Om een beeld te geven van het verloop van het eerste transitiejaar bieden wij u de genoemde rapportages aan.

Transcriptie

1 INFORMATIENOTA M34 Zaaknummer: Z Documentnummer: VB/Raad/16/00283 Onderwerp: Jaarrapportage Wmo, Jeugdhulp en Beschermd wonen Vergadering B&W: 31 mei 2016 Raadsvergadering: 14 juli 2016 Portefeuillehouder: Wethouder J.G.M. Thijssen Ambtenaar: J. Kruimer en E. Beltman Telefoonnummer: Mailadres: Aan de gemeenteraad, Kennisnemen van Rapportage monitoring oude Wmo (hulp bij huishouden, hulpmiddelen, woonaanpassingen, vervoer) (Bijlage 1) Jaarrapportage 2015 Wmo, Jeugdhulp en Beschermd wonen (Bijlage 2) Overzicht inkomsten en uitgaven 2015 Sociaal Domein (Nieuwe Wmo en Jeugdzorg) (Bijlage 3) Waarom nu naar de raad? 2015 is het eerste jaar dat we als gemeenten verantwoordelijk werden voor alle jeugdhulp, van lichte opvoedondersteuning tot zwaardere residentiële jeugdhulp. Daarnaast is de Wmo uitgebreid met ambulante (woon)begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en beschermd wonen GGZ (Wmo). Om de zorg te kunnen bieden werden in 2014 contracten gesloten met aanbieders; gezamenlijk als Combinatie, de 170 Kleine Aanbieders en de partijen die jeugdhulp met verblijf, jeugdbescherming en beschermd wonen voor volwassenen leveren. Het jaar 2015 was ook het jaar dat we als nieuwe gemeente van start gingen. Om een beeld te geven van het verloop van het eerste transitiejaar bieden wij u de genoemde rapportages aan. Toelichting Een terugblik 2015 was in veel opzichten een bijzonder en a- typisch jaar. Er werden in 2015 in alle gemeenten van de regio Nijmegen Sociale Teams in diverse verschijningsvormen ingericht die de toeleiding naar zorg en ondersteuning moesten vormgeven. De toegang tot beschermd wonen is bij de GGD belegd. Backoffices bij gemeenten en aanbieders moesten aan de slag met het nieuwe stelsel en alle onduidelijkheid die daarbij hoort zoals het inregelen van de (ICT)- systemen, een nieuwe manier van financiering, het opstellen en uitrollen van administratieve en financiële werkprocessen en protocollen. Veel tijd en energie zat daarnaast in het leren kennen Zaaknummer: Z Pagina 1 van 9

2 van elkaar, met aandacht voor de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van elke partij en de manier van werken die daarbij hoort. Gelijktijdig met dit transitieproces, werden drie gemeenten in elkaar geschoven tot één gemeente. Dit zorgde voor een extra dynamiek in het geheel en het (her-)vinden van rollen en verantwoordelijkheden. Met al die veranderingen was de belangrijkste opdracht voor 2015 de zorgcontinuïteit aan de inwoners te garanderen en te waarborgen dat aanbieders de zorg en ondersteuning ook konden (blijven) bieden. We denken dat we daar als regio en als gemeente in geslaagd zijn. Het feit dat er heel weinig klachten zijn binnen gekomen onderstreept dit. Maar we zijn er nog lang niet en hebben samen met onze partners, de zorgaanbieders en toeleiders (sociale teams, maar ook artsen en andere verwijzers) nog een weg te gaan. De rapportages Wmo-oud Als gemeente Berg en Dal hebben we de gegevens over het jaar 2015 van de oude Wmo opgenomen in de rapportage monitoring oude Wmo (hulp bij huishouden, hulpmiddelen, woonaanpassingen, vervoer). Wmo-nieuw, blok A In het kader van de nieuwe Wmo hebben we inloop/ontmoeting/dagbesteding voor ouderen en de inloop GGZ lokaal opgepakt (blok A). De financiële gegevens staan vermeld in het overzicht inkomsten en uitgaven 2015 Sociaal Domein. Wmo-nieuw en Jeugdhulp, blok B en C De jaarrapportage 2015 (nieuwe) Wmo, Jeugdhulp en Beschermd wonen is door het Regionaal Ondersteuningsbureau (ROB) opgesteld. Met deze Jaarrapportage 2015 geeft het ROB inzicht in de geleverde zorg en ondersteuning voor de nieuwe Wmo Jeugdhulp Beschermd wonen in de regio Nijmegen en per gemeente. Zoals regionaal afgesproken gaat deze rapportage over betaalbaarheid, één van de drie kernthema s uit de beleidsnota Kracht door verbinding. De rapportage gaat niet over de andere twee kernthema s; toegankelijkheid en kwaliteit. De gepresenteerde productiegegevens hebben betrekking op de contracten die de zeven gemeenten in de regio hebben afgesloten voor de (nieuwe) Wmo 2015 en de jeugdhulp. Daarnaast rapporteert het ROB over Beschermd wonen (Wmo). Dit is een verantwoordelijkheid van Nijmegen als centrumgemeente. De jaarrapportages geven een financieel beeld van de zorginzet in 2015 en vertelt ons ook iets over de verwachting voor Het is lastig om harde conclusies te trekken. Er is geen sprake van een eenduidig beeld. Daarvoor is de transitie een te complex proces dat van tal van factoren afhankelijk is. Er zijn nog veel vragen. Het rapport van het ROB biedt voldoende aanknopingspunten voor gesprekken voor verdere verbetering met de aanbieders. Deze gesprekken blijven we in 2016 ook periodiek voeren met de zorgaanbieders. Enerzijds via contractmanagementgesprekken met individuele aanbieders, anderzijds via perceelgesprekken (= per gemeente) met de Combinatie. Zaaknummer: Z Pagina 2 van 9

3 Financiële paragraaf Het jaar 2015 laat zien dat we op totaalniveau (blok A, B en C, landelijke zorg, Pgb s en Eigen Bijdrage) binnen het beschikbare budget zijn gebleven. Dit ondanks de rijksbezuinigingen. Uiteraard zijn er lokale nuances en zijn er verschillen tussen de verschillende zorgvormen. 1. Rapportage oude Wmo taken (bijlage 1) De rapportage oude Wmo (hulp bij huishouden, hulpmiddelen, woonaanpassingen, vervoer) laat een positief resultaat zien van 0,1 mln. 2. Blok A, inloop/ontmoeting/dagbesteding ouderen en de inloop GGZ (bijlage 3) In blok A is een positief resultaat te zien van 0,2mln. Ook op de andere onderdelen in het Sociaal Domein die niet specifiek in blok A vallen, is een positief resultaat te zien van 0,9 mln. Het gaat hier om de arbeidsmatige dagbesteding, zorgverzekering, sociale wijkteams, Regionaal ondersteuningsbureau (ROB) en de stelpost sociaal domein. 3. Blok B en blok C Regionale jaarrapportage 2015 van het ROB (bijlage 2) Deze jaarrapportage over 2015 laat het volgende financieel beeld voor Berg en Dal zien: Wmo (bladzijde 18) Jeugd (bladzijde 56) Totaal Hierbij wordt uitgegaan van een te ontvangen afrekening met de Combinatie van Met de Combinatie is een productie-bandbreedte van 10% afgesproken: als de productie binnen de 90% en 110% van de afgesproken productie (nulmeting) ligt, kunnen ze het ontvangen voorschot houden en vindt er geen verrekening (terugvordering of nabetaling) plaats. Ook zijn in het kader van het Regionaal Transitie Arrangement jeugd budgetgaranties met de zorgaanbieders afgesproken. De afwijking van productie over 2015 bedraagt meer dan 10% en regionaal is overeengekomen dat de partijen (regiogemeenten en Combinatie) in gesprek gaan. De eerste gesprekken met de Combinatie zijn inmiddels gevoerd. De regio heeft aangegeven het bedrag van 2,5 miljoen terug te vorderen van de Combinatie met als belangrijkste onderbouwing: Niet betalen voor zorg die onder een andere wet gedeclareerd is (zie pagina 13 Jaarrapportage). Niet betalen voor zorg die niet geleverd is, waarbij de RTA-garanties en de 10% marge gerespecteerd worden. De gesprekken met de Combinatie hierover lopen nog. Jaarrekening Berg en Dal 2015 Het gepresenteerde financiële beeld van de nieuwe taken sluit niet aan met het voordelig resultaat van 1,4 miljoen dat is gepresenteerd in de jaarrekening 2015 van onze gemeente. De eerste reden is dat een verlaging op de rijksuitkering op grond van de septembercirculaire 2015 van de algemene uitkering ad 0,2 miljoen niet is doorvertaald in onze budgetten voor Sociaal Domein. Deze budgetten hadden eigenlijk met 0,2 mln verlaagd moeten worden waardoor het saldo tussen de rijksuitkering en de werkelijke uitgaven uitkomt op 1,2 mln. Zaaknummer: Z Pagina 3 van 9

4 Een andere reden is dat in de regionale jaarrapportage alleen de cijfers gepresenteerd worden voor blokken B en C, de eigen bijdrage en de PGB s de Wmo en Jeugd. De overige uitgaven voor (arbeidsmatige) dagbesteding, aanvullende zorgverzekering, wijkteams, regionaal ondersteuningsbureau (ROB), ondersteuning backoffice e.d., alsmede de stelpost Sociaal Domein zitten hier niet in. Wanneer we deze meetellen komen we in het sociaal domein, nieuwe taken wmo en jeugdhulp, op een positief resultaat van 1,2 mln. Daarnaast is in onze jaarrekening 2015 de terugvordering op de Combinatie niet opgenomen omdat de afrekening nog moet plaatsvinden. De gesprekken hierover lopen nog. Inclusief deze terugvordering van 0,3 mln bedraagt het resultaat voor ,2 mln + 0,3 mln = 1,5 mln. Opgemerkt wordt dat het overschot op sociaal domein van 1,2 in het rekeningresultaat 2015 is verwerkt en er geen reservering heeft plaatsgevonden. Met ingang van 2016 worden eventuele overschotten of tekorten verrekend met de bestemmingsreserve jeugd en wmo. Inhoudelijke paragraaf In totaal zijn er ongeveer 2300 unieke Berg en Dalse cliënten met een lopende indicatie voor een Wmo-maatwerkvoorziening (hulp bij huishouden, hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen, woonaanpassingen, begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf) of Jeugdhulpvoorziening (opvoedhulp, ambulante begeleiding of behandeling, pleegzorg of verblijf in een jeugdhulpinstelling). Circa 35 Berg en Dalse inwoners hebben een indicatie voor beschermd wonen. Veel cliënten hebben meerdere indicaties, waardoor het totaal aantal indicaties aanzienlijk hoger ligt. Cijfermatig is het beeld duidelijk. De inhoudelijke verklaringen die daarbij horen niet. We moeten de mogelijke verklaringen nader onderzoeken om definitieve conclusies te kunnen trekken. Wmo 2015 De lokale overzichten (oude Wmo en het totaaloverzicht) en de jaarrapportage van het ROB laten zien dat er sprake is van een onderbesteding op de Wmo, ofwel dat er geld overblijft ondanks de bezuiniging. Dit beeld is landelijk zichtbaar en heeft de laatste weken veel media aandacht gekregen. Dit beeld is lastig te duiden en we zijn voorzichtig om hier conclusies aan te verbinden, vooral omdat het ook erg scheef verdeeld is, zowel tussen gemeenten als aanbieders: waar de productie door de Combinatie fors achterblijft, laten de Kleine Aanbieders juist een forse overschrijding zien. Daarnaast zien we dat de inkomsten uit de Eigen Bijdrage (Wmo) achterblijven bij de eigen bijdrage die verwacht worden. Samen met de aanbieders en het CAK zijn we op zoek naar de oorzaak hiervan. 1. Oude Wmo Bij de oude Wmo (hulp bij huishouden, hulpmiddelen, woonaanpassingen, vervoer) zien we een onderbesteding. Bij de hulp in het huishouden zien we een dalende trend van het aantal cliënten en het aantal uren. Ook bij het vervoer zien we deze trend. Deze tendens komt overeen met de verwachting van het geharmoniseerde beleid waarbij voor de sobere insteek van voormalig gemeente Ubbergen is gekozen. Deze sobere insteek betekent onder andere dat bij de hulp bij het huishouden (HH) het indicatieprotocol van het CIZ strikter wordt toegepast en dat Zaaknummer: Z Pagina 4 van 9

5 het aantal zones van de regiotaxi waarbij met korting gereisd kan worden, is gemaximeerd. Daarnaast is in Millingen aan de Rijn regiotaxi gekomen waardoor er minder inzet van financiële tegemoetkoming nodig is. Het effect van deze wijzigingen wordt nu zichtbaar. De daling is echter niet alleen uit de harmonisatie te verklaren. Ook in de regiogemeenten is een daling zichtbaar, ook zonder gewijzigd beleid. Een eenduidige verklaring hiervoor is er nog niet. Door het rijk is gekort op het budget voor de hulp bij het huishouden. Tegelijkertijd zijn er vanuit het rijk extra middelen beschikbaar gesteld voor een huishoudelijke hulp toelage (HHT). Doel hiervan is het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Inwoners kunnen hierbij tegen een gunstig tarief zelf (extra) huishoudelijke hulp inkopen. Van deze toelage wordt nog relatief weinig gebruik gemaakt. Een verklaring hiervoor is de late effectuering van de HHT, te weten september 2015 en de nog relatieve onbekendheid met het product. 2. Blok A: Inloop/ontmoeting/basisdagbesteding Bij de inloop/ontmoeting/basisdagbesteding voor ouderen zien we een onderbesteding. De basisdagbesteding voor ouderen is medio 2015 omgevormd naar een algemene voorziening. Daarbij is medio 2015 ook gestart met het realiseren van inloopvoorzieningen in alle kernen. De onderbesteding is te verklaren doordat niet alle inloopvoorzieningen in 2015 gerealiseerd zijn. Deze ontwikkeling loopt in 2016 door. 3. Blok B: Ambulante begeleiding en dagbesteding Er is een onderbesteding op ambulante begeleiding en dagbesteding bij de Combinatie. Hiervoor is geen sluitende verklaring, maar deels kan de onderbesteding worden verklaard doordat een deel van de begeleiding via de Zorgverzekeringswet is gedeclareerd (eenmalig voor 2015). Bij de kleine aanbieders van ambulante Wmo-begeleiding en dagbesteding zien we juist een overproductie. Deze is grotendeels te verklaren door een verschuiving van pgb s naar Zorg in Natura bij kleine aanbieders en een verschuiving van de Combinatie naar kleine aanbieders. 4. Beschermd wonen Elke gemeente heeft verantwoordelijkheid voor beschermd wonen. De uitvoering van het beschermd wonen ligt bij de gemeente Nijmegen. Gemeente Nijmegen ontvangt hiervoor ook het budget. Bij beschermd wonen is er sprake van een onderbesteding. Deze onderbesteding is onverwacht. Alle signalen wezen richting krapte in het budget: het aantal mensen met een indicatie voor beschermd wonen is gestegen, mensen met een relatief lichte zorgzwaarte stromen uit, waardoor de instroom bestaat uit mensen met een zwaardere en dus duurdere zorgvraag. Daarnaast neemt de druk op beschermd wonen GGZ toe door verkorting van de behandelduur en bezuinigingen in de curatieve GGZ (Zorgverzekeringswet) en de forensische GGZ en door de uitsluiting van mensen met psychische beperkingen voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Ook is er een wachtlijst voor beschermd wonen en in hun prognoses verwachtten de grote aanbieders van beschermd wonen dat zij hun budget (vrijwel) volledig zouden besteden, of overproductie zouden hebben. Zaaknummer: Z Pagina 5 van 9

6 Ondanks de wachtlijst en de toenemende druk op beschermd wonen, bleek bij de jaarverantwoording dat een aanzienlijk aantal aanbieders onderproductie had. De bedoeling van Nijmegen was om op basis van monitoringsgegeven tussentijds bij te sturen om het budget optimaal in te zetten en zo veel mogelijk mensen een plek te bieden. Doordat het landelijk systeem voor gegevensuitwisseling tussen aanbieders en gemeente in 2015 nog niet werkte en de monitoringsgegevens die wel beschikbaar waren, onvoldoende duidelijkheid gaven, heeft Nijmegen helaas niet kunnen bijsturen. Ook de uitgaven van persoonsgebonden budgetten (pgb) is lager dan begroot, terwijl het aantal mensen voor beschermd wonen met een pgb wel is toegenomen. 5. Eigen bijdrage Voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen geldt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage die wordt geïnd door het CAK. Vanwege vertraging in de gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders, gemeenten en CAK, heeft een aantal Wmo-cliënten pas later in 2015 de eerste facturen voor de eigen bijdrage ontvangen. Hierdoor heeft een aantal Wmo-cliënten stapelfacturen ontvangen. Als mensen hierdoor in de problemen komen, was en is een betalingsregeling mogelijk, zodat gespreid betaald kan worden. In de gemeente Berg en Dal zijn er geen klanten die gebruik maken (of hebben gemaakt) van de betalingsregeling. Het CAK heeft in 2015 niet alle eigen bijdrage kunnen invorderen vanwege achterblijvende aanlevering door zorgaanbieders bij het CAK. Door deze achterblijvende aanlevering zijn de inkomsten uit de eigen bijdrage achtergebleven bij de begroting. Als gemeente hebben wij daarom een vordering opgenomen van de te verwachten inkomsten in 2016 over In de gemeente Berg en Dal zijn er (beperkte) signalen van zorgmijding door de eigen bijdrage. Deze signalen kunnen we niet onderbouwen met aantallen. Om conclusies te kunnen trekken moeten we dit nader onderzoeken. Hierover zijn we in gesprek met onder andere de Wmo adviesraad, de Sociale teams en de aanbieders. Jeugdhulp Het verschilt per zorgvorm of we als gemeente meer of minder hebben ingezet dan begroot. 1. Blok B: Begeleiding en behandeling Op de lichte vormen van zorg zoals begeleiding en behandeling is er sprake van een onderbesteding. Zowel aanbieders als de sociale teams hebben veel processen rondom jeugdhulp opnieuw moeten inrichten en hebben zich tot elkaar moeten leren verhouden door het wegvallen van de toeleidingstaken van het oude Bureau Jeugdzorg. 2. Blok C: Jeugdhulp met verblijf Op de jeugdhulp met verblijf is er regionaal sprake van een overbesteding. Dat geldt ook voor Berg en Dal, hier is de overbesteding relatief aan de hoge kant. We hebben als gemeente een aantal jongeren in de Ottho Gerhard Heldring Stichting (Jeugdzorg Plus) zitten, de meest dure vorm van zorg. Ook maken onze jongeren relatief veel gebruik van de andere residentiele voorzieningen. In dit type zorg verblijven jeugdigen doorgaans lang en dus zijn deze vormen minder flexibel om de forse bezuinigingen op te kunnen vangen. Daarnaast zien we ook groei Zaaknummer: Z Pagina 6 van 9

7 bij pleegzorg en gezinshuizen. Dit laatste lijkt te duiden op een gewenste verschuiving van residentiële jeugdhulp (op terreinen) naar opvang in gezinssettingen. 3. Blok C:Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Berg en Dal heeft meer jeugdbeschermingszaken dan begroot. In de regio is gemiddeld sprake van onderproductie. Onze gemeente heeft relatief veel casussen van voor 2015 over gekregen, onder andere meerdere Onder Toezichtstelling (OTS) langer dan een jaar. Daar waar we weet hebben van deze casussen kijken we of de trajecten afgerond kunnen worden. 4. Landelijke jeugdhulp De regionale inzet van de landelijk gecontracteerde specialistische jeugdhulp laat een kleine overbesteding zien. Ook Berg en Dal heeft goed gebruik gemaakt van deze landelijk gecontracteerde aanbieders. 5. Regionaal Transitiearrangement Tijdens de voorbereiding op de decentralisatie hebben de regiogemeenten het Regionaal Transitie Arrangement (RTA) afgesproken met het Rijk. Hierin zijn budgetgaranties met de zorgaanbieders afgesproken. Deze zijn bedoeld de zorg te continueren voor cliënten die voor 1 januari 2015 in zorg waren. Door deze budgetgarantie zijn er geen aanbieders omgevallen. 6. Veilig Thuis Er is een forse toename van het aantal meldingen bij Veilig Thuis. Dit kan betekenen dat kinderen via andere routes dan voorheen in beeld komen. In oktober 2015 heeft de inspectie jeugdzorg en Gezondheidszorg een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit binnen Veilig Thuis. Er wordt door Veilig Thuis hard gewerkt aan het uitvoeren van het verbeterplan dat naar aanleiding van het inspectierapport is opgesteld. In de raad van 26 mei 2016 komt de informatienota aanvalsplan Veilig Thuis aan de orde. Persoonsgebonden budget (pgb) Wmo en Jeugd Er zijn in Berg en Dal veel minder pgb s ingezet dan begroot. Dit komt deels door een verschuiving van pgb naar Zorg in Natura bij de Kleine Aanbieders. Waar deze organisaties voorheen vrijwel uitsluitend via pgb s betaald werden, hebben zij nu vaak een contract met onze regio. Daarnaast hanteren we strengere criteria voor de toekenning van pgb s. Ook is de inschatting dat het trekkingsrecht met betere controle bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een remmende werking hebben gehad op het aanvragen van pgb s. De cijfers over pgb s zijn nog onzeker, mede doordat cliënten nog kunnen declareren over Herindicaties In 2015 hebben alle overgangscliënten een herindicatie ontvangen. Deze zijn in samenwerking met de aanbieders tot stand gekomen. Dit, alsmede het feit dat de Combinatie bevoorschot wordt, is reden om te veronderstellen dat er geen cliënten tussen de wal en het schip gevallen zijn. Tijdens de herindicaties is niet strenger geïndiceerd dan onder de AWBZ gebeurde. Wel bleek dat het aantal uren van de AWBZ-indicatie zeer vaak niet feitelijk werd ingezet. Hierdoor konden indicaties onder de Wmo neerwaarts bijgesteld worden zonder dat dit gevolgen had Zaaknummer: Z Pagina 7 van 9

8 voor de cliënt. Ook aanbieders gaven aan dat in voorkomende situaties minder uren (en soms meer) wenselijk waren of konden taken opgevangen worden door de inzet van een algemene voorziening. Daarnaast bleken er overgangscliënten te zijn die de zorg niet verzilverde. Kwaliteit Over de kwaliteit van de Wmo-maatwerkvoorzieningen en Jeugdhulp kunnen we op basis van de rapportages geen uitspraken doen. In de tweede helft van 2016 komt er een rapportage over de kwaliteit van de uitvoering van de Wmo. Dan zijn de resultaten bekend van de verplichte klantervaringsonderzoeken Wmo en Jeugdhulp en is er meer informatie beschikbaar over de kwaliteit bij zorgaanbieders via onder meer cliënttevredenheidsonderzoeken per aanbieder en rapporten van het Wmo-toezicht en landelijke jeugdinspecties. Kanttekening Omdat in het 3 e en 4 e kwartaal van 2015 de zorginzet bij met name jeugdhulp op gang is gekomen, verwachten we dat dit zich doorzet naar de zorginzet in Hoewel we dit jaar verder gaan met transformeren en verbeteren, zal het lastig worden om in 2016 binnen budget te blijven. Gelet op de verdere landelijke bezuinigingen die voor dit jaar zijn toegepast, verwachten we dat 2016 financieel een moeilijk jaar wordt. Ook voor 2017 wordt landelijk verder bezuinigd op de Jeugdhulp terwijl er voor de Wmo budget bij komt. Daarnaast heeft de gefaseerde invoering van het objectieve verdeelmodel nog invloed op het totale budget. Met de meicirculaire 2016 verwachten we meer inzicht van het Rijk in de budgetten voor Draagvlak De onderliggende gegevens voor de Jaarrapportage 2015 van het ROB zijn besproken met de Combinatie en niet met alle (kleine) aanbieders en zij hebben deze onderschreven. Ook is de concepttekst van de rapportage voorgelegd aan een delegatie van de aanbieders en met hen besproken. Hun opmerkingen zijn waar mogelijk verwerkt in de rapportage. Aanpak/uitvoering In 2016 gaan we werken met het monitoringssysteem van Initi8. In dit regionale systeem worden de gegevens uit het berichtenverkeer verzamelt. Omdat de gegevensuitwisseling tussen aanbieders en gemeenten via het berichtenverkeer in 2015 nog niet operationeel was, kon het niet als bron van de gegevens dienen. De verwachting is dat het berichtenverkeer ergens in de zomer van 2016 operationeel zal zijn. Vanaf dat moment zal het berichtenverkeer de bron van de sturingsinformatie worden. Dat is ook het moment waarop de financiële informatie uitgebreid wordt met kwaliteitsinformatie. Op dit moment wordt er gewerkt aan het operationeel maken van de kwaliteitsindicatoren. Een objectief verdeelmodel is een verdeelsystematiek die op basis van objectief vast te stellen maatstaven (bijvoorbeeld: aantal inwoners ) budget verdeelt. Het is gebruikelijk dat budgetten die via het gemeentefonds aan gemeenten worden uitgekeerd op objectieve wijze verdeeld worden. Zaaknummer: Z Pagina 8 van 9

9 Communicatie Op 7 juni is een themaraad over het Sociaal Domein (Wmo en Jeugdhulp) gepland. De Wmo-raad en de seniorenraad worden eveneens geïnformeerd. Burgemeester en wethouders van Gemeente Berg en Dal, De secretaris, De burgemeester, J.W. Looijen mr. M. Slinkman Bijlagen digitaal ter inzage Rapportage monitoring oude /klassieke Wmo (hulp bij huishouden, hulpmiddelen, woonaanpassingen, vervoer) (Bijlage 1) Jaarrapportage 2015 Wmo, Jeugdhulp en Beschermd wonen (Bijlage 2) Overzicht inkomsten en uitgaven 2015 Sociaal Domein (Nieuwe Wmo en Jeugdzorg) (Bijlage 3) Bijlage ter inzage griffier Zaaknummer: Z Pagina 9 van 9