K. Geluykens & J. Van Damme

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "K. Geluykens & J. Van Damme"

Transcriptie

1 Een verklaring van de in het secundair onderwijs bereikte eindpositie vanuit de gezinscontext, met bijzondere aandacht voor de eventuele rol van een echtscheiding van de ouders K. Geluykens & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2003 LOA-rapport nr. 11

2 Voor meer informatie omtrent deze publicatie: Steunpunt LOA, Unit Onderwijsloopbanen Auteur(s): K. Geluykens & J. Van Damme Adres: Dekenstraat 2, 3000 Leuven Tel.: of Fax.: Website: Copyright (2002) Steunpunt LOA p/a E. Van Evenstraat 2e, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijzen naar de bron. No material may be made public without an explicit reference to the source.

3 Een verklaring van de in het secundair onderwijs bereikte eindpositie vanuit de gezinscontext, met bijzondere aandacht voor de eventuele rol van een echtscheiding van de ouders Katrien Geluykens en Jan Van Damme Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -Evaluatie KULeuven en Steunpunt LOA 1 1. Inleiding In het kader van een grootschalig longitudinaal onderzoek op initiatief van de Vlaamse Minister van Onderwijs volgden we meer dan jongeren gedurende ongeveer tien jaar. Dit onderzoek, dat bekend staat als het LOSO-project (Longitudinaal Onderzoek Secundair Onderwijs) startte in september 1990, toen de jongeren het secundair onderwijs aanvatten. Het was vooral gericht op het beschrijven en verklaren van de schoolloopbaan, waarbij in het bijzonder de invloed van het schoolmilieu centraal stond. Omdat bij de start informatie ingewonnen werd bij de ouders en omdat ook in een latere fase aan de jongeren gevraagd werd of er veranderingen in het gezin plaatshadden, kunnen we nagaan of er aanwijzingen zijn dat de schoolloopbaan samenhangt met de gezinssituatie, en met name met het al dan niet geconfronteerd zijn met een echtscheiding van de ouders. In deze bijdrage richten we ons vooral op de loopbaan doorheen het secundair onderwijs als geheel, en meer specifiek bekijken we de eindpositie die men bereikt: het al dan niet behalen van een diploma, in een bepaalde onderwijsvorm, zonder of met vertraging. Bij het bepalen van de bereikte eindpositie in het secundair onderwijs baseren we ons op de positie van de leerlingen een goede zes jaar na de start in het secundair onderwijs. De normaalvorderende leerlingen bevinden zich dan in het eerste jaar hoger onderwijs, in het zevende leerjaar van het secundair onderwijs of op de arbeidsmarkt (waarbij ze hetzij aan het werk zijn, hetzij op zoek zijn naar werk). Allereerst brengen we de bereikte eindpositie in verband met de variabele echtscheiding ouders. Nadien proberen we de bereikte eindpositie te verklaren in termen van een geheel van variabelen, waarbij we toch vooral geïnteresseerd zijn in de verklarende waarde van gezinsvariabelen, zoals - naast de eventuele echtscheiding van de ouders van de jongere bijvoorbeeld ook de onderwijsgerichtheid van de ouders. (De onderwijsgerichtheid van de ouders geeft aan in welke mate de ouders hun kind op school opvolgen naar het oordeel van de leerkracht basisonderwijs en van de leerkrachten van de eerste graad.) 2 Een centrale onderzoeksvraag is dus: verschilt die eindpositie naargelang de jongere al dan niet een 1 Een gedeelte van de analyses waarover we rapporteren werd uitgevoerd in het kader van het Steunpunt Loopbanen doorheen het onderwijs naar de arbeidsmarkt, opgericht door de Vlaamse Overheid. 2 Met dank aan Marie-Christine Opdenakker die deze variabele beschikbaar stelde (Opdenakker, 2003). 1

4 echtscheiding van zijn of haar ouders heeft meegemaakt? Daarbij maken we onderscheid tussen echtscheidingen die gesitueerd zijn in de periode vooraleer het kind start in het secundair onderwijs, en echtscheidingen tijdens het secundair onderwijs. 2. De bereikte eindpositie in het voltijds secundair onderwijs We vormen groepen op basis van de eindpositie in het voltijds secundair onderwijs, waarbij we het deeltijds onderwijs aanvankelijk buiten beschouwing laten. Bij deze indeling vertrekken we van de laatstgevolgde onderwijsvorm in het voltijds secundair onderwijs, ASO, TSO of KSO en BSO. Binnen elke onderwijsvorm wordt een onderscheid gemaakt tussen normaalvorderende leerlingen, leerlingen die met één jaar vertraging en leerlingen die met meerdere jaren vertraging het zesde leerjaar secundair onderwijs afwerken. Er wordt ook een subcategorie onderscheiden van leerlingen die het zesde leerjaar voltijds secundair onderwijs niet met succes afwerken; dit zijn leerlingen die het voltijds secundair onderwijs voor of na het einde van de leerplicht zonder succes verlaten hebben, leerlingen die in de loop van het secundair onderwijs overschakelden naar het buitengewoon secundair onderwijs en leerlingen die in de loop van het secundair onderwijs overleden zijn. De leerlingen die overschakelen naar deeltijds secundair onderwijs behoren dus ook tot deze categorie. Bij deze indeling wordt dus geen rekening gehouden met het zevende leerjaar of de vierde graad secundair onderwijs. In Tabel 1 en in Tabel 2 worden de eindposities per onderwijsvorm en per geslacht gegeven in aantallen en in percentages 3. Uit die tabellen blijkt dat we zicht hebben op de eindpositie van meer dan 98% van de aanvangsgroep. Behalve voor de totale groep geven we in de tabellen ook de eindposities van jongens en meisjes afzonderlijk. De verschillen tussen beide geslachtsgroepen zijn soms erg groot. Zo werkt 67.1% van de meisjes het voltijds secundair onderwijs succesvol af in zes jaar, tegenover slechts 47.9% van de jongens. Tabel 3 geeft aan hoeveel van de 1045 leerlingen die het zesde leerjaar in het gewoon voltijds secundair onderwijs niet succesvol afwerken, wel met succes een leercontract beëindigen of slagen in de derde graad van het deeltijds BSO. Om te slagen in de derde graad van deeltijds BSO, moeten de leerlingen een studie- en/of kwalificatiegetuigschrift behalen. Het behalen van een attest van verworven bekwaamheden wordt niet als slagen beschouwd. Ook wordt in de tabel aangegeven hoeveel van de leerlingen die geen leercontract behalen of niet slagen in de derde graad van het deeltijds BSO, wel slagen in de tweede graad van het deeltijds BSO. Uit Tabel 3 kunnen we afleiden dat ongeveer 23% van de leerlingen die het zesde leerjaar in het gewoon voltijds secundair onderwijs niet succesvol afwerken, alsnog slagen in het deeltijds secundair onderwijs. 3 We danken Binke Van Kerckhoven en Viki Leysen voor het beschikbaar stellen van die gegevens. 2

5 Tabel 1. Eindposities van de LOSO-cohorte in het gewoon voltijds secundair onderwijs voor de gehele groep en per geslacht, in aantallen Eindpositie SO (N) Jongens Meisjes Totaal 6 ASO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer TSO/KSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer BSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer SO voltijds Totaal Geen succes voltijds SO Totaal VIZO/3 e graad DBSO geslaagd Niet geslaagd VIZO/3 e graad DBSO en restgroep Overleden Onbekend N PROEFGROEP De restgroep bevat leerlingen die voor het einde van de leerplicht het voltijds SO verlaten hebben of overgeschakeld zijn naar deeltijds secundair onderwijs en dit niet succesvol afgewerkt hebben, leerlingen die na het einde van de leerplicht het voltijds SO verlaten hebben zonder succesvol het zesde leerjaar afgewerkt te hebben en leerlingen die in de loop van het SO overschakelden naar het BuSO. 3

6 Tabel 2. Eindposities van de LOSO-cohorte in het gewoon voltijds secundair onderwijs voor de gehele groep en per geslacht, in percentages Eindpositie SO (%) Jongens Meisjes Totaal 6ASO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer TSO/KSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer BSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer SO voltijds Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer Geen succes volt SO Totaal VIZO/3 e graad DBSO geslaagd Niet geslaagd VIZO/3 e graad DBSO en restgroep Overleden Onbekend % PROEFGROEP De restgroep bevat leerlingen die voor het einde van de leerplicht het voltijds SO verlaten hebben of overgeschakeld zijn naar deeltijds secundair onderwijs en dit niet succesvol afgewerkt hebben, leerlingen die na het einde van de leerplicht het voltijds SO verlaten hebben zonder succesvol het zesde leerjaar afgewerkt te hebben en leerlingen die in de loop van het SO overschakelden naar het BuSO. 4

7 Tabel 3. Doorstroming van de leerlingen die het zesde leerjaar van het gewoon voltijds secundair onderwijs niet succesvol afgewerkt hebben, in aantallen en percentages Eindpositie Jongens % Meisjes % Totaal % VIZO geslaagd e gr. DBSO geslaagd (kwalificatiegetuigschrift) Totaal geslaagden VIZO/3 e gr. DBSO e gr. DBSO geslaagd (kwalificatie- of studiegetuigschrift) VIZO onbekend e gr. DBSO onbekend e gr. DBSO attest verworven bekwaamheden e gr. DBSO onbekend e gr. DBSO attest verworven bekwaamheden VIZO niet geslaagd of stopgezet e gr. DBSO stopgezet e gr. DBSO stopgezet Totaal niet geslaagd VIZO/DBSO Restgroep Totaal Onbekend staat voor onbekend of het getuigschrift behaald werd. 2 De restgroep bevat leerlingen die voor het einde van de leerplicht het voltijds SO verlaten hebben of overgeschakeld zijn naar deeltijds secundair onderwijs en dit niet succesvol afgewerkt hebben, leerlingen die na het einde van de leerplicht het voltijds SO verlaten hebben zonder succesvol het zesde leerjaar afgewerkt te hebben en leerlingen die in de loop van het SO overschakelden naar het BuSO. 3. Subgroepen en aantallen: een samenvattend overzicht De subgroepen waarvoor de samenhang met enkele variabelen zal worden nagegaan zijn de normaalvorderenden, diegenen die met één jaar vertraging het voltijds secundair onderwijs afwerken, diegenen die met twee of meer jaren vertraging het voltijds secundair onderwijs afwerken en de leerlingen die het voltijds secundair onderwijs niet met succes in het zesde leerjaar afwerken. In totaal gaat het hier om 6302 leerlingen. Uit Tabel 4 en Grafiek 1 blijkt dat ongeveer 16% van de leerlingen het zesde leerjaar voltijds secundair onderwijs niet met succes afwerkten; binnen deze groep eindigt 10.5% in BSO en 5% in TSO/KSO. Tabel 4. Aantallen in subgroepen naargelang van de eindpositie in het voltijds secundair onderwijs ASO TSO/KSO BSO Onbekend Totaal N % N % N % N % N % Normaalvorderend j vertraging of meer jaren vertraging Geen succes voltijds Overleden Onbekend Totaal Hier baseren we ons op de laatste loopbaanpositie in voltijds SO, al dan niet met succes. Leerlingen uit het eerste leerjaar werden ondergebracht bij onbekend, leerlingen uit de A-stroom van het 2e leerjaar bij TSO en leerlingen uit de B-stroom van het 2e leerjaar bij BSO. 5

8 Grafiek 1. Percentage leerlingen in de totale proefgroep naargelang van de eindpositie in het voltijds secundair onderwijs normaalvorderend 1j. vertraging >=2 j. vertraging geen succes voltijds 0 ASO TSO/KSO BSO In Grafiek 1 wordt aangegeven welk percentage van de 6400 leerlingen succes behaalt in het zesde leerjaar van een bepaalde onderwijsvorm (ASO of Algemeen, TSO/KSO of Technisch/Kunst en BSO of Beroepssecundair onderwijs) zonder of met vertraging, of eventueel het gewoon secundair onderwijs verlaat zonder de eindmeet te bereiken. Dit zijn de eindposities waaraan we aandacht zullen besteden in de volgende punten. 4. Enkelvoudige samenhang van loopbaankenmerken met gezinsvariabelen We richten ons eerst op de samenhang tussen de eindpositie en de echtscheiding van de ouders, waarbij we ook rekening houden met het moment van de echtscheiding. Daarna komt de samenhang tussen de eindpositie en de onderwijsgerichtheid van de ouders aan bod. Tot slot bekijken we nog de samenhang tussen de echtscheiding en enkele andere loopbaankenmerken, nl. het zittenblijven en de overgangen tussen leerjaren. 6

9 4.1 Samenhang eindpositie secundair onderwijs en echtscheiding ouders Tabel 5. Eindposities van leerlingen met gescheiden ouders in het secundair onderwijs per geslacht, in aantallen Eindpositie SO Jongens Meisjes Totaal 6 ASO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer TSO/KSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer BSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer SO voltijds Totaal Geen succes voltijds SO Overleden Onbekend N We vergelijken de doorstroming van leerlingen met gescheiden ouders doorheen het secundair onderwijs (zie Tabel 5 en 6) met de doorstroming in de totale onderzoeksgroep (zie Tabel 1 en 2). We beschikken over de informatie van 713 proefgroepleerlingen wiens ouders gescheiden zijn. Het percentage leerlingen dat met succes het voltijds secundair onderwijs beëindigt is lager in de groep met gescheiden ouders dan in de gehele groep (72.5% t.o.v. 82%). Het percentage jongeren dat met succes afstudeert in het ASO ligt lager in de groep met gescheiden ouders (27.3% t.o.v 35.4% in de gehele groep), net zoals het percentage jongeren afstuderend in het TSO/KSO (21.7% t. o. v. 26.9% in de gehele groep). Het percentage leerlingen dat afstudeert in het BSO ligt iets hoger in de groep met gescheiden ouders (23.3% t.o.v. 19.8% in de gehele groep). Verder is het percentage jongeren zonder succes in voltijds secundair onderwijs hoger in de groep met gescheiden ouders (24.4% t.o.v. 16.3% in de gehele groep). 7

10 Tabel 6. Eindposities van leerlingen met gescheiden ouders in het secundair onderwijs per geslacht, in percentages Eindpositie SO Jongens Meisjes Totaal 6 ASO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer TSO/KSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer BSO Totaal na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar of meer SO voltijds Totaal Geen succes voltijds SO Overleden Onbekend % In Tabel 7 en Grafiek 2 wordt de samenhang tussen de echtscheiding van ouders met de mate van succes in voltijds secundair onderwijs op een andere manier voorgesteld. We bekijken binnen elke eindpositie, van hoeveel procent van de leerlingen de ouders gescheiden zijn. Het percentage jongeren met gescheiden ouders is lager bij de normaalvorderenden dan bij de leerlingen die met één of meer jaar vertraging afstuderen in het secundair onderwijs. Dit geldt ook binnen de verschillende onderwijsvormen, zij het dat in het BSO het verschil zeer klein is. Het percentage jongeren met gescheiden ouders is het hoogst in de subgroep die geen succes behaalt in het voltijds secundair onderwijs. Het percentage jongeren met gescheiden ouders varieert van 9% bij de normaalvorderende ASO leerlingen tot 30.6% in de groep leerlingen die geen succes behaalt in voltijds secundair onderwijs en eindigt in TSO/KSO. Omgekeerd varieert het percentage jongeren van wie de ouders niet gescheiden zijn van 91% in de groep normaalvorderende ASO-leerlingen tot 69.4% in de groep leerlingen die zonder succes het voltijds TSO/KSO verlaat. Tabel 7. Percentage leerlingen met gescheiden ouders (1) en uit intact gezin (2) per eindpositie in het voltijds secundair onderwijs, ook beschikbaarheid (%) ASO TSO/KSO BSO Totaal % 1 2 % 1 2 % 1 2 % Normaalvorderend j vertraging of meer jaren vertraging Geen succes voltijds Totaal Deze percentages werden berekend op het totaal aantal leerlingen met al dan niet gescheiden ouders (onbekenden werden buiten beschouwing gelaten) binnen een bepaalde eindpositie. 8

11 Grafiek 2. Percentage leerlingen met gescheiden ouders per eindpositie in het voltijds secundair onderwijs Normaalvorderenden 1 jaar vertraging >= 2 jaar vertraging Geen succes voltijds 0 ASO TSO/KSO BSO 4.2 Samenhang met tijdstip van echtscheiding: vóór of tijdens het secundair onderwijs Om zicht te krijgen op de samenhang tussen het moment van de echtscheiding van de ouders en de schoolloopbaan, inspecteren we eerst de informatie over het tijdstip van de echtscheiding. De informatie over het al dan niet gescheiden zijn van de ouders is gebaseerd op verschillende vragenlijsten. Wanneer de scheiding plaatsvond tijdens het secundair onderwijs, beschikken we in de meeste gevallen over het leerjaar waarin de jongere op dat moment zat. Wanneer de scheiding van de ouders gebeurde tijdens het lager onderwijs of na het afsluiten van het secundair onderwijs, hebben we geen preciezere informatie over het tijdstip. In Tabel 8 worden de aantallen jongeren gegeven naargelang van het tijdstip van de echtscheiding. We beschikken over informatie over het tijdstip van de echtscheiding voor 653 leerlingen (voor 38 anderen weten we niets over de periode waarin de echtscheiding plaatsvond). Binnen deze groep van 653 leerlingen zijn bij 70% de ouders gescheiden vóór het secundair onderwijs, bij 28.2% tijdens en bij 1.8% na het secundair onderwijs. Tabel 8. Verdeling van jongeren met gescheiden ouders naargelang van het tijdstip van de echtscheiding Tijdstip echtscheiding N Categorie Vóór lager onderwijs Lager onderwijs Secundair onderwijs Tot Na secundair onderwijs 12 Onbekend 38 Totaal Binnen deze categorie werden 43 leerlingen opgenomen van wie we enkel de informatie hebben dat de echtscheiding plaatsvond vóór het einde van het eerste jaar secundair onderwijs. 9

12 Uit Tabel 9 blijkt dat ongeveer 31% van de leerlingen wiens ouders gescheiden zijn vóór de aanvang van het secundair onderwijs, geen succes behaalt in het voltijds secundair onderwijs en dat nog eens ongeveer 8% van hen twee of meer jaren vertraging heeft in het secundair onderwijs. Van de groep leerlingen wiens ouders gescheiden zijn tijdens het secundair onderwijs, behaalt 13% geen succes in voltijds secundair onderwijs en loopt ongeveer 7% twee of meer jaren vertraging op. Tabel 9. Aantal en percentages van jongeren met gescheiden ouders volgens tijdstip van de echtscheiding per eindpositie in het voltijds secundair onderwijs Vóór secundair onderwijs N rij% Kolom % Tijdens secundair onderwijs Na secundair onderwijs Totaal N rij% kolom% N rij% kolom% N % % Normaalvord j vertraging jaren vertraging Geen succes voltijds Totaal We stellen vast dat voor de meerderheid van de leerlingen met gescheiden ouders, het tijdstip van de echtscheiding vóór de aanvang van het secundair onderwijs lag, ook als rekening gehouden wordt met het verschil in tijdsduur van die twee periodes. Dit geldt nog meer bij diegenen die geen succes behalen in voltijds secundair onderwijs, dan bij diegenen die met twee of meer jaar vertraging succesvol eindigen in secundair onderwijs, enz. Van de leerlingen wiens ouders vóór het secundair onderwijs gescheiden zijn, is 56.5% in het secundair onderwijs niet normaalvorderend. Van de leerlingen wiens ouders tijdens het secundair onderwijs gescheiden zijn, is de meerderheid wel normaalvorderend en is 42.4% niet normaalvorderend. Het tijdstip van echtscheiding houdt verband met de mate van succes (normaalvorderend, 1 jaar vertraging, 2 of meer jaren vertraging, succes in deeltijds SO en geen succes in deeltijds secundair onderwijs), maar ook met de eindonderwijsvorm (ASO, TSO/KSO of BSO) en met de gecombineerde eindpositie (zie Tabel 12). Hieronder worden deze variabelen toegelicht: de mate van succes (normaalvorderend succes behalen, met 1 jaar vertraging succes behalen, met 2 of meer jaren vertraging succes behalen, succes behalen in deeltijds secundair onderwijs en geen succes behalen in deeltijds secundair onderwijs), de eindonderwijsvorm (ASO, TSO/KSO en BSO), de gecombineerde eindpositie, waarbij beide voorgaande indelingen gecombineerd werden. Voor de constructie van die laatstvermelde variabele werden de eindposities in het secundair onderwijs (dus de laatste onderwijsvorm in het voltijds secundair onderwijs gecombineerd met de mate van succes) met elkaar vergeleken wat betreft het gemiddelde prestatieniveau voor Nederlands en wiskunde dat de leerlingen bij de aanvang van het secundair onderwijs behaalden (zie Tabel 10). Op basis daarvan onderscheiden we acht geordende categorieën, in de eerste plaats bestaande uit zes groepen die significant ven elkaar verschillen, namelijk (1) normaalvorderend succes behalen in het ASO, (2) met één jaar vertraging succes behalen in het ASO, (3) normaalvorderend succes behalen in TSO/KSO, (4) met twee of meer jaren vertraging succes behalen in TSO/KSO en geen succes behalen in voltijds secundair onderwijs na TSO/KSO, (5) al dan niet met vertraging succes behalen in BSO en (6) geen succes behalen in voltijds BSO. Daarnaast zijn er nog twee groepen die niet significant van sommige andere groepen verschillen, bestaande uit (1) diegenen die met twee of meer jaar vertraging succes behalen in ASO en diegenen die vanuit ASO naar deeltijds 10

13 secundair onderwijs overgaan en daar geen succes behalen en (2) diegenen die met één jaar vertraging succes behalen in TSO/KSO. Die laatstvermelde groepen kenden we een tussenliggende code toe, zoals blijkt uit Tabel 11. Tabel 10. Gemiddelde, standaarddeviatie van de aanvangsprestaties Nederlands en Wiskunde per eindpositie ASO TSO/KSO BSO Totaal Gem. SD N Gem. SD N Gem. SD N Gem. SD N Normaalvord jaar vertraging >= 2 j vertraging Succes deeltijds Gn succ. deelt Totaal Tabel 11. Homogene groepen van eindposities op basis van gemiddelde scores op de aanvangstoetsen Nederlands en wiskunde, met weglating van groepen waarbij N<70 (ANOVA met post-hoc Tukey-toets, α <.05) 1 OV Succes N ASO Normaalvorderend jaar vertraging Gn succ deelt & >= 2j vertr TSO/KSO Normaalvorderend jaar vertraging >= 2 jaar vertraging Geen succes deeltijds Succes deeltijds 91 4 BSO >= 2 jaar vertraging jaar vertraging Normaalvorderend Succes deeltijds Geen succes deeltijds De gemiddelden van 6 groepen verschillen significant van elkaar. We gaven hen de waarden van 1 tot en met 6. Twee kleine subgroepen (twee jaar vertraging en geen succes in deeltijds) werden samengevoegd en beschouwd als groep 2.5. De groep leerlingen met 1 jaar vertraging in TSO/KSO behaalt een gemiddelde score die niet significant verschilt van groep 3 en groep 4. Deze beschouwen we dan ook als groep 3.5. Diegenen met 2 of meer jaar vertraging in ASO en geen succes in deeltijds ASO vormen samen groep 2.5, deze groep verschilt dus niet significant van groep 2 en groep 3. Het verband tussen eindpositie en echtscheiding werd nagegaan door de Spearman correlatiecoëfficiënt te berekenen tussen de verschillende afhankelijke variabelen en het tijdstip van echtscheiding, waarbij de categorieën gehanteerd werden uit Tabel 9 (de groep leerlingen wiens ouders gescheiden zijn na het secundair onderwijs werd hier omwille van het lage aantal buiten beschouwing gelaten). Leerlingen wiens ouders scheiden vóór het secundair onderwijs zijn minder succesvol, eindigen meer in BSO en minder in ASO en eindigen vaker zonder succes in voltijds SO en met zeer veel vertraging in BSO of in TSO/KSO en minder als normaalvorderende of met één jaar vertraging in ASO of in TSO/KSO. Eén en ander wordt duidelijk uit de vergelijking van Grafiek 3 en Grafiek 4 en uit Tabel 13, waarbij er uiteraard moet rekening gehouden worden met het feit dat er meer dan tweemaal meer echtscheidingen plaatshadden vóór dan tijdens het secundair onderwijs. De schaal van Grafiek 3 en Grafiek 4 verschilt dan ook. 11

14 Tabel 12. Enkelvoudige correlaties tussen het tijdstip van echtscheiding en de eindpositie in secundair onderwijs (638 N 641) Afhankelijke variabelen Predictoren Mate van succes Eind OV Gecombineerde eindpositie Tijdstip echtscheiding 0.17* 0.20* 0.22* * Significant op 0.01-niveau. Tabel 13. Procentuele verdeling van jongeren met ouders gescheiden vóór het secundair onderwijs en met ouders gescheiden tijdens secundair onderwijs per eindpositie in het voltijds secundair onderwijs ASO TSO/KSO BSO %voorso 1 %tijdensso %voorso %tijdensso %voorso %tijdensso Normaalvorderend j vertraging of meer jaren vertraging Geen succes voltijds 1 Totaal Deze percentages werden berekend op het totaal aantal leerlingen met al dan niet gescheiden ouders (onbekenden werden buiten beschouwing gelaten) binnen een bepaalde eindpositie. Grafiek 3. Percentage leerlingen met ouders gescheiden vóór de aanvang van het secundair onderwijs per eindpositie in het voltijds secundair onderwijs Normaalvorderenden 1 jaar vertraging >= 2 jaar vertraging Geen succes voltijds 0 ASO TSO/KSO BSO 12

15 Grafiek 4. Percentage leerlingen met ouders gescheiden tijdens secundair onderwijs per eindpositie in het voltijds secundair onderwijs ASO TSO/KSO BSO Normaalvorderenden 1 jaar vertraging >= 2 jaar vertraging Geen succes voltijds Wanneer we per eindpositie de percentages vergelijken van diegenen met ouders die vóór het secundair onderwijs gescheiden zijn en van de leerlingen van wie de ouders tijdens het secundair onderwijs gescheiden zijn, zien we dat een echtscheiding vóór het secundair onderwijs duidelijk een grotere impact heeft op de eindpositie dan een echtscheiding tijdens het secundair onderwijs (zie Tabel 13, Grafiek 3 en Grafiek 4). Dit verschil blijkt ook bij het berekenen van de effectgrootte van een echtscheiding vóór het secundair onderwijs (R²=.03) en van een echtscheiding tijdens het secundair onderwijs (R²=.00). Die effectgroottes maken meteen duidelijk dat het effect van een ouderlijke echtscheiding op de eindposities van leerlingen klein is. 4.3 Samenhang met de onderwijsgerichtheid van de ouders De schaal onderwijsgerichtheid van de ouders werd geconstrueerd op basis van informatie over de opvolging van de leerling door de ouders (3 items), over de positieve instelling van de ouders ten opzichte van de school (1 item) en over de bereikbaarheid van de ouders voor de leerkracht (1 item) 4. Deze informatie is afkomstig van leerkrachten en met name klastitularissen lager en secundair onderwijs. Als filterregel werd beslist dat er minimum 3 items ingevuld moesten zijn, om een score te krijgen op deze variabele. De minimumwaarde één geeft aan dat de ouders helemaal niet onderwijsgericht zijn en de waarde vijf betekent dat ze heel onderwijsgericht zijn. De gemiddelde score is het hoogst voor de normaalvorderende ASOleerlingen en het laagst voor de leerlingen die het voltijds BSO-onderwijs niet met succes afwerken en ook geen succes behalen in deeltijds secundair onderwijs (zie Tabel 14). 4 Die schaal is ontworpen door Marie-Christine Opdenakker (zie Opdenakker, 2003). 13

16 Tabel 14. Gemiddelde, standaarddeviatie en beschikbaarheid (%) van onderwijsgerichtheid van de ouders per eindpositie in het secundair onderwijs ASO TSO/KSO BSO Totaal Gem. SD % Gem. SD % Gem. SD % Gem. SD % Normaalvorderend j vertraging of meer jaren vertraging Succes deelt Gn succes deelt Totaal Verband tussen echtscheiding ouders en zittenblijven We gaan na of leerlingen met gescheiden ouders meer blijven zitten in het schooljaar na de echtscheiding of in één van de volgende schooljaren. Uit Tabel 15 kunnen we afleiden dat het percentage leerlingen dat bist in elk leerjaar (behalve in het vijfde en zevende leerjaar) hoger ligt in de groep leerlingen met gescheiden ouders dan in de groep leerlingen wiens ouders niet gescheiden zijn. Het percentage leerlingen met gescheiden ouders dat bist is het hoogst in het derde leerjaar. Wanneer we het tijdstip van de echtscheiding in rekening brengen, stellen we vast dat het percentage dat bist in het jaar van de echtscheiding veel hoger ligt bij leerlingen met ouders gescheiden tijdens het vierde leerjaar secundair onderwijs. Het gaat hierbij echter om een percentage berekend op een erg klein aantal leerlingen (zie Tabel 16). Tabel 15. Frequentieverdeling van leerlingen opgesplitst volgens bisjaar en het al dan niet gescheiden zijn van de ouders Geen gescheiden ouders Gescheiden ouders Totaal (niet) gescheiden Totaal volledig (met onbekend) N % N % N % N % Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Totaal

17 Tabel 16. Aantal en percentages van leerlingen met gescheiden ouders opgesplitst volgens bisjaar en volgens moment van echtscheiding Tijdstip scheiding Bisjaar Lj1 Lj2 Lj3 Lj4 Lj5 Lj6 Lj7 Tot. N % N % N % N % N % N % N % Voor SO SO Lj Lj Lj Lj Lj Lj Na SO Globaal gezien zijn er geen duidelijke aanwijzingen dat het bissen sterk gekoppeld is aan de precieze periode van de echtscheiding. 4.5 Verband echtscheiding ouders en overgang naar volgende leerjaar In Tabel 17 wordt per leerjaar aangegeven hoeveel leerlingen er starten in dat leerjaar en welk percentage leerlingen tijdens het eerstvolgende schooljaar in het hogere leerjaar aanwezig is. Opvallend is dat het percentage leerlingen dat zonder vertraging overgaat naar het volgende leerjaar hoger ligt binnen de groep leerlingen wiens ouders niet gescheiden zijn, en dit vooral bij de overgang van het derde leerjaar secundair onderwijs naar het vierde leerjaar secundair onderwijs. Wanneer we kijken naar het tijdstip van de echtscheiding, kunnen we enkel over de leerlingen wiens ouders in het vierde, vijfde of het zesde leerjaar secundair onderwijs gescheiden zijn zeggen dat er een kleiner percentage overgaat naar het volgende leerjaar. Opnieuw gaat het hier telkens om een klein aantal leerlingen. Tabel 17. Aantal leerlingen met gescheiden ouders opgesplitst volgens het leerjaar waarin de echtscheiding plaatsvond, met vermelding van het aantal dat start in een bepaald leerjaar en het percentage daarvan dat zonder vertraging doorstroomt naar het hogere leerjaar Tot. NLj 1 Lj2 Lj3 Lj4 Lj5 Lj6 Lj6 a-attest 1 % NLj2 % NLJ 3 % NLj4 % NLj5 % NLj6 % Voor SO SO Lj Lj Lj Lj Lj Lj Tot Na SO Totaal gescheiden Totaal niet gescheiden Dit is het aantal en percentage leerlingen die succes behalen in het eerste zesde leerjaar. 2 Dit aantal bevat ook een aantal leerlingen van wie we geen informatie hebben over het tijdstip van echtscheiding. 15

18 Globaal gezien zijn er dus geen sterke aanwijzingen dat een echtscheiding op zeer korte termijn leidt tot het verlaten van het voltijds gewoon secundair onderwijs. 5. Meervoudige samenhang van de eindpositie met persoonsen gezinskenmerken We proberen eerst zicht te krijgen op die samenhang door middel van regressie-analyses (waarin de ene variabele a. h. w. naast de andere opgenomen wordt en waarin ook sommige interactie-effecten aandacht krijgen) en nadien door middel van padanalyses (waarin de onderlinge paden van beïnvloeding aan bod komen). 5.1 Variabelen Om zicht te krijgen op de samenhang van de eindpositie met het geheel van variabelen en om na te gaan of de variabele echtscheiding ouders een meerwaarde biedt in de verklaring van de eindpositie van leerlingen, voerden we enkele regressie-analyses uit. In de regressie-analyses besteden we aandacht aan vijf varianten qua eindpositie (waarvan de eerste drie al eerder aan bod kwamen): de mate van succes (normaalvorderend succes behalen, met 1 jaar vertraging succes behalen, met 2 of meer jaren vertraging succes behalen, succes behalen in deeltijds secundair onderwijs en geen succes behalen in deeltijds secundair onderwijs), de eindonderwijsvorm (ASO, TSO/KSO en BSO), de gecombineerde eindpositie, waarbij beide voorgaande indelingen gecombineerd werden. Op basis daarvan onderscheiden we zoals reeds gezegd acht geordende categorieën, in de eerste plaats bestaande uit zes groepen die significant ven elkaar verschillen, namelijk (1) normaalvorderend succes behalen in het ASO, (2) met één jaar vertraging succes behalen in het ASO, (3) normaalvorderend succes behalen in TSO/KSO, (4) met twee of meer jaren vertraging succes behalen in TSO/KSO en geen succes behalen in voltijds secundair onderwijs na TSO/KSO, (5) al dan niet met vertraging succes behalen in BSO en (6) geen succes behalen in voltijds secundair onderwijs na BSO. Daarnaast zijn er nog twee groepen die niet significant van sommige andere groepen verschillen, bestaande uit (1) diegenen die met twee of meer jaar vertraging succes behalen in ASO en diegenen die vanuit ASO naar deeltijds secundair onderwijs overgaan en daar geen succes behalen en (2) diegenen die met één jaar vertraging succes behalen in TSO/KSO. Die laatstvermelde groepen kenden we een tussenliggende code toe zoals blijkt uit Tabel 11, het al dan niet gekwalificeerd zijn in secundair onderwijs (waarbij gekwalificeerd zijn beschouwd wordt als het behalen van een diploma in voltijds secundair onderwijs of het behalen van een diploma in deeltijds secundair onderwijs), het al dan niet gekwalificeerd zijn in het voltijds secundair onderwijs, waarbij we het behalen van een diploma in deeltijds secundair onderwijs uiteraard buiten beschouwing laten. Als predictoren nemen we achtereenvolgens op: enkele indicatoren van het thuismilieu, nl. het onderwijsniveau van vader en moeder en de voertaal thuis, de individuele vaardigheden bij de start in het secundair onderwijs (intelligentie en prestaties voor wiskunde en Nederlands), al dan niet op tijd starten in het secundair onderwijs, het geslacht en het aanvangsnet en 16

19 de gezinsvariabelen echtscheiding van de ouders en onderwijsgerichtheid van de ouders. De schaal onderwijsgerichtheid van de ouders werd geconstrueerd op basis van informatie over de opvolging van de leerling door de ouders (3 items), over de positieve instelling van de ouders ten opzichte van de school (1 item) en over de bereikbaarheid van de ouders voor de leerkracht (1 item). Deze informatie was afkomstig van leerkrachten lager en secundair onderwijs. Hieronder volgt eerst enige uitleg in verband met de codering van de gebruikte variabelen: OU-MAHOO en OU-PAHOO: 0=geen diploma, 1=diploma lager onderwijs, 2=lager/hoger secundair beroepsonderwijs, 3=lager secundair technisch, 4=lager middelbaar, 5=hoger secundair technisch onderwijs, 6=hoger middelbaar, 7=hoger niet-universitair onderwijs, 8=universitair onderwijs Aanvangsnet: 1=vrij katholiek onderwijs 2=gemeenschapsonderwijs 3=provinciaal Geslacht: 0=jongen 1=meisje Thuistaal: 0=voertaal is andere taal dan Nederlands of meerdere talen, 1= voertaal is (dialect van het) Nederlands Aanvang-op tijd: 0= aanvang secundair onderwijs met vertraging, 1= aanvang secundair onderwijs op tijd of met voorsprong Echtscheiding: 0=gescheiden ouders, 1= geen gescheiden ouders Echtscheiding vóór secundair onderwijs: 0=echtscheiding ouders vóór secundair onderwijs, 1=geen echtscheiding ouders Echtscheiding tijdens secundair onderwijs: 0=echtscheiding ouders tijdens secundair onderwijs, 1=geen echtscheiding ouders Onderwijsgerichtheid: 1=helemaal niet onderwijsgericht, 2=eerder niet onderwijsgericht, 3=neutraal, 4=eerder wel onderwijsgericht, 5=heel onderwijsgericht Mate van succes: 1=geen succes deeltijds, 2=succes deeltijds, 3=2 of meer jaar vertraging, 4=1 jaar vertraging, 5=normaalvorderend Eindonderwijsvorm: 1=BSO, 2=TSO/KSO, 3=ASO Gecombineerde eindpositie: 1=BSO, succes of geen succes in deeltijds secundair onderwijs, 2=BSO, normaalvorderend, 1 of >=2j vertraging, 3=TSO, deeltijds secundair onderwijs (al dan niet met succes), >=2j vertraging, 3.5=TSO, 1j vertraging, 4=TSO, normaalvorderend, 4.5=ASO, geen succes deeltijds secundair onderwijs of >=2j vertraging, 5=ASO, 1j vertr, 6=ASO, normaalvorderend Kwalificatie secundair onderwijs: 0=geen kwalificatie secundair onderwijs, 1= kwalificatie secundair onderwijs Kwalificatie voltijds secundair onderwijs: 0=geen succes in voltijds secundair onderwijs 1=succes voltijds secundair onderwijs 5.2 Regressie-analyses A) Samenhang tussen variabelen In Tabel 18 worden de correlaties tussen de verschillende onafhankelijke variabelen gegeven. Omdat de meeste predictoren ordinale variabelen zijn, werd hiervoor de Spearman correlatiecoëfficiënt gebruikt. We moeten hierbij wel vermelden dat we deze met voorzichtigheid moeten interpreteren (aangezien de afstand tussen de verschillende posities voor elke variabele niet noodzakelijk gelijk is). De onderwijsgerichtheid van de ouders correleert het sterkst met het onderwijsniveau van vader en moeder en met de intelligentiescore en de aanvangsprestatie voor wiskunde en Nederlands van de leerling. Het al dan niet gescheiden zijn van de ouders hangt ook samen met de onderwijsgerichtheid van de ouders in die zin dat gescheiden ouders minder onderwijsgericht zijn. Er zijn minder anderstalige ouders die scheiden. Ouders van leerlingen met een hogere intelligentiescore, van leerlingen met betere aanvangsprestaties, van leerlingen die op tijd starten in het secundair onderwijs en van leerlingen uit het Katholiek Onderwijs scheiden minder. 17

20 Tabel 18. Enkelvoudige correlaties tussen de predictoren (4407 N 6315) OU- PAHOO OU-PAHOO 1.00 OU- MAHOO OU-MAHOO 0.64* 1.00 THUIS -TAAL THUISTAAL 0.34* 0.38* 1.00 INT(0) 0.41* 0.43* 0.38* 1.00 INT PREST Aanvangop tijd PREST(0) 0.42* 0.45* 0.33* 0.81* 1.00 Aanvang-op tijd 0.27* 0.28* 0.31* 0.42* 0.41* 1.00 Gesl. Geslacht 0.03* * 0.05* 0.06* 1.00 Aanvangs-net -0.15* -0.15* -0.17* -0.20* -0.24* -0.12* -0.06* * 0.43* 0.33* 0.45* 0.49* 0.28* 0.05* -0.11* 1.00 Aanvangsnet Onderwijsger. Echtscheid. Onderwijsgerichtheid Echtscheiding * 0.05* 0.07* 0.08* * 0.14* 1.00 * correlatie is significant op 0.01 niveau. In Tabel 19 worden de correlaties weergegeven tussen de predictoren en de afhankelijke variabelen. Alle opgenomen predictoren vertonen een significante correlatie met de mate van succes in secundair onderwijs, met de eindonderwijsvorm en met de gecombineerde eindpositie. Het verband van de eindonderwijsvorm met de predictoren is meestal duidelijk hoger dan dit van de mate van succes. De predictor echtscheiding ouders vormt hierop een uitzondering. De predictoren correleren het sterkst met de gecombineerde eindpositie, maar deze correlaties zijn niet veel hoger dan die met de eindonderwijsvorm. Van alle predictoren correleren de scores voor Nederlands en wiskunde bij aanvang van het secundair onderwijs het sterkst met de gecombineerde eindpositie. Tabel 19. Enkelvoudige correlaties 1 tussen de predictoren en de afhankelijke variabelen (4617 N 6302) Predictoren Mate van succes Eind OV Afhankelijke variabelen Gecombineerde eindpositie Kwalificatie SO Kwalificatie voltijds SO OU-PAHOO 0.24* 0.44* 0.44* 0.23* 0.25* OU-MAHOO 0.25* 0.45* 0.46* 0.25* 0.26* THUISTAAL 0.21* 0.23* 0.26* 0.22* 0.19* INT(0) 0.36* 0.64* 0.66* 0.31* 0.34* PREST(0) 0.41* 0.71* 0.73* 0.30* 0.35* Aanvang-op tijd 0.25* 0.42* 0.43* 0.31* 0.33* Geslacht 0.20* 0.14* 0.17* 0.10* 0.14* Aanvangsnet -0.22* -0.18* -0.21* -0.19* -0.19* Onderwijsgerichtheid 0.38* 0.52* 0.55* 0.31* 0.35* Echtscheiding ouders 0.15* 0.12* 0.15* 0.13* 0.16* * correlatie is significant op 0.01-niveau 1 Spearman correlatiecoëfficiënt 18

21 B) Enkelvoudige regressie-analyses Omdat onze interesse vooral uitgaat naar de gezinsvariabelen al dan niet gescheiden ouders en onderwijsgerichtheid van de ouders, voerden we met elk van deze variabelen eerst een enkelvoudige lineaire regressie-analyse uit. We stelden vast dat de gezinsvariabele echtscheiding ouders 3% van de mate van succes, 2% van de eindonderwijsvorm en 2% van de gecombineerde eindpositie verklaart, wanneer we enkel met deze variabele rekening houden. De onderwijsgerichtheid van de ouders verklaart veel meer, namelijk 19% van de mate van succes, 27% van de eindonderwijsvorm en 31% van de gecombineerde eindpositie. C) Meervoudige regressie-analyses Wanneer we de naast de onderwijsgerichtheid ook het al dan niet gescheiden zijn van de ouders in meervoudige lineaire regressie-analyses opnamen, constateerden we dat de predictieve kracht van de regressievergelijking enkel iets verbetert voor de gecombineerde eindpositie: beide predictoren samen verklaren 19% van de mate van succes, 27% van de eindonderwijsvorm en 32% van de gecombineerde eindpositie. De onderwijsgerichtheid van de ouders blijkt dus een betere predictor te zijn dan de echtscheiding van de ouders, zowel van de mate van succes als van de eindonderwijsvorm en van de gecombineerde eindpositie. De gebruikte methode van regressie-analyse bestaat erin dat elke variabele stapsgewijs geëvalueerd wordt voor opname of verwijdering uit de vergelijking op basis van statistische criteria. De variabele die de hoogste correlatie heeft met de afhankelijke variabele wordt het eerst opgenomen, in dit geval dus de onderwijsgerichtheid. Tabel 20. Proportie variantie (R²) in de eindpositie van het secundair onderwijs verklaard door de predictoren (3241 N 3244) (cumulatief) Predictoren OU-PAHOO en OU-MAHOO Mate van succes Eind OV Afhankelijke variabelen Gecombineerde eindpositie Kwalificatie SO Kwalificatie voltijds SO.06*.22*.23*.03*.04* THUISTAAL.07*.22*.23*.05*.05* INT(0).11*.43*.44*.07*.08* PREST(0).15*.52*.54*.08*.09* Aanvangsleeftijd.16*.53*.55*.10*.12* Geslacht.18*.54*.57*.11*.13* Aanvangsnet.19* *.14* Onderwijsgerichtheid.24*.57*.60*.14*.18* Echtscheiding ouders.25*.57.61*.14*.19* Echtscheiding ouders.21*.56*.58*.12*.16* Onderwijsgerichtheid.25*.57*.61*.14*.19* * significante toename (p 0.01) Uit Tabel 20 blijkt dat de eerst opgenomen gezinsvariabelen (het onderwijsniveau van vader en moeder en de thuistaal) 7% van de mate van succes, 22% van de eindonderwijsvorm en 23% van de gecombineerde eindpositie verklaren. De cognitieve vaardigheden van de leerlingen (intelligentie en aanvangsprestaties) verhogen deze percentages tot respectievelijk 15%, 52% en 54%. Aanvullend constateren we nog een betekenisvolle verhoging van de verklaarde variantie als we de aanvangsleeftijd en het geslacht in rekening brengen. Dit betekent dat, ook als we reeds rekening houden met het sociaal milieu en de aanvangsprestaties, leerlingen die op tijd of met een voorsprong in het secundair onderwijs starten nadien minder vertraging oplopen of 19

22 minder onsuccesvol eindigen in voltijds secundair onderwijs, minder eindigen in BSO (en meer kans hebben normaalvorderend te eindigen in het SO) dan diegenen die met vertraging starten in het secundair onderwijs. Hetzelfde geldt voor meisjes, die het beter doen dan jongens. Wat de mate van succes betreft, is er nog een betekenisvolle bijdrage van het aanvangsnet. Leerlingen die in het Vrij Onderwijs starten, lopen minder vertraging op dan die uit het Gemeenschapsonderwijs. Wat de eindonderwijsvorm en de gecombineerde eindpositie betreft, is er geen aanvullende verklarende waarde van het aanvangsnet meer. De variabele onderwijsgerichtheid van de ouders levert voor alle afhankelijke variabelen een betekenisvolle aanvullende bijdrage tot de verklaarde variantie. Als we hierna nog de variabele echtscheiding van de ouders toevoegen, heeft deze voor de mate van succes en de gecombineerde eindpositie nog een aanvullende verklarende waarde. Voor de eindonderwijsvorm heeft de variabele echtscheiding ouders echter geen aanvullende verklarende waarde meer. Dit betekent dat wanneer we rekening houden met alle reeds ingebrachte variabelen en ook met de onderwijsgerichtheid van de ouders, kinderen van gescheiden ouders minder kans hebben op normaalvorderen, maar niet minder kans om bijvoorbeeld in het ASO te eindigen. Wanneer we omgekeerd eerst rekening houden met het al dan niet gescheiden zijn van de ouders, is er nog een aanvullende bijdrage van de onderwijsgerichtheid van de ouders, en dit voor zowel voor de mate van succes als voor de eindonderwijsvorm en uiteraard dan ook voor de gecombineerde eindpositie. Aanvullend voerden we nog enkele meervoudige regressie-analyses uit met het al dan niet gekwalificeerd zijn als afhankelijke variabele. Hierbij maken we een onderscheid tussen kwalificatie secundair onderwijs (waarbij gekwalificeerd gelijk is aan het behalen van een diploma voltijds of een getuigschrift van deeltijds secundair onderwijs) en kwalificatie voltijds secundair onderwijs (waarbij gekwalificeerd gelijk is aan het behalen van een diploma voltijds secundair onderwijs). (We herinneren de lezer eraan dat we een getuigschrift van het zesde leerjaar BSO hier gelijkstellen met een diploma.) De verklaarde variantie is groter bij de afhankelijke variabele kwalificatie voltijds secundair onderwijs. De variabele echtscheiding draagt bij beide afhankelijke variabelen nog significant bij tot de verklaarde variantie, en dit zowel voor als na het inbrengen van de variabele onderwijsgerichtheid. De bijdrage van de variabele echtscheiding is groter wanneer we geen rekening houden met het succes behaald in deeltijds secundair onderwijs. D) Logistische regressie-analyses Omdat de afhankelijke variabelen categorische variabelen zijn, is het aangewezen om logistische regressie-analyses uit te voeren. De afhankelijke variabelen mate van succes en gecombineerde eindpositie bestaan uit minstens vijf geordende categorieën en kunnen bijgevolg tot op zekere hoogte als continue variabelen beschouwd worden. We voeren dus enkel een logistische regressie-analyse uit voor de variabele eindonderwijsvorm. De multinomiale logistische regressie-analyses met als onafhankelijke variabelen onderwijsgerichtheid van de ouders en echtscheiding van de ouders en als afhankelijke variabele de eindonderwijsvorm, resulteren in een benaderende waarde van de verklaarde variantie van 27%. Wanneer we alle predictoren stapsgewijs opnemen in de volgorde die wordt voorgesteld in Tabel 21, constateren we dat deze analyse ongeveer gelijkaardige resultaten geeft als de lineaire regressie-analyse. Het verschil met de lineaire regressie-analyse is dat het aanvangsnet bij een logistische regressie-analyse wel resulteert in een significante toename van de verklaarde variantie. 20

23 Tabel 21. Benaderende waarde voor proportie variantie (R²) in de eindpositie verklaard door de predictoren (3244 N 5856) Predictoren OU-PAHOO en OU-MAHOO Afhankelijke variabele Eind OV 0.25* THUISTAAL 0.25* INT(0) 0.46* PREST(0) 0.53* Aanvangsleeftijd 0.53* Geslacht 0.55* Aanvangsnet 0.56* Onderwijsgerichtheid 0.57* Echtscheiding ouders 0.57 Echtscheiding ouders 0.56* Onderwijsgerichtheid 0.57* * gebaseerd op likelihood ratio test, significantie van laatst toegevoegde variabele (p 0.01). 5.3 Interactie tussen variabelen Verder houden we rekening met enkele interactievariabelen, namelijk de interactie tussen de echtscheiding en het geslacht, tussen echtscheiding en OU-PAHOO en tussen echtscheiding en OU-MAHOO, tussen echtscheiding en thuistaal, tussen echtscheiding en aanvangsprestaties, tussen geslacht en OU-PAHOO en tussen geslacht en OU-MAHOO, tussen thuistaal en OU- PAHOO en tussen thuistaal en OU-MAHOO, tussen geslacht en thuistaal (zie Tabel 22). In Tabel 23 wordt de bijdrage van elke interactievariabele gegeven vertrekkende van het basismodel, dit is het model waarbij alle predictoren achtereenvolgens worden opgenomen zoals voorgesteld in Tabel 20, waarbij eerst de onderwijsgerichtheid en nadien het al dan niet gescheiden zijn van de ouders wordt opgenomen. De predictoren onderwijsniveau van de ouders werden voor dit model met interacties wel vervangen door één variabele, namelijk het hoogste onderwijsniveau van beide ouders. Naar analogie van de studie van Dekkers, Bosker en Driessen (2000) werd gekozen voor het hoogst bereikte onderwijsniveau van de ouders om de sociaal-economische status (SES) te operationaliseren. Tabel 22. Enkelvoudige correlaties 1 tussen de interactievariabelen en de afhankelijke variabelen Mate van succes Eind OV Afhankelijke variablen Gecombineerde eindpositie Kwalificatie SO Kwalificatie voltijds SO Geslacht*echtscheiding 0.27* 0.21* 0.25* 0.16* 0.19* Echtscheiding*SES 0.30* 0.43* 0.46* 0.25* 0.27* Echtscheiding*thuistaal 0.31* 0.30* 0.35* 0.30* 0.30* Echtscheiding*PREST(0) 0.37* 0.66* 0.68* 0.23* 0.25* Geslacht*SES 0.26* 0.26* 0.30* 0.16* 0.19* Thuistaal*SES 0.29* 0.47* 0.49* 0.27* 0.28* Geslacht*thuistaal 0.24* 0.20* 0.24* 0.15* 0.18* Geslacht*echtscheiding 0.27* 0.21* 0.25* 0.16* 0.19* * significantie op 0.01-niveau. 1 Spearman-correlatiecoëfficiënt. 21

Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt

Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt Vanuit het secundair onderwijs naar de arbeidsmarkt Van Damme, J., Pustjens, H., Lancksweerdt, P., Leysen, V., Mertens, W. & Geluykens, K. (2002). Vanuit het secundair

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen

Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Een longitudinale analyse van de interactie-effecten van geslacht, etniciteit en socio-economische status op de bereikte onderwijspositie met aandacht

Nadere informatie

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs

Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Een verkennend onderzoek op de Panelstudie van Belgische Huishoudens Onderzoekers: Steven Groenez Inge Van den Brande Ides Nicaise Projectleiding:

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Leuvens Instituut Voor Onderwijsonderzoek (LIVO) Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen

Leuvens Instituut Voor Onderwijsonderzoek (LIVO) Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen 1. Referentie Referentie Van Damme, J., Meyer, J., De Troy, A. & Mertens, W. (2001). Succesvol middelbaar onderwijs? Een antwoord van het LOSO-project. Leuven: Acco. Taal Nederlands ISBN - ISSN 90-334-4380-5

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING 1 Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs 3.1. Gewoon secundair onderwijs 3.1.3. Schoolse vorderingen en zittenblijven in het gewoon secundair onderwijs 118 Schooljaar 2013-2014 Schoolse

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel

Nadere informatie

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting 2013 2017 Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant PA en DU 2013-2017 TOTAAL Versie 31 01 2018

Nadere informatie

De aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project

De aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project De studieloopbaan van Vlaamse jongeren. Het secundair-onderwijssysteem doorgelicht op basis van longitudinaal onderzoek. (Project nr. 89.10)(LOSO-project) Onderzoeksproject op initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

Onderwijs SAMENVATTING

Onderwijs SAMENVATTING Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten

Nadere informatie

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dockx J., De Fraine B., & Stevens E. DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

2QJHOLMNHNDQVHQLQKHWVHFXQGDLU RQGHUZLMVLQ9ODDQGHUHQ

2QJHOLMNHNDQVHQLQKHWVHFXQGDLU RQGHUZLMVLQ9ODDQGHUHQ 2QJHOLMNHNDQVHQLQKHWVHFXQGDLU RQGHUZLMVLQ9ODDQGHUHQ (HQORQJLWXGLQDOHDQDO\VHYDQGHLQWHUDFWLHHIIHFWHQYDQJHVODFKW HWQLFLWHLWHQVRFLRHFRQRPLVFKHVWDWXVRSGHHLQGRQGHUZLMVSRVLWLHpQGH YHUWUDJLQJLQKHWVHFXQGDLURQGHUZLMV

Nadere informatie

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011 Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Informatie uit administratieve gegevens Bronnen

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming 1. Referentie Referentie Janssen, R., Rymenans R. (2009). Beginsituatie van leerlingen in het eerste leerjaar B van het secundair onderwijs (OBPWO 06.00). Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk

Nadere informatie

Hoeveel vroege schoolverlaters heeft deze school?

Hoeveel vroege schoolverlaters heeft deze school? Hoeveel vroege schoolverlaters heeft deze school? Een nieuwe indicator waarin elke leerling meetelt G.Van Landeghem www.steunpuntssl.be Rapport Van Landeghem, G., De Fraine, F., Gielen, S., & Van Damme,

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Het effect van een jaar naar school gaan op niet-cognitieve uitkomsten van leerlingen Naomi Van den Branden naomi.vandenbranden@kuleuven.be

Nadere informatie

Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar

Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

Allochtone ex-biculturele leerlingen, zelfs kansarmen, slagen te Brussel op school even goed als de leerlingen in Vlaanderen!

Allochtone ex-biculturele leerlingen, zelfs kansarmen, slagen te Brussel op school even goed als de leerlingen in Vlaanderen! Allochtone ex-biculturele leerlingen, zelfs kansarmen, slagen te Brussel op school even goed als de leerlingen in Vlaanderen! Wat we hier schrijven is gebaseerd op heel goed cijfermateriaal; niet op theorieën

Nadere informatie

DOET DE SCHOOL ERTOE? Jan Van Damme Marie-Christine Opdenakker

DOET DE SCHOOL ERTOE? Jan Van Damme Marie-Christine Opdenakker DOET DE SCHOOL ERTOE? Jan Van Damme Marie-Christine Opdenakker Leuven Februari 2003 Inhoud Probleemstelling Achtergrond Aanpak Resultaten Internationaal Vlaanderen Conclusies Doet de school ertoe? 2 Probleemstelling

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

STEM monitor Juni 2016

STEM monitor Juni 2016 monitor Juni 2016 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen van het -actieplan worden opgevolgd aan de hand van een indicatoren. Hiervoor werd de

Nadere informatie

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO Informatie over Leerlingenstromen UIT 2016-2017 voor 36467 Roze 131 te EEKLO Zijn de leerlingen van mijn school het volgend schooljaar ingeschreven in mijn school of in een andere school? Zijn de leerlingen

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM Indicatoren I. Instroom (studiekeuze) a. Secundair onderwijs Indicator I.S: Studiekeuze voor in secundair onderwijs. Percentages leerlingen die studiekeuze maken en percentage meisjes in de categorie 1

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen

Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Een longitudinale analyse van de interactie-effecten van geslacht, etniciteit en socio-economische status op de bereikte onderwijspositie D.J.

Nadere informatie

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6)

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) - Leerlingen een stem geven bij de doorlichtingen en kwaliteitsbeleid - Zicht

Nadere informatie

De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O.

De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O. VFO-dag 18 september 2014 De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O. Jan Van Damme en Bieke De Fraine i.s.m. Ellen Deprez en Maarten Pinxten 1 Overzicht Uitgangspunt Samenhang tussen

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88 AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van tot

Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van tot Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van 1989 1990 tot 2005 2006 G. Van Landeghem & J. Van Damme Geboortecohorten in de tweede en derde graad

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: Zittenblijven, schoolse vertraging en slaagcijfers in het Vlaamse secundair onderwijs

HOOFDSTUK 2: Zittenblijven, schoolse vertraging en slaagcijfers in het Vlaamse secundair onderwijs HOOFDSTUK 2: Zittenblijven, schoolse vertraging en slaagcijfers in het Vlaamse secundair onderwijs In het eerste punt zal de schoolse vertraging besproken worden en in het tweede punt komt het zittenblijven

Nadere informatie

DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN IN DE EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS

DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN IN DE EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN IN DE EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS Hoe evolueert het academisch zelfconcept, de motivatie, het schoolwelbevinden en de schoolse betrokkenheid van Vlaamse

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

INFOPAKKET SECUNDAIR ONDERWIJS ASO KSO TSO BSO

INFOPAKKET SECUNDAIR ONDERWIJS ASO KSO TSO BSO INFOPAKKET SECUNDAIR ONDERWIJS ASO KSO TSO BSO INFOPAKKET SECUNDAIR ONDERWIJS ASO KSO TSO BSO STRUCTUUR VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS +18 JAAR verder studeren werk 12-17 JAAR 2,5-11 JAAR SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Leerplichtige leerlingen

Nadere informatie

De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003

De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003 De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003 G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs

Nadere informatie

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs Inhoudstafel Wat is vroegtijdig schoolverlaten? Voorgeschiedenis - Europa - Vlaanderen Vroegtijdig schoolverlaten Monitoring in Vlaanderen Cijferrapport VSV

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs afkortingen ASO Algemeen secundair onderwijs BIS Begeleid Individueel Studeren B.O. Buitengewoon onderwijs BSO Beroepssecundair onderwijs Bu.S.O. Buitengewoon secundair onderwijs BVJ Beroepsvoorbereidend

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Toelichting: Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs naar vestigingsplaats en woonplaats

Toelichting: Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs naar vestigingsplaats en woonplaats Toelichting: Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs naar vestigingsplaats en woonplaats Inleiding Vroegtijdig schoolverlaten staat in Vlaanderen, net als in veel andere landen en

Nadere informatie

Verklaart hierbij dat zijn/haar kind alleen in de Sint-Medardusschool, Hendelstraat 9A, 9910 in Ursel is ingeschreven en zal starten op / /.

Verklaart hierbij dat zijn/haar kind alleen in de Sint-Medardusschool, Hendelstraat 9A, 9910 in Ursel is ingeschreven en zal starten op / /. Stamboeknummer: VERKLARING OUDERS BIJ INSCHRIJVING KIND Vader, moeder, voogd van: Naam kind: Voornaam kind: Verklaart hierbij dat zijn/haar kind alleen in de Sint-Medardusschool, Hendelstraat 9A, 9910

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS Vlaanderen is onderwijs & vorming CIJFERRAPPORT VOOR DE SCHOOLJAREN 2009-2010 TOT EN MET 2012-2013 1 COLOFON Samenstelling Vlaams Ministerie

Nadere informatie

Doorkleuteren of overvaren?

Doorkleuteren of overvaren? Doorkleuteren of overvaren? Effecten van zittenblijven in de derde kleuterklas Machteld Vandecandelaere Centrum voor onderwijseffectiviteit en evaluatie KU Leuven Achtergrond Zittenblijven in het Vlaams

Nadere informatie

Sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs becijferd

Sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs becijferd Sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs becijferd Groenez, S., Van den Brande, I. & Nicaise, I. (2003).. Leuven: Steunpunt LOA Een van de opdrachten van het Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beschrijving van de loopbanen: een eerste verkenning

Hoofdstuk 1 Beschrijving van de loopbanen: een eerste verkenning Hoofdstuk 1 Beschrijving van de loopbanen: een eerste verkenning In dit eerste hoofdstuk beschrijven we de loopbanen van de proefgroepleerlingen in het secundair onderwijs vanaf het schooljaar 90-91 tot

Nadere informatie

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leuven, 29 april 2009 1 Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Jan Van

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot G. Van Landeghem, M. Goos & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel Studeren

Nadere informatie

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs Diversiteitsbarometer Onderwijs Studie-oriëntering in het secundair onderwijs VL: Sterk gedifferentieerd onderwijssysteem Vroege selectie, studiekeuzes na attesteringen, rol in reproductie van sociale

Nadere informatie

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN TABELLEN Deel 1. LEERLINGEN Hoofdstuk 1 : Algemeen overzicht van de schoolbevolking Onderwijs met volledig leerplan naar inrichtende macht... 33 Onderwijs met volledig leerplan naar provincie... 34 Onderwijs

Nadere informatie

Het secundair onderwijs in cijfers

Het secundair onderwijs in cijfers Het secundair onderwijs in cijfers Schooljaar 2010-2011 Sara Vertommen Opdrachtgever: Algemeen Onderwijsbeleid Stad Antwerpen, Lerende Stad en Lokaal Overlegplatform Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VIZO VGO Vl.I.R VOCB VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders spelen vaak een belangrijke rol in het leven

Nadere informatie

07/05/2003 2e leerjaar van de 2e graad A.S.O.

07/05/2003 2e leerjaar van de 2e graad A.S.O. http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13375 U bent hier: Onderwijs en Vorming > Edulex datum laatste wijziging: Besluit van de Vlaamse 07/05/2003 Regering Besluit van

Nadere informatie

Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief

Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief Jeroen Lavrijsen, HIVA - KU Leuven SSL-studiedag 'Loopbanen in het onderwijs: terugblik en vooruitblik, 23 september 2016 www.steunpuntssl.be Vlaams

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad B-stroom Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 2 Situering... 5 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Vlaanderen

De arbeidsmarkt in Vlaanderen De arbeidsmarkt in Vlaanderen DEEL 3 JONGEREN OP ZOEK NAAR WERK SONAR Jaarreeks 2001 DEEL 1 ICT en werkgelegenheid DEEL 2 Steden aan het werk DEEL 3 Jongeren op zoek naar werk DEEL 4 Jaarboek INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO BuSO BVJ CLB CVO DBSO DKO EVC EVK GAS GGS GO GOK GON HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen.

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen. Inschrijvingen Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen. Het is raadzaam dit overzicht door te lezen.

Nadere informatie

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009

Technisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 in West-Vlaanderen dr. Marie Van Looveren sociaaleconomisch beleid, WES Jongeren uit het gewone secundair onderwijs kunnen na de eerste graad kiezen voor één van de volgende

Nadere informatie

Colloquium Katholiek Onderwijs Vlaanderen BASISONDERWIJS 30 November 2018

Colloquium Katholiek Onderwijs Vlaanderen BASISONDERWIJS 30 November 2018 Colloquium Katholiek Onderwijs Vlaanderen BASISONDERWIJS 30 November 2018 Machteld.Vandecandelaere@kuleuven.be Centrum voor Onderwijseffectiviteit en Evaluatie KU Leuven Onderzoek Flexibele leerwegen Centrum

Nadere informatie

GEGEVENS KIND FAMILIALE GEGEVENS

GEGEVENS KIND FAMILIALE GEGEVENS GEGEVENS KIND Naam Voornaam: Geslacht jongen ( ) meisje ( ) Geboortedatum: / / Geboorteplaats: Nationaliteit: Rijksregisternummer (SIS-kaart): Adres (hoofdverblijf): Ander adres: Telefoonnummer thuis :

Nadere informatie

Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd

Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd G. Van Landeghem & J. Van Damme Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een T

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad A-stroom Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 6 2 Situering... 7 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 ALLOCHTONEN IN HET BASIS- EN HET SECUNDAIR

Hoofdstuk 10 ALLOCHTONEN IN HET BASIS- EN HET SECUNDAIR ALLOCHTONEN IN HET BASIS- EN HET SECUNDAIR ONDERWIJS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 10 Dirk Hermans & Marie-Christine Opdenakker Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs naar Arbeidsmarkt Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs T Vertrekpunt

Nadere informatie

R. Debbaut. W. Magez. Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie

R. Debbaut. W. Magez. Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie R. Debbaut W. Magez Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie . 2 INTELLIGENTIEMETING BIJ KINDEREN MET DYSLEXIE R. Debbaut & W. Magez (2017) 1. INLEIDING Het samenspel van intelligentie en dyslexie

Nadere informatie

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso colloquium 7 juni 2017 dr. Eef Ameel overzicht de peiling burgerzin en burgerschapseducatie beschrijving van de steekproef

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 6 van 19 augustus

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX Leerlingen BSO Slaagkansen hoger

Nadere informatie

Informatie over Schoolse vorderingen en zittenblijven voor 6361 Vrije Basisschool Isabellalei 107 te ANTWERPEN

Informatie over Schoolse vorderingen en zittenblijven voor 6361 Vrije Basisschool Isabellalei 107 te ANTWERPEN Informatie over vorderingen en zittenblijven 2015-2016 voor 6361 Isabellalei 107 te ANTWERPEN vorderingen naar leerjaar en geslacht - aantallen vorderingen naar leerjaar en geslacht - percentages vorderingen

Nadere informatie

De effecten op lange termijn van vroegtijdig schoolverlaten in Vlaanderen

De effecten op lange termijn van vroegtijdig schoolverlaten in Vlaanderen De effecten op lange termijn van vroegtijdig schoolverlaten in Vlaanderen Jan Van Damme, Marc Blommaert, Carl Lamote en Jo Meyer SSL-studiedag 5 juni 2013 www.steunpuntssl.be Evidentie uit literatuur e

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven SOCIALE ONGELIJKHEID EN ONGELIJKHEID OP BASIS VAN THUISTAAL INZAKE WETENSCHAPSPRESTATIES IN HET VLAAMSE ONDERWIJS Veranderingen tussen 2003 en 2011 op basis van TIMSS, vierde leerjaar Kim Bellens, Thomas

Nadere informatie

Rapportage Eindresultaten 2014

Rapportage Eindresultaten 2014 Rapportage Eindresultaten 2014 Wat zijn de prestaties van onze scholen? Colofon datum 7 mei 2014 auteur Jan Vermeulen status Definitief Rapportage eindresultaten 2014 pagina 2 van 8 status concept Inhoudsopgave

Nadere informatie

5. Kan de minister eveneens een overzicht geven voor het schooljaar van het aantal

5. Kan de minister eveneens een overzicht geven voor het schooljaar van het aantal VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 67 van 18 oktober 2013 van ANN BRUSSEEL Basis- en secundair Levensbeschouwelijke

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Vlaams Parlement, 37-A (2017-2018) Nr. 1 Uiteenzetting in de Commissie voor Onderwijs 12 oktober 2017 1 Situering van GOK-beleid Decreet van 28 juni

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 Kort verslag. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 Kort verslag. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 Kort verslag G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Ouderavond secundair onderwijs. 27 februari 2019

Ouderavond secundair onderwijs. 27 februari 2019 Ouderavond secundair onderwijs 27 februari 2019 Agenda Begeleiden van keuzeproces door CLB Structuur Secundair Onderwijs Studie- en schoolkeuze Waar vind ik informatie? 2 Begeleiden van het keuzeproces

Nadere informatie