DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Transcriptie

1 Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus Brussel tel. secretariaat: 02/ fax secretariaat: 02/ Dossiernummer : OVB/2010/203 DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op het oorspronkelijke verzoek d.d. 4 juli 2010 van xxx, gericht aan de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel N.V. (verder BAM ), Rijnkaai 37 te 2000 Antwerpen, tot het verkrijgen van een digitaal afschrift van: De aanzichten (plattegrond e.a.) horende bij de op 1 juli 2010 in het Vlaams Parlement tijdens de opvolgingscommissie getoonde meest actuele doorsneden betreffende de stedelijke ringweg in Berchem. Gelet op het beroepschrift van xxx d.d. 7 augustus 2010 tegen de beslissing d.d. 16 juli 2010 waarin de NV BAM verwijst naar de presentatie van 1 juli op haar website Gelet op de registratie van het beroepschrift op 9 augustus 2010; Wat de ontvankelijkheid betreft: Overwegende dat het oorspronkelijke verzoek tot openbaarmaking dateert van 4 juli 2010; dat het verzoek bij BAM werd geregistreerd op 5 juli 2010; dat de beslissing van BAM dateert van 16 juli 2010; dat in deze beslissing de beroepsmogelijkheden en de modaliteiten van het beroep werden vermeld; Overwegende dat het beroepschrift werd ingediend bij de beroepsinstantie per mail d.d. 7 augustus 2010 en geregistreerd werd op 9 augustus 2010; Overwegende dat daaruit volgt dat het beroep binnen de in artikel 22, lid 2 van het decreet van 26 maart 2004 gestelde termijn van 30 dagen is ingediend; 1

2 Overwegende dat het beroepschrift d.d. 7 augustus 2010 dan ook als ontvankelijk wordt beschouwd; Wat de gegrondheid betreft: Overwegende dat in overeenstemming met artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten, dat de openbaarmaking slechts kan geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingsgronden, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 15 van voormeld decreet; dat artikel 3, 4 van het decreet van 26 maart 2004 een bestuursdocument definieert als de drager, in welke vorm ook, van informatie waarover een instantie beschikt; Overwegende dat xxx BAM verzocht om hem een digitaal afschrift te bezorgen van de aanzichten (plattegrond e.a.) horende bij de op 1 juli 2010 in het Vlaams Parlement tijdens de opvolgingscommissie getoonde meest actuele doorsneden betreffende de stedelijke ringweg in Berchem; Overwegende dat BAM voor dit verzoek tot openbaarmaking in haar brief van 16 juli 2010 aan de verzoeker verwees naar haar website waar de presentatie van 1 juli 2010 terug te vinden is; Overwegende dat de beroepsindiener echter protesteert tegen het feit dat op deze website enkel de profieltekeningen (slide 6) te zien zijn van de situatie te Berchem; dat de oorspronkelijke vraag van xxx bedoeld zou geweest zijn om de informatie te verkrijgen op grond waarvan deze doorsneden werden gemaakt; dat de beroepsindiener het, om een doorsnede correct te kunnen begrijpen, van belang acht dat die informatie te vergelijken is met de info op andere aanzichten; dat dit voor een wegproject een bovenaanzicht is waarop staat aangegeven waar de snede zich juist situeert, aldus de beroepsindiener; dat een doorsnede van een weg immers een synthesetekening is die gemaakt wordt aan de hand van het bovenaanzicht; dat men zonder deze aanzichten geen correct profiel kan tekenen; dat het vergelijken van doorsneden zonder dat er ook andere aanzichten worden aan toegevoegd technisch als een cruciale vergissing aanzien wordt, aldus nog de beroepsindiener; Overwegende dat de beroepsinstantie op 9 augustus 2010 heeft nagevraagd bij BAM of de gevraagde documenten alsnog konden bezorgd worden; dat BAM op 18 augustus 2010 aan de beroepsinstantie én aan de beroepsindiener per mail een document bezorgde waarin zich een viertal afbeeldingen bevonden in de hoop dat zij hiermee zouden tegemoetkomen aan het oorspronkelijk verzoek van de beroepsindiener; Overwegende dat het bezorgde document met als titel grondplan snede optimalisatie SRW 4 figuren bevat, namelijk: - Figuur 1: orthofoto en profiel over ringsegment R1 t.h.v. Berchem: bestaande toestand; - Figuur 2: orthofoto en profiel over ringsegment R1 t.h.v. Berchem: tunnelsingelscenario waardoor een groot deel van de ringzone geïsoleerd wordt; 2

3 - Figuur 3: orthofoto en profiel over ringsegment R1 t.h.v. Berchem: eerste infrastructurele haalbaarheidsstudie SRW 2004; - Figuur 4: orthofoto en profiel over ringsegment R1 t.h.v. Berchem: ruimtelijke optimalisatie SRW-tracé vanuit heropstart Vooronderzoek Groene Singel t.h.v. Berchem station in ; Overwegende dat het geleverde document duidelijk een reeks bovenaanzichten betreft, zoals uitdrukkelijk gevraagd door de beroepsindiener; dat het profiel in figuur 4 overeenstemt met het profiel in slide 6 van het document waarnaar BAM oorspronkelijk verwees in haar beslissing van 16 juli 2010; dat hiervan nu ook het bovenaanzicht (orthofoto) wordt geleverd; Overwegende dat de beroepsinstantie op basis van de ter beschikking gestelde gegevens, het oorspronkelijk verzoek d.d. 4 juli van de beroepsindiener alsmede diens beroepschrift d.d. 7 augustus in acht genomen, redelijkerwijze meent te mogen afleiden dat door BAM alsnog werd tegemoetgekomen aan het oorspronkelijk verzoek van de beroepsindiener; Overwegende dat BAM in haar mail van 18 augustus vermeldt dat het wenselijk zou zijn dat de beroepsindiener, wanneer hij van BAM stukken ontvangt die naar zijn inzicht niet of niet volledig beantwoorden aan zijn verzoek, BAM daar beter eerst zelf op attendeert in plaats van zonder meer beroep aan te tekenen bij de beroepsinstantie; Overwegende dat de beroepsindiener op 19 augustus 2010 per mail bij de beroepsinstantie als volgt protesteerde tegen het antwoord van BAM d.d. 18 augustus 2010: Op 7 augustus 2010 zond ik u een klacht betreffende het niet correct beantwoorden van mijn vraag openbaarheid van bestuur van 4 juli 2010 door de NV BAM (zie bijlage ob pdf) Op 18 augustus 2010 ontving ik vanwege xxx een document (zie bijlage grondplan_snede_optimalisatie_srw[1].pdf) met daarop de vier doorsneden zoals getoond in het Vlaams parlement nu aangevuld met 4 orthofoto's van het gebied tussen de Zurenborgbrug en de Borsbeekbrug. De orthofoto's en de doorsneden zijn niet gemaakt op dezelfde schaal. Het document bevat buiten deze orthofoto's en doorsnedes geen legende, geen auteur, geen datum en geen schaal. Bovendien blijkt de PDF-file die me wordt toegezonden gemaakt te zijn op 17/08/2010 om 16.34u, nagenoeg 1 uur voor de PDF-file werd doorgezonden aan de beroepsinstantie. Uit de PDF-file blijkt tevens dat het een herwerking is van een oorspronkelijk Word-document dat werd opgemaakt door een medewerker van TV-SAM. Dat het document is opgemaakt door TV SAM is niet verwonderlijk. Wel verwonderlijk is dat een dergelijk belangrijk document niet werd opgemaakt volgens de gangbare regels die gelden voor de opdrachten van TV SAM. TV SAM heeft diverse deelopdrachten die ze uitvoeren ten behoeve van de NV BAM. Om het overzicht te bewaren over de verschillende opdrachten is het daarom noodzakelijk dat de documenten geleverd door de contractant worden voorzien van een nummering, een verwijzing naar het deelcontract, de datum, etc. Geen van die gegevens komt voor op het geleverde document. Bovendien blijkt uit de ortho-voorstelling horende bij fig. 3 dat die voorstelling een herwerking is van gegevens zoals oa. gemaakt in 2004 voor de totale ring als studiemateriaal voor de aanleg van de SRW/DRW.( zie hiervoor f) In dezelfde zin is ook ortho-voorstelling horende bij fig 2 en bij fig. 4 een verwerking van een volledig plan. Op de orthofoto's is geen indicatie getekend waar de doorsnede is gemaakt. Bijgevolg is een juiste indicatie van de doorsnede niet mogelijk. Gebruikelijk is dat een doorsnede wordt aangeduid op het bovenaanzicht om de doornsnede juist te kunnen localiseren. Uit de orthofoto bij fig 4 kan wel worden afgeleid dat de buitenste zone (geel op de orthofoto) zou bestaan uit een pechstrook en drie rijstroken. Op de doorsnede er net onder staan enkel drie rijstroken getekend en geen pechstrook. Bijgevolg hoort deze orthofoto niet bij de doorsnede. Art. 20, 1 van het decreet stelt uitdrukkelijk dat een aanvraag voor de instantie geen verplichting met zich brengt om het gevraagde bestuursdocument te verwerken of te analyseren. Met mijn vraag beoog ik te weten welke gegevens eveneens beschikbaar waren binnen de NV BAM op het tijdstip dat ze het parlement op de hoogte bracht van de verschillende doorsnedes. Gelet op de gebrekkige gegevens en het niet corresponderen van de orthofoto van fig 4 met de doorsnede 4 vermoed ik dat er hier sprake is van de aanmaak van een document in functie van mijn vraag terwijl de gevraagde plannen in een grotere volledigheid in een oorspronkelijke vorm beschikbaar zijn. 3

4 Graag ontving ik minstens de 'correcte informatie' en bij voorkeur de oorspronkelijke plannen op basis waarvan deze doorsneden en ook de orthofoto voorstelling werden gemaakt. (Het plan horende bij fig. 3 is reeds in mijn bezit.) ; Overwegende dat de beroepsindiener de beroepsinstantie op 23 augustus 2010 wederom per mail contacteerde als volgt: Op 19 augustus 2010 bracht ik u reeds op de hoogte van een aantal bemerkingen betreffende het antwoord van de NV BAM betreffende mijn vraag van 4 juli 2010 door de NV BAM. Ik gaf toen reeds aan dat de orthofoto bij doorsnede 4 niet in overeenstemming was met deze doorsnede. Onderzoek heeft nu ook aangetoond dat ook de orthofoto horende bij doorsnede 3 niet in overeenstemming is met deze doorsnede. In bijlage zend ik u een projectie van de bewuste doorsnede op het plan SRW zoals het op de DAM-website staat. Hieruit blijkt dat in de zone tussen de beide bruggen op het plan zelfs de meest maximale breedte kleiner is dan de breedte die in de doorsnede wordt weergegeven. Gebruikelijk bij de realisatie van een doorsnede is dat ze plaats waar gesneden wordt ook wordt aangeduid op een plan. Zonder deze indicatie is niemand in de mogelijkheid om de doorsnede correct te situeren en te begrijpen. Het geleverde plan bevat alvast niet de zone waar de doorsnede zou uit afgeleid zijn. Graag wens ik het juiste plan met hierop de indicatie van de doorsnede voor de doorsnede 3. Ik hoop dat u de NV BAM kan overtuigen om de juiste gegevens openbaar te maken. Overwegende dat de beroepsindiener de 2 bovenvermelde klachtmails enkel richtte tot de beroepsinstantie en niet tot BAM; Overwegende dat de beroepsindiener in zijn oorspronkelijk verzoek en in zijn beroepschrift d.d. 7 augustus 2010 benadrukte vooral geïnteresseerd te zijn in het bovenaanzicht van bepaalde doorsneden betreffende de stedelijke ringweg in Berchem; dat hem op 18 augustus zodoende een reeks bovenaanzichten werden bezorgd door BAM; Overwegende dat BAM op 18 augustus 2010 aan de beroepsindiener en aan de beroepsinstantie meedeelde dat zij hiermee hoopte tegemoet te komen aan het oorspronkelijk verzoek van de beroepsindiener; dat het de beroepsindiener vrij stond om zich rechtstreeks tot BAM te richten om te verduidelijken dat hetgeen hem op 18 augustus werd bezorgd volgens hem niet de correcte informatie is waarnaar hij op zoek is; dat de eerste en meest voor de hand liggende reactie erin bestaat dat hij zich tot BAM zou richten om ter zake voldoening te eisen; dat het niet de taak is van de beroepsinstantie om telkens als tussenkanaal of louter als spreekbuis op te treden voor de beroepsindiener zonder de minste poging van laatstgenoemde om bij de bestuursinstantie zelf duidelijkheid te verkrijgen; dat de beroepsindiener met een dergelijke handelswijze de indruk wekt dat hij reeds op voorhand veronderstelt dat BAM hem bewust niet de gevraagde documenten wil leveren; dat een dergelijke veronderstelling op dit ogenblik op zijn minst voorbarig is; Overwegende dat de beroepsindiener de geleverde antwoorden van BAM steeds opnieuw in vraag stelt; dat de beroepsindiener momenteel via de beroepsinstantie een discussie wenst te voeren met BAM over de vraag welk profiel precies overeenstemt met welk bovenaanzicht; dat de beroepsinstantie een dergelijke discussie niet kan beslechten; dat deze discussie in essentie geen betrekking meer heeft op de vraag naar de openbaarmaking van bestuursdocumenten; dat er aan de beroepsindiener wel degelijk documenten werden bezorgd; dat de bezorgde documenten volgens beroepsindiener echter nooit de gevraagde documenten blijken te zijn; dat de discussie die de beroepsindiener momenteel wenst te voeren volgens de beroepsinstantie het opzet van het openbaarheidsdecreet overstijgt; Overwegende dat beroepsprocedures op deze manier dreigen te verzinken in aanslepende discussies over de precieze inhoud van bepaalde bestuursdocumenten; 4

5 Overwegende dat de beroepsinstantie zich niet geplaatst acht om de klachten van de beroepsindiener d.d. 19 en 23 augustus 2010 verder ten gronde te onderzoeken wanneer deze zelf geen enkele poging onderneemt om, naar aanleiding van de beslissing d.d. 18 augustus ll., bij BAM rechtstreeks enige verduidelijking te vragen; Overwegende dat de beroepsindiener van bij aanvang beklemtoonde dat hij om bovenaanzichten vroeg; dat hem op 18 augustus 2010 door BAM een reeks bovenaanzichten werden geleverd; dat de bestuursinstantie bij wie de bestuursdocumenten zich bevinden door de beroepsinstantie redelijkerwijze en tot bewijs van het tegendeel geacht wordt het best op de hoogte te zijn van de inhoud van deze documenten; dat de beroepsinstantie, zoals hierboven reeds gesteld, meent te mogen oordelen dat door BAM alsnog werd tegemoetgekomen aan het oorspronkelijk verzoek van de beroepsindiener; dat de beroepsinstantie daarom vasthoudt aan haar standpunt dat het beroepschrift als zonder voorwerp dient te worden beschouwd. Na beraadslaging, BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 7 augustus 2010 tegen de beslissing van BAM d.d. 16 juli 2010 wordt als ontvankelijk doch zonder voorwerp beschouwd. Brussel, 26 augustus 2010 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Voor de voorzitter, afwezig, Björn STEKETEE Secretaris 5