DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Transcriptie

1 Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus Brussel tel. secretariaat: 02/ fax secretariaat: 02/ Dossiernummer : OVB/ 2013/84 DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op het oorspronkelijke verzoek van xxx d.d. 13 mei 2013, gericht aan de stad Antwerpen, waarbij werd verzocht om een afschrift te verlenen van het integrale auditrapport dat KPMG heeft uitgevoerd over de samenwerking met AWW/Rio Link; Gelet op de beslissing van de stad Antwerpen d.d. 27 mei 2013 waarbij het gevraagde afschrift werd geweigerd; Gelet op het beroepschrift van xxx d.d. 29 mei 2013 tegen de voormelde weigeringsbeslissing van de stad Antwerpen; Gelet op de registratie van het beroepschrift op 29 mei 2013; Gelet op de beslissing van de beroepsinstantie dd. 25 juni 2013 tot verlenging van de termijn om uitspraak te doen over het beroepschrift overeenkomstig artikel 24, 1, tweede lid van het openbaarheidsdecreet; Wat de ontvankelijkheid betreft: Overwegende dat de in beroep aangevochten beslissing dateert van 27 mei 2013; dat in deze beslissing de beroepsmogelijkheden en de modaliteiten van het beroep werden vermeld; Overwegende dat het beroepschrift werd ingediend bij de beroepsinstantie per mail van 29 mei 2013; dat het beroepschrift ook werd geregistreerd op 29 mei 2013; 1

2 Overwegende dat daaruit volgt dat het beroep volgens artikel 22 van het decreet van 26 maart 2004 tijdig is ingediend; Overwegende dat het beroepschrift dd. 29 mei 2013 dan ook als ontvankelijk wordt beschouwd; Wat de gegrondheid betreft: Overwegende dat in overeenstemming met artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten; Overwegende dat de openbaarmaking slechts kan geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingsgronden, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 15 van het decreet van 26 maart 2004; Overwegende dat xxx met zijn oorspronkelijk verzoek een afschrift heeft gevraagd van het integrale auditrapport dat KPMG heeft uitgevoerd, in opdracht van de stad Antwerpen, over de samenwerking van de stad Antwerpen met AWW/Rio Link; dat de Antwerpse Waterwerken een intergemeentelijk samenwerkingsverband is aan wie vanuit de stad Antwerpen de drinkwatervoorziening en het stedelijk rioolbeheer werd toevertrouwd en dat Rio Link een dochtermaatschappij is van AWW; Overwegende dat de stad Antwerpen in zijn beslissing d.d. 27 mei 2013 het openbaarheidsverzoek heeft afgewezen op grond van artikel 13, 6 van het openbaarheidsdecreet; dat ze van oordeel was, ook al trad de stad Antwerpen op als opdrachtgever voor het uitvoeren van de auditopdracht, dat de vertrouwelijkheidsovereenkomst die KPMG heeft afgesloten met AWW/Rio Link om de geheimhouding van de door hen verstrekte gegevens te vrijwaren, de openbaarmaking van het auditrapport niet toelaten; Overwegende dat de stad Antwerpen haar weigeringsbeslissing nog verder als volgt heeft toegelicht aan de beroepsinstantie: De stad heeft opdracht gegeven aan KPMG om een auditonderzoek te voeren naar de samenwerking met AWW/Rio-link. AWW/Rio-link is een derde organisatie die geen deel uitmaakt van de groep Antwerpen. AWW is een intergemeentelijke samenwerking tussen verschillende gemeenten. In het kader van deze opdracht heeft KPMG AWW/Rio-link gecontacteerd om een aantal gegevens te bekomen om te onderzoeken. Vooraleer KPMG deze gegevens kon bekomen heeft AWW/Rio-link een geheimhoudingsverklaring ter ondertekening voorgelegd. AWW/Rio-link had dus niet de verplichting om gegevens over te maken. AWW/Rio-link had ook enkel de strikt noodzakelijke gegevens kunnen aanleveren maar heeft geopteerd voor volledige openheid op voorwaarde dat vertrouwelijk met de verstrekte gegevens werd omgesprongen en dit gedurende een periode van drie jaar. AWW verstaat het volgende onder vertrouwelijke gegevens alle technische, wetenschappelijke, commerciële en financiële of andere informatie die aan KPMG worden meegedeeld, ongeacht de vorm van communicatie. De stad werd van deze geheimhoudingsverklaring door KPMG in kennis gesteld.ik voeg de geheimhoudingsverklaring in bijlage. 2

3 De stad beroept zich artikel 13,6 van het decreet betreffende de openbaarheid bestuur. Wanneer een bestuursinstantie van mening is dat een op basis van artikel 13 absoluut beschermd belang in het gedrang komt, zien wij ons genoodzaakt om de aanvraag te weigeren. M.i. is aan beide voorwaarden voldaan nl. de info werd op vrijwillige basis medegedeeld aan KPMG en werd voorafgaand aan de mededeling bestempeld als vertrouwelijk. Overwegende dat de beroepsinstantie niet akkoord kan gaan met voornoemde redenering; dat luidens artikel 13, 6 van het openbaarheidsdecreet een instantie de aanvraag tot openbaarmaking moet afwijzen, als ze van oordeel is dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de informatie die een derde heeft verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht werd en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld; Overwegende dat uit een letterlijke lezing van art. 13, 6 van het decreet van 26 maart 2004 blijkt dat deze uitzonderingsgrond slechts kan worden ingeroepen, voor zover voldaan is aan twee cumulatieve voorwaarden: ten eerste moet het gaan om informatie die een derde vrijwillig heeft verstrekt aan de overheid, zonder dat hij daartoe wettelijk, decretaal of anderszins verplicht was, en ten tweede moet die derde die vrijwillig meegedeelde informatie uitdrukkelijk als vertrouwelijk hebben bestempeld; dat het om een cumulatieve voorwaarde gaat, blijkt voldoende uit het gebruik in art. 13, 6 van het woord en ; Overwegende dat de beroepsinstantie moet vaststellen dat aan één van de vereisten, namelijk dat het gaat om informatie die een derde vrijwillig heeft verstrekt aan de overheid, zonder dat hij daartoe wettelijk, decretaal of anderszins verplicht was, niet is voldaan; Overwegende dat immers is gebleken dat het opgevraagde document, het auditrapport, werd opgemaakt door een externe auditor, KPMG, in opdracht van de stad Antwerpen; dat in de overeenkomst die werd afgesloten tussen de stad Antwerpen en AWW in 2010 omtrent het rioolbeheer, uitdrukkelijk werd bepaald dat de stad het recht heeft om een externe operationele audit te organiseren om na te gaan in hoeverre de beschreven opdracht uit die overeenkomst terdege wordt uitgevoerd conform de bepalingen uit de overeenkomst, de statuten en de wettelijke en reglementaire bepalingen terzake; Overwegende dat de stad Antwerpen daarom in 2012 aan KPMG uitdrukkelijk de opdracht heeft gegeven om een audit uit te voeren om na te gaan in hoeverre AWW/Riolink haar opdracht met betrekking tot het rioolbeheer correct heeft uitgevoerd; dat het resultaat van die opdracht, het eigenlijke auditrapport, dan ook niet kan worden beschouwd als vrijwillig meegedeelde informatie vanuit KPMG aan de stad Antwerpen; dat KPMG immers uitdrukkelijk met die opdracht daartoe werd belast; dat het feit dat er een vertrouwelijkheidsclausule (geheimhoudingsverklaring) werd afgesloten tussen KPMG en AWW/Riolink daaraan geen afbreuk doet; dat dan ook moet geconcludeerd worden dat het hier niet om vrijwillig verstrekte informatie gaat vanuit KPMG aan de stad Antwerpen, doch om de uitvoering van een opdracht (opstellen van een operationele audit) vanuit het stadsbestuur Antwerpen; Overwegende dat dus aan één van de 2 cumulatieve voorwaarden, die zijn gesteld voor de toepassing van artikel 13, 6 van het openbaarheidsdecreet, niet voldaan is; dat deze uitzonderingsgrond in casu dan ook niet kan ingeroepen worden en dat dit door de stad Antwerpen bijgevolg ten onrechte werd aangehaald in zijn beslissing dd. 27 mei 2013; 3

4 Overwegende dat de stad Antwerpen ten aanzien van de beroepsinstantie ook nog een bijkomend argument aanhaalt om de openbaarmaking van het auditrapport niet toe te staan: dat de stad Antwerpen verwijst naar de eigenlijke overeenkomst tussen de stad Antwerpen en AWW, goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 1 maart 2010, waarbij in artikel 9 ook uitdrukkelijk is gestipuleerd dat beide partijen (stad Antwerpen en AWW) alle informatie en documenten die verzameld worden tijdens de audit onder geen beding aan derden worden vrijgegeven; dat de stad als volgt nog argumenteert aan de beroepsinstantie: Op vraag van de stadssecretaris bezorg ik u nog bijkomend de overeenkomst die werd gesloten tussen stad en AWW betreffende het rioolbeheer. Deze overeenkomst dateert van De stad wordt vooraf een controlerecht toegekend op de werking van AWW. Artikel 9 van deze overeenkomst omvat een uitgebreide vertrouwelijkheidsclausule die tussen partijen werd afgesloten. Deze overeenkomst werd goedgekeurd door de gemeenteraad en vormt dus een bindende overeenkomst tussen stad en AWW. Op basis van deze overeenkomst is de stad verplicht om de bewuste audit aan de openbaarheid te onttrekken. Overwegende dat de beroepsinstantie met voormelde argumentering evenmin kan akkoord gaan; dat het openbaarheidsdecreet van 26 maart 2004 immers van dwingend recht is en dat het onmogelijk is om bij overeenkomst af te wijken van regels van dwingend recht; Overwegende dat het openbaarheidsdecreet van 26 maart 2004 hier dus ten volle speelt en dat het nu aan de beroepsinstantie toekomt om na te gaan of eventueel één van de decretale uitzonderingsgronden kan worden ingeroepen om alsnog de openbaarheid van het gevraagde document niet of slechts gedeeltelijk toe te staan; Overwegende dat de beroepsinstantie kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van het opgevraagde auditrapport; dat hieruit is gebleken dat op basis van artikel 9 van de overeenkomst met AWW, de stad Antwerpen aan KPMG Advisory heeft gevraagd om een operationele audit uit te voeren om na te gaan in hoeverre Rio-Link haar opdracht m.b.t. rioolbeheer correct heeft uitgevoerd; dat het hier dus geen concreet administratief onderzoek betreft; Overwegende dat moet vastgesteld worden dat de auditdoelstellingen van deze opdracht de volgende waren: - Onderzoeken van de realisatiegraad van de verschillende opdrachten zoals die in 2010 in de overeenkomst werden vastgelegd; - Beter zicht krijgen op de werking van Rio-Link, de manier waarop de prioriteiten worden bepaald en investerings- en exploitatieprogramma s worden opgemaakt; - Onderzoeken van het efficiënt, correct beheer van de inkomsten en uitgaven waarbij volgende zaken minimaal in beeld worden gebracht: * de keuze van de aard van de investering; * de verdeelsleutel investering / exploitatie / overige kosten (overhead, klantenmanagement, eventuele andere vergoedingen); * de juistheid en volledigheid van de gerapporteerde inkomsten en uitgaven; - Bekijken van de wenselijkheid om te werken met externe financieringsbronnen en/of de noodzakelijke verhoging van de saneringsbijdrage; - Formuleren van aanbevelingen tot optimalisatie van de organisatiestructuur en/of projectwerking in functie van een efficiëntere inzet van de beschikbare middelen. 4

5 Overwegende dat, na onderzoek van het hele auditrapport, de beroepsinstantie moet concluderen dat geen enkele wettelijke of decretale uitzonderingsgrond in aanmerking komt om de openbaarmaking van het opgevraagde document niet toe te laten; Overwegende dat het door verzoeker ingestelde beroep dan ook als gegrond moet worden beschouwd; Na beraadslaging, BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 29 mei 2013 tegen de weigeringsbeslissing van de stad Antwerpen wordt als ontvankelijk en gegrond beschouwd. Bijgevolg dient het gevraagde bestuursdocument openbaar te worden gemaakt door er een afschrift van te verstrekken (in digitale vorm): - het auditrapport dat KPMG heeft uitgevoerd over de samenwerking met AWW/Rio Link Brussel, 15 juli 2013 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter 5