Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Een longitudinale analyse van de interactie-effecten van geslacht, etniciteit en socio-economische status op de bereikte onderwijspositie D.J. Hermans, M.-C. Opdenakker, E. Van de gaer & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2003 LOA-rapport nr. 7

2 Voor meer informatie omtrent deze publicatie: Steunpunt LOA, Unit Onderwijsloopbanen Auteur(s): D.J. Hermans, M.-C. Opdenakker, E. Van de gaer & J. Van Damme Adres: Dekenstraat 2, 3000 Leuven Tel.: of Fax.: Website: Copyright (2003) Steunpunt LOA p/a E. Van Evenstraat 2e, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijzen naar de bron. No material may be made public without an explicit reference to the source.

3 Abstract In dit rapport worden de interactie-effecten tussen geslacht, etniciteit en socio-economische status op de bereikte onderwijspositie nagegaan. Hiermee willen we de vragen beantwoorden of deze effecten al dan niet additief zijn en wat de impact van het secundair onderwijs op deze effecten is. De analyses werden uitgevoerd op de data van het LOSO-project waarin de schoolloopbanen van een 6000-tal leerlingen gedurende een tiental jaar opgevolgd werden. De bereikte onderwijspositie wordt gemeten aan de hand van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs, uitgedrukt in de afstand (in jaren) tot het universitair onderwijs en aan de hand van het aantal uren wiskunde per week dat een leerling heeft opgenomen in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs. In de analyses worden respectievelijk 4175 en 2801 leerlingen onderzocht. De interactie-effecten worden aan de hand van multilevel modellen geanalyseerd. Voor beide criteria worden de modellen al dan niet onder controle van de intelligentie en het prestatieniveau bij aanvang van het secundair onderwijs en van de beoordeling door de leerkracht lager onderwijs, met elkaar vergeleken. Deze vergelijking geeft ons, vanuit een meritocratische opvatting over het onderwijs, een beeld van de bijdrage van het secundair onderwijs aan de interactie-effecten. Deze werkwijze is gebaseerd op het onderzoek van Dekkers et al. 1 In een derde analyse worden complexere modellen met extra verklarende variabelen opgesteld. De resultaten van de analyses wijzen erop dat meisjes op zes jaar tijd een hoger onderwijsniveau bereiken maar dat ze minder voor wiskundig georiënteerde richtingen kiezen. Bij autochtone jongeren constateerden we steeds een positief effect van de socio-economische status. Bij allochtone jongeren is de invloed van de socio-economische status daarentegen niet eenduidig. Wat de analyse van het hoogst bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs betreft, vonden we steeds een positief effect van de socio-economische status. In de analyse zonder controlevariabelen is het positieve effect van de socio-economische status het sterkst bij allochtone meisjes. Bij allochtone jongens is dit effect even sterk als bij de autochtone jongeren. Wat de analyse van het aantal uren wiskunde per week in het zesde leerjaar secundair onderwijs betreft, nemen we drie verschillende effecten waar. In het model zonder controlevariabelen vinden we geen effect van de socio-economische status. In het model onder controle van de leerlingkenmerken vinden we een negatief effect van de socio-economische status. In het complexe model met extra verklarende variabelen vinden we een positief effect van de socio-economische status. Etniciteit heeft enkel een uitgesproken negatieve impact op het bereikte onderwijsniveau indien we geen rekening houden met de leerlingkenmerken prestatieniveau en intelligentie bij aanvang van het secundair onderwijs. Indien gecontroleerd wordt voor deze leerlingkenmerken alsook voor andere variabelen, zien we dat allochtonen een onderwijsniveau behalen gelijk aan dat van autochtone jongeren die bij de start van het secundair onderwijs gelijkaardig zijn wat de variabelen betreft die in deze analyses werden opgenomen. Wat het aantal uren wiskunde per week in het zesde leerjaar secundair onderwijs betreft, blijkt dat etniciteit enkel een negatieve impact heeft in de analyse zonder controlevariabelen. Indien enkel voor leerlingkenmerken gecontroleerd wordt zien we dat bij leerlingen met de laagste socio-economische 1 Dekkers, H.P.J.M., Bosker, J.R. & Driessen, G.W.J.M. (2000). Complex Inequalities of Educational Opportunities. A Large-Scale Longitudinal Study on the Relation Between Gender, Social Class, Ethnicity and School Success. Educational Research and Evaluation, 6,

4 status de allochtonen meer uren wiskunde hebben opgenomen dan autochtone jongeren. Het omgekeerde vinden we bij jongeren met de hoogste socio-economische status. In het complexe model zien we dat er geen invloed is van etniciteit op het aantal uren wiskunde dat men in het laatste jaar secundair onderwijs heeft opgenomen. De vergelijking tussen de modellen zonder en met controlevariabelen geeft een beeld van de bijdrage van het secundair onderwijs aan de interactie-effecten. Op basis hiervan besluiten we dat het voordeel van meisjes met betrekking tot het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs nog vergroot wordt door het onderwijssysteem en dat met betrekking tot het aantal uren wiskunde de kloof tussen meisjes en jongens eerder gedicht wordt. Het effect van etniciteit wordt voor beide criteria verkleind onder invloed van het onderwijssysteem. Het effect van de socio-economische status op beide criteria wordt bij autochtone jongeren verkleind door het onderwijssysteem. Bij allochtone jongeren wordt het effect van de socio-economische status verkleind wat de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs betreft, maar wat de analyse van het aantal uren wiskunde per week in het zesde leerjaar secundair onderwijs betreft, vergroot het effect van de socio-economische status. Zoals hoger vermeld vonden we daar aanvankelijk geen effect van de socio-economische status en na controle voor leerlingkenmerken een klein negatief effect.

5 Inhoudstafel Inhoudstafel 1 Lijst van tabellen 3 Lijst van grafieken 6 1 Inleiding 8 2 Voorafgaand onderzoek 10 3 Onderzoeksopzet Onderzoeksvragen Verkenning van de variabelen Afhankelijke variabelen Bereikt onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs Aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs Onafhankelijke variabelen Geslacht Etniciteit Socio-economische status Bereikt prestatieniveau bij de intrede in het secundair onderwijs Intelligentie bij de intrede in het secundair onderwijs Beoordeling door de leerkracht lager onderwijs Opgelopen vertraging in het onderwijs voor het secundair onderwijs De prestatiemotivatie bij de intrede in het secundair onderwijs Geaggregeerde variabelen Verdeling van de respondenten en de gemiddelde score op de afhankelijke variabele, over de combinaties van de categorieën geslacht, etniciteit en socio-economische status voor beide analyses Correlatiematrices 27 4 Resultaten Resultaten van de beperkte analyses 30 1

6 4.1.1 Modellen zonder verklarende variabelen Variantieverdeling over het leerling- en het schoolniveau Verdeling van de leerling- en schoolresidu s in de modellen zonder verklarende variabelen 33 A) OndNiv-nulmodel-residu s 33 B) UrenWisk-nulmodel-residu s Modellen met interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES en modellen met interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES en controlevariabelen Analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs Analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs Vergelijking van de analyse van het hoogst bereikte onderwijsniveau en van het aantal uren wiskunde Conclusies Resultaten van de uitgebreide analyses Modellen zonder verklarende variabelen Modellen met de interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES en de controlevariabelen Analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 51 A) Opbouw van het model 51 B) Analyse van het model 54 a) Controlevariabelen 55 b) Interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES 56 c) Covariaties tussen schoolresidu s Analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs 59 A) Opbouw van het model 59 B) Analyse van het model 62 a) Controlevariabelen 62 b) Interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES 63 c) Covariaties tussen schoolresidu s Vergelijking van de analyse van het bereikte onderwijsniveau en die van het aantal opgenomen uren wiskunde Vergelijking van de beperkte en de uitgebreide modellen 67 A) Vergelijking van de controlevariabelen 67 B) Vergelijking van de interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES 67 5 Algemeen besluit 68 Bibliografie 70 Bijlagen 74 2

7 Lijst van tabellen Tabel 1: Toewijzing van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs en de verdeling van deze scores over de verschillende onderwijscategorieën (aantallen) 16 Tabel 2: Verdeling van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs (aantallen, percenten, gemiddelde) 17 Tabel 3: Verdeling van het aantal uren wiskunde waarvoor men in het zesde leerjaar secundair onderwijs heeft gekozen (aantallen, percenten en gemiddelde) 18 Tabel 4: Verdeling van geslacht (aantallen en percenten) 19 Tabel 5: Verdeling van etniciteit (aantallen en percenten) 19 Tabel 6: Verdeling van de socio-economische status van de leerlingen (SES) (aantallen, percenten en gemiddelde) 20 Tabel 7: Verdeling van de prognose door de leerkracht lager onderwijs van het onderwijsniveau dat de leerling op het einde van zijn schoolloopbaan zal bereiken (aantallen, percenten en gemiddelde) 21 Tabel 8: Verdeling van de studieoptie die de leerkracht lager onderwijs aanraadt voor het eerste leerjaar secundair onderwijs (aantallen, percenten en gemiddelde) 22 Tabel 9: Gemiddelde, standaarddeviatie, minimum en maximum van de intelligentie bij de intrede in het secundair onderwijs (Intel), de schoolse prestaties bij de intrede in het secundair onderwijs (Prest) en de beoordeling door de leerkracht lager onderwijs (LKOD) 22 Tabel 10: Verdeling van de opgelopen vertraging vóór het secundair onderwijs (aantallen, percenten en gemiddelde) 23 Tabel 11: Gemiddelde, standaarddeviatie, minimum en maximum van de prestatiemotivatie 23 Tabel 12: Gemiddelde, standaarddeviatie, minimum en maximum van de SES van een school (SMSES) op leerlingniveau en op schoolniveau 24 Tabel 13: Gemiddelde, standaarddeviatie, minimum en maximum van de geslachtsverhouding (SMGeslacht) in de scholen op leerlingniveau en op schoolniveau 24 Tabel 14: Gemiddelde, standaarddeviatie, minimum en maximum van de verhouding allochtonen - autochtonen (SMEtnie) in de scholen op leerlingniveau en op schoolniveau 25 3

8 Tabel 15: Procentuele verdeling van respondenten over de categorieën geslacht, etniciteit en socio-economische status in de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 26 Tabel 16: Procentuele verdeling van respondenten over de categorieën geslacht, etniciteit en socio-economische status voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het laatste leerjaar secundair onderwijs 26 Tabel 17: Correlatiematrix voor de variabelen uit de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 27 Tabel 18: Correlatiematrix voor de variabelen uit de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs (ASO, TSO, KSO) 27 Tabel 19: Nulmodel voor de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs (met variantieverdeling) 31 Tabel 20: Nulmodel voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs (met variantieverdeling) : ASO 31 Tabel 21: Nulmodel voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs (met variantieverdeling) : KSO 31 Tabel 22: Nulmodel voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs (met variantieverdeling) : TSO 32 Tabel 23: Nulmodel voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs (met variantieverdeling) : ASO / TSO / KSO 32 Tabel 24: Multilevel modellen voor de analyse van hoogst bereikte onderwijspositie zes jaar na intrede in het secundair onderwijs. 37 Tabel 25: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs zonder controlevariabelen 39 Tabel 26: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs zonder controlevariabelen en met opname van het derdeorde interactieeffect 39 Tabel 27: Volgorde van de toevoeging van de controlevariabelen aan het nulmodel van de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 40 Tabel 28: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs met controlevariabelen en zonder opname van het derdeorde interactieeffect 41 Tabel 29: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs met controlevariabelen en met opname van het derdeorde interactie-effect 42 Tabel 30: Opbouw van het multilevel model met betrekking tot het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het laatste leerjaar secundair onderwijs: daling van de deviantie bij opname van de onderwijsvormen 43 4

9 Tabel 31: Multilevel modellen voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs 43 Tabel 32: Voorspelde waarden voor het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar algemeen secundair onderwijs zonder controlevariabelen 45 Tabel 33: Volgorde van de toevoeging van de controlevariabelen aan het basismodel van de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs 45 Tabel 34: Voorspelde waarden voor het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar algemeen secundair onderwijs met controlevariabelen 46 Tabel 35: Opbouw van het model van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 51 Tabel 36: Multilevel model voor de variabele bereikt onderwijsniveau zes jaar na intrede in secundair onderwijs met uitgebreide controlevariabelen 54 Tabel 37: Voorspelde waarden voor het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs onder controle van de uitgebreide controlevariabelen 57 Tabel 38: Correlaties tussen de schoolresidu s in de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 58 Tabel 39: Opbouw van het model van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het laatste leerjaar secundair onderwijs 60 Tabel 40: Multilevel model voor de variabele uren wiskunde opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs met uitgebreide controlevariabelen 62 Tabel 41: Voorspelde waarden voor het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar algemeen secundair onderwijs onder controle van de uitgebreide controlevariabelen 64 Tabel 42: Correlatie tussen de schoolresidu s van het intercept en de variabele prestaties in de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs 65 Tabel 43: Verdeling van OndNiv bij alle leerlingen uit de steekproef 75 Tabel 44: Verdeling van het aantal uren wiskunde waarvoor men in het zesde leerjaar secundair onderwijs heeft gekozen bij alle leerlingen in het ASO, KSO en TSO uit de steekproef 75 Tabel 45: Procentuele verdeling van respondenten over de categorieën geslacht, etniciteit en socio-economische status en het gemiddelde bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs voor alle leerlingen waarvan het geslacht, de SES en de etniciteit gekend is 76 Tabel 46: Procentuele verdeling van respondenten over de categorieën geslacht, etniciteit en socio-economische status en het gemiddelde aantal uren wiskunde opgenomen in het zesde 5

10 leerjaar secundair onderwijs voor alle leerlingen waarvan het geslacht, de SES en de etniciteit gekend is 76 Tabel 47: Verdeling van de leerlingen over de verschillende studierichtingen opgedeeld volgens onderwijsvorm en aantal lesuren wiskunde 77 Tabel 48: Verdeling van de allochtone leerlingen volgens het geboorteland van de vader en van de moeder zoals dit door hen werd opgegeven 80 Lijst van grafieken Grafiek 1: Verdeling van de gestandaardiseerde leerlingresidu s in de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 33 Grafiek 2: Verdeling van de gestandaardiseerde schoolresidu s in de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 34 Grafiek 3: Verdeling van de gestandaardiseerde schoolresidu s met betrouwbaarheidsinterval ( std) in de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 34 Grafiek 4: Verdeling van de gestandaardiseerde leerlingresidu s in de analyse van het aantal opgenomen uren wiskunde in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs 35 Grafiek 5: Verdeling van de gestandaardiseerde schoolresidu s in de analyse van het aantal opgenomen uren wiskunde in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs 35 Grafiek 6: Verdeling van de gestandaardiseerde schoolresidu s met betrouwbaarheidsinterval ( std) in de analyse van het aantal opgenomen uren wiskunde in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs 36 Grafiek 7: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs zonder controlevariabelen en zonder opname van het derdeorde interactieeffect 38 Grafiek 8: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs zonder controlevariabelen met opname van het derdeorde interactie-effect 39 Grafiek 9: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs met controlevariabelen en zonder opname van het derdeorde interactieeffect 41 Grafiek 10: Voorspelde waarden van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs met controlevariabelen en met opname van het derdeorde interactie-effect 42 6

11 Grafiek 11: Voorspelde waarden voor het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar algemeen secundair onderwijs zonder controlevariabelen 44 Grafiek 12: Voorspelde waarden voor het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar algemeen secundair onderwijs met controlevariabelen 46 Grafiek 13: Interactie tussen SES en Prognose op het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 52 Grafiek 14: Interactie tussen etniciteit en prestatiemotivatie op het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 53 Grafiek 15: Interactie tussen geslacht en de aangeraden studieoptie (Startricht) in het secundair onderwijs op het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs 53 Grafiek 16: Voorspelde waarden voor het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs onder controle van de uitgebreide controlevariabelen 57 Grafiek 17: Interactie tussen SES en Prestaties op het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs 61 Grafiek 18: Interactie tussen Etniciteit en Prestaties op het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs 61 Grafiek 19: Voorspelde waarden voor het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar algemeen secundair onderwijs onder controle van de uitgebreide controlevariabelen 64 7

12 1 Inleiding Vanuit de vaststelling dat de onderwijsloopbaan in sterke mate correleert met de sociale positie die men doorheen het verdere leven zal innemen (Boudon, 1974; Jencks, 1972; Bourdieu, 1984; Verlot, 2001), werden in het verleden verschillende categorieën van leerlingen bestudeerd naar hun onderwijskansen en uitkomsten. Enerzijds maakte in het begin van de jaren vijftig van vorige eeuw het onderzoek over democratisering van het onderwijs een opmars doordat de opdracht van het onderwijs in vraag gesteld werd. Dit was het logische antwoord op de fundamentele veranderingen die de samenleving had ondergaan (Coleman, 1968; Karabel & Halsey, 1977). Meer bepaald kwam de continuïteit op de arbeidsmarkt in het gedrang nadat de vanzelfsprekende opvolgingssituatie van vader op zoon doorbroken werd door de overgang van de pre-industriële naar de industriële en post-industriële samenleving. Aanvankelijk ging de meeste aandacht uit naar het soort scholing om de nieuwe vragen vanuit de veranderde productiewijzen in de industriële samenleving te kunnen beantwoorden. Later ging de aandacht uit naar de rechtvaardigheid van de toewijzing van leerlingen aan de verschillende opleidingsvormen. De vanzelfsprekende opvolging van vader op zoon was immers, evenals de sociaal selectieve toegang tot geprivilegieerde opleidingen en beroepen, binnen de nieuwe maatschappelijke context niet meer te verantwoorden. In het onderzoek over de democratisering van het onderwijs dat door deze evolutie op gang was gekomen kreeg de impact van de socio-economische status, al dan niet vanuit genderperspectief 1, op de onderwijsloopbaan specifieke aandacht (Coleman et al., 1966; Jencks, 1972; Vandekerckhove & Huyse, 1976; Dronkers, 1986; Stinissen, 1986, 1987a, 1987b; Lammertyn, 1987, 1992; Marjoribanks, 2002; Verhoeven, Vandekerckhove & Huyse, 1992; Tan, 1998). Anderzijds ontwikkelt eind jaren 80 2 de invloed van etniciteit 3 op de schoolloopbaan zich tot een autonoom onderzoeksthema binnen het Vlaamse onderwijsonderzoek. Dit gebeurde onder invloed van de intrede van een groeiend aantal leerlingen van Italiaanse afkomst en later ook van Turkse en Maghrebijnse afkomst in het Vlaamse onderwijs als gevolg van het tewerkstellings- en migratiebeleid dat respectievelijk tijdens de jaren veertig en zestig gevoerd werd (Roosens, 1989). Samen met het marginaliseren van het terugkeerbeleid, de institutionele uitbouw van een migrantenbeleid op federaal en iets later op Vlaams niveau kwam het onderzoek naar etniciteit in een stroomversnelling terecht (Martens & Caestecker, 2001; 1 In tegenstelling tot geslacht dat de biologische gesteldheid van iemand weergeeft wordt vanaf het midden van de jaren zeventig het begrip gender gebruikt om de culturele constructie van mannelijkheid en vrouwelijkheid aan te duiden (Gayle, 1975 in Van der Heyden & Michielsens, 2001). 2 In Amerika waar men reeds vroeger migraties heeft gekend, kwam dit onderzoek sneller op gang. De eerste onderzoeken met betrekking tot etniciteit en onderwijs dateren er van midden jaren 50 (Coulon, 1993). 3 In Vlaanderen werd het anderszijn, vervat in de term etniciteit, beklemtoond terwijl de Franstaligen in België een minder categoriaal beleid voorstonden (Martens & Caestecker, 2001). 8

13 Caestecker, 2001; Verlot, 2001). Het feit dat deze bevolkingsgroepen integraal deel uitmaakten van de samenleving leidde ertoe dat ze als doelgroep mee opgenomen werden in het rechtvaardigheidsvraagstuk over de participatiekansen in het onderwijs, de arbeidsmarkt, de politiek, de gezondheidszorg, etc.. Naar elk van de genoemde drie achtergrondkenmerken, geslacht, etniciteit en socioeconomische status, werd dus in Vlaanderen vanaf de tweede helft van de jaren 80 onderzoek verricht, maar zelden werden de drie achtergrondkenmerken in relatie tot elkaar bestudeerd 4 (Van der Heyden & Michielsens, 2001). Dit kwam onder andere doordat, althans voor kwantitatief onderzoek, men over voldoende respondenten moest beschikken om over de onderscheiden categorieën uitspraken te kunnen doen. Een andere reden hiervoor is dat de onderscheiden subgroepen het onderzoeksobject vormden van verschillende wetenschappelijke disciplines: socio-economische status en geslacht behoorden eerder tot het sociologisch en psychologisch onderzoeksdomein en etniciteit eerder tot het antropologische (Verlot, 2001). Met de analyses in dit onderzoeksrapport willen we de Vlaamse situatie onderzoeken naar eventuele interactie-effecten op de schoolloopbaan. Hierbij hebben we ons laten inspireren door het onderzoek dat in Nederland werd verricht door Dekkers, Bosker en Driessen (2000). Zij stelden zich de vraag of de effecten van geslacht, etniciteit en SES additief zijn en zoniet welke effecten er dan optreden. Daarnaast vroegen ze zich ook af wat de bijdrage van het secundair onderwijs is aan deze effecten. Ook wij zullen met onze analyses het secundair onderwijs evalueren voor wat de interactieeffecten tussen geslacht, socio-economische status en etniciteit betreft. Dit zal gebeuren aan de hand van twee afhankelijke variabelen, enerzijds het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs, en anderzijds de keuze voor een studierichting vóór het verlaten van het voltijds secundair onderwijs geordend op basis van het aantal lesuren wiskunde per week. Voor beide analyses zal gecontroleerd worden voor intredekenmerken. Deze zijn het bereikte niveau bij intrede in het secundair onderwijs gemeten aan de hand van de gemiddelde score voor een taal- en wiskundetoets, de prestatiemotivatie, de opgelopen vertraging vóór intrede in het secundair onderwijs en de gemiddelde intelligentie gemeten aan de hand van een numerieke en spatiale intelligentietest. De verbale intelligentietest werd niet gebruikt omdat we in het bijzonder de effecten van etniciteit willen nagaan. Daarnaast wordt het leerkrachtenoordeel over het voorspelde bereikte onderwijsniveau en het aangeraden vakkenpakket in het eerste leerjaar secundair onderwijs opgenomen. Tot slot wordt gecontroleerd voor het gemiddelde opleidingsniveau van de ouders, de geslachtsverhouding en de verhouding allochtonen autochtonen in elke school. Na een overzicht van vroeger onderzoek bespreken we de variabelen die in de analyses gebruikt worden. Daarna komen de multilevel analyses aan bod. Hier bespreken we eerst de nulmodellen om vervolgens de interactievariabelen geslacht, etniciteit en SES samen met de controlevariabelen te modelleren. Tenslotte vergelijken we beide analysemodellen om er enkele algemene conclusies uit te trekken. 4 Dit was ook internationaal het geval. Het Coleman-rapport dat in 1966 de mate van etnische segregatie in het Amerikaans onderwijs en de impact hiervan op de onderwijskansen onderzocht, was hier een uitzondering op. Er werden in dit onderzoek echter geen drieweg interacties nagegaan. Overigens was de methode van het multilevel onderzoek toen nog niet ontwikkeld. 9

14 2 Voorafgaand onderzoek Onderzoek in het verleden werd veelal uitgevoerd vanuit het perspectief dat meisjes, leerlingen uit lage socio-economische statusfamilies en allochtonen een achterstand hebben in het onderwijs ten opzichtte van respectievelijk jongens, leerlingen uit hoge socio-economische statusfamilies en autochtone leerlingen. Een vooronderstelling die dikwijls hierbij gemaakt wordt is dat de drie effecten additief zouden zijn. Dit wil zeggen dat bvb. allochtone meisjes een dubbel nadeel zouden hebben. Twee indicatoren voor succesvolle onderwijsposities zijn de participatie aan wetenschappelijk georiënteerd onderwijs en het bereikte onderwijsniveau in het algemeen. Wat de invloed van geslacht op de keuze van het aantal wetenschappelijke vakken betreft concludeerden Keeves en Kotte (1994, in Dekkers, Bosker & Driessen, 2000) dat meisjes wetenschappen en wiskunde vermijden en daarmee bepaalde onderwijsroutes en daarmee samenhangend ook bepaalde beter betaalde jobs uitsluiten. Lacante en Schodts (1997) stelden vast dat jongens meer voor de harde wetenschappen en meisjes meer voor de zachte wetenschappen kiezen aan de universiteit. Volgens hen is één van de oorzaken dat meisjes hun wiskundige capaciteiten lager inschatten dan jongens met hetzelfde prestatieniveau voor wiskunde. Peng en Owings (1997, in Dekkers, Bosker & Driessen, 2000) stelden vast dat allochtone studenten minder voor wiskundegeoriënteerde opleidingen kiezen. Peng (1998, in Dekkers, Bosker & Driessen, 2000) vond later dat de bevindingen van Peng en Owings enkel gelden voor allochtone jongens. Een bevinding die het additieve karakter van de effecten weerlegt. Allochtone meisjes hebben volgens hen dus geen dubbele achterstand in relatie tot wetenschappelijk georiënteerde opleidingen. Sammons (1995) concludeert ook dat de additieve hypothese niet opgaat voor het bereikte onderwijsniveau op vlak van lezen en wiskunde. Allochtone leerlingen, onder controle van verschillen in socio-economische status, hadden meer vooruitgang geboekt dan hun leeftijdgenoten. Met betrekking tot het bereikte onderwijsniveau wordt reeds lang een verband gevonden met de socio-economische status (SES) van een leerling. Leerlingen uit lagere SES-families presteren minder goed en bereiken een lager onderwijsniveau dan leerlingen uit hogere SES-families (Coleman et al., 1966; Jencks, 1972; Dronkers, 1986; Marjoribanks, 2002). Het opleidingsniveau van de ouders, dat als één van de beste indicators van de SES beschouwd wordt, is positief gecorreleerd met het bereikte onderwijsniveau (Boudon, 1973; Shavit & Blossfeld, 1993; Magnuson & McGroder, 2002). In relatie tot etniciteit werd voor verschillende etnische groepen een verschillend effect van de SES vastgesteld (Marjoribanks, 2002). Recent onderzoek naar de relatie tussen geslacht en het bereikt onderwijsniveau heeft aangetoond dat meisjes beter presteren dan jongens, in tegenstelling tot vroeger. In Vlaanderen studeren er sinds 1996 meer meisjes aan de universiteit dan jongens (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2002). Dit fenomeen beperkt zich niet tot Vlaanderen maar vertoont zich in de meeste geïndustrialiseerde landen (OECD, 2002). Naar de interactie-effecten van geslacht, etniciteit en socio-economische status zijn nagenoeg geen representatieve onderzoeken gevoerd 5. Eén van de uitzonderingen hierop is het onderzoek van Dekkers, Bosker en Driessen (2000). Met betrekking tot het secundair onderwijs toonden zij aan dat het bereikte onderwijsniveau van meisjes en van leerlingen uit hogere SES-families 5 Meestal werd het effect van één variabele (bijvoorbeeld etnicitiet) onderzocht onder controle van een andere (bijvoorbeeld geslacht of SES). 10

15 hoger is dan dat van jongens, respectievelijk leerlingen van lagere SES-families. Het effect van geslacht toont zich enkel voor de autochtone leerlingen en het effect van de SES is kleiner voor meisjes en voor allochtone leerlingen. Uiteindelijk presteren allochtone meisjes even goed als autochtone meisjes en bereiken allochtone jongens een hoger onderwijsniveau dan autochtone jongens. Om de bijdrage van het secundair onderwijs te evalueren werd het model waarin SES, geslacht en etnische achtergrond als verklarende variabelen opgenomen zijn, vergeleken met hetzelfde model onder controle van de intredekenmerken van de leerlingen (geschiktheid en prestatieniveau). Deze vergelijking toont aan dat door de opname van de intredekenmerken het effect van geslacht vergroot (en de voorsprong van meisjes nog groter wordt) en dat het effect van SES, vooral voor meisjes en voor allochtone leerlingen, verkleint, maar nog aanwezig blijft. Na controle voor de intredekenmerken blijkt opnieuw dat allochtone jongens beter presteren dan autochtone jongens. Een tweede onderwerp dat Dekkers et al. (2000) bestudeerden was het aantal wetenschappelijke vakken waarvoor de leerlingen in hun laatste leerjaar algemeen secundair onderwijs 6 kiezen. Hier blijkt dat meisjes, zoals verwacht, minder wetenschappelijke vakken opnemen dan jongens. Ze vonden echter geen significante hoofdeffecten van SES of van etniciteit. Wel is er een significant interactie-effect tussen geslacht, etniciteit en SES. Autochtone jongens met een lage SES nemen beduidend minder wetenschappelijke vakken op in vergelijking met de andere (autochtone met een hoge SES en allochtone) jongens. Allochtone jongens met een hoge SES nemen uiteindelijk het meeste wetenschappelijke vakken op en allochtone meisjes, onafhankelijk van hun SES, het minst. Aan deze effecten verandert weinig na controle voor de intredekenmerken. Enkel het effect van geslacht vermindert lichtjes. De reden die hiervoor gegeven wordt is dat de wiskundige prestaties op twaalfjarige leeftijd een krachtige voorspeller zijn van het aantal wetenschappelijke vakken waarvoor men kiest, en meisjes scoren beduidend lager op die wiskundige prestaties. 6 Deze analyses werden uitgevoerd op de leerlingen in het MAVO, het HAVO en het VWO. 11

16 3 Onderzoeksopzet De analyses werden uitgevoerd op de data van het LOSO-onderzoek. In het LOSO-onderzoek werden twee regio s 7 geselecteerd waarbinnen in principe alle leerlingen die in het schooljaar het secundair onderwijs hebben aangevat uit alle secundaire scholen werden opgenomen. Het voordeel van deze werkwijze is dat het mogelijk werd de loopbanen van deze leerlingen te volgen met een minimum uitval van respondenten (Van Damme et al., 1997). In totaal werden ongeveer 6400 leerlingen gedurende 10 jaar uitgebreid gevolgd aan de hand van tests, toetsen en vragenlijsten. Informatie werd verzameld over de leerling, het ouderlijk milieu, en het schoolmilieu. Voor de analyses die hier gepresenteerd worden, worden multilevel modellen gebruikt. De meeste statistische analysetechnieken zijn gebaseerd op de premisse van onafhankelijkheid van de analyse-eenheden. Omdat leerlingen van eenzelfde school niet als onafhankelijk van elkaar beschouwd kunnen worden, gebruiken we hier multilevel modellen. In deze modellen wordt er van uitgegaan dat leerlingen (level 1) genest zijn in scholen (level 2). In dit onderdeel worden eerst kort de onderzoeksvragen voorgesteld en daarna de variabelen toegelicht. Vervolgens wordt de verdeling van de leerlingen over de combinaties van de categorieën geslacht, etniciteit en socio-economische status weergegeven samen met de gemiddelde score van elk van deze subgroepen op de twee afhankelijke variabelen (bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs en het opgenomen aantal uren wiskunde in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs). Tot slot geven we voor beide analyses de correlatiematrix van alle variabelen. 7 De regio's Dendermonde-Zele-Hamme en Diest-Hasselt-Genk-Houthalen-Leopoldsburg-Beringen werden geselecteerd op basis van hun gezamenlijke representativiteit voor Vlaanderen. 12

17 3.1 Onderzoeksvragen Veronderstellend dat de effecten van geslacht, etniciteit en socio-economische status niet additief zijn onderzoeken we welke interactie-effecten we vinden op de onderwijspositie bij de leerlingen in het Vlaamse onderwijs. Tevens willen we het secundair onderwijs evalueren met betrekking tot zijn bijdrage aan deze effecten. De onderzoeksvragen zijn: - Welke interactie-effecten tussen geslacht, socio-economische status en etniciteit zijn er op het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs en op het opgenomen aantal uren wiskunde in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs? - Wat is de bijdrage van het secundair onderwijs aan deze interactie-effecten? 3.2 Verkenning van de variabelen Ook wat de variabelen betreft hebben we ons laten inspireren door het onderzoek van Dekkers, Bosker en Driessen (2000). Het bereikte onderwijsniveau werd in het Nederlandse onderzoek gemeten aan de hand van de afstand in jaren die de leerling, zes jaar na intrede in het secundair onderwijs, nog zou moeten afleggen om toegang te krijgen tot universitair onderwijs. Ook wij berekenden de afstand tot de formele toegang tot de universiteit. Voor studierichtingen die geen formele toegang geven tot het universitair onderwijs werd een hypothetische afstand tot de formele toegang tot het universitair onderwijs ontwikkeld. De berekening van het bereikte onderwijsniveau, gelijk aan zes minus de afstand tot toegang tot universitair onderwijs in jaren uitgedrukt wordt onder punt weergegeven. Een tweede afhankelijke variabele in het Nederlandse onderzoek was het aantal wetenschappelijke vakken (wiskunde, chemie en fysica) waarvoor een leerling in zijn of haar laatste leerjaar secundair heeft gekozen. In de voorliggende analyses werd gekeken naar het aantal lesuren wiskunde per week waarvoor een leerling in het zesde leerjaar secundair onderwijs heeft gekozen. De analyse met betrekking tot deze laatste variabele beperkt zich tot die leerlingen die het zesde leerjaar in een algemene, kunst- of technische richting volgden. Als controlevariabelen nemen we analoog aan het Nederlandse onderzoek het oordeel over de leerlingen door de leerkracht lager onderwijs en het bereikte prestatie- en intelligentieniveau bij aanvang van het secundair onderwijs op. We maken dus een onderscheid tussen het bereikte prestatieniveau (aan de hand van taalkundige en wiskundige toetsen) en de intelligentie van een leerling. Als we met intelligentie vooral niet socialiseerbare intelligentie bedoelen (in tegenstelling tot het bereikte niveau van schoolse kennis dat we kunnen beschouwen als het resultaat van de intelligentie en de socialisatie) menen we het best geen verbale intelligentietest te gebruiken omdat verwacht kan worden dat 13

18 allochtonen hierop minder goed presteren en we zo hun intelligentie zouden onderschatten. Daarom werd de gemiddelde intelligentie enkel gemeten aan de hand van het gemiddelde van een numerieke- 8 en een spatiale 9 intelligentietest. Het bereikte prestatieniveau daarentegen omvat naast wiskundige toetsen wel taalkundige toetsen omdat hiermee het feitelijke, reeds aangeleerde niveau van de leerling bedoeld wordt, dat medebepalend is voor de feitelijke doorstroommogelijkheden van de leerling binnen ons onderwijssysteem. Hieronder volgt een overzicht van de aanmaak en de verdeling van de variabelen die in de modellen opgenomen worden. Telkens wordt de verdeling gegeven voor de groep leerlingen die op alle variabelen die in de analyse opgenomen zijn, een score hebben Afhankelijke variabelen Het bereikte onderwijsniveau werd op twee manieren geoperationaliseerd. Enerzijds is dit de bereikte positie in het secundair onderwijs zes jaar na intrede in het secundair onderwijs en anderzijds het aantal lesuren wiskunde in de richting waarvoor men in het zesde leerjaar secundair onderwijs heeft gekozen Bereikt onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs Het bereikt onderwijsniveau zes jaar na intrede moet letterlijk opgevat worden. Voor alle leerlingen werd gekeken of er data beschikbaar waren over de positie van de leerling in het onderwijs of op de arbeidsmarkt zes jaar na intrede in het secundair onderwijs. Indien een leerling zes jaar na de intrede in het secundair onderwijs zich niet meer in het secundair onderwijs bevond maar er wel data beschikbaar waren over de schoolloopbaan werd dus het hoogst bereikte onderwijsniveau genomen dat hij of zij in de periode van zes jaar behaald heeft. Variabele OndNiv Voor de berekening van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs werd volgende procedure toegepast. 8 De numerieke intelligentietest is een compositie van de numerieke delen uit de Differentiële Geschiktheidbatterij van L. Coetsier et al. (1964) en van de numerieke delen uit de Intelligentietest Lager Onderwijs, 6 e Leerjaar van Van Hove, De spatiale intelligentietest is een compositie van het deel over figuren uit de Interesse, Schoolvorderingen en Intelligentie -test van Van Boxtel, Snijders & Welten van

19 Eerst werd aan de hand van het leerjaar en de onderwijsvorm de hoogste positie geselecteerd zonder rekening te houden met deeltijds onderwijs en leercontract. A) Voor leerlingen in het 1. ASO, KSO, TSO, eerste leerjaar A of 2A - werd het leerjaar genomen waarin ze het voorgaande jaar zaten. In geval van een B-attest en een C-attest werd hier respectievelijk 0.5 en 1 van afgetrokken. 2. BSO, beroepsvoorbereidend leerjaar of eerste leerjaar B 3. BuSO - werd het leerjaar genomen waarin ze het voorgaande jaar zaten -1. In geval van een B-attest en een C-attest werd hier respectievelijk nog eens 0.5 en 1 van afgetrokken. - werd het leerjaar genomen waarin ze het voorgaande jaar zaten -2. In geval van een B-attest en een C-attest werd hier respectievelijk nog eens 0.5 en 1 van afgetrokken. Daarnaast werd voor de leerlingen die deeltijds onderwijs of leercontract volgden of gevolgd hadden, volgende procedure toegepast: B) Voor leerlingen 1. in de 2 e graad in het deeltijds onderwijs - die een kwalificatiegetuigschrift 2 e graad behaalden werd een bereikt niveau van 2.5 genomen. - die een Attest 2 e graad of een bekwaamheidsattest behaalden, werd een bereikt niveau van 1.5 genomen. - Indien ze geen attest of getuigschrift behaalden werd een bereikt niveau van 1 genomen. 2. in de 3 e graad in het deeltijds onderwijs - die een kwalificatiegetuigschrift 3 e graad behaalden werd een bereikt niveau van 4 genomen. - die een Attest 3 e graad of een bekwaamheidsattest behaalden, werd een bereikt niveau van 3 genomen. - Indien ze geen attest of getuigschrift behaalden (maar wel in de derde graad zaten) werd een bereikt niveau van 2.5 genomen. Aan het behalen van een attest of getuigschrift wordt dus één bepaalde score toegekend. Een leerling die meerdere attesten of getuigschriften heeft behaald, krijgt enkel de score voor het hoogst behaalde attest of getuigschrift. C) Voor leerlingen op leercontract - die geslaagd zijn, werd een bereikt niveau van 4 genomen. - die nog niet geslaagd of gestopt zijn, werd een bereikt niveau van 0.5 toegekend. Uiteindelijk werden de verschillende hoogste posities (in het voltijds secundair onderwijs, het DBSO en in de opleiding voor een leercontract) met elkaar vergeleken en werd de hoogste positie weerhouden. Bij twee gelijke hoogst bereikte posities werd op de eerste plaats de omschrijving behorende bij het leercontract weerhouden, gevolgd door deze in het DBSO. We gaan er vanuit dat een leerling eerst voltijds SO gevolgd heeft en dan DBSO of leercontract en 15

20 dat indien een leerling DBSO en leercontract gevolgd heeft dat het DBSO aan het leercontract voorafgegaan is. Deze arbitraire keuze werd gemaakt om Tabel 1 te kunnen aanmaken. Deze werkwijze heeft echter geen invloed op de score voor het bereikte onderwijsniveau. Tabel 1: Toewijzing van de OndNiv-scores en de verdeling over de verschillende categorieën (aantallen) A-attest Leerjaar A/K/TSO BSO BuSO sequentieel OndNiv N OndNiv N OndNiv N B-attest Leerjaar A/K/TSO BSO BuSO sequentieel OndNiv N OndNiv N OndNiv N C-attest Leerjaar A/K/TSO BSO BuSO sequentieel OndNiv N OndNiv N OndNiv N SubTotaal Getuigschriften Attesten geen OndNiv N OndNiv N OndNiv N DBSO 2e graad DBSO 3e graad Attest geen OndNiv N OndNiv N Leercontract SubTotaal Totaal

21 Tabel 2: Verdeling van OndNiv (aantallen, percenten, gemiddelde) OndNiv aantal % Totaal Gemiddelde= 5.17 Als we deze verdeling vergelijken met die van alle leerlingen uit de steekproef (zie Tabel 43 in de bijlage) zien we dat de uitval van respondenten niet random is. De leerlingen met een laag bereikt onderwijsniveau zijn in beperkte mate onder gerepresenteerd. De gemiddelde score op OndNiv toont dit ook aan, deze stijgt namelijk van 5.00 tot Aantal uren wiskunde per week opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs Variabele UrenWisk Dit is de variabele die weergeeft hoeveel lesuren wiskunde per week de leerling heeft opgenomen in zijn laatste zesde leerjaar secundair onderwijs. Indien een leerling meermaals het zesde leerjaar heeft gevolgd werd dus het aantal uren wiskunde weerhouden van de studierichting waarin hij zich het laatst heeft ingeschreven. Ook voor leerlingen die een zevende leerjaar hebben aangevat werd het aantal uren wiskunde per week in het laatste zesde leerjaar weerhouden. Voor de eenvoud spreken we verder over het aantal uren wiskunde opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs. Voor 88.9% (n=3410) van de leerlingen was het aantal lesuren wiskunde per week gekend. Voor die studierichtingen waarvoor het aantal lesuren wiskunde per week in die school niet beschikbaar was (11.1% van de leerlingen; n=427), werd de score op volgende wijze bepaald: Indien de naam van de studierichting overeenkomt met de naam van een studierichting waarvoor de verschillende aantallen uren wiskunde wel gekend zijn, of het aantal uren wiskunde wel gekend is, werd het gemiddelde aantal uren wiskunde genomen voor die studierichting over alle scholen heen (8.6%, n=330). De overblijvende studierichtingen (2.5%; n=97) werden opgezocht op het internet. Indien de informatie over het lesprogramma van de school waar de leerling de richting volgt beschikbaar was op het internet, werd deze informatie overgenomen. Indien de informatie over de studierichting van de betrokken school niet beschikbaar was, werd gekeken naar het aantal uren wiskunde in de gelijknamige studierichting in een andere school. Indien ook dit geen éénduidige informatie opleverde werd UrenWisk op missing gezet (n=5). 17

22 Voor de frequentieverdeling hieronder werden afgeronde getallen gebruikt. Tabel 3: Verdeling van het aantal uren wiskunde waarvoor men in het zesde leerjaar secundair onderwijs heeft gekozen (aantallen, percenten en gemiddelde) ASO KSO TSO Totaal UrenWisk aantal % aantal % aantal % aantal % Totaal Mean = 4.83 Std = 1.82 Mean = 2.41 Std = 1.21 Mean = 3.26 Std = 1.52 Mean = 4.14 Std = 1.88 Indien we deze verdeling van het aantal uren wiskunde vergelijken met die voor alle leerlingen (die ASO, TSO of KSO hebben gevolgd in het zesde leerjaar secundair onderwijs) uit de steekproef zien we dat ook hier de uitval niet random is (zie Tabel 44 in de bijlage). Ook hier zijn het eerder de leerlingen die minder uren wiskunde opnemen waarvoor we niet over alle gegevens op de overige variabelen beschikken. De gemiddelde score steeg ten gevolge hierdoor van 4.10 tot In de analyse van het aantal uren wiskunde opgenomen in het zesde leerjaar secundair onderwijs wordt gecontroleerd voor de onderwijsvorm (ASO-KSO-TSO). Voor de correlatiematrix werden hiervoor dummy-variabelen aangemaakt. Een leerling kreeg dan op de drie variabelen ASO, KSO, TSO een waarde nul of één. Bijvoorbeeld een leerling uit het ASO kreeg dan volgende waarden op de variabelen: ASO=1, TSO=0 en KSO= Onafhankelijke variabelen De onafhankelijke variabelen kunnen ingedeeld worden in twee groepen. De eerste groep betreft de variabelen waarvan we de interactie-effecten willen bestuderen in deze analyses. Het gaat om geslacht, etniciteit en socio-economische status (SES). Daarnaast zijn er nog de controlevariabelen. Dit zijn de prestaties en de intelligentie bij de intrede in het secundair onderwijs, het leerkrachtenoordeel (variabele samengesteld op basis van de twee volgende variabelen die hier vermeld worden), de prognose door de leerkracht lager onderwijs van het hoogste onderwijsniveau dat de leerling zal bereiken, de startrichting in het secundair onderwijs die de leerkracht lager onderwijs aanraadt aan de leerling, de opgelopen vertraging vóór het secundair onderwijs en de prestatiemotivatie. De verdeling van elke variabele wordt telkens voor elk van beide analyses (dwz. voor de analyses met betrekking tot elk van beide afhankelijke variabelen) weergegeven. 18

23 Geslacht Variabele GESLACHT 0=jongen/1=meisje Tabel 4: Verdeling van geslacht (aantallen en percenten) Geslacht OndNiv UrenWisk aantal % aantal % Jongen Meisje Totaal Uit de verdeling voor de analyse van het aantal uren wiskunde per week opgenomen in het laatste leerjaar secundair onderwijs blijkt dat meer meisjes dan jongens ASO, KSO of TSO volgen. Met betrekking tot het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs is het aantal jongens en meisjes zo goed als gelijk Etniciteit Variabele ETNICITEIT Deze variabele werd op volgende wijze geconstrueerd: Leerlingen met minstens één ouder geboren in een Zuid-Europees, Afrikaans, Arabisch, Zuid- of Centraal-Amerikaans land kregen een code 1. De leerlingen met beide ouders geboren in een West-Europees land kregen code 0. De overige leerlingen werden uit de analyses geweerd 10. Tabel 5: Verdeling van etniciteit (aantallen en percenten) ETNICITEIT OndNiv UrenWisk aantal % aantal % Autochtoon Allochtoon Totaal Het aantal allochtone leerlingen in de analyse van het aantal uren wiskunde bedraagt ongeveer twee vijfden van het aantal in de analyse van het bereikte onderwijsniveau zes jaar na intrede in het secundair onderwijs. Procentueel gezien zitten er in de analyse van het aantal uren wiskunde in het zesde leerjaar van het secundair onderwijs iets meer dan de helft van het percentage in de 10 In de bijlage is een tabel toegevoegd met het geboorteland (of streek, stad, dorp ) zoals dit door de ouders zelf vermeld werd in de vragenlijst. Daaruit blijkt dat onze groep allochtonen vooral kinderen met een Turkse, Italiaanse, Marokkaanse en, in mindere mate, Spaanse achtergrond telt. 19

Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen

Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Een longitudinale analyse van de interactie-effecten van geslacht, etniciteit en socio-economische status op de bereikte onderwijspositie met aandacht

Nadere informatie

Kansen(on)gelijkheid in het secundair onderwijs in Vlaanderen

Kansen(on)gelijkheid in het secundair onderwijs in Vlaanderen Kansen(on)gelijkheid in het secundair onderwijs in Vlaanderen Hermans, D.J., Opdenakker, M.-C. & Van Damme, J. (2003). Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen. Een longitudinale analyse

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

2QJHOLMNHNDQVHQLQKHWVHFXQGDLU RQGHUZLMVLQ9ODDQGHUHQ

2QJHOLMNHNDQVHQLQKHWVHFXQGDLU RQGHUZLMVLQ9ODDQGHUHQ 2QJHOLMNHNDQVHQLQKHWVHFXQGDLU RQGHUZLMVLQ9ODDQGHUHQ (HQORQJLWXGLQDOHDQDO\VHYDQGHLQWHUDFWLHHIIHFWHQYDQJHVODFKW HWQLFLWHLWHQVRFLRHFRQRPLVFKHVWDWXVRSGHHLQGRQGHUZLMVSRVLWLHpQGH YHUWUDJLQJLQKHWVHFXQGDLURQGHUZLMV

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

K. Geluykens & J. Van Damme

K. Geluykens & J. Van Damme Een verklaring van de in het secundair onderwijs bereikte eindpositie vanuit de gezinscontext, met bijzondere aandacht voor de eventuele rol van een echtscheiding van de ouders K. Geluykens & J. Van Damme

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dockx J., De Fraine B., & Stevens E. DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs

Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Een verkennend onderzoek op de Panelstudie van Belgische Huishoudens Onderzoekers: Steven Groenez Inge Van den Brande Ides Nicaise Projectleiding:

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING 1 Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs 3.1. Gewoon secundair onderwijs 3.1.3. Schoolse vorderingen en zittenblijven in het gewoon secundair onderwijs 118 Schooljaar 2013-2014 Schoolse

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor

Nadere informatie

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming 1. Referentie Referentie Janssen, R., Rymenans R. (2009). Beginsituatie van leerlingen in het eerste leerjaar B van het secundair onderwijs (OBPWO 06.00). Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk

Nadere informatie

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso colloquium 7 juni 2017 dr. Eef Ameel overzicht de peiling burgerzin en burgerschapseducatie beschrijving van de steekproef

Nadere informatie

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011 Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Informatie uit administratieve gegevens Bronnen

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 ALLOCHTONEN IN HET BASIS- EN HET SECUNDAIR

Hoofdstuk 10 ALLOCHTONEN IN HET BASIS- EN HET SECUNDAIR ALLOCHTONEN IN HET BASIS- EN HET SECUNDAIR ONDERWIJS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 10 Dirk Hermans & Marie-Christine Opdenakker Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs naar Arbeidsmarkt Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009.

Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009. 1. Referentie Referentie GLORIEUX, I., I. LAURIJSSEN & Y. VAN DORSSELAER, Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt. Garant, Antwerpen, 2009. Taal Nederlands ISBN ISSN 9789044124828 Publicatievorm

Nadere informatie

Allochtone ex-biculturele leerlingen, zelfs kansarmen, slagen te Brussel op school even goed als de leerlingen in Vlaanderen!

Allochtone ex-biculturele leerlingen, zelfs kansarmen, slagen te Brussel op school even goed als de leerlingen in Vlaanderen! Allochtone ex-biculturele leerlingen, zelfs kansarmen, slagen te Brussel op school even goed als de leerlingen in Vlaanderen! Wat we hier schrijven is gebaseerd op heel goed cijfermateriaal; niet op theorieën

Nadere informatie

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs Diversiteitsbarometer Onderwijs Studie-oriëntering in het secundair onderwijs VL: Sterk gedifferentieerd onderwijssysteem Vroege selectie, studiekeuzes na attesteringen, rol in reproductie van sociale

Nadere informatie

WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Het effect van een jaar naar school gaan op niet-cognitieve uitkomsten van leerlingen Naomi Van den Branden naomi.vandenbranden@kuleuven.be

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O.

De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O. VFO-dag 18 september 2014 De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O. Jan Van Damme en Bieke De Fraine i.s.m. Ellen Deprez en Maarten Pinxten 1 Overzicht Uitgangspunt Samenhang tussen

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 6 van 19 augustus

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

Het Vlaamse secundair onderwijs internationaal vergeleken

Het Vlaamse secundair onderwijs internationaal vergeleken Het Vlaamse secundair onderwijs internationaal vergeleken Jeroen Lavrijsen Doctoraatsonderzoeker, HIVA - KU Leuven www.steunpuntssl.be Structuur secundair onderwijs Focus op twee kenmerken van het secundair

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Onderwijs SAMENVATTING

Onderwijs SAMENVATTING Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

DOET DE SCHOOL ERTOE? Jan Van Damme Marie-Christine Opdenakker

DOET DE SCHOOL ERTOE? Jan Van Damme Marie-Christine Opdenakker DOET DE SCHOOL ERTOE? Jan Van Damme Marie-Christine Opdenakker Leuven Februari 2003 Inhoud Probleemstelling Achtergrond Aanpak Resultaten Internationaal Vlaanderen Conclusies Doet de school ertoe? 2 Probleemstelling

Nadere informatie

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven SOCIALE ONGELIJKHEID EN ONGELIJKHEID OP BASIS VAN THUISTAAL INZAKE WETENSCHAPSPRESTATIES IN HET VLAAMSE ONDERWIJS Veranderingen tussen 2003 en 2011 op basis van TIMSS, vierde leerjaar Kim Bellens, Thomas

Nadere informatie

Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief

Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief Jeroen Lavrijsen, HIVA - KU Leuven SSL-studiedag 'Loopbanen in het onderwijs: terugblik en vooruitblik, 23 september 2016 www.steunpuntssl.be Vlaams

Nadere informatie

Intelligentie, LOSO, sekseverschillen, schoolloopbaan, schools presteren

Intelligentie, LOSO, sekseverschillen, schoolloopbaan, schools presteren 1. Referentie Referentie Van de Gaer, E., Van Damme J. & De Munter, A. (2002). Onderzoek naar verschil in school presteren tussen jongens en meisjes. Eindrapport van het KULeuven-luik. Onuitgegeven onderzoeksrapport,

Nadere informatie

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel

Nadere informatie

Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs

Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs Ilse Laurijssen & Ignace Glorieux Onderzoeksgroep TOR - Vrije Universiteit Brussel Studiedag SSL: 'Hoger onderwijs: kiezen en winnen? X www.steunpuntssl.be

Nadere informatie

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet Georges Van Landeghem KU Leuven, Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -Evaluatie De gewone

Nadere informatie

Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar

Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,

Nadere informatie

ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie. Koninklijk Atheneum E. Hiel, Schaarbeek, 7 november 2017

ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie. Koninklijk Atheneum E. Hiel, Schaarbeek, 7 november 2017 ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie Koninklijk Atheneum E. Hiel, Schaarbeek, 7 november 2017 ICCS = internationaal vergelijkend onderzoek bij 2de jaar secundair

Nadere informatie

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO Informatie over Leerlingenstromen UIT 2016-2017 voor 36467 Roze 131 te EEKLO Zijn de leerlingen van mijn school het volgend schooljaar ingeschreven in mijn school of in een andere school? Zijn de leerlingen

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

Het secundair onderwijs in cijfers

Het secundair onderwijs in cijfers Het secundair onderwijs in cijfers Schooljaar 2010-2011 Sara Vertommen Opdrachtgever: Algemeen Onderwijsbeleid Stad Antwerpen, Lerende Stad en Lokaal Overlegplatform Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs

Nadere informatie

Modernisering Secundair Onderwijs versterken, verdiepen & verkennen

Modernisering Secundair Onderwijs versterken, verdiepen & verkennen Modernisering Secundair Onderwijs versterken, verdiepen & verkennen Vlaams Viceminister-president en Vlaams minister van Onderwijs, Hilde Crevits Waarom? Het goede koesteren en versterken waar nodig! te

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting 2013 2017 Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant PA en DU 2013-2017 TOTAAL Versie 31 01 2018

Nadere informatie

De peilingsresultaten PAV in internationaal perspectief Colloquium peiling PAV, Brussel, 11 juni 2014

De peilingsresultaten PAV in internationaal perspectief Colloquium peiling PAV, Brussel, 11 juni 2014 De peilingsresultaten PAV in internationaal perspectief Colloquium peiling PAV, Brussel, 11 juni 2014 Een internationaal onderzoek dat om de drie jaar jongeren aan het einde van hun verplichte schoolloopbaan

Nadere informatie

Verschillen tussen Vrije scholen en reguliere scholen in niet-cognitieve opbrengsten

Verschillen tussen Vrije scholen en reguliere scholen in niet-cognitieve opbrengsten Hoofdstuk zeven Verschillen tussen Vrije scholen en reguliere scholen in niet-cognitieve opbrengsten 7.1 Inleiding In hoofdstuk zes is ingegaan op de verschillen in effectiviteit tussen Vrije scholen en

Nadere informatie

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd: Inhoud 1. Onze uitgangspunten 2. De onderwijshervorming 3. 1. Onze uitgangspunten Het Vlaamse onderwijs behoort tot de Europese en wereldtop. We staan ermee op de tweede plaats in Europa en de zevende

Nadere informatie

De aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project

De aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project De studieloopbaan van Vlaamse jongeren. Het secundair-onderwijssysteem doorgelicht op basis van longitudinaal onderzoek. (Project nr. 89.10)(LOSO-project) Onderzoeksproject op initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs Inhoudstafel Wat is vroegtijdig schoolverlaten? Voorgeschiedenis - Europa - Vlaanderen Vroegtijdig schoolverlaten Monitoring in Vlaanderen Cijferrapport VSV

Nadere informatie

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs Stafdienst Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL +32 2 507 06 19 www.katholiekonderwijs.vlaanderen Analyse septembertelling schooljaar 2018-2019 18 september 2018 Bijna 743 000 leerlingen en hun ouders kiezen voor

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX Leerlingen BSO Slaagkansen hoger

Nadere informatie

Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt

Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt Vanuit het secundair onderwijs naar de arbeidsmarkt Van Damme, J., Pustjens, H., Lancksweerdt, P., Leysen, V., Mertens, W. & Geluykens, K. (2002). Vanuit het secundair

Nadere informatie

VLOR-SEMINARIE SOHO 31 JANUARI 18 COLUMBUS

VLOR-SEMINARIE SOHO 31 JANUARI 18 COLUMBUS VLOR-SEMINARIE SOHO 31 JANUARI 18 COLUMBUS INHOUD 1. 2. 3. Visie Inhoud Verleden 4. Toekomst 1. VISIE BELEIDSKADER Opdrachtgever: Minister H. Crevits - uitvoering regeerakkoord Opdrachthouder: Vluhr >>

Nadere informatie

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit Steunpunt Gelijke Onderwijskansen Diversiteit Diversiteit Omgaan met diversiteit Leren omgaan met diversiteit in de wereld begint in de klas: verschillende onderwerpen, invalshoeken, meningen, gewoontes,

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs afkortingen ASO Algemeen secundair onderwijs BIS Begeleid Individueel Studeren B.O. Buitengewoon onderwijs BSO Beroepssecundair onderwijs Bu.S.O. Buitengewoon secundair onderwijs BVJ Beroepsvoorbereidend

Nadere informatie

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Leerplichtige leerlingen

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE TIJDSBESTEDING VAN LERAREN IN HET

ONDERZOEK NAAR DE TIJDSBESTEDING VAN LERAREN IN HET ONDERZOEK NAAR DE TIJDSBESTEDING VAN LERAREN IN HET BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS DEEL 3: HET SECUNDAIR ONDERWIJS J. MINNEN J. VERBEYLEN I. GLORIEUX DEZE PUBLICATIE KWAM TOT STAND MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE TIJDSBESTEDING VAN LERAREN IN HET

ONDERZOEK NAAR DE TIJDSBESTEDING VAN LERAREN IN HET ONDERZOEK NAAR DE TIJDSBESTEDING VAN LERAREN IN HET BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS DEEL 3: HET SECUNDAIR ONDERWIJS J. MINNEN J. VERBEYLEN I. GLORIEUX DEZE PUBLICATIE KWAM TOT STAND MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE

Nadere informatie

Allochtoon talent aan het werk

Allochtoon talent aan het werk Allochtoon talent aan het werk Ethnische verschillen in posities op de arbeidsmarkt van recent afgestudeerden VFO Studiedag dr. Steven Lenaers 13 november 2008 Inhoud I. Onderzoeksthema II. Methodologie

Nadere informatie

Profiel kandidaat Examencommissie secundair onderwijs

Profiel kandidaat Examencommissie secundair onderwijs Profiel kandidaat Examencommissie secundair onderwijs Profiel kandidaten Wanneer kandidaten zich voor de eerste maal aanmelden op het EC-platform, wordt hen gevraagd een vragenlijst in te vullen. Op deze

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over?

Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Dr. Geert Driessen ITS Nijmegen www.geertdriessen.nl Paper Onderwijs Research Dagen ORD 2005 30 mei 1 juni 2005, Gent (BE) 1. Achtergronden Sleutelpositie

Nadere informatie

Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van tot

Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van tot Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van 1989 1990 tot 2005 2006 G. Van Landeghem & J. Van Damme Geboortecohorten in de tweede en derde graad

Nadere informatie

Overgang SO-HO: Van selectietesten naar oriënteringstraject

Overgang SO-HO: Van selectietesten naar oriënteringstraject VLHORA-congres 9 februari 2015 Overgang SO-HO: Van selectietesten naar oriënteringstraject Erna Nauwelaerts & Sarah Doumen contact: erna.nauwelaerts@uhasselt.be Inhoud Niet toelaten/afraden voor een opleiding

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen.

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen. Inschrijvingen Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen. Het is raadzaam dit overzicht door te lezen.

Nadere informatie

Facts & Figures: Studeren

Facts & Figures: Studeren Facts & Figures: Studeren Onderwijs wordt in het algemeen gezien als de belangrijkste factor in de herverdeling van mogelijkheden (Giddens, 2000). Wie hogere studies afrondt, heeft ongeveer een driemaal

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

STEM monitor april 2015 RITA DUNON

STEM monitor april 2015 RITA DUNON STEM monitor 2015 30 april 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEM-opleidingen en richtingen

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Kwalitatieve prestatieverschillen in de peiling wiskunde tweede graad algemeen secundair onderwijs Daniël Van Nijlen, Hanne Damen en Rianne Janssen

Kwalitatieve prestatieverschillen in de peiling wiskunde tweede graad algemeen secundair onderwijs Daniël Van Nijlen, Hanne Damen en Rianne Janssen Kwalitatieve prestatieverschillen in de peiling wiskunde tweede graad algemeen secundair onderwijs Daniël Van Nijlen, Hanne Damen en Rianne Janssen Inhoud Inleiding Theoretisch kader Methode Resultaten

Nadere informatie

Gestruikeld voor de start

Gestruikeld voor de start Bijlagen Gestruikeld voor de start De school verlaten zonder startkwalificatie Lex Herweijer Bijlage A... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 Bijlage bij hoofdstuk 5... 4 Sociaal en Cultureel Planbureau Den

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel Studeren

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88 AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Link met het secundair onderwijs

Link met het secundair onderwijs Link met het secundair onderwijs 1. Instroomprojecten 'Tutoraat' en 'Klimop' De moeizame doorstroom in het secundair onderwijs en de instroom naar het hoger onderwijs van kansarme en allochtone jongeren

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs T Vertrekpunt

Nadere informatie

Diversiteit, hoger onderwijs, interculturaliteit, kansenongelijkheid, secundair onderwijs, schoolloopbanen

Diversiteit, hoger onderwijs, interculturaliteit, kansenongelijkheid, secundair onderwijs, schoolloopbanen 1. Referentie Referentie Duquet, N., Glorieux, I., Laurijssen, I. & Van Dorsselaer, Y. (2006). Wit krijt schrijft beter. Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld. Antwerpen Apeldoorn: Garant. Taal

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs becijferd

Sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs becijferd Sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs becijferd Groenez, S., Van den Brande, I. & Nicaise, I. (2003).. Leuven: Steunpunt LOA Een van de opdrachten van het Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs

Nadere informatie

De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003

De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003 De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003 G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs

Nadere informatie

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Begrijpend lezen in internationaal perspectief en in vergelijking met 2006 5 december 2017 Kim Bellens, Bieke De Fraine, Kelly Tielemans, Jan Van Damme & Margo

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie