Sociale Monitor Ede. Najaar 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociale Monitor Ede. Najaar 2016"

Transcriptie

1 Sociale Monitor Ede Najaar 216

2 Sociale Monitor Ede Najaar 216 Uitgave November 216 Gemeente Ede, afdeling Strategie & Regie Bestuurlijk opdrachtgever: G. Ligtelijn-Bruins, wethouder Ambtelijk opdrachtgever: Marieke Seip, clusterdirecteur Beleid en Regie (vanaf nov. 216) Ambtelijk opdrachtnemer: Sylvia Soeterboek, kennisadviseur Strategie & Regie Samenstelling en redactie Sylvia Soeterboek, Kirsten Ypma en Egbert Edelmann

3 Inhoud 1. Samenvatting Karakterisering van Ede Maatschappelijke Voorzieningen (pr. 1 programmabegroting) Preventieve ondersteuning (pr. 2 programmabegroting) Individuele ondersteuning (pr. 3 programmabegroting) Sociaal domein in relatie tot andere programma s Inleiding Aanleiding Doel Proces Relatie met andere verantwoordingsdocumenten Leeswijzer Karakterisering van Ede Bevolking Leefbaarheid en veiligheid in wijken en buurten Maatschappelijke voorzieningen (Pr. 1 Programmabegroting) Inleiding Sport Cultuur Preventieve ondersteuning (Pr. 2 Programmabegroting) Inleiding Maatschappelijke ondersteuning Vrijwilligerswerk en mantelzorg Preventieve ondersteuning jeugd (incl. CJG) Onderwijsondersteuning Gezondheidsondersteuning Individuele ondersteuning (Pr. 3 Programmabegroting) Inleiding Maatwerkvoorzieningen Deelname aan het maatschappelijk leven Sociaal Teams Wmo Aantal cliënten met maatwerkarrangementen Transformatie Voortgangsrapportages Wmo Cliëntervaringen Wmo Jeugd Aantal jongeren met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering Voortgangsrapportages Jeugd Cliëntervaringen Jeugd Inkomen (minimabeleid, schulddienstverlening) Aanvullende inkomensvoorzieningen - Toekenningen regelingen minimabeleid Schulddienstverlening Werk en participatie Inkomensvoorzieningen Meervoudig gebruik van regelingen Sociaal Domein in relatie met andere programma s in Pb Inleiding Veiligheid (Pr. 6 Programmabegroting) Leefbaarheid (onderdeel pr. 7 Programmabegroting) Bijlage 1: Kengetallen leefbaarheid en veiligheid per wijk Bijlage 2: Bronnen en definities Sociale Monitor Ede najaar 216

4 1. SAMENVATTING Voor u ligt de tweede versie van de Sociale Monitor Ede, een actualisatie van de eerste versie die in januari 216 is verschenen. Met de nieuwe opzet van deze Sociale Monitor Ede is de aansluiting bij de nieuwe indeling Programmabegroting, en daarmee met de Planning en Control producten, gewaarborgd. Zo is de nieuwe indeling overgenomen en zijn de nieuw geformuleerde doelstellingen en indicatoren uit de Programmabegroting in deze nieuwe Sociale Monitor verwerkt. Hierdoor wordt gezorgd voor een éénduidig systeem van informatievoorziening aan de raad. De Sociale Monitor Ede is te zien als een inhoudelijke verdiepingsslag op de sociale thema s van de Programmabegroting. INLEIDING De Sociale Monitor Ede geeft op hoofdlijnen inzicht in de stand van zaken van de decentralisaties en ontwikkelingen op het brede sociaal domein in Ede. Hierbij zijn cijfers van belang, bijvoorbeeld veranderingen in aantal verstrekte maatwerkvoorzieningen zoals huishoudelijke hulp en jeugdhulp. Maar vooral ook is van belang dat inwoners goed geholpen worden, tevreden zijn over bejegening, er echt maatwerk wordt geleverd en dat het aanbod bijdraagt aan het welbevinden. Om dit te monitoren worden o.a. cliëntervaringsonderzoeken uitgevoerd. In deze versie van de Sociale Monitor zijn resultaten hiervan opgenomen. De mening van de cliënten wordt daarbij ook vergeleken met de meningen in andere gemeenten. De Sociale Monitor is een signaleringsinstrument voor de gemeenteraad, ter facilitering en ondersteuning van haar kaderstellende en controlerende taak. De Sociale Monitor heeft als doel op hoofdlijnen integraal inzicht te geven in: de sociale situatie van inwoners in Ede en veranderingen die hierin optreden; maatschappelijke effecten van gemeentelijk sociaal beleid (zoals ook opgenomen in de programmabegroting en in nota s) en maatschappelijke ontwikkelingen binnen deze beleidsvelden; ervaringen van cliënten met ondersteuning in het sociaal domein. ontwikkelingen in het (meervoudige) gebruik van ondersteuning/zorg (jeugd en Wmo); verschuiving van gebruik van ondersteuning (afschaling naar nuldelijn); ontwikkelingen op het gebied van (arbeids)participatie in relatie tot de Participatiewet Voor de Sociale Monitor wordt alleen gebruik gemaakt van bestaande gegevens die regulier beschikbaar komen. Hierdoor is geregeld actualisatie mogelijk en kunnen trends gevolgd worden. De gegevens zijn afkomstig uit (interne) registratiesystemen, uit regulier gemeentelijk onderzoek of uit landelijke onderzoeken, registraties en monitors 1. Ook worden samenvattingen opgenomen van voortgangsrapportages Wmo en Jeugd, en resultaten van klantervaringsonderzoeken. De Sociale Monitor is een instrument in ontwikkeling. Ten opzichte van de vorige rapportage zijn een aantal extra gegevens toegevoegd. Echter, nog niet alle gegevens zijn compleet. Sommige komen pas komend jaar beschikbaar en zullen dan worden opgenomen in een volgende versie, andere zijn nog in ontwikkeling. Door het nog ontbreken van een aantal gegevens, kan op dit moment nog niet aan alle doelstellingen worden voldaan 2. Komend half jaar wordt gewerkt aan uitbreiding van het verhaal bij de cijfers en toevoeging van het verhaal hoe het gaat het met de transformaties in het sociaal domein, met een helicopterview. Ten behoeve van de ontwikkeling van de sociale monitor is vanuit de verschillende fracties een werkgroep samengesteld. Deze werkgroep Sociale Monitor heeft een centrale rol gespeeld in de keuze van de thema s en de invulling van de monitor. Ook bij de doorontwikkeling blijft deze werkgroep betrokken. De Sociale Monitor Ede zal twee keer per jaar verschijnen. De doorontwikkeling vindt plaats binnen het project sturings- en verantwoordingsinformatie sociaal domein van de gemeente Ede. De belangrijkste bevindingen van deze Sociale Monitor: 1 De Sociale Monitor Ede sluit aan bij en maakt gebruik van gegevens uit de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein van KING / VNG. Gegevens hieruit worden zoveel als mogelijk geïntegreerd in de Sociale Monitor Ede. Ook is Ede actief betrokken bij de landelijke ontwikkeling van deze gemeentelijke monitor van KING/VNG. 2 Zo zijn gegevens over daadwerkelijk verstrekte (maatwerk)voorzieningen Wmo en jeugd nog niet compleet, omdat er sprake is van (nog) onvolledige facturering door aanbieders. Als alternatief voor de verstrekte voorzieningen is hier voor de WMO (voorlopig) gekozen voor het in beeld brengen van het aantal geïndiceerde (maatwerk)voorzieningen. 3 Sociale Monitor Ede najaar 216

5 1.1. KARAKTERISERING VAN EDE De bevolking is iets gegroeid tot inwoners en daarmee is de gemeente Ede wat betreft inwonertal de 24 ste gemeente van Nederland. Er zijn relatief weinig eenpersoonshuishoudens, eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen ten opzichte van het Nederlands gemiddelde. Ook het aantal huishoudens met lage inkomens is in Ede relatief laag. Het aantal WW-uitkeringen daalt sinds 213, maar het aantal personen in de bijstand stijgt nog steeds. Ten opzichte van Nederland blijft het aantal personen in de bijstand in Ede relatief lager. Wijken en dorpen De dorpen scoren op de meeste aspecten van ervaren leefbaarheid en veiligheid meer dan 2% hoger (gunstiger) dan gemiddeld in Ede. De wijken Ede-Centrum, Ede-west, Veldhuizen A en Ede Zuid scoren op meer dan vier indicatoren meer dan 2% ongunstiger dan het Edese gemiddelde. Ten opzichte van voorgaande metingen zien we in veel wijken van Ede-Stad positieve ontwikkelingen, met name ten aanzien van slachtoffers van vernielingen in de eigen buurt. Overlast van groepen jongeren neemt toe in Veldhuizen A, Kernhem en Maandereng, in Rietkampen en een aantal dorpen neemt dit af. Eenzaamheid neemt af in Veldhuizen A, Ede-Zuid en Otterlo, terwijl eenzaamheid toeneemt in Bennekom, Ederveen/de Klomp en het buitengebied van Ede stad MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN (PR. 1 PROGRAMMABEGROTING) Sport Drie op de vijf Edenaren sport en daarvan sport bijna de helft (45%) in clubverband. Twee op de vijf Edenaren voldoet aan de beweegnorm, dit is al jaren vrij stabiel. Op de 1-puntsschaal sociale cohesie scoort Ede al enkele jaren een 6,3. Cultuur Meer dan twee derde van de inwoners vindt het cultuuraanbod voldoende, dit neemt de afgelopen 5 jaar licht toe. Het percentage inwoners dat het aanbod (een beetje) interessant vindt, neemt de afgelopen jaren juist iets af. De woonaantrekkelijkheid in Ede is sinds 212 gestegen PREVENTIEVE ONDERSTEUNING (PR. 2 PROGRAMMABEGROTING) Maatschappelijke ondersteuning Vrijwilligers en Mantelzorgers Het aantal vrijwilligers in Ede groeit. Inmiddels geeft meer dan de helft van de inwoners aan vrijwilligerswerk te doen. Er zijn met name veel mensen betrokken bij kerk of moskee en/of actief in club, vereniging, buurthuis of politiek partij. Opvallend is dat het verantwoordelijkheidsgevoel voor de buurt en de bereidheid om iemand in de buurt te helpen, aanzienlijk groter is dan de daadwerkelijke inzet voor de buurt. Dit aanzienlijke verschil in bereidheid en inzet duidt er op dat er in potentie nog mensen te mobiliseren zijn voor hulp en activiteiten in de buurt. Naast het aantal vrijwilligers groeit ook het aantal mantelzorgers in Ede. De belasting van de mantelzorgers neemt de afgelopen jaren echter ook toe. Positief daarbij is dat de bekendheid van het steunpunt mantelzorg de afgelopen jaren ook is toegenomen. Jeugd, preventieve ondersteuning Er worden steeds meer vragen gesteld aan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). En ook de website wordt steeds vaker bezocht. Het aantal trajecten vroegsignalering (bij jonge kinderen) op afwijkend gedrag neemt sinds 214 toe van 57 naar 62 (bij Integrale Vroeghulp en Kijken en Doen ). En meer dan tweederde van de jongeren in Ede is tevreden over het vrijetijdsaanbod voor jongeren. Onderwijsondersteuning Het aantal achterstandsleerlingen daalt in Ede (leerlingen met ouders met een laag opleidingsniveau). Maar nog steeds zijn in Ede relatief meer achterstandsleerlingen dan gemiddeld in Nederland. Het percentage doelgroepkinderen (achterstandleerlingen en door consultatiebureau vastgestelde risicokinderen) dat deelneemt aan voor- en vroegschools educatie is de afgelopen jaren gestegen van 52% naar 75%. Ten slotte neemt het aantal voortijdig schoolverlaters de afgelopen jaren in Ede af. Dit aantal ligt in Ede relatief lager dan gemiddeld in Nederland. Gezondheidsondersteuning Eén van de doelen bij gezondheidsondersteuning is het tegengaan van huiselijk geweld. Ten opzichte van 214 registreert Veilig Thuis iets minder meldingen van kindermishandeling maar meer meldingen van huiselijk geweld in 4 Sociale Monitor Ede najaar 216

6 Ede. Deze toename is mogelijk veroorzaakt door een intensieve landelijke publiciteitscampagne over dit onderwerp. Uit de leefbaarheidsmonitor (representatieve enquête) blijkt geen stijging van het aantal Edenaren dat geconfronteerd is met huiselijk geweld INDIVIDUELE ONDERSTEUNING (PR. 3 PROGRAMMABEGROTING) Maatwerkvoorzieningen Deelname aan het maatschappelijke leven Van de Edenaren voelde 15% zich in 215 soms of vaak eenzaam. Een even grote groep ervaarde in 214 matige of ernstige belemmering om deel te nemen aan het maatschappelijke leven door gezondheidsproblemen. Eén op de 1 Edenaren ervaart matige of ernstige belemmeringen door financiële problemen. 92% van de Edenaren vindt zichzelf zelfredzaam, 3% niet. In Veldhuizen A is de zelfredzaamheid het laagst, in Kernhem het hoogst. Het aantal dak- en thuislozen dat zich heeft gemeld voor opvang (en recht heeft op opvang) is sinds 213 afgenomen. Er komen steeds vaker meldingen over incidenten met verwarde/overspannen personen bij de politie binnen. Dit is ook landelijk de trend. Het aantal meldingen is overigens niet hetzelfde als het aantal personen omdat meerdere meldingen over dezelfde persoon kunnen gaan. Wmo - maatwerkvoorzieningen en cliëntervaring Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) waarvoor een toegangsbesluit, verwijzing of beschikking van de gemeente nodig is. Het totaal aantal klanten met een indicatie voor een maatwerkarrangement WMO is in 215 volgens de registraties gedaald van 48 in januari 215 naar 3663 in januari 216. Deze daling is (deels) toe te schrijven aan opschoning van het bestand in 215 voor mensen die geen recht hebben op WMO zorg (bv omdat ze thuis hoorden bij de wet Langdurige zorg). De instroom lijkt in 216 gestabiliseerd op 275 klanten per kwartaal. Hulp bij het huishouden Het totaal aantal klanten met HH1 is van okt. 215 tot juli 216 gelijk gebleven, het aantal klanten HH2 is gedaald en het aantal klanten met HHT is gestegen. Het totaal aantal indicaties voor hulp bij het huishouden (HH1, HH2 en/of HHT) is in dezelfde periode stabiel gebleven op bijna 2.3. De klanten met HH1 en/of HH2 krijgen gemiddeld 2,7 uren huishoudelijk hulp per week, ook dat is in dezelfde periode stabiel gebleven. Het totaal aantal geïndiceerde uren HH1 en/of HH2 per week is in dezelfde periode gedaald. Dit heeft te maken met een afname van het aantal klanten met HH2. Begeleiding en verblijf Zowel het aantal indicaties voor individuele begeleiding als voor groepsbegeleiding (dagbesteding) daalt in 216. Ook de instroom van beide vormen van begeleiding daalt. Er is dan ook nog geen/nauwelijks transformatie te zien van individuele begeleiding naar groepsbegeleiding. Het aantal indicaties voor kortdurend verblijf (waaronder respijtzorg) stijgt in 216 weer enigszins na een te sterke, ongewenste daling in 215 veroorzaakt door vermindering van aanbod. Mogelijk zijn de eerste effecten zichtbaar van nieuw beleid dat nieuw aanbod stimuleert. Hulpmiddelen Het aantal rolstoelen dat door Edenaren in gebruik is lijkt licht af te nemen. Deze daling in de registratie wordt echter mogelijk verklaard doordat er een opschoning heeft plaatsgevonden van rolstoelen die klanten niet meer gebruikten maar nog wel in huis hadden. Er is sprake van een lichte daling van het aantal vervoersvoorzieningen dat wordt geleverd door de gemeente (zoals scootmobiel, driewielfietsen, excl. pas voor regiotaxi of Valys). Ervaringen van cliënten Wmo Ervaringen van cliënten zijn essentieel als we willen monitoren of alle inzet er echt voor zorgt dat inwoners van Ede goed geholpen worden, tevreden zijn over de bejegening, er echt maatwerk wordt geleverd en dat het algemeen aanbod bijdraagt aan het welbevinden, meedoen en meetellen van inwoners. Ook met zorgaanbieders is afgesproken dat we analyse van trends in het zorggebruik vooral vanuit het perspectief van de cliënt aanvliegen. Hiervoor voert de gemeente o.a. cliëntervaringsonderzoeken uit, monitoren we bezwaren en klachten, en volgen we Zorgkaart Nederland, een website waarop cliënten hun mening over zorgaanbieders geven. De resultaten gebruikt de gemeente om verbeteringen door te voeren. 5 Sociale Monitor Ede najaar 216

7 Uit een kwalitatief cliëntervaringsonderzoek (eind 215) onder 33 Wmo-cliënten en 16 mantelzorgers in Ede kwamen positieve en negatieve ervaringen naar voren, hierna is een aantal zaken opgepakt en verbeterd. Zo zijn de doorlooptijden weer op orde en worden deze blijvend gemonitord. Daarnaast is begin 216 een project opgestart om de werkprocessen rondom de bedrijfsvoering van Wmo en Jeugd te verbeteren. Uit het rapport blijkt dat er soms minder goede ervaringen zijn met de bejegening door Wmo-consulenten. Om dit te verbeteren heeft de afdeling Wmo de vaardigheidstraining bejegening gevolgd en hebben alle betrokken afdelingen een opfriscursus over activerende gespreksvoering gevolgd. In 216 is het landelijk verplichte kwantitatief cliëntervaringsonderzoek Wmo in Ede uitgevoerd waaraan 472 cliënten hebben deelgenomen. De resultaten schetsen een positief overall beeld van ervaringen van cliënten met de gemeente Ede. Cliënten in Ede zijn relatief iets vaker positief over het contact met de gemeente, de kwaliteit en de effectiviteit van de ondersteuning dan cliënten in Nederland. Als we inzoomen scoren Edese cliënten 8 van de 1 onderdelen positiever. Vooral de ervaren toename in zelfredzaamheid en de ervaren kwaliteit van de ondersteuning springen er in Ede positief uit. Edese cliënten zijn echter iets minder bekend met een cliëntondersteuner en zijn iets minder tevreden met de snelheid waarmee ze geholpen worden dan gemiddeld in Nederland. Het aantal klachten van inwoners bij het cluster Werk, Inkomen en Participatie van de gemeente was in 215 lager dan in 214. Het aantal gegronde klachten was ongeveer gelijk. Alleen het aantal gegronde klachten Wmo is toegenomen van 7 in 214 naar 12 in 215. Het aantal gegronde klachten bij inkomen en schuldhulp is afgenomen. Kwartaalgesprekken zorgaanbieders In totaal heeft de gemeente met ruim 75 aanbieders een contract afgesloten voor begeleiding en ondersteuning Wmo. Drie keer per jaar houdt de gemeente voortgangsgesprekken met de twintig grotere. Er was in 215 sprake van een significant overschot. In de jaarrekening 215 en par wordt ingegaan op achtergronden en mogelijke oorzaken. In kwartaalgesprekken is deze onderuitputting met de aanbieders besproken en heeft de gemeente in ieder geval geen signalen gekregen dat begeleiding en ondersteuning niet goed geleverd is. Alle cliënten zijn volgens de aanbieders bediend. Jeugd - maatwerkvoorzieningen In Ede waren in 215 relatief iets minder jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel, in een jeugdreclasseringstraject of met jeugdhulp dan gemiddeld in Nederland. Ook in vergelijking met het gemiddelde in gemeenten van inwoners lag dit in Ede lager. Deze gegevens zijn landelijk vergelijkbaar omdat de uitvraag centraal, landelijk is uitgezet naar alle betrokken zorgaanbieders in Nederland. Deze gegevens zijn vervolgens geanalyseerd naar lokaal niveau. De cijfers kennen echter nog onzekerheden. We streven er naar het aantal verstrekte maatwerkvoorzieningen te monitoren met facturatiegegevens als bron. Het facturatieproces verloopt steeds beter maar nog steeds blijkt dat de facturatie via de landelijke i-standaarden nog niet naar behoren verloopt. Voor jeugdhulpaanbieders is het een weerbarstig proces, waarbij met name problemen worden ervaren met verschillen in eisen die de verschillende regio s of zelfs gemeenten stellen. De nodige expertise blijkt voor aanbieders moeilijk op te bouwen. We kunnen al wel concluderen dat in 216 naast voogdij in Ede een duidelijke groei plaatsvindt in het GGZ gebruik en een daling te zien is op het perceel veiligheid (waaronder jeugdreclassering en jeugdbescherming). Voortgangsrapportage Jeugd Het totale beschikbare budget voor Ede bedraagt in ,5 miljoen. Dit is een daling van het budget ten opzichte van 215 met 1 miljoen. De prognose voor 216 laat een overschot zien van 1,3 miljoen euro. De verwachting is echter wel dat Ede in 217 een extra daling van de voogdij vergoeding zal krijgen. Terwijl de kosten hiervan nu juist weer oplopen. Ervaringen cliënten jeugd De wijze waarop de cliëntervaring jeugdzorg regulier in beeld wordt gebracht, is nog in ontwikkeling en zal naar verwachting grotendeels regionaal opgepakt worden. Vanaf 217 wordt een (kwantitatief) cliëntervaringsonderzoek verplicht, waarin de landelijk verplichte vragenset opgenomen moet worden. Hierdoor wordt ook een landelijke benchmark met andere gemeentes mogelijk We weten al wel uit resultaten van landelijke onderzoeken door de kinderombudsman dat cliënten in Ede een hoger rapportcijfer geven voor toegang en kwaliteit van jeugdhulp dan gemiddeld in heel Nederland (in 215 en in 216). Daarnaast heeft Ede in 216 een kwalitatief onderzoek afgerond waarin wordt nagegaan in hoeverre het aanbod van preventieve jeugdhulp aansluit op de behoefte van jeugdigen/gezinnen. Hieruit blijkt onder meer dat de meeste gezinnen ervaren dat hulpverleners vraaggericht en oplossingsgericht werken en hierbij eigen kracht van gezinnen stimuleren. Dit laatste is echter weerbarstig omdat gezinnen het moeilijk vinden hun omgeving om hulp te vragen. Ook blijkt uit het onderzoek dat opschaling van gezinnen vanuit preventieve hulpverlening naar specialistische hulpverlening beter kan. Hierbij spelen wachtlijsten een rol. Maar ook het motto zo licht mogelijk en zo zwaar als 6 Sociale Monitor Ede najaar 216

8 mogelijk leidt soms tot onnodige vertraging bij toeleiding naar passende hulp. Verder leidt de enorme betrokkenheid van hulpverleners bij een gezin soms tot vertraging in opschaling. Ten slotte staan jeugdwerkers die te maken hebben met stagnatie in de opschaling bij drang en dwangtrajecten onder grote druk, omdat verantwoordelijkheden niet goed zijn belegd. Totdat de Raad ingrijpt zijn jeugdwerkers verantwoordelijk. Inkomen - maatwerkvoorzieningen Het betreft hier maatwerkvoorzieningen op het terrein van het minimabeleid en de schulddienstverlening. Het aantal huishoudens in Ede met een laag inkomen stijgt, maar ligt wel lager dan gemiddeld in Nederland. Het aantal toegekende doelgroepregelingen stijgt. Doelgroepregelingen zijn regelingen voor lage inkomens, bijvoorbeeld voor sport, ziektekostenverzekering, Kindpakket Onderwijs en Meer volwassenen meedoen. De oorzaak van de stijging is nieuw beleid waarin meer regelingen opgenomen zijn. Ook is het aantal toekenningen individuele bijzondere bijstand is gestegen (o.a. bewindvoeringskosten, witgoed). Het aantal huishoudens dat in 215 bijzonder bijstand of een minimaregeling heeft ontvangen is lager dan in 214 terwijl het aantal toekenningen van doelgroepregelingen aanzienlijk is gestegen. Dit kan betekenen dat het aantal huishoudens dat een regeling krijgt, niet toeneemt, maar dat het aantal regelingen per huishouden wel toeneemt. Sinds 213 daalt het aantal aanmeldingen voor een schuldsanering, het aantal in behandeling genomen aanmeldingen en afgehandelde aanvragen, maar er is een stijging van het percentage geslaagde afspraken voor schuldsanering. Dat wil zeggen dat er een regeling voor schuldsanering is afgesproken met de schuldeisers. Werk en Participatie Het doel van de participatiewet is om iedereen met arbeidsvermogen toe te leiden naar werk. Het aantal personen met een bijstandsuitkering stijgt de laatst jaren. Alle bijstandsgerechtigden worden ingedeeld naar hun mogelijkheden om uit te stromen. Er is nog niet veel te zeggen over de ontwikkelingen binnen deze groepen bijstandsgerechtigden omdat eerst inzet nodig was om alle bijstandsgerechtigden in te delen in een klantprofiel. Dit is eind 215 gelukt. Vanaf 216 wordt het daardoor mogelijk om verschuivingen in aantallen binnen en tussen klantprofielen te volgen. In juni 216 zat de grootste groep bijstandsgerechtigden (658 klanten) in klantprofiel D. Deze klanten krijgen bijvoorbeeld een participatieplek, vrijwilligerswerk, groepsgewijze aanpak. Ambitie hierbij is toeleiding naar werk, maar bij een aantal klanten kan klantprofiel D ook eindstation zijn in het kader van participatie/meedoen. Inkomensvoorzieningen Het aantal personen en het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering is na 215 verder gestegen. De grootste groep huishoudens met een uitkering bestaat uit éénpersoonshuishoudens. Daar is ook de sterkste toename van het aantal uitkeringen zichtbaar. Ook onder echtparen met kinderen neemt het aantal uitkeringen toe. De leeftijdscategorie waar de toename het grootst is, betreft jongeren tot 27 jaar. De situatie in Ede is iets gunstiger dan elders; in totaal ontvangen in Ede relatief minder mensen een bijstandsuitkering dan in Nederland. De meeste bijstandsuitkeringen hebben een duur korter dan 3 jaar. De groep korter dan 1 jaar is sinds december 214 gestegen. Mogelijk wordt hieraan bijgedragen door extra instroom in 215 van bijvoorbeeld Wajongers, statushouders en mensen die door opgehoogde AOW leeftijd (extra) in de bijstand zitten. De groep met 1-3 jaar een bijstandsuitkering steeg in de periode voor 214 maar stabiliseert daarna. De groep van 3-5 jaar, groeit (vervolgens) het sterkst na 214. Meervoudig gebruik van regelingen In 215 hebben 121 huishoudens in Ede, naast bijstand, ook op enig moment gebruik gemaakt van een bijzondere bijstand/minimaregeling en van budgetbeheer. Ook waren er 111 huishoudens die naast bijstand wel gebruik gemaakt hebben van budgetbeheer maar niet van een bijzondere bijstand/minimaregeling. Dit betreft voornamelijk huishoudens zonder kinderen; bijzondere bijstand/minimaregelingen zijn meer gericht op huishoudens met kinderen. Sinds 213 stijgt het aantal huishoudens dat van meer regelingen in een jaar gebruik maakt. Bijzondere bijstand/minimaregelingen zijn niet alleen bedoeld voor bepaalde huishoudens met een bijstandsuitkering maar ook voor bepaalde huishoudens met een laag inkomen. Het aantal huishoudens met een laag inkomen dat alleen gebruik maakt van bijzondere bijstand/minimaregelingen is sinds 213 gedaald van 65 naar 328 huishoudens. In 212 heeft het CBS de stapelingsmonitor uitgevoerd. Hieruit bleek dat in Ede 13 huishoudens in 212 gebruik hebben gemaakt van regelingen uit alle drie de clusters in het sociaal domein. Dat wil zeggen dat ze zowel gebruik hebben gemaakt van een regeling uit het cluster Welzijn en Zorg (bijvoorbeeld (groeps)begeleiding, HH) als uit het cluster Jeugdzorg (bijvoorbeeld jeugdzorg, voogdij, pleegzorg), als uit het cluster Arbeidsparticipatie (b.v. een WWB, WW WAO uitkering). 39 huishoudens hadden een uitkering en maakten gebruik van een regeling jeugdzorg. In totaal gaat het om 2.7 huishoudens met meervoudige gebruik van regelingen, ongeveer 18% van de huishoudens in Ede met één of meerdere regelingen in het sociaal domein. 7 Sociale Monitor Ede najaar 216

9 1.5. SOCIAAL DOMEIN IN RELATIE TOT ANDERE PROGRAMMA S Ook de programma s Veiligheid (programma 6) en Kwaliteit leefomgeving (programma 7) in de Programmabegroting hebben relaties met het sociaal domein. Enkele doelstellingen en indicatoren uit deze programma s die iets zeggen over het sociale domein zijn in de Sociale Monitor opgenomen. Enkele bevindingen: - In Ede voelen mensen zich iets minder vaak veilig in de buurt dan gemiddeld in Nederland (82% tov 86%) - Ervaren overlast van groepen jongeren en van omwonenden neemt in Ede de laatst jaren af. - Het aantal meldingen van overlast door een verward/overspannen persoon bij de politie is van 213 tot 215 toegenomen van 414 tot 59 per jaar - Het aantal diefstallen uit woningen is in Ede de laatste jaren sterk gedaald - Aantal verdachten van en van jaar is in Ede de laatste jaren gedaald (bekend tot 214) - Het aantal verwijzingen naar HALT is in Ede lager dan landelijk gemiddeld. 8 Sociale Monitor Ede najaar 216

10 2. INLEIDING 2.1. AANLEIDING Op diverse plekken binnen de gemeentelijke organisatie is behoefte aan een overkoepelend beeld van de ontwikkelingen op het sociaal domein. Dit is als project opgepakt door wethouder G. Ligtelijn-Bruins als bestuurlijk opdrachtgever. De clustermanager I. van Slageren is de ambtelijk opdrachtgever en kennisadviseur S. Soeterboek de ambtelijk opdrachtnemer. De Sociale Monitor Ede geeft op hoofdlijnen een beeld van de meest actuele stand van zaken en ontwikkelingen in Ede op het gebied van het brede sociaal domein. Daarbij wordt breder ingestoken dan de decentralisaties vanuit de rijksoverheid (jeugdzorg, Wmo en participatie). Er is in deze nieuwe versie van de Sociale Monitor aangesloten aan de Planning en Control producten door de indeling aan te passen aan de nieuwe Programmabegroting Ook zijn de doelstellingen en indicatoren uit deze Programmabegroting aan de Sociale Monitor toegevoegd. De Sociale Monitor Ede wil, naast de drie decentralisaties, ook een beeld geven van het welbevinden van Edenaren, de ontwikkelingen in de nuldelijn (waaronder vrijwilligerswerk en mantelzorg), de ontwikkelingen in het gemeentelijke minimabeleid, de ontwikkelingen in veiligheidsbeleving en criminaliteit en de ervaren leefbaarheid in wijken. Primaire doelgroep van de Sociale Monitor Ede is de gemeenteraad. De Sociale Monitor Ede faciliteert en ondersteunt de gemeenteraad bij de uitvoering van haar kaderstellende en controlerende bevoegdheid. Om aansluiting bij de behoeften van de raad te waarborgen, is een werkgroep ingesteld met vertegenwoordiging vanuit alle fracties. Deze werkgroep heeft in het hele ontwikkeltraject een actieve rol vervuld bij het maken van keuzes voor de invulling van de monitor. Figuur 2.1 Thema s binnen de Sociale Monitor Ede en hun onderlinge samenhang Sociale monitor Ede Werk, Inkomen en scholing - Decentralisatie Participatiewet - Minimabeleid - Deelname aan betaald werk Maatschappelijke ondersteuning - Decentralisatie Wmo/AWBZ - Eenzaamheid ouderen - Omvang ambulant wonen - Vrijwilligers en mantelzorgers Veiligheid -Veiligheidsbeleving -Leefbaarheid wijken Landelijke sociale monitor/ 3 decentralisaties Participatiewet Jeugdzorg WMO AWBZ Achtergrondgegevens inwoners Ede Educatie en jeugd - Decentralisatie Jeugd - Taal achterstanden - Vroegtijdig schoolverlaten - Passend onderwijs - Jeugdzorg/Crisissituaties Thema overstijgend of binnen meerdere programma s: - Afschaling zorggebruik 2,1, e lijn - Cliëntervaring -Afstemming wijkteams/soc. Teams - Stapeling van gebruik regelingen 9 Sociale Monitor Ede najaar 216

11 2.2. DOEL De Sociale Monitor Ede geeft op hoofdlijnen inzicht in de stand van zaken van de decentralisaties en in ontwikkelingen op het brede sociaal domein in Ede. Hierbij zijn cijfers van belang, bijvoorbeeld veranderingen in aantal verstrekte maatwerkvoorzieningen zoals huishoudelijke hulp en jeugdhulp. Maar vooral is van belang dat inwoners goed geholpen worden, tevreden zijn over bejegening, er echt maatwerk wordt geleverd en dat het aanbod bijdraagt aan het welbevinden. Om dit te monitoren worden o.a. cliëntervaringsonderzoeken uitgevoerd. In deze versie van de Sociale Monitor zijn resultaten hiervan opgenomen. De mening van de cliënten wordt daarbij ook vergeleken met de meningen in andere gemeenten. Daarnaast wordt in deze nieuwe versie aangesloten bij de indeling en inhoud van Planning en Control producten van de gemeente zodat de sociale monitor naast deze producten gelegd kan worden als inhoudelijke verdiepingsslag. De Sociale Monitor is een signaleringsinstrument voor de gemeenteraad, ter facilitering en ondersteuning van haar kaderstellende en controlerende taak. De Sociale Monitor heeft als doel op hoofdlijnen integraal inzicht te geven in: de sociale situatie van inwoners in Ede en veranderingen die hierin optreden; maatschappelijke effecten van gemeentelijk sociaal beleid en maatschappelijke ontwikkelingen binnen deze beleidsvelden; ervaringen van cliënten met ondersteuning in het sociaal domein. ontwikkelingen in het (meervoudige) gebruik van ondersteuning/zorg (jeugd en Wmo); verschuiving van gebruik van ondersteuning (afschaling naar nuldelijn); ontwikkelingen op het gebied van (arbeids)participatie in relatie tot de Participatiewet 2.3. PROCES Bij de start van de ontwikkeling van de Sociale Monitor Ede is een werkgroep Sociale Monitor geformeerd met een vertegenwoordiging vanuit alle fracties uit de gemeenteraad. In het ontwikkelproces vervult de werkgroep een actieve rol. Zo heeft de werkgroep een centrale rol gespeeld in de keuze van de indicatoren. Het is niet altijd eenvoudig om steeds keuzes te maken uit een groot aantal indicatoren die allemaal relevant zijn. Toch heeft de werkgroep dit steeds zonder problemen opgepakt. Dit heeft geleid tot concrete keuzes en een gezamenlijk traject met de gemeente waaraan iedere deelnemer een bijdrage heeft geleverd. Daarnaast is tijdens het traject regelmatig overlegd met de inhoudelijk deskundige beleidsmedewerkers, die voor feedback en input hebben gezorgd (bijvoorbeeld maatschappelijke effecten, doelstellingen). Verder waren verschillende medewerkers betrokken bij de aanlevering van relevante gegevens (zoals cluster WPI) en het aanleveren van gegevens uit andere bronnen (afdeling Strategie en Onderzoek). In januari 215 is een tussenrapportage van de Sociale Monitor Ede met de eerste twee thema s verschenen. In januari 216 is de eerste eindrapportage verschenen. In deze versie van najaar 216, zijn de gegevens geactualiseerd en is indeling aangepast aan de nieuwe indeling van de Programmabegroting Daarnaast zijn de (nieuwe) doelstellingen en indicatoren uit deze Programmabegroting toegevoegd. We presenteren de informatie over het sociaal domein in deze nieuwe Sociale Monitor dan ook volgens de nieuwe indeling van de Programmabegroting. Op deze wijze zorgen we ervoor dat er eenvoudig een link kan worden gelegd tussen de P en C producten en de Sociale Monitor. Daarnaast zijn de doelstellingen en indicatoren, die dit jaar zijn vernieuwd in de Programmabegroting aan de Sociale Monitor toegevoegd. Er is voor gekozen alleen indicatoren in de Sociale Monitor Ede op te nemen waarvoor periodiek al gegevens verzameld worden. Er is dus geen extra onderzoek nodig voor het vullen van de Sociale Monitor Ede. Dit houdt wel een zekere beperking in van de keuzemogelijkheden, maar hiermee wordt optimaal gebruik gemaakt van de veelheid aan gegevens die al beschikbaar zijn of komen binnen en buiten Ede. In principe is er voor gekozen geen financiële gegevens op te nemen in de Sociale Monitor Ede, omdat daar de reguliere P&C-cyclus voor bedoeld is. Maar op hoofdlijnen wordt hier wel wat over opgenomen in de samenvattingen van de voortgangsrapportages Wmo en jeugd. Dit zijn rapportages van kwartaalgesprekken met de belangrijkste aanbieders, waarin de stand van zaken wordt beschreven m.b.t. de uitvoering van de Wmo, de Jeugdwet en Participatiewet en de (financiële) afspraken die daarover met de gecontracteerde aanbieders gemaakt zijn. Deze zijn nog niet allemaal beschikbaar voor deze versie van de Sociale Monitor Ede. Dit geldt ook voor veel andere gegevens. Een voorbeeld is het aantal cliënten dat gebruik maakt van ondersteuning (verstrekte maatwerkvoorzieningen). Dit is nog niet bekend, omdat de bron hiervan de facturatie van aanbieders is. Zodra deze op orde is, worden ook deze gegevens opgenomen. Als voorlopig alternatief nemen we nu het aantal indicaties op. Dit is niet gelijk aan het aantal verstrekkingen, omdat indicaties niet altijd verzilverd worden, maar het geeft wel een goed beeld. Sommige indicatoren worden minder vaak gemeten, en dus ook minder vaak geactualiseerd. De Sociale Monitor Ede is een groeimodel. Er komen indicatoren bij en er zal ook wat uit gaan. De ontbrekende gegevens worden aangevuld en 1 Sociale Monitor Ede najaar 216

12 geactualiseerd. Het sociaal domein is een terrein dat volop in ontwikkeling is. Dit geldt ook voor de gegevens die op dit gebied verzameld (kunnen) worden. Eén van de gebruikte bronnen is de gemeentelijke Monitor Sociaal domein van de VNG/KING (alleen drie decentralisaties). Deze is eind 215 voor het eerst verschenen. Deze versie is echter nog sterk in ontwikkeling en bevat alleen nog (beperkte) gegevens en ook met een beperkte betrouwbaarheid. Voor de Sociale Monitor Ede hebben we recentere gegevens beschikbaar en alternatieven die betrouwbaarder zijn. We volgen de landelijke ontwikkelingen op de voet en integreren meer gegevens uit de gemeentelijke monitor van VNG/KING in de Sociale Monitor Ede zodra deze cijfers compleet en betrouwbaar zijn. Vervolg De Sociale Monitor Ede komt twee keer per jaar uit. Het kan gezien worden als een groeidocument. Hierbij worden telkens zoveel mogelijk (ontbrekende) cijfers toegevoegd, huidige cijfers geactualiseerd en nieuwe indicatoren die beschikbaar komen, toegevoegd. De doorontwikkeling zal plaatsvinden binnen de ontwikkeling van de gehele informatievoorziening van het sociaal domein. Binnen de informatiepiramide (fig. 2.2) zijn diverse bouwstenen in ontwikkeling. Bij de verdere ontwikkeling hiervan, waaronder de sociale monitor, wordt gezorgd voor een doorontwikkeling in onderlinge samenhang. De werkgroep Sociale Monitor blijft betrokken bij de doorontwikkeling van de Sociale Monitor RELATIE MET ANDERE VERANTWOORDINGSDOCUMENTEN Informatie/verantwoordingspiramide De Sociale Monitor Ede geeft op hoofdlijnen een overzicht van de sociale ontwikkelingen in Ede en is bedoeld als signaleringsinstrument voor de gemeenteraad. Daarmee heeft de Sociale Monitor Ede een plaats boven in de informatie/verantwoordingspiramide (zie figuur 2.2). In de informatie/verantwoordingspiramide is van boven naar beneden een toenemende mate van detailniveau van de gegevens te zien. De Sociale Monitor Ede wordt gevuld met kerngegevens die lager in de piramide verzameld (en ook gebruikt) worden. De bronnen van deze gegevens zijn divers en worden zowel landelijk als lokaal regulier verzameld. Binnen de piramide kan de Sociale monitor - en in beknoptere vorm, de samenvatting - gezien worden als een soort dashboard van een auto waarop wijzigingen in sociale ontwikkelingen in Ede zichtbaar worden. De sociale monitor dient als een signaleringsinstrument op hoofdlijnen voor de gemeenteraad, waarbij het noodzakelijk is dat er een basis van operationele gegevens onder ligt (onder de motorkap ) die nadere duiding kan geven aan de resultaten op het dashboard. Deze gegevens zijn aanwezig op het operationeel niveau van de gemeente (college, beleid, uitvoering). Als de resultaten van de sociale monitor daar aanleiding toe geven kan de raad het college dan ook verzoeken om opvallende trends in de sociale monitor nader te duiden. Dit kan door deze trends te onderbouwen aan de hand van meer gedetailleerde gegevens die op operationeel niveau verzameld worden. Dus als er een lampje gaat branden of een meter uitslaat in het dashboard van de raad, kan het college zorgen dat onder de motorkap wordt gezocht naar gedetailleerde informatie op operationeel niveau over de achtergrond of over de verklaring van deze signalen. Komend jaar wordt ook de informatie onder de motorkap in relatie tot het meten van maatschappelijke effecten voor en door de verschillende beleidsvelden geoptimaliseerd. Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein van KING/VNG Landelijk wordt door KING/VNG een gemeentelijke Monitor Sociaal Domein gemaakt met (in de toekomst) o.a. gegevens over het gebruik van zorg en ondersteuning binnen de drie decentralisaties. De Sociale Monitor Ede sluit hierop aan waarbij gegevens zoveel mogelijk worden hergebruikt en geïntegreerd in de Sociale Monitor Ede. Daarnaast is Ede actief betrokken bij de landelijke ontwikkeling van deze gemeentelijke Monitor Sociaal Domein van KING/VNG. Programmabegroting Ede Daarnaast is er een relatie en wordt gezorgd voor aansluiting tussen de Sociale Monitor Ede en de Programmabegroting Ede (en de andere P en C-producten). In de deze nieuwe versie van de Sociale monitor is de indeling gewijzigd in De nieuwe indeling van de programmabegroting Dit maakt het mogelijk om P en C producten, op thema, naast de Sociale monitor te leggen. De Sociale monitor kan hierbij worden gezien als een verdiepingsslag op de programma s binnen de sociale infrastructuur (programma 1, 2 en 3). 11 Sociale Monitor Ede najaar 216

13 Figuur 2.2 Informatie/verantwoordingspiramide en de plaats van de Sociale Monitor Ede daarin Informatie/verantwoordingspiramide Verticale verantwoording Rijk Horizontale verantwoording Kaderstellende en controlerende bevoegdheid Raad Enkele voorbeelden van verantwoording en informatie en de plaats in de piramide: - Kwartaalrapportages aanbieders - Sociale monitor Ede - Economische monitor - Programmabegroting - Jaarrekening Operationele sturing, beheersing en verantw. Uitvoerende bevoegdheid College Beleid en management Aanbieders, uitvoering gemeente toenemend detailniveau - Landelijk ontwikkelde monitor SD - Kwartaalrapportage WPI - Verantwoording zorgaanbieders - Wijkprofielen - Leefbaarheidsmonitor - Dashboard WPI - Managementrapportages - Beleidsevaluaties - Kwartaalrapportages aanbieders - Verantwoordings- Afspraken met aanbieders - (Interne) management rapportages van aanbieders t.b.v. interne kwaliteit en BV 2.5. LEESWIJZER Het volgende hoofdstuk geeft een algemene karakterisering van inwoners van de gemeente, hierin zijn ook gegevens per wijk opgenomen. De hoofdstukken 4, 5 en 6 vormen het hart van de Sociale Monitor Ede. Hierin komen de indicatoren aan bod die iets zeggen over maatschappelijke voorzieningen, zoals sport en cultuur, preventieve ondersteuning, waaronder vrijwilligerswerk, en individuele ondersteuning, zoals maatwerkvoorzieningen en werk en participatie Ook het meervoudig gebruik van regelingen komt in deze hoofdstukken aan de orde. Hoofdstuk 7 laat zien hoe andere programma s van de programmabegroting in relatie staan tot het sociale domein zoals de programma s veiligheid en leefbaarheid. De hoofdstukindeling (4, 5, 6) komt overeen met de programma indeling van de Programmabegroting Sociale Monitor Ede najaar 216

14 3. KARAKTERISERING VAN EDE 3.1. BEVOLKING Ede heeft op 1 januari 216 ruim 112. inwoners en is daarmee de 24e gemeente van Nederland. Vergeleken met Nederland wonen er in Ede meer jeugdigen (-19 jaar) en in het verlengde daarvan meer gezinnen met kinderen. Het percentage eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen is lager dan het Nederlands gemiddelde en er zijn relatief weinig Edenaren van niet-westerse afkomst. Figuur 3.1 Achtergrondkenmerken Ede Ede Ede Ede Ede Nederland Bevolkingsopbouw Aantal inwoners % -12 jarigen 17,3% 17,6% 17,9% 18,2% 14,1% % jarigen 9,5% 9,5% 9,5% 9,3% 8,4% % 2-64 jarigen 57,1% 56,5% 56,1% 55,8% 59,3% % 65-plussers 16,% 16,3% 16,5% 16,8% 18,2% % niet-westerse allochtonen 7,5% 7,6% 7,7% - 12,1% Huishoudens Totaal aantal particuliere huishoudens % Eenpersoons 33,8% 33,7% 34,4% 34,2% 37,6% % Meerpersoons zonder kinderen 29,4% 29,6% 29,5% 29,8% 29,% % Meerpersoons met kinderen (excl. eenouder) 31,4% 31,1% 3,5% 3,5% 26,2% % Eenoudergezinnen 5,4% 5,6% 5,6% 5,6% 7,2% Bronnen: CBS - BRP Jeugd Ede De situatie waarin de Edese jeugd opgroeit was in 212 over het algemeen gunstig. Zij groeien minder vaak dan landelijk op in een gezin met een uitkering, ze zijn minder vaak werkloos, ze hebben minder vaak een handicap en het percentage kinderen in de jeugdzorg is lager dan landelijk. Jeugd* Ede Nederland Inkomen jeugd Laatste jaar % Kinderen in uitkeringsgezin -17 jaar 3,63 3,74 4, ,66 Aantal werkzoekende jongeren (jonger dan 27 jaar ingeschreven bij UWV) Gezondheid jeugd % Kinderen met een handicap -17 jaar - - 1, ,96 % Tienermoeders jaar,57,76, ,5 % Kinderen in jeugdzorg -17 jaar 2,76 1,43 1,31 1,49 % Kinderen dat overmatig drinkt jaar Bron: Waarstaatjegemeente.nl (diverse onderliggende bronnen), UWV/SBB * als percentages van alle Edese jongeren in de betreffende leeftijd Inkomen In Ede zijn relatief minder huishoudens met een laag inkomen dan gemiddeld in Nederland. Ede Ede Ede Ede Nederland Inkomen Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen % Huishoudens met inkomen tot 15% van het soc. min. 6,9 7,1 7,1 7,5 1,1 % Huishoudens met inkomen tot 11% van het soc. min. 8,4 8,8 8,8 9,2 12,2 Aantal huishoudens met inkomen tot 11% van het soc. min waarvan eenpersoonshuishoudens waarvan paar zonder kinderen waarvan paar met kinderen waarvan eenoudergezin % Huishoudens met inkomen tot 12% van het soc. minimum 11,4 11,8 11,8 12, 15,7 Bronnen: CBS-RIO Participatie 13 Sociale Monitor Ede najaar 216

15 Na 213 daalt het aantal Edenaren met een WW uitkering enigszins. Het aantal personen in de bijstand neemt echter nog steeds toe. Ondanks de stijging is het aantal bijstandsgerechtigden in 215 nog steeds duidelijk lager dan het Nederlandse gemiddelde (3,7%). Het percentage voortijdig schoolverlaters is gedaald naar 1%. Het aandeel inwoners dat werk is hoger dan landelijk. Ede Ede Ede Ede Ede Nederland Participatie Aandeel inwoners jaar dat werkt (netto arbeidsparticipatie) 66,7 67,2 66,4 67,3-65,4 Aantal WW-uitkeringen Aantal personen met bijstand Aandeel bijstandsontvangers per inwoners jaar 2,1% 2,4% 2,5% 2,7% - 3,7% Aantal werkzoekende jongeren (jonger dan 27 jaar)* % jongeren zonder startkwalificatie en niet schoolgaand (VSV) (voortijdig schoolverlaters (18-23 jaar) 12,5 12,3 12, 1,1 1, - Bronnen: CBS-Nederland regionaal, Gemeente Ede GWS4all, UWV, DUO *Peildatum april 213 en 214 en maart 215 en 216 (Bron: UWV/SBB). Alternatieve indicator voor Depla-indicator % werkloze jongeren (16-22 jaar) 3.2. LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN WIJKEN EN BUURTEN In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen een beeld gegeven van de ontwikkelingen in de wijken op het sociaal vlak. Hierbij wordt de CBS indeling van wijken en buurten gehanteerd. De cijfers die bij figuur 3.2 behoren staan in bijlage 1. In figuur 3.2 is met kleur aangegeven wanneer er een duidelijke afwijking is ten opzichte van het Edese gemiddelde. Rood geeft een negatieve afwijking aan, groen een positieve. Figuur 3.2 Ervaren leefbaarheid en veiligheid in 214/215 per wijk, vergelijking met Ede gemiddeld 1. Wel eens onveilig gevoel eigen buurt (%) 2. Vaak ervaren overlast van groepen jongeren (%) 3. Rapportcijfer leefbaarheid buurt 4. Oordeel ontwikkeling buurt: % inw. dat vindt dat hun buurt afgelopen jr. achteruit is gegaan 5. Sociale overlast (schaalscore laag=gunstig) 6. Slachtoffers vernieling eigen buurt (%) 7. Soms of vaak eenzaam (>15 jr.) (%) 8. % Dat kan terugvallen op mensen in buurt of familie/vrienden 9. Sociale cohesie (schaalscore hoog=gunstig) 1. Zelfredzaamheid Bron indicatoren 1,2,3,4,5,6,7 en 9 : Leefbaarheidsmonitor., inwonersenquête gemeente Ede 215 Bron indicatoren 8 en 1: Inwoners aan het Woord, inwonersenquête gemeente Ede 214. Gemeente Ede Ede-Centrum Ede-Oost Ede-West Veldhuizen. A Veldhuizen. B Kernhem Ede-Zuid Maandereng Rietkampen Buitengebied Ede-stad Bennekom Lunteren Ederveen/De Klomp Harskamp Wekerom Otterlo Legenda: Met kleuren is aangegeven of de wijk beter of min. 2% slechter scoort dan het gemiddelde in Ede Rood: score is (meer dan) 2% slechter (ongunstiger) dan gemiddeld in Ede Groen: score is (meer dan) 2% beter (gunstiger) dan gemiddeld in Ede Wit: score is minder dan 2% beter of slechter dan gemiddeld in Ede - : niet van toepassing of niet bekend Uit voorgaande tabel blijkt dat de ervaren leefbaarheid en veiligheid in de dorpen op een hoger niveau ligt dan gemiddeld in Ede. Op veel indicatoren scoren de dorpen minimaal 2% beter dan het Edese gemiddelde. Van de wijken in Ede Stad scoren alleen Veldhuizen B en Rietkampen op slechts één onderdeel minimaal 2% slechter dan het Edese gemiddelde, respectievelijk op zich weleens onveilig voelen en op ervaren overlast van groepen jongeren. De wijk Kernhem scoort op twee items ongunstiger dan 14 Sociale Monitor Ede najaar 216

16 gemiddeld (vaak ervaren overlast van groepen jongeren en soms of vaak eenzaam voelen) maar laat op het item sociale overlast een positiever beeld zien dan het Edese gemiddelde. De andere wijken scoren op meer indicatoren ongunstiger dan Ede gemiddeld. Er zijn ook indicatoren waarop geen enkele wijk duidelijk slechter (2% lager dan Edese gemiddeld) scoort dan gemiddeld in heel Ede. Het gaat dan om zelfredzaamheid, sociale cohesie, het rapportcijfer voor de leefbaarheid van de buurt en het percentage mensen dat kan terugvallen op mensen in de buurt of op familie en vrienden. Algemeen kan geconcludeerd worden dat de dorpen een positiever beeld laten zien dan het Edese gemiddelde en dat een groot deel van de wijken (met uitzondering van Veldhuizen B, Rietkampen en Kernhem) een negatiever beeld laten zien. In figuur 3.3 is in beeld gebracht of de wijken zich positief of negatief ontwikkelen. Als de ontwikkeling minimaal 2% beter is dan de meting daarvoor in de betreffende wijk, dan is dat aangegeven met een groene pijl. Als de ontwikkeling negatief is (min. 2% ongunstiger is geworden ten opzichte van de meting ervoor), dan is dat aangegeven met een rode pijl omhoog. Figuur 3.3 Ervaren leefbaarheid en veiligheid in 214/215, ontwikkeling per wijk sinds vorige metingen Gemeente Ede Ede-Centrum Ede-Oost Ede-West 1. Wel eens onveilig gevoel eigen buurt (%) Vaak ervaren overlast van groepen jongeren (%) Rapportcijfer leefbaarheid buurt Oordeel ontwikkeling buurt: % inw. dat vindt dat hun buurt afgelopen jr. achteruit is gegaan - 5. Sociale overlast (schaalscore laag=gunstig) Slachtoffers vernieling eigen buurt (%) Soms of vaak eenzaam (>15 jr.) (%) % Dat kan terugvallen op mensen in buurt of familie/vrienden 9. Sociale cohesie (schaalscore hoog=gunstig) Zelfredzaamheid Bron indicatoren 1,2,3,4,5,6,7,9 : Leefbaarheidsmonitor, inwonersenquête gemeente Ede Vergeleken zijn 215 en 213. Bron indicator 8 en 1 : Inwoners aan het Woord, inwonersenquête gemeente Ede 214. Geen vergelijking met eerdere meting mogelijk. Veldhuizen. A Veldhuizen. B Kernhem Ede-Zuid Maandereng Rietkampen Buitengebied Ede-stad Bennekom Lunteren Ederveen/De Klomp Harskamp Wekerom Otterlo Legenda: Pijltjes: In de tabel is met pijltjes de verandering in de wijk weergegeven ten opzichte van het vorige meetmoment: stijging met (meer dan) 2%; rood is ongunstig, groen is gunstige ontwikkeling daling (meer dan) 2%; rood is ongunstig, groen is gunstige ontwikkeling Bij 3 indicatoren staan geen pijltjes; zij zijn pas één keer gemeten, waardoor nog geen vergelijking in de tijd mogelijk. - : verandering minder dan 2% De ervaren overlast van jongeren stijgt in 3, maar daalt in 7 wijken/buurten. In veel wijken uit Ede-Stad zien we ook positieve ontwikkelingen. Met name met betrekking tot slachtoffers van vernielingen in de eigen buurt is in 8 van de 16 wijken/buurten gedaald. Ook zijn andere ontwikkelingen binnen de wijken zichtbaar. In de vorige Sociale monitor nam de eenzaamheid in een aantal wijken van Ede Stad toe en in de meeste dorpen (en Ede-West) af. In drie gebieden van Ede-stad neemt de eenzaamheid af, terwijl in drie gebieden buiten Ede-stad sprake is van een toename van de eenzaamheid. 15 Sociale Monitor Ede najaar 216

17 % Edenaren die voldoen aan de beweegnorm 4. MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN (PR. 1 PROGRAMMABEGROTING) 4.1. INLEIDING Programma 1 van de Programmabegroting is onderverdeeld in de productgroepen onderwijshuisvesting, sport en cultuur. Voor de productgroep onderwijshuisvesting zijn hierbij geen sociale indicatoren opgenomen. Deze laten we hier in deze versie van de sociale monitor vooralsnog buiten beschouwing. Programmadoel: Inwoners kunnen zich optimaal ontplooien en ontwikkelen op het gebied van onderwijs, sport en cultuur SPORT In de programmabegroting 217 is de ontwikkeling van sportverenigingen naar open clubs een belangrijk aandachtspunt. Open clubs zijn verenigingen die zich naast het aanbieden van sport richten op maatschappelijke vraagstukken zoals participatie, aanbod voor kwetsbare groepen en leefbaarheid in de wijk. De gemeente stelt zich tot taak om sportverenigingen te ondersteunen bij het aanbieden van sport en haar maatschappelijke rol. De gemeente ziet graag dat meer inwoners uit Ede sporten en bewegen voor vitaliteit en contact en wil daarom passende faciliteiten bieden voor binnensport, buitensport en voor zwemmen. Doel: Meer inwoners in Ede sporten en bewegen voor vitaliteit en contact. Subdoelen: Meer inwoners voldoen aan de beweegnorm. Hogere deelname aan sportverenigingen. Edenaren die voldoen aan de beweegnorm 7% 6% 5% 4% 43% 43% 39% 41% 41% 3% 2% 1% % Bron: Inwoners aan het Woord Twee op de vijf Edenaren voldoen aan de beweegnorm. Dit aandeel is in de afgelopen vijf jaar redelijk constant. De beweegnorm is dat men minimaal 4 dagen per week tenminste 3 minuten activiteiten uitvoert die overeenstemmen met stevig doorlopen of fietsen Niet-sporters Aan de Edenaren is gevraagd of ze op de één of andere manier aan sport doen. 57% (214) van de Edenaren geeft aan op één of andere manier aan sport te doen. Sporten in clubverband 6% 4% 2% % 46% 47% 46% 43% 45% Aan de mensen die wel eens sporten is gevraagd of men dat in clubverband doet of inidvidueel. Van de sporters antwoordt bijna de helft (45%) dat ze in clubverband sporten. Dit is al een aantal jaren vrij constant. Bron: Inwoners aan het Woord 16 Sociale Monitor Ede najaar 216

18 schaalscore Sociale cohesie 1, 8, 6,4 6, 6,4 6,3 6,3 6,3 4, 2,, De score sociale cohesie is een schaal die is opgebouwd uit een vijftal stellingen over de sociale samenhang in een buurt. In de afgelopen jaren blijft deze score in Ede vrij constant. Bron: leefbaarheidsmonitor 4.3. CULTUUR Doel: Kunst en cultuur in Ede worden zichtbaarder doordat de mogelijkheden voor nieuwe initiatieven groter en bestaande initiatieven en organisaties bekender worden. Subdoelen: Alle kinderen maken kennis met en krijgen een basis van alle cultuurvormen. Het verhaal van Ede wordt verteld: cultuur is verbonden met Edese identiteit. Inwoners en bezoekers komen meer met elkaar in contact via kunst en cultuur. Dit versterkt de sociale cohesie en sociale kracht van Ede. Het verbeteren van het cultureel ondernemersklimaat door middel van instandhouding van de culturele basisinfrastructuur en het mogelijk maken van innovatie. Deze dragen bij aan het versterken van de economische kracht van Ede. Versterken van de culturele uitstraling van Ede die bijdraagt aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van Ede als woongemeente. Oordeel inwoners omvang cultuuraanbod 62% 67% 69% 69% 65% 5% % Bron: Inwoners aan het Woord Meer dan twee derde van de Edenaren vindt in 214 dat het cultuuraanbod in Ede voldoende (59%) tot veel (1%) is. In de laatste vijf jaar zien we in het totaal (voldoende of veel) hierbij een licht stijgende lijn (van 62% naar 69%). Oordeel inwoners kwaliteit cultuuraanbod 67% 68% 65% 6% 61% 5% % Bron: Inwoners aan het Woord Deelname aantal scholen aan cultuureducatie Bron: Gemeeente Ede In 214 zegt 61% van de Edenaren dat het cultuuraanbod in Ede (een beetje) interessant is: 37% vindt het een beetje interessant en 24% vindt het interessant. In 211 was dit respectievelijk 48% en 2%. Om zicht te krijgen op de inspanningen binnen de gemeente om kinderen te laten kennis maken met cultuur is gekeken naar het aantal basisscholen dat deelneemt aan het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. In 215 hebben 12 scholen (van de in totaal 53 basisscholen) hier aan deelgenomen. 17 Sociale Monitor Ede najaar 216

19 Woonaantrekkelijkheidsind ex - Hoe lager des te aantrekkelijker Woonaantrekkelijkheid (hoe lager hoe beter) Hoe lager het rangnummer des te aantrekkelijker is de woongemeente. De gemeente Ede is sinds 212 steeds aantrekkelijker geworden als woongemeente. De indexscore (rangnummering) is gedaald van 32 in 212 naar 24 in 215. De score gaat van 1 (aantrekkelijkste gemeente) tot 5 (minst aantrekkelijke). Gemeten voor de 5 grootste gemeenten (waaronder Ede). De woonaantrekkelijkheidsindex is het resultaat van een econometrische analyses op het woongedrag van economisch kansrijke huishoudens waarbij deze in verband is gebracht met een achttal factoren waaronder culturele aanbod. Bron: Atlas voor Gemeenten % Edenaren dat een positief beeld heeft van de gemeente Ede In 214 gaf 72% van de Edenaren aan een positief beeld van de gemeente Ede te hebben. 18 Sociale Monitor Ede najaar 216

20 5. PREVENTIEVE ONDERSTEUNING (PR. 2 PROGRAMMABEGROTING) 5.1. INLEIDING In Programma 2 van de Programmabegroting betreft Preventieve ondersteuning. Daarmee wil de gemeente Ede bevorderen dat iedereen mee kan doen aan de samenleving. Sleutelbegrippen zijn eigen kracht en regie over je eigen leven. Maar als dat niet lukt dan biedt de gemeente een vangnet. De gemeente zet met preventieve ondersteuning in zodat dure, professionele begeleiding zo min mogelijk nodig is. Dit programma bestaat uit de productgroepen: Maatschappelijke ondersteuning (5.2), Onderwijsondersteuning (5.3) en Gezondheidsondersteuning (5.4). Programmadoel: Preventieve inzet draagt bij aan een leefbaar en levendig Ede, gezonde en zelfredzame inwoners en jeugd die goed is voorbereid aan deelname aan de samenleving MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Doel: Ede heeft leefbare en levendige wijken/buurten en dorpen, zelf- en samenredzame inwoners en een stimulerend en veilig opvoeden opgroeiklimaat voor kinderen en jeugdigen. Subdoelen: Zoveel mogelijk inwoners zijn en blijven zelf- en samenredzaam. Meer bewoners en vrijwilligersorganisaties zetten zich in voor welzijnsactiviteiten en ondersteuning van anderen. Alle jeugdigen groeien zo veel mogelijk op in hun eigen, veilige en stimulerende opvoed- en opgroeiomgeving. Jeugdactiviteiten dragen bij aan de ontwikkeling van jeugdigen in kwetsbare situaties. Onveilige situaties van jeugdigen en ouders worden voorkomen door vroegtijdige signalering. Ouderen en jongeren zijn meer zelfredzaam door vroegtijdige inzet van ondersteuning bij (beginnende) problemen. Bij signalering en aanpak van vragen en problemen van jeugdigen werken de domeinen: thuis, (voor)school en het publieke domein goed samen. Er ontstaat een goed geregeld grensverkeer, in signalering en aanpak, tussen de belangrijkste opvoedingsmilieus: thuis, (voor)school en het publieke domein. En in samenwerking met de huisartsen. Meer mantelzorgers zijn in staat om de zorg aan een naaste langdurig uit te voeren. Verhogen sociale cohesie door actieve inzet van inwoners via buurt- en dorpshuizen. Meer (kwetsbare) inwoners doen mee aan de samenleving in al zijn facetten, wonen zo lang mogelijk zelfstandig en ervaren daarbij minder fysieke en mentale drempels. De samenleving in Ede wordt zich bewust van de kansen en mogelijkheden rondom inclusie en gemotiveerd om bij te dragen aan het veranderproces. Statushouders zijn zo snel mogelijk zelfstandig en maatschappelijk zelfredzaam. Inwoners hebben voldoende mogelijkheden om zich te verplaatsen en zijn op de hoogte van de verschillende vervoersmogelijkheden Vrijwilligerswerk en mantelzorg Een sleutelbegrip bij de maatschappelijke ondersteuning is de nuldelijn. Deze wordt wel omschreven als samenleving in de basis. Het gaat om informele netwerken van burgers en algemeen toegankelijke voorzieningen, zoals clubhuizen en buurthuizen. Kleinschalige verbanden spelen in dit verband een belangrijke rol: de familie, de buurt, de wijk, het dorp, de kerk, de moskee, de sportvereniging, et cetera. Met de komst van de drie decentralisaties neemt de rol van het sociaal netwerk van de inwoners (naar verwachting) toe. De nuldelijnsinzet door inwoners in de wijk wordt hierbij steeds belangrijker. Aanvullend hierop heeft de nuldelijnsorganisatie een netwerk van vrijwilligers die ondersteunen bij hulpvragen. Tot 215 waren in Ede vier nuldelijnsorganisaties actief: De Medewerker, Welstede, SWO (Senioren Welzijn Ouderen) en SportService Ede. De eerste drie werken vanaf 216 als één organisatie: Malkander. Daaromheen werken diverse landelijke organisaties als het Rode Kruis, de Zonnebloem, Humanitas en overige lokale vrijwilligersorganisaties en projecten. Daarnaast zijn er allerlei initiatieven op buurt- en wijkniveau, zoals sportverenigingen, muziekclubs, kerken, moskeeën, familie en buren. 19 Sociale Monitor Ede najaar 216

21 % Mantelzorgers % Vrijwilligers Potentieel aan hulp in de buurt Helpt wel eens iemand in de buurt (213) Bereid iemand in de buurt te helpen (213) Actief geweest in de buurt (215) Voelt zich medeverantwoordelijk voor de buurt (215) Bron: leefbaarheidsmonitor 213 en % 2% 36% 71% % 2% 4% 6% 8% Bijna driekwart van de Edenaren voelt zich medeverantwoordelijk voor de buurt waar hij/zij woont. En 1 op de 5 Edenaren is in het afgelopen jaar actief geweest in de eigen buurt. Sinds 213 is hier nauwelijks iets in veranderd. Het verschil tussen bereid zijn tot en daadwerkelijk doen duidt er op dat er in potentie mensen te mobiliseren zijn voor hulp en activiteiten in de buurt. Vrijwillligers 6% 48% 53% 5% 45% 39% 4% 3% 2% 1% % Bron: Gemeente Ede: Inwoners aan het Woord, Leefbaarheidsmonitor Het aantal vrijwilligers in Ede groeit. Inmiddels geeft iets meer dan de helft van de inwoners in Ede aan vrijwilligerswerk te doen. In 213 gaf 4 % van de vrijwilligers aan behoefte te hebben aan extra ondersteuning bij het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Bijna 4 % kreeg in 213 voldoende ondersteuning. De rest (58%) van de vrijwilligers krijgt geen ondersteuning en heeft er ook geen behoefte aan. Soorten vrijwilligerswerk kerk/moskee club, vereniging, buurthuis, politieke partij anders school kinderen hulp zieken, gehandicapten, ouderen collectant goed doel 9% 8% 7% 7% 16% 19% In 215 zijn de Edese vrijwilligers vooral actief bij een club, vereniging, buurthuis, politieke partij of voor kerk/moskee. Uiteraard kunnen vrijwilligers op meerdere terreinen actief zijn, dus zowel op school als collectant voor een goed doel. De veranderingen door de jaren zijn minimaal. ideële organisatie 3% Bron: Gemeente Ede, leefbaarheidsmonitor 215 % 5% 1% 15% 2% Mantelzorgers 2% 11% 12% 1% 17% 19% 19% Zowel in 214 als 215 geeft bijna één op de vijf inwoners aan dat zij minimaal een keer per week mantelzorg 3 verlenen. Dit is een aanzienlijke toename ten opzichte van 28. % Bron: Gemeente Ede, Inwoners aan het Woord, Leefbaarheidsmonitor 3 In de inwonersenquête Inwoners aan het Woord is gevraagd of men in de afgelopen 12 maanden mantelzorg heeft gegeven. Mantelzorg is daarbij als volgt gedefinieerd: Mantelzorg is onbetaalde zorg die u geeft aan een bekende in uw omgeving, zoals uw partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. 2 Sociale Monitor Ede najaar 216

22 % bekend met steunpunt % (tamelijk) zwaar belast Belasting mantelzorgers 15% 11% 1% 1% 7% 5% 5% % Bron: Gemeente Ede, Inwoners aan het Woord De belasting van de mantelzorgers is de afgelopen jaren toegenomen. In 214 voelde 11% van de mantelzorgers zich (tamelijk) zwaar belast. Voor deze stijging zijn verschillende verklaringen denkbaar: het kan zijn dat toegenomen ervaren belasting een relatie heeft met de landelijke toename van het aantal werkende mantelzorgers. Ook kan de afname van professionele zorg - door strengere indicering - een rol spelen. Bekendheid met steunpunt mantelzorg 8% 67% 64% 6% 53% 4% 33% 2% % Bron: Gemeente Ede, Inwoners aan het Woord Twee derde deel van de inwoners kent het steunpunt mantelzorg. Deze bekendheid is de afgelopen jaren toegenomen. Van de inwoners die gebruik hebben gemaakt van het steunpunt, is 83% procent tevreden over de ondersteuning. Dit is de afgelopen jaren ongeveer gelijk gebleven Preventieve ondersteuning jeugd (incl. CJG) De gemeente Ede streeft ernaar dat al haar jeugdigen opgroeien in een veilige en stimulerende opvoed- en opgroeicontext. Daarvoor zet ze in eerste instantie in op preventieve ondersteuning die de gemeente financiert via gemeentelijke subsidieafspraken met (zorg)aanbieders. Preventieve ondersteuning is lichte ondersteuning waarvoor geen beschikking nodig is. (Het gaat dan om interventieniveau 1-3: training, informatie, advies enz. bijvoorbeeld via CJG) 4. Het Centrum voor Jeugd en Gezien (CJG) is een laagdrempelige plek waar inwoners terecht kunnen met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Juiste ondersteuning wordt zo snel mogelijk ingezet, zodat (ergere) problemen worden voorkomen en jeugdigen gezond en veilig kunnen opgroeien (hun talenten ontwikkelen en kunnen meedoen in de samenleving). Kernpartners van het CJG zijn: Opella, Stimenz, Icare, VGGM, BJZ, MEE-Veluwe, Welstede en Jeugdbescherming Gelderland (JBGld). De toegang tot jeugdhulp verloopt via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), Sociaal Team (ST) of arts (huisarts, kinderarts, jeugdarts). Het CJG is er voor alle vragen (en problematiek) op het gebied van opvoeden en opgroeien, van licht tot zwaar. Ook complexe zaken worden door het CJG opgepakt; zelfs dwang en drang in samenwerking met één van de uitvoerende partijen van De Nieuwe Jeugdbescherming. Aantal vragen aan CJG In 214 werden gemiddeld 84 vragen per maand gesteld via de telefoon of mail. In 215 is dit aantal gegroeid naar gemiddeld 24 vragen per maand (gegevens tot oktober 215). Begin 216 worden de prestatie-indicatoren vastgesteld en de wijze waarin die worden bijgehouden. In 214 ontving het CJG gemiddeld 69 telefoontjes, in 215 is dit gestegen tot 198 telefoontjes. Bezoekers website CJG (gemiddeld per maand) Bron: CJG Het bezoek en gebruik van de website van het CJG neemt toe. In 215 bezochten per maand gemiddeld unieke bezoekers de website van het CJG. In 214 waren er nog gemiddeld unieke bezoekers per maand. Ook het aantal terugkerende bezoekers is gestegen van 19,9% naar 24,3%. 4 In paragraaf 6.2 Maatwerkvoorzieningen wordt onder Jeugdzorg de interventieniveau 4-7 besproken. Dit is zorg die de gemeente regionaal bij zorgaanbieders inkoopt en waarvoor een beschikking nodig is. 21 Sociale Monitor Ede najaar 216

23 % Achterstandsleerlingen % jongeren dat tevreden is over het vrijetijdsaanbod in Ede Aantal trajecten Ivroegsignalering Aantal trajecten vroegsignalering (bij jonge kinderen) op afwijkend en problematisch gedrag Bron: Kijken en Doen + Integrale Vroeghulp Naast het CJG zijn er twee organisaties in Ede actief die zich bezig houden met de vroegsignalering op afwijkend en problematisch gedag bij jonge kinderen. Deze organisaties zijn Integrale vroeghulp en Kijken en Doen. In 215 zijn 62 kinderen in traject genomen. Dit is iets meer dan in 214. % jongeren (15-22 jaar) dat tevreden is over het vrijetijdsaanbod in Ede 8% 6% 4% 2% 67% 69% % Bron: Gemeente Ede, Inwoners aan het Woord Tot slot gaat er een preventieve werking uit van een voldoende en goed vrijetijdsaanbod voor jongeren. Meer dan twee derde van de jeugdige Edenaren, van 15 tot 22 jaar, is tevreden over het vrijetijdsaanbod voor jongeren in de gemeente 5.3. ONDERWIJSONDERSTEUNING De gemeente Ede wil dat jeugdigen in Ede opgroeien tot gezonde, zelfredzame burgers (Beleidskader Jeugd en Onderwijs 212), tot inwoners die op een zelfstandige en volwaardige manier deelnemen aan de samenleving, waarbij jongeren leren om verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en voor anderen. Doel: Er zijn voldoende onderwijskansen voor ieder kind en iedere jeugdige zodanig dat stagnaties in de doorlopende leerlijn worden tegengegaan. Subdoelen: Schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten wordt tegengegaan en teruggedrongen. Zoveel mogelijk Edese jongeren verlaten het onderwijs met een passend diploma. Jeugdigen beheersen de Nederlandse taal zodat risico's op onderwijsachterstand verminderen. Achterstandsleerlingen 14,7% 14,2% 15% 12,9% 11,9% 11,9% 11,% 1% 5% % Bron: Gemeente Ede, afdeling leerplicht, waarstaatjegemeente.nl Het aantal achterstandsleerlingen daalt in Ede. Maar nog steeds zijn in Ede relatief meer achterstandsleerlingen dan landelijk. Een achterstandsleerling is een leerling waarvan de ouders een laag opleidingsniveau hebben. In 212 (meest recent bekende cijfer van Nederland), was het percentage achterstandsleerlingen in Ede hoger (12,9%) dan in Nederland (11,6%) 22 Sociale Monitor Ede najaar 216

24 % voortijdig schoolverlaters jaar Deelname doelgroepkinderen aan VVE Deelname van doelgroepkinderen 5 aan VVE 75% 75% 8% 68% 7% 63% 6% 52% 4% 2% % De deelname van doelgroepkinderen aan voor- en vroegschoolse educatie (vve) programma s op voorschoolse voorzieningen en primair onderwijs neemt toe. Het streven is 1% deelname. Het streven is er op gericht om voor alle kinderen een passende plek aan te kunnen bieden als er achterstanden dreigen. Het aantal plekken is ook daadwerkelijk aanwezig, het bereik van doelgroepkinderen sluit er echter niet bij aan. Dat heeft een aantal redenen. Op de eerste plaats zijn er doelgroepkinderen die kinderopvang Bron: Gemeente Ede, Rapportage VVE-gebruik Ede bezoeken. Dat zijn in Ede vooralsnog geen VVE-plekken. Die kinderen tellen dan niet mee. Datzelfde geldt voor doelgroepkinderen die buiten Ede kinderopvang bezoeken. Daarnaast is er een groep kinderen waarvan de ouders om principiële of praktische redenen hun kind niet inschrijven bij een voorschoolse voorziening (peuter- of kinderopvang). Tot slot is er een groep kinderen waarvan de ouders om financiële redenen afzien van een bezoek aan de peuter- of kinderopvang % nieuwe voortijdig schoolverlaters jaar in Ede 4,% 3,1% 3,1% 3,% 3,% 2,% 1,8% 1,5% 1,5% 1,%,% Bron: DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters daalt sinds 211 In 213 is de definitie aangepast, wat het lagere percentage verklaart. Daarna is het percentage wel verder gedaald. % nieuwe voortijdig schoolverlaters is het percentage 12- tot en met 22-jarigen die in een lopend schooljaar is gestopt met school, geen startkwalificatie heeft en op 1 oktober van het nieuwe schooljaar niet gestart is met een nieuwe opleiding. % voortijdig schoolverlaters jaar in april van het betreffende jaar , 14,5 14,6 13,3 12,3 12, 1,1 1, Bron: DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) De afgelopen 7 jaar laten zien dat het in Ede lukt om het percentage jongeren zonder startkwalificatie terug te dringen. Dit ligt in Ede ook lager dan gemiddeld landelijk. Een deel van de daling in 215 en 216 is overigens toe te schrijven aan een vertraagd effect van een nieuwe definitie in 212/213. % VSV ers is het percentage 18 t/m 22 jarigen dat in april van dat jaar geen startkwalificatie had en niet schoolgaand was. 5 Doelgroepkinderen zijn kinderen met een gewicht (ouders met laag opleidingsniveau, definitie Ministerie van OC en W) aangevuld met kinderen waarvan het consultatiebureau heeft vastgesteld dat er kans is op achterstand. 23 Sociale Monitor Ede najaar 216

25 5.4. GEZONDHEIDSONDERSTEUNING Doel: Inwoners in Ede hebben gelijke kans op een optimale gezondheid met voorkoming of vroegtijdig opsporen van gezondheidsrisico s en huiselijk geweld. Subdoelen: Minder inwoners worden slachtoffer van (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties. Voorkomen en tegengaan van gezondheidsproblemen. Edenaren zijn meer zelfredzaam en weten beter hoe zij zelf gezondheidsproblemen kunnen voorkomen. Inwoners van Ede gaan bewuster en gezonder eten en drinken. Gezondheid Ruim driekwart van de Edenaren voelt zichzelf (in 212) gezond. Vijftien procent van de Edenaren heeft één of meer lichamelijke beperkingen en 62% heeft één of meer lichamelijke aandoeningen. Deze cijfers (uit 212) zijn vergelijkbaar met de landelijke cijfers. Eind 216 vindt er nieuw onderzoek plaats. Ede Nederland Gezondheid Ervaren gezondheid (goed/zeer goed) [%] 77,8 76,5 Een of meer lichamelijke beperkingen [%] 14,8 14,8 Een of meer lichamelijke aandoeningen [%] 62, 6,4 Aantal meldingen bij Veilig Thuis Bron: Veilig Thuis Aantal Zorgmeldingen Jeugd en Politie Aantal meldingen Huiselijk geweld (incl. politie) Aantal meldingen Kindermishandeling In 215 zijn iets minder meldingen van kindermishandeling uit de gemeente Ede binnengekomen dan in 214. Maar er zijn meer meldingen van Huiselijk geweld. Deze toename van het melden van huiselijk geweld is mogelijk veroorzaakt door de intensieve landelijke publiciteitscampagne over mishandeling en huiselijk geweld. Per 1 jan 215 komen bij Veilig thuis ook de zorgmeldingen Jeugd binnen die vroeger gedaan werden bij Bureau Jeugdzorg. 7 % Edenaren dat de afgelopen 12 maanden is geconfronteerd met huiselijk geweld 1% 8% 6% 4% 2% % 6% 6% 6% Bron: Inwoners aan het woord/leefbaarheidsmonitor 7% 7% 6,5% Uit enquête onderzoek onder een representatieve groep Edenaren blijkt dat het percentage Edenaren dat in de afgelopen 12 maanden geconfronteerd is met huiselijke geweld fluctueert tussen de 6% en 7%. Hierin zien we in de afgelopen jaren geen noemenswaardige stijging of daling. % Kinderen dat (12-19 jaar) dat overmatig alcohol drinkt In 214 bleek 4% van de jarigen in de gemeente Ede overmatig alcohol te drinken. Nieuwe cijfers komen na het volgende GGD-onderzoek in Veilig Thuis is ontstaan door het samengaan van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) per 1 jan In de voortgangsrapportage Veilig Thuis (25 augustus 215) is te lezen: Wanneer politie een melding van huiselijk geweld deed in gezinnen waar minderjarige kinderen betrokken zijn, deed zij ook een zorgmelding Jeugd. De aantallen tellen dus dubbel op. 24 Sociale Monitor Ede najaar 216

26 6. INDIVIDUELE ONDERSTEUNING (PR. 3 PROGRAMMABEGROTING) 6.1. INLEIDING Programma 3 van de programmabegroting gaat over de individuele ondersteuning van de Edenaren die niet of onvoldoende zelfredzaam zijn. Dit programma is onderverdeeld in Maatwerkvoorzieningen, Werk en participatie en Inkomensvoorzieningen. Maatwerkgesprekken vormen het vertrekpunt voor het samenstellen van (meervoudige) ondersteuningsarrangementen. Deze gesprekken worden door de gemeente, Sociaal Teams en - in een aantal gevallen - aanbieders gevoerd. Programmadoel: Inwoners in Ede hebben regie over hun eigen leven, doen mee naar vermogen, en krijgen indien nodig daarbij begeleiding en ondersteuning MAATWERKVOORZIENINGEN Doel Zoveel mogelijk inwoners in Ede hebben regie over hun eigen leven en worden indien nodig op maat ondersteund en begeleid. Subdoelen: Meer inwoners doen mee in de samenleving en wonen zo lang mogelijk zelfstandig. Zoveel mogelijk passend bij de ondersteuningsbehoefte van inwoners is er professionele ondersteuning op maat in verbinding met informele vormen van ondersteuning. Waar mogelijk verminderen wij de professionele inzet en vervangen we deze door ondersteuning en begeleiding vanuit het eigen sociaal netwerk en/of vanuit informele vormen van ondersteuning, waarbij de kwaliteit gewaarborgd blijft. Meer kwetsbare inwoners blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen, al dan niet met ambulante begeleiding, of stromen duurzaam uit de maatschappelijke opvang of beschermd wonen. Jeugdigen worden adequaat ondersteund bij het veilig opgroeien tot zelfredzame burgers. Vervoer (van leerlingen en van cliënten) is meer afgestemd op de mate van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen. Meer inwoners met een laag inkomen zijn in staat om deel te nemen aan de samenleving. Meer inwoners zijn schuldenvrij Deelname aan het maatschappelijk leven Belemmeringen door gezondheidsproblemen om deel te nemen aan het maatschappelijke leven (214) Vijftien procent van de Edenaren ervaart in 214 matige of alg. lichamelijke gezondheid fysieke functioneren 7% 7% 3% 2% ernstige belemmeringen om deel te nemen aan het maatschappelijke leven door gezondheidsproblemen. In de grafiek hiernaast staat dit uitgesplitst naar verschillende soorten gezondheidsproblemen. De meeste belemmeringen ervaren de Edenaren op het gebied van lichamelijke geestelijke gezondheid matig 3% 1% gezondheid en met betrekking tot fysiek functioneren. Circa ernstig 4% ervaart belemmeringen die verband houden met de % 2% 4% 6% 8% 1% 12% geestelijke gezondheid. Bron: Inwoners aan het Woord 214 Belemmeringen door financiële problemen om deel te nemen aan het maatschappelijke leven (214) Tien procent van de Edenaren ervaart matige of ernstige matig uw financiële situatie 7% 3% belemmeringen door financiële problemen. ernstig % 2% 4% 6% 8% 1% 12% Bron: Inwoners aan het Woord Sociale Monitor Ede najaar 216

27 overlast verward/overspan nen personen Aantal dak- en thuiislozen % Edenaren dat zich eenzaam voelt 2% 1% % 13% 16% 14% 15% Bron: Gemeente Ede, Inwoners aan het Woord en Leefbaarheidsmonitor % van de Edenaren geeft aan zich soms of vaak eenzaam te voelen in 215. Dit betekent overigens niet automatisch dat deze inwoners allemaal weinig contact hebben met andere mensen. Zo kunnen bijvoorbeeld pubers zich eenzaam voelen, of ouderen die wel omgaan met anderen, maar hun kinderen missen. In Ede-Centrum wordt de meeste eenzaamheid ervaren en in Otterlo de minste. Zelfredzaamheid Ruim negen op de tien inwoners in Ede noemt zichzelf in 215 (zeer) zelfredzaam. Dat wil zeggen dat op de stelling ik kan mezelf goed redden 92% van de Edenaren (helemaal) mee eens heeft geantwoord. Drie procent is het hier (helemaal) niet mee eens. In Veldhuizen A zien we de laagste zelfredzaamheid (84% vindt dat ze zichzelf goed kunnen redden) en in Kernhem de hoogste (97%) (zie bijlage 1). Aantal werkzoekende Edese jongeren (< 27 jaar) ingeschreven bij het UWV 6 Het aantal werkzoekende jongeren in Ede is het afgelopen jaar 423 aanzienlijk gestegen Ook het aantal jongeren (<27 jaar) dat een bijstandsuitkering ontvangt is gestegen van 149 in april 215 naar 199 in april Bron: UWV/SBB. Peildatum in april (213 en 214) of maart (215 en 116) Aantal dak- en thuislozen in Ede (recht op opvang en gebruik) Bron: GGD Aantal meldingen verwarde/overspannen personen Bron: Politie recht op opvang Ede gebruik opvang Ede Het aantal dak- en thuislozen dat zich heeft gemeld voor opvang en ook recht had op opvang, is sinds 213 afgenomen. Het gebruik van opvang fluctueert enigszins. De bezetting in de opvang is nagenoeg 1%. Dit betekent dat als iemand uitstroomt, er vaak direct een nieuw persoon instroomt voor een traject binnen de maatschappelijke opvang. In veel gevallen vinden mensen, nadat recht op opvang is toegewezen, toch zelf nog een oplossing. Na het intakegesprek wordt namelijk direct hulp opgestart om daadwerkelijk gebruik in de opvang te voorkomen. Dit kan om zelfstandige huisvesting gaan of verblijf in het sociaal netwerk. Hiermee wordt er alles aan gedaan om te voorkomen dat mensen onder een brug slapen (er is ook crisisopvang). Het aantal dat onder een brug slaapt fluctueert zeer sterk en is moeilijk in een registratie te monitoren. Omdat Ede bij de opvang van dak- en thuislozen een centrumfunctie heeft valt iedereen zonder duidelijke regiobinding ook onder de gemeente Ede en in deze registratie. Onder opvang valt gebruik Johanniter opvang en Leger des Heils Het aantal incidenten met verwarde/overspannen personen dat gemeld wordt bij de politie stijgt de afgelopen jaren. Ook landelijk is een stijgende lijn zichtbaar. Het aantal meldingen is overigens niet gelijk aan het aantal personen omdat er meer meldingen over dezelfde persoon kunnen gaan. 26 Sociale Monitor Ede najaar 216

28 Sociaal Teams Wanneer er sprake is van problematiek op meerdere leefgebieden, is het Sociaal Team aan zet. In Ede zijn vier Sociaal Teams (Ede Centraal, Veldhuizen/Kernhem, Ede-Zuid/Bennekom en de Buitendorpen). In het Sociaal Team werken verschillende professionals vanuit zorg, welzijn en de gemeente samen om problemen op meerdere leefgebieden te kunnen oppakken. De toegang tot jeugdhulp verloopt via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG, paragraaf 5.2 Maatschappelijke ondersteuning), Sociaal Team of arts (huisarts, kinderarts, jeugdarts). Het CJG is er voor alle vragen (en problematiek) op het gebied van opvoeden en opgroeien. De top 5 van de hulpvragen bij de Sociaal Teams lagen in de eerste helft van 215 op het vlak van financiën (35) en geestelijke gezondheid (19), gevolgd door huiselijke relaties (163), sociaal-emotionele ondersteuning (139) en huisvesting (114). In totaal zijn er problemen gemeld, vaak spelen er meer problemen. Er liggen hier ook veel verbanden met de nuldelijn, die bijvoorbeeld ook veel oppakt rondom ondersteuning bij financiën. Aantal nieuwe aanmeldingen Sociaal Teams jan.-sept. 216 Het aantal nieuwe aanmeldingen bij de Sociaal teams is in de loop van 216 toegenomen. Het betreft aantal aangemelde unieke huishoudens, het kan ook zijn dat meerdere gezinsleden problemen hebben maar deze worden in 1 gezinsdossier opgenomen (telt als 1 huishouden). Bron: Gemeente Ede, Mens Centraal Wmo Aantal cliënten met maatwerkarrangementen Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de WMO. Het is een immateriële voorziening (iets wat je niet kunt beetpakken of aanraken) die niet vrij toegankelijk is, maar waarvoor een toegangsbesluit, verwijzing of beschikking van de gemeente nodig is. Het beste beeld van het gebruik van maatwerkarrangementen wordt verkregen door te kijken naar het aantal cliënten aan wie daadwerkelijk een maatwerkarrangement is verstrekt en waarvoor een factuur bij de gemeente is ingediend. Tot nu toe factureerden nog niet alle aanbieders op de afgesproken wijze, waardoor deze registratie nog niet compleet is. Dit wordt wel steeds beter en dit zal terug te zien zijn in volgende versies van de Sociale Monitor. Maar hierdoor kunnen we op dit moment nog geen betrouwbare gegevens over het aantal geleverde maatwerkarrangementen in het verleden geven. Als (voorlopig) alternatief kiezen we ervoor om het aantal indicaties weer te geven (behalve bij hulpmiddelen). Dit zijn hogere aantallen dan het aantal verstrekkingen, omdat niet alle indicaties verzilverd worden. Aantal zorgklanten Wmo Bron: Gemeente Ede, GWS4all Het aantal unieke zorgklanten is gedurende het jaar 215 iets gedaald. Dit is (deels) toe te schrijven aan uitgevoerde controles op het nieuwe bestand dat is opgeschoond voor personen die geen recht hebben op WMO zorg (bijvoorbeeld omdat ze thuis hoorden bij de Wet Langdurige Zorg (Wlz)). Eind 215/begin 216 is er sprake van een lichte stijging die door aanbieders was verwacht omdat nieuwe cliënten begin 215 de weg nog niet wisten te vinden. In de eerste helft van 216 lijkt de instroom gestabiliseerd te zijn op circa 275 cliënten per kwartaal. 9 8 Zorgklanten van de Wmo zijn mensen die geïndiceerd zijn voor maatwerkvoorzieningen binnen de WMO. 9 De instroom per kwartaal, evenals de aantallen op de verschillende peildata, zijn bepaald aan de hand van de indicatie gegevens. Omdat aanbieders aflopende indicaties traag doorgeven zijn er geen betrouwbare uitstroomcijfers. Die komen pas als het proces van facturatie soepeler verloopt. Door deze onbetrouwbaarheid worden uitstroom gegevens nog niet gepresenteerd. Cliënten kunnen uitstromen doordat ze komen te overlijden of verhuizen, begeleiding niet meer nodig is of wordt georganiseerd in het eigen netwerk. 27 Sociale Monitor Ede najaar 216

29 Hulp bij het huishouden* Bijna 2.3 Edenaren hebben een indicatie voor hulp bij het huishouden (HH1, HH2 of HHT)*. Dit totaal aantal is het laatste jaar, na okt. 215, stabiel gebleven. Daarbinnen heeft wel een kleine verschuiving plaatsgevonden. Het aantal inwoners met HH1 en/of HH2 is iets afgenomen en het aantal inwoners met HHT is iets toegenomen. De daling van het aantal indicaties in 215 kan deels worden toegeschreven aan het proces van herindicaties dat in dat jaar heeft plaatsgevonden Bron: Gemeente Ede, GWS4all * HH1: schoonmaak, HH2: regie bij het huishouden, HHT: aanvullende schoonmaakondersteuning, ook voor mantelzorgers (vaste eigen bijdrage) Aantal uren en klanten huishoudelijke hulp Verdeling indicaties HH 1 en/of HH 2 (PGB en ZIN) (excl HHT) Peildata 1-okt-15 1-jan-16 1-apr-16 1-jul-16 max 2 uur HH 1 en/of HH2 47,% 47,9% 53,4% 51,% 2-4 uur HH 1 en/of HH2 42,% 41,% 38,3% 4,4% 4-6 uur HH 1 en/of HH2 9,% 8,8% 7,% 7,% > 6 uur HH 1 en/of HH2 2,% 2,4% 1,2% 1,6% Totaal 1% 1% 1% 1% Aantal klanten met HH Aantal klanten met HH Totaal uren per week HH1 en/of HH Gem. aantal uren/week 2,7 2,8 2,6 2,7 Het gemiddelde van alle lopende indicaties huishoudelijke hulp was in juli 214 3,5 uur per week. Op 1 oktober 215 was dit gedaald naar 2,7 uur per week HH, dit was in juli 216 ook 2,7 uur per week. Het totaal aantal uren HH1 en/of HH2 per week is in de periode van okt. 215 tot juli 216 afgenomen. Dit komt door afname van het totaal aantal klanten met HH2. Het aantal HHT klanten is het afgelopen jaar iets toegenomen. Iets meer dan de helft van alle klanten HH kreeg in juli 216 minder dan 2 uur per week HH1en/of HH2. Klanten die overgaan naar de algemene voorziening HH komen vooral uit deze groep. Begeleiding, groep (dagbesteding) Na een stijging in 215, is er weer een daling in Edenaren hadden op 1 januari 216 een indicatie groepsbegeleiding (dagbesteding). Op 1 april en 1 juli is dit aantal gedaald naar resp. 492 en 474. Sinds lijkt de instroom wat af te nemen. In het vierde kwartaal 215 stroomden er 86 cliënten in (nieuwe indicatie). In het eerste en tweede kwartaal 216 resp. 68 en 6. Bron: Gemeente Ede, GWS4all Begeleiding, individueel* Er zijn op 1 januari 216 bijna 1. Edenaren met een indicatie voor individuele begeleiding, Dat zijn er 1 minder dan op 1 januari 215. De instroom van nieuwe klanten is in 216 gedaald van 143 personen in het eerste kwartaal naar 115 personen in het tweede kwartaal. Bron: Gemeente Ede, GWS4all * Ondersteuning van zelfredzaamheid in het dagelijks leven. 28 Sociale Monitor Ede najaar 216

30 Verblijf, kortdurend Bron: Gemeente Ede, GWS4all Enkele Edenaren hebben een indicatie voor kortdurend verblijf. In 215 is het aantal indicaties (op peildata) gedaald. 11 Deze daling bij kortdurend verblijf wordt o.a. veroorzaakt doordat veel instellingen gestopt zijn met een aanbod voor kortdurend verblijf. Dit is niet gewenst en daarop is in 215 door de gemeente actie ondernomen richting zorgaanbieders. Op zien we een lichte stijging Verblijf, beschermd wonen (inclusief regiogemeenten) Vanuit de AWBZ zijn er op iets meer dan 5 klanten overgeheveld naar de WMO beschermd wonen 12. In 215 is het aantal indicaties beschermd wonen gedaald naar 42, waarna het in de loop van 216 weer is gestegen tot circa 45 klanten. De instroomgegevens laten in het 4 de kwartaal 215 en 1 ste kwartaal 216 een stijging zien (meer dan verdubbeld, resp. 47 en 54 nieuwe indicaties). In het tweede kwartaal van 216 is er sprake van een daling naar 33 indicaties. Bron: Gemeente Ede, GWS4all De WMO maatwerkvoorzieningen zijn tijdelijk van aard. Bij het beschermd wonen treffen we twee groepen aan: een groep met blijvende behoefte (herstel en stabilisatie) en een groep met tijdelijke behoefte (herstel en participatie). Hoe deze twee groepen zich in aantallen tot elkaar verhouden is nog onduidelijk. De WMO maatwerkvoorzieningen zijn bedoeld voor de laatste groep. De eerste groep moet bediend worden door de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Bij aanvang van de transities (op 1 januari 215) is overgangsrecht ingesteld tot 22 voor beide groepen (tenzij de indicatie eerder afloopt). Voor nieuwe instroom na 1 januari 215 geldt voor het beschermd wonen een maximale indicatieduur van 2 jaar. Aantal cliënten met een hulpmiddel WMO-hulpmiddelen vallen onder materiële maatwerkvoorzieningen. Ook om in aanmerking te komen voor een hulpmiddel heeft de cliënt een beschikking of toegangsbesluit nodig. Vanuit het project iwmo zijn de volgende categorieën gedefinieerd: - Rolstoelen - Woonvoorzieningen - Vervoersvoorzieningen - Overige hulpmiddelen De registraties voor Woonvoorzieningen en Overige hulpmiddelen zijn nog in ontwikkeling waardoor we nog geen cijfermateriaal hebben. Rolstoelen Het aantal rolstoelen dat door Edenaren in gebruik is (geleverd door de gemeente) lijkt licht af te nemen. Dit wordt mogelijk verklaard doordat er een opschoning heeft plaatsgevonden van rolstoelen die cliënten niet meer gebruikten maar nog wel in huis hadden Bron: Gemeente Ede, GWS4all 1 Hieronder valt ook respijtzorg, waarbij mantelzorgers (tijdelijk) ontlast worden. 11 Een kanttekening is hierbij op zijn plaats. De aantallen die worden gepresenteerd geeft het aantal geïndiceerde klanten voor kortdurend verblijf op de peildatum. Omdat kortdurend verblijf geldt voor 1 a 2 weken kunnen er tussen twee peildata (veel) meer mensen in kortdurend verblijf zitten. De indicator op peildata geeft wel een goed beeld van hoeveel plaatsen er bij aanbieders beschikbaar (moeten) zijn voor deze dienstverlening 12 In dit aantal zat ook een aantal cliënten afkomstig van aanbieders Verpleging en Verzorging of Licht Verstandelijke Beperking. Hiervoor is het bestand in het eerste kwartaal opgeschoond. 29 Sociale Monitor Ede najaar 216

31 Vervoersvoorzieningen Bron: Gemeente Ede, GWS4all Sinds januari 215 is er sprake van een lichte daling van het aantal vervoersvoorzieningen dat wordt geleverd door de gemeente. De nieuwe afgifte van indicaties voor deze voorziening lijkt overigens stabiel op ongeveer 5 per half jaar. Onder vervoersvoorzieningen vallen onder andere de scootmobiel of driewielfietsen en rolstoelfietsen (excl. pas voor regiotaxi of Valys) Transformatie In de grafiek hieronder is te zien dat er nog geen/nauwelijks transformatie is te zien van begeleiding (individueel) naar dagbesteding (begeleiding groep). De verticale as geeft het aantal cliënten weer. Bron: initi Voortgangsrapportages Wmo Per 1 januari 215 heeft een overheveling van AWBZ-middelen naar het gemeentelijk domein (Wmo) plaatsgevonden. In totaal zijn er ruim 75 aanbieders waarmee de gemeente een contract heeft afgesloten voor begeleiding en ondersteuning (Extramurale Wmo), Beschermd Wonen en Hulp bij het Huishouden. Drie keer per jaar houdt de gemeente voortgangsgesprekken met de twintig grotere aanbieders (voor wat betreft de Wmo). Dit wordt vastgelegd in voortgangsrapportages. De inhoud van de gesprekken en de rapportages is volop in ontwikkeling. Zo is er in de gesprekken over de eerste periode van 216 bewust gekozen voor een inhoudelijke insteek, in plaats van een beheersmatige insteek. De rapportage is ook veel meer visueel opgezet, met verhalen en foto s van aanbieders die de transformatie zichtbaar maken. Hieronder volgt een aantal specifieke aandachtspunten uit de rapportage over de eerste vier maanden van 216. Aanbieders wensen dat er meer focus komt op het contracteren van resultaten in plaats van het contracteren op producten. Dit is in lijn met de visie die de gemeente Ede heeft. Het traject van bestuurlijk aanbesteden (gedeeltelijk zonder een van tevoren afgesproken omzetplafond) past in deze visie. Voortdurende aandacht is nodig voor het werven en opleiden van vrijwilligers. Dit is mede in het belang van (de inzet van) mantelzorgers. Dit vraagt een actieve rol van aanbieders (en uiteraard Malkander), maar ook de gemeente Ede zal hier continu beleidsmatig mee bezig moeten zijn. De samenwerking tussen aanbieders en Malkander is goed, maar kan in een aantal gevallen nog een stimulans gebruiken. Inzet van cliënten als ervaringsdeskundigen is een goede aanvulling op de formele en informele zorg die geboden wordt. Het biedt cliënten ook de mogelijkheid om werkervaring op te doen. Het belang van verschillende vormen van participatie wordt door alle aanbieders onderschreven. Daarbij moeten we niet alleen de geëigende paden bewandelen. Dat vraagt soms lef en doorzettingsvermogen. 3 Sociale Monitor Ede najaar 216

32 De wisselwerking met de wijk is in veel gesprekken aan bod gekomen. Hoe halen we de wijk meer naar binnen en hoe zorgen we voor de verbinding met de wijk vanuit de voorziening? Nut en noodzaak van laagdrempelige ontmoetingsplekken - waar ontmoeten, verbinden en ook participatie centraal staan - wordt alom gezien. Technologische vernieuwingen en innovaties worden al vaak opgepakt. Dit thema wordt gedeeltelijk al als going business beschouwd. Tenslotte: hoe zorgen we ervoor dat de administratieve lastendruk tot een minimum beperkt wordt? Overige conclusies voortgangsrapportage Wmo - In de Jaarrekening 215 is op het programma Maatschappelijke ondersteuning een significant overschot zichtbaar en zijn de verschillende resultaten toegelicht. In aanvulling hierop zijn de volgende duiding/ acties en ontwikkelingen van belang: - Er is een aantal oorzaken aan te wijzen voor deze onderuitputting. De verwachting is dat die onderuitputting ten dele samenhangt met keuzes die wij als gemeente hebben gemaakt: we hebben ingezet op het vergroten van de zelfredzaamheid en eigen kracht, we hebben onze dienstverlening daarop aangepast (de kanteling) en de sociaal teams dragen bij aan het afvangen van de doorstroom naar duurdere zorg. Ook de nuldelijn komt steeds meer in positie en we zien in de wijken op het gebied van ondersteuning en begeleiding mooie burgerinitiatieven ontstaan. Daarnaast zien we ook algemene trends, zoals een verminderde afname van het gebruik van huishoudelijke hulp. - Daarnaast zijn er enkele externe factoren die van invloed kunnen zijn. De budgetten zijn verdeeld op basis van historie. De komende jaren zal de verdeling langzaam naar een objectief verdeelmodel gaan. Voor Ede betekent dit teruglopende budgetten. De afbakening tussen de WLZ en Wmo is in de praktijk soms anders, waardoor een deel van de begeleiding / persoonlijke verzorging soms ook vanuit de wijkverpleging is gegeven. - We kunnen aan deze beelden nog geen conclusies verbinden. Wij, net als alle gemeenten, moeten nog meer inzicht krijgen in de onderliggende processen die in het afgelopen jaar in het sociaal domein op gang zijn gekomen. Bij cliënten, bij aanbieders, maar ook bij de gemeentelijke organisatie zelf. - We mogen er niet vanuit gaan dat de onder uitputting structureel zal zijn. De komende periode zullen wij gebruiken om de trends in het zorggebruik te analyseren en verder te monitoren. Alvorens conclusies te trekken is het nodig de beelden verder te verfijnen. Dat gaan we doen in samenspraak met de nieuwe Adviesraad Sociaal Domein en de cliëntenbelangenorganisaties. Daarnaast voeren we het landelijk cliëntervaringsonderzoek uit. De inzet is om de analyse van de trends in het zorggebruik vooral vanuit het perspectief van de cliënt aan te vliegen. - Vrijwel alle aanbieders zijn onder het omzetplafond gebleven. Uit de kwartaalgesprekken hebben we van aanbieders geen signalen gekregen dat begeleiding en ondersteuning niet goed geleverd is. Alle cliënten zijn bediend. - Er heeft een grote verbetering plaatsgevonden in de facturatie. In januari 216 is het nieuwe facturatieprotocol gepresenteerd aan de aanbieders in en instructiebijeenkomst. De lijnen met de afdeling die de facturatie uitvoert zijn kort: aanbieders weten de contactpersonen goed te vinden. Dit heeft geleid tot minder uitval van facturen dan in 215. De aanbieders hebben dit veelvuldig benoemd en geven ook aan prettig samen te werken met de gemeente. - Als vervolg op de Taskforce Werkstromen Sociaal Domein - die tijdelijk in het leven was geroepen om de achterstanden en wachttijden weg te werken - is in februari 216 het project Optimalisatie Bedrijfsvoering Wmo en Jeugd gestart. Dit project heeft als doel om de werkprocessen in de bedrijfsvoering structureel te verbeteren Cliëntervaringen Wmo De ervaring van cliënten wordt op verschillende manieren gevolgd: - Via cliëntervaringsonderzoeken (kwalitatief eind 215 en kwantitatief onderzoek medio 216 ) - Via monitoring van klachten en bezwaarschriften. - Via Zorgkaart Nederland. Hierbij geven cliënten hun mening over zorgaanbieders via de website van Zorgkaart Nederland. Cliëntervaringsonderzoek WMO 215 (kwalitatief) Vooruitlopend op een verplicht cliëntervaringsonderzoek in 216 heeft de gemeente Ede eind 215 een kwalitatief cliëntervaringsonderzoek uit laten voeren door het onderzoeksbureau I&O Research. 13 Op basis van interviews met 33 Wmo-cliënten en 16 mantelzorgers van deze cliënten komt men in november 215 tot de volgende conclusies: Ongeveer de helft van de geïnterviewde personen ervoeren het maatwerkgesprek tussen de cliënt en gemeente als prettig. Een aantal personen heeft het gesprek als negatief ervaren, bijvoorbeeld vanwege de bejegening tijdens het gesprek. De informatievoorziening rondom het gesprek was duidelijk en ook de uitgebreide kennis en expertise van de Wmo-consulenten werd genoemd. Wel werd opgemerkt dat er niet altijd een brede uitvraag plaatsvond. Cliënten gaven ook aan dat ze soms te maken hebben met lange doorlooptijden. Cliënten met een (nieuwe) indicatie voor dagbesteding en/of individuele begeleiding waren hierover in het algemeen tevreden. Cliënten waren ook tevreden over de dagbesteding zelf en de geleverde begeleiding en ondersteuning vanuit de aanbieders. Enkele cliënten ervoeren problemen met de vele wisselende hulpen en de wisselende tijden van huishoudelijke hulp. 13 Het rapport is te vinden op: 31 Sociale Monitor Ede najaar 216

33 Veel cliënten wisten niet dat zij bij een maatwerkgesprek gebruik konden maken van onafhankelijke cliëntondersteuning. Ook kenden de meeste cliënten de sociale teams van de gemeente niet en mantelzorgers kenden het mantelzorgsteunpunt vaak niet. De cliënten gaven verder aan dat de geboden ondersteuning en begeleiding bijdraagt aan hun welbevinden. Sommige mantelzorgers gaven aan dat er voor hen onvoldoende ondersteuning aanwezig is. Sinds de vorige uitgave van de Sociale Monitor is een aantal zaken opgepakt en verbeterd, mede naar aanleiding van een aantal aanbevelingen in de rapportage Onderzoek klantervaringen WMO (215). De doorlooptijden zijn weer op orde en worden blijvend gemonitord. In februari van dit jaar is er een project gestart om de werkprocessen rondom de bedrijfsvoering van Wmo en Jeugd te verbeteren. Uit het rapport blijkt dat er soms kritische tot negatieve ervaringen zijn met de bejegening door de Wmoconsulenten. Om dit te verbeteren komt er meer aandacht voor de manier waarop de consulenten de cliënten tegemoet treden. Hiervoor heeft de afdeling Wmo de vaardigheidstraining bejegening gevolgd. Deze training is positief ontvangen en er zijn plannen om deze training breder binnen het sociaal domein aan te bieden. Ook is voor alle afdelingen van WPI de opfriscursus Sturen op eigen kracht (activerende gespreksvoering) ingezet. Cliëntervaringsonderzoek WMO (kwantitatief) Vanaf 216 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een kwantitatief cliëntervaringsonderzoek (ceo) Wmo uit te voeren met een landelijk vastgestelde set vragen, waardoor vergelijking met andere steden en landelijk mogelijk is. De gemeente Ede heeft in de zomer van 216 dit CEO Wmo laten uitvoeren door I&O Research. Het blijkt dat de ervaringen van WMO cliënten in Ede over het algemeen iets positiever zijn over contact met de gemeente, de kwaliteit en de effectiviteit van de geboden ondersteuning dan gemiddeld in heel Nederland. Ook vergeleken met andere gemeenten met inwoners zijn de cliënten in Ede iets positiever. Vooral de ervaren toename in zelfredzaamheid en de kwaliteit van de ondersteuning springen er in Ede positief uit. Edese cliënten zijn echter iets minder bekend met een cliëntondersteuner en zijn iets minder tevreden met de snelheid waarmee ze geholpen werden dan gemiddeld in Nederland. Cliëntervaring WMO in Ede 216 vergeleken met Nederland Kwaliteit van leven (Door de ondersteuning die ik krijg heb ik een betere kwaliteit van leven) Zelfredzaamheid (Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mij beter redden) Eigenregie (Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil) Aansluiten op behoefte (De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag) 78% 74% 79% 78% 74% 8% 77% 86% Kwaliteit (Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed) 84% 79% Bekend met cliëntondersteuner (Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner? Ja) Betrokkenheid (De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht) 23% 25% 72% 7% Ede Nederland Oprechtheid (De medewerker nam mij serieus) 83% 8% Snelheid (Ik werd snel geholpen) 65% 68% Bekendheid met toegang (ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag) 73% 7% % 2% 4% 6% 8% 1% (helemaal) eens Bron: clientervaringsonderzoek WMO, I&O Research Voor dit onderzoek zijn cliënten met een individuele Wmo-voorziening uitgenodigd om mee te doen. Zowel nieuwe als bestaande cliënten. Zij kregen een schriftelijke vragenlijst thuisgestuurd en kregen de mogelijkheid de vragenlijst online in te vullen. In totaal vulden 472 cliënten de vragenlijst in. 32 Sociale Monitor Ede najaar 216

34 Contact met gemeente De medewerker nam mij serieus Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag Samen naar oplossingen gezocht (helemaal) eens neutraal / geen mening (helemaal) oneens Ik werd snel geholpen Het overall beeld over het contact met de gemeente Ede is positief. Vier op de vijf klanten vond dat de medewerker hem/haar serieus nam. Bijna driekwart wist waar ze met hun hulpvraag heen moesten en is het (helemaal) eens met de stelling dat er samen (met de gemeente) naar oplossingen is gezocht. Tweederde is tevreden over de snelheid waarmee ze zijn geholpen, wat een aandachtspunt is voor de gemeente Bron: clientervaringsonderzoek WMO, I&O Research 216 % 2% 4% 6% 8% 1% Kwaliteit van ondersteuning Kwaliteit van de ondersteuning is goed Ondersteuning past bij mijn hulpvraag Bron: clientervaringsonderzoek WMO, I&O Research 216 Effectiviteit ondersteuning hierdoor kan ik beter de dingen doen die ik wil hierdoor krijg ik een betere kwaliteit van leven (helemaal) eens neutraal / geen mening (helemaal) oneens Bron: clientervaringsonderzoek WMO, I&O Research % 2% 4% 6% 8% 1% (helemaal) eens neutraal / geen mening (helemaal) oneens hierdoor kan ik me beter redden % 2% 4% 6% 8% 1% 4 6 De kwaliteit van de geleverde ondersteuning wordt door 4 op de 5 WMO klanten positief beoordeeld. Een even grote groep vindt dat de geleverde ondersteuning past bij de hulpvraag. Drieentwintig procent van de wmo-klanten weet dat ze gebruik kunnen maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Dit is een aandachtspunt. Dat de geleverde ondersteuning aan de WMOklanten ook effectief is mag blijken uit het gegeven dat 86% zegt zich hierdoor beter te kunnen redden. Meer dan driekwart van de wmo clienten geven aan dat ze beter de dingen kunnen doen die ze willen en dat ze door de ondersteuning een beter kwalitiet van leven hebben gekregen. Klachten en bezwaarschriften Cluster Werk, Participatie en Inkomen In 215 zijn in het eerste, tweede en derde kwartaal respectievelijk 18, 14 en 18 bezwaarschriften over de Wmo bij de gemeente ingediend. Vergelijkingen met andere gemeenten kunnen nog niet worden gemaakt. Klachten Cluster Werk, inkomen en Participatie (WPI) In 215 zijn er 49 klachten bij WPI binnengekomen. Dit zijn er minder dan in 214 (63 klachten). Maar er zijn in 215 ongeveer evenveel klachten gegrond verklaard (25) dan in 214 (23). Het aantal gegronde klachten WMO is toegenomen van 7 in 214 naar 12 in 215. Het aantal gegronde klachten bij inkomen en schuldhulp is afgenomen van 11 naar 6. In 215 is de categorie Jeugd en Sociaal teams toegevoegd aan de klachtenregistratie. Gemeente Ede, Klachtenrapportage WPI 214, 215 * onder Handhaving wordt hier verstaan: Handhaving, Financiën en Bedrijfsvoering Zorgkaart Nederland De gemeente is betrokken bij de ontwikkeling van deze (landelijke) website en stimuleert de zorgaanbieders om hun cliënten actief te wijzen op de mogelijkheid hun ervaring weer te geven op deze website. In de contracten voor 216 met aanbieders wordt de eis opgenomen dat aanbieders actief gebruikmaken van de Zorgkaart Nederland, waarbij door cliënten ervaren belemmeringen en knelpunten zoveel mogelijk worden opgelost. Dit is ook een vast gesprekspunt in de voortgangsgesprekken met 33 Sociale Monitor Ede najaar 216

35 zorgaanbieders. Uit de voortgangsgesprekken blijkt echter dat Zorgkaart Nederland vooral goed werkt voor de VV-sector, maar minder goed voor VG en GGZ. Afgesproken is dat het van belang is dat er door de aanbieders wordt gewerkt met een instrument om de cliënttevredenheid te meten. Dit hoeft dus niet Zorgkaart Nederland te zijn Jeugd Aantal jongeren met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering Jongeren met jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering 215 % jongeren (tot 18 jaar) met jeugdhulp totaal % jongeren (tot 18 jaar) met jeugdhulp zonder verblijf % jongeren (tot 18 jaar) met jeugdhulp met verblijf % jongeren (tot 18 jaar) met jeugdbescherming % jongeren (12 tot 23 jaar) met jeugdreclassering Bron: Waarstaatjegemeente.nl /CBS,4,5 1 1,2 1,1 1,2 Ede % jongeren 8,1 8,5 1 9,7 Nederland Het percentage jongeren met jeugdhulp, een jeugdbeschermingsmaatregel of in een jeugdreclasseringstraject ligt in Ede iets lager dan gemiddeld in Nederland (en ook lager dan gemiddeld in gemeenten met inwoners). De cijfers kennen nog wel bepaalde onzekerheden, eind 216 worden de definitieve cijfers vastgesteld. Jongeren kunnen in een jaar zowel hulp met verblijf als hulp zonder verblijf ontvangen. Daarom is het totaal % jongeren met jeugdhulp lager dan % met en zonder verblijf opgeteld. Bovenstaande gegevens zijn landelijk vergelijkbaar omdat de uitvraag centraal, landelijk is uitgezet naar alle betrokken zorgaanbieders in Nederland. Deze gegevens zijn vervolgens geanalyseerd naar lokaal niveau. De cijfers kennen echter nog onzekerheden. We streven er naar het aantal verstrekte maatwerkvoorzieningen te monitoren met facturatiegegevens als bron. Het facturatieproces verloopt steeds beter maar nog steeds blijkt dat de facturatie via de landelijke i-standaarden nog niet naar behoren verloopt. Voor jeugdhulpaanbieders is het een weerbarstig proces, waarbij met name problemen worden ervaren met verschillen in eisen die de verschillende regio s of zelfs gemeenten stellen. De nodige expertise blijkt voor aanbieders moeilijk op te bouwen. We kunnen al wel concluderen dat in 216 naast voogdij in Ede een duidelijke groei plaatsvindt in het GGZ gebruik en een daling te zien is op het perceel veiligheid (waaronder jeugdreclassering en jeugdbescherming) Voortgangsrapportages Jeugd Onlangs is de rapportage: de tweede kwartaalrapportage Jeugd FoodValley Q2 216 verschenen. Hierin wordt een beeld geschetst van de financiële stand van zaken en van de bedrijfsvoering en administratie. Gesprekken met aanbieders worden vastgelegd in iedere tweede en vierde kwartaalrapportage. Binnen FoodValley werken de volgende gemeentes samen: Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal. Enkele bevindingen uit de kwartaalrapportage Q2 worden hieronder beschreven. Algemeen voor de regio FoodValley Het totale budget (Regionale inkoopkader en PGB en lokale budget) voor de hele regio FoodValley wordt met 2,8 miljoen overschreden. Voor 4 van de 7 gemeenten liggen de kosten voor jeugdhulp hoger dan het beschikbare budget. In dit overzicht zijn ook de geraamde lokale kosten opgenomen (uitvoeringskosten, uitgaven aan wijkteam en uitgaven aan toegang en toeleiding). Voor de lokale uitgaven in de vorm van PGB-uitgaven is als aanname uitgegaan van de eigen opgave per gemeente. 34 Sociale Monitor Ede najaar 216

36 Het budget voor de Jeugdhulpregio voor 216 totaal bedraagt 66,9 miljoen. Dat is 4,3 miljoen minder dan de 7,9 miljoen budget waarover de regio beschikte in 215. Daarnaast zijn er door de gemeenten andere keuzes gemaakt omtrent de inzet in de lokale teams; er is 2 miljoen extra in de inzet in de lokale teams geïnvesteerd. Belangrijk is ook om te accentueren dat de opbrengsten van veel werkgroepen enerzijds niet één op één zijn te vertalen naar de cijfers in het eerste half jaar en anderzijds zal het resultaat van de uitkomsten van de werkgroepen niet direct effect hebben. Zo verwachten we bijvoorbeeld een positief effect van het uitrollen van de SOH ers (specialistische ondersteuning huisarts) in de vorm van een verminderde instroom in de GGZ. Andere acties hebben bijvoorbeeld een meer lange termijn effect (bijvoorbeeld uitbreiding sociale teams). De preventieve werking moet op termijn zorgen voor minder specialistische hulp, echter dit effect is niet binnen een kwartaal te zien. Ede specifiek Het totale beschikbare budget voor Ede bedraagt in ,5 miljoen. Dit is een daling van het budget ten opzichte van 215 met 1 miljoen (- 3,5%) (dit is inclusief nog uit te betalen loon-en prijscompensatie). De prognose voor 216 laat een overschot zien van 1,3 miljoen euro. De verwachting is echter wel dat Ede in 217 een extra daling van de voogdij vergoeding zal krijgen. Terwijl de kosten hiervan nu juist weer oplopen. Naast voogdij is er in Ede een duidelijke groei in het GGZ gebruik en een daling op het perceel veiligheid te zien. Algemeen beeld wat betreft bedrijfsvoering en administratie De zorginkoop voor 216 is gerealiseerd via de methodiek van bestuurlijk aanbesteden. Dit heeft geleid tot een wijziging van de contracten, andere afspraken en een aanmerkelijk aantal nieuwe leveranciers. Deze afspraken moeten er voor zorgen dat op regionaal niveau de kosten voor jeugdhulp met ongeveer 5,7% (inclusief nog uit te betalen loon- en prijscompensatie) dalen ten opzichte van de uitgaven 215. De inkoopkaders van 216 zijn hierop gebaseerd. Nog steeds blijkt dat de facturatie via de landelijke i-standaarden nog niet naar behoren verloopt. Voor jeugdhulpaanbieders is het een weerbarstig proces, waarbij met name problemen worden ervaren met verschillen in eisen die de verschillende regio s of zelfs gemeenten stellen. De nodige expertise blijkt voor aanbieders moeilijk op te bouwen Cliëntervaringen Jeugd De wijze waarop de cliëntervaring jeugdzorg regulier in beeld wordt gebracht, is nog in ontwikkeling en zal naar verwachting grotendeels regionaal opgepakt worden. Vanaf 216 zal er landelijk een vragenlijst aan de gemeentes aangeleverd worden en wordt de gemeentes gevraagd deze voor te leggen aan cliënten. Vanaf 217 wordt een (kwantitatief) cliëntervaringsonderzoek verplicht, waarin de landelijk verplichte vragenset opgenomen moet worden. Hierdoor wordt ook een landelijke benchmark met andere gemeentes mogelijk. In de volgende versie van de Sociale Monitor Ede gaan we nader in op de plannen van Ede en de regio. De gemeente Ede heeft in 216 een (kwalitatief) onderzoek afgerond waarin wordt nagegaan in hoeverre het aanbod van preventieve jeugdhulp aansluit op de behoefte van jeugdigen/gezinnen. Het onderzoek richtte zich op de toeleiding van jeugdigen/gezinnen naar preventieve jeugdhulp, samenwerking tussen jeugdhulpprofessionals, het afwegingskader bij in te zetten methodieken en de ervaringen van jeugdigen/gezinnen die jeugdhulp hebben gekregen. De belangrijkste bevindingen zijn: Ouders zoeken vooral praktische, concrete en laagdrempelige hulp en komen via het consultatiebureau terecht bij (Moeders Informeren Moeders (MIM) en Home-Start (HS)) Dit vrijwillige preventieve aanbod vervult een waardevolle functie in het preventieve aanbod ( Het voelt niet als echte hulpverlening ). Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en Jeugdmaatschappelijk werk (JMW) constateren dat de hulpvragen steeds meer verschuiven van lichte opvoed- en ondersteuningsvragen naar zwaardere problematiek. De meeste gezinnen worden naar Praktische GezinsOndersteuning (PGO) verwezen via het CJG, het consultatiebureau en SMW. Hoewel PGO praktisch van aard is, ervaren sommige gezinnen het als obstakel op de weg naar de juiste hulpverlening: er wordt te lang gewacht met opschaling. De rol van het CJG wordt steeds duidelijker. Hulpverleners binnen en buiten het CJG zijn sterk gericht op samenwerking en snelle onderlinge afstemming. Mogelijk is nog winst te behalen in de samenwerking met Vroeghulp Ede dat signaleert dat hun aanbod nog onvoldoende bekend is binnen het CJG. Doorontwikkeling van de samenwerking tussen het CJG en de Sociaal Teams is nodig om te komen tot efficiëntere inzet van jeugdexpertise in de Sociaal Teams, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de regiefunctie van de Sociaal Teams. Alle geïnterviewde hulpverleners, zowel vrijwilligers als beroepskrachten, werken uit overtuiging vraaggericht en oplossingsgericht. De meeste gezinnen bevestigen dit. 35 Sociale Monitor Ede najaar 216

37 Hulpverleners stimuleren de eigen kracht van gezinnen en het inschakelen en/of het vergroten van het netwerk. De meeste gezinnen bevestigen dat hulpverleners hier aandacht aan besteden. De praktijk is weerbarstig, omdat gezinnen het moeilijk vinden hun omgeving om hulp te vragen. Van de 25 geïnterviewde gezinnen hebben er 15 passende hulp ontvangen. Dat betekent dat het hulpaanbod bij deze gezinnen aansloot bij de hulpvraag. Bij 9 gezinnen was dit niet het geval en van 1 gezin is dit onbekend. o MIM en HS bieden passende en tijdelijke hulp. o JGZ en SMW bieden passende hulp of zijn de gids er naartoe. o PGO past vaak, maar soms ook helemaal niet. o JMW vervult vaak als coördinator een passende rol. Opschaling van gezinnen vanuit preventieve hulpverlening naar specialistische hulpverlening kan beter. De volgende factoren spelen een rol: o wachtlijsten voor specialistische hulpverlening. o De interpretatie van het motto zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig leidt soms tot onnodige vertraging in toeleiding naar passende specialistische hulp. o Soms moet bij een rechter eerst aangetoond worden dat lichte hulp onvoldoende is, om zwaardere hulp mogelijk te maken. o De enorme betrokkenheid van hulpverleners bij een gezin leidt soms totm vertraging in de opschaling. Jeugdwerkers die te maken hebben met stagnatie in de opschaling bij drang en dwangtrajecten staan onder grote druk, omdat verantwoordelijkheden niet goed zijn belegd. Totdat de Raad ingrijpt zijn jeugdwerkers verantwoordelijk. Rapportcijfer voor toegang en kwaliteit van jeugdhulp In Ede hebben in cliënten en in cliënten deelgenomen aan een onderzoek van de ombudsman. Edese cliënten gaven in 215 gemiddeld een 7,6 voor de jeugdhulp die zij ontvingen. In 216 gaven Edenaren een hoger cijfer dan in 215 terwijl landelijk een lager cijfer werd gegeven dan in 215. Het lage aantal cliënten dat in 216 in Ede deelnam aan het onderzoek maakt de cijfers wel iets minder betrouwbaar. Bron: Kinderombudsman, Landelijk onderzoek kwaliteit jeugdzorg 215, Sociale Monitor Ede najaar 216

38 Toekenningen Toekennignen Huishoudens Inkomen (minimabeleid, schulddienstverlening) Aanvullende inkomensvoorzieningen - Toekenningen regelingen minimabeleid Aantal huishoudens met een inkomen tot 11% van het sociale minimum Sinds 28 zien we de groep huishoudens met een inkomen tot 11% van het sociaal minimum gestaag groeien. Wel waren er in in Ede minder huishoudens met een laag inkomen (9,2%) dan Het totaal aantal huishoudens met een laag inkomen is aanzienlijk groter dan de groep met een uitkering. Een deel hiervan is ook doelgroep voor het minimabeleid gemiddeld in Nederland (12,2%). Bron: CBS RIO Toekenningen doelgroepregelingen Bron: Gemeente Ede, GWS4all t/m 3 jun 16 In 215 is het aantal toegekende doelgroepregelingen gestegen naar Oorzaak hiervan zijn wijzigingen in het minimabeleid en dan met name de nieuwe regeling kindpakketten (voor kinderen op voortgezet onderwijs) en de nieuwe regeling meer volwassen meedoen. Met name de laatste wordt veel gebruikt. In de eerste helft van 216 staat de teller al op 2877 toegekende doelgroepregelingen en het is dan ook aannemelijk dat voor heel 216 er sprake zal zijn van een aanzienlijke stijging. Toekenningen individuele bijzondere bijstand Bron: Gemeente Ede, GWS4all t/m 3 juni 216 Onder individuele bijzondere bijstand wordt verstaan bijdragen in noodzakelijke bijzondere kosten. Hier wordt gekeken naar de individuele bijzondere omstandigheden van de klant (maatwerk). Dit kan bijvoorbeeld gaan om bewindvoeringskosten, een computer of bijvoorbeeld witgoed. In 215 is het aantal toekenningen voor individuele bijzondere bijstand aanzienlijk gestegen. In de eerste helft van 216 zijn al 774 aanvragen voor individuele bijstand toegekend. In 215 waren dit er in de eerste helft 598. Aantal huishoudens dat in een jaar bijzondere bijstand of een minimaregeling heeft ontvangen t/m 3 juni 216 In 215 hebben minder huishoudens bijzonder bijstand of een minimaregeling ontvangen dan in 214. Dit in tegenstelling tot het aantal toekenningen van doelgroepregelingen, dat aanzienlijk is gestegen. Dit kan betekenen dat het aantal huishoudens dat een regeling krijgt, niet toeneemt, maar dat het aantal regelingen per huishouden wel toeneemt. Bron: Gemeente Ede, GWS4all 15 Omdat het CBS voor het Regionaal inkomensonderzoek (RIOO) gebruik maakt van verschillende bestanden van de belastingdienst (waaronder de inkomstenbelasting) zijn de meest recente gegevens die uit het jaar Doelgroepregelingen: Aanvragen Indirecte onderwijskosten, langdurigheidstoeslagen, sport, cultuur en recreatie, bijzondere bijstand voor mensen ouder dan 65 jaar, Collectieve ziektenkostenverzekering, Aanvragen Meer kinderen meedoen (t/m 214), kindpakket Basis Onderwijs, kindpakket Voortgezet Onderwijs, meer kinderen meedoen (vanaf 215) en meer volwassenen meedoen (vanaf 215) 17 Toekenningen individuele bijzondere bijstand: Aanvragen bijzondere bijstand, computer, witgoed en bijzondere bijstand voor inkomensafhankelijke regeling (vanaf 213). 37 Sociale Monitor Ede najaar 216

39 Afgehandelde aanvragen Meldingen Schulddienstverlening Aanmeldingen schulddienstverlening Bron: Allegro, MensCentraal gemeente Ede t/m 3 juni 216 Het aantal aanmeldingen voor schulddienstverlening is in 215 gedaald. Niet alle aanmeldingen leiden tot een schuldregeling. Er worden ook andere producten ingezet, zoals budgetbeheer. Soms leidt een aanmelding alleen tot een advies of doorverwijzing. Van de 322 aanmeldingen in 215 zijn er uiteindelijk 261 in behandeling genomen en afgehandeld. De ontwikkeling in aantal afgehandelde aanvragen schulddienstverlening wordt in de grafiek hierna weergegeven. Afgehandelde aanvragen schuldregeling totaal afgehandeld Bron: Allegro, MensCentraal gemeente Ede geslaagd t/m 3 juni 216 Naast het aantal afgehandelde aanvragen schuldregeling staat in deze grafiek ook het aantal geslaagde regelingen voor schuldsanering 18. Deze zijn weergegeven in groen. Het aantal afgehandelde aanvragen is in 215 gedaald. Het aantal geslaagde afgehandelde aanvragen is daarentegen gestegen (zowel via minnelijke als wettelijke schuldsanering). Dit wordt echter verklaard door een veranderde manier van registreren 19. Of er tot een regeling voor schuldsanering gekomen kan worden heeft te maken met de mogelijkheid die er is om een regeling te treffen met de schuldeisers. 18 Voor alle duidelijkheid: Het aantal geslaagde is niet het aantal geslaagde schuldsaneringen (daar gaat namelijk een tijd overheen van circa 3 jaar), maar is het aantal geslaagde aanvragen waarbij men tot een regeling voor afbetalen van de schulden is gekomen. 19 Sinds 215 wordt ook het aantal personen geregistreerd met aanvragen waarbij de schuldregeling in eerste instantie niet mogelijk was en die uiteindelijk wel toegelaten zijn tot de WSNP (wettelijke schuldsanering), dat waren er 42. Deze zijn daardoor alsnog geslaagd. Dit verklaart de grote stijging van het aantal geslaagde saneringen in Sociale Monitor Ede najaar 216

40 Totaal aantal klanten wpi 6.3. WERK EN PARTICIPATIE Doel: Zoveel mogelijk inwoners werken of doen mee naar vermogen en zijn zelfredzaam. Subdoelen: Meer bijstandsgerechtigden werken naar vermogen of zijn actief in de samenleving. Meer SW-werknemers zijn duurzaam aan het werk bij reguliere werkgevers. Participatiewet De Participatiewet heeft als doelstelling om iedereen met arbeidsvermogen toe te leiden naar werk, bij voorkeur regulier werk. De gemeente Ede heeft als doel dat iedereen meedoet. Voor wie (nog) niet kan werken is meedoen naar vermogen (participatie) aan de orde. De gemeente is verantwoordelijk voor de dienstverlening aan een brede doelgroep, waaronder ook mensen met een arbeidsbeperking, die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. In de dienstverlening geldt als uitgangspunt dat alle werkzoekenden een eigen verantwoordelijkheid heeft voor het versterken van zijn zelfredzaamheid en naar vermogen participeert in de samenleving. Wanneer dat nodig is kan een beroep worden gedaan op (tijdelijke) ondersteuning door de gemeente. Elke werkzoekende ontvangt ondersteuning in het verkrijgen van betaald werk of om mee te doen (participatie). Dit is een aanbod op maat op basis van een plan van aanpak. Het college kan de volgende voorzieningen aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep: a. voorzieningen gericht op re-integratie met als doel het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid: aanbodversterking, participatieplaats gericht op re-integratie, werkstage, proefplaatsing, detacheringsbaan, uitstroompremie, voorziening beschut werken, ondersteuning bij leer-werktraject jongere, scholing, persoonlijke ondersteuning, zelfstandig beroep b. voorzieningen gericht op participatie in de Edese samenleving door het uitvoeren van onbetaalde werkzaamheden, mantelzorg of vrijwilligerswerk: participatieplek gericht op meedoen c. voorziening gericht op de werkgever die een persoon uit de doelgroep een dienstverband biedt voor een door het college nog nader te bepalen minimale duur: loonkostensubsidie gericht op re-integratie, no-riskpolis Aantal personen met een bijstandsuitkering dec-14 3-jun dec-15 3-jun-16 Bron: Gemeente Ede, GWS4all. Het totaal aantal personen met een bijstandsuitkering in Ede is sinds 215 verder gestegen. In de volgende paragraaf wordt nader in gegaan op bijstandsgerechtigden, waaronder de in- en uitstroom. Alle bijstandsgerechtigden worden ingedeeld naar hun mogelijkheden om (duurzaam) uit te stromen. Daarbij worden de volgende categorieën gehanteerd: Klantprofiel Doel Dienstverlening Klantprofiel A (direct bemiddelbaar) Uitstroom naar werk binnen 3 tot 6 maanden Groepsgewijze aanpak, sollicitatietraining, inschrijving bij uitzendbureau Klantprofiel B (bemiddelbaar via re-integratie) Klantprofiel C (bemiddelbaar via re-integratie) Klantprofiel D Doorstroom naar A binnen 6 tot 12 maanden Doorstroom naar B binnen 1 tot 1,5 jaar (langere route; grotere afstand dan B) Doorstroom naar C binnen 1 tot 1,5 jaar of duurzaam vrijwilligerswerk Sollicitatietraining; re-integratietrajecten; ondersteuning op houding/gedrag/vaardigheden Re-integratietrajecten, ondersteuning op houding/gedrag/vaardigheden Participatieplekken, vrijwilligerswerk, groepsgewijze aanpak. Ambitie is toeleiding naar werk (doorstroom naar C), maar kan ook eindstation zijn in kader van participatie/meedoen. Klantprofiel E Zijn (tijdelijk) ontheven van de arbeidsplicht Momenteel vindt screening van dit bestand plaats. 2 Bijstandsuitkeringen betreffen in dit hoofdstuk uitkeringen Participatiewet (voorheen WWB), incl. IOAW en IOAZ 39 Sociale Monitor Ede najaar 216

41 Ontwikkelingen in klantprofielen Ontwikkelingen in bestand bijstandsgerechtigden naar klantprofiel Klantprofiel A Klantprofiel B Klantprofiel C Klantprofiel D Klantprofiel E Nog te beoordelen dec-14 3-jun dec-15 3-jun-16 De categorie nog te beoordelen is door extra inspanning door de gemeente sterk afgenomen. Een groot deel van deze klanten is in klantprofiel C of D terecht gekomen, vooral in D. Dit verklaart dan ook de sterke stijging in D. Voor de categorieën B, C en D worden verschillende activiteiten aangeboden om klanten op weg te helpen naar een betaalde baan, participatieplekken of vrijwilligerswerk. Dit in het kader van werk of participatie/meedoen. Een groot deel van de mensen in categorie B zijn daarvoor actief in re-integratietrajecten. Bron: Gemeente Ede, GWS4all. In categorie C zit ook de groep mensen met een arbeidsbeperking. De gemeente is ook verantwoordelijk voor de dienstverlening aan deze doelgroep, die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen. Het gaat om mensen met een arbeidsbeperking en die zijn opgenomen in het landelijke doelgroepenregister. De gemeente ondersteunt deze doelgroep naar regulier werk dan wel naar het hoogst haalbare niveau van participatie en maatschappelijke deelname. De instroom in het doelgroepenregister blijft sterk achter bij de landelijke prognose omdat het UWV indiceert op basis van ziekte en gebrek en niet op loonwaarde. Daardoor komen bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt niet in aanmerking voor het doelgroepenregister, terwijl ze wel een loonwaarde van <1% kunnen hebben. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking in het doelgroepenregister (deel van categorie C) Beschut werk nieuw; 2 Fase arbeidsontwikkeling; 25 Fase bemiddeling (klaar om te werken); 15 Fase intake; 19 Plaatsing op garantiebanen; 34 Tot oktober 216 zitten er 85 mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen in de caseload van het P- team. Daarmee blijft de omvang van de groep achter bij de landelijke prognoses. Tot oktober 216 zijn er 34 kandidaten geplaatst bij een reguliere werkgever. 15 Kandidaten kunnen werken, maar hebben nog geen baan, 25 mensen zitten nog in de fase van arbeidsontwikkeling en 2 kandidaten werken op een beschutte werkplek. De overige 19 kandidaten zitten nog in de intake-fase. Bron: Gemeente Ede, GWS4all 4 Sociale Monitor Ede najaar 216

42 Huishoudens Aantal 6.4. INKOMENSVOORZIENINGEN Doel: Zoveel mogelijk inwoners zijn financieel in staat om deel te nemen aan de samenleving. Subdoel: Het bieden van inkomensondersteuning aan inwoners die (tijdelijk) niet in het eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Aantal personen en huishoudens met een bijstandsuitkering Personen Huishoudens Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering (incl. IOAW en IOAZ) in de gemeente Ede is in 215 en 216 verder gestegen naar 1892 op 1 juni 216. Dit heeft waarschijnlijk onder andere te maken met statushouders die zich in Ede vestigen. In Ede ontvangen relatief minder mensen een bijstandsuitkering (Wwb) dan in Nederland; eind 215 ontving 4,1% van de inwoners in Nederland een bijstandsuitkering tegenover 2,7% van de inwoners in Ede. Ook in vergelijking met andere grote gemeenten 22 kent Ede relatief weinig bijstandsgerechtigden. Bron: Gemeente Ede, GWS4all In- en uitstoom van huishoudens in de bijstand, gedurende het kalenderjaar 9 De instroom van huishoudens is sinds 211 groter dan de uitstroom. In 213 was er een piek in de instroom. In neemt zowel de instroom als de uitstroom af. In de eerste helft van 216 zijn er 352 huishoudens ingestroomd en uitgestroomd. De uitstroom in de grafiek is de totale uitstroom van huishoudens, niet alleen naar werk. Bekend is dat in personen zijn uitgestroomd naar werk. 3 De belangrijkste redenen van uitstroom zijn: 2 - uitstroom naar werk Instroom 1 - verhuizing Uitstroom - niet voldoen aan (wettelijke) verplichtingen in het kader van Wwb-uitkering (verstrekken van inlichtingen). Bron: Gemeente Ede, GWS4all Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering naar leeftijd tot 27 jaar vanaf 55 jaar jun dec dec dec dec dec-11 Onder jongeren is de toename in het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering relatief het grootst. Het aandeel jongeren en ouderen met een bijstandsuitkering is in de gemeente Ede vergelijkbaar met die van andere steden (Amersfoort, Arnhem Apeldoorn, Zwolle). Let wel: het totaal aantal uitkeringen is in Ede relatief lager dan in Nederland en andere grote gemeenten (Amersfoort, Arnhem, Apeldoorn en Zwolle). Bron: Gemeente Ede, GWS4all In dit hoofdstuk betreffen bijstandsuitkeringen: de uitkeringen Participatiewet (voorheen WWB), incl. IOAW en IOAZ. 22 Amersfoort, Arnhem, Apeldoorn en Zwolle (Benchmark Werk en Inkomen). 41 Sociale Monitor Ede najaar 216

43 Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering naar huishoudenssamenstelling echtparen met kinderen echtparen alleenstaande ouders jun dec dec dec dec dec-11 De grootste groep huishoudens met een uitkering bestaat uit éénpersoonshuishoudens. Daar is ook de sterkste toename van het aantal uitkeringen zichtbaar. Mogelijk komen alleenstaanden, na werkloosheid, sneller in aanmerking voor een bijstandsuitkering omdat ze geen partner hebben met inkomen of vermogen. Ook in andere steden 23 is het aandeel alleenstaanden ruim 6% van het totale aantal huishoudens met een bijstandsuitkering. Verder is er een stijging te zien onder echtparen met kinderen. alleenstaanden Bron: Gemeente Ede, GWS4all Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering naar duur van de uitkering < 1 jaar 1-3 jaar 3-5 jaar 5-1 jaar > 1 jaar De meeste bijstandsuitkeringen hebben een duur korter dan 3 jaar. De groep 1 tot 3 jaar lijkt zich na een stijging tot in 214 te stabiliseren op circa 5 uitkeringen in juni 216. De groep korter dan 1 jaar is sinds december 214 weer aan het stijgen. Mogelijk wordt hieraan bijgedragen door extra instroom in 215 van bijvoorbeeld Wajongers, statushouders en mensen die door opgehoogde AOW leeftijd (extra) in de bijstand zitten. Het aantal langdurig bijstandsgerechtigden (langer dan 1 jaar een uitkering) is al enige tijd stabiel. De groep die 5 tot 1 jaar een uitkering heeft is sinds 213 weer aan het groeien. De groep die 3 tot 5 jaar een bijstandsuitkeringen ontvangt, groeit het sterkst. Bron: Gemeente Ede, GWS4all 23 Amersfoort, Arnhem, Apeldoorn en Zwolle (Benchmark Werk en Inkomen) 42 Sociale Monitor Ede najaar 216

44 6.5. MEERVOUDIG GEBRUIK VAN REGELINGEN Met meervoudig gebruik wordt bedoeld dat een huishouden van meerdere voorzieningen en/of regelingen gebruik maakt. In onderstaande figuur is zichtbaar hoeveel huishoudens er in 213 en 214 gebruik maakten van een combinatie van regelingen in het minimabeleid, waaronder de Wet werk en bijstand (Wwb), die sinds 1 januari 215 is vervangen door de Participatiewet. Figuur 6.1 Meervoudig gebruik van regelingen in het minimabeleid, aantal huishoudens budgetbeheer uitkering WWB budgetbeheer uitkering WWB bijz. bijst./ minimareg bijz. bijst./ minimareg budgetbeheer bijstandsuitkering bijz. bijst./ minimareg Bron: Gemeente Ede, GWS4al 239 In 215 hebben 121 huishoudens, naast bijstand, ook op enig moment gebruik gemaakt van budgetbeheer en bijzondere bijstand/minimaregeling. (De ziektekostenverzekering is daarbij buiten beschouwing gelaten.) Ook waren er in huishoudens met een bijstandsuitkering die wel gebruik hebben gemaakt van budgetbeheer, maar niet van bijzondere bijstand/minimaregeling. (Dit betreft voornamelijk alleenstaanden en echtparen zonder kinderen. Dit komt doordat de bijzondere bijstand/minimaregelingen meer gericht zijn op gezinnen met kinderen.) In 214 steeg het aantal huishoudens dat van meer regelingen (tegelijk) gebruikmaakt Van 174 naar 124). En ook in 215 is het verder gestegen naar 1264 huishoudens. Het aantal huishoudens dat géén bijstandsuitkering heeft en toch gebruik maakt van budgetbeheer is in 214 afgenomen, maar in 215 weer gestegen naar het niveau van 213. Het aantal huishoudens dat alleen gebruik maakt van bijzondere bijstand/minimaregelingen is sinds 213 gedaald van 65 naar Sociale Monitor Ede najaar 216

45 In onderstaande bollen is per cluster aangegeven hoeveel huishoudens in Ede, ergens in 212, gebruik hebben gemaakt van een regeling uit dit cluster. De aantallen in de bollen betreffen unieke huishoudens. Figuur 6.2 Gebruik van meerdere regelingen in het sociaal domein in Ede In 212 hebben huishoudens gebruik gemaakt van een regeling Welzijn en Zorg, 2.15 huishoudens van een regeling Jeugdzorg en 9.2 huishoudens van een regeling Arbeidsparticipatie (een uitkering). In totaal maakten huishoudens gebruik van één of meerdere regelingen. 13 huishoudens hebben gebruik gemaakt van regelingen uit alle drie de clusters. 2.3 andere huishoudens in Ede hebben zowel gebruik gemaakt van een regeling op het gebied van arbeidsparticipatie (een uitkering) als van een regeling op het gebied van welzijn en zorg. 39 huishoudens hadden een uitkering en maakten gebruik van een regeling jeugdzorg. Bij 16 huishoudens was er zowel sprake van een regeling jeugdzorg als een regeling in het kader van welzijn en zorg. Het gaat hier om in totaal 2.7 huishoudens met meervoudig gebruik van regelingen, ongeveer 18% van de huishoudens die één of meerdere regelingen in het sociaal domein gebruikt. Overigens zijn de Wet langdurige zorg (Wlz) en Zorgverzekeringswet (Zvw) hier buiten beschouwing gelaten, omdat dit geen gemeentelijke taken zijn. 44 Sociale Monitor Ede najaar 216

Sociale Monitor Ede. Voorjaar 2017

Sociale Monitor Ede. Voorjaar 2017 Sociale Monitor Ede Voorjaar 217 Sociale Monitor Ede Voorjaar 217 Uitgave Mei 217 Gemeente Ede, afdeling Strategie & Regie Bestuurlijk opdrachtgever: G. Ligtelijn-Bruins, wethouder Ambtelijk opdrachtgever:

Nadere informatie

Sociale Monitor Ede December 2015

Sociale Monitor Ede December 2015 Sociale Monitor Ede December 215 Sociale Monitor Ede December 215 Uitgave December 215 Gemeente Ede, afdeling Strategie & Onderzoek Bestuurlijk opdrachtgever: G. Ligtelijn-Bruins, wethouder Ambtelijk opdrachtgever:

Nadere informatie

Zorgmonitor. Januari 2019

Zorgmonitor. Januari 2019 Zorgmonitor Januari 219 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 219 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Monitor in ontwikkeling... 3 1.2 Informatie op hoofdlijnen... 3 1.3 Definities...

Nadere informatie

Sociale Monitor Ede in ontwikkeling. Tussenrapportage januari 2015

Sociale Monitor Ede in ontwikkeling. Tussenrapportage januari 2015 Sociale Monitor Ede in ontwikkeling Tussenrapportage januari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Relatie sociale monitor met andere verantwoording-/informatiesystemen... 3 3. Thema s in de sociale

Nadere informatie

Gemeente Ede. Memo. Onderwerp : Sociale monitor

Gemeente Ede. Memo. Onderwerp : Sociale monitor Gemeente Ede Memo Aan : Leden van de gemeenteraad Van : College van Burgemeester en Wethouders Datum : 15-7-2014 Zaaknummer : 16944 Bijlage : Startnotitie sociale monitor Onderwerp : Sociale monitor Door

Nadere informatie

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN 2005-2015 OPZET EN UITVOERING Sinds 1999 voert de gemeente Ede elke twee jaar een onderzoek uit naar leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Tot en

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L)

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) 1 2 Inhoud Onderdelen 1. Kerncijfers ondersteuning 2. Ontwikkeling voorzieningen 3. Kosten 4. Kanteling/verschuiving 5. Aanbieders Wmo/Jeugd 6. Gebruik voorzieningen/zorgconsumptie per wijk 7. Stapeling

Nadere informatie

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014 Sociale index, en 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ (en Wmo) en Jeugdzorg.

Nadere informatie

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken: aan: de raad datum: 21 maart 2017 onderwerp: resultaten Monitoring en onderzoek Sociaal Domein van: het college bijlage: 5 registratienr.: OD/2017/194762 in afschrift aan: Burgerplatform Inleiding Hierbij

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

OKTOBER Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein

OKTOBER Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein OKTOBER 2018 3 Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein 3 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2018 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de elfde rapportage sinds de invoering van de drie

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein Gemeentelijke monitor Sociaal Domein Bijlagen 1.1 Demografie Groene en grijze druk Figuur 1: Percentage groene en grijze druk in gemeente, 2010-2014 0-14 jaar 18 18 65 jaar en ouder 17 17 Figuur 2: Percentages

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein 2017 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2017 (1 e en 2 e kwartaal) Gemeente Bergen (L)

Rapportage Sociaal Domein 2017 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2017 (1 e en 2 e kwartaal) Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2017 (1 e en 2 e kwartaal) Gemeente Bergen (L) 1 2 Inhoud Onderdelen 1. Kerncijfers ondersteuning 2. Ontwikkeling voorzieningen 3. Kostenverhouding 4. Kanteling/verschuiving 5.

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Gebiedsprofielen. gemeente Ede 2017

Gebiedsprofielen. gemeente Ede 2017 Gebiedsprofielen gemeente Ede 2017 1 Inleiding De Gebiedsprofielen Ede 2017 biedt iedere geïnteresseerde inzicht in de staat van de Edese wijken en dorpen. Op een integrale wijze laten we zien hoe de gebieden

Nadere informatie

Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein

Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein INDICATORENOVERZICHT RAPPORTAGE GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein Opgesteld door KING/VNG Datum

Nadere informatie

88% Inwoner enquête (onderzoek)

88% Inwoner enquête (onderzoek) Bijlage 1. Sturing en monitoring Meedoen naar Vermogen Niveau 1: Maatschappelijke effecten Wat? Norm Bron Rapportage Percentage inwoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt 88% Inwoner enquête

Nadere informatie

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand Tussenrapportage Sociaal Domein januari - augustus 2018 Ridderkerk Eind 2017 is gestart met het ontwikkelen van een nieuwe tussenrapportage Sociaal Domein, die is gekoppeld aan de P&C-cyclus. Hierbij treft

Nadere informatie

Gemeentelijke monitor sociaal domein. Maart 2015

Gemeentelijke monitor sociaal domein. Maart 2015 Gemeentelijke monitor sociaal domein Maart 2015 Agenda Doelstelling en ambitie van gemeenten Mijlpalenplanning en eerste gegevensaanlevering Inzichten in de monitor in 2015 en verder Ontwikkelagenda Doelstelling

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. April 2019

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. April 2019 1 Kwartaalrapportage Sociaal Domein April 2019 1 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2019 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de dertiende rapportage sinds de invoering van de drie decentralisaties.

Nadere informatie

Sociaal Domein 2016 in de IJmond

Sociaal Domein 2016 in de IJmond Sociaal Domein 2016 in de IJmond Monitoring en sturing Els Diepenmaat Contractbeheer en financiën Cees de Ridder Transformatie Derkje Veurink Rapportage 1e kwartaal 2016 1 2 Monitoring en sturing Aan welke

Nadere informatie

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten,

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten, Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten, 20-07-2017 Inleiding Gemeenten voeren sinds 2015 hun eigen beleid in het sociaal domein. De ambities achter de decentralisaties zijn groot: gemeenten

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Gegevensset gemeentelijke monitor sociaal domein

Gegevensset gemeentelijke monitor sociaal domein Gegevensset gemeentelijke monitor sociaal domein In de resolutie standaardisatie administratieve processen in het sociaal domein wordt op 18 juni op het VNG-congres gevraagd in te stemmen dat gemeenten

Nadere informatie

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 bijlage Factsheet Haulerwijk Deze bijlage bevat cijfers op zowel buurtniveau als gemeentelijk- en provinciaal niveau. De cijfers geven inzicht in trends op het gebied

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2 ECONOMISCHE MONITOR EDE 211 / 2 De economische monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 27 tot 211. De economische monitor is verdeeld in twee delen. Het

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. April 2016

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. April 2016 1 Kwartaalrapportage Sociaal Domein April 2016 1 Toelichting Voorliggende kwartaalrapportage Sociaal Domein is de eerste kwartaalrapportage sinds de invoering van de drie decentralisaties. De kwartaalrapportage

Nadere informatie

Bevolking Krimpen aan den Ijssel Krimpenerwaard Capelle aan den Ijssel Hellevoetsluis Brielle Ridderkerk Westvoorne Lansingerland Zuidplas

Bevolking Krimpen aan den Ijssel Krimpenerwaard Capelle aan den Ijssel Hellevoetsluis Brielle Ridderkerk Westvoorne Lansingerland Zuidplas Bevolking -18 Percentage jongeren tot 18 jaar ten opzichte van de totale bevolking 29 28 27 26 25 24 23 22 21 2 19 18 17 21 211 212 213 214 215 216 217 Krimpen aan den Ijssel Krimpenerwaard Capelle aan

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Bestuursrapportage. Sociaal Domein. 3 de kwartaal 2017

Bestuursrapportage. Sociaal Domein. 3 de kwartaal 2017 Bestuursrapportage Sociaal Domein 3 de kwartaal 2017 Toelichting Voor u ligt de bestuursrapportage Sociaal Domein over het derde kwartaal 2017. Deze rapportage is gericht op het periodiek informeren van

Nadere informatie

Mei Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

Mei Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein Mei 2017 1 Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein 1 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2017 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de vijfde rapportage sinds de invoering van de drie decentralisaties.

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4 ECONOMISCHE MONITOR EDE 20 / 4 De Economische Monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De Economische Monitor is verdeeld in twee delen: Het

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

11,2% 32,2% 58,1% 7,0% Waarstaatjegemeente.nl. A.van Beerendonk. Rapportage Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

11,2% 32,2% 58,1% 7,0% Waarstaatjegemeente.nl. A.van Beerendonk. Rapportage Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein A.van Beerendonk Van: KING / VNG Verzonden: donderdag 17 september 2015 13:17 Aan: M Wolfs Onderwerp: Rapportage Weert Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Waarstaatjegemeente.nl

Nadere informatie

Wijkcijfers decentralisaties gemeente Amersfoort

Wijkcijfers decentralisaties gemeente Amersfoort Wijkcijfers decentralisaties gemeente Amersfoort Gebaseerd op geactualiseerd Stapelingsonderzoek CBS (mei 2014) en gegevens Vektis Gemeente Amersfoort Sector ConcernMiddelen (CM) Afdeling Onderzoek en

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Presentatie Monitoring. Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers

Presentatie Monitoring. Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers Presentatie Monitoring Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers Commissie Sociaal Domein, 28 april 2015 Programma 1. Doel van de presentatie 2. Wat moeten we tot stand brengen 3. Drie

Nadere informatie

Raadsvragen van het raadslid Ann Tuza van de fractie CDA, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.

Raadsvragen van het raadslid Ann Tuza van de fractie CDA, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. 2016/11 Raadsvragen van het raadslid Ann Tuza van de fractie CDA, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. Binnengekomen d.d. 9 februari 2016 Betreft: Eenzaamheid Eenzaamheid

Nadere informatie

Achtergrond bij eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein (september 2015)

Achtergrond bij eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein (september 2015) DEFINITIELIJST BIJ RAPPORTAGE GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN Achtergrond bij eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein (september 2015) Opgesteld door KING/VNG Datum 15 september 2015

Nadere informatie

januari 2019 Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein

januari 2019 Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein januari 2019 4 Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein 4 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2018 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de twaalfde rapportage sinds de invoering van de drie

Nadere informatie

3. Kernboodschap Jeugd In 2017 en 2018 zijn de volgende bedragen uitgegeven voor jeugd uitgaven

3. Kernboodschap Jeugd In 2017 en 2018 zijn de volgende bedragen uitgegeven voor jeugd uitgaven Raadsmededeling Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Het college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad 25 juni 2019 1486650 Openbaar Mevrouw

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark Wmo 2012

Samenvatting Benchmark Wmo 2012 Samenvatting Benchmark Wmo 2012 Gemeente Helmond heeft in 2012 samen met 123 andere gemeenten deelgenomen aan de Benchmark Wmo. Hiervan hebben 69 gemeenten, inclusief Helmond, naast de basisbenchmark meegedaan

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Oktober Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

Oktober Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein Oktober 2017 3 Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein 3 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2017 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de zevende rapportage sinds de invoering van de drie

Nadere informatie

Januari Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze

Januari Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze Januari 2016 Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze 2 Inleiding Per 1 januari 2015 zijn de Jeugdwet, Wmo 2015 en Participatiewet van kracht. Met de inwerkingtreding van deze nieuwe wetten zijn er voor de

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst aard en omvang van de cijfers sociaal domein

Informatiebijeenkomst aard en omvang van de cijfers sociaal domein Informatiebijeenkomst aard en omvang van de cijfers sociaal domein Agenda 1. Inleiding en opening a. Informatiesessie aard en omvang ISD (verzoek raadswerkgroep ISD) b. Na de informatiesessie is er gelegenheid

Nadere informatie

AUGUSTUS Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein

AUGUSTUS Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein AUGUSTUS 2018 2 Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein 2 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2018 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de tiende rapportage sinds de invoering van de drie

Nadere informatie

Tussenrapportage sociaal domein. 1 e helft 2016

Tussenrapportage sociaal domein. 1 e helft 2016 Tussenrapportage sociaal domein e helft 206 . Inleiding In 206 is een eerste rapportage in de nieuwe vorm opgesteld voor 205 en het e kwartaal van 206. Voor het vervolg is in de Raad van juli 206 besloten

Nadere informatie

De Limburgse Jeugdmonitor

De Limburgse Jeugdmonitor De Limburgse Jeugdmonitor (Wat zeggen cijfers over) kinderen in kwetsbare situaties Marjon Hulst, beleidsmedewerker Jeugdzorg 12 juni 2014 De Limburgse Jeugdmonitor http://www.limburg.databank.nl/ Waarom

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp dinsdag 2 december 2014 toelichting Om de hulp en ondersteuning voor kinderen en gezinnen zowel op school als thuis in samenhang te realiseren

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Vergelijken, verbazen, verbeteren - Gemeente Haren Inleiding Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van taken binnen het sociaal domein. Hieronder vallen

Nadere informatie

Reactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A.

Reactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A. Gemeente IJsselstein postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein Platform Samenleving IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl betreft uw kenmerk

Nadere informatie

Indicatorenlijst Monitor Sociaal Domein Olst-Wijhe 03-02-2015

Indicatorenlijst Monitor Sociaal Domein Olst-Wijhe 03-02-2015 Indicatorenlijst Monitor Sociaal Domein Olst-Wijhe 03-02-2015 Type indicator Indicator Type verzameling Inzichtelijk vanaf Basis Facultatief Anders Q1 Q1-2 Q1-4 2016 1 Context 3D Aantal inwoners per inkomenscategorie

Nadere informatie

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein Stand van zaken monitoring Sociaal Domein In februari heeft een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden met de raadsleden van Zutphen en Lochem waar gekeken is naar de indicatoren die men van belang vond

Nadere informatie

Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet

Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet ten behoeve van de kennissessie kostenbeheersing Sociaal Domein 6 december 218 Disclaimer: Aan de cijfers in dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Cijfers

Nadere informatie

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse

Nadere informatie

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers Utrecht.nl/onderzoek Inhoud Inleiding 3 Utrechtse wijken vergeleken 4 Bevolking & wonen 4 Sociaal-economisch 4 5 Sociale infrastructuur

Nadere informatie

Basisset Beleidsindicatoren. Definitief advies van de VNG

Basisset Beleidsindicatoren. Definitief advies van de VNG Beleidsindicatoren Definitief advies van de VNG Versie december 2015 Begin juli 2015 verscheen een BK-brochure over de voorgenomen wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze wijzigingen

Nadere informatie

Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo Gemeente Almere

Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo Gemeente Almere Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo 2013 Gemeente Almere Inleiding De gemeente Almere heeft in 2013 deelgenomen aan de Benchmark Wmo, inclusief de module Individuele Voorzieningen. In deze samenvatting

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. Deze wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. De wijk telt bijna

Nadere informatie

Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog

Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog Risicokinderen in de gemeente Oude IJsselstreek Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog GGD Noord- en Oost-Gelderland, 1 mei 2015 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Methode... 3

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Management Summary Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten vanuit de Wmo en Jeugdwet. Onderzoeksbureau Flycatcher

Nadere informatie

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein 2 2015 Het jaar van de transitie 3 Paradigmashift sturen 1. 2015 Het jaar van de transitie 2. Verandering in beeld

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Webinar nieuwe publicatie Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. 24 januari 2017 Publicatie eerste helft 2016

Webinar nieuwe publicatie Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. 24 januari 2017 Publicatie eerste helft 2016 Webinar nieuwe publicatie Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein 24 januari 2017 Publicatie eerste helft 2016 Agenda Doel en spelregels van vandaag Doel & opbouw gemeentelijke monitor Demo Waarstaatjegemeente.nl

Nadere informatie

Stadsteam Welzijn Oudewater. Resultaten 2015

Stadsteam Welzijn Oudewater. Resultaten 2015 Stadsteam Welzijn Oudewater Resultaten 2015 Onderwerpen Programmadoelen 2015 Beroep op stadsteam Transitie, continuïteit van zorg Beroep zorg jeugd en WMO Herindicaties Financiën / Budgetten Samenwerking

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort Het sociaal domein Renate Richters Els van Enckevort Om te beginnen vijf stellingen Zijn ze waar of niet waar? - 2 - Stelling 1 Ongeveer 5% van de jeugdigen in Nederland heeft met (een vorm van) jeugdzorg

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Augustus Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

Augustus Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein Augustus 2017 2 Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein 2 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2017 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de zesde rapportage sinds de invoering van de drie

Nadere informatie

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Kerkrade Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: - Jeugd en Jeugdhulpverlening - Onderwijs Oktober 2015 Ctrl/BI C. Hogervorst Het beeld dat bij dit thema naar voren komt past bij een grotere

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein Monitor Sociaal Domein Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein 2 2015 Het jaar van de transitie 3 Paradigmashift sturen Monitor Sociaal Domein 1. 2015 Het

Nadere informatie

Februari Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

Februari Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein Februari 2018 4 Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein 4 E KWARTAALRAPPORTAGE SOCIAAL DOMEIN 2017 Toelichting Voorliggende rapportage Sociaal Domein is de achtste rapportage sinds de invoering van de drie

Nadere informatie

Kerncijfers & ontwikkelingen Gemeente Ede 2018

Kerncijfers & ontwikkelingen Gemeente Ede 2018 Voor cijfers op wijk- en buurtniveau: http://ede.buurtmonitor.nl UITGAVE Gemeente Ede, Kenniscentrum & afdeling Bestuur en Communicatie, november 2018, oplage 1200, info@ede.nl T. 140318 VORMGEVING Gemeente

Nadere informatie

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Stein Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid

Nadere informatie

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL 27-11-2014. H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL 27-11-2014. H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet Sociaal domein Wmo / Jeugzorg / Participatiewet Wat verandert er per 1 januari 2015? Hoofdlijnen nieuwe Wmo Wmo 2007: 1. Welzijnswet 2. Wet voorzieningen Gehandicapten 3. Hulp bij het Huishouden (HbH)

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Gemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties

Gemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties Gemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties Decentralisatie AWBZ, Participatiewet en Jeugdzorg Bijeenkomst inwoners 12 november 2014 Tamara van de Wijdeven Nieuwe taken gemeente: AWBZ/Wmo Decentralisatie

Nadere informatie

Data driven beleidssturing. Op basis van het dashboard InZicht

Data driven beleidssturing. Op basis van het dashboard InZicht Data driven beleidssturing Op basis van het dashboard InZicht Overzicht 1. Ervaringen: Project monitor Sociaal Domein 2. Het effect van data op beleidssturing 3. Waarom datadriven beleidssturing? 4. Voorwaarden

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Stand van zaken Monitor Sociaal Domein Steller S. Sadler De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 06-16955391 Bijlage(n) -- Ons kenmerk 6481021 Datum Uw brief van

Nadere informatie