DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Transcriptie

1 Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus Brussel tel. secretariaat: 02/ fax secretariaat: 02/ Dossiernummer : OVB/ 2007/95 DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op de oorspronkelijke verzoeken dd. 12 november 2007 van xxxx gericht aan de gemeente Haaltert, waarin enerzijds inzage werd gevraagd in het dossier betreffende xxxx te Haaltert en anderzijds een afschrift werd gevraagd van alle documenten uit hetzelfde dossier; Gelet op het schrijven van de gemeente Haaltert van 14 november 2007, waarin een kopie van de gevraagde documenten werd overgemaakt, met uitzondering van een aantal stukken welke persoonlijke gegevens bevatten en een kadastraal plan; Gelet op het beroepschrift van xxxx dd. 30 november 2007 tegen de beslissing van de gemeente tot gedeeltelijke openbaarmaking; Gelet op de registratie van het beroepschrift op 30 november 2007; Wat de ontvankelijkheid betreft: Overwegende dat de beslissing van de gemeente dateert van 14 november 2007 en dat de beroepsmogelijkheid en -modaliteiten werden vermeld in voormeld schrijven van de gemeente; Overwegende dat xxxx met een aangetekend schrijven dd. 30 november 2007 een beroepschrift heeft ingediend en dat dit derhalve binnen de decretaal voorgeschreven termijn van dertig dagen is gebeurd; 1

2 Overwegende dat het beroepschrift dd. 30 november 2007 dan ook tijdig werd ingesteld; Overwegende dat het verzoek tot openbaarmaking ondermeer betrekking heeft op het kadastrale plan van de regio waar xxxx gelegen is; Overwegende dat een specifieke wettelijke regeling de toegang tot het kadaster regelt; dat artikel 504, lid 2 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB) bepaalt dat enkel de administratie van het kadaster ertoe gemachtigd is uittreksels of afschriften van de kadastrale bescheiden te vervaardigen en uit te reiken, dat de modaliteiten van het indienen van aanvragen en de vergoedingen worden geregeld in het koninklijk besluit van 19 maart 1996 tot vaststelling van de vergeldingen en de nadere regels voor de afgifte van kastastrale uittreksels en inlichtingen; dat artikel 504, lid 3 van het WIB de nadruk van kadastrale uittreksels of afschriften zonder de uitdrukkelijke toestemming van het kadaster verbiedt; Overwegende dat instanties zich moeten houden aan deze specifieke wettelijke openbaarheidregeling; dat op grond van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur geen afschriften mogen worden overhandigd in strijd met deze regeling; dat artikel 504 WIB uitsluitend de administratie van het kadaster bevoegd verklaart om afschriften van kadastrale bescheiden te overhandigen; dat de nadruk van dergelijke afschriften zonder de uitdrukkelijke toestemming van deze administratie verboden is; Overwegende dat de beroepsinstantie aldus de bevoegdheid mist zich uit te spreken over het beroepschrift van 30 november 2007 in de mate dat een afschrift van het kadasterplan wordt geëist; dat het beroep in die mate onontvankelijk moet worden verklaard; Overwegende dat het beroep ontvankelijk is voor zover het op de andere gevraagde bestuursdocumenten betrekking heeft en voor zover de inzage wordt gevraagd van het kadastrale plan in kwestie; Wat de gegrondheid betreft: Overwegende dat overeenkomstig artikel 7, tweede lid van het decreet van 26 maart 2004 het recht op passieve openbaarheid betrekking heeft op bestuursdocumenten; dat op grond van deze bepaling elke instantie in principe verplicht is aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten; Overwegende dat de openbaarmaking slechts kan geweigerd worden, mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen 11 tot en met 15 van voormeld decreet; Overwegende dat xxxx in het beroepschrift aanklaagt dat het gevraagde dossier slechts gedeeltelijk werd openbaar gemaakt en tevens bezwaar maakt tegen het feit dat xxx enkel een kopie heeft ontvangen van de gevraagde stukken en geen inzage werd verleend in het dossier; Overwegende dat xxxx oorspronkelijk twee afzonderlijke verzoeken heeft ingediend op 12 november 2007, met name enerzijds een verzoek tot inzage in het dossier betreffende xxxx te 2

3 Haaltert en anderzijds een verzoek om een afschrift te bekomen van alle documenten uit hetzelfde dossier; Overwegende dat de gemeente Haaltert met een schrijven dd. 14 november 2007 aan xxxx een kopie heeft bezorgd van alle documenten uit het dossier, met uitzondering van een aantal welomschreven stukken om de volgende redenen: - het titelblad en de aanvraagbrief van bedoeld dossier daar zij persoonlijke gegevens bevatten van alle personen die de aanvraag aan de gemeente hebben gericht; - het kadastraal plan van de regio waar xxxx gelegen is: de algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie is de auteur van het kadastraal percelenplan en de producent van de databank waarin deze gegevens zijn opgenomen en geniet van intellectuele eigendomsrechten opgenomen in de Auteurswet en de Databankenwet; - bezwaarschrift brief in vorm van petitie: bevatten persoonlijke gegevens van de bezwaarindieners; - aanvraag van een betrokken persoon om een kopie van dit dossier te verkrijgen (dd. 13 maart 2007): deze aanvraag bevat persoonlijke gegevens; Overwegende dat, voor wat betreft het kadastrale plan, kan worden verwezen naar de uiteenzetting onder de rubriek ontvankelijkheid van dit besluit waaruit blijkt dat geen afschrift van dit plan kan worden verleend; Overwegende dat artikel 504 WIB zich er echter niet tegen verzet dat wel de inzage wordt toegestaan van het kadastrale plan; dat geen andere uitzonderingsgrond terzake kan worden toegepast, zodat wel de inzage van het kadastrale plan moet worden toegestaan; Overwegende dat het beroep op dit punt gegrond moet worden verklaard. Overwegende dat de gemeente tevens de openbaarmaking van een aantal documenten heeft geweigerd omdat zij een aantal persoonlijke gegevens bevatten; Overwegende dat luidens artikel 13, 2 van het openbaarheidsdecreet een aanvraag tot openbaarmaking, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, wordt afgewezen, als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt Overwegende dat, hoewel het hier om een absolute uitzonderingsgrond gaat waardoor er geen belangenafweging moet plaatsvinden tussen het door de uitzonderingsgrond beschermde belang met het belang van de openbaarheid, de in artikel 13, 2 bedoelde uitzonderingsgrond niettemin een relatief aspect vertoont; dat de decreetgever weliswaar van oordeel was dat er geen afweging vereist is met het openbaar belang dat met de openbaarheid is gediend, maar er desondanks op wijst dat telkens en in concreto geoordeeld moet worden of er al dan niet een inbreuk is gepleegd op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Vlaams Parlement, Parl.St., , nr. 1732/1, blz. 25); Overwegende dat artikel 22 van de Grondwet uitdrukkelijk het recht op eerbiediging van het privé-leven waarborgt; dat de bedoeling en het fundamentele uitgangspunt van de in artikel 3

4 13, 2 van het decreet van 26 maart 2004 bedoelde uitzonderingsgrond er precies in bestaat om het aan iedereen toegekende grondwettelijke recht op de eerbiediging van zijn privé-leven te beschermen; dat het onmiskenbaar vaststaat dat de identiteit van een persoon die een aanvraag indient tot xxxx of van personen die klacht indienen tegen de xxxx, een persoonsgegeven is; dat dit evenzeer geldt voor een adres, een elektronisch adres, een telefoonnummer en een handgeschreven handtekening; dat dergelijke persoonsgegevens niet zonder meer mogen worden vrijgegeven, ook al handelt het betreffende bestuursdocument zelf niet over de persoonlijke levenssfeer; Overwegende dat artikel 13, 2 van het openbaarheidsdecreet evenwel de mogelijkheid biedt om alsnog de openbaarmaking te bekomen, mits toestemming gegeven wordt door de betrokkene wiens persoonlijke gegevens opgevraagd worden; dat uit geen enkel element van het dossier dergelijke toestemming blijkt; dat de termijn waarbinnen de beroepsinstantie uitspraak moet doen tevens redelijkerwijze niet toelaat om in casu alsnog contact op te nemen met alle personen die in de gevraagde bestuursdocumenten worden genoemd; Overwegende evenwel dat de beroepsinstantie ervan uitgaat dat het mogelijk is om voormelde persoonlijke gegevens onleesbaar te maken, zodat de eigenlijke inhoud van de gevraagde documenten (titelblad, aanvraagbrief, bezwaarschrift en aanvraag tot kopie van het dossier) wel openbaar kan gemaakt worden; dat er immers geen decretale uitzonderingsgronden voorhanden zijn om deze documenten aan de openbaarheid te onttrekken; dat deze dan ook openbaar dienen gemaakt te worden met weglating van de namen en de adressen; dat ook alle inhoudelijke elementen van deze documenten waaruit de identiteit van de betrokken personen zou kunnen afgeleid worden dienen te worden weggelaten; Overwegende dat er in casu dan ook toepassing dient gemaakt te worden van artikel 9 van het openbaarheidsdecreet, waarbij de gedeeltelijke openbaarmaking van een bestuursdocument wordt toegestaan; Overwegende dat xxxx naast de vraag tot het verkrijgen van een afschrift van alle documenten van het dossier, tevens de vraag tot inzage van het dossier lijkt te handhaven; dat een vraag tot inzage uiteraard geen zin meer heeft wanneer xxxx reeds een kopie heeft ontvangen van alle stukken van het dossier waarop geen uitzonderingsgrond kan worden toegepast; dat de vraag tot inzage enkel nog zin heeft voor wat betreft het kadastrale plan aangezien hiervan geen afschrift kan worden overhandigd; Overwegende dat, gelet op wat voorafgaat, het beroepschrift van xxxx dan ook slechts gedeeltelijk gegrond is; Na beraadslaging, BESLUIT: Het beroepschrift van xxxx dd. 30 november 2007 tegen de gedeeltelijke weigering van de gemeente Haaltert om een aantal documenten openbaar te maken wordt gedeeltelijk ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond verklaard. 4

5 Bijgevolg dient inzage te worden verleend van het kadastrale plan van de regio waar xxxx gelegen is. Tevens dient een afschrift te worden overhandigd van het titelblad en de aanvraagbrief van het bedoelde dossier, van het bezwaarschrift en de aanvraag om een kopie te verkrijgen van het dossier, telkens met weglating van de namen en adressen, eventuele andere persoonsgegevens en alle inhoudelijke elementen van deze documenten waaruit de identiteit van de betrokken personen zou kunnen afgeleid worden; Brussel, 20 december 2007 Voor de beroepsinstantie, Afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter 5