DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Transcriptie

1 Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus Brussel tel. secretariaat: 02/ fax secretariaat: 02/ Dossiernummer : OVB/2008/04 DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op het oorspronkelijke verzoek van xxxx dd. 27 november 2007, gericht aan het OCMW te Leuven, waarbij werd verzocht om een afschrift te verlenen van de gemotiveerde beslissing met betrekking tot de toewijzing van de aanbesteding ivm. xxxx; Gelet op de beslissing van het OCMW Leuven dd. 4 december 2007 waarbij een uittreksel uit het register van de beraadslagingen van de OCMW-Raad dd. 15 november 2007 werd toegestuurd aan verzoeker, met als bijlage het verslag van het architectenbureau xxxx dd. 5 november 2007, met dien verstande dat alle prijsinformatie werd weggelaten uit het aanbestedingsverslag; Gelet op het beroepschrift van xxxx dd. 27 december 2007, tegen de gedeeltelijke weigering van het OCMW Leuven dd. 4 december 2007 om de volledige gemotiveerde beslissing met betrekking tot de toewijzing van de aanbesteding ivm. xxxx openbaar te maken; Gelet op de registratie van het beroepschrift op 3 januari 2008; Wat de ontvankelijkheid betreft: Overwegende dat de beslissing van het OCMW Leuven dateert van 4 december 2007 en dat de beroepsmogelijkheid en -modaliteiten werden vermeld in voormelde beslissing, zoals voorgeschreven in artikel 35 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; 1

2 Overwegende dat de verzoeker met brief dd. 27 december 2007 een beroepschrift heeft ingediend en dat dit derhalve binnen de decretaal voorgeschreven termijn van dertig dagen is gebeurd; Overwegende dat het beroepschrift dd. 27 december 2007 dan ook als ontvankelijk wordt beschouwd; Wat de gegrondheid betreft: Overwegende dat overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten; Overwegende dat de openbaarmaking slechts kan geweigerd worden, mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 14 van voormeld decreet; Overwegende dat verzoeker in casu de openbaarmaking heeft gevraagd (via het verstrekken van een afschrift) van de gemotiveerde beslissing in verband met de toewijzing van de openbare aanbesteding m.b.t. xxxx; Overwegende dat het OCMW Leuven op 4 december 2007 als antwoord op het oorspronkelijke verzoek een uittreksel toestuurt aan verzoeker uit het register van de beraadslagingen van de OCMW-Raad dd. 15 november 2007, met als bijlage het verslag van het architectenbureau xxxx dd. 5 november 2007, waarbij evenwel alle prijsinformatie werd weggelaten; dat het OCMW Leuven aangeeft dat door de mededeling van de prijsinformatie schade zou toegebracht worden aan de rechtmatige commerciële belangen van de andere inschrijvers voor de opdracht; Overwegende dat wordt vastgesteld dat het OCMW Leuven dus eigenlijk een beroep heeft gedaan op artikel 14, 3 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur om slechts de gedeeltelijke openbaarmaking van het aanbestedingsverslag toe te staan; dat voormeld decreetartikel stipuleert dat een instantie een verzoek tot openbaarmaking afwijst indien zij van oordeel is dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van het vertrouwelijk karakter van commerciële informatie, wanneer deze informatie beschermd wordt om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren; dat het de bedoeling van de decreetgever is om hiermee (art. 14,3 ) de eigenlijke ondernemingsgegevens en de handelsgeheimen van firma s te beschermen, bij voorbeeld met het oog op een eerlijke mededinging bij toekomstige te gunnen opdrachten; Overwegende dat de beroepsinstantie aan het OCMW Leuven het volledige aanbestedingsverslag heeft opgevraagd, ten einde met kennis van zaken dit dossier te kunnen beoordelen en na te gaan in hoeverre het OCMW Leuven terecht bepaalde informatie heeft weggelaten bij de openbaarmaking van dat verslag; Overwegende dat de beroepsinstantie vooreerst vaststelt dat in het eigenlijke aanbestedingsverslag dd. 5 november 2007 van het architectenbureau xxxx inderdaad 2

3 prijsgegevens voorkomen van de diverse inschrijvers voor de opdracht, doch dat het daarbij telkens om de totaalprijzen gaat van de inschrijvers; dat de totaalprijzen bij een inschrijving voor een overheidsopdracht evenwel niet kunnen worden beschouwd als zijnde strikt vertrouwelijke commerciële gegevens van een firma; dat door de openbaarmaking van de totaalprijzen van de diverse inschrijvers hun concurrentiële positie zeer zeker niet in het gedrang wordt gebracht; Overwegende dat de totaalprijzen van de verschillende inschrijvers trouwens worden vermeld in het verslag van de opening der inschrijvingen; dat bovendien, aangezien het in casu een openbare aanbesteding betrof, zelfs eenieder (het publiek) mocht aanwezig zijn bij de opening van de offertes en dat de Voorzitter van de openingszitting de totaalprijzen van de verschillende inschrijvers dient voor te lezen; dat op die manier eenieder die aanwezig wou zijn al kennis kon nemen van de totaalprijzen van de verschillende offertes; Overwegende dat de totaalprijzen van de offertes dan ook geen vertrouwelijke commerciële gegevens uitmaken in de zin van artikel 14, 3 van het openbaarheidsdecreet en dat het OCMW Leuven ten onrechte deze gegevens heeft weggelaten bij de openbaarmaking van het aanbestedingsverslag; dat de totaalprijzen die voorkomen in voormeld verslag bijgevolg dan ook openbaar moeten worden gemaakt; Overwegende dat de beroepsinstantie echter ook vaststelt dat in het aanbestedingsverslag dd. 5 november 2007 eenheidsprijzen worden vermeld, meer bepaald in punt 6.2 van het aanbestedingsverslag (opmerkingen vanwege de inschrijvers m.b.t. leemten); dat de eenheidsprijzen van een inschrijver ontegensprekelijk moeten beschouwd worden als zeer commerciële gegevens van die desbetreffende firma; dat door inzage te verlenen in dergelijke informatie, het vertrouwelijke karakter van deze commerciële gegevens duidelijk zou geschonden worden alsook de concurrentiële positie van de firma; Overwegende dat met de bescherming van het vertrouwelijke karakter van deze commerciële gegevens duidelijk een gelegitimeerd economisch belang wordt gevrijwaard, namelijk voorkomen dat er significante schade zou toegebracht worden aan de betrokken firma door het openbaar maken van deze strikt vertrouwelijke en bedrijfseigen informatie en daardoor de mogelijkheid creëren dat aan de concurrenten een competitief voordeel zou worden gegeven voor mogelijke toekomstige overheidsopdrachten; Overwegende dat in casu het belang van de openbaarheid dan ook niet opweegt tegen de bescherming van het belang dat gepaard gaat met het hiervoor geciteerde vertrouwelijke karakter van de commerciële informatie van de firma die een opmerking heeft aangaande een leemte in de offerte en waarbij eenheidsprijzen worden vermeld; Overwegende dat op dit punt het OVMW Leuven volkomen terecht een beroep heeft gedaan op artikel 14, 3 van het openbaarheidsdecreet en dat de eenheidsprijzen die voorkomen in het aanbestedingsverslag dd. 5 november 2007 niet openbaar gemaakt kunnen worden; Overwegende dat de beroepsinstantie heeft vastgesteld dat er ook een aantal bijlagen (zeven in totaal) werden gevoegd bij het aanbestedingsverslag, die er onlosmakelijk mee verbonden zijn en er derhalve dus deel van uitmaken; dat verzoeker deze bijlagen niet heeft toegestuurd gekregen; dat het aan de beroepsinstantie toekomt, nu zij is gevat in beroep, om na te gaan in hoeverre deze bijlagen eveneens openbaar dienen gemaakt te worden; 3

4 Overwegende dat uit het onderzoek is gebleken dat in de bijlage 1 (publicatiebericht voor de openbare aanbesteding) en bijlage 2 (proces-verbaal van de opening der inschrijvingen en algemeen inlichtingen betreffende de inschrijvers) geen gegevens voorkomen die niet openbaar gemaakt mogen worden en waarvoor eventueel een van de decretale uitzonderingsgronden dient te worden ingeroepen; dat deze beide bijlagen dan ook openbaar gemaakt moeten worden; Overwegende dat in de bijlage 3 (rekenkundig nazicht), bijlage 4 (opmerkingen van inschrijvers), bijlage 5 (overzicht van de inschrijvingen na de opmerkingen en de wijzigingen van hoeveelheden), bijlage 6 (overzicht van de inschrijvingen na de opmerkingen en berekenen van leemten) en bijlage 7 (overzicht van de laagste inschrijving) heel wat vermeldingen van eenheidsprijzen voorkomen; dat het daarbij nagenoeg louter en alleen gaat om tabellen met allerhande eenheidsprijzen van de diverse inschrijvers; Overwegende dat ook hier moet worden vastgesteld dat de eenheidsprijzen van de inschrijvers ontegensprekelijk moeten beschouwd worden als zeer commerciële gegevens van die desbetreffende firma s; dat door inzage te verlenen in dergelijke informatie, het vertrouwelijke karakter van deze commerciële gegevens duidelijk zou geschonden worden alsook de concurrentiële positie van die firma s; Overwegende dat met de bescherming van het vertrouwelijke karakter van deze commerciële gegevens duidelijk een gelegitimeerd economisch belang wordt gevrijwaard, namelijk voorkomen dat er significante schade zou toegebracht worden aan de betrokken firma door het openbaar maken van deze strikt vertrouwelijke en bedrijfseigen informatie en daardoor de mogelijkheid creëren dat aan de concurrenten een competitief voordeel zou worden gegeven voor mogelijke toekomstige overheidsopdrachten; Overwegende dat in casu het belang van de openbaarheid dan ook niet opweegt tegen de bescherming van het belang dat gepaard gaat met het hiervoor geciteerde vertrouwelijke karakter van de commerciële informatie van de verschillende firma s, waarbij de diverse eenheidsprijzen worden vermeld; Overwegende dat op dit punt het OCMW Leuven volkomen terecht een beroep heeft gedaan op artikel 14, 3 van het openbaarheidsdecreet en dat voormelde bijlagen bij het aanbestedingsverslag dd. 5 november 2007 niet openbaar gemaakt kunnen worden; Overwegende dat, gelet op wat hiervoor werd uiteengezet, het ingediende beroep dan ook als gedeeltelijk gegrond moet worden beschouwd Na beraadslaging, BESLUIT: Het beroepschrift van xxxx dd. 27 december 2007, tegen de gedeeltelijke weigering van het OCMW Leuven dd. 4 december 2007 wordt als ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond beschouwd. 4

5 Bijgevolg dient het aanbestedingsverslag zelf dd. 5 november 2007 openbaar te worden, met de vermelding van de verschillende totaalprijzen; de eenheidsprijzen die voorkomen in punt 6.2 van voormeld verslag dienen wel weggelaten te worden; Voorts dienen de bijlagen 1 en 2 bij voormeld aanbestedingsverslag openbaar te worden gemaakt, terwijl van de bijlagen 3 tot en met 7 geen afschrift mag worden verstrekt. Brussel, 30 januari 2008 Voor de beroepsinstantie, Afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter 5