Milieuhandhavingscollege

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieuhandhavingscollege"

Transcriptie

1 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/86-VK van 2 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip Van BERGEN, advocaat, met kantoor te 2018 ANTWERPEN, Lange Leemstraat 53, hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt mevrouw Sigrid RAEDSCHELDERS, afdelingshoofd van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid, hierna de verwerende partij te noemen, ingeschreven in het register van de beroepen op 17 februari 2014 onder nummer 14/MHHC/14-M, MHHC-14/86-VK 2 december

2 heeft het Milieuhandhavingscollege het volgende overwogen: 1. Voorwerp van het beroep Het beroep is gericht tegen de beslissing 13/AMMC/895-M/BVB van 14 januari Met deze beslissing legt de gewestelijke entiteit aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 854 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro, dit wegens het exploiteren van een herstelwerkplaats voor voertuigen zonder de daartoe rechtens vereiste melding te hebben gedaan en met schending van verschillende toepasselijke milieuvoorwaarden. 2. Verloop van de rechtspleging 2.1. Op 18 juli 2013 beslist de procureur des Konings te Antwerpen om de milieumisdrijven niet strafrechtelijk te behandelen. Met een brief van 21 augustus 2013 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. Op 14 januari 2014 legt de gewestelijke entiteit de voormelde bestuurlijke geldboete op. De kennisgeving van deze beslissing aan de verzoekende partij gebeurt dezelfde dag Met een aangetekende brief van 13 februari 2014 stelt de verzoekende partij beroep in tegen de beboetingsbeslissing. Het verzoekschrift vermeldt de eraan toegevoegde overtuigingsstukken. De verwerende partij dient op 3 maart 2014 bij de griffie een dossier in met een kopie van de bestreden beslissing en de stukken op grond waarvan de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. De verwerende partij dient op 25 april 2014 een memorie van antwoord in. De verzoekende partij dient op 10 juni 2014 een memorie van wederantwoord in. De verwerende partij dient op 26 juni 2014 een laatste memorie in Bij beschikking 14/MHHC/14-M/B1 van 22 juli 2014 heeft de kamervoorzitter de behandeling van het beroep vastgesteld op de zitting van 28 augustus De verzoekende partij is ter zitting vertegenwoordigd door mr. Filip VAN BERGEN, haar raadsman. De verwerende partij is vertegenwoordigd door de heer Bart DE WAELE, beleidsmedewerker van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid. Bestuursrechter Carole M. BILLIET brengt verslag uit. De partijen worden gehoord. De debatten worden gesloten en de zaak wordt voor uitspraak in beraad genomen. MHHC-14/86-VK 2 december

3 3. Ontvankelijkheid 3.1. De verwerende partij werpt ten aanzien van het verzoekschrift twee excepties van onontvankelijkheid op: - de schending van artikel 7, 1, laatste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011 houdende vaststelling van de rechtspleging voor het Milieuhandhavingscollege (hierna Procedurebesluit); - de schending van artikel 7, 1, 5, Procedurebesluit. Tevens werpt zij in haar laatste memorie op dat de memorie van wederantwoord onontvankelijk is in het licht van artikel 4 Procedurebesluit De verwerende partij ontwikkelt de eerste exceptie als volgt: ( ) het verzoekschrift [wordt] afgesloten ( ) door een gedrukte tekst en niet door een handtekening, zoals vereist. Nu niet naar eis van recht blijkt dat het verzoekschrift door de verzoekende partij is ondertekend, moet, met toepassing van artikel 7, 1, laatste lid, Procedurebesluit worden besloten tot de onontvankelijkheid van het beroep Artikel 7, 1, laatste lid, Procedurebesluit luidt als volgt: Het verzoekschrift wordt gedagtekend en, op straffe van onontvankelijkheid, door de verzoekende partij ondertekend. Te dezen eindigt het verzoekschrift met de vermelding, in gedrukte letters Met vriendelijke groet, [ ], zonder enige handgeschreven toevoeging. Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat de ratio legis van de ondertekening hierin bestaat dat de ondertekenaar van een tekst deze tekst kent en hem zich toe-eigent. Het Procedurebesluit preciseert niet wat als een ondertekening wordt aanzien zodat de spraakgebruikelijke omschrijving geldt. Het Groot Woordenboek van de Nederlandse taal omschrijft het begrip ondertekenen als het zijn naam onder iets zetten, met zijn handtekening bekrachtigen. In casu heeft de verzoekende partij ontegensprekelijk haar naam onder haar verzoekschrift gezet. Zij heeft het als dusdanig ondertekend in de spraakgebruikelijke betekenis van het woord. Mede in acht genomen dat de verzoekende partij haar naam en adres bovenaan het verzoekschrift typte en tevens eigenhandig op de briefomslag van het verzoekschrift schreef, stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat zij zich de inhoud van het verzoekschrift heeft eigen gemaakt, en het verzoekschrift aldus aan de vereiste van artikel 7, 1, laatste lid, Procedurebesluit beantwoordt. De exceptie is ongegrond Aangaande de tweede exceptie, de schending van artikel 7, 1, 5, Procedurebesluit, betoogt de verwerende partij dat het verzoekschrift een reeks van verschillende documenten, die als vermoedelijke overtuigingsstukken kunnen worden aanzien, omvat doch dat een inventaris daarvan ontbreekt. Zij wijst er op dat aldus haar rechten van verdediging niet enkel naar de vorm, maar ook feitelijk zijn geschonden. Het is haar immers niet mogelijk gemaakt om bij de aanvang van de procedure en voor elk verweer de juiste kennis, afdoende inzicht en de nodige toelichting te krijgen over de documenten die ter ondersteuning van het beroepschrift worden ingeroepen Luidens artikel 7, 1, 5, Procedurebesluit vermeldt het verzoekschrift, op straffe van onontvankelijkheid, een inventaris van de stukken. Het Procedurebesluit definieert niet en omschrijft evenmin wat dient te worden begrepen onder een inventaris van de stukken. Het is noodzakelijk doch voldoende dat uit de lezing van het verzoekschrift op ondubbelzinnige wijze blijkt welk(e) stuk(ken) de verzoekende partij in de procedure, ter staving of ondersteuning van haar beroep, wenst te betrekken. De verzoekende partij heeft bij haar verzoekschrift volgende stukken gevoegd: - een garage-abonnementcontract van 24 april 2013 afgesloten met Sita Waste Services NV; MHHC-14/86-VK 2 december

4 - een overeenkomst voor het transport en de verwerking van stort- en recyclagegoederen van 3 oktober 2013, eveneens afgesloten met dezelfde firma; - veiligheidsinformatiebladen van Eurol bv aangaande Eurol Optence 5W-30 (genummerd van 1/7 tot 7/7), Eurol Turbo DI 5W-40 (genummerd van 1/7 tot 7/7), Eurol Turbosyn 10w-40 (genummerd van 1/8 tot 8/8), Eurol Brakefluid (genummerd van 1/6 tot 6/6), Eurol Coolant - 36 C (genummerd van 1/7 tot 7/7) en Eurol Kopervet ((genummerd van 1/7 tot 7/7). Het verzoekschrift vermeldt dienaangaande: U vindt bijgevoegd in bijlage de procedures, fiches van de betreffende investeringen en inspanningen. Er blijkt aldus woordelijk dat de verzoekende partij het geheel aan toegevoegde stukken, zonder nader onderscheid, bij haar verzoekschrift wil betrekken ter staving van haar investeringen en inspanningen. Ten onrechte is de verwerende partij dan ook van oordeel dat het voorschrift van artikel 7, 1, 5, Procedurebesluit is geschonden. De exceptie is ongegrond Het beroep, dat op 13 februari 2014 is ingediend met een aangetekende brief, is tijdig. Er stellen zich geen verdere problemen met betrekking tot andere aspecten van de ontvankelijkheid ervan en de verwerende partij werpt desbetreffend geen bijkomende excepties op. Het beroep is ontvankelijk De verwerende partij oordeelt dat de memorie van wederantwoord onontvankelijk is om de volgende reden. De memorie wordt afgesloten door een gedrukte tekst, gevolgd door een handgeschreven tekst loco en onleesbare handtekening zonder naam en hoedanigheid. Dit klemt naar haar oordeel met artikel 4 Procedurebesluit. Er kan immers niet worden geverifieerd of de memorie van wederantwoord werd ondertekend door een advocaat ingeschreven op de lijst van de stagiairs, het tableau van de Orde of de lijst van de advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere lidstaat van de Europese Unie. Evenmin ligt er een volmacht voor tot het indienen van de memorie van wederantwoord Artikel 4 Procedurebesluit luidt als volgt: De partijen kunnen zich in een procedure voor het college laten vertegenwoordigen of bijstaan, hetzij door een advocaat ingeschreven op de lijst van de stagiairs, het tableau van de Orde of de lijst van de advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere lidstaat van de Europese Unie, hetzij door een raadsman die geen advocaat is. Voor het college treedt een advocaat op als gevolmachtigde van een partij zonder dat hij van enige volmacht moet doen blijken. Een raadsman die geen advocaat is, kan slechts voor het college optreden als gevolmachtigde van een partij, mits hij van een volmacht doet blijken. Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat de memorie van wederantwoord is afgedrukt op briefpapier van het Advocatenkantoor Rochtus van Bergen & Partners, waar naar luid van het briefhoofd onder meer mr. Filip VAN BERGEN werkzaam is, en dat deze memorie wordt afgesloten door de gedrukte tekst Filip van Bergen voorafgegaan door de vermelding loco en een onleesbare handtekening zonder vermelding van naam en hoedanigheid. Nu niet naar eis van recht blijkt dat de memorie door een advocaat is ondertekend en evenmin enige volmacht voorligt, moet de memorie van wederantwoord uit de debatten worden geweerd. MHHC-14/86-VK 2 december

5 4. Feiten De feiten die vaststaan en relevant zijn voor de beoordeling van het beroep zijn de volgende Op zaterdag 1 december 2012 controleren twee leden van de lokale politie Antwerpen (hierna verbalisanten) samen met een toezichthouder van de stad Antwerpen een garage gelegen [ ] te [ ]. Zij doen daar onder meer de volgende vaststellingen: Zoals de inrichting wordt aangetroffen, blijkt het een herstelwerkplaats voor voertuigen te zijn. Administratief is een milieumelding of inschrijving in KBO register niet voorhanden. ; In de herstelwerkplaats [met één brug] bevinden zich vijf wagens. Aan enkele daarvan wordt gewerkt. Er wordt circa 600 tot 700 liter olie opgeslagen. De olierecipiënten bevinden zich niet op lekbakken. De vloer is met olie vervuild en er zijn geen interventiemiddelen voorzien om de gemorste vloeistoffen te verwijderen. De aansluiting op de openbare riolering is niet voorzien van een olie/benzineafscheider(kws). Het afvoerputje is vervuild met olie. De garage is volledig onderkelderd. De autobatterijen worden op de grond geplaatst zonder gebruik te maken van een zuurbestendig recipiënt. Wij stellen vast dat de verantwoordelijke ons geen afvalstoffenregister kan voorgelegd. Verder stellen wij vast dat er geen brandblusapparaten in de inrichting zijn. ( ) In de kelder worden tweedehandse auto-onderdelen opgeslagen. Op een deel van de muur zien wij vlekken van verfspuitbussen ( ). De herstelwerkplaats bevindt zich nog in de opbouwfase en is reeds uitgerust met een nieuwe betonnen vloer. De elektrische bedrading is nog niet afgewerkt en bijgevolg kan ook geen keuringsattest voor de elektrische installatie worden voorgelegd. De verzoekende partij verklaart onder meer enkel te werken aan eigen wagens en/of wagens van familieleden. De toezichthouder van de Stad Antwerpen beveelt de onmiddellijke stopzetting van de activiteiten. Op 26 februari 2013 wordt de verzoekende partij gehoord. Zij verklaart onder meer: Ik ben carcontroler. Ik ga na of de voertuigen die einde contract zijn nog in orde zijn. Dit met het oog op verkoop. ; Ik ben momenteel bezig met de exploitatie zo snel mogelijk in regel te stellen. Alvorens ik de activiteiten terug kan aanvatten moet ik eerst in regel zijn met de algemene en de sectorale en eventueel bijzondere milieuvoorwaarden. Op 26 februari, 12 april en 15 mei 2013 stellen de verbalisanten vast dat er nog geen milieumelding gebeurde. Zij doen meermaals ter plaatse nazicht om na te gaan of er al activiteiten in de garage zijn en noteren Tot op heden hebben wij geen activiteiten in de garage kunnen vaststellen. Het proces-verbaal, geopend op 6 december 2012, is afgesloten op 28 mei Als bijlage is een fotodossier gevoegd met foto s die op 1 december 2012 zijn genomen Op 1 oktober 2013 deelt één van de verbalisanten de gewestelijke entiteit per mail mee dat er op het betrokken adres sinds april 2013 een vennootschap [is] gevestigd, Namelijk een éénmanszaak met maatschappelijke benaming [ ], waarvan de verzoekende partij de oprichter is. Die dag is tevens vastgesteld dat de poort van de garage van 10u tot 10u30 gesloten was. Op 28 oktober 2013 verklaart dezelfde verbalisant per mail: Voor zover ik kan nagaan is er nog geen melding geakteerd. 5. Beoordeling 5.1. De gewestelijke entiteit kwalificeert de vastgestelde feiten als milieumisdrijven overeenkomstig artikel , 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM), meer bepaald als een schending van: - artikel 4 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (hierna Milieuvergunningsdecreet), dat onder meer bepaalt dat niemand, zonder daarvan vooraf melding te hebben gedaan, een inrichting mag exploiteren die in de derde klasse is ingedeeld en geen onderdeel vormt van een inrichting die in de eerste of tweede klasse is ingedeeld; MHHC-14/86-VK 2 december

6 - artikel 22 Milieuvergunningsdecreet en artikel 43, 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, die beiden de exploitant van een inrichting er onder meer toe verplichten de milieuvoorwaarden na te leven; - de artikelen 5BIS , 1, 5BIS , 3, 5BIS , 4, 5BIS , 5BIS , en 5BIS van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (hierna VLAREM II), die milieuvoorwaarden opleggen aan standaardgarages en -carrosseriebedrijven; - artikel van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna VLAREMA), dat de producent van bedrijfsafvalstoffen ertoe verplicht een register bij te houden van de geproduceerde afvalstoffen, met bepaalde gegevens. Zij legt met toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI DABM de voormelde alternatieve bestuurlijke geldboete op Uit het verzoekschrift valt af te leiden dat de verzoekende partij met haar beroep een vernietiging beoogt van de bestreden beslissing, minstens een substantiële vermindering van de opgelegde bestuurlijke geldboete. Te dien einde werpt zij vier bezwaren op: - De garage was in een opbouwfase. Zo doende was er nog geen sprake van een garage en dus ook niet van een klasse 3 inrichting. - Zij betwist een aantal vaststellingen van de verbalisanten. - Als kleine zelfstandige heeft zij de middelen niet om de boete te betalen. - Zij wist niet dat een milieumelding was vereist, en dat daar exploitatievoorwaarden aan waren verbonden, en heeft na de vaststelling van de feiten, alles in het werk gesteld om te voldoen aan alle wettelijke voorschriften ; zij was voorts nog in vast dienstverband bij een werkgever en baatte ook in die zin nog geen garage uit. Tevens was er geen sprake van bodemvervuiling De verzoekende partij ziet een eerste bezwaar in het gegeven dat de garage ten tijde van de feiten niet gebruiksklaar was. De voorbereidende werken waren wel volop aan de gang maar de werkplek was in een opbouwfase. Zij betoogt: Er was toen nog geen sprake van een garage en dus ook niet van een klasse 3 inrichting naar mijn mening. De voertuigen die zich in het pand bevonden, waren eigen voertuigen en twee van familieleden die ze er tijdelijk plaatsten. Ze waren alle rijklaar De verwerende partij repliceert in essentie onder verwijzing naar de vaststellingen van de verbalisant die, samen met het fotodossier, er onlosmakelijk op wijzen dat de activiteiten van de verzoekende partij vielen onder rubriek 15.5 standaardgarage, een klasse 3-inrichting. Zij acht het bezwaar dan ook ongegrond Het bezwaar voert in wezen aan dat de bestuurlijke geldboete, bij ontstentenis aan het bestaan van een klasse 3-inrichting, is opgelegd met schending van artikel , tweede lid, DABM. Luidens deze bepaling kan een alternatieve bestuurlijke geldboete uitsluitend worden opgelegd voor milieumisdrijven vermeld in de artikelen tot septies DABM. De bepaling vergt het bewijs van de feiten die milieumisdrijven uitmaken. A contrario kan aan niemand op rechtsgeldige wijze een alternatieve bestuurlijke geldboete worden opgelegd zonder afdoend bewijs op dit punt. Er moet worden aangenomen dat het bewijs van feiten met het oog op bestuurlijke beboeting, zoals in strafzaken, in beginsel met alle middelen van recht kan worden geleverd en dat de gewestelijke entiteit, bij de waardering van de voorliggende bewijsmiddelen, in beginsel naar innerlijke overtuiging oordeelt. Noch Titel XVI DABM noch het gemene bestuursrecht bevatten immers enige bepaling die het bewijs op algemene wijze beperkt tot welbepaalde bewijsmiddelen en de bewijswaardering op algemene wijze aan banden legt. De beginselen van behoorlijk bestuur, inzonderheid het MHHC-14/86-VK 2 december

7 zorgvuldigheidbeginsel, het motiveringsbeginsel en het redelijkheidsbeginsel, en het vermoeden van onschuld bepaald in artikel 6, 2, van het het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden omringen het bewijs wel met waarborgen op procedureel en inhoudelijk vlak. De principieel vrije bewijsvoering behelst onder meer dat het bewijs van de feiten kan worden geleverd door een geheel van samenhangende feitelijke vaststellingen die eensluidend tot een zelfde beoordeling nopen Aldus moet het Milieuhandhavingscollege nagaan of de gewestelijke entiteit, op grond van het voorliggende bewijs en met eerbiediging van de relevante beginselen van behoorlijk bestuur en het vermoeden van onschuld, te dezen inderdaad tot het oordeel kon komen dat verzoekende partij het misdrijf pleegde waarvan zij het bestaan betwist, met name de exploitatie van een (klasse 3) standaardgarage. Samen met de verwerende partij oordeelt het Milieuhandhavingscollege dat de gewestelijke entiteit in casu, na zorgvuldige afweging van het geheel aan vaststellingen, verklaringen en foto s opgenomen in het proces-verbaal van overtreding en zijn bijlagen, vermeld sub 4.1., in redelijkheid en op gemotiveerde wijze onmogelijk tot een ander besluit kon komen dan datgene waartoe zij kwam: ten tijde van de vaststellingen baatte de verzoekende partij een meldingsplichtige herstelwerkplaats voor voertuigen uit. Het bezwaar is niet gegrond De verzoekende partij betwist tevens bepaalde vaststellingen die de verbalisanten deden. Aldus betwist zij de vaststelling er werd ongeveer liter olie opgeslagen / de olierecipiënten bevonden zich niet in lekbakken in de volgende bewoordingen: de vaten waren grotendeels leeg. Het huis werd gerenoveerd ( ). In de vaten werd stookolie vervoerd ten behoeve van de centrale verwarming. Mijn inziens was een lekbak overbodig. Het pand heeft bij de vorige eigenaars als officiële garage gediend. De vaststelling dat het afvoerputje vervuild was door olie wordt als volgt tegengesproken: het waterputje wordt ook voor privézaken benuttigd. Ik heb de verbalisanten op gewezen dat het enkel water betreft. Er is geen staaltje genomen om het tegendeel te bewijzen Aangaande de hoeveelheid olie verwijst de verwerende partij naar de vaststellingen van de verbalisanten. Wat de verplichting tot plaatsing van de olierecipiënten in een inkuiping betreft, wijst zij op de vereisten ex artikel 5BIS , 1, VLAREM II. Betreffende de kwestie van de olie in het afvoerputje betoogt zij: Verzoekende partij werd deze vaststelling ( ) niet toegerekend als een milieumisdrijf ( ) noch als een element in de beoordeling van de ernst of omstandig[heden]. Zij betoogt dat het punt dan ook niet dienstig is opgeworpen en aldus onontvankelijk is Wat de hoeveelheid opgeslagen olie betreft, behoort te worden opgemerkt dat de loutere bewering van de verzoekende partij als zouden de vaten grotendeels leeg zijn geweest het niet vermag de vaststelling te ontkrachten van de verbalisanten omtrent de hoeveelheden opgeslagen olie. Aansluitend hierbij stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat de ontstentenis van inkuiping voor de opslag van de olie wordt toegegeven. In zoverre dit onderdeel van het bezwaar de schending beoogt te betwisten van artikel 5BIS , 1, VLAREM II is het ongegrond. Aangaande de betwisting omtrent de olie in het afvoerputje sluit het Milieuhandhavingscollege zich aan bij het standpunt va de verwerende partij. Dit onderdeel van het bezwaar is inderdaad onontvankelijk bij gebrek aan belang In een derde bezwaar, waarop de verwerende partij niet repliceert, laat de verzoekende partij gelden dat zij als kleine zelfstandige niet de middelen [heeft] om de opgelegde boete te betalen. Zij wijst dienaangaande tevens op de financiële impact van haar inspanningen om, na de vaststelling van de feiten, aan de wettelijke voorschriften te voldoen: De inspanningen en investeringen hieraan MHHC-14/86-VK 2 december

8 gebonden bedragen ruw geschat De geldboete die U mij oplegt doet me van de wal in de sloot belanden Het bezwaar moet worden begrepen als een verzoek tot vermindering of kwijtschelding van de opgelegde boete dat te beoordelen is in het licht van artikel DABM. Dit artikel bepaalt: Bij het opleggen van ( ) bestuurlijke geldboeten [zorgt] ( ) de gewestelijke entiteit ( ) ervoor dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de ( ) bestuurlijke geldboeten ten grondslag liggen, en ( ) de boeten die op grond van die feiten worden opgelegd. Wegens de wezenlijk punitieve aard van de bestuurlijke geldboeten, waarin leedtoevoeging het eerste sanctiedoel vormt, moet redelijkerwijze worden aangenomen dat de vereiste dat er geen kennelijke wanverhouding mag bestaan tussen de feiten, enerzijds, en de boete die wegens die feiten wordt opgelegd, anderzijds, een proportionaliteitsverplichting oplegt waar bij het afwegen van de relatieve zwaarwichtigheid van de boete, naast het objectieve boetebedrag, onder omstandigheden ook de mate mag worden meegenomen waarin dit bedrag de overtreder pijn berokkent gezien zijn financiële draagkracht. Dit is met name het geval wanneer er manifest reden bestaat tot een dergelijke proportionaliteitsbeoordeling wegens de zeer geringe financiële draagkracht van de betrokkene. Te dezen stelt het Milieuhandhavingscollege evenwel vast dat de verzoekende partij nalaat ook maar enige informatie, laat staan een stuk mede te delen met betrekking tot haar financiële toestand. Het Milieuhandhavingscollege is derhalve niet in de mogelijkheid om met kennis van zaken de financiële draagkracht van de verzoekende partij te beoordelen in het licht van de proportionaliteitsbeoordeling die artikel DABM voorschrijft. Het bezwaar is ongegrond Tenslotte laat de verzoekende partij de omstandigheden gelden waarin zij de milieumisdrijven pleegde en beëindigde, en relativeert zij de ernst ervan Wat de omstandigheden betreft, betoogt zij: Dat een milieumelding vereist is en dat exploitatievoorwaarden verbonden zijn was voor mij totaal nieuw. Aangezien ik op termijn een garage plande uit te baten, heb ik na de vaststelling van de feiten, alles in het werk gesteld om te voldoen aan alle wettelijke voorschriften ( ). Zij beklemtoont haar goede wil. Onder verwijzing naar diverse bepalingen van VLAREM II en naar artikel VLAREMA vermeldt zij verschillende regulariserende ingrepen waartoe zij aldus overging: - de installatie van een olie/benzineafscheider met coalescentiefilter om oliederivaten uit afvalwater te scheiden (artikel 5BIS en artikel 5BIS VLAREM II); - de installatie van twee brandblusapparaten (artikel 5BIS en artikel 5BIS VLAREM II); - het bijhouden van een register van de geproduceerde afvalstoffen (artikel VLAREMA). Zij legt tevens uit, wat de schending van artikel 5BIS VLAREM II aangaat, dat het pand tot op heden nog wordt verbouwd en nog niet bewoond is. De keuring van de elektrische installatie wordt gepland nadat de werken aan het huis zijn afgerond Wat de ernst van de milieumisdrijven betreft, wijst de verzoekende partij er op dat zij nog in vast dienstverband bij een werkgever. Tevens beklemtoont zij dat er geen sprake was van enige bodemverontreiniging: de garage is immers volledig onderkelderd De verwerende partij werpt op dat de opgeworpen onwetendheid niet dienstig dwaling als schulduitsluitingsgrond kan aanvoeren: verzoekende partij heeft nagelaten de nodige informatie ( ) in te winnen, d.i. het minimale dat toch verwacht mag worden van elk normaal zorgvuldige en bedachtzame persoon in dezelfde omstandigheden. Tevens werpt zij op dat het betoog van de verzoekende partij aangaande de regularisaties niet door enig bewijs (bijvoorbeeld verslagen van hercontrole of inspectie) wordt gestaafd. Daarbij wijst zij op navolgende informatie van 1 en 28 oktober 2013, waaruit blijkt dat er intussen door verzoekende partij een éénmanszaak gevestigd werd met maatschappelijke benaming [ ] ( ) zodat de gewestelijke entiteit niet anders kon dan afleiden dat de exploitatie van de garage gewoon verder ging en dat er nog steeds geen melding gebeurd was en de situatie dus nog niet geregulariseerd MHHC-14/86-VK 2 december

9 was. Zij besluit dat de gewestelijke entiteit niet kennelijk onredelijk is geweest bij de beoordeling van dit punt Aangaande de ernst van de feiten, merkt de verwerende partij op dat de bestreden beslissing de verzoekende partij geen daadwerkelijke bodemverontreiniging verwijt Het bezwaar moet worden begrepen als het inroepen van een schending van artikel DABM, zoals gepreciseerd door artikel DABM. Het stelt meer in het bijzonder de beoordeling in vraag die in de bestreden beslissing is gemaakt van de omstandigheden waarin de feiten werden gepleegd en beëindigd en van de ernst van de feiten. Luidens artikel DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boetes die op grond van die feiten worden opgelegd. Artikel DABM preciseert dat wanneer de gewestelijke entiteit een bestuurlijke geldboete oplegt de hoogte ervan wordt afgestemd op de ernst van het milieumisdrijf en dat tevens rekening wordt gehouden met de frequentie waarmee en de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder het milieumisdrijf heeft gepleegd of beëindigd. Van een mogelijke schending van de artikelen juncto DABM kan alleen dan sprake zijn indien de gewestelijke entiteit op kennelijk onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de waarderingscriteria die in deze artikelen zijn bepaald Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat de bestreden beslissing de omstandigheden als volgt beoordeelde: Overwegende dat uit navolgende informatie van de verbalisanten dd. 1 oktober 2013 bleek dat er intussen een éénmanszaak gevestigd is met maatschappelijke benaming [ ] ( ) waaruit kan afgeleid worden dat de exploitatie verder gaat; dat op het moment dat de verbalisanten ter plaatse waren de poort gesloten was; dat uit de navolgende informatie dd. 28 oktober 2013 ( ) bleek dat er nog geen melding gebeurd was en de situatie dus nog niet geregulariseerd is; dat er bijgevolg geen verzachtende omstandigheden meegenomen worden bij het bepalen van de geldboete. Overwegende dat wat dit milieumisdrijf betreft er voor het overige geen bijzondere omstandigheden zijn die in acht worden genomen bij het bepalen van de hoogte van de boete. Het Milieuhandhavingscollege ziet niet in waarom de bestreden beslissing de vestiging van de éénmanszaak met de maatschappelijke benaming [ ] op het betrokken adres beoordeelt als bewijs van verdere exploitatie. Het proces-verbaal vermeldt immers dat de verbalisanten meermaals ter plaatse nazicht deden om na te gaan of er al activiteiten in de garage zijn en op 28 mei 2013 noteerden Tot op heden hebben wij geen activiteiten in de garage kunnen vaststellen., een observatie die tot in oktober 2013 ongewijzigd bleef. Uit de som der gegevens kan net zo goed tot eerbiediging van het stopzettingsbevel worden besloten, zodat er geen sprake is van een voortdurende schending van de meldingsplicht. En zoals reeds meermaals eerder geoordeeld, behoort in de bestuurlijke beboeting, punitieve materie in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, twijfel in het voordeel van de vervolgde te worden uitgelegd. Het zou kennelijk redelijk geweest zijn, dit mee in aanmerking te nemen. Dit terzijde gelaten, acht het College het niet kennelijk onredelijk dat de onwetendheid van de verzoekende partij omtrent haar wettelijke verplichtingen niet is meegenomen als boeteverlagende factor. Daarnaast stelt het College tevens vast dat de aangevoerde regularisaties niet gestaafd zijn door enig stuk zodat het niet mogelijk is ze bij de beoordeling van het boetebedrag te betrekken. Dit onderdeel van het bezwaar is in de aangegeven mate gegrond Wat de beoordeling van de ernst van de milieumisdrijven betreft, neemt de bestreden beslissing het geheel aan geschonden verplichtingen in overweging, met aandacht voor de risico s op verontreiniging die aldus ontstonden en de professionele context. Een aspect dat evenwel totaal ontbreekt, betreft de beperkte mate waarin de feiten werden gepleegd. Uit het proces-verbaal en de verdere stukken blijkt eenduidig dat de verzoekende partij ten tijde van de feiten en in de maanden nadien een hoofdberoep als werknemer had, zodat de uren waarin zij herstelwerkzaamheden kon uitvoeren noodzakelijk beperkt waren. De inrichting van de garage was, zo luidt het dossier zonder tegenspraak, in opbouw. Het zou kennelijk redelijk zijn geweest dit feitelijk gegeven mee te nemen in MHHC-14/86-VK 2 december

10 de beoordeling van de ernst van de illegale exploitatie van de herstelwerkplaats die op 1 december 2012 ontegensprekelijk gebeurde. Dit onderdeel van het bezwaar is gegrond en wettigt een aanzienlijke vermindering van de opgelegde boete. Deze beoordeling weegt des te meer door wegens de net hoger aangegeven ongegronde beoordeling over het voortduren van de wederrechtelijke uitbating De behandeling van het beroep door het Milieuhandhavingscollege heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Om deze redenen beslist het Milieuhandhavingscollege: 1. Het door de verzoekende partij ingediende beroep is ontvankelijk en in de aangegeven mate gegrond. 2. De beslissing 13/AMMC/895-M/BVB van 14 januari 2014 van de gewestelijke entiteit wordt vernietigd in zoverre zij een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt van 854 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro. 3. De alternatieve bestuurlijke geldboete wordt verminderd tot 400 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro. Dit arrest is uitgesproken in Brussel op de openbare zitting van 2 december 2014 door het Milieuhandhavingscollege, dat samengesteld is uit: Luk JOLY kamervoorzitter Carole M. BILLIET bestuursrechter Ludo DE JAGER bestuursrechter Josef NIJS bestuursrechter Peter SCHRYVERS bestuursrechter Linda VAN GEYSTELEN plaatsvervangend bestuursrechter, wettig verhinderd bij de uitspraak bijgestaan door Xavier VERCAEMER griffier. De griffier, De kamervoorzitter, Xavier VERCAEMER Luk JOLY MHHC-14/86-VK 2 december

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/90-VK van 7 november 2013 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/45-VK van 10 juli 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/43-VK van 7 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreden mr. Ivan DEWEVER en mr. Kristin DEWEVER, advocaten, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/40-VK van 18 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/97-VK van 21 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor wie optreedt de heer Frédérick VAN KERREBROECK, raadsman, hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/52-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van De heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Raoul KERSTENS, advocaat, met kantoor te 8310 ASSEBROEK, Dhoorestraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/41-VK van 30 april 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Kris DHAENE, advocaat, met kantoor te 9000 GENT, Sint-Lievenspoortstraat

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/1-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan SURMONT, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT, de Merodelei

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/3 35-VK van 9 augustus 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Willem SLOSSE, advocaat, met kantoor te 2018

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/24-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/90-VK van 18 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/57-VK van 25 september 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/14-VK van 29 maart 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marc DECRAMER, advocaat, met kantoor te 8940 WERVIK, Nieuwstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/99-VK van 27 november 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Louis CHRISTOFFELS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/76-VK van 11 september 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/92-VK van 7 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Pierre VANDE MAELE, advocaat, met kantoor te 8780 OOSTROZEBEKE,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/ /4-VK van 16 februari 2012 In de zaak van mevrouw [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bert VERHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8870 IZEGEM, Kasteelstraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/16-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de STAD [ ] vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, met adres te [ ] hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

voor wie van de Vlaamse

voor wie van de Vlaamse Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/38-VK van 18 september 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan WEYERS, advocaat, met kantoor te 9120 BEVEREN, Vrasenestraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010:

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010: Rechtspraak 2010 TER INLEIDING Artikel 16.4.65 van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voorziet een geanonimiseerde publicatie van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/15-VK van 20 februari 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Johan DURNEZ en Erwin GOFFIN, advocaten, met

Nadere informatie

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/23-VK van 8 mei 2012 In de zaak van de BVBA [ ] met vennootschapszetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/25-VK van 3 april 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Paul ROELAND, advocaat, met kantoor te 9000

Nadere informatie

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST Nr. R.Verkb.2015/0001 van 31 maart 2015 in de zaak 1415/0001 In zake: de heer Steven APER, wonende te 9180 Moerbeke, Damstraat 159 verzoekende partij Belanghebbende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/67-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0050 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0026/M Verzoekende partij mevrouw Negar MEHDIPOURYAN, wonende te 9250 Waasmunster, Wareslagestraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

advocaat hierna de tegen hierna de

advocaat hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/6-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor gevestigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0060 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0064/M Verzoekende partij Verwerende partij de bvba GARAGE ZILLEBEEK, met zetel te 9120

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/24-VK van 3 april 2014 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marten DE JAEGER, advocaat, met kantoor te 9990 MALDEGEM, Westeindestraat

Nadere informatie

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 51-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] samenwonende te [ ] bijgestaan door de heer Luc BUSSCHAERT, raadsman, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T Rolnummer 4151 Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/4-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

MHHC-11/ /5-VK. advocaat. hierna de. tegen. hierna de

MHHC-11/ /5-VK. advocaat. hierna de. tegen. hierna de Milieuhandhavingscollege Tussenbeslissing MHHC-11/5-VK van 300 maart 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/28-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Nicky VAN LAEKEN, advocaat met kantoor te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/24-K7 van 23 april 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.556 In zake : XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Steven Hooyberghs

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/25-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de NV [ ], met maatschappelijke zetel te [ voor en namens wie optreedt mr. Steven VAN GEETERUYEN, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/23-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Stijn DE MEULENAER, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 231.949 van 14 juli 2015 in de zaak A. 213.352/VII-39.196.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 231.949 van 14 juli 2015 in de zaak A. 213.352/VII-39.196. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 231.949 van 14 juli 2015 in de zaak A. 213.352/VII-39.196. In zake : de VZW HUBERTUSVERENIGING VLAANDEREN bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 21 mei 2015 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Rolnr. 2015/071-21 mei 2015... 2 Rolnr. 2015/073-21 mei 2015...

Nadere informatie