Milieuhandhavingscollege

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieuhandhavingscollege"

Transcriptie

1 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/66-VK van 16 juli 2013 In de zaak van mevrouw [ ] en de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partijen te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt mevrouw Sigrid RAEDSCHELDERS, afdelingshoofd van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid, hierna de verwerende partij te noemen, ingeschreven in het register van de beroepen op 11 januari 2013 onder nummer 13/MHHC/4-M, MHHC-13/66-VK 16 juli

2 heeft het Milieuhandhavingscollege het volgende overwogen: 1. Voorwerp van het beroep Het beroep is gericht tegen de beslissing 12/AMMC/726-M/TR van 11 december Met deze beslissing legt de gewestelijke entiteit aan de verzoekende partij [ ] een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 146 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op 876 euro, dit wegens het wijzigen van rietland op percelen die gelegen zijn in habitatrichtlijngebied. 2. Verloop van de rechtspleging 2.1. Op 13 juni 2012 beslist de procureur des Konings van Gent om het milieumisdrijf niet strafrechtelijk te behandelen. Met een brief van 19 juli 2012 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partijen op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partijen uit om schriftelijk hun verweer mee te delen. Met een brief van 27 juli 2012 bezorgen de verzoekende partijen hun verweer aan de gewestelijke entiteit. Op hun vraag worden zij op 9 oktober 2012 door de entiteit gehoord. Op 11 december 2012 legt de gewestelijke entiteit de voormelde bestuurlijke geldboete op. De kennisgeving van deze beslissing aan de verzoekende partij [ ] gebeurt op 11 december Met een aangetekende brief van 9 januari 2013 stellen de verzoekende partijen beroep in tegen de beboetingsbeslissing. Het verzoekschrift bevat een inventaris van de overtuigingsstukken. De geïnventariseerde stukken zijn eraan toegevoegd. De verwerende partij dient op 21 januari 2013 bij de griffie een dossier in met een kopie van de bestreden beslissing en de stukken op grond waarvan de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. De verwerende partij dient op 4 maart 2013 een memorie van antwoord in. De verzoekende partijen dienen op 11 april 2013 een memorie van wederantwoord in Bij beschikking 13/MHHC/4-M/B1 van 7 mei 2013 heeft de kamervoorzitter de verwerende partij verzocht om uiterlijk op 23 mei 2013 de volgende stukken in te dienen: - Een duidelijke kleurenkopie van de foto s, gevoegd als bijlage aan het aanvankelijk procesverbaal van de politiezone Meetjesland Centrum nr. GE.63.L /2012 van 21 februari 2012; - Een duidelijke kleurenkopie van de orthofoto en het fotodossier, gevoegd als bijlage aan het navolgend proces-verbaal van het Agentschap Natuur en Bos nr. GE.63.L / van 14 mei 2012; - Een duidelijke kleurenkopie van het fotodossier, gevoegd als bijlage aan het navolgend proces-verbaal van de politiezone Meetjesland Centrum nr. GE4.L /2012 van 6 april Met een aangetekende brief van 21 mei 2013 bezorgt de verwerende partij de opgevraagde stukken aan de griffie en op 22 mei 2013 geeft de griffier aan de verzoekende partijen kennis van dit stuk. MHHC-13/66-VK 16 juli

3 Met een aangetekende brief van 31 mei 2013 dienen de verzoekende partijen hun schriftelijke opmerkingen ter griffie in Bij beschikking 13/MHHC/4-M/B2 van 8 mei 2013 heeft de kamervoorzitter de behandeling van het beroep vastgesteld op de zitting van 13 juni De verzoekende partijen, hoewel regelmatig opgeroepen, zijn op de zitting niet aanwezig noch vertegenwoordigd. De verwerende partij is vertegenwoordigd door de heer Bart DE WAELE, beleidsmedewerker van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid. Kamervoorzitter Jan HEYMAN brengt verslag uit. De verwerende partij wordt gehoord. De debatten worden gesloten en de zaak wordt voor uitspraak in beraad genomen. 3. Ontvankelijkheid 3.1. Het beroep, dat op 9 januari 2013 is ingediend met een aangetekende brief, is tijdig De verwerende partij werpt op, onder verwijzing naar artikel van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM) dat de bestreden beslissing enkel een bestuurlijke geldboete oplegt aan de verzoekende partij [ ] en dat bijgevolg het door en voor tweede verzoekende partij [de heer [ ]] ingediende beroep niet ontvankelijk is Luidens artikel DABM kan enkel degene aan wie een alternatieve bestuurlijke geldboete, desgevallend met voordeelontneming, werd opgelegd, beroep indienen bij het Milieuhandhavingscollege. Uit het dispositief van de bestreden beslissing blijkt dat de bestuurlijke geldboete enkel is opgelegd aan de verzoekende partij [ ]. Dit heeft tot gevolg dat het beroep, ingediend door de verzoekende partij [ ], niet toelaatbaar is. Telkens hierna in onderhavig arrest de verzoekende partij staat geschreven, dient dit begrepen te worden als de verzoekende partij [ ] Het beroep is voor het overige regelmatig naar vorm. Er stellen zich geen problemen met betrekking tot andere aspecten van de ontvankelijkheid ervan en de verwerende partij werpt desbetreffend geen excepties op. Het beroep van de verzoekende partij is ontvankelijk. 4. Feiten De feiten die relevant zijn voor de beoordeling van het beroep zijn de volgende Op 17 februari 2012 stelt een hoofdinspecteur van de lokale politie Meetjesland Centrum (hierna verbalisant) vast dat in Sint-Laureins, ter hoogte van Mollekot, een perceel grond met een geschatte oppervlakte van ongeveer 1500 m 2, deel uitmakend van habitatrichtlijngebied is MHHC-13/66-VK 16 juli

4 omgeploegd, en verder: Een 500 m 2, deel uitmakend van het habitatrichtlijngebied, is niet omgeploegd, vaststellende dat er op die 500 m 2 nog restanten van een gemaaide rietkraag te vinden zijn. Het perceel wordt, naar zijzelf op 21 februari 2012 verklaart aan de verbalisant, sedert 1981 gehuurd door de verzoekende partij. Bij haar verhoor verklaart zij verder onder meer: In 2009 werd er lastens mij een proces-verbaal opgesteld inzake de inname van het gebied dat deel uitmaakt van de habitatrichtlijn aan de Wolfgangskreek. ( ) In november 2011 werd het perceel omgeploegd door mijn echtgenoot [ ]. Ik was er niet van op de hoogte dat er terug een groot deel van het habitat gebied ingeploegd was. ( ) Ik denk dat mijn echtgenoot uit praktische overwegingen het habitatgebied meegeploegd heeft. Ik zal er voor zorgen dat het habitatgebied in zijn oorspronkelijke staat hersteld wordt. Zij voegt toe: Ik verklaar mij als zaakvoerder strafrechtelijk aansprakelijk voor de begane inbreuk. Van zijn vaststellingen stelt de verbalisant proces-verbaal op, dat hij opent op 21 februari en afsluit op 20 maart Uit een navolgend proces-verbaal, afgesloten op 11 juni 2012, blijkt dat de betrokken gronden kadastraal gekend staan als Sint Laureins, [ ]. Briefwisseling tussen de gewestelijke stedenbouwkundige inspectie en de verzoekende partij die als bijlagen bij het aanvankelijk procesverbaal van overtreding is gevoegd, geeft aan dat precies dezelfde percelen ter sprake stonden bij de feiten die in 2009 werden geverbaliseerd. De feiten betroffen het ophogen van de percelen (ong. 1500m²) met gemiddeld 60 cm en het kappen van een rietkraag en werden vrijwillig hersteld, onder meer door het afgraven van het betrokken terrein tot op het oorspronkelijke niveau. 5. Beoordeling 5.1. De gewestelijke entiteit kwalificeert de vastgestelde feiten als een milieumisdrijf overeenkomstig artikel , 2, DABM, meer bepaald als een schending van artikel 7, 6, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hierna Besluit Natuurbehoud). Luidens dit artikel is het wijzigen van de volgende kleine landschapselementen en vegetaties verboden: ( ) 6 moerassen en waterrijke gebieden; ( ). Bijlage V bij dit besluit, dat de onder punt 6 vermelde vegetatie nader omschrijft, vermeldt rietland onder de hoofding Moerassen. De gewestelijke entiteit legt met toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het DABM (hierna Milieuhandhavingsbesluit) de voormelde alternatieve bestuurlijke geldboete op Met haar beroep meent de verzoekende partij dat de beslissing van de Afdeling MMC om een bestuurlijke geldboete van 876 op te leggen niet correct is gebeurd en aldus nietig is. Zij haalt hiertoe vijf bezwaren aan, die als volgt kunnen worden samengevat: - schending van artikel DABM door de overschrijding van de daar bepaalde kennisgevingstermijn; - schending van de hoorplicht, doordat de kennisgeving van 19 juli 2012, enerzijds, en de bestreden beslissing van 11 december 2012, anderzijds, elk gewag maken van een procesverbaal, daterend, respectievelijk, van 21 februari 2012 en 30 maart 2012, die zij nooit ontvangen heeft zodat de er beschreven feiten gebaseerd [zijn] op een eenzijdige verklaring [van de verbalisant] en het, voorts, het niet duidelijk [is] op welke basis de afdeling haar beslissing heeft genomen ; MHHC-13/66-VK 16 juli

5 - onregelmatigheden bij het afnemen van het verhoor door de verbalisant op 21 februari 2012, waarvoor de verzoekende partij klacht heeft ingediend bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (hierna FOD Binnenlandse Zaken) - klacht die nog niet behandeld is ; - geen duidelijkheid over de locatie van de gepleegde feiten, waardoor de gewestelijke entiteit geen grond [kan] hebben om de beschreven feiten in aanmerking te nemen voor het bepalen van een bestuurlijke geldboete ; - betwisting aangaande de verantwoordelijkheid van de gepleegde feiten, die bij een landbouwloonwerker ligt aan wie zij opdracht had gegeven om het perceel om te ploegen, niet om het habitatgebied te beschadigen In het eerste bezwaar betoogt de verzoekende partij dat de procureur des Konings bij brief van 13 juni 2012 de gewestelijke entiteit op de hoogte brengt van zijn beslissing om het milieumisdrijf niet strafrechtelijk te behandelen en dat de gewestelijke entiteit haar pas bij brief van 19 juli 2012 kennisgeeft van de start van de beboetingsprocedure. Hieruit besluit zij dat [d]e wettelijk voorziene termijn van 30 dagen ( ) niet gerespecteerd is De verwerende partij repliceert dat de kennisgevingstermijn een termijn van orde is, niet uitdrukkelijk op straffe van verval voorgeschreven, waarvan de overschrijding niet tot de nietigheid van de bestreden beslissing [kan] leiden Luidens artikel , 1, DABM, brengt de gewestelijke entiteit binnen een termijn van dertig dagen [na de ontvangst van de beslissing van de procureur des Konings om het milieumisdrijf niet strafrechtelijk te behandelen] de vermoedelijke overtreder op de hoogte van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. In het voorliggende beroep is de bovenvermelde kennisgevingstermijn ontegensprekelijk overschreden. De beslissing van de procureur des Konings om het milieumisdrijf niet strafrechtelijk te behandelen dateert van 13 juni 2012 en werd op 18 juni 2012 ontvangen door de gewestelijke entiteit. De brief van de gewestelijke entiteit aan de verzoekende partijen houdende kennisgeving van de start van de procedure voor de oplegging van een bestuurlijke geldboete dateert van 19 juli 2012, hetzij enkele dagen na het verstrijken van de door artikel , 1, DABM bepaalde kennisgevingstermijn. Samen met de verwerende partij stelt het Milieuhandhavingscollege echter vast dat deze termijn geen vervaltermijn is, maar een termijn van orde. De decreetgever heeft immers voor deze termijn geen sanctie bepaald die de overschrijding ervan van rechtswege bestraft. De loutere overschrijding van deze termijn kan derhalve niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden. Het eerste bezwaar is ongegrond Als tweede bezwaar werpt de verzoekende partij op: Pas bij brief ( ) gedateerd op 19 juli 2012 uitgaande van de gewestelijke entiteit verneem ik dat er op datum van 21 februari 2012 ( ) een proces-verbaal ( ) werd opgesteld ( ). Naar zij stelt, heeft zij dit proces-verbaal nooit ontvangen en heeft zij daardoor nooit kans gehad de verklaringen van de verbalisant op waarheid te kunnen controleren en hierover een bijkomende verklaring af te leggen. Verder betoogt zij dat de bestreden beslissing vermeldt dat op 30 maart 2012 ( ) een proces-verbaal werd opgemaakt, dat zij ook dit proces-verbaal van overtreding nooit ontvangen heeft, zodat zij ook dienaangaande de verklaringen van de verbalisant niet op waarheid heeft kunnen controleren, noch hierover een bijkomende verklaring heeft kunnen afleggen. Tevens laat zij gelden dat het niet duidelijk [is] op welke basis de afdeling haar beslissing heeft genomen omdat er sprake is van een pv opgesteld op 21 februari 2012 en ( ) een pv opgesteld op 30 maart Aangaande het niet-ontvangen van het proces-verbaal van 21 februari 2012, eerste onderdeel van het bezwaar, verwijst de verwerende partij naar haar schrijven aan de verzoekende partijen op 19 juli 2012 waarbij zij hen op de hoogte bracht van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete ( ) op te leggen. Daarin werden de verzoekende partijen uitgenodigd om schriftelijk MHHC-13/66-VK 16 juli

6 verweer mee te delen, werd hen uitdrukkelijk verwezen naar de mogelijkheid tot de inzage en het verkrijgen van kopieën van de documenten waarop het voornemen tot het opleggen van de geldboete berustte en werd hen ook gewezen op hun recht om mondeling hun verweer toe te lichten in een hoorzitting. Aangezien de verwerende partij een verzoek tot hoorzitting ontving vanwege de verzoekende partijen, staat het, aldus nog de verwerende partij, vast dat er van de kennisgevingsbrief van 19 juli 2012 ontvangst en kennisname is geweest bij verzoekende partijen. Tot slot meent de verwerende partij dat de verzoekende partij in haar bezwaar niet aantoont hoe haar in de procedure zou zijn belet om op nuttige wijze voor haar standpunt op te komen. Voor wat het tweede onderdeel van het bezwaar betreft, de beweerde opstelling van een tweede proces-verbaal op 30 maart 2012 en de onduidelijkheid die dienvolgens ook bestaat aangaande de basis waarop de bestreden beslissing werd genomen, laat de verwerende partij gelden dat het aanvankelijk proces-verbaal door de verbalisant geïnitieerd [werd] op 21 februari 2012 ( ) en werd uiteindelijk afgesloten op 20 maart 2012, dat beide data dus duidelijk verwijzen naar één en dezelfde akte en dat er derhalve ook geen sprake kan zijn van onduidelijkheid omtrent het proces-verbaal dat de basis vormde voor het bestuurlijk beboetingsproces. Daarenboven, aldus betoogt de verwerende partij, heeft de verzoekende partij afgezien van de mogelijkheid tot inzage en het verkrijgen van kopieën van de documenten waarop het voornemen tot het opleggen van de bestuurlijke geldboete berustte. Zij besluit daarom dat een mogelijke onduidelijkheid in haren hoofde omtrent deze stukken haar niet kan worden verweten Anders dan de verzoekende partij suggereert, geldt er in de bestuurlijke besluitvorming, en onder meer de bestuurlijke beboeting, geen algemeen beginsel van tegenspraak. De eenzijdige beslissingsbevoegdheid van het bestuur wordt echter wel getemperd door de hoorplicht. Dit beginsel van behoorlijk bestuur houdt voor dat tegen niemand een ernstige maatregel kan worden genomen die gebaseerd is op een gegeven dat hem als een tekortkoming wordt aangerekend zonder dat de betrokkene vooraf de mogelijkheid werd geboden om op nuttige wijze voor het eigen standpunt op te komen. Voor wat de alternatieve bestuurlijke beboetingsbevoegdheid op grond van titel XVI DABM betreft, die hier ter sprake staat, is het beginsel deels gecodificeerd in artikel , 1, DABM en in artikel 76, 3, Milieuhandhavingsbesluit Voor zover moet worden aangenomen dat het bezwaar een schending van de hoorplicht aanvoert, is het ongegrond. Vooreerst stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat de verzoekende partij in generlei opzicht aantoont hoe het feit dat zij, naar zij beweert, geen kopie zou hebben ontvangen van het procesverbaal van overtreding en dit stuk dan ook niet heeft kunnen betrekken bij het verweer dat zij voor de gewestelijke entiteit heeft gevoerd, het beginsel van de hoorplicht zou hebben geschonden, met name haar zou hebben belet om op nuttige wijze voor het eigen standpunt op te komen. Integendeel: naar blijkt uit het schriftelijk verweer dat zij op 27 juli 2012 indiende, alsook uit de hoorzitting van 9 oktober 2012, had de verzoekende partij ruim voordat de bestreden beslissing werd genomen, kennis van de gegevens die de wezenlijke feitelijke en juridische grondslag vormen voor de beboeting. Daarnaast wijst het Milieuhandhavingscollege erop dat de verzoekende partij de documenten waarop het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke geldboete gebaseerd is [kan] inkijken of er kopieën van [kan] krijgen. Deze mogelijkheid wordt expliciet vermeld in de kennisgevingsbrief van 19 juli 2012 waarmee de gewestelijke entiteit de start van de beboetingsprocedure meedeelt aan de verzoekende partijen. Mits een eenvoudige schriftelijke aanvraag had de verzoekende partij aldus minstens een kopie van het proces-verbaal kunnen bekomen. Het Milieuhandhavingscollege stelt verder vast, samen met de verwerende partij, dat het aanvankelijk proces-verbaal geopend werd op 21 februari 2012 en door de verbalisant werd afgesloten op 20/03/2012 om 15:57 uur. Anders dan de verzoekende partij voorhoudt, verwijzen de beide data dus ontegensprekelijk naar één en hetzelfde proces-verbaal, zodat er van een mogelijke tegenstrijdigheid of onduidelijkheid in de bestreden beslissing geen sprake is. Het tweede bezwaar is ongegrond in de beide onderdelen. MHHC-13/66-VK 16 juli

7 In een derde bezwaar klaagt de verzoekende partij een aantal onregelmatigheden aan bij het afnemen van het verhoor op 21 februari Hieromtrent heeft zij klacht ingediend bij de FOD Binnenlandse Zaken, klacht die met het oog op verder onderzoek zal worden opgevolgd door de Algemene Inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie. Aangezien de gevolgen van het opgelegde onderzoek tot nu toe niet gekend zijn en dit onderzoek, volgens haar, een ander daglicht op de zaak zou kunnen werpen, vraagt zij de zaak verder niet te behandelen tot duidelijkheid bestaat over de gevolgen die aan de klacht werden gegeven De verwerende partij oordeelt dat dit bezwaar ongegrond is. Zij wijst erop dat de klacht dateert van 14 oktober 2012, nadat de hoorzitting dd. 9 oktober 2012 ( ) had plaatsgevonden en meer dan een half jaar na het bewuste verhoor. Dat de verzoekende partij pas dan voor het eerst deze zware beschuldigingen uit, doet voor de verwerende partij afbreuk aan [de] geloofwaardigheid [van de verzoekende partij]. Verder merkt zij op dat de verzoekende partij niet aantoont in welke zin dit bezwaar gebaseerd is op ernstige feiten die doorslaggevend zouden kunnen zijn geweest in de opmaak van de bestreden beslissing. Zij meent, integendeel, dat het weerhouden milieumisdrijf het omploegen betrof van m 2 rietlandvegetatie op percelen die in gebruik waren bij de verzoekende partij. De handelingen die door de gebruiker van het naburige perceel zouden zijn gesteld, zijn daarom allerminst terzake doend voor de beoordeling van het vastgestelde milieumisdrijf in hoofde van de verzoekende partij. Haar besluit luidt dan ook dat dit bezwaar als niet relevant, niet ernstig en ongefundeerd moet worden afgewezen Het Milieuhandhavingscollege stelt te dezen vast dat de verzoekende partij op 15 oktober 2012 een klachtbrief heeft gestuurd naar de FOD Binnenlandse Zaken. Deze klacht betrof een aantal beweerde onregelmatigheden die zouden hebben plaatsgevonden bij het afnemen van het verhoor door de verbalisant op 21 februari Het versturen van de klachtbrief is dus gebeurd bijna acht maanden na datum van het verhoor zodat, om te beginnen, de vraag rijst welk belang de verzoekende partij alsdan nog kan gehad hebben bij het aanbrengen van deze klacht. Bovendien zijn, naar het oordeel van het Milieuhandhavingscollege, de beweerde aantijgingen aan het adres van de verbalisant niet relevant voor de beoordeling, noch van het tenlastegelegde milieumisdrijf, noch van het daderschap. Het bezwaar is ongegrond In haar vierde bezwaar voert de verzoekende partij twijfel aan over de locatie van de gepleegde feiten. Het is volgens haar niet duidelijk of de feiten al of niet werden gepleegd in het habitatrichtlijn dan wel in zuiver agrarisch gebied. En verder: De juiste grenzen van het gebied zijn niet bekend en niet beschreven. Dienaangaande wijst zij erop dat, volgens de gegevens van AGIV Vlaanderen de grens van het habitatgebied niet te herkennen is en dat het kadasterplan evenmin uitsluitsel geeft. Zolang er daarom geen duidelijkheid bestaat over de locatie van de gepleegde feiten, kan de gewestelijke entiteit geen grond hebben om de beschreven feiten in aanmerking te nemen voor het bepalen van een bestuurlijke geldboete In haar repliek benadrukt de verwerende partij vooreerst dat de betreffende percelen op de natura 2000 kaart opgenomen werden als habitatrichtlijngebied, zoals ook in het navolgend procesverbaal van natuurinspectie Oost-Vlaanderen werd aangegeven. Zij wijst er vervolgens op dat de verzoekende partij reeds eerder, in 2009, was geverbaliseerd zodat zij wel degelijk op de hoogte was van de op haar perceel van toepassing zijnde beschermingsbepalingen. Naar zij meent, kan de verzoekende partij daarom geen dwaling als schulduitsluitingsgrond inroepen. Overigens neemt dit, aldus vervolgt de verwerende partij, het bestaan van het milieumisdrijf niet weg, vermits de verzoekende partij desnoods voorafgaandelijk informatie had moeten inwinnen over het bestaan van wettelijke verplichtingen inzake het Natura-2000 beschermingsstatuut. De verwerende partij wijst ten slotte op de mogelijkheid, voor iedere landbouwer, om [n]aast ( ) kennisname van de NATURA kaart bij de diensten van AGIV, via fotoplannen na te gaan of hun percelen in een beschermingszone (vogelrichtlijngebied, habitatrichtlijngebied of VEN-gebied) liggen. Het argument, als zou de verwerende partij geen grond gehad hebben om bestuurlijk te sanctioneren, faalt dan ook Dit bezwaar moet worden beoordeeld in het licht van artikel , tweede lid, DABM. Op grond van deze bepaling is de gewestelijke entiteit enkel bevoegd tot het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete voor milieumisdrijven, bepaald in de artikelen tot MHHC-13/66-VK 16 juli

8 16.6.3septies DABM. Naar het Milieuhandhavingscollege reeds bij herhaling heeft geoordeeld, vergen deze delictsomschrijvingen, naast een wederrechtelijk materieel bestanddeel, ook een moreel bestanddeel, met name het opzettelijk of door gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid plegen van de wederrechtelijke feiten, zulks zonder dat enige schulduitsluitingsgrond de verwijtbaarheid komt teniet te doen. In zoverre de verzoekende partij argumenteert dat de locatie van de feiten, habitatgebied dan wel zuiver agrarisch gebied, ter twijfel staat, waarmee zij het materieel bestanddeel van het beboete milieumisdrijf betwist, kan zij niet worden gevolgd. Uit de stukken waarop het Milieuhandhavingscollege vermag kennis te nemen, in het bijzonder het proces-verbaal van overtreding en zijn bijlagen en het navolgende proces-verbaal, volgt met zekerheid dat rietland werd omgeploegd dat tot habitatgebied behoort. In zoverre de verzoekende partij beoogt te laten gelden dat onduidelijkheid in de begrenzing tussen habitatgebied en agrarisch gebied de feiten verklaart, en aldus het moreel bestanddeel van het milieumisdrijf betwist, kan zij evenmin worden gevolgd. In het licht van de feiten die in 2009 werden geverbaliseerd en de herstelwerkzaamheden die zij toen uitvoerde, moet zij met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitermate goed op de hoogte zijn geweest van de grens tussen beide types van gebieden. Zij heeft de feiten wetens en willens gepleegd, minstens met gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid. Onoverwinnelijke dwaling kan, onder de gegeven omstandigheden, niet worden aanvaard. Het bezwaar is ongegrond Als laatste bezwaar ten slotte betwist de verzoekende partij haar verantwoordelijkheid van de gepleegde feiten. Zij betoogt aan een landbouwloonwerker [opdracht te hebben gegeven] om het perceel om te ploegen, doch ontkent met klem opdracht te hebben gegeven om het habitatgebied te beschadigen Onder verwijzing naar de bestreden beslissing, waarin werd gemotiveerd dat het omploegen van het rietland een schending uitmaakte van artikel 7, 6, Besluit Natuurbehoud, laat de verwerende partij gelden dat de verzoekende partij dit verbod heeft geschonden, doordat zij degene was die de opdracht tot het omploegen had gegeven. Bovendien, en gelet op de voorgaande verbalisering in 2009, was zij wel degelijk op de hoogte, minstens diende te zijn, van de beschermingsbepalingen die op het kwestieuze perceel van toepassing waren. De verwerende partij besluit dat de verzoekende partij in ieder geval nalatig [is] geweest om de opdracht tot het omploegen van het perceel aan de loonwerker op dermate wijze te omschrijven dat het milieumisdrijf zou zijn voorkomen Artikel , eerste lid, DABM bepaalt: De bestuurlijke geldboete is een sanctie waarbij de gewestelijke entiteit een overtreder verplicht een geldsom te betalen. Noch het DABM, noch enige uitvoeringsbepaling van dit decreet omschrijven het begrip overtreder. In overeenstemming met de spraakgebruikelijke betekenis van het woord moet ervan worden uitgegaan dat de overtreder de persoon is die een gebod of verbod schendt dat zich tot hem richt. Het begrip mag uiteraard niet aldus worden begrepen dat uitsluitend diegene die de strafbare gedraging materialiter heeft verricht als overtreder aanzien kan worden. Uit de draagwijdte van het begrip volgt dat de geschonden normen, die de toerekenbaarheid kunnen beperken door een gebod of verbod te formuleren dat zich slechts tot één of een paar categorieën personen richt, mede bepalen wie rechtens als overtreder kan worden aanzien. In het voorliggende beroep werd een bestuurlijke geldboete opgelegd wegens een schending van artikel 7, 6, Besluit Natuurbehoud dat, gelezen in samenhang met de bijlage V bij dit besluit, het wijzigen van rietland verbiedt. Deze bepaling is in algemene bewoordingen opgesteld, derwijze dat het wijzigingsverbod dat zij oplegt zich tot eenieder richt. Naar eensluidend blijkt uit de verklaringen die bij het proces-verbaal van overtreding zijn gevoegd, is de verzoekende partij zaakvoerder, of nog, bedrijfsleidster van het landbouwbedrijf. Naar zijzelf verklaarde, huurt zij de ter sprake staande percelen reeds sedert Voorts staat vast dat op deze percelen feiten van een vergelijkbare aard werden geverbaliseerd in 2009 en dat de betrokkene MHHC-13/66-VK 16 juli

9 dienvolgens zelfs tot herstelwerkzaamheden overging. Gelet op geheel deze context doet het er niet toe of, naar de verzoekende partij aanvankelijk verklaarde, haar echtgenoot, dan wel, naar het verzoekschrift stelt, een loonwerker, het beschermde stuk rietveld omploegde en dit al dan niet deed in foute uitvoering van een opdracht. Gezien haar verantwoordelijkheid als bedrijfsleider, is de verzoekende partij de eerst verantwoordelijke voor de goede gang van zaken in de bedrijfsvoering. Ten aanzien van de gepleegde feiten geldt deze verantwoordelijkheid des te meer in het licht van de eerder geverbaliseerde feiten, die ieder normaal zorgvuldig bedrijfsleider bijzonder alert zouden hebben gemaakt op het beschermde statuut van de gronden in kwestie en op de noodzaak om een herhaling van fouten uit het verleden te voorkomen. Ook dit bezwaar is ongegrond De behandeling van het beroep door het Milieuhandhavingscollege heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Om deze redenen beslist het Milieuhandhavingscollege: 1. Het door de verzoekende partij [ ] ingestelde beroep is onontvankelijk. 2. Het door de verzoekende partij [ ] ingestelde beroep is ontvankelijk, doch ongegrond. 3. De bestuurlijke geldboete, opgelegd bij beslissing 12/AMMC/726-M/TR van 11 december 2012 van de gewestelijke entiteit, wordt bevestigd. Dit arrest is uitgesproken in Brussel op de openbare zitting van 16 juli 2013 door het Milieuhandhavingscollege, dat samengesteld is uit: Jan HEYMAN Carole M. BILLIET Ludo DE JAGER Luk JOLY Josef NIJS Peter SCHRYVERS voorzitter ondervoorzitter bestuursrechter bestuursrechter bestuursrechter bestuursrechter, wettig verhinderd bij de uitspraak bijgestaan door Xavier VERCAEMER griffier. De griffier, De voorzitter, Xavier VERCAEMER Jan HEYMAN MHHC-13/66-VK 16 juli

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/85-VK van 2 december 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/67-VK van 2 oktober 2014 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] en de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partijen te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/45-VK van 10 juli 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/3 35-VK van 9 augustus 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Willem SLOSSE, advocaat, met kantoor te 2018

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/40-VK van 18 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/14-VK van 29 maart 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marc DECRAMER, advocaat, met kantoor te 8940 WERVIK, Nieuwstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/90-VK van 7 november 2013 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/97-VK van 21 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor wie optreedt de heer Frédérick VAN KERREBROECK, raadsman, hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 51-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] samenwonende te [ ] bijgestaan door de heer Luc BUSSCHAERT, raadsman, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/24-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0057 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/102-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/41-VK van 30 april 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Kris DHAENE, advocaat, met kantoor te 9000 GENT, Sint-Lievenspoortstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/92-VK van 7 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Pierre VANDE MAELE, advocaat, met kantoor te 8780 OOSTROZEBEKE,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/1-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan SURMONT, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT, de Merodelei

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/67-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/43-VK van 7 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreden mr. Ivan DEWEVER en mr. Kristin DEWEVER, advocaten, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/25-VK van 3 april 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Paul ROELAND, advocaat, met kantoor te 9000

Nadere informatie

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010:

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010: Rechtspraak 2010 TER INLEIDING Artikel 16.4.65 van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voorziet een geanonimiseerde publicatie van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/90-VK van 18 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/16-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de STAD [ ] vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, met adres te [ ] hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0137 van 23 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/100-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/ /4-VK van 16 februari 2012 In de zaak van mevrouw [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bert VERHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8870 IZEGEM, Kasteelstraat

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

Beslissing. hierna de. tegen. hierna de

Beslissing. hierna de. tegen. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/10-VK van 23 augustus 2011 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/15-VK van 7 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/20-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

voor wie van de Vlaamse

voor wie van de Vlaamse Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/38-VK van 18 september 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan WEYERS, advocaat, met kantoor te 9120 BEVEREN, Vrasenestraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/99-VK van 27 november 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Louis CHRISTOFFELS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/23-VK van 8 mei 2012 In de zaak van de BVBA [ ] met vennootschapszetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/20-VK van 12 maart 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Dany CORNELIS, advocaat, met kantoor te 9840 DE PINTE-ZEVERGEM,

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0135 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/98-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/4-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0055 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/91-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/28-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Nicky VAN LAEKEN, advocaat met kantoor te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0058 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0062/M Verzoekende partij de heer Guy VAN DER SCHOOT, wonende te 2100 Deurne, Mattheus

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0050 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0026/M Verzoekende partij mevrouw Negar MEHDIPOURYAN, wonende te 9250 Waasmunster, Wareslagestraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/24-VK van 3 april 2014 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marten DE JAEGER, advocaat, met kantoor te 9990 MALDEGEM, Westeindestraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0051 van 21 januari 2016 in de zaak 14MHHC/69-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT: Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/13-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/23-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Stijn DE MEULENAER, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0314 van 1 december 2015 in de zaak RvVb/1415/0609/A/0602 In zake: de heer Bart DEVOS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Greg JACOBS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing)

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) 401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) Beroep tegen een terechtwijzing. "(... ) verschijnt. In de zaak 0401l10/(... )/N van: de heer [X], bedrijfsrevisor, wonende (...

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

advocaat hierna de tegen hierna de

advocaat hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/6-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor gevestigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie