MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0110 van 21 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0075/M/0070 In zake: bvba DURAN CONSTRUCTION vertegenwoordigd door: advocaat Peter HEIRMAN kantoor houdende te 9000 Gent, Keizersvest 169 waar woonplaats wordt gekozen verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw voor wie optreedt, bij delegatie: de gewestelijke entiteit (de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer, AMMC) met kantoren te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 20 bus 8 vertegenwoordigd door: Mevrouw Sigrid RAEDSCHELDERS, afdelingshoofd verwerende partij I. VOORWERP VAN DE VORDERING Het beroep, ingesteld met een aangetekende brief van 28 juli 2015, strekt tot de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 8 juni 2015, gekend onder nummer 13/AMMC/284- M/CDM. De bestreden beslissing legt aan de verzoekende partij een alternatieve geldboete op van 3702 euro (617 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens de schending van artikel 4, 1 en 22 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (hierna Milieuvergunningsdecreet) en van artikel 5, 1, 6bis 1, 1 en 43, 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (hierna VLAREM I). Aan de verzoekende partij wordt verweten dat zij het in de milieuvergunning toegelaten maximale gewicht aan afvalstoffen overschreden heeft. Tevens wordt haar ten laste gelegd het opslaan van afvalstoffen die niet in de milieuvergunning werden opgenomen en het opslaan van afvalstoffen buiten de opslagruimtes. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING MHHC - 1

2 De verwerende partij heeft een antwoordnota ingediend en heeft het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een wederantwoordnota ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 31 maart 2016, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Marc VAN ASCH heeft verslag uitgebracht. Advocaat Steven VANBESIEN die loco advocaat Peter HEIRMAN verschijnt voor de verzoekende partij en de heer Christophe SCHELFAUT die loco mevrouw Sigrid RAEDSCHELDERS verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het Besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. De debatten worden gesloten. III. REGELMATIGHEID VAN DE RECHTSPLEGING Met een aangetekende brief van 7 december 2015 betekent de griffier van het College een afschrift van de antwoordnota en van het administratief dossier van de verwerende partij aan de raadsman van de verzoekende partij. Met deze brief wordt aan de verzoekende partij tevens de mogelijkheid geboden om conform artikel 29 van het Procedurebesluit een wederantwoordnota in te dienen binnen een vervaltermijn van dertig dagen die ingaat de dag na de dag van de betekening van de brief. De decretale vervaltermijn van dertig dagen heeft een aanvang genomen op 10 december 2015 om te verstrijken op 8 januari Nadat zij haar wederantwoordnota eerst verkeerdelijk verzond aan de gewestelijke entiteit, bezorgt de verzoekende partij deze nota met een aangetekende brief van 12 januari 2016 aan het College. De wederantwoordnota is laattijdig ingediend. De ter zitting aangehaalde redenen, en meer bepaald de stelling dat de verwerende partij in ieder geval tijdig kennis heeft gekregen van de wederantwoordnota doordat zij verkeerdelijk rechtstreeks aan de verwerende partij verstuurd werd, maar zodoende tijdig de gewestelijke entiteit bereikt heeft, doen hieraan geen afbreuk. De verzoekende partij blijkt impliciet te stellen dat de belangen van de verwerende partij niet geschaad zijn en dat het normdoel van het Procedurebesluit bereikt is door de rechtstreekse, weliswaar verkeerde maar tijdige, toezending aan de gewestelijke entiteit. Het voorschrift van artikel 29 Procedurebesluit is een substantiële vormvereiste, waarvan de termijn zoals blijkt uit de lezing van het artikel als geheel een vervaltermijn is. De elementen die mondeling ter zitting worden aangebracht maken geen overmacht uit, gezien de toezending aan een verkeerd adres rechtstreeks toerekenbaar is aan de verzoekende partij. De verzoekende partij toont ten overvloede niet aan dat de verwerende partij effectief kennis genomen heeft van de inhoud van de wederantwoordnota nu de verwerende partij zich ertoe MHHC - 2

3 beperkt heeft deze terug te zenden aan de afzender. Bovendien is aan de verwerende partij conform artikel 31 Procedurebesluit het recht ontzegd om een laatste nota in te dienen gelet op de laattijdigheid van de wederantwoordnota. De verzoekende partij toont aldus evenmin ten genoege van recht aan dat het normdoel van het procedurevoorschrift met eerbiediging van de rechten van de verdediging van de verwerende partij bereikt is. De wederantwoordnota wordt uit de debatten geweerd. IV. FEITEN De verzoekende partij exploiteert een aannemingsbedrijf waarvoor zij een loods huurt aan de Wondelgemkaai 104+ te Gent. Voor de exploitatie van dit bedrijf heeft de verzoekende partij op 29 september 2011 voor een termijn van 20 jaar een milieuvergunning klasse 2 verkregen die de rubriek c.1 opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen (max. 100 ton) en de rubriek stallen van 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens (3 voertuigen) omvat. Naast de algemene en de sectorale milieuvoorwaarden zijn ook de volgende bijzondere milieuvoorwaarden opgelegd: Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen gebeurt in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. De voorwaarden van het departement Brandweer, afdeling Brandpreventie dienen steeds nageleefd te worden. Om geluidshinder en luchtverontreiniging te voorkomen, moeten de motoren van de bedrijfsvoertuigen tijdens de wachtperioden en laad- en losoperaties stilgelegd worden, tenzij het noodzakelijk is voor de aandrijving van pompen, kranen, hefbruggen e.d. De volgende wijzigingen worden toegestaan: o In afwijking van artikel , 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (hierna VLAREM II) moet geen weegbrug aanwezig zijn in de inrichting op voorwaarde dat de exploitant een sluitend afvalstoffenregister bijhoudt o In afwijking van artikel , 5 van VLAREM II moet geen groenscherm worden aangelegd. Op 8 november 2012 begeeft de verbalisant zich naar de inrichting van de verzoekende partij. Tijdens het plaatsbezoek stelt de verbalisant vast dat: de loods gebruikt wordt voor de opslag en sortering van diverse afvalstoffen en er ook buiten de loods (maar binnen het terrein) afvalcontainers met inhoud aanwezig zijn, evenals aan de buitenzijde van het terrein; binnen in de loods een aantal grote hopen gesorteerd en te sorteren afval aanwezig zijn, met name, een grote hoop steenpuin gemengd met aarde, hopen houtafval, schroot, groenafval, plastic en grof vuil, papier en karton, bouwafval en pleisterwerk; in de loods een grote hoeveelheid AEEA (35 AEEA achteraan de loods, vijf pc schermen onderaan de papierhoop, een diepvriezer en wasmachine bij het schroot en buiten de loods een afgedankte ijskast) aanwezig is; buiten de loods vier met asbesthoudend materiaal gevulde containers aanwezig zijn, waarvan drie containers buiten het terrein staan en één binnen het terrein. Het asbesthoudend materiaal bevindt zich in afgesloten zakken in de containers. De zakken zijn voorzien van een label 'voorzichtig bevat asbest'; MHHC - 3

4 er zich onderaan de hoop pleisterwerk in de loods een hoeveelheid los en gebroken asbestafval (golfplaten en dakleien) bevindt. Naast dit losse asbestafval zijn nog een vijftal plastic zakken zonder opschrift aanwezig die los en gebroken asbestafval bevatten; er binnen het terrein nog één grote container met gemengd restafval (vooral isolatie) en één lege container staan; er buiten het terrein langs de openbare weg nog drie grote containers gevuld met restafval/grof vuil staan op een niet-verharde ondergrond; er in de loods verder nog een afgedankte, nagenoeg lege mazouttank staat en er tussen het schroot vaatjes met gevaarlijke producten aanwezig zijn waarvan de inhoud niet duidelijk is; er ter hoogte van het bureelgebouw een viertal bidons met een trechter staan, waarrond vetvlekken waar te nemen zijn op de verharding. De verbalisant schat de aanwezige volumes afvalstoffen in de loods en op het terrein als volgt in: Plastic en grof vuil: 340 m3 Houtafval: 84 m3 AEEA: 38 stuks witgoed en 5 pc-schermen Steenpuin gemengd met grond: 450 m3 Steenpuin (5/tong): 30m3 Papier en karton: 90m3 Pleisterwerk: 125m3 Groenafval: 36m3 Schroot: 8m3 Afval in containers: o vier containers asbest: 48m 3 o vier containers grofvuil: 80m 3 o twee containers bouwafval: 24m 3 Deze vaststellingen worden opgenomen in het proces-verbaal nr. GE /12 PV L , afgesloten op 12 november 2012 en verzonden op 20 november De verzoekende partij wordt op 20 november 2012 aangemaand om tegen uiterlijk 21 december 2012 er voor te zorgen dat de bepalingen uit de milieuvergunning worden nageleefd. Bovendien wordt inzage gevraagd in het sluitende afvalstoffenregister. Tijdens haar verhoor op 11 januari 2013 verklaart de zaakvoerder van de verzoekende partij onder meer dat het een jong en groeiend bedrijf is waarbij het inmiddels over 40 containers beschikt daar waar zij ten tijde van de milieuvergunningsaanvraag klasse 2 slechts over vijf containers beschikte. Het is volgens de zaakvoerder de bedoeling om de activiteiten aan de Wondelgemkaai te stoppen en alles over te brengen naar Evergem, waarvoor reeds een milieuvergunningsaanvraag klasse 1 bij de deputatie aangevraagd is. De zaakvoerder stelt ondertussen een extra oplegger te hebben ingehuurd om het teveel aan afval te verwijderen. Op 27 januari 2013 voert de verbalisant een hercontrole uit. Bij deze controle stelt de verbalisant vast dat de verzoekende partij inspanningen heeft geleverd om te voldoen aan de milieuvergunning. In de loods staat merkbaar minder afval en er bevinden zich geen afvalstoffen meer die niet door de milieuvergunning worden toegestaan, noch worden er afvalstoffen buiten de opslagruimte opgeslagen. Evenwel wordt het maximaal toegestane gewicht uit de milieuvergunning nog steeds niet gerespecteerd. Uit het afvalstoffenregister blijkt bovendien dat de inkomende afvalstromen niet worden gewogen, wat niet conform de voorwaarden uit de milieuvergunning is. De verzoekende partij wordt op 6 februari 2013 nogmaals aangemaand om MHHC - 4

5 de opslag te beperken tot de toegestane hoeveelheid uit de milieuvergunning en de binnenkomende afvalstromen te wegen op een externe weegbrug. Op 20 februari 2013 meldt de procureur des Konings dat hij niet zal overgaan tot strafrechtelijke vervolging. Op 14 maart 2013 voert de verbalisant opnieuw een controlebezoek uit op het terrein, waarbij vastgesteld wordt dat zo goed als alle afval uit de loods verwijderd werd, het toegestane gewicht gerespecteerd wordt en alle containers sinds 23 februari 2013 gewogen worden. Met een brief van 22 april 2013 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. De verzoekende partij bezorgt haar schriftelijk verweer met een aangetekende brief van 17 mei 2013 aan de gewestelijke entiteit. Zij benadrukt in haar verweer dat de zij als startende firma kampte met een tekort aan materiaal- en plaatsgebrek, maar dat zij inmiddels over twee bijkomende vrachtwagens en een bijkomende wiellader beschikt. Ze verwijst tevens naar de vaststellingen tijdens het controlebezoek van 14 maart De gewestelijke entiteit legt op 8 juni 2015 de vermelde bestuurlijke geldboete op. Deze beslissing wordt aan de verzoekende partij betekend met een aangetekende brief van 3 juli De verwerende partij motiveert haar beslissing als volgt: 3. Beoordeling Overwegende dat de vastgestelde feiten beoordeeld worden in toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI DABM (hierna Milieuhandhavingsbesluit). 3.1 Het milieumisdrijf en de toerekenbaarheid aan de overtreder Overwegende dat vermoedelijke overtreder afvalstoffen opsloeg, met name 340 m ³ plastic en grof vuil, 84m 3 houtafval, 38 stuks witgoed en 5 pc-schermen (AEEA), 450 m 3 steenpuin gemengd met grond. 30m 3 steenpuin (ytong), 90m 3 papier en karton, 125m 3 pleisterwerk, 36m 3 groenafval, 8m 3 schroot, 4 containers asbest, 4 containers grofvuil en 2 containers bouwafval; dat aangegeven werd dat deze afvalstoffen gesorteerd werden alvorens te worden afgevoerd naar een verwerker; dat deze activiteiten ingedeeld worden volgens de indelingslijst, met name bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (hierna VLAREM I) in rubriek c.2 opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen, met een opslagcapaciteit van meer dan 100 ton en rubriek e.3 opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton voor asbestafval bestaande uit asbestcement of andere asbesthoudende bouwmaterialen waarin asbest in gebonden vorm aanwezig is; dat beide rubrieken ingedeeld werden tot een klasse 1 inrichting; Overwegende dat vermoedelijke overtreder beschikte over een milieuvergunning klasse 2 dd. 29 september 2011 o.a. voor het exploiteren van rubriek c.1 ; dat deze vergunning echter niet de vastgestelde activiteiten omvat. MHHC - 5

6 Overwegende dat volgens artikel 6bis, 1.1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning ( VLAREM I') voor de verandering van een vergunde inrichting een vergunning dient te worden aangevraagd wanneer de verandering van een vergunde inrichting de indeling van die inrichting in een hogere klasse tot gevolg heeft. Overwegende dat volgens artikel 4 1 Milieuvergunningendecreet en artikel 5 1 van VLAREM I niemand, zonder voorafgaande en schriftelijke vergunning van de bevoegde overheid een als hinderlijk ingedeelde inrichting die behoort tot de eerste klasse mag exploiteren; dat vermoedelijke overtreder niet over een milieuvergunning voor zijn activiteiten op deze locatie beschikte. Overwegende dat in de verleende vergunning dd. 29 september 2011 als bijzondere voorwaarde opgenomen werd dat 'In afwijking van artikel , 2 van VLAREM II geen weegbrug aanwezig moet zijn in de inrichting op voorwaarde dat de exploitant een sluitend afvalstoffenregister bijhoudt"; dat verbalisant echter vaststelde dat de inkomende vrachten niet gewogen werden, maar enkel volumes van deze vrachten geregistreerd werden; dat dit betekent dat er geen sluitend afvalstoffenregister is. Overwegende dat artikel 22 Milieuvergunningsdecreet en artikel 43 1 VLAREM I voorschrijven dat de exploitant van een inrichting verplicht is de algemene, sectorale en de in de milieuvergunning opgelegde bijzondere voorwaarden, alsmede alle andere op de exploitatie van de inrichting van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, met betrekking tot de bescherming van het leefmilieu, van de oppervlaktewateren en van de externe veiligheid na te leven; Overwegende dat deze feiten een schending uitmaken van volgende regelgeving: - artikelen 4 1 en 22 van het Milieuvergunningendecreet; - artikelen 5 1, 6bis 1 1 en 43, 1 van VLAREM I. Overwegende dat bovenvermelde feiten vallen onder de definitie van milieumisdrijf conform artikel DABM waarvoor een alternatieve bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd. Overwegende dat vermoedelijke overtreder aangaf een jong en groeiend bedrijf te zijn en deze toestand ontstond door gebrek aan materiaal; dat dit intussen verholpen werd en de afvalstoffenopslag intussen beperkt werd tot in de vergunning opgenomen soorten en de vergunde hoeveelheden worden nageleefd; dat voorgaande echter niet wegneemt dat eerder wederrechtelijke feiten werden gepleegd; Overwegende dat het milieumisdrijf vaststaat in hoofde van overtreder. 3.2 De hoogte van de geldboete Overwegende dat bij de bepaling van de hoogte van de geldboete rekening wordt gehouden met de ernst van het milieumisdrijf, de frequentie en de omstandigheden waarin het milieumisdrijf is gepleegd of beëindigd De ernst van de feiten Overwegende dat bovenvermelde regelgeving ertoe strekt om de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico's in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken. MHHC - 6

7 Overwegende dat milieuvergunningen tot doel hebben om het leefmilieu, de gezondheid en veiligheid van de bevolking te beschermen; dat dit mede gebeurt door het al dan niet toekennen van een milieuvergunning aan hinderlijke inrichtingen en het opleggen van strikte voorwaarden waaraan bij de exploitatie van deze inrichtingen moet voldaan worden opdat de hinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt wordt; dat controle over ingedeelde activiteiten noodzakelijk is om alle milieurisico's en hinder voor de omgeving tot een minimum te beperken; dat door het niet aanvragen van de vereiste milieuvergunning deze controle onmogelijk is, minstens ernstig bemoeilijkt wordt; Overwegende dat de opslag en sortering van hoger genoemde afvalstoffen volgens bijlage 1 VLAREM I een klasse 1 inrichting betreft; dat de klasse waarin een activiteit ingedeeld wordt, bepaald wordt door de graad waarin deze activiteit geacht wordt belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu; dat klasse 1 inrichtingen als meest hinderlijk voor de omgeving aanzien worden. Overwegende dat de sectorale voorwaarde in VLAREM II het gebruik van een geijkte weegbrug voorziet; dat hierop volgens de vergunningverlenende overheid voor de exploitatie van overtreder een afwijking kon voorzien worden, zonder dat dit een negatieve invloed had op het milieu en de veiligheid, mits er voor een sluitend afvalstoffenregister gezorgd werd; dat een sluitend afvalstoffenregister veronderstelt dat binnenkomende afvalstromen gewogen worden op een externe weegbrug (zoals aangegeven in de milieuvergunningsaanvraag dat door enkel de volumes van binnenkomende vrachten te registreren niet aan voornoemde voorwaarde voldaan wordt; dat dit de controle op de traceerbaarheid ernstig bemoeilijkt zo niet onmogelijk maakt. Overwegende dat de overtreder het misdrijf in professioneel verband heeft gepleegd. Overwegende dat de feiten derhalve voldoende ernstig zijn om te worden gesanctioneerd met een alternatieve bestuurlijke geldboete De frequentie Overwegende dat er in het proces-verbaal geen indicaties zijn dat reeds eerder vergelijkbare feiten werden gepleegd door overtreder; dat het criterium frequentie derhalve niet wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van de geldboete De omstandigheden Overwegende dat overtreder na de vaststellingen maatregelen genomen heeft om zich in regel te stellen; dat op 22 januari 2013 vastgesteld werd dat er merkelijk minder afval aanwezig was en enkel de afvalstoffen die opgenomen werden in de milieuvergunning nog aanwezig waren; dat op 14 maart 2013 door verbalisant vastgesteld werd dat nagenoeg alle afval in de loods verwijderd werd en de in de vergunning toegestane hoeveelheid afvalstoffen gerespecteerd werd; dat sinds februari 2013 alle inkomende vrachten gewogen werden; dat dit betekent dat overtreder de nodige inspanningen leverde om zich te regulariseren; dat dit meegenomen wordt als verzachtende omstandigheid, wat aanleiding geeft tot een lagere geldboete. Overwegende dat de overtreder per schrijven van 22 april 2013 op de hoogte werd gebracht van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen; dat overeenkomstig artikel DARM AMMC een boetebeslissing neemt binnen een termijn van honderdtachtig dagen MHHC - 7

8 na deze kennisgeving; dat deze 180-dagentermijn een termijn van orde is, waarvan de overschrijding niet gesanctioneerd wordt. Overwegende dat deze beslissingstermijn inmiddels verstreken is; dat AMMC in casu van oordeel is dat de feiten voldoende ernstig zijn om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen; dat wegens het overschrijden van de beslissingstermijn het boetebedrag evenwel verlaagd wordt met één vijfde rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de bestuurlijke boeteprocedure." Dit is de bestreden beslissing. V. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING Standpunt van de partijen In haar antwoordnota werpt de verwerende partij op dat het verzoekschrift niet door de verzoekende partij of haar raadsman is ondertekend conform artikel 14 van het Procedurebesluit. Het verzoekschrift bevat enkel een voorgedrukte naam met daarboven een handtekening en een handgeschreven io. Hierbij wordt geen naam of hoedanigheid vermeldt zodat het College niet kan nagaan wie het verzoekschrift heeft ondertekend en of deze persoon daarvoor over de vereiste hoedanigheid beschikte. Volgens de verwerende partij moet het beroep dan ook onontvankelijk verklaard worden. Beoordeling door het College 1. Artikel 14 Procedurebesluit luidt: Het verzoekschrift wordt gedagtekend en door de verzoeker of zijn raadsman ondertekend. De verzoekende partij dan wel haar gevolmachtigde (advocaat) dient het verzoekschrift eigenhandig te handtekenen. Op die manier staat vast dat de verzoekende partij dan wel haar gevolmachtigde zich de inhoud van het verzoekschrift eigen gemaakt heeft. De vormelijke en inhoudelijke draagwijdte van de verplichting van de verzoekende partij overeenkomstig artikel 7 Procedurebesluit tot ondertekening van het verzoekschrift wordt noch in het DABM noch in het Procedurebesluit gedefinieerd dan wel nader toegelicht. Derhalve dient deze verplichting te worden begrepen in de klassieke betekenis volgens de rechtspraak, die het begrip handtekening omschrijft als het eigenhandig geschreven teken waarmee de ondertekenaar zich gewoonlijk tegenover derden kenbaar maakt. Er is aan het College geen regelgeving bekend die oplegt dat aan de eigenhandige ondertekening tevens de naam van de gevolmachtigde raadsman wordt toegevoegd. Het volstaat dat de verzoekende partij in de loop van de procedure aantoont dat de eigenhandig aangebrachte handtekening wel degelijk uitgaat van een gevolmachtigd raadsman zodat duidelijkheid bestaat over de identiteit van de ondertekenaar. MHHC - 8

9 Het verzoekschrift is als bijlage gevoegd bij de aangetekende brief van 28 juli 2015 die wel rechtsgeldig ondertekend is en de naam vermeldt van de raadsman van de verzoekende partij. Ook het geregulariseerd verzoekschrift (ook al werd de regularisatie gevraagd om een andere reden) is rechtsgeldig ondertekend. De exceptie wordt verworpen. VI. ONDERZOEK VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING- A. EERSTE MIDDEL Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij roept als volgt de schending in van artikel en artikel , 1 van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM) en van de redelijke termijnvereiste. Zij stelt dat de beslissingstermijn met meer dan twee jaar overschreden is. Bovendien is ook de termijn van artikel , 1 DABM overschreden. 2. De verwerende partij antwoordt dat de termijnen voorgeschreven door artikel en DABM geen vervaltermijnen zijn maar termijnen van orde, waarvan de loutere overschrijding niet tot de nietigheid van de bestreden beslissing kunnen leiden. Zij argumenteert dat de redelijke termijn moet beoordeeld worden in functie van de concrete omstandigheden van de zaak. Dit houdt in dat onder meer het al dan niet dringend karakter van de beslissing, het belang van de zaak voor de bestuurde en de houding van het bestuur en de bestuurde doorheen de beslissingsprocedure in rekening moeten genomen worden. In casu is er volgens haar geen reden om aan te nemen dat de redelijke termijn overschreden is. De verzoekende partij heeft geen hoorzitting aangevraagd noch heeft zij hangende de bestuurlijke beboetingsprocedure ooit geïnformeerd naar de stand van zaken in het dossier. Ook uit haar schriftelijk verweer blijken geen elementen die erop duiden dat zij er belang bij had dat een beslissing binnen een kortere termijn genomen zou zijn. De verwerende partij stelt bovendien dat het middel sowieso niet ontvankelijk is bij gebrek aan belang omdat de verzoekende partij niet bewijst dat zij door het tijdsverloop benadeeld is. Er kan volgens de verwerende partij evenmin sprake zijn van een schending van het rechtszekerheidsbeginsel: de rechtszekerheid wordt immers mede gewaarborgd door artikel DABM dat een termijn bepaalt van vijf jaar na vaststelling van het milieumisdrijf alvorens de bevoegdheid tot het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete vervalt. Het milieumisdrijf werd vastgesteld op 8 november 2012 en de bestreden beslissing werd genomen op 8 juni 2015, hetgeen onmiskenbaar binnen de in artikel DABM voorziene termijn van 5 jaar is. Beoordeling door het College MHHC - 9

10 1. Artikel , 1 DABM luidt als volgt: Na de ontvangst van de beslissing van de procureur des Konings, vermeld in artikel , brengt de gewestelijke entiteit binnen een termijn van dertig dagen de vermoedelijke overtreder op de hoogte van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. De vermoedelijke overtreder wordt uitgenodigd om binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de kennisgeving van dit bericht schriftelijk zijn verweer mee te delen. Tevens wordt hij erop gewezen dat hij: de documenten waarop het voornemen tot het opleggen van een alternatieve bestuurlijke 1 geldboete berust, kan inzien en er kopieën van kan krijgen; mondeling zijn schriftelijke verweer kan toelichten. De vermoedelijke overtreder moet daartoe bij de gewestelijke entiteit een aanvraag indienen binnen dertig dagen na de ontvangst van de 2 kennisgeving. Artikel DABM luidt als volgt: Binnen een termijn van honderdtachtig dagen na de kennisgeving, vermeld in artikel , 1, beslist de gewestelijke entiteit over het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. De gewestelijke entiteit geeft aan de vermoedelijke overtreder kennis van haar beslissing binnen een termijn van tien dagen. Deze termijn gaat in op de dag waarop de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. De termijnen bepaald in artikel , en , eerste lid DABM zijn geen vervaltermijnen maar termijnen van orde. De schending van deze termijnen kan niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden vermits de decreetgever geen sanctie heeft bepaald die de overschrijding ervan van rechtswege bestraft. De loutere overschrijding van deze termijnen leidt niet tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit en kan bijgevolg niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden. 2. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en meer bepaald het zorgvuldigheidsbeginsel, leggen de overheid de verplichting op om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen. Deze verplichting draagt in zich reeds het vermoeden van belangenschade in hoofde van de overtreder, die er mag op rekenen dat de punitieve sanctie die in de vorm van een bestuurlijke geldboete opgelegd wordt, hem niet binnen een kennelijk onredelijke termijn wordt ter kennis gebracht. Het belang van de overtreder om binnen redelijke termijnen kennis te krijgen van administratieve sancties, is inherent aan het normdoel van vermelde verplichting, die de rechtsbescherming van de vermoedelijke overtreder beoogt ten aanzien van administratieve beboetingsbeslissingen die uitermate laattijdig zouden betekend worden. 3. De afweging van de redelijke termijnvereiste geschiedt binnen het kader van de rechtsbescherming die aan de overtreder reeds geboden wordt door de vijfjarige vervaltermijn voorzien in artikel DABM. Dit is immers de absolute grens waarvan de overschrijding aanleiding geeft tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit, en die in hoofde van de decreetgever zelf als maximale redelijke termijn beschouwd is waarbinnen de administratieve beboetingsprocedure kan verlopen. MHHC - 10

11 Onder het begrip kennelijk onredelijke termijn dient verstaan te worden een termijn die zodanig laattijdig is dat het niet meer redelijk geacht wordt om alsnog de voor de inbreuk decretaal normaal toepasselijke administratieve punitieve sanctie op te leggen. De redelijke termijnvereiste, die zich ten aanzien van de bestuurlijke overheid manifesteert als de verplichting om als een bonus pater familias te handelen, dient in concreto geëvalueerd te worden, waarbij in de regel rekening gehouden wordt zowel met het gedrag van de administratie als met de houding van de overtreder. Hierbij kunnen tal van factoren een rol spelen, zoals de concrete omstandigheden waarin de feiten gepleegd of beëindigd zijn, de mate van medewerking betoond door de overtreder, de duur van mogelijke onderzoeksdaden, de complexiteit van het dossier, de ernst van de vastgestelde inbreuken, enz.. Ook de gevolgen van de overschrijding van de redelijke termijn moeten in concreto worden beoordeeld, zowel uit het oogpunt van de bewijslevering als van de opportuniteit tot het opleggen van de sanctie en de omvang ervan. De overschrijding van de redelijke termijn kan geen aanleiding geven tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit, maar kan ertoe leiden dat het College hetzij de beslissing vernietigt zonder indeplaatsstelling hetzij, op dat punt met volle rechtsmacht oordelend, de bestuurlijke geldboete op een meetbare wijze vermindert of, in uitzonderlijke gevallen, beslist tot volledige kwijtschelding van de boete in de vorm van een nulboete. 4. Het College stelt vast dat er geen procedurele of onderzoeksdaden gesteld zijn tussen 17 mei 2013 en 8 juni Het tijdsverloop sedert de datum van kennisgeving van 22 april 2013 en de bestreden beslissing van 8 juni 2015 is op basis van de voorliggende stukken een onredelijke lange termijn voor een bestuur dat als een bonus pater familias handelend met de nodige zorgvuldigheid haar beslissing voorbereidt en hiervan kennis geeft, minstens wordt het tijdsverloop door de verwerende partij niet verantwoord aan de hand van concrete elementen. In de bestreden beslissing wordt de reeds verlopen termijn evenwel expliciet meegenomen als boeteverlagend criterium en wordt de boete met een vijfde verlaagd. De verzoekende partij bekritiseert de bestreden beslissing op dit punt niet. Er wordt niet aangetoond dat de verlaging van de boete met 20% omwille van het tijdsverloop een kennelijk onredelijke beslissing is. Anders dan de verzoekende partij voorhoudt, wordt geen schending van het rechtszekerheidsbeginsel aangetoond. De rechtszekerheid wordt immers in casu gewaarborgd door artikel DABM dat aan de gewestelijke entiteit op straffe van bevoegdheidsverlies oplegt om een bestuurlijke geldboete op te leggen binnen een termijn van vijf jaar na vaststelling van het milieumisdrijf. Het middel is ongegrond. B. TWEEDE MIDDEL Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij stelt dat zij als jong bedrijf tracht alle milieuvereisten na te leven maar hierin door een gebrek aan materiaal niet altijd in geslaagd is. Zij wijst op de groei van haar bedrijf en stelt dat zij ten volle heeft meegewerkt met de verbalisanten en er alles aan doet om aan alle milieureglementen te voldoen. MHHC - 11

12 Aldus roept zij impliciet de schending in van artikel juncto DABM. 2. De verwerende partij antwoordt dat zij rekening houdend met de decretale waarderingscriteria en binnen de grenzen van de decretale maximumboete de hoogte van de geldboete discretionair kan vaststellen. Er kan slechts sprake zijn van een schending van de artikelen juncto DABM indien zij op kennelijk onevenredige of onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de waarderingscriteria die in deze artikelen bepaald zijn, quod non. Beoordeling door het College Het College stelt vast dat in de bestreden beslissing uitdrukkelijk rekening gehouden is met de medewerking en de inspanningen geleverd door de verzoekende partij. De verzoekende partij bekritiseert op dat punt de bestreden beslissing niet. Het middel mist feitelijke grondslag. OM DEZE REDENEN BESLIST HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE 1. Het beroep is ontvankelijk maar ongegrond. 2. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting op 21 april 2016, door het Milieuhandhavingscollege eerste kamer, samengesteld uit: Marc VAN ASCH, voorzitter van de eerste kamer met bijstand van Bram CARDOEN, toegevoegd griffier De toegevoegd griffier, De voorzitter van de eerste kamer, Bram CARDOEN Marc VAN ASCH MHHC - 12

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0057 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/102-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/85-VK van 2 december 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0116 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0085/M/0077 In zake: de nv AB-INVEST, met zetel te 3621 Lanaken, Daalbroekstraat 38 vertegenwoordigd door: de

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0117 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0094/M/0081 In zake: de bvba VINCKE bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sam DULLAERT kantoor houdende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0060 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0064/M Verzoekende partij Verwerende partij de bvba GARAGE ZILLEBEEK, met zetel te 9120

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0033 van 22 december 2015 in de zaak 14/MHHC/60-M In zake: de nv [ ] bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dominique VERMER met kantoor te 1160 Brussel,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0149 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0070/M/0067 In zake: de heer Rik VERSTRAETE, wonende te 8792 Desselgem, Meelstraat 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0137 van 23 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/100-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 8 januari 2019 met nummer HHC-M-1819-0018 in de zaak met rolnummer 1718-HHC-0025-M Verzoekende partij de heer Jan TEUGHELS vertegenwoordigd door advocaat Chris DE NYN met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2011/00007 van 9 februari 2011 in de zaak 2010/0401/SA/3/0363 In zake: 1.... 2.... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0078 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0116/M Verzoekende partij de heer Koen WINDELS vertegenwoordigd door advocaat Steven TAMSYN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 december 2017 met nummer MHHC/M/1718/0049 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0043/M Verzoekende partij de heer Johannes Goossens vertegenwoordigd door advocaat Guy

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0056 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/96-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Piet DE GROOTE met kantoor te 8300 Knokke-Heist,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0457 van 7 november 2012 in de zaak 1011/0835/A/3/0784 In zake: de heer.., wonende te.. bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert VRINTS kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0064 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0062/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Silvy DENDAUW, wonende te 8940 Wervik,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0022 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0073/M Verzoekende partij de heer... vertegenwoordigd door advocaten Marc D HOORE en

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0492 van 22 juli 2014 in de zaak 2010/0393/A/3/0470 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 juli 2017 met nummer MHHC/M/1617/0110 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0046/M Verzoekende partij de bvba I.V.A.-TEX vertegenwoordigd door advocaat Heidi MARIS, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0008 van 13 januari 2015 in de zaak 1314/0021/A/2/0050 In zake: 1. de heer Albert VRANKEN 2. mevrouw Marie-Joanna BRABANTS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0079 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0085/M Verzoekende partij de nv EUROGAS BELGIUM vertegenwoordigd door advocaat Theo MARCOURS met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0710 van 1 maart 2016 in de zaak 1314/0030/SA/4/0022 In zake: 1. de heer Luc MEERT 2. de heer Koen VAN DER SYPE 3. de heer Willy VAN DE VOORDE advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0054 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0117/M Verzoekende partij de nv CORNEILLIE vertegenwoordigd door advocaten Tom MALFAIT en

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST Nr. R.Verkb.2015/0001 van 31 maart 2015 in de zaak 1415/0001 In zake: de heer Steven APER, wonende te 9180 Moerbeke, Damstraat 159 verzoekende partij Belanghebbende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0005 van 19 maart 2015 in de zaak RvVb/1415/0006/UDN In zake: 1. de heer Yves VANNERUM 2. mevrouw Kathleen CRABBE advocaten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0093 van 14 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0032/M/0024 In zake: de heer Ludwig VAN DE WEGHE, wonende te 9270 Kalken, Krimineelstraat 21a vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/67-VK van 2 oktober 2014 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] en de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partijen te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0150 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0090/M/0067 In zake: de heer Grigor PENCHEV bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Jan VAN EECKHAUT kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0121 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0072/0061 In zake: de heer John DE GENDT, wonende te 1080 Sint-Agatha-Berchem, René Comhairelaan 1, bus 009, waar

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 14 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0040 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0094/M Verzoekende partij de heer Albert VANDAELE, met woonplaatskeuze te 8660 De Panne,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0162 van 23 april 2013 in de zaak 1011/0290/SA/1/0445 In zake: de gemeente BORSBEEK, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0091 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0137/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc VAN DER SMISSEN, wonende te 1730

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 januari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0008 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0036/M Verzoekende partij de bvba VERGAUWE K EN P, met woonplaatskeuze te 8620 Nieuwpoort,

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0057 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0127/M Verzoekende partij de nv DE CONINCK vertegenwoordigd door advocaat Thomas VANDENDRIES

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0060 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0081/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Frans DE VLIEGER, wonende te 9140 Temse,

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 augustus 2018 met nummer HHC/M/1718/0089 in de zaak met rolnummer 1718/MHHC/0006/M Verzoekende partij de bvba D HAENE KARL vertegenwoordigd door advocaat Vallery DECLERCQ

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0027 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0087/M Verzoekende partij de nv DIRESCO vertegenwoordigd door advocaat Koen GEELEN, Bernard

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 7 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0030 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0090/M Verzoekende partij de bvba GARAGE VAN DER PLAS vertegenwoordigd door advocaten Koen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 18 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0078 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0294/SA Verzoekende partijen 1. de heer Raoul DIRCKX 2. mevrouw Rose Marie

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 7 november 2017 met nummer MHHC/M/1718/0033 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0038/M Verzoekende partij mevrouw Marie-Louise BISSCHOP, wonende te 8582 Avelgem, Doorniksesteenweg

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0077 van 10 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0013/M/0009 In zake: de heer Dirk VANOVERSCHELDE, wonende te 8610 Kortemark, Vijfhuishoekstraat 8 waar woonplaats

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0162 van 9 november 2011 in de zaak 2010/0276/SA/3/0255 In zake: 1.... 2.... beiden wonende te... advocaat Gert BUELENS kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST nr. A/2011/0030 van 23 maart 2011 in de zaak 2010/0319/SA/3/0300 In zake: 1. de vzw... 2. mevrouw... 3. de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie