Rapportage Sociaal Domein 2017 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2017 (1 e en 2 e kwartaal) Gemeente Bergen (L)

Transcriptie

1 Rapportage Sociaal Domein 2017 (1 e en 2 e kwartaal) Gemeente Bergen (L) 1

2 2

3 Inhoud Onderdelen 1. Kerncijfers ondersteuning 2. Ontwikkeling voorzieningen 3. Kostenverhouding 4. Kanteling/verschuiving 5. Aanbieders Wmo/Jeugd 6. Gebruik voorzieningen/zorgconsumptie per wijk 7. Stapeling per huishouden 8. Bijlage: Indeling beleidspijler, leefdomein, maatwerkvoorziening Toelichting In deze rapportage zijn gegevens m.b.t. cliënten, aantal en kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen opgenomen van de gemeente Bergen (L). Inhoud gegevens 1) Voorzieningen: Aantal actieve voorzieningen in betreffende kwartaal (d.w.z. met geldende indicatie). 2) Kosten: Geïndiceerde (dus niet daadwerkelijk verzilverde) kosten in betreffende kwartaal. Aggregatieniveaus gegevens De gegevens zijn beschikbaar op de volgende aggregatieniveaus: 1) Gebied: regio, gemeenten, gebiedsteam, wijk/kern 2) Inhoud: beleidspijler, leefdomein, maatwerkvoorziening, product, aanbieder 3) Cliënt (geanonimiseerd): cliënt, huishouden, leeftijdscategorie 4) Periode: per kwartaal, vanaf Compleetheid gegevens. 1) Maatwerkvoorzieningen. Deels participatietrajecten schuldhulpverlening, Speciaal onderwijs en leerlingenvervoer. 2) Algemene voorzieningen voor domein sociale participatie beschikbaar. 3

4 1a Kerncijfers ondersteuning Toelichting Dashboard met samenvattende gegevens cliënten Sociaal Domein. Opgenomen zijn: aantal unieke huishoudens en cliënten en aantal actieve voorzieningen in het betreffende kwartaal. Aantal unieke cliënten staat per pijler en leefdomein gepresenteerd. Bij grand total staat het aantal unieke cliënten voor het gehele sociaal domein weergegeven. In de taartdiagrammen rechts staan de leeftijdsverdeling van cliënten en verdeling cliënten naar segmenten zwaarte van ondersteuning (zwaar, midden, licht en algemeen) weergegeven. In de figuur beneden staat per gemeente het percentage inwoners weergegeven dat een of meerdere gemeentelijke maatwerkvoorzieningen sociaal domein ontvangt. Analyse Circa 1300 huishoudens en 1600 cliënten maken gebruik van gemeentelijke ondersteuning in het sociaal domein in de gemeente Bergen (L). Zij hebben in zijn totaliteit bijna 3000 voorzieningen. Exclusief vervoervoorzieningen is dit aanzienlijk lager: respectievelijk 1100 huishoudens, 1300 cliënten en 2100 voorzieningen. Dit is een stijging van 85 voorzieningen ten opzichte van eind van Het % inwoners dat gebruik maakt van ondersteuning ligt gemiddeld op 13% van de inwoners. Zonder vervoersvoorziening is dat 10%. 50% van de cliënten is 65 of ouder. Dit is relatief hoog in vergelijking tot de regio Noord-Limburg. Verklaring hiervoor is gelegen in de demografische cijfers. Bergen heeft een relatief oude bevolking. Het is in die zin ook logisch dat het aantal cliënten in de categorie 65+ hoger is dan in de rest van de regio. De overige volwassenen maken circa 34% van de cliëntenpopulatie uit, jeugd circa 15%. In zijn totaliteit valt slechts een beperkt deel van ondersteuning in het zwaarste segment (ca. 7%). Bij Jeugd valt echter ca. 48% van de ondersteuning in het zwaarste segment (met name specialistische Jeugd GGZ). Dit wijkt negatief af ten opzichte van de regio Noord-Limburg, maar is wel in lijn met de gemeente Beesel. Het procentuele effect is met de kleine absolute aantallen op Bergense schaal natuurlijk ook groter. 4

5 5

6 2a Ontwikkeling voorzieningen Toelichting Dashboard geeft zicht op ontwikkeling aantal geïndiceerde maatwerkvoorzieningen per kwartaal. Gegevens zijn gegroepeerd per beleidspijler en uit te klappen naar leefdomein en maatwerkvoorziening. De kleuren symboliseren de leefdomeinen van de arrangementenwaaier. Analyse Het verloop van de voorzieningen voor de gemeente Bergen (L) is in lijn met de ontwikkelingen in de regio Limburg Noord en zijn als volgt te omschrijven: 1) Binnen de pijler Jeugd is in kwartaal 2 een lichte stijging van aantal voorzieningen te zien, met name binnen het leefdomein opvoeden (ambulante hulp, begeleiding) - bruin. De ontwikkeling van aantal voorzieningen mentale gezondheid (Jeugd/GGZ) - blauw lijkt zich te stabiliseren. 2) Binnen de pijler Participatie laat het aantal bijstandsuitkeringen een stabiel beeld zien. De aanvragen bijzondere bijstand laten richting kwartaal 2 een daling zien. 3) De pijler Wmo laat in kwartaal 2 een lichte stijging zien. Dit zit in het leefdomein mobiliteit: een stijging in de regiotaxipassen en vervoersvoorzieningen (scootmobielen, rolstoelen) alsook in het leefdomein regie (individuele begeleiding). 6

7 7

8 3a Kostenverhouding Toelichting Weergave van de verhouding kosten van de gemeentelijke maatwerkvoorzieningen. De kleuren representeren wederom de leefdomeinen. In de figuur rechts zijn de kosten per beleidspijler per gemeente weergegeven. De kosten zijn als volgt berekend: 1) Wmo en Jeugd tijdsgerelateerde voorzieningen. Berekende kosten maatwerkvoorzieningen op basis van indicaties (omvang x duur x gemiddelde productprijs) x verzilveringspercentage van 92%. 2) Bijstand/Bijzondere bijstand: netto uitkeringskosten. 3) WSW en participatietrajecten: toerekening totale budget naar cliënt/wijk. 4) Wmo-verstrekkingen: toerekening budget naar nieuw verstrekte Wmo woon- en vervoervoorzieningen in betreffende kwartaal. Let op: - niet alle kosten zijn compleet (regionale jeugdvoorzieningen, beschermd wonen, participatietrajecten en schuldhulp) - het gaat niet om de realisatiecijfers van de kosten, die vindt u terug in de Beraps en jaarrekening Analyse Omvang kosten: 1) Binnen het sociaal domein zijn de kosten voor de participatiewet (Bijstand en WSW) absoluut gezien het hoogste 2) Binnen de Wmo zijn de jaarlijkse kosten voor Hulp bij het Huishouden het hoogste. De kosten voor de vervoer- en woonvoorzieningen zijn het laagste. 3) Binnen de pijler Jeugd zorgt de post Ambulante Hulp (opvoedhulp) voor de grootste uitgaven. Hierin wijkt de gemeente Bergen af ten opzichte van de regio Limburg Noord, waar Jeugd-GGZ de duurste post is. Er wordt in Bergen relatief veel gebruik gemaakt van maatwerkvoorzieningen ambulante jeugdhulp. Dit is onder andere te verklaren doordat andere gemeenten een gezinscoach in dienst hebben, terwijl wij die inkopen als maatwerkvoorziening. 8

9 9

10 4a Verschuiving ondersteuning Toelichting Deze sheet laat de ontwikkeling van lichte en zware vormen van zorg en ondersteuning zien. De figuur segmenten laat binnen de geïndiceerde ondersteuning per leefdomein de ontwikkeling zien (zwaar = zwaarste vorm van ondersteuning, midden = middensegment, licht = lichtste vorm van geïndiceerde ondersteuning). Analyse Binnen de geïndiceerde ondersteuning zien we dat in het zware segment iets afneemt, terwijl het middensegment en lichte segment een lichte stijging laten zien. 10

11 11

12 5a Aanbieders Toelichting Deze sheet geeft informatie over de aanbieders van Wmo en Jeugd. Aanbieders/leveranciers van Wmo-verstrekkingen (vervoer en wonen) zijn niet opgenomen. De tabel links geeft de ontwikkeling van de leveringsvorm Zorg in Natura en PGB weer voor zowel Jeugd als Wmo. In het midden is het aantal maatwerkvoorzieningen per aanbieder grafisch weergegeven. De figuur rechts laat de aanbieders Wmo en Jeugd zien met procentueel de meeste cliënten. Analyse Binnen de Wmo zien we het volgende beeld: 1) Leefdomein ADL/Huishouden heeft een beperkt aantal grote aanbieders, waarbij Proteion, Buurtdiensten en T-zorg veruit het grootste zijn. Buurtdiensten heeft hier aan marktaandeel gewonnen ten opzichte van ) Binnen Regie (Begeleiding individueel) zijn Stichting Uitblinkers en Unik het grootst. 3) Binnen Sociale participatie (dagbesteding) is De Zorggroep het grootst gevolgd door Proteion en SGL. Binnen Jeugd: 1) Leefdomein Mentale Gezondheid (Jeugd/GGZ) is de GGZ Oost Brabant veruit het grootst (40%) van de cliënten. 2) Leefdomein Opvoeden (begeleiding/ambulante hulp) hebben drie partijen een groot marktaandeel, te weten Van Kuijk Personal Support (17%), Rubicon (12%) en Unik (11%). 3) Leefdomein Wonen (Beschermd Wonen, Verblijf met behandeling, Pleegzorg, Logeren) is Rubicon het grootst (met name pleegzorg en verblijf met behandeling). 12

13 13

14 6a Aantal voorzieningen per inwoner Toelichting Relatief aantal gebruikers van ondersteuning. Hierbij wordt per wijk het aantal maatwerkvoorzieningen (van de leeftijdscategorie) afgezet tegen het aantal inwoners van de betreffende leeftijdscategorie. In de figuur links worden de wijken vergeleken met het gemiddelde van de gemeente (rode lijn). Analyse Aantal voorzieningen per leeftijdscategorie (exclusief Wmo woon- en vervoervoorzieningen): 1) Jeugd (0 t/m 17 jarigen) kent 9 voorzieningen per 100 jeugdigen. 2) Volwassenen (18 t/m 64 jarigen): 6 per 100 volwassenen, 3) jarigen: 5 per 100 4) jarigen:18 per 100 5) 85+: 60 voorzieningen per 100 Inclusief vervoer en woonvoorzieningen is dit, met name voor ouderen, fors hoger. Dit is conform het regionale beeld. 1) Jeugd maakt uiteraard vooral gebruik van jeugdvoorzieningen. 2) Volwassenen vooral van voorzieningen participatie, regie en sociale participatie. 3) Ouderen vooral voorzieningen Hulp bij Huishouden, Wmo woon- en vervoervoorzieningen. 14

15 15

16 7a Stapeling voorzieningen per huishouden Toelichting Weergave van aantal voorzieningen per huishouden. Hierin zijn alle voorzieningen sociaal domein meegenomen (dus ook Wmo-vervoer en woonvoorzieningen, speciaal onderwijs en leerlingenvervoer), behalve Beschermd Wonen volwassenen. In de figuur is grafisch weergegeven hoe de verdeling is in aantal huishoudens met één, twee, drie of meer voorzieningen. In de tabel staan de absolute aantallen huishouden en de procentuele verdeling. Analyse 60% van de huishoudens heeft één voorziening. 23% heeft twee voorzieningen. 10% heeft drie voorzieningen. 7% heeft vier of meer voorzieningen. 16

17 17

18 18