transitiefons O&O fons: e werkgevers- en werknemersorganisatie(s) betrokken bij eze cao kunnen, eenieer voor maximaal 50% van e aanwezige reserve, subsiieaanvragen oen bij het fons welke in lijn zijn met het oorspronkelijke besteingsoel van het fons. INRICHTEN: FONDS NALEVING EN HANDHAVING, VERZEKERING DUURZAME INZETBAARHEID, TRANSITIEFONDS EN VOORTZETTEN COLLECTIEVE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING (COV) Cao, Naleving en Hanhaving (fons): De premie wort 50/50 oor werkgevers en werknemers opgebracht. Werkgevers en werknemers zijn gezamenlijk verantwoorelijk voor het beheer van e gelen. Duurzame inzetbaarhei (verzekering): De premie wort 100% oor werkgevers opgebracht. De verzekering wort voor e uur van 5 jaar met e verzekeringsmaatschappij afgesloten. Werkgevers en werknemers overleggen geurene e looptij van e cao over e effectiviteit/uitvoerbaarhei van e regeling en passen eze, zo noig geurene e looptij van e cao, aan. Transitiefons: scholing in relatie tot uurzame inzetbaarhei (geen inbreng premies) Er wort geen premie ingeleg, e reserves uit e oue IBR regeling woren, na inrichting van het Transitiefons, in het fons gestort en ingezet voor scholing van werknemers met een relatie tot uurzame inzetbaarhei. Werkgevers en werknemers zijn gezamenlijk verantwoorelijk voor het beheer van e gelen. 4

5 Collectieve ongevallen verzekering COV (voortzetting verzekering): De premie wort 100% oor werkgevers opgebracht. De verzekering wort voor e uur van 5 jaar met e verzekeringsmaatschappij afgesloten. Werkgevers en werknemers overleggen geurene e looptij van e cao over e effectiviteit/uitvoerbaarhei van e regeling en passen eze, zo noig geurene e looptij van e cao, aan. VERGOEDINGEN: De uitrustingsvergoeing beraagt 1,60 per ag. De maaltijvergoeing bij overwerk beraagt 8,00 per ag. Werkgevers stellen als voorwaare at met e belastingienst afspraken woren gemaakt om e stijging van eze vergoeingen belastingvrij én buiten e werkkostenregeling te houen. REISKOSTEN- EN REISURENVERGOEDINGEN: Reiskostenvergoeing De vergoeing beraagt in euro s: VERVOERMIDDEL PER KILOMETER Bromfiets 0,11 Auto 0,30 Voor een leerling-werknemer gelt at e eerste 10 kilometers heen en e eerste 10 kilometers terug, niet voor een reiskostenvergoeing in aanmerking komen. Reisurenvergoeing Vergoeing van 10 euro bruto per uur waarbij het eerste uur voor eigen rekening werknemer. Vergoeing voor e chauffeur beraagt 12,50 euro bruto per uur. De werknemer tot en met 21 jaar: vergoeing van 50 procent van zijn bruto loon per uur waarbij het eerste uur voor eigen rekening werknemer. Voor e leerling-werknemer gelt tevens at e eerste 10 km heen en e eerste 10 km terug, niet voor een reisurenvergoeing in aanmerking komen. LOON LEERLING-WERKNEMER (met ingang van leerjaar 2016/2017) De leerling-werknemer wort opgelei op 3 verschillene niveaus, te weten: a. niveau 1: Assistent schiler; b. niveau 2: Schiler; c. niveau 3: Gezel. 1. De leerling-werknemer ie nieuw instroomt in e opleiing, wort ingeschaal op e laagste tree van e leerling-schalen. 2. De leerling-werknemer ie zijn iploma behaalt en oorstroomt naar een volgen niveau, maakt in e loonschaal een horizontale stap (op ezelfe tree in e tabel). 3. De leerling-werknemer ie instroomt in leerjaar 2016/2017, zal, met ingang van e eerst mogelijke loonperioe, woren ingeschaal volgens e loonschaal hieroner. Week 1 in 2017 (2 januari 2017) +3,25% NIVEAU 1 (BBL-1) NIVEAU 2 (BBL-2) NIVEAU 3 (BBL-3) 10,76 12,00 12,66 8,75 9,75 10,28 6,73 7,51 7,92 5,38 6,00 6,33 Week 41 in 2017 (9 oktober 2017) +1,5% NIVEAU 1 (BBL-1) NIVEAU 2 (BBL-2) NIVEAU 3 (BBL-3) 5

6 10,92 12,18 12,85 8,88 9,90 10,43 6,83 7,62 8,04 5,46 6,09 6,42 a. De leerling-werknemer ie start in een BBL-1 of BBL 2 constructie ontvangt een leerwerkovereenkomst voor e uur van 1 maan, oner e noemer: kennismaken met het vak. Inien eze eerste perioe succesvol is afgesloten, an ontvangt e leerling-werknemer aansluiten een leerwerkovereenkomst voor een perioe van maximaal 6 maanen oner e noemer: werken aan e basis. b. Inien eze perioe ook succesvol is afgesloten, an ontvangt e leerling-werknemer een leerwerkovereenkomst voor e resterene uur van e opleiing oner e noemer: maatwerk. Afhankelijk van functioneren, e voreringen van e leerling-werknemer geurene e opleiing, kan aan e leerling-werknemer eerer een leerwerkovereenkomst woren aangeboen. c. De leerling-werknemer in een BBL-3 constructie ontvangt een leerwerkovereenkomst voor e uur van e opleiing. 4. De leerling-werknemer met een leerwerkovereenkomst: a. ontvangt loon over het aantal gewerkte uren (in principe 4 agen per week à 7,5 uur per ag is 30 uur per week) en bouwt aarover vakantierechten op. b. ontvangt geen loon over e agen at hij naar school moet en bouwt over eze schoolagen evenmin vakantierechten op. SCHOLING VAKVOLWASSEN MEDEWERKERS Het regelmatig (bij) scholen van werknemers bevorert e uurzame inzetbaarhei van meewerkers. Werkgevers- en vakbon LBV zien aar een belangrijke verantwoorelijkhei voor e berijven in onze berijfstak. Voor 1 juli 2017 richten cao partijen een regeling in ie aawerkelijk bij zal ragen aan het (bij)scholen van e werknemers in e berijfstak. DUURZAME INZETBAARHEID De werknemer heeft in het kaer van uurzame inzetbaarhei met ingang van 1 januari 2017 ééns in e 5 jaar recht op een loopbaancheck en, wanneer van toepassing, een aviesgesprek (an wel aviestraject). Daarnaast blijft het perioiek arbeisgeneeskunig onerzoek (PAGO) een onereel van e regeling. Uitgangspunt: meewerkers effectief begeleien om gezon én met plezier in hun werk te helpen naar het moment waarop zij met pensioen gaan. 4-DAAGSE WERKWEEK (ook voor e werknemer UTA) De werknemer ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 60 jaar heeft bereikt, heeft in 2016 nog het recht om in het jaar voorafgaan aan zijn pensionering (vroegpensioen of oueromspensioen) een 4-aagse werkweek te realiseren. Deze agen woren alléén in 2016 nog aan e werknemer oorbetaal. BEEINDIGING EN AFBOUWREGELING SENIORENDAGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI De werknemer ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 55 jaar heeft bereikt, valt binnen eze afbouwregeling. Het aantal, oor een werknemer op 1 januari 2016 opgebouwe seniorenagen, wort in eze regeling bevroren tot aan e pensioenleeftij. 2. De werknemer ie niet het gehele jaar in ienst is, an wel parttime werkt, heeft naar evenreighei recht op seniorenagen an wel e aarbij horene vergoeing. 3. De werknemer komt, in overleg met e werkgever, tot een goee spreiing van e opname van e seniorenagen, ie binnen het bewuste kalenerjaar ienen te woren opgenomen. 4. De werknemer kan niet verplicht woren e seniorenagen op te nemen noch kan e werkgever woren verplicht niet opgenomen agen uit te betalen. 5. De werknemer ie voor 2021 e berijfstak verlaat, verliest het recht op seniorenagen. 6. De werknemer ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van jaar heeft bereikt: 6

7 a. heeft tot en met 2021 recht op 5 seniorenagen per jaar, e vaste vergoeing beraagt 75 euro bruto per ag; b. heeft tot en met 2021, recht op een vergoeing voor e niet op te nemen seniorenagen; c. e vergoeing ie in week 48 van 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021 wort uitbetaal, beraagt: a. 55 jaar: bruto 150 euro; b. 56 jaar: bruto 225 euro; c. 57 jaar: bruto 300 euro;. 58 jaar: bruto 375 euro; e. 59 jaar: bruto 450 euro. 7. De werknemer heeft ná 2021 recht op e hieroner genoeme e seniorenagen: a. 55 jaar: 7 e seniorenagen; b. 56 jaar: 8 e seniorenagen; c. 57 jaar: 9 e seniorenagen;. 58 jaar: 10 e seniorenagen; e. 59 jaar: 11 e seniorenagen. 8. De werknemer ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 60 jaar heeft bereikt: a. heeft tot en met 2021 recht op 10 oorbetaale seniorenagen per jaar, e vaste vergoeing beraagt 75 euro bruto per ag; b. heeft tot en met 2021, recht op een vergoeing voor e niet op te nemen seniorenagen, e vergoeing beraagt 150 euro bruto op jaarbasis, uit te betalen in week 48 van 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021; c. heeft ná 2021 recht op 12 e seniorenagen: 9. Voor e werknemer UTA gelt: a. e werknemer UTA ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 60 jaar heeft bereikt, valt binnen e seniorenagenregeling; b. e werknemer UTA ie op 1 januari 2017 jonger is an 60 jaar, valt buiten e seniorenagenregeling; c. e werknemer komt, in overleg met e werkgever, tot een goee spreiing van opname van e seniorenagen, ie binnen het bewuste kalenerjaar ienen te woren opgenomen.. e werknemer kan niet verplicht woren e seniorenagen op te nemen noch kan werkgever woren verplicht niet opgenomen agen uit te betalen; e. e werknemer ie vóór 2021 e berijfstak verlaat, verliest het recht op vergoeing van niet oorbetaale agen. 10. De werknemer UTA ie vóór 1 januari 2017 e leeftij van 60 jaar heeft bereikt: a. heeft tot en met 2021 recht op 10 oorbetaale seniorenagen per jaar, e vaste vergoeing beraagt 75 euro bruto per ag; b. heeft tot en met 2021, recht op een vergoeing voor e niet op te nemen agen, e vaste vergoeing beraagt 10 euro bruto per uur; eze vergoeing beraagt 150 euro bruto op jaarbasis, uit te betalen in week 48 van 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021; c. heeft na 2021 recht op 12 e seniorenagen. 7

8 SENIORENDAGEN SCHEMATISCH WEERGEGEVEN (niet voor e werknemer UTA) LEEFTIJ D IN 2016 age n recht oorbetaa l Uitbetaal oorbetaa l uitbetaal oorbetaa l uitbetaal oorbetaa l uitbetaal 55 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Bij 66 jaar gelt het recht op seniorenagen naar evenreighei. LEEFTIJ D IN 2016 agen recht op oorbetaal uitbetaal SENIORENDAGEN SCHEMATISCH WEERGEGEVEN (werknemer UTA) LEEFTIJD IN 2016 agen recht op oorbetaal uitbetaal oorbetaal uitbetaal oorbetaal uitbetaal oorbetaal uitbetaal Bij 66 jaar gelt het recht op seniorenagen naar evenreighei. 8

9 LEEFTIJD IN 2016 agen recht op oorbetaal uitbetaal COLLECTIEVE WINTERSLUITING a. De werknemer heeft recht op 3 weken vrijaf in e winterperioe waarvan 2 weken in e cao zijn vastgestel. b. In geval het berijf een wintersluiting van 3 weken hanteert, wort e 3 e week, 5 vakantie- of ATV-agen, aansluiten aan e eerste 2 weken opgenomen. c. In geval het berijf een wintersluiting van 2 weken hanteert, wort e 3 e week, in overleg tussen e werkgever en e werknemer, uiterlijk in week 10, opgenomen.. De werkgever kan, in overleg met e werknemer, van e collectieve wintersluiting afwijken inien it noozakelijk is om oprachtgevers (bijvoorbeel scholen) tegemoet te komen in hun wens werkzaamheen uit voeren tijens e collectieve wintersluiting. Van e collectieve wintersluiting kan eveneens woren afgeweken inien e oor e werknemer UTA uitgevoere taken in eze perioe van het jaar noozakelijk zijn om voortgang van e berijfsvoering te kunnen garaneren. De werkgever biet e werknemer e gelegenhei om e eventueel gemiste vakantieagen in het opvolgene jaar, vóór week 11, alsnog aaneengesloten op te nemen. NALEVING EN HANDHAVING 1. Partijen bij eze cao zijn verplicht e cao onverkort te hanhaven en in voorkomene gevallen naleving te voreren. 2. Partijen bij eze cao hebben een methoe vastgestel op basis waarvan eze cao hanhaving en naleving in e berijfstak gerealiseer en gehanhaaf kan woren om zo uiteinelijk oneerlijke concurrentie op arbeisvoorwaaren te voorkomen en het gebruik van (schijn)constructies tegen te gaan. Daarmee streven partijen bij eze cao naar een uurzame berijfstak met uurzame arbeisverhouingen. 3. Er zijn 2 manieren waarmee e uitvoering van li 2 van it artikel kan woren bevorer: a. voorlichting over e uitleg van e inhou van e cao; en b. controle op het naleven van e cao oor het houen van toezicht: structureel of incienteel (op basis van melingen). 4. Partijen bij eze cao hebben het voornemen met ingang van 1 januari 2017 een nalevingsorgaan op te richten. De kosten voor it nalevingsorgaan woren voor 50 procent oor e werkgever en voor 50 procent oor e werknemer betaal. ORGANISATIEVERLOF (met behou van loon) De werknemer ie ambassaeur is van e LBV heeft, inien e arbei it naar het ooreel van e werkgever toelaat, recht op organisatieverlof met behou van loon geurene 4 agen (30 uur) per kalenerjaar. De werkgever kan eze kosten eclareren op een naer af te spreken wijze. UITZONDERING OP DE WET WERK EN ZEKERHEID Uitzoneringspositie WWZ onerbrekingsperioe: 6 maanen terug naar 3 maanen. Uitzoneringspositie WWZ aantal contracten: na 6 contracten (in plaats van na 3 contracten) na 4 jaar (in plaats van na 2 jaar) verplichting tot vast contract. 9