TOEKOMSTBESTENDIG ARBEIDSMARKTBELEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TOEKOMSTBESTENDIG ARBEIDSMARKTBELEID"

Transcriptie

1 TOEKOMSTBESTENDIG ARBEIDSMARKTBELEID MAINTENANCE ROTTERDAMS HAVENGEBIED Opdrachtgever Deltalinqs Kees Zandvliet Arie Gelderblom Olivier Tanis m.m.v. Bart Kuipers en Jaap de Koning Rotterdam, 15 december 2011

2

3 TOEKOMSTBESTENDIG ARBEIDSMARKTBELEID MAINTENANCE ROTTERDAMS HAVENGEBIED Contactpersoon Kees Zandvliet Adres SEOR, Erasmus Universiteit Rotterdam Postbus DR ROTTERDAM Telefoon Fax

4 Voorwoord Dit onderzoek is door SEOR uitgevoerd in opdracht van Deltalinqs. Het onderzoek vindt plaats in het kader van SmartPort, een samenwerkingsverband tussen de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Rotterdamse haven. Centraal onderwerp is de toekomstige personeelsvoorziening in de maintenance, die essentieel is voor de toekomstige positie van de Rotterdamse haven. Het onderzoek is uitgevoerd door Kees Zandvliet (projectleider), dr. Arie Gelderblom en Olivier Tanis. Dr. Bart Kuipers heeft commentaar gegeven op verschillende eerdere versies van het rapport en was betrokken bij de opzet van het onderzoeksplan. Prof. Dr. Jaap de Koning is voorzitter geweest van een expertmeeting op 24 oktober 2011, waarin een eerdere versie van dit rapport is besproken en dieper is ingegaan op de wenselijkheid, haalbaarheid en uitwerking van een aantal oplossingsmogelijkheden. Het onderzoek is begeleid door een commissie bestaande uit Cees Jan Asselbergs (Deltalinqs), Egbert Schellenberg (FNV Regiowerk Zuid Holland) en Huub in het Panhuis (AWVN). Wij willen alle betrokkenen deelnemers aan interviews, expertmeeting en begeleidingscommissie - hartelijk danken voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit rapport.

5 INHOUD Samenvatting Doel en aanpak van het onderzoek De rol van maintenance in het Rotterdamse havengebied. Structuur van de arbeidsmarkt van maintenance Toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen Oplossingen voor knelpunten De rol van partners betrokken bij onderwijs en scholing i i i ii iii iv vi Aanbevelingen viii 1 Inleiding Achtergrond Vraagstelling Aanpak Leeswijzer 3 2 De rol van maintenance in het Rotterdamse havengebied 5 3 Structuur van de arbeidsmarkt van maintenance Inleiding Vraag: bedrijven en beroepen Aanbod: schoolverlaters en overig aanbod Intermediaire organisaties Conclusie 13 4 Toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen Inleiding Belangrijkste trends Ontwikkeling per sector, beroep en opleiding Profiel van werknemers in

6 4.3.2 De situatie in het havengebied Ontwikkelingen aanbodzijde Knelpunten Conclusies 20 5 Oplossingen voor knelpunten Inleiding Betere benutting van het zittende personeel Vermindering van de uitstroom Vergroting van de instroom Overzicht 33 6 De rol van onderwijs en scholing Inleiding Vergroten instroom in technische opleidingen De rol van om-, bij- en nascholing Conclusies 42 Literatuur 44 Bijlage 1 Ontziemaatregelen in Cao s 46 Bijlage 2 Lijst van geïnterviewden 47

7 SAMENVATTING DOEL EN AANPAK VAN HET ONDERZOEK Maintenance speelt in het licht van de economische positie van de Rotterdamse haven een belangrijke rol. Mede als gevolg van tekorten neemt de afhankelijkheid van werknemers van buiten de regio toe. Het is de vraag of deze zaken op termijn verenigbaar blijven, dat wil zeggen of op termijn maintenance verzekerd is van voldoende gekwalificeerd personeel om de integriteit van de installaties en de concurrentiepositie op peil te houden. Tevens is er in Rotterdam nog een omvangrijk hoeveelheid onbenut talent; de participatie is laag en de werkloosheid hoog in vergelijking met het landelijke gemiddelde en andere grote steden. Een van de vragen is hoe dit talent te mobiliseren voor het werk in maintenance. Met het oog op de toekomstige ontwikkeling van het Rotterdamse havengebied heeft Deltalinqs het voornemen een debat te organiseren rond deze thematiek, waarvoor de relevante partijen in de regio worden uitgenodigd. Voorliggend onderzoek dient ter voorbereiding van dit debat. Het doel is om in het licht van de verwachte toekomstige ontwikkelingen enkele heldere aanbevelingen op te leveren als basis voor verder constructief overleg tussen de betrokken partijen, om tot afspraken te komen over het realiseren van een voldoende gekwalificeerd aanbod van maintenance personeel uit de regio. Het onderzoek focust op arbeidsmarktbeleid en opleiding rond maintenance, in relatie tot de procesindustrie in de haven. Waar nodig is in de analyse een bredere invalshoek gekozen. Het onderzoek is gebaseerd op bestaande literatuur (zie literatuurlijst), aangevuld met interviews met bedrijven, onderwijsinstellingen en intermediaire organisaties die betrokken zijn bij de arbeidsmarkt van maintenance (zie bijlage 2 voor de lijst van geïnterviewden). De bevindingen zijn op een expertmeeting getoetst en verder uitgewerkt richting aanbevelingen. Hieronder vatten we de belangrijkste bevindingen van het onderzoek puntsgewijs samen. DE ROL VAN MAINTENANCE IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. De industrie in het Rotterdamse havengebied concurreert op mondiaal niveau en heeft vanwege ligging en diversiteit binnen Europa een sterke concurrentiepositie ten opzichte van andere meer eenzijdige georiënteerde gebieden. Om deze positie te kunnen behouden en versterken is maintenance van essentieel belang. Juist omdat het in de komende jaren in beperkte mate gaat om nieuwbouw, is kwalitatief goed en efficiënt onderhoud onontbeerlijk. Adequaat onderhoud draagt zorg voor bedrijfszekerheid, productiviteitsverbetering en relatief lage productiekosten, waarbij tevens kan worden voldaan aan de eisen ten aanzien van veiligheid en duurzaamheid. Maintenance is daarmee van strategisch belang en is verandert van een kostenpost, verbonden aan de reparatie en vervangen van onderdelen, in een essentiële input, waarmee in strategische beslissingen rekening wordt gehouden. Modern maintenance genereert opbrengst, lagere onderhoudskosten, duurzaamheid en veiligheid. i

8 De belangrijke rol van maintenance gaat gepaard met een opwaartse trend in het benodigde opleidingsniveau, meer aandacht voor maintenance in de ontwerpfase, meer predicatief en preventief onderhoud, meer gebruik van digitale besturingssystemen, toenemend gebruik van nieuwe meettechnieken (sensoren) en elektronica en integratie van benodigde deskundigheid. Tegelijkertijd blijft er behoefte aan specialisten en voldoende vakgeschoold personeel voor het daadwerkelijke onderhoud. Als gevolg van uitbesteding en pieken in de vraag naar onderhoudspersoneel is maintenance ook steeds meer een organisatorisch vraagstuk. STRUCTUUR VAN DE ARBEIDSMARKT VAN MAINTENANCE De effecten van belangrijke algemene trends (globalisering, technologische vernieuwing, Europese eenwording, internationale arbeidsmigratie), de daarmee samenhangende trends van uitbesteding, flexibilisering en afnemende belangstelling voor techniek leiden tot verontrustende personeelstekorten in de maintenance in de regio. Onder invloed van de genoemde trends is maintenance een veelvormige activiteit, verspreid over een grote diversiteit aan bedrijven en beroepen. Bedrijven met een breed aanbod technische dienstverlening (diversificatie) en (hoog)gespecialiseerde dienstverleners (specialisatie), bieden beroepen waarvoor mensen met uiteenlopende technische opleidingen op alle niveaus nodig zijn. Daarbinnen is sprake van een opwaartse trend in het benodigde opleidingsniveau. Maintenance omvat werkzaamheden vanaf mbo niveau 1 tot wo. In het uitvoerende werk op niveau 1 en 2 gaat het meer om monodisciplinaire functies en beroepen. Vanaf niveau 3 gaat het meer om specifieke functies en vanaf dat niveau hebben maintenance functies vaak een multidisciplinair karakter, analoog aan procesoperator. Aan de aanbodzijde bestaat het aanbod, naast schoolverlaters, uit een grote groep onbenut talent (werkloos, inactief, of niet in technische functies werkzame technisch geschoolde voortijdige schoolverlaters). Ook vrouwen en allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in de sector. De sector slaagt er niet in dit talent te mobiliseren, waarbij onduidelijk is in hoeverre dit te maken heeft met de beroepseisen, met meer algemene vaardigheden en zogenaamde zachte kenmerken (motivatie, houding, zelfvertrouwen, e.d.), of met cultuurgebonden factoren (waaronder oneigenlijke discriminatie). Intermediaire organisaties, waaronder uitzendbureaus, de gemeentelijke sociale dienst en UWV, blijken eveneens in beperkte mate in staat om het onbenutte aanbod te mobiliseren. Er bestaat bij deze organisaties onvoldoende inzicht in de kwaliteit en mogelijkheden van het onbenutte aanbod. Wel zijn er (gespecialiseerde) uitzendbureaus die buitenlandse werknemers kunnen mobiliseren en enkele uitzendbureaus die als opleidingsbedrijf wel in staat zijn het onbenutte potentieel te bereiken. Al met al kenmerkt de arbeidsmarkt van maintenance zich door een hoge mate van ondoorzichtigheid aan vraag- en aanbodzijde en niet optimaal functionerende intermediaire organisaties. Maintenance wordt als multidisciplinair vakgebied vanaf mbo niveau 3 zichtbaar. Maintenance komt op lager niveau in veel verschillende opleidingen (metaal, installatie, werktuigbouw) terug, maar minder herkenbaar. Dit draagt mede bij aan de problemen om binnen het reguliere onderwijs voldoende leerlingen te interesseren voor gespecialiseerde maintenance opleidingen. Er wordt al veel gedaan om deze interesse te vergroten. Het grote aantal betrokken partijen (bedrijven, contractors, ii

9 subcontractors, meerdere scholen, meerdere kenniscentra, meerdere brancheorganisaties, etc.) maakt het bijzonder lastig om vanuit een gemeenschappelijk belang, voldoende gericht en met voldoende focusactie te ondernemen om de instroom te vergroten in maintenance opleidingen te vergroten. TOEKOMSTIGE ARBEIDSMARKTONTWIKKELINGEN Onder invloed van het gecombineerde effect van economische groei en technologische ontwikkeling (stijging arbeidsproductiviteit) zal de werkgelegenheid in de maintenance zich de komende perioden ongeveer stabiliseren, in lijn met de gerealiseerde lange termijn trend. Daar staat tegenover dat het aanbod, bij voortzetting van de bestaande trends de komende jaren sterk afneemt. Dit omdat de instroom van schoolverlaters de komende jaren slechts licht toeneemt, terwijl als gevolg van de vergrijzing de uitstroom vanwege pensionering sterk zal toenemen. Hierdoor ontstaan tekorten die de komende jaren sterk toenemen (zie figuur). Deze zullen zich in wisselende mate manifesteren op alle niveaus en in alle beroepsgroepen, maar vooral op mbo niveau (3,4,4+). Het gaat bij de tekorten op jaarbasis om ongeveer 1 à 2 procent van de werkgelegenheid (indicatief circa 200 tot 400 arbeidsplaatsen). Omdat deze tekorten cumuleren, lopen deze op termijn op tot aanzienlijke tekorten, waarbij het op een termijn van 5 jaar gaat om circa 5 tot 10 procent van de werkgelegenheid (indicatief tot meer dan arbeidsplaatsen). Figuur i Indicatieve prognose vraag en aanbod in maintenance Vraag Aanbod iii

10 OPLOSSINGEN VOOR KNELPUNTEN Maatregelen om tekorten te voorkomen of op te lossen zijn onder te verdelen in drie typen: 1. Betere benutting van het zittend personeel; 2. Vermindering van de uitstroom; 3. Vergroting van de instroom. Betere benutting zittend personeel Technologische vernieuwing leidt vanzelfsprekend tot een betere benutting van het zittend personeel. Aangenomen wordt dat de technologische ontwikkeling de lange termijn trend volgt. Er worden door de geïnterviewden geen ingrijpende vernieuwingen verwacht. Niettemin is in enkele interviews aangegeven dat bestaande innovaties in onvoldoende mate worden geïmplementeerd en verspreid. De effecten van de stijgende arbeidsproductiviteit worden voornamelijk zichtbaar bij de productiebedrijven. Wanneer bij uitbesteding uitsluitend op de kosten wordt gelet kan de aantrekkelijkheid van het werk in maintenance ongunstig worden beïnvloed (werkdruk, inhoud van het werk). Het onderzoek maakt duidelijk dat de mogelijkheden van het effectieve instrument scholing van werknemers in onvoldoende mate wordt benut. Onderinvestering in scholing van vooral laaggeschoold en flexibel personeel wordt in de literatuur als algemeen fenomeen benoemd. Deze onderinvestering zou zich dus meer dan gemiddeld in de maintenance manifesteren. Ook kan scholing worden ingezet voor het bevorderen van interne doorstroom en ouderenbeleid. Ook hiervoor geldt dat niet alle bedrijven in de sector de mogelijkheden van dit instrument voldoende benutten. Er zijn best practices die verspreiding verdienen. Uitbreiding van het aantal arbeidsuren per werkende is in maintenance nauwelijks reëel, omdat het merendeel voltijds werkt. Wel kan worden nagegaan of via flexibilisering van werktijden de arbeidstijd meer optimaal kan worden benut. De hiermee gepaard gaande vergroting van de keuzevrijheid zou eventueel ook een compensatie kunnen bieden voor een beperkte vergroting van het aantal gewerkte uren bij ouderen, die via ontziemaatregelen, minder werken dan hun jongere collega s. Buitenlandse werknemers hebben juist een voorsprong op locaal aanbod, omdat zij bereid zijn om lange werkweken te maken. Dit is vooral gewenst tijdens uitgebreide onderhoudsstops. Bij nieuwbouwprojecten hebben buitenlandse werknemers ook een kostenvoordeel. Om andere aanbodcategorieën te interesseren voor werk in maintenance zou juist ook moeten worden gekeken naar het creëren van meer mogelijkheden voor deeltijdwerk. Onderlinge afstemming van onderhoudsstops zou kunnen bijdragen aan een betere benutting van werknemersbestand van maintenance. Ook uitwisseling van personeel, functiedifferentiatie en specialisatie zouden daarin kunnen bijdragen. In het onderzoek kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat de mogelijkheden van deze instrumenten al effectief worden benut. iv

11 Vermindering uitstroom Ouderenbeleid vereist maatwerk en richt zich vooral op de fysieke belasting, werktijden en aandacht voor niet-materiële erkenning. Eventuele beleidsinitiatieven op dit punt worden ondersteund door landelijk en Europees beleid. Hoewel van ouderenbeleid op zich geen wonderen kunnen worden verwacht, worden de mogelijkheden hiervan niet door alle bedrijven uit de sector benut (worden beste practices verspreid?). Verder kan goed ouderenbeleid bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het werk in de sector. Meer in het algemeen kunnen verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en andere aspecten van het werk het imago verbeteren. Overigens overheerst de mening dat op het punt van arbeidsvoorwaarden en omstandigheden het werk voldoende aantrekkelijk is, en dat er vooral sprake is van een ongunstig imago en dat de sector er onvoldoende in slaagt om het ongunstige imago te weerleggen. Vergroting van de instroom uit de regio Scholing en opleiding zijn noodzakelijk om het onbenutte potentieel te mobiliseren voor het werk in maintenance. Tekorten doen zich vooral voor op mbo en hbo niveau, dus het ligt voor de hand om de focus daarop te leggen. Dit vereist overigens wel een goed inzicht in de capaciteiten (eindniveau) van het onbenutte regionale aanbod. Scholing en opleiding zijn ook relevant voor het mobiliseren van de zogenaamde zijinstroom. De mogelijkheden hiervoor zijn bij degenen die elders werkzaam zijn in de techniek mogelijk beperkt, omdat alle sectoren met dit personeel tegen knelpunten aanlopen. Niettemin moet worden voorkomen dat degenen die in een technische functie werkzaam zijn als gevolg van reorganisaties verloren zouden gaan voor het beroep. De analyse wijst uit dat bijvoorbeeld de mogelijkheden van zogenaamde tweede kansers onvoldoende worden benut (voortijdige schoolverlaters uit technische opleidingen). Zij hebben affiniteit met het werk en zijn op latere leeftijd mogelijk weer te mobiliseren voor de sector. Scholing en opleiding kunnen dezelfde rol vervullen bij het mobiliseren van het onbenut talent. Essentieel is ook hier dat een goed inzicht bestaat in de kwaliteit en mogelijkheden van deze groep (realistisch eindniveau moet minimaal mbo 3 zijn). Op termijn biedt het aanboren van nieuwe doelgroepen een belangrijke oplossingsmogelijkheid. Concreet gaat het dan om vrouwen en allochtonen, groepen die nu sterk zijn ondervertegenwoordigd. Inzet buitenlandse arbeidskrachten Op dit moment wordt echter door een combinatie van economische motieven (kosten) en tekorten ook een beroep gedaan op buitenlandse werknemers, die overigens relatief vaak worden ingezet in werk op niveau 1 en 2. Er bestaat echter twijfel of de komende jaren een voldoende aantal buitenlandse werknemers, van de gewenste kwaliteit beschikbaar is. Ook de wenselijkheid van deze oplossing staat ter discussie, omdat: De vakvaardigheid in het algemeen wordt gewaardeerd, maar dat er sprake lijkt van een afnemende kwaliteit; De veiligheidsrisico s, in combinatie met taalvaardigheid, als reëel worden gezien; v

12 Deze categorie arbeid op termijn in mindere mate beschikbaar zal zijn, onder invloed van de sterke vergrijzing in heel Europa en de sterke groei van de Oost Europese economieën; Het dempende effect op de loonontwikkeling en daarmee het tempo van technologische en organisatorische vernieuwing; De korte en lange termijn maatschappelijke effecten van (internationale) arbeidsmigratie. DE ROL VAN PARTNERS BETROKKEN BIJ ONDERWIJS EN SCHOLING Ondanks veel initiatieven, afspraken en inspanningen van betrokken partijen blijft de belangstelling voor technische opleidingen achter bij de benodigde hoeveelheid deelnemers. Dat wil niet zeggen dat de acties ineffectief zijn, omdat zonder deze acties de belangstelling nog lager zou kunnen zijn geweest. Ter verklaring van de onvoldoende belangstelling voor technische opleidingen worden diverse factoren genoemd, zowel in het onderwijs zelf, bij bedrijven, bij de overheid en bij intermediaire organisaties. De betekenis van deze deels institutionele, deels inhoudelijke en deels praktische factoren moeten in het licht worden geplaatst van het moment waarop keuzes worden gemaakt in het onderwijs. Uit bestaand onderzoek wordt duidelijk dat de keuze voor techniek (en/of bèta vakken in havo/vwo) al in een vroeg stadium van het voortgezet onderwijs wordt gemaakt (eerste leerjaren vmbo, havo, vwo) en dat het imago van het werk daarbij een belangrijke rol speelt. Ook zijn er aanwijzingen dat deze keuzes kunnen worden beïnvloed, met name ook bij allochtone leerlingen (en hun ouders). Beïnvloeding van de keuze vereist vooral dat leerlingen zich beter kunnen identificeren met het beroepenveld en de loopbaanmogelijkheden. Beperkt direct contact met de werkvloer in het voortgezet onderwijs (bedrijfsbezoek, stages, vakantiewerk, gastdocentschap) draagt bij aan onvoldoende mogelijkheden tot identificatie. Zeker voor sommige groepen, zoals meisjes, waar techniek door culturele factoren minder in beeld komt, is het van belang om al in een eerder stadium, op de basisschool, te beginnen met het wekken van interesse. In het onderwijs(systeem) wordt onvoldoende rekening gehouden met de arbeidsmarktrelevantie van het onderwijs. Onvoldoende sturing op dit punt leidt tot vage (loopbaan)adviezen en keuze voor minder arbeidsmarktrelevante studies. Een helder advies over de vooruitzichten in technische beroepen vergroot de kans dat leerlingen voor techniek kiezen. Er is onvoldoende zicht op de potentie van het onbenutte arbeidsaanbod. Daarnaast is bij gemeente, UWV en re-integratiebedrijven eveneens onvoldoende oog voor de vraagkant van de arbeidsmarkt. Vanuit kostenoogpunt (massa) en uitstraling ligt concentratie van dure technische opleidingscapaciteit voor de hand. Vanwege bereikbaarheid voor leerlingen (afstand) is een zekere spreiding van opleidingscapaciteit over de regio van belang. Er is bij bedrijven en in het onderwijs een zekere bereidheid om (extra) bij te dragen in de financiering van het onderwijs (direct of indirect). Het is de vraag of de gemeente op korte termijn hiervoor voldoende (financiële) ruimte heeft. Het ontbreken van daadkracht, consensus en doelgerichtheid lijkt een belangrijke belemmering in het effectueren van de vi

13 getoonde bereidheid en het tot stand brengen van Public Private Partnerships (PPP), die juist op het terrein van onderwijs en scholing nodig zijn. Bedrijven zijn om diverse redenen terughoudend in het investeren in opleiding en scholing van het onbenutte arbeidsaanbod. Dit fenomeen is al lang waarneembaar. Maar alles wijst er op dat ook de overheid (UWV, gemeente) onvoldoende middelen beschikbaar heeft om, zoals nog niet zo lang geleden, de scholing van werklozen te stimuleren en een belangrijk deel van de opleidingskosten te dragen. Door deze patstelling en het ontbreken van collectief commitment, is de kans klein dat dit aanbod op korte termijn in voldoende mate kan worden gemobiliseerd voor de arbeidsmarkt. De mogelijkheden voor commerciële opleidingsbedrijven en uitzendbureaus worden beperkt door dezelfde terughoudendheid van bedrijven in het investeren in en aannemen van deze doelgroepen. vii

14 AANBEVELINGEN Het concrete doel van dit onderzoek is het aanleveren van vijf thema s die zich lenen voor verdere bespreking op de te plannen bijeenkomst in december. Tussentijds zijn elf voorlopige aanbevelingen gepresenteerd op een expertmeeting, waarbij aan de deelnemers is gevraagd prioriteit toe te kennen aan deze aanbevelingen. Tijdens de discussie bleek dat sommige thema s niet los van elkaar kunnen worden gezien. Uiteindelijk is deze discussie over prioriteiten en samenhang vertaald in vijf aanbevelingen die hieronder worden uitgewerkt. Elke aanbeveling begint met een korte puntige weergave, gevolgd door een toelichting. 1. Op korte en (middel)lange termijn moet de belangstelling voor technische opleidingen op alle onderwijsniveaus worden vergroot. Dit is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, omdat het gebrek aan belangstelling samenhangt met factoren in het bedrijfsleven, in het onderwijs en bij de overheid (samenleving). Belangrijke elementen zijn onder meer: Meer continuïteit en samenhang brengen in allerlei activiteiten die her en der plaatsvinden. Nu vinden veel activiteiten op ad-hoc basis plaats, zoals technieklessen op basisscholen, activiteiten richtingen decanen, het maken van films om het beroep toe te lichten, etc. Om versnippering te voorkomen en efficiënt gebruik van middelen te versterken, is het van belang om waar mogelijk aansluiting te zoeken bij bestaande initiatieven om de belangstelling voor techniek te vergroten, zoals Platform Betatechniek en TechniekTalent.nu. Uitbouw van specifieke initiatieven om belang techniek in vmbo te vergroten, zoals de Vakcolleges (die er amper zijn in de regio Rotterdam 1 ) en de Technomavo. Deze laatste heeft ook een specifieke variant ontwikkeld richting procestechniek. Ook een herkenbare vakschool Maintenance op mbo/hbo niveau kan hierin bijdragen, maar een groot deel van het huidige en toekomstige personeel in maintenance begint in het voortgezet onderwijs op het vmbo. Als hier niet de juiste routes worden ingeslagen, gaat een groot deel van dit potentieel verloren. Aandacht voor het vmbo is daarom van essentieel belang. Het benutten van stages voor vmbo-ers om belangstelling te wekken en het beroepsbeeld te verhelderen. De operationele omgeving is hiervoor minder geschikt; een realistische oefenfabriek is hiervoor juist beter geschikt. Toch moet ook worden nagegaan in hoeverre specifieke voorwaarden kunnen worden gecreëerd die bezoeken van vmbo-ers aan een echte werkomgeving mogelijk maken. Het vergroten van de mogelijkheden voor BPV-plaatsen voor 16 en 17-jarigen. Uit het onderzoek blijkt dat er mogelijkheden zijn om de belemmeringen voor deze 1 Wel is er deze zomer een convenant gesloten tussen bedrijven (uit de metaal, elektro, installatie en bouw), onderwijsbesturen VO en de gemeente om twee vakscholen (noord en zuid) te realiseren. viii

15 leeftijdsgroep te verminderen, binnen de bestaande regelgeving. Hiermee wordt het potentieel vergroot, bijvoorbeeld via leerlingen die aanvankelijk op niveau 2 starten en later doorgroeien naar een hoger mbo-niveau. Een helder beeld neerzetten van het beroep. Scholieren hebben vaak geen helder beroepsbeeld van maintenance, waardoor een keuze in die richting niet in beeld komt. De aantrekkelijkheid van het beroep in termen van beloning en doorgroeimogelijkheden moet beter worden gecommuniceerd. Maar ook de moderne inhoud van het beroep is uiteraard van belang. Speciale aandacht vereist daarbij de doelgroep meisjes. Zolang zij een vaag - beeld hebben van zwaar fysiek werk, een mannenwereld, en fulltime werken komt dit beroep bij hen niet in beeld. Daadwerkelijke veranderingen in dergelijke randvoorwaarden bijvoorbeeld via experimenten dienen duidelijk over het voetlicht te worden gebracht. Een voorbeeld hiervan zijn flexibele roosters en de mogelijkheid tot deeltijdwerk voor vrouwen. Voorts is denkbaar dat het werk op zodanige wijze wordt georganiseerd dat vrouwen zich sterker concentreren op taken die fysiek minder veeleisend zijn. Via vrouwelijke - mentoren en clustering kan voorkomen worden dat zij zich een eenling voelen. Om meisjes in meer algemene zin meer voor techniek te interesseren, moet dit overigens in een vroeg stadium gebeuren. Hiertoe dient techniek dichterbij gebracht te worden op de basisschool. Aandacht voor het keuzeproces van allochtonen, die minder vaak voor techniek kiezen. Uit onderzoek blijkt dat de sectorkeuze bij deze groep is te beïnvloeden door zowel een helder advies over de sectorkeuze (ook richting ouders), als goede arbeidsmarktinformatie. Nu leven bij allochtonen te hoge verwachtingen over de arbeidsmarktperspectieven van een keuze voor economie in plaats van techniek. Uit het onderzoek blijkt ook dat allochtonen die in het vmbo techniek kiezen, minder vaak stage lopen bij technische bedrijven, terwijl dit juist hun keuzeproces richting mbo beïnvloedt. Een belangrijke voorwaarde om deze aanbeveling te kunnen realiseren is het aanwijzen of kiezen van een centraal punt dat de benodigde acties kan coördineren en kan zorg dragen voor een duidelijke focus in de gewenste gemeenschappelijke richting. De KMR (Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam) is een geschikt platform om de benodigde continuïteit te verzekeren en te versterken. 2. De onderwijsinfrastructuur op mbo-niveau richting maintenance dient versterkt te worden. Concentratie van fysieke opleidingsinfrastructuur (in het bijzonder simulatoren voor niveau 3 en 4) in het middelbaar beroepsonderwijs voor de maintenance heeft om meerdere redenen diverse voordelen. Technische installaties brengen schaalvoordelen met zich mee en bedrijven zijn meer bereid om mee te investeren als de infrastructuur minder versnipperd is. Ook dient een minimale groepsomvang bereikt te worden. Omdat de keuze van de leerling echter zo essentieel is, blijft de bereikbaarheid een belangrijk aandachtspunt. Dit pleit ervoor om een zekere spreiding in locaties te blijven benutten. Het huidige Maintenance college geeft een zeker optimum, omdat dit enerzijds als virtuele constructie bijdraagt aan clustering van activiteiten, maar tegelijkertijd meerdere locaties omvat. Voorts wordt de bijdrage van bedrijven geconcentreerd. Wat betreft dit ix

16 laatste zijn stagegarantie, baangarantie (tijdelijk contract), en gastdocentschappen ook belangrijke elementen. Om het draagvlak van dergelijke bijdragen te behouden, is van belang dat onderwijsinstellingen voldoende daadkracht tonen, zoals bij het verder vormgeven van de samenwerking in Brielle en op de RDM locatie. Zij dienen voldoende visie te tonen en tegenkracht te ontwikkelen tegen interne tegenstand, die voortkomt uit verlies aan zeggenschap en verlies aan leerlingen en formatie bij andere locaties. Ook voor de tweede aanbeveling geldt dat voldoende focus op het gemeenschappelijke belang en concentratie van de beschikbare middelen voor scholing en opleiding in maintenance op twee locaties (Brielle en RDM) van belang zijn om de aanbeveling te kunnen realiseren. Goed geoutilleerde opleidingsvoorzieningen (simulatoren) zijn voor bedrijven van belang, waarmee de exploitatie van de locaties ook interessant wordt. 3. Er dient nadrukkelijker werk te worden gemaakt van het effectief activeren van onbenut talent van (tijdelijk) inactieven in de regio. Het activeren van onbenut talent moet gericht zijn op het inhalen van de bestaande achterstand (in termen van productiviteit, flexibiliteit en beschikbaarheid) op het aanbod van vooral buitenlandse arbeidskrachten. Belangrijke elementen hierbij zijn: Vergroten (branchespecifieke) expertise bij gemeente en UWV. Door gebrek aan expertise en capaciteit komen kandidaten met een voor de sector geschikte achtergrond sowieso vaak niet in beeld. Gemeenten en UWV dienen hiertoe voldoende capaciteit te reserveren. Maar ook dienen UWV en gemeenten waar nodig hierin ondersteund te worden. Tevens dient een testinstrument ontwikkeld te worden dat interesse en potentie voor techniek zichtbaar maakt. Behalve voor klantmanagers maakt dit ook voor de werkzoekende zelf duidelijk dat in de techniek kansen liggen. Scholing van werkzoekenden. Voor een succesvolle instroom is scholing vaak cruciaal, bijvoorbeeld in de vorm van een duaal traject. Scholing heeft binnen het huidige re-integratiebeleid echter een lage prioriteit. Via afspraken met gemeente(n) en UWV dient hiervoor gezamenlijk verantwoordelijkheid te worden genomen, waarbij de sector bijdraagt in de financiering en plaatsen ter beschikking stelt. Bedrijven dienen hiertoe ook een infrastructuur te behouden voor instroom voor een (duale) opleiding op niveau 2, waarbij op een later moment verdere doorstroom kan plaatsvinden. Diverse uitzendbureaus hebben ervaring opgedaan met het bereiken van groepen als werkzoekenden en voortijdig schoolverlaters voor de instroom in de technische sector, soms in combinatie met opleidingstrajecten. Ook de mogelijkheden van dit kanaal dienen verder geïntensiveerd te worden. Hierbij kunnen afspraken over kosten, risico s en verplichtingen worden gemaakt. Een van de knelpunten is dat doorrekening van de kosten er toe leidt dat de tarieven van jarigen bij uitzendbureaus die een BBL-opleiding volgen voor hun klanten te hoog liggen, waarmee deze instroomroute onvoldoende wordt benut. Gebruik maken van zij-instroom. De dreiging van een recessie vormt enerzijds een zeker risico voor de sector, maar is anderzijds een kans voor de instroom van technisch personeel vanuit andere sectoren en bedrijven. Dergelijke processen kunnen op analoge manier worden gestructureerd met omscholing zoals dat in x

17 het verleden heeft plaatsgevonden vanuit de grafimedia. Tevens kunnen uitzendbureaus hierbij een rol spelen, al speelt hierbij dezelfde problematiek van (acceptatie van) de uurtarieven, die hierboven is geschetst. Ook een instituut als Werk en Vakmanschap heeft ervaring met intersectorale mobiliteit richting procesindustrie. Voorts dient het middel van EVC te worden ingezet om de precieze bijscholingsbehoefte nader te definiëren. Dit vergroot ook de motivatie bij de deelnemer omdat de scholing zich concentreert op de competenties die nog ontbreken. Intersectorale mobiliteit is ook voor de personeelsvoorziening voor de techniek en industrie als geheel van belang, omdat hiermee wordt voorkomen dat technisch personeel uiteindelijk uitstroomt naar niet-technisch werk. Ook voor de realisatie van deze aanbeveling is het gewenst dat er voldoende focus op het gemeenschappelijke doel ligt en coördinatie van activiteiten plaats vindt. De KMR is ook hiervoor een geschikt platform. 4. De inzet van oudere werknemers dient te worden vergroot. Via uitwisseling van best practices en onderzoek moet echter wel duidelijker worden hoe dit via beleid en andere randvoorwaarden kan worden verwezenlijkt. De tekorten aan personeel, in combinatie met de vergrijsde samenstelling hiervan, en het nationale beleid gericht op participatieverhoging van ouderen, maakt het onontkoombaar om meer te investeren in het behoud en de inzet van deze groep. Over hoe dit concreet kan worden ingevuld, bestaat onder betrokkenen in het onderzoek echter een minder helder beeld en weinig eenduidigheid. Zo bestaat weinig overeenstemming over de noodzaak tot ontziebeleid voor deze groep. Enerzijds gaat dit ten koste van hun effectieve inzet, maar anderzijds wordt hiermee beoogd om deze groep zo lang mogelijk te behouden voor het arbeidsproces. Over hoe deze beide tegengestelde krachten per saldo uitpakken is weinig bekend. Hierover dient via onderzoek en uitwisseling van ervaring meer duidelijkheid te komen. Een van de manieren om dit saldo in gunstige zin te beïnvloeden, is om faciliteiten van ontziebeleid nadrukkelijk wel in stand te houden, maar minder generiek toe te passen en meer als optie aan te bieden in het kader van een gestructureerd personeelsbeleid. De transparantie over wat werkt, kan ook vergroot worden door het introduceren en verspreiden van innovaties en best practice op het terrein van ouderenbeleid. Het (HR-) directeurenoverleg van de AWVN is hiervoor mogelijk een geschikt platform. Een van de experimenten zou betrekking dienen te hebben op flexibilisering van roosters. Een dergelijke flexibilisering kan ouderen compensatie bieden voor versobering van specifieke faciliteiten die leiden tot minder effectieve werkuren. Andere experimenten kunnen betrekking hebben op de inzet van ouderen in mentorrollen. De vergroting van de instroom van jongeren dient immers goed begeleid te worden. Tevens dienen (geslaagde) vormen van scholing van ouderen over het voetlicht te worden gebracht, waarbij geslaagd vooral betrekking heeft op behoud van de inzetbaarheid van deze groep. Een van de geïnterviewden benadrukte dat intern onderzoek had geleerd dat aandacht en waardering voor deze groep belangrijk is, zeker als zij zich vergeten voelen, bijvoorbeeld omdat geen functioneringsgesprek wordt gevoerd. xi

18 Het grote aantal in de regio gevestigde bedrijven, de kritische massa, lijkt voldoende om uitwisseling van informatie mogelijk te maken. Het is vooral van belang dat bedrijven bewust worden van het feit dat samen meer kan worden bereikt op dit gebied. 5. Om daadwerkelijk slagkracht te ontwikkelen in arbeidsmarkt-, onderwijs en scholingsbeleid is een sterkere coördinatie onvermijdelijk, inclusief het vergroten van de financiële slagkracht via een specifiek regionaal fonds waarin de benodigde middelen worden samengebracht. De bestaande instituties binnen bedrijfsleven, onderwijs en overheid, evenals in de samenwerking tussen deze partijen blijken onvoldoende effectief in het oplossen van knelpunten. Dit wordt het beste geïllustreerd in de sector maintenance, waarin verschillende typen bedrijven (verschillende CAO s), verschillende onderwijsinstellingen en intermediaire organisaties (commercieel en overheid) samen moeten werken op een arbeidsmarkt die op zichzelf al tamelijk ondoorzichtig is. Vanwege het belang van onderwijs, scholing en innovatie bij het oplossen van knelpunten in combinatie met de structurele tekortkomingen in de scholingsmarkt (onderinvestering, free rider gedrag, dure scholingsinfrastructuur) - lenen deze onderwerpen zich nadrukkelijk voor collectieve actie. Zolang niet helder wordt, wie hierin het voortouw neemt (en met voldoende mandaat en slagkracht), zal de huidige situatie zich bestendigen. Het is daarom noodzakelijk dat de slagvaardigheid wordt vergroot van organisaties die bij uitstek een gezamenlijk belang vertegenwoordigen en daarin coördinerend optreden, zoals KMR. Dit betekent onder meer ook meer financiële ruimte om gezamenlijk initiatieven te ondersteunen. Daarbij moet ook worden gekeken worden of een regionaal fonds (vergelijkbaar met de in diverse sectoren al aanwezige O&O fondsen) hierbij een rol kan spelen. Tevens kan daarmee met meer gezag richting betrokken partijen als ROC s en uitkeringsinstanties worden geopereerd. In dit vorm geven van het gemeenschappelijk belang dient ook nadrukkelijk de samenwerking te worden gezocht met O&O-fondsen die bepaalde bedrijven uit de sector vertegenwoordigen (zoals contractors). Het vrijmaken van (extra) middelen in een fonds kan echter alleen op voldoende draagvlak rekenen als hieraan een helder overzicht van activiteiten en te behalen doelstellingen wordt gekoppeld. Deze doelstellingen dienen ook betrekking te hebben op actoren die profijt trekken uit het fonds, maar hier niet direct aan bijdragen, zoals onderwijsinstellingen, om bij hen het commitment te vergroten. Voorbeelden van doelen zijn: Het aantal leerlingen in de sector techniek op het vmbo stijgt jaarlijks met 10%; Het aandeel vrouwen in techniek op het vmbo stijgt jaarlijks met 5 procentpunten; De jaarlijkse instroom van leerlingen in de (procesgebonden) maintenance in het mbo stijgt met 100; Bedrijven garanderen 500 extra leerlingplaatsen; De gemeente en UWV leveren jaarlijks 150 deelnemers aan voor BBL opleidingen op niveau 2, waarvan 125 doorstromen naar niveau 3. De prikkel tot meer gecoördineerde actie wordt aanzienlijk versterkt als bedrijven minder makkelijk denken terug te kunnen vallen op de inzet van buitenlandse werknemers. xii

19 Vanwege onzekerheid over de beschikbaarheid van (voldoende gekwalificeerde) buitenlandse werknemers uit de EU op de wat langere termijn, en minder gewenste maatschappelijke neveneffecten, is het van belang dit besef bij bedrijven te versterken. xiii

20 1 INLEIDING 1.1 ACHTERGROND De arbeidsmarkt is een van de belangrijkste zorgpunten voor het Rotterdamse haven- en industriecomplex in de nabije toekomst. Als gevolg van onder meer de vergrijzing en de teruglopende belangstelling voor techniek bij de jeugd is het de vraag of op middellange en lange termijn voldoende (gekwalificeerd) aanbod beschikbaar is. Instroom en behoud van voldoende gekwalificeerde technici is essentieel voor de toekomstige concurrentiepositie van de Rotterdamse haven. Dit geldt zowel voor de logistieke als de industriële activiteiten. Maintenance speelt in dit geheel een centrale rol. Verwacht wordt dat kwalitatief hoogwaardige maintenance een strategische rol speelt in het behoud en versterking van de concurrentiepositie van het Rotterdamse haven- en industriecomplex. Het gaat hierbij onder meer om aspecten als veiligheid, duurzaamheid, organisatie en efficiëntie van het complex. Innovaties op het terrein van onderhoud zowel in de ontwerpfase, als bij de toepassing van nieuwe onderhoudsconcepten zullen hierbij een belangrijke rol spelen. Naast de vanzelfsprekende inzet van gekwalificeerde technici wordt de inzet van hoog geschoolden mogelijk van doorslaggevende betekenis voor de toekomst. Introductie en toepassing van nieuwe concepten vereist dat werkzaam personeel steeds voldoende wordt bijgeschoold. Een centrale rol van maintenance in de concurrentiepositie van Rotterdam vereist naar verwachting een opleidingsinfrastructuur van vmbo tot universiteit die in staat is om voldoende en voldoende gekwalificeerde technici te leveren. De aanleiding van dit onderzoek is de discussie over de toenemende mate waarin buitenlandse werknemers in de regio aan de slag zijn, in het bijzonder in maintenance werkzaamheden. Deltalinqs heeft mede naar aanleiding daarvan het voornemen om dit najaar een debat te organiseren. Het voorliggende onderzoek is bedoeld ter voorbereiding van dit brede debat, dus voor ondersteuning van de verdere ontwikkeling van de visie op het terrein van arbeidsmarktbeleid en opleiding rond maintenance. Naast het initiële onderwijs en leven lang leren, speelt namelijk ook het personeelsbeleid van de bedrijven een rol. Naast het scholingsbeleid gaat het ook om de mogelijkheden voor alternatieve arrangementen op het terrein van werktijden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Het concrete doel van het onderzoek is om in het licht van de verwachte toekomstige ontwikkelingen enkele heldere aanbevelingen op te leveren als basis voor verder constructief overleg tussen de betrokken partijen. In het onderzoek ligt de focus in eerste instantie op maintenance in relatie tot de procesindustrie in de haven. Waar nodig wordt in de analyse een bredere invalshoek gekozen. 1

21 1.2 VRAAGSTELLING In het licht van de achtergrond van het onderzoek, zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Wat is de relatie tussen de noodzakelijke innovatie, opleidingsinfrastructuur en concurrentiepositie op het gebied van maintenance? Op welke manieren versterkt goede maintenance de concurrentiepositie van de mainport Rotterdam? Het gaat daarbij om de wijze waarop maintenance de prestaties van de mainport als systeem verbetert, welke voor een deel ook zullen worden gerealiseerd via productiviteitsverbetering van het onderhoud zelf. 2. Wat is de toekomst van de arbeidsmarktontwikkeling in de Rotterdamse haven, toegespitst op maintenance en geschat op middellange termijn en op lange termijn? Het gaat hierbij om twee peilmomenten, met 2020 als horizon en 2015 als tussenmoment (met een doorkijk naar 2030 aansluitend op de Havenvisie 2030).Welke belangrijke knelpunten worden voorzien op de arbeidsmarkt tot 2020? 3 Wat betekenen deze ontwikkelingen en knelpunten voor de vraag naar opleidingen in de Rotterdamse regio om de concurrentiepositie te versterken? 3a. Hoe ontwikkelt de keuze voor opleidingen in techniek zich in de Rotterdamse regio en hoe kan deze keuze worden beïnvloed? 3b. In hoeverre bestaat een behoefte en noodzaak aan een maintenance college? Hoe zien de contouren van dit maintenance college er uit in termen van doelstelling en randvoorwaarden (niveaus, richting, infrastructuur, e.d.)? Wat zou hierin de rol zijn van verschillende actoren (onderwijs, bedrijven, Havenbedrijf, Gemeente, sociale partners) opdat dit college ook op langere termijn een levensvatbare en duurzame opleidingsfaciliteit is? 3c. Welke (andere) beleidsopties zijn van belang om de instroom van jongeren en zij-instromers in relevante opleidingen voor de maintenance te vergroten? Het gaat hierbij onder meer om: Aansluiting op bestaande locale en landelijke initiatieven; De rol van de afstand tot het werk (in het havengebied), de werkomgeving en het imago van het werk. Gezien de bevolkingssamenstelling zijn verschillen tussen autochtonen en allochtonen in de perceptie van deze aspecten mede van belang. 4. Hoe kan de inzetbaarheid van oudere werknemers worden vergroot? Welke consequenties hebben de arrangementen van ontziemaatregelen voor ouderen voor de toekomstige instroom van jongeren en zij-instromers en welke aanpassingen zijn hier denkbaar om enerzijds uitstroom te voorkomen en anderzijds de aantrekkelijkheid van het beroep voor jongeren en zij-instromers te vergroten? 5. Zijn er in het licht van de havenvisie nog andere arrangementen op het terrein van arbeidsmarktbeleid in brede zin, die de positie van maintenance benutten ter versterking van de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven? Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de inzet van het onbenutte talent in de regio, veranderingen in de organisatie van het werk, inclusief roosters, en de mogelijkheid en wenselijkheid van verdere inzet van buitenlandse werknemers. 2

22 1.3 AANPAK In het onderzoek is gebruik gemaakt van bestaand materiaal, diepte-interviews en een expertmeeting. Ieder van deze activiteiten wordt hieronder kort uitgewerkt. Bestaand materiaal Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van relevant materiaal dat al beschikbaar is. Het gaat daarbij enerzijds om statistische bronnen voor kwantificering van ontwikkelingen en anderzijds meer specifiek op de regio en sector gericht arbeidsmarktonderzoek en verdere literatuur waarin aandacht is voor de genoemde onderzoeksthema s. Diepte-interviews In totaal zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van 20 organisaties, waarbij bij sommige organisaties met meer personen is gesproken. Het gaat hierbij om vertegenwoordigers van: Scholen/scholingsinstellingen, zoals STC en regionale instellingen op lager (vmbo), middelbaar (ROC) en hoger niveau (hogeschool); (regionale vertegenwoordigers van) kenniscentra (Kenteq, pmlf); Bedrijven in de procesindustrie; Contractors; In dit werk belangrijke uitzendorganisaties; (Regionale) sociale partners; UWV en gemeente. Een lijst met alle geïnterviewden is terug te vinden in bijlage 2. Expertmeeting Een eerste versie van de rapportage bevatte een eerste uitwerking van aanbevelingen. Om deze te toetsen, hierin een prioriteit aan te brengen, en verdere ideeën over de uitwerking te ontwikkelen is een expertmeeting gehouden in de middag van 24 oktober. Een belangrijk voordeel van deze bijeenkomst was dat de aanwezige deskundigen op elkaar konden reageren en waar nodig elkaar konden aanvullen. Dit vergemakkelijkte de vaststelling van oplossingsrichtingen die op een breed draagvlak kunnen rekenen. 1.4 LEESWIJZER Het rapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 behandelen we de eerste onderzoeksvraag en analyseren we de rol van maintenance in het licht van de verwachte en gewenste toekomstige ontwikkeling van het Rotterdamse havengebied. In hoofdstuk 3 beschrijven we de structuur van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van maintenance en de wijze waarop deze complexe (ook institutioneel complexe) structuur de aansluiting tussen vraag en aanbod bemoeilijkt. 3

23 In hoofdstuk 4 gaan we in op de tweede onderzoeksvraag en beschrijven we, op basis van bestaande rapporten, de verwachte ontwikkelingen in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de daaruit volgende knelpunten. Hoofdstuk 5 is gewijd aan de verschillende mogelijkheden die er zijn om knelpunten op te lossen of te voorkomen. Daarbij geven we ook aan in welke mate deze wel of niet worden benut en zo niet, waar dit verband mee houdt. In dit hoofdstuk worden antwoorden geformuleerd op de onderzoeksvragen 3 tot en met 5, die gericht zijn op de inventarisatie van beleidsopties. Ten slotte gaan we in hoofdstuk 6 specifiek in op de rol van de onderwijsinfrastructuur (onderzoeksvragen 3a en 3b). Centraal hierin staat de geringe belangstelling voor techniek en de wijze waarop factoren in de onderwijsinfrastructuur, zowel in het onderwijs, bij bedrijven en bij intermediaire organisaties hieraan bijdragen. 4

24 2 DE ROL VAN MAINTENANCE IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Behoud vitaliteit Rotterdamse havenindustriële complex Door de gunstige geografische ligging heeft de Rotterdamse haven een sterke positie opgebouwd. De Havenvisie 2030 stelt vast dat de grote diversiteit aan logistieke en industriële activiteiten, die elkaar eveneens versterken, Rotterdam een voorsprong geeft op andere, meer eenzijdig georiënteerde havens in Europa. Rotterdam concurreert als logistiek knooppunt vooral met andere Europese locaties. De industrie concurreert echter op mondiaal niveau. Volgens de Havenvisie 2030 betekent dit dat: de Europese concurrentiepositie van Rotterdam als logistiek knooppunt relatief gunstig is, terwijl de uitdaging om deze regio als vestigingsplaats voor de chemie aantrekkelijk te houden groot is. Belangrijke trends als de verschuiving van het zwaartepunt van de wereldeconomie richting Azië, de toenemende grondstoffenschaarste en duurzaamheid, zullen er toe leiden dat de industrie in Europa zich steeds meer zal specialiseren in hoogwaardige producten. Het aantal basisactiviteiten, zoals hoogovens, raffinaderijen en petrochemische complexen zal in Europa afnemen. De overblijvende industrie zal zich concentreren in een beperkt aantal vitale clusters, die op basis van omvang, diversiteit en logistieke kwaliteit op de wereldmarkt kunnen concurreren. In het onderzoek is gebleken dat maintenance van essentieel belang is voor de vitaliteit van het industriële cluster. Juist omdat het in de komende jaren slechts in beperkte mate gaat om nieuwbouw, is kwalitatief goed en betaalbaar onderhoud 2 van de bestaande productiecapaciteit noodzakelijk om deze optimaal te kunnen benutten. Adequaat onderhoud draagt zorg voor bedrijfszekerheid (productie), relatief gunstige productiekosten, waarbij tegelijkertijd kan worden voldaan aan de eisen van duurzaamheid en veiligheid die worden gevraagd door de samenleving en meer in het bijzonder de directe (leef)omgeving van de Rotterdamse haven. Opmerkelijk genoeg wordt deze rol van maintenance niet genoemd in de Havenvisie , terwijl erkend wordt dat Grote investeringen en lange afschrijvingstermijnen maken dat veranderingen in het Rotterdamse havenen industriecomplex niet van vandaag op morgen zijn te realiseren. Van kostenpost naar essentiële input Volgens onze gesprekspartners is maintenance van strategisch belang voor het behoud van een kosteneffectieve, bedrijfszekere, duurzame en veilige productiecapaciteit in het Rotterdamse havengebied. Om die redenen wordt maintenance steeds meer geïntegreerd in strategische beslissingen van bedrijven (asset-owners). Dat wil zeggen dat maintenance niet langer (uitsluitend) een kostenpost is, die verbonden is aan het repareren van kapotte 2 3 In termen van reparatie, aanpassing en renovatie. De woorden maintenance en onderhoud komen niet voor in het document. 5

25 onderdelen, maar meer een input is, die opbrengsten genereert in termen van bedrijfszekerheid (voorkomen van uitval van productiecapaciteit), lagere onderhoudskosten (voorkomen van onnodige en dure reparaties), duurzaamheid (efficiënt grondstofgebruik, energie-efficiency en minder uitstoot) en veiligheid (voorkomen ongevallen en (milieu-) incidenten). Anders gezegd gaat het bij maintenance om een strategische activiteit die ook een belangrijke rol speelt in de verduurzaming en transitie die in de Havenvisie 2030 wordt beoogd. Innovaties in het ontwerp van installaties, appendages en onderdelen en bij de introductie en verspreiding van nieuwe onderhoudsbenaderingen kunnen de Rotterdams haven concurrentievoordelen en de noodzakelijke vitaliteit opleveren. Gevolgen voor de vraag naar arbeid De verschuiving in de rol van maintenance gaat gepaard met een opwaartse trend in het voor het werk gevraagde opleidingsniveau. Het gaat niet langer alleen om het onderhouden van installaties, maar meer om het leveren (en onderhouden) van onderhoudsoptimale componenten en installaties. Zowel in de ontwerpfase, als bij de toepassing van nieuwe onderhoudsbenaderingen is, naast de vanzelfsprekende inzet van laag en middelbaar technisch opgeleid personeel, de inzet van (voldoende) hoger opgeleiden onmisbaar en in de toekomst mogelijk van doorslaggevende betekenis voor het behoud en versterking van de concurrentiepositie en behoud van de leefomgeving. Het gaat bij de nieuwe benaderingen, onder meer om: Verschuiving naar asset- en procesgeïntegreerd MRO (Maintenance, Repair and Overhaul); Integratie van mechanica en elektronica (mechatronica); Meer preventief en predicatief onderhoud en daardoor minder correctief onderhoud; Nieuwe meettechnieken en toenemend gebruik van sensoren en analyse van onderhoudssignalen; Betere planning en organisatie van het onderhoud. Maintenance wordt meer en meer (ook) organisatorisch vraagstuk Op dit moment is een belangrijk deel van het onderhoudswerk uitbesteed aan (grote) meer of minder gespecialiseerde onderhoudsbedrijven (contractors). Verwacht wordt dat deze trend zich niet voortzet, omdat het proces van uitbesteding min of meer voltooid lijkt. Productiebedrijven houden wel het overgrote deel van de werkzaamheden rond ontwerp (engineering), planning, organisatie, inspectie en toezicht op het onderhoud in eigen beheer. De uitvoerende werkzaamheden worden uitbesteed. In diverse gevallen is van een omgekeerde trend sprake en nemen de productiebedrijven een deel van de voorheen uitbestede organisatorische en toezichthoudende werkzaamheden weer in eigen beheer 4. De uitbesteding betreft zowel het reguliere onderhoud, als activiteiten tijdens shut-downs of specifieke projecten. Mede vanwege de daarmee samengaande schommelingen in de 4 Dit kan ook samenhangen met het eigendom (patenten) van innovaties, hoewel dit punt in de interviews niet is genoemd. 6

Toekomstbestendig arbeidsmarkt beleid maintenance Rotterdams havengebied

Toekomstbestendig arbeidsmarkt beleid maintenance Rotterdams havengebied Toekomstbestendig arbeidsmarkt beleid maintenance Rotterdams havengebied Kees Zandvliet Arie Gelderblom Olivier Tanis m.m.v. Bart Kuipers en Jaap de Koning TOEKOMSTBESTENDIG ARBEIDSMARKTBELEID MAINTENANCE

Nadere informatie

Nieuwe kans op extra instroom

Nieuwe kans op extra instroom Nieuwe kans op extra instroom Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

FIGURES, FACTS & TRENDS

FIGURES, FACTS & TRENDS FIGURES, FACTS & TRENDS Scholingstrajecten voor immigranten, groep gemotiveerde, vaak hoog opgeleide statushouders INSTROOM VANUIT MEERDERE PERSPECTIEVEN Reguliere instroom vanuit VMBO naar BOL-opleidingen

Nadere informatie

Intentieverklaring Versie:

Intentieverklaring Versie: Intentieverklaring Versie: 27-03-2018 1) Het regionale actieplan De vraag naar personeel in zorg en welzijn stijgt. De instroom is op dit moment onvoldoende om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen.

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN TOEZICHT STC GROUP

FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN TOEZICHT STC GROUP FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN TOEZICHT STC GROUP Inhoudsopgave 1 STC Group 3 De organisatie 3 2 Lid Raad van Toezicht 4 Algemeen profiel 4 Specifieke profieleisen 4 3 Procedure 5 Planning 5 Aanvullende informatie

Nadere informatie

Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg

Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg Limburgse Arbeidsmarktdag 24 mei 2018 Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg Dit pdf-bestand bevat de belangrijkste dia s uit de presentatie die in de LADworkshop van 24 mei 2018 is gegeven. De

Nadere informatie

Tabel 1 Aanbevelingen om de relatie met FoodValley te versterken. Overige betrokkenen ICT bedrijven, ICT Valley, BKV. situatie

Tabel 1 Aanbevelingen om de relatie met FoodValley te versterken. Overige betrokkenen ICT bedrijven, ICT Valley, BKV. situatie Samenvatting De gemeente maakt sinds 2011 onderdeel uit van de bestuurlijke regio FoodValley. In de regio FoodValley heeft elke gemeente een economisch profiel gekozen dat moet bijdragen aan de doelstelling

Nadere informatie

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Inleiding In opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft EIM onderzoek gedaan naar de meerwaarde van diversiteitsbeleid in het onderwijs.

Nadere informatie

Arbeidsmarktagenda 21

Arbeidsmarktagenda 21 Arbeidsmarktagenda 21 Topsectoren en de HCA Voor de twee agrarische topsectoren is een Human Capital Agenda opgesteld met als doel, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zowel

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief Op basis van het arbeidsmarktonderzoek van Research voor Beleid en EIM Douwe Grijpstra Datum: 7 november 2007 Opbouw presentatie -Inrichting

Nadere informatie

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen

Presentatie EDB Nicole Ottenheim Gemeente Venlo. Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen. Hans Aarts Fontys Hogescholen Presentatie EDB 27-9-2017 Nicole Ottenheim Gemeente Venlo Tjeu van de Laar ROC Gilde Opleidingen Hans Aarts Fontys Hogescholen Bedrijfsleven: personeelspiramide wordt personeelsruit Outsourcing HO MBO

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar BiZ-Dag 29 juni 2017 Overzicht 1. Een paar cijfers 2. Wat is industrie? 3. Personeel 4. Risico s 3 1. Een paar cijfers 29 juni 2017 3 Balans: omzetontwikkeling

Nadere informatie

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Waar gaat LLL over? Onderwijs continuïteit Arbeidsmarkt macro economie Individu employability Sector Regio Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Bedrijven continuïteit, concurrentie Arbeidsmarkt doelen Sectorbeleid

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Waterbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Doel Doel van het programma VvW:

Doel Doel van het programma VvW: Doel Doel van het programma VvW: Een strategie en bijbehorende actielijnen opleveren en (laten) uitvoeren ten behoeve van de gewenste economische structuurversterking van de Vierkant voor Werk regio. Dit

Nadere informatie

Quickscan Techniek in. onderwijs en werkgelegenheid

Quickscan Techniek in. onderwijs en werkgelegenheid Quickscan Techniek in Brabant onderwijs en werkgelegenheid Visie in beeld Om te weten waarover we in Brabant praten, hebben we als Samenwerkingsverband Techniekplatforms Brabant voor u een aantal relevante

Nadere informatie

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014 1 De kracht van samenwerking Brainport Development, 2014 2 De kracht van samenwerking Brainport Development, 2014 VAN KORTSLUITING NAAR CONTACT BETA CHALLENGE PROGRAMMA EEN LEERROUTE MAVO-MBO-HBO Henk

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Cao Metalektro: die deal doen we samen Cao Metalektro: die deal doen we samen De drive om iets slimmer, sneller of beter te doen met de inzet van techniek, heeft de maakindustrie in ons land groot gemaakt. En daar zijn we trots op. Met technologische

Nadere informatie

Paul van Kruining Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid HET OPSTELLEN VAN EEN SECTORPLAN

Paul van Kruining Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid HET OPSTELLEN VAN EEN SECTORPLAN Paul van Kruining Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid actieteam@stvda.nl HET OPSTELLEN VAN EEN SECTORPLAN Achtergrond Actieteam en sectorplannen Sociaal Akkoord: herordening verantwoordelijkheden;

Nadere informatie

TI-Arbeidsmarkt 2013-2015

TI-Arbeidsmarkt 2013-2015 TI-Arbeidsmarkt 21-215 1. Recessie 2. Maatregelen TI-bedrijven. Gevolgen voor stage- en leerlingplekken 4. Demografische ontwikkelingen 5. Situatie in 215 1. Recessie Ontwikkeling werkvoorraad Ontwikkeling

Nadere informatie

West-Brabant werkt aan morgen. Uitvoeringsprogramma

West-Brabant werkt aan morgen. Uitvoeringsprogramma West-Brabant werkt aan morgen Uitvoeringsprogramma 2016-2020 West-Brabant werkt aan morgen Uitvoeringsprogramma 2016-2020 4 west-brabant werkt aan morgen Het rpa West-Brabant Het regionaal platform Arbeidsmarktbeleid

Nadere informatie

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018 Notitie Aan Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018 Van Arbeidsmarktregionaal overleg (AMRO)/Annemiek van Outvorst Betreft Ambities regionale arbeidsmarktagenda

Nadere informatie

Expertmeeting: Een naadloze aansluiting

Expertmeeting: Een naadloze aansluiting Expertmeeting: Een naadloze aansluiting 27-01-2016 Onderzoek: aansluiting gezocht Afstemming tussen behoeftes van technische MKB bedrijven en werkvoorkeuren van jonge technici Aanleiding Techniekbedrijven

Nadere informatie

Bijlage 5 Ontwikkeling sectortafels regio Rijnmond juni 2013

Bijlage 5 Ontwikkeling sectortafels regio Rijnmond juni 2013 Bijlage 5 Ontwikkeling sectortafels regio Rijnmond juni 2013 Inhoud 1. Helderheid over het doel en beoogde resultaat van de sectortafels. 2. Keuze van de sectoren waarvoor deze sectortafels worden opgericht.;

Nadere informatie

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Bijlage 2. Human Capital Agenda s Bijlage 2 Capital s De topsectoren gaan een human (onderwijs en scholing) voor de langere termijn opstellen en zullen onderwijsinstellingen hierbij betrekken. De s bevatten o.a. een analyse van de behoefte

Nadere informatie

Personeelsvoorziening van de toekomst

Personeelsvoorziening van de toekomst Personeelsvoorziening van de toekomst een transitienetwerk voor Noordoost-Brabant Food & Feed Noordoost-Brabant Wie doet over tien jaar het werk? Waar staat uw bedrijf over tien jaar? De crisis voorbij,

Nadere informatie

Toekomstplan. 12 februari 2015. Versie 1.1. Retail & Leisure Academy

Toekomstplan. 12 februari 2015. Versie 1.1. Retail & Leisure Academy Retail & Leisure Academy Toekomstplan 12 februari 2015 Versie 1.1 Retail & Leisure Academy 1 Inleiding De sectoren Retail en Leisure zijn van grote economische importantie voor de regio Midden- Limburg.

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Achterhoek Februari 2013

Arbeidsmarkt Achterhoek Februari 2013 Arbeidsmarkt Achterhoek Februari 2013 Inhoud Werkgelegenheid Vacatures Werkloosheid Bevolkingsontwikkeling Aandachtspunten komende jaren Activiteiten POA Achterhoek PAG 2 Structuur werkgelegenheid regio

Nadere informatie

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil, onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-ondernemers MKB-Nederland

Nadere informatie

Districtsactiviteitenplan 2014 district Zuid-Holland

Districtsactiviteitenplan 2014 district Zuid-Holland Districtsactiviteitenplan 2014 district Zuid-Holland Basisprincipe DAP 2014 Bij het Districtsactiviteitenplan 2014, hierna DAP 2014, zijn de volgende aspecten van belang: Centrale thema s 2014 Kansen grijpen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. 183 BRIEF

Nadere informatie

Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek

Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek 1 Professional Engineering Programme TU Delft De stap terug naar de techniek Jan de Kreij/Ellard Groenewegen Programmamanagers 2 De TU Delft in het kort 3 Volwassenenonderwijs op de TUD 4 Professional

Nadere informatie

Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant 2013-2014-2015

Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant 2013-2014-2015 1 Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant 2013-2014-2015 1. Inleiding Leren en Werken in de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant richt zich vanaf 1 januari 2013 primair op vragen van de regionale

Nadere informatie

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op

Nadere informatie

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten. Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten. 1. Samenvatting Scholieren willen LOB! Dat is goed want loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is belangrijk.

Nadere informatie

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d. Notitie Aan Sectorcommissie Boomkwekerijproducten Van Jan Kees Boon Kenmerk Behoort bij Agendapunt 10, vergadering d.d. 9-5-2007 Totaal aantal pagina s 7 27 april 2007 SAMENVATTING ARBEIDSMARKTMONITOR

Nadere informatie

INLEIDING. 1 Inleiding

INLEIDING. 1 Inleiding 1 Inleiding Dit advies is een vervolg op het sociaal akkoord dat het kabinet en de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers op 11 april 2013 hebben gesloten en op het akkoord van centrale

Nadere informatie

Onderzoek naar Experimenten

Onderzoek naar Experimenten Onderzoek naar Experimenten doorlopende leerlijnen vo-mbo Samenvattende conclusies Conclusies en aanbevelingen uit het themaonderzoek naar experimenten doorlopende leerlijnen vo-mbo mei 2016 Voorwoord

Nadere informatie

Agenda 14:00 14:15. Opening 14:15-15:00. Resultaten analysefase. Pauze 15:00-15:15 15:15-15:30. Van analyses naar oplossingen 15:30-16:00

Agenda 14:00 14:15. Opening 14:15-15:00. Resultaten analysefase. Pauze 15:00-15:15 15:15-15:30. Van analyses naar oplossingen 15:30-16:00 Agenda 14:00 14:15 Opening 14:15-15:00 Resultaten analysefase 15:00-15:15 Pauze 15:15-15:30 Van analyses naar oplossingen 15:30-16:00 Vervolgstappen en discussie Wie waren we ook al weer? Brankele Frank

Nadere informatie

GRIP OP VAKMANSCHAP EN TOEKOMST

GRIP OP VAKMANSCHAP EN TOEKOMST DE SKILLSMANAGER GRIP OP VAKMANSCHAP EN TOEKOMST Vakmanschap is professioneel gedrag, op het juiste moment. Professioneel gedrag wordt bepaald door de taken die moeten worden uitgevoerd, de middelen die

Nadere informatie

Een verkenning van de toekomstige arbeidsmarkt van de overheid

Een verkenning van de toekomstige arbeidsmarkt van de overheid Een verkenning van de toekomstige arbeidsmarkt van de overheid Maikel Volkerink Jules Theeuwes Utrecht, 10 oktober 2012 www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 SEO Economisch Onderzoek Onafhankelijk

Nadere informatie

DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN

DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN Dieter Verhaest KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Campus Brussel Co-auteurs: Stijn Baert (UGent) Katleen De Rick (KU Leuven) Kristof De

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

Cris van Osch 30 november Opleiden van leerlingen Scholingsconferentie AFNL

Cris van Osch 30 november Opleiden van leerlingen Scholingsconferentie AFNL Cris van Osch 30 november 2011 Opleiden van leerlingen Scholingsconferentie AFNL Introductie CINOP Advisering rondom opleiden en ontwikkeling van mensen Voor sociale partners, bedrijven, overheid, scholen

Nadere informatie

marktbeeld Detailhandel bloemen en planten arbeids

marktbeeld Detailhandel bloemen en planten arbeids marktbeeld Detailhandel bloemen en planten arbeids Totaalbeeld sector Ontwikkeling aantal bedrijven en werkgelegenheid Aantal bedrijven 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 17.500 18.000 16.300

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Kenniscentrum Bèta Techniek Floor Binkhorst Februari 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Scheepsbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Van en voor de regionale foodbedrijven. Enschede, 14 mei 2009

Van en voor de regionale foodbedrijven. Enschede, 14 mei 2009 Van en voor de regionale foodbedrijven Enschede, 14 mei 2009 Programma 16.45 uur: Opening en schets ontwikkelingen door Robert Zandstra 17.00 uur: Achtergrond, organisatiestructuur, financiering, werkwijze

Nadere informatie

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 januari 2013 Het kabinet streeft ernaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Via de wijk aan het werk

Via de wijk aan het werk Via de wijk aan het werk Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en sport.

Nadere informatie

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Oktober 2010 Opsteller: Jiska Krikke Contactpersoon: Gerrit Marskamp Regio Noord-Veluwe, t:0341-474 436 Regio Noord-Veluwe wil in het kader van arbeidsmarktbeleid,

Nadere informatie

Algemene beschouwing

Algemene beschouwing Algemene beschouwing Arbeidsmigratiebeleid begint bij Nederlands arbeidsmarktbeleid Voor de Nederlandse economie en dus voor bedrijven en werknemers is het van belang om de juiste mensen op de juiste arbeidsplek

Nadere informatie

Beleidsprogramma A+O fondsen gemeenten, provincies en waterschappen KEUZE VOOR SPEERPUNTEN OVERHEID IN BEWEGING EN MEESTER IN JE WERK

Beleidsprogramma A+O fondsen gemeenten, provincies en waterschappen KEUZE VOOR SPEERPUNTEN OVERHEID IN BEWEGING EN MEESTER IN JE WERK Beleidsprogramma A+O fondsen gemeenten, provincies en waterschappen 1 Beleidsprogramma A+O fondsen gemeenten, provincies en waterschappen De A+O fondsen van gemeenten, provincies en waterschappen hebben

Nadere informatie

Jaarplan 2018 Arbeidsmarkt & Onderwijs SIGRA

Jaarplan 2018 Arbeidsmarkt & Onderwijs SIGRA Jaarplan 2018 Arbeidsmarkt & Onderwijs SIGRA Inleiding Doel TEXEL DEN-HELDER NOORD-HOLLAND NOORD HOORN ALKMAAR ZAANSTREEK-WATERLAND AMSTERDAM AMSTERDAM, DIEMEN EN AMSTELVEEN Het Jaarplan 2018 programma

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden. Het informatici-tekort A uteur(s): Smits, W. (auteur) Delmee, J. (auteur) Grip, A. de (auteur) De auteurs zijn werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht Onderzoeksplan Rekenkamer Utrecht 16 februari 2009 1 Inleiding Vanuit de raadsfracties van het CDA en de VVD kwam in 2008 de suggestie aan de Rekenkamer om

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de Drentse arbeidsmarkt

Ontwikkelingen op de Drentse arbeidsmarkt Ontwikkelingen op de Drentse arbeidsmarkt Bart Paashuis Janneke Gardeniers 10 maart 2011 basis voor beslissingen Opzet presentatie 1. Onderzoek 2. Aanbod op de Drentse arbeidsmarkt 3. Vraag op de Drentse

Nadere informatie

Arbeidsmarkt en vakmanschap

Arbeidsmarkt en vakmanschap Arbeidsmarkt en vakmanschap Symposium Spelen met Talent Avans Hogeschool, s-hertogenbosch 16.45-17.30 uur Gerard Evers dr. Gerard Evers Recente verleden Hoogleraar Human Capital Valuation UvT Hoofdredacteur

Nadere informatie

Werkplan 2016. Arbeidsmarkt. De arbeidsmarktsituatie in de regio Rotterdam wordt de komende jaren door de volgende knelpunten gekenmerkt:

Werkplan 2016. Arbeidsmarkt. De arbeidsmarktsituatie in de regio Rotterdam wordt de komende jaren door de volgende knelpunten gekenmerkt: Werkplan 2016 Werkplan 2016 Tijdens de strategiesessies met de kerngroepleden, de klankbordgroep en de bestuurders van derotterdamsezorg is benoemd welke arbeidsmarktvraagstukken in 2016 gezamenlijk aangepakt

Nadere informatie

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart 2003 7,2 8 keer beoordeeld Vak Economie 1 Veel jongeren kiezen voor een baantje naast school. Ook hebben veel jongeren vakantiewerk. Ze verdienen niet

Nadere informatie

V I S I E D O C U M E N T E X P E R T I S E C E N T R U M M E U B E L

V I S I E D O C U M E N T E X P E R T I S E C E N T R U M M E U B E L V I S I E D O C U M E N T E X P E R T I S E C E N T R U M M E U B E L H E T E X P E R T I S E C E N T R U M M E U B E L I S H É T C E N T R U M I N N E D E R L A N D V O O R L E R E N, W E R K E N E N

Nadere informatie

Veerkracht. FKB Textielgroothandel. Duurzame Inzetbaarheid & Scholing. binnen de cao voor textielgroothandel

Veerkracht. FKB Textielgroothandel. Duurzame Inzetbaarheid & Scholing. binnen de cao voor textielgroothandel FKB Textielgroothandel Veerkracht Duurzame Inzetbaarheid & Scholing binnen de cao voor textielgroothandel Fonds Kollektieve Belangen (FKB) Textielgroothandel Toelichting bij cao Duurzame Inzetbaarheid

Nadere informatie

Techniekpact; waarom, wat en hoe. Jurgen Geelhoed Projectleider Techniekpact

Techniekpact; waarom, wat en hoe. Jurgen Geelhoed Projectleider Techniekpact Techniekpact; waarom, wat en hoe Jurgen Geelhoed Projectleider Techniekpact Vraag van de technische arbeidsmarkt Waarom het techniekpact? Schaarste aan goed opgeleide technici (alle niveaus) loopt op

Nadere informatie

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid

Nadere informatie

Bijlage 1. Concept convenant leerlingbouwplaatsen.

Bijlage 1. Concept convenant leerlingbouwplaatsen. Bijlage 1 Concept convenant leerlingbouwplaatsen. Opmerkingen: 1. Tekst voorwaarden leerlingbouwplaats (bijlagen 1 en 3 convenant) wordt nog kortgesloten met Fundeon. 2. Definitieve tekst geschiktheidtoets

Nadere informatie

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten

Nadere informatie

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval Lunteren, 22 april 09 Presentatieronde 1: Flex College het Nijmeegse model in de strijd tegen voortijdig schoolverlaten. Presentator Jeroen Rood, directeur

Nadere informatie

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD & PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Masterclass. Strategisch Arbeidsmarktbeleid voor de gehandicaptenzorg

Masterclass. Strategisch Arbeidsmarktbeleid voor de gehandicaptenzorg Masterclass Strategisch Arbeidsmarktbeleid voor de gehandicaptenzorg Masterclass Strategisch Arbeidsmarktbeleid voor de gehandicaptenzorg De gehandicaptenzorg staat voor enkele uitdagingen als we kijken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

marktbeeld Groothandel bloemen en planten arbeids

marktbeeld Groothandel bloemen en planten arbeids marktbeeld Groothandel bloemen en planten arbeids Totaalbeeld sector Ontwikkeling aantal bedrijven en werkgelegenheid Aantal bedrijven 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 18.200 15.500 _ 18.000 1.840 16.000

Nadere informatie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

BRANCHEPOOLS BIJ VELUWEPORTAAL: SAMEN WERKEN AAN EFFECTIEVER GEBRUIK ARBEIDSPOTENTIEEL

BRANCHEPOOLS BIJ VELUWEPORTAAL: SAMEN WERKEN AAN EFFECTIEVER GEBRUIK ARBEIDSPOTENTIEEL BRANCHEPOOLS BIJ VELUWEPORTAAL: SAMEN WERKEN AAN EFFECTIEVER GEBRUIK ARBEIDSPOTENTIEEL SAMENVATTING LAURA VAN LEEUWEN SJIERA DE VRIES LECTORAAT SOCIALE INNOVATIE EN VERSCHEIDENHEID ZWOLLE, NOVEMBER 2014

Nadere informatie

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector 1 De bestuurspartijen voor het onderwijs, namens deze PO-Raad VO-raad MBO Raad De Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

De oplossing voor duurzame inzetbaarheid van uw personeel. Brochure

De oplossing voor duurzame inzetbaarheid van uw personeel. Brochure Brochure Uw situatie Nederlandse werkgevers zijn ervan overtuigd dat een vergrijzende en ontgroenende arbeidsmarkt leidt tot stijgende personeelskosten [bron: CBS/2013]. De kans dat relatief meer ouderen

Nadere informatie

Social Return in Nederland Nick Wiendels. Social Return Coördinator

Social Return in Nederland Nick Wiendels. Social Return Coördinator Social Return in Nederland 30-11-2018 Nick Wiendels Social Return Coördinator Inhoudsopgave 1. Voorstellen 2. Sector Bouw & Infra 3. Knelpunten en kansen 4. Succesfactoren 5. Projectcasus de Banenmotor

Nadere informatie

Jaarplan Arbeid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Jaarplan Arbeid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Jaarplan 2019 - Arbeid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Werknemers werken liever bij een goede werkgever dan een slechte werkgever. De definitie van een goede werkgever verschilt per werknemer.

Nadere informatie

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting Opdrachtgever: Bouwend Nederland Rotterdam, april 2013 Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. economy.

Samenvatting. economy. Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting Door toenemende technologische kennis en innovatie is het steeds beter mogelijk om de verschillende bestanddelen van planten, bomen, gewassen en dierlijke reststromen

Nadere informatie

Nieuwe kansen voor intermediairs

Nieuwe kansen voor intermediairs 1 Bemiddeling van werkzoekenden met een arbeidsbeperking Nieuwe kansen voor intermediairs De komende jaren is het aan werk helpen van werkzoekenden met een arbeidsbeperking een groot thema. In 2026 moet

Nadere informatie

Kennisrapportage Seminar E-fulfilment meets Arbeidsmarkt. Datum:

Kennisrapportage Seminar E-fulfilment meets Arbeidsmarkt. Datum: Kennisrapportage Seminar E-fulfilment meets Arbeidsmarkt Datum: 12-02-2017 Kennisrapportage: E-fulfilment meets Arbeidsmarkt Kennisrapportage De e-fulfilment Hub is een samenwerkingsverband van tien organisaties

Nadere informatie

Goed groen onderwijs maak je samen. Onderwijscahier

Goed groen onderwijs maak je samen. Onderwijscahier Goed groen onderwijs maak je samen Onderwijscahier Waarom dit onderwijscahier? 3 Hoe verandert het groene vakmanschap? 5 Colofon Dit is een uitgave van Branchevereniging VHG en bevat onze visie op het

Nadere informatie

Regiorapportage Nijmegen

Regiorapportage Nijmegen Regiorapportage Nijmegen In opdracht van SER Gelderland Oktober 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde M. Nanninga MSc CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl www.cabgroningen.nl

Nadere informatie

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling mei 2007. Het aantal door kenniscentra erkende leerbedrijven

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie