Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam"

Transcriptie

1 Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam Onderzoek bestuur en opleidingen Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 7 mei 2019

2 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie ieder bestuur in Nederland. Het vierjaarlijks onderzoek is dit jaar uitgevoerd bij het bestuur van ROC van Amsterdam. We hebben tegelijkertijd ROC van Flevoland onderzocht. Beide instellingen werken nauw samen onder verantwoordelijkheid van één Raad van bestuur. We hebben onderzocht of het bestuur zorgt voor voldoende opleidingen met onderwijs van voldoende kwaliteit en of het financieel in staat is om ook in de toekomst onderwijs te blijven verzorgen. Bestuur: ROC van Amsterdam Bestuursnummer: BRIN: 25PZ Aantal opleidingen onder bestuur: 131 Totaal aantal studenten: (Teldatum: 2017) Onderzoeksnummer: Wat gaat goed? Het bestuur en de mbo colleges werken goed samen. Het bestuur weet wat het wil en verwacht van de betrokkenen in de organisatie, heeft heldere doelen en laat zich zien in de organisatie. De directies van de mbo colleges weten elkaar te vinden en werken samen aan het verbeteren van het onderwijs. Het bestuur is voldoende op de hoogte van wat er speelt in de organisatie. Het bestuur weet waar de risico s en problemen liggen en verbetert het onderwijsproces en examinering als dat nodig is. De financiën zijn in orde. Het bestuur weet hoeveel geld het nu en in de toekomst nodig heeft om onderwijs te kunnen aanbieden. Ook vinden wij dat het bestuur goed samenwerkt met organisaties en bedrijven in de omgeving. Het bestuur zorgt ervoor dat het aanbod en de inhoud van de opleidingen afgestemd is op de ontwikkelingen in de regio en het werkveld. Een sterk punt is dat het bestuur zich laat zien en spreekt met betrokkenen. Zowel binnen de colleges als daarbuiten. Wat moet beter? Bij sommige opleidingen moet de kwaliteit van het onderwijs beter. Teams weten niet altijd wat er beter moet. Deze teams kunnen meer hulp gebruiken bij het vinden van de oorzaken en bij het verbeteren. De sturing op de verbetering van de onderwijsresultaten moet ook beter. Op dit moment zijn er veel studenten die in een opleiding zitten waar de onderwijsresultaten onvoldoende zijn. Wij zien hierin nog geen stijging. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 2/54

3 Wat kan beter? De onderwijsteams vinden het soms nog lastig om duidelijke doelen te formuleren. Ze weten niet goed waarom ze aan een bepaald doel willen werken en wat dat oplevert. Vervolg Bij een aantal opleidingen is niet alles op orde. Daar komen we terug om te bepalen of de kwaliteit is verbeterd. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 3/54

4 Inhoudsopgave 1. Opzet vierjaarlijks onderzoek 5 2. Resultaten onderzoek op bestuursniveau Verificatie Resultaten onderzoek goede opleiding: Medewerker Sport en Recreatie Resultaten stelselonderzoek Medewerker facilitaire dienstverlening Resultaten stelselonderzoek Schilder Resultaten stelselonderzoek Manager retail Resultaten stelselonderzoek Eerste Monteur Vliegtuigonderhoud Resultaten stelselonderzoek Tandartsassistent Reactie van het bestuur 51 Bijlage 1: Overzicht opleidingen oordelen onderwijsresultaten 53 INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 4/54

5 1. Opzet vierjaarlijks onderzoek De inspectie heeft tussen 18 september 2018 en 29 januari 2019 een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij ROC van Amsterdam. Het vierjaarlijks onderzoek bij ROC Flevoland en ROC van Amsterdam hebben wij gelijktijdig uitgevoerd. Er is namelijk sprake van een nauwe samenwerking tussen beide instellingen en de sturing op de kwaliteit wordt door de Raad van Bestuur identiek uitgevoerd. In de Raad van Bestuur zitten de bestuurders van beide instellingen. Deze functioneert vanuit een koepelstichting, bestaande uit de colleges van bestuur (CvB) van ROC van Amsterdam en ROC Flevoland. In een vierjaarlijks onderzoek staat de volgende vraag centraal: is de sturing op kwaliteit op orde en is er sprake van deugdelijk financieel beheer? Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van vier deelvragen: 1. Heeft het bestuur doelen afgesproken met de opleidingen, heeft het voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt het op de verbetering van de onderwijskwaliteit? 2. Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur en functioneert het transparant en integer? 3. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties en ontwikkelingen en die van zijn opleidingen? 4. Is het financieel beheer deugdelijk? Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd op twee niveaus: op bestuursniveau en op opleidingsniveau. Op het niveau van het bestuur richt het onderzoek zich met de vier deelvragen op de standaarden binnen de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. Bestuur Standaard Kwaliteitszorg en ambitie KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog Financieel beheer FB1 Continuiteit FB2 Doelmatigheid FB3 Rechtmatigheid Onderzocht Om Kwaliteitszorg en ambitie te kunnen beoordelen doen we niet alleen onderzoek op het niveau van het bestuur, maar onderzoeken we tevens de onderwijskwaliteit van een deel van de opleidingen INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 5/54

6 waarvoor het verantwoordelijk is. We onderscheiden binnen het vierjaarlijks onderzoek op opleidingsniveau verschillende typen onderzoek: Verificatieonderzoek Het verificatieonderzoek is onderdeel van het onderzoek naar de kwaliteitszorg en het financieel beheer op bestuursniveau. We voeren het in de eerste plaats uit om vast te stellen of het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie voldoende is; het onderzoek laat zien of de sturing op de kwaliteit door het bestuur ook in de praktijk werkt. Het geeft ons in de tweede plaats zicht op de onderwijskwaliteit van de opleiding. Onderzoek naar aanleiding van risico s We voeren een kwaliteitsonderzoek uit bij opleidingen en besturen waar het vermoeden bestaat dat zij onvoldoende kwaliteit bieden. Onderzoek op verzoek goede opleiding Een bestuur kan bij het vierjaarlijks onderzoek een verzoek doen aan de inspectie onderzoek uit te voeren bij opleidingen die naar de mening van het bestuur goed zijn. Herstelonderzoek Wanneer er sprake is van eerder afgesproken vervolgtoezicht zullen we het herstelonderzoek waar mogelijk tegelijkertijd uitvoeren. Stelselonderzoek Om op onderdelen een goed beeld te krijgen van de onderwijskwaliteit in een sector of over de sectoren heen bepalen wij jaarlijks welke standaard of welke standaarden daarvoor in aanmerking komen. Wij selecteren door middel van een steekproef opleidingen voor deze onderzoeken. Onderstaand figuur geeft weer hoe het vierjaarlijks onderzoek bij opleidingen is ingericht. De informatie over de kwaliteit van deze opleidingen betrekken we bij onze jaarlijkse publicatie De Staat van het Onderwijs. Aangegeven is welke standaarden zijn onderzocht op de verschillende opleidingen. Ook is aangegeven welk type onderzoek is ingezet. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 6/54

7 Goed & verificatie Stelsel Opleiding Onderwijsproces OP1 Onderwijsprogramma OP2 Zicht op ontwikkeling en begeleiding OP3 Didactisch handelen OP7 Beroepspraktijkvorming Examinering en diplomering ED1 Kwaliteitsborging examinering en diplomering ED2 Exameninstrumentarium ED3 Afname en beoordeling Schoolklimaat SK1 Veiligheid SK2 Leerklimaat Onderwijsresultaten OR1 Studiesucces Kwaliteitszorg en ambitie KA1 Kwaliteitszorg KA2 Kwaliteitscultuur KA3 Verantwoording en dialoog 1. Medewerker Sport en recreatie, 25500, leerweg bol, niveau 2, mbo college Hilversum 2. Medewerker facilitaire dienstverlening, 25499, leerweg bol, niveau 2, mbo college Centrum 3. Medewerker Schilderen, 91450, Schilder, 25030, leerweg bbl, niveau 2, mbo college Westpoort-Noord 4. Manager Retail, 25162, leerweg bol, niveau 4, mbo college Zuidoost 5. Eerste Monteur Vliegtuigonderhoud, 25321, leerweg bol, niveau 3, mbo college Airport 6. Tandartsassistent, en 25490, leerweg bol, niveau 4, mbo college West Alle opleidingsonderzoeken dragen bij aan onze oordelen op bestuursniveau. Bij de stelselonderzoeken spreken we op opleidingsniveau geen oordelen uit over het gebied Kwaliteitszorg en ambitie. We betrekken onze bevindingen op dit gebied wel bij onze oordelen op bestuursniveau. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 7/54

8 Verantwoording inhoud onderzoek Om antwoord te krijgen op de centrale vraag en de deelvragen onderzoeken we de werking van de kwaliteitszorg (KA1 t/m KA3) en het financieel beheer (FB1 t/m FB3). Dit doen we door middel van verificatie. In dit onderzoek staat het thema Verbinding centraal. Dit thema hebben wij namelijk in aanvang van ons onderzoek herkend als een belangrijk thema binnen de instelling. Binnen het thema Verbinding hebben wij de focus gelegd op de wijze waarop het Loopbaanexpertisecentrum (LEC) functioneert. Elk college heeft namelijk een eigen LEC dat specialistische begeleiding en ondersteuning voor studenten verzorgt. Dit alles heeft tot doel om voortijdige schooluitval, en daarmee lage onderwijsresultaten, te voorkomen. Wij hebben op verschillende manieren onderzocht hoe de LECs functioneren. Enerzijds hebben wij een aantal thematafels over dit onderwerp georganiseerd anderzijds, hebben wij standaard OP2 (Ontwikkeling en begeleiding) onderzocht bij de opleiding die is voorgedragen voor de waardering goed. Wij hebben daarnaast het thema Verbinding ook onderzocht binnen een tweetal andere onderwerpen die spelen binnen de instelling. Dat zijn onderwijsresultaten en doorstroom. Over onderwijsresultaten hebben wij gesproken met vertegenwoordigers van de domeinen ICT en Zorg en welzijn van het ROC van Amsterdam en het ROC van Flevoland samen. Over verbinding en doorstroom hebben wij gesproken met vertegenwoordigers van Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (Vova) en Vavo. In het gesprek met directeuren is de verbinding ook aan de orde gekomen. Al deze activiteiten hebben bijgedragen aan ons oordeel op het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie op het niveau van het bestuur. Naast de verificatie van de sturing op bestuursniveau aan de hand van een thema voerden wij diverse andere onderzoeksactiviteiten uit bij verschillende opleidingen, waaronder kwaliteitsonderzoeken bij risico s, onderzoek naar opleidingen die voorgedragen zijn voor de waardering goed en stelselonderzoeken. De uitkomsten van deze onderzoeken betrekken wij ook bij het oordeel Kwaliteitszorg en ambitie op bestuursniveau. Het bestuur van het ROC van Amsterdam heeft het verzoek gedaan om te onderzoeken of één opleiding de waardering goed kan krijgen. Het bestuur heeft daartoe een zelfevaluatie aangeleverd die als basis dient voor het onderzoek. Bij dit onderzoek zijn alle standaarden uit het waarderingskader 2017 en de overige wettelijke vereisten onderzocht. De standaarden Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming, Kwaliteitsborging examinering en diplomering, Exameninstrumentarium en Afname en beoordeling zijn onderzocht en beoordeeld bij een steekproef van opleidingen in het kader van het stelselonderzoek. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 8/54

9 Onderzoeksactiviteiten Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen hebben we diverse onderzoeksactiviteiten uitgevoerd. Zo hebben we documenten geanalyseerd en gesprekken gevoerd met sleutelfiguren binnen de organisatie. We hebben gesproken met studenten, docenten, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Ook hebben wij diverse lessen bezocht. Daarnaast hebben wij gesproken met opleidingsmanagers, mbo college directeuren, directeur Financiën, teamexamencommissies, een domeinexamencommissie, programmamanagers, medewerkers van de bestuursdienst, studentenraad, ondernemingsraad, raad van toezicht en het bestuur. Ten behoeve van het thema Verbinding hebben we, naast verificatie in een aantal opleidingen, verschillende gesprekken gevoerd met de hoofden van het loopbaanexpertise centrum (LEC), met de stuurgroep Kwetsbare studenten en met het Amsterdamse LEC en haar ketenpartners. Dit hebben wij in de vorm van thema-tafels georganiseerd. Deze werkvorm hebben we ook gebruikt voor de gesprekken met de domeinen over onderwijsresultaten en de gesprekken met vertegenwoordigers VOvA en Vavo en de directeuren. Legenda Beoordelingen zoals ze in de rapportages worden weergegeven: G V O K Goed Voldoende Onvoldoende Kan beter Kwaliteitsgebieden: Onderwijsproces Examinering en diplomering Schoolklimaat Onderwijsresultaten Kwaliteitszorg en ambitie Financieel beheer Overige wettelijke vereisten De deugdelijkheidseisen die niet aan een standaard in het waarderingskader zijn verbonden vatten we samen onder de noemer overige wettelijke vereisten (zie Onderzoekskader 2017). Wij hebben de volgende vereisten onderzocht: schoolkosten, vsv en meldcode huiselijk geweld. Deze laatste twee onderwerpen hebben wij alleen bij ROC van Flevoland onderzocht. De aansturing van het bestuur op deze thema's is binnen beide instellingen namelijk gelijk. Leeswijzer In hoofdstuk 2 staan de oordelen op de standaarden uit de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer op bestuursniveau. De bevindingen in het kader van het verificatieonderzoek zijn weergegeven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van het onderzoek bij een opleiding naar de waardering goed opgenomen. De hoofdstukken 5 tot en met 9 gaan in op de resultaten van de stelselonderzoeken. In hoofdstuk 10 is de reactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportage opgenomen. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 9/54

10 2. Resultaten onderzoek op bestuursniveau In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer van het onderzoek op bestuursniveau: de oordelen op de standaarden in de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer. In onderstaande figuur zijn de resultaten samengevat. Te zien is wat de oordelen zijn op de twee onderzochte kwaliteitsgebieden op bestuursniveau. Ook is weergegeven in hoeverre onze oordelen overeenkomen met het beeld dat het bestuur zelf heeft van de gerealiseerde kwaliteit op de opleidingen en in hoeverre het beleid van het bestuur doorwerkt tot op opleidingsniveau. Samenvattend oordeel Is de sturing op kwaliteit op orde en is er sprake van deugdelijk financieel beheer? We concluderen dat het bestuur van ROC van Amsterdam voldoende effectief stuurt op verbetering van de onderwijskwaliteit. Wij waarderen de manier waarop het bestuur via een intensieve dialoog INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 10/54

11 met diverse stakeholders, zich verantwoordt over doelen en resultaten van de instelling. De sturing is voldoende omdat het bestuur voldoende zicht heeft op de kwaliteit en de risico's van de verschillende opleidingen. Het bestuur stimuleert en faciliteert de mbo colleges daarbij om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van de onderwijskwaliteit. We hebben daarnaast gezien dat het verificatiethema Verbinding voldoende doorwerkt binnen de onderzochte opleidingen. Dit is onder meer duidelijk zichtbaar in het functioneren van de afzonderlijke LEC's binnen de verschillende mbo college's. Ook de financiële positie van het bestuur is in orde. We zien op de korte of middellange termijn geen risico s voor de financiële continuïteit bij ROC van Amsterdam. De bevinding dat het bestuur voldoende stuurt wil niet zeggen dat bij alle onderzochte opleidingen de kwaliteit voldoende is. Het beeld dat het bestuur heeft van de kwaliteit van de opleidingen komt niet geheel overeen met dat van ons. In een aantal situaties is het beeld van het bestuur positiever en soms geldt dat voor ons oordeel. Binnen de huidige systematiek komen de verschillen tussen de opleidingen van de onderwijsteams te weinig tot uiting. Dit vraagt een scherper beeld van het management aan het bestuur over de kwaliteit van de te onderscheiden opleidingen. Het bestuur stimuleert de teams voldoende in de verbetering van de onderwijskwaliteit. Dit neemt niet weg dat wij nog een aantal opleidingen zien met te lage onderwijsresultaten. Aandacht hiervoor blijft nodig, omdat de rendementen nog te weinig verbetering laten zien. Dit beeld zien we terug in andere grote steden Kwaliteitszorg en ambitie In de onderstaande tabel geven wij de oordelen en/of waarderingen weer op de standaarden van het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie, waarbij wij antwoorden geven op drie deelvragen. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 11/54

12 Heeft het bestuur doelen afgesproken met de opleidingen, heeft het voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt het op de verbetering van de onderwijskwaliteit (KA1)? Het bestuur heeft een heldere kwaliteitszorgsystematiek waarmee het de kwaliteit van het onderwijs en examinering voldoende monitort. Het stelsel van kwaliteitszorg is namelijk zo ingericht dat het een goede basis vormt om de kwaliteit van het onderwijs te monitoren en te verbeteren. Dit blijkt onder andere uit de manier waarop de mbo colleges en de opleidingsteams de kaders van het strategisch beleid vertalen naar hun eigen situatie. Het bestuur stimuleert hiermee actief de bewustwording voor kwaliteit bij de mbo colleges en bij de teams. Zij verantwoorden zich hierover vanuit de instellingsbrede planning en controlcyclus. Het bestuur beschikt over kwantitatieve informatie via dashboards en de jaarlijks opgestelde interne benchmark. Aanvullend legt het bestuur teambezoeken af waardoor het geïnformeerd wordt over de ontwikkelingen per team. Deze zijn niet beoordelend, maar vooral faciliterend: wat heeft het management, dan wel het team, nodig om verder te komen met de kwaliteitsverbetering? Daarnaast zien wij binnen de organisatiestructuur een functionerend stelsel van kwaliteitszorg, waarbij de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie ligt. Een sterk punt hierbinnen is dat er vanuit een matrixmodel zowel horizontale als verticale verbindingen zijn. Door deze verbindingen ontstaan verschillende overlegvormen die zich zowel richten op inhoudelijke ontwikkelingen als op vernieuwingen. De verschillende overlegvormen zijn een belangrijk middel om beleid voor te bereiden, te ontwikkelen en te evalueren. Dit is zichtbaar doordat een aantal thema s voor het bestuur aanleiding waren voor centraal beleid. Voorbeelden hiervan zijn het bpv-beleid en de Examenorganisatie 2.0. Bij dit laatste thema hebben wij gezien dat deze aanpak werkt; bij bijna alle onderzochte opleidingen is Examinering en diplomering als voldoende beoordeeld. Wij merken hierbij op dat tijdens ons onderzoek bleek dat de samenstelling van de teamexamencommissies niet voldoet aan de wet. Het bestuur heeft hierop verbetermaatregelen getroffen. Door de hierboven beschreven uitvoering van de kwaliteitszorg zien wij dat er een groot draagvlak is in de organisatie voor het beleid van het bestuur. Wij zien ook ruimte voor verbetering. Zo hebben niet alle teams een zelfevaluatie beschikbaar. Wat ons verder opvalt is dat de informatie die het management verstrekt aan het bestuur over de kwaliteit van de opleidingen niet altijd actueel is. Dat zien we bijvoorbeeld terug in het beeld van het bestuur over de opleiding die voorgedragen is voor de waardering goed. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 12/54

13 De werking van het stelsel blijkt ook uit de twee zelf uitgevoerde audits bij twee risico-opleidingen. Bij de opleiding Marketing en communicatie zien wij positieve effecten van de verbetermaatregelen, die ingezet zijn na een gedegen analyse. Een voorbeeld hiervan is het splitsen van de opleiding. Hierdoor kunnen studenten een meer bij hun beroepsbeeld aansluitende opleiding volgen. Een gevolg hiervan is dat er minder uitval is in het eerste jaar. De opleiding Verpleegkunde laat nog te weinig een effectieve pdca-cyclus zien, ondanks diverse verbetermaatregelen die getroffen zijn. Ons beeld is dat bij dit verbetertraject de sturing en analyse belangrijke aandachtspunten zijn. Wat beter moet is het sturen op het verhogen van de onderwijsresultaten. Wij zien te veel studenten die een opleiding volgen waarvan de onderwijsresultaten onvoldoende zijn. Met name het sturen op de verhoging van het startersresultaat door het bestuur vraagt meer aandacht. Het bestuur heeft hiervoor de volgende verklaring: De studentenpopulatie is divers, waarbij ongeveer de helft van de studenten een niet westerse migratie achtergrond heeft in een grootstedelijke omgeving, waarvan veel studenten afkomstig zijn uit APC (armoede probleem cumulatie) gebieden komen. Uit landelijk onderzoek is bekend dat de onderwijsresultaten voor deze groep licht stijgen, maar ongeveer 10% lager liggen. Deze context plaatst het bestuur voor een uitdaging om passend en kwalitatief goed onderwijs te bieden. Wij zien dat de sturing van het bestuur hierop voldoende is en dat zij directies activeert om maatregelen te treffen. Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur en functioneert het transparant en integer (KA2)? Het bestuur kent een open en professionele kwaliteitscultuur. Door zelf op een transparante en duidelijke manier te communiceren en zich kwetsbaar te durven opstellen, laat het bestuur voorbeeldgedrag zien. Ten eerste zien wij dit doordat het bestuur de Branchecode goed bestuur in het mbo als leidraad gebruikt. Vooral de open en lerende houding binnen de verschillende overlegvormen is daarbij tijdens ons onderzoek herkenbaar. Het bestuur deelt relevante informatie met de hele organisatie en luistert daarnaast goed naar de inbreng vanuit de instelling. Het bestuur biedt vanuit vertrouwen veel ruimte aan verantwoordelijkheid en eigenaarschap. Het gevolg is dat er draagvlak is bij medewerkers voor het gevoerde beleid en dat men zich gehoord voelt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 13/54

14 Ten tweede zien wij dat binnen het ROC van Amsterdam de onderlinge relaties in het algemeen goed zijn. Dit bevordert het elkaar aanspreken op afspraken en gedrag. Dit zien wij ook binnen de overleggen die het eigen mbo college overstijgen. Daar stelt men zich eveneens kwetsbaar op met de intentie om in gezamenlijkheid afspraken na te komen en steeds te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Hierbij is het geven en ontvangen van feedback zichtbaar. Ten derde is het onderwijskundig leiderschap helder belegd en zichtbaar binnen de instelling. Zo besteedt het bestuur bij de benoeming van directeuren van mbo colleges bewust aandacht aan de fase van ontwikkeling: wat heeft het mbo college nodig om het onderwijskundig leiderschap te versterken? Dezelfde aanpak en zorgvuldigheid zien we ook terug bij de directies bij de benoeming van opleidingsmanagers en teamleden. De directeuren van de mbo colleges werken resultaatgericht en hebben een faciliterende en ondersteunende rol richting opleidingsmanagers. Hierdoor voelen teams zich verantwoordelijk voor het verzorgen van goed onderwijs en ervaren zij eigenaarschap. Er zijn hierbij echter wel verschillen in effecten bij de mbo colleges zichtbaar, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de onderwijsresultaten. Ten vierde is er binnen de organisatie veel aandacht voor professionalisering, binnen het kwaliteitsbeleid van het bestuur is dit één van de pijlers. We zien dat medewerkers voldoende ruimte hebben voor deskundigheidsbevordering en dat het bestuur en de directie van de mbo colleges dit stimuleren en faciliteren. Zo zijn er MD-trajecten en wordt de deskundigheid van de examencommissies bevorderd door een certificeringstraject. Dit heeft bijgedragen aan een betere kwaliteit van de examinering. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties en ontwikkelingen en die van zijn opleidingen (KA3)? Het bestuur legt intern en extern toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af over doelen en resultaten en voert hierover actief de dialoog met de verschillende betrokkenen. Wij waarderen daarom deze kwaliteitsstandaard als goed. Intern heeft het bestuur een constructief en positief-kritisch contact met de Raad van Toezicht, waarbij beide partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid het overleg voeren. Met de ondernemingsraad en de studentenraad heeft het bestuur een positieve werkrelatie. Het is sterk dat de studentenraad, ondanks wisselende samenstelling, nauw betrokken wordt bij de beleidsontwikkeling en dat hun inbreng ook zichtbaar tot aanpassingen leidt. In het overleg met de raden biedt het bestuur veel ruimte voor tegenspraak. Het bestuur betrekt en informeert deze partijen tijdig en volledig over voorgenomen beleid. Hierbij is wederkerigheid in de communicatie zeer herkenbaar. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 14/54

15 Het bestuur beschouwt de inbreng van deze raden als erg waardevol. Dit draagt bij aan stevig draagvlak voor de uitgezette koers en het verder optimaliseren van de kwaliteitszorg. Ook worden de partijen voldoende gefaciliteerd om hun taak waar te maken. Een sterk punt is dat zowel het bestuur als de Raad van Toezicht heel regelmatig werkbezoeken bij de mbo colleges en/of de teams afleggen. Zij gaan daar met teams en studenten in gesprek over het onderwijs. Uitkomsten van deze activiteiten en gesprekken gebruikt het bestuur als input voor verdere beleidsontwikkeling. De externe dialoog vindt plaats doordat het bestuur goede contacten onderhoudt met externe stakeholders. Informatie uit deze contacten betrekt het bestuur bij de ontwikkeling van het beleid. Het heeft daarbij oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en anticipeert daarop. We zien dit bijvoorbeeld door het initiëren van publiek private samenwerkingsvormen, aandacht voor het opzetten van doorlopende leerlijnen met vmbo en hbo en verschillende vernieuwingsactiviteiten. Daarnaast constateren we dat er veel aandacht en ruimte is voor het voeren van de interne dialoog. Dat gebeurt in de formele overleggen, maar daarnaast ook in informele ontmoetingen zoals lunch- of dinerbijeenkomsten. De gesprekspartners geven aan zich mede hierdoor betrokken te voelen bij de ontwikkelingen en leveren daaraan graag hun bijdrage. Het bestuur verantwoordt zich via het jaarverslag aan externen over het gevoerde beleid en de ontwikkelingen die bij de instelling spelen. Dit verslag geeft een helder beeld van de kwaliteit en resultaten van de verschillende mbo colleges. Het bestuur heeft een publieksvriendelijk versie gemaakt die via de website toegankelijk is. Schoolkosten Bij alle onderzochte opleidingen van ROC van Amsterdam hebben wij geconstateerd dat wordt voldaan aan de bepalingen met betrekking tot schoolkosten. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De instelling voldoet aan de verplichtingen zoals opgenomen in artikel van de WEB. Het bestuur heeft een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan, en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. Verder bevordert het bestuur de kennis en het gebruik van de meldcode binnen de instelling. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 15/54

16 2.2. Financieel beheer Wij baseren ons oordeel over het kwaliteitsgebied Financieel beheer op de beoordeling van de onderliggende standaarden voor financiële continuïteit en rechtmatigheid. Financiële continuïteit In onderstaande tabel zijn de financiële kengetallen van het bestuur uit de jaarverslaggeving over de afgelopen en de toekomstige drie jaren afgezet tegen de signaleringswaarden ('indicatie') die wij gebruiken in onze jaarlijkse risicodetectie. Kengetallen Indicatie Realisatie Prognose Liquiditeit (current ratio) < 0,75 of < 0, Solvabiliteit 2 < 0, Huisvestingsratio > 10% of >15% 9.8% 9.35% 9.13% Rentabiliteit < 0% 5.87% 3.92% 1.83% 0.49% 1.08% 1.05% Wij beoordelen de financiële continuïteit als voldoende. De tabel bevat geen indicatie van financiële risico s voor de continuïteit van het onderwijs binnen nu en vier jaar. Ons onderzoek bevestigt dat beeld. De financiële kengetallen hebben de afgelopen jaren de signaleringsgrens niet over- of onderschreden. De resultaten van de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan de verbetering van de financiële positie. Ook voor de komende jaren zijn de prognoses positief. De liquiditeit neemt verder af in Maar dit is een bewust beleid van het bestuur en gezien de (financiële) positie van het ROC van Amsterdam zien wij hierbij geen risico. In 2017 stonden iets meer dan studenten ingeschreven bij het ROC van Amsterdam. Dit aantal is iets lager dan de eerdere INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 16/54

17 verwachting in de Continuïteitsparagraaf Volgens een recente opgave van het ROC van Amsterdam is het aantal ingeschreven studenten aanzienlijk toegenomen tot bijna in Voor de jaren 2019 en 2020 verwacht het bestuur geen groei. Daarna zal het aantal geleidelijk stijgen tot circa in Continuïteitsparagraaf Wij wijzen op enkele aandachtspunten met betrekking tot de continuïteitsparagraaf in het jaarverslag. Voor een volledige verantwoording in het jaarverslag is het nodig dat de verplichte continuïteitsparagraaf alle benodigde onderdelen bevat. De volgende onderdelen van de verplichte continuïteitsparagraaf troffen we niet aan in het jaarverslag over In de rapportage over aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem moet het bestuur aangeven op welke wijze het interne risicobeheersingssysteem is ingericht en hoe dit in de praktijk functioneert. Uit het jaarverslag 2017 blijkt niet welke resultaten met het systeem zijn bereikt en welke aanpassingen eventueel worden doorgevoerd in de komende jaren. Verslag van de intern toezichthouder waarin is opgenomen op welke wijze de toezichthouder het bestuur ondersteunt en/of adviseert over beleidsvraagstukken en financiële problematiek - wanneer dit aan de orde is en welk resultaat dit handelen heeft opgeleverd. De taken van de Raad van Toezicht zijn beschreven in het bestuursverslag. Echter, er wordt niet beschreven welke resultaten dat handelen heeft opgeleverd. Ook wordt niet vermeld hoe het bestuur wordt ondersteund en/of geadviseerd over beleidsvraagstukken. Wij verwachten dat het bestuur hier meer en gedegen aandacht aan besteedt in de volgende jaarverslagen. Een volledige en duidelijke verantwoording is erg belangrijk om een beeld te vormen van de sturing in de organisatie en van verwachte ontwikkelingen. Financiële doelmatigheid Wij geven geen oordeel over de financiële doelmatigheid. Wel gaan wij zo nodig het gesprek aan over onderwerpen die de doelmatigheid raken. Bij het ROC van Amsterdam kwam het volgende onderwerp aan de orde: Verslag Raad van Toezicht over toezicht op doelmatig gebruik van rijksmiddelen Volgens artikel derde lid van de WEB is het de wettelijke taak van het bestuur van de Stichting ROC van Amsterdam om onafhankelijk en deugdelijk intern toezicht mogelijk te maken. Bevoegdheden die het bestuur moet beleggen bij de intern toezichthouder (ook wel de Raad van Toezicht) zijn onder meer, dat deze moet toezien op de financiële doelmatigheid. De Raad van Toezicht legt verantwoording af over de INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 17/54

18 uitoefening van zijn bevoegdheden in het bestuursverslag. Deze verantwoording hebben wij niet aangetroffen in het bestuursverslag over Wij verzoeken de Raad van Toezicht aandacht te besteden aan de doelmatigheid van de besteding en de verantwoording van zijn toezicht daarop in de bestuursverslagen vanaf Omdat dit aspect van het interne toezicht op dit moment sectorbreed nog in ontwikkeling is geven wij vooralsnog naast dit verzoek geen expliciete herstelopdracht. Financiële rechtmatigheid We beoordelen de financiële rechtmatigheid voor het ROC van Amsterdam als voldoende. Wij baseren ons hierbij op de bevindingen van de instellingsaccountants uit het eerstelijnstoezicht op de financiën van het onderwijs. Daarnaast speelt aanvullende informatie een rol, zoals signalen en (lopende) onderzoeken op het gebied van de financiële rechtmatigheid. In het onderzoek bij het ROC van Amsterdam leidt de weging van de beschikbare informatie tot een positief oordeel Afspraken over vervolgtoezicht Tekortkoming Opleidingen Medewerker facilitaire dienstverlening, 25499, leerweg bol, niveau 2. De standaard Beroepsprakijkvorming (OP7) is onvoldoende. De opleiding voldoet hiermee niet aan artikel 7.2.8, tweede en derde lid van de WEB. Het kwaliteitsgebied Onderwijsproces is daarmee onvoldoende. Het Kwaliteitsgebied Examinering en diplomering is onvoldoende omdat de standaard Afname en beoordeling (ED3) onvoldoende is. Er wordt niet voldaan aan de Regeling standaarden examenkwaliteit Schilder, 25030, leerweg bbl, niveau 2. De standaard Didactisch handelen (OP3) is onvoldoende. De opleiding voldoet hiermee niet aan artikel 7.1.2, tweede, vijfde lid en eerste lid van de WEB. Het kwaliteitsgebied Onderwijsproces is daarmee onvoldoende. Wat verwachten wij van het bestuur? Het bestuur zorgt ervoor dat de Beroepspraktijkvorming uiterlijk één jaar na vaststelling van dit rapport voldoet aan de wettelijke eisen. Het bestuur zorgt dat het gebied Examinering en diplomering uiterlijk op de in de waarschuwingsbrief genoemde datum voldoet aan de wettelijke vereisten. Het bestuur zorg ervoor dat de standaard Didactisch handelen uiterlijk één jaar na vaststelling van dit rapport voldoet aan de wettelijke eisen. Wat doen wij? De inspectie voert circa één jaar na vaststelling van dit rapport een herstelonderzoek uit. De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwingsbrief. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een herstelonderzoek. De inspectie voert circa één jaar na vaststelling van dit rapport een herstelonderzoek uit. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 18/54

19 We constateren daarnaast het volgende. Tijdens ons onderzoek hebben we vastgesteld dat de samenstelling van de teamexamencommissies niet aan artikel lid 8, ten minste één lid van de examencommissie is afkomstig uit de beroepspraktijk, voldoet. Het bestuur heeft daarop verbetermaatregelen voorgesteld, welke in schooljaar ingevoerd worden. Bij het eerstvolgende herstelonderzoek bekijkt de inspectie of de implementatie hiervan succesvol is verlopen. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 19/54

20 3. Verificatie In dit hoofdstuk beschrijven wij onze bevindingen van het verificatiethema Verbinding. In hoofdstuk 1 hebben wij toegelicht waarom wij het thema Verbinding hebben gekozen als verificatiethema. In dit hoofdstuk beschrijven wij of het beleid van het bestuur doorwerkt binnen de instelling tot op het niveau van de docenten en de studenten. Deze bevindingen dragen bij aan het oordeel op bestuursniveau. Bij de opleiding die wij onderzocht hebben naar de waardering goed hebben wij de standaard OP2, Ontwikkeling en begeleiding, onderzocht in het kader van de verificatie. Wij hebben ons bij de verificatie gericht op de relatie van het loopbaanexpertisecentrum (LEC) met de opleidingen. Ook bij de stelselonderzoeken hebben wij hier aandacht aan geschonken, maar er niet op standaardniveau over geoordeeld. Tijdens deze onderzoeken hebben wij vastgesteld dat het LEC zichtbaar en herkenbaar is binnen de opleidingen en haar verantwoordelijkheid neemt om studenten met extra zorg te begeleiden naar passende ondersteuning. Door de verbinding die de LECs binnen de instelling hebben is er sprake van voldoende kennis en expertise om studenten de juiste begeleiding te geven. Het thema Verbinding hebben wij daarnaast geverifieerd door diverse thematafels te organiseren. Deze gingen over de LECs, de onderwijsresultaten van een tweetal domeinen en de verbinding tussen VOvA en Vavo. Deze gesprekken hebben het beeld dat wij hebben van de sturing door het bestuur bevestigd. Enerzijds krijgen partijen ruimte om op basis van hun eigen expertise invulling te geven aan de taak waar zij voor staan. Dit sluit aan bij de visie van het bestuur dat de verantwoordelijkheid voor het onderwijs dicht bij het team moet liggen. Anderzijds gaven deze gesprekken ons een beeld van een transparante en open kwaliteitscultuur, waarin ruimte is voor tegenspraak. Een aandachtspunt is dat binnen deze horizontale verbindingen de onderwijsresultaten een meer centrale plek kunnen krijgen door met betrokkenen vanuit verschillende mbo colleges te spreken over de oorzaken van de achterblijvende onderwijsresultaten en mogelijke verbetermaatregelen. Dit is tot nu toe geen opdracht van het bestuur aan de domeinen. Alleen bij het domein Handel is hierover eerder gesproken. Wij hebben hierover twee thematafels georganiseerd met vertegenwoordigers van de domeinen ICT en Zorg en welzijn. Wij hebben gesproken over de oorzaken van lage onderwijsresultaten en verbetermogelijkheden verkend. Door samen hierover te spreken zijn betrokken zich meer bewust van het belang van de onderwijsresultaten en van hun invloed hierop. Daarbij is de ontwikkelingsfase van het domein van invloed op de kwaliteit van dit gesprek. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 20/54

21 4. Resultaten onderzoek goede opleiding: Medewerker Sport en Recreatie In dit hoofdstuk leest u de oordelen en de resultaten van het onderzoek bij de opleiding Medewerker Sport en recreatie, crebo 25500, bol niveau 2, mbo college Hilversum. Het bestuur heeft deze opleiding voorgedragen voor een onderzoek op verzoek naar de waardering goed. De uitkomsten van dit onderzoek dragen ook bij aan de oordelen op instellingsniveau. De opleiding maakt deel uit van het mbo college Hilversum. De opleiding groeit sterk; het aantal studenten in het eerste jaar is dit schooljaar verdubbeld. De opleiding wordt aangeboden bij een sportlocatie met veel faciliteiten voor de praktijklessen. Onderstaand figuur geeft de resultaten van het onderzoek Beoordeling Onderwijs Conclusie De kwaliteit van de opleiding is voldoende. De opleiding kent veel positieve elementen en de standaard Ontwikkeling en begeleiding is goed. De borging van de examenkwaliteit is voldoende. De kwaliteit van de opleiding leidt ook tot onderwijsresultaten die ruim boven de norm liggen. De Kwaliteitszorg en Verantwoording en dialoog zijn voldoende evenals de Kwaliteitscultuur. Wij zien een team van INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 21/54

22 vakdocenten met een sterk ontwikkelde kwaliteitscultuur. Bij de generieke vakken kan dit versterkt worden. De kwaliteitscultuur waarderen we daarom niet met de waardering goed. De samenwerking en inhoudelijke afstemming tussen de docenten die de beroepsgerichte vakken verzorgen en de docenten van de generieke vakken moet worden versterkt om tot een goede kwaliteitscultuur te komen. Doordat de kwaliteitscultuur als voldoende is beoordeeld, voldoet de opleiding niet aan de norm voor de waardering goed Onderwijsproces Programma sluit aan op de doelgroep Het onderwijsprogramma voldoet aan de basiskwaliteit, onder meer doordat het programma aansluit op het kwalificatiedossier, is toegespitst op de doelgroep en een heldere opbouw kent. Daarmee bereidt de opleiding studenten voldoende voor op de beroepspraktijk, het vervolgonderwijs en de samenleving. Ten eerste ondersteunt het programma studenten in hun leerproces door een heldere opbouw en een duidelijke structuur. Zo worden studenten in de loop van de opleiding uitgedaagd om steeds zelfstandiger te werken. De vaste structuur in de programmering geeft de studenten duidelijkheid over het rooster en over wat de opleiding van hen verwacht. Ten tweede zien wij dat het zogenoemde levensecht leren op verschillende plaatsen in het programma leidt tot een onderwijsaanbod dat het leren aanmoedigt. Studenten zijn enthousiast over de opdrachten die zij in de beroepscontext uitvoeren en werken hier gemotiveerd aan. Tot slot biedt het opleidingsprogramma maatwerk, onder meer door mogelijkheden tot versnellen of extra oefening aan te bieden. Zo programmeert de opleiding extra onderwijs voor studenten die daar behoefte aan hebben. Het maatwerk leidt ertoe dat veel studenten op tijd hun diploma halen of tussentijds doorstromen naar een hoger opleidingsniveau. Een verbeterpunt is de samenhang van het programma. In de verbinding tussen de generieke en de beroepsgerichte vakken kan de INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 22/54

23 opleiding zich versterken. De opleiding heeft dit zelf al onderkend en werkt inmiddels aan meer samenhang tussen deze onderdelen van het programma. Ontwikkeling en begeleiding kenmerkt zich door veel contact met de mentor Wij waarderen de Ontwikkeling en begeleiding met goed omdat deze ruim voldoet aan de basiskwaliteit dankzij een gestructureerde, deskundige en betrokken werkwijze van het docententeam. Een sterk punt hierbij is met name de centrale rol van de mentoren. Dit uit zich onder meer in het feit dat de mentoren dagelijks lessen verzorgen voor de klas. Door dit veelvuldige contact tussen mentor en studenten ervaren studenten dat zij gezien worden in hun ontwikkeling als mens en als toekomstig professional. De kleinschaligheid van de opleiding helpt hier ook bij. Mentoren hebben door het dagelijkse contact goed zicht op de voortgang van studenten. Daarbij komt dat de mentoren goed aansluiten op de niveau 2 studenten zodat de studenten de begeleiding krijgen die ze nodig hebben. Dit heeft als resultaat dat studenten de opleiding met goed gevolg en veelal binnen de gestelde tijd afronden. Daarnaast heeft het team korte lijnen met de pluscoach en het Student Succes Centrum (SSC) om zo nodig intensieve begeleiding dan wel tweede- of derdelijns zorg in te zetten wanneer studenten of docenten dit nodig vinden. Didactisch handelen loopt uiteen Het didactisch handelen van de docenten zorgt ervoor dat studenten voldoende leren in de les. De didactische aanpak van de docenten sluit aan bij de doelgroep en bij het toekomstige beroep waardoor studenten leren en zich kunnen ontwikkelen. Het aansluiten bij de doelgroep zien we allereerst terug in de gestructureerde aanpak en heldere opbouw van de lessen. Daarnaast zien we dat docenten studenten positief benaderen, wat er toe leidt dat studenten vertrouwen krijgen en gestimuleerd worden om zelf vast te stellen of en in welke mate zij hun leerdoelen bereiken. Het aansluiten bij het toekomstige beroep zien we via levensecht leren terug in zowel de praktijk- als theorielessen. Verder geven docenten studenten gerichte feedback in de lessen en stimuleren ze studenten om feedback op elkaar te geven. Dit draagt eraan bij dat studenten van elkaar leren. Tot slot zien we dat de authentieke omgeving, een sportcomplex met veel faciliteiten, waarin de opleiding het onderwijs aanbiedt, studenten positief motiveert. Een verbeterpunt is dat het didactisch handelen in de lessen Nederlands en Rekenen kan beter. We observeerden lessen, waar studenten vooral zelfstandig aan het werk zijn en weinig begeleiding INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 23/54

24 krijgen. Daarbij leidt de eenzijdige werkvorm ertoe dat studenten niet betrokken zijn. Dit komt het leren van de studenten niet ten goede. Beroepspraktijkvorming is doeltreffend Het team draagt zorg voor een doeltreffende voorbereiding, uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming (bpv). Allereerst zien wij dat studenten en bedrijven zijn voorbereid op de bpv. Zij weten wat er van hen verwacht wordt in de bpv en aan welke eisen de bpv-plaats moet voldoen, doordat de opleiding hier veel aandacht aan besteedt bij de start van de opleiding. Ook de begeleiding tijdens de bpv voldoet. De bpv-begeleider van de opleiding heeft regelmatig contact met de student en met het leerbedrijf. Zo belt de bpv-begeleider tijdens de bpv met het leerbedrijf en komt minimaal één keer langs. Hierdoor heeft de begeleider voldoende zicht op hoe het gaat met de student tijdens de bpv. Bij studenten die specifieke begeleiding behoeven, is er extra afstemming tussen de opleiding en het leerbedrijf, zodat ook deze studenten voldoende in staat gesteld worden om te leren in de bpv. De opleiding kan zich nog verbeteren door nieuwe bpv-bedrijven eerder te informeren over de gang van zaken tijdens de bpv en hen hierin zo nodig extra te begeleiden. De opleiding heeft dit zelf al geconstateerd en heeft hier verbetermaatregelen op ingezet Examinering en diplomering De examencommissie borgt de kwaliteit De Clusterexamencommissie (cec) borgt een deugdelijke examinering en diplomering. Wij hebben hiervoor de volgende argumenten. Allereerst kan de cec voldoende instaan voor de kwaliteit van de examinering. Zo heeft de cec kennis van het kwalificatiedossier en toetst zij of het examenplan van de opleiding hieraan voldoet. Daarnaast borgt ze de inzet van deugdelijke exameninstrumenten. Verder bewaakt en monitort de cec de uitvoering van de examinering. Zo borgt de cec de kwaliteit van de assessoren, onder meer door het toe te zien op de deskundigheid van de beoordelaars. Een voorbeeld hiervan is de recent uitgevoerde (hernieuwde) certificering van de INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 24/54

25 beoordelaars van de avo-examens. Daarnaast woont de cec steekproefsgewijs examens bij. De spanbreedte aan opleidingen waar de cec op toeziet, maakt dat ze dit doet op basis van een jaarlijkse risico-inschatting van de afname en beoordeling van de examens van de verschillende opleidingen en teams. We zien daar nog wel ruimte voor verbetering. De cec kan namelijk nog slagen maken in de spreiding van haar inzet om zo voldoende zicht te krijgen op de examinering van alle opleidingen; zo is er geen bijwoning geweest van de praktijkexamens van de onderzochte opleiding. Verder stuurt de cec op een objectieve beoordeling bij de examens. Zo beoordelen docenten generiek in de regel niet hun eigen studenten en vindt de beoordeling bij de beroepsgerichte examens door zowel docenten als externe beoordelaars plaats. Ten tweede borgt de cec eveneens een deugdelijke diplomering. Zo checkt de cec voor de diplomering steekproefsgewijs de dossiers op volledigheid. Doordat gemaakt werk in deze dossiers ontbreekt, is dit evenwel geen inhoudelijke toets. De cec heeft dit zelf ook geconstateerd en verkent mogelijkheden tot verbetering. Exameninstrumentarium voldoet Het team gebruikt ingekocht exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel en voor Nederlands en zet dit ongewijzigd in. Het instrumentarium sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het dekt de eisen van het kwalificatiedossier en heeft een passende complexiteit. Examinering in de praktijk De afname en beoordeling van de examens verloopt zorgvuldig en correct. Dit komt ten eerste doordat de opleiding vooraf waarborgen heeft ingebouwd voor gelijkwaardige omstandigheden en een objectieve beoordeling bij de examinering in een relevante beroepscontext. Daarnaast draagt de examenmix naast de praktijkbeoordeling ook een portfoliobeoordeling- bij aan de betrouwbaarheid van de beoordeling. Tot slot bevordert de inzet van een drietal beoordelaars, waarvan één externe assessor, een objectieve en gelijkwaardige beoordeling. Daarbij hanteren de beoordelaars standaardformulieren met een heldere normering, waardoor alle relevante beoordelingsaspecten aan bod komen. Bij Nederlands is de betrouwbaarheid van de afname en beoordeling eveneens voldoende. Zo beoordelen docenten in principe niet hun eigen studenten. Wanneer dit toch gebeurt, maken docenten van de mondelinge examens gespreksopnames, zodat de beoordeling altijd toetsbaar is. Tot slot is de informatie over de inrichting van het examen, de planning van de examenperiodes en de beoordelingswijze helder en transparant voor studenten. Studenten geven aan dat zij voorbereid zijn op de examens en weten wat er van hen verwacht wordt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 25/54

26 4.3. Schoolklimaat Veiligheid verankerd in de opleiding Het team zorgt voor een veilige en respectvolle omgeving voor studenten. Docenten sluiten daarbij nadrukkelijk aan op de toekomstige beroepscontext van de studenten. Het team besteedt al in de eerste weken van de opleiding veel aandacht aan veiligheid, juist vanwege het fysieke karakter van de opleiding. Het gaat daarbij niet alleen om fysieke maar ook om sociale veiligheid. We zien dit ook in de praktijklessen terug. Studenten geven aan dat zij de sfeer en cultuur op school veilig en fijn vinden. De korte lijnen binnen het team en de betrokken opstelling van de meeste docenten bij de studenten dragen daaraan bij. Ingeval van een calamiteit organiseert de opleiding adequate opvang, begeleiding en nazorg voor alle betrokkenen. Een leerklimaat waarin studenten zich kunnen ontplooien Het team biedt ondersteuning en stimulans waardoor studenten zich kunnen ontplooien. Zo behandelen docenten de studenten met respect en met een positieve, stimulerende benadering. Studenten nemen dit gedrag over. Het team hanteert over het algemeen heldere regels, waarbij het zo veel mogelijk de aansluiting met de toekomstige beroepspraktijk zoekt. Dit maakt dat studenten de regels accepteren en dat de regels ondersteunend zijn aan de ontwikkeling van studenten tot professional. We zien hierin wel verschillen tussen docenten. Het team kan het leerklimaat versterken door opleidingsbreed de regels te hanteren of hier navolgbaar van af te wijken. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 26/54

27 4.4. Onderwijsresultaten Resultaten voldoen Het studiesucces is, gemeten over drie schooljaren, voldoende. Alle drie de indicatoren liggen boven de gestelde norm. Het driejaarsgemiddelde over de periode bedraagt bij het jaarresultaat 72,4 procent, bij het diplomaresultaat 64,3 procent en bij het startersresultaat is het 85,1 procent. Deze driejaarsgemiddelden gaan over de schooljaren tot en met en gelden voor bc301, niveau 2, waarvan de opleiding deel uitmaakt. Voor het overzicht op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is, verwijzen wij naar de tabel in bijlage 1. Het team beschikt over eigen en actueel cijfermateriaal. Hieruit blijkt dat de resultaten voor deze opleiding op deze locatie uitstijgen boven het gemiddelde van de instelling op bc 301. De opleiding slaagt erin het overgrote deel van de studenten succesvol de opleiding te laten doorlopen Kwaliteitszorg en ambitie Team werkt systematisch aan verbetering De opleiding heeft een werkend kwaliteitszorgsysteem dat bijdraagt aan het systematisch verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs door het team. Het management stuurt nadrukkelijk op borging van de kwaliteit en belast het team niet met systeemzaken. Het team kan zich daardoor richten op de kwaliteit van het onderwijs. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 27/54

28 Allereerst zien wij dat het team beschikt over kwaliteitsinstrumenten als een jaarplan en de staat van het team. Deze documenten hebben overigens niet alleen betrekking op de niveau 2 opleiding, maar ook op de aanverwante niveau 3- en 4- opleidingen. Daarom bewaken enkele kerndocenten dat de niveau 2-opleiding hierin voldoende aan bod komt en dragen zij ook zorg voor evaluatie. Dat dit leidt tot passende maatregelen zien we terug bij de opleiding. Een voorbeeld hiervan is de inzet op eenduidige communicatie met de studenten. Verder constateren we een heldere verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het team. Deze structuur draagt bij aan de borging van de kwaliteit van de opleiding. Het team gaat daarbij niet over één nacht ijs als het gaat om ingrijpende wijzigingen maar analyseert ontwikkelingen en consequenties alvorens tot besluitvorming te komen. Voorbeelden daarvan zien wij terug, bijvoorbeeld in de revisie van de facilitaire component in het opleidingsprogramma en in de recente wijziging van het examenplan. Naast deze positieve onderdelen zien we enkele verbeterpunten. Binnen de (team-)rapportages kan het team de analyse van de stand van zaken nog meer dan nu richten op de niveau 2 opleiding, zodat het team beter inzicht heeft op dat niveau. In het verlengde daarvan kan het team eventuele verbetermaatregelen meer toespitsen op de opleiding en kan het de effecten daarvan ook op opleidingsniveau monitoren. Wat ook beter kan, is dat onafhankelijke deskundigen en het bedrijfsleven meer worden betrokken bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. Hun input kan het team ondersteunen bij het analyseren van de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Kwaliteitscultuur: sterk beroepsgericht team De kwaliteitscultuur is voldoende omdat het team zich bij elkaar betrokken voelt, vanuit een duidelijke rol- en taakverdeling gericht werkt aan de verbetering van het onderwijs en aandacht heeft voor professionalisering. We zien een team van beroepsgerichte docenten, dat zich verbonden voelt met elkaar. Docenten overleggen met elkaar over de inrichting van hun lessen en ondersteunen elkaar actief in het begeleiden van het leerproces van studenten. Deze samenwerking versterkt het leerklimaat van de opleiding en draagt bij aan het studiesucces van de studenten. Daarbij is onderwijskundig leiderschap zichtbaar van de opleidingsmanager. Hij geeft het team sturing maar biedt tegelijkertijd ruimte voor ontwikkeling van de capaciteiten die in het team aanwezig zijn. Hierdoor ontstaat een natuurlijke rol- en taakverdeling binnen het team waarin het voor veel van de teamleden vanzelfsprekend is om verantwoordelijkheid te nemen voor de teamprestatie. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 28/54

29 Daarbij constateren we dat professionalisering structureel plaats vindt, zowel formeel als informeel. Docenten volgen groepsgewijs en individueel relevante scholingen, aansluitend op ontwikkelingen in het onderwijs en gericht op de kenmerken van de doelgroep studenten. Meer informeel gaan docenten ook bij elkaar te rade. Noemenswaardig is het zorgvuldige interne opleidingstraject van nieuwe mentoren. Ook hierin is het belang zichtbaar dat de opleiding hecht aan deze taak. Het gezamenlijk leren en werken aan onderwijskwaliteit kan uitgebouwd worden, bijvoorbeeld door gerichtere afspraken te maken over het geven van feedback aan elkaar. Dat komt dan de professionalisering van alle docenten ten goede en niet alleen de docenten die hier op eigen initiatief al mee aan de slag zijn. Verder kan de samenwerking binnen het gehele team worden versterkt door teambreed gestructureerd afstemming te hebben over de onderwijskwaliteit. Opleiding werkt aan haar netwerk Het team legt intern en extern toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af over doelen en resultaten. Bovendien voert het daarover actief de dialoog. Zo vindt er intern driemaal per jaar een kwaliteitsgesprek plaats tussen opleiding en collegedirectie. Hierbij zijn naast de opleidingsmanager ook enkele docenten aanwezig. In dit gesprek staan de verantwoording van het team en de ontwikkeling van het onderwijs centraal. Verder betrekt het team studenten bij de ontwikkeling en beoordeling van de onderwijskwaliteit. Dit gebeurt informeel door de korte communicatielijnen tussen docenten en studenten maar ook formeel door het systeem van klassenvertegenwoordigersoverleg. Daarnaast evalueren enkele, maar niet alle, docenten hun lessen met de studenten. We hoorden een mooi voorbeeld, waarbij evaluatiekaartjes aan het einde van de les de waardering van studenten weergaven. De opleiding kan zich voorts nog verbeteren door voor studenten meer zichtbaar te maken wat de opleiding heeft gedaan met hun wensen en suggesties over de onderwijskwaliteit. Dit motiveert studenten tot een betrokken opstelling. Een positief element is voorts dat het team ook ouders van studenten betrekt bij de opleiding. Het team organiseert ouderavonden en nodigt ouders uit bij voortgangsgesprekken met studenten. Dit leidt tot meer dialoog en verbinding tussen student, ouders en opleiding. Extern is de dialoog met het bedrijfsleven nog in ontwikkeling. Naast het eigen relatienetwerk van docenten binnen de branche, in het bijzonder met de leerbedrijven, werkt het management gericht aan uitbreiding van het netwerk. Dit komt de (sturing op de) actualiteit van de opleiding ten goede en biedt uitbreiding van het stagebestand. Wij INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 29/54

30 onderschrijven het belang van de inzet op dit terrein, ook omdat de opleiding zo aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen Overige wettelijke vereisten Schoolkosten Wij hebben bij deze opleiding ook de naleving van de wettelijke vereisten omtrent schoolkosten/vrijwillige bijdragen onderzocht. We hebben geconstateerd dat de opleiding geen onnodige kosten in rekening brengt bij de student. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 30/54

31 5. Resultaten stelselonderzoek Medewerker facilitaire dienstverlening In dit hoofdstuk geven wij de oordelen en de resultaten van het onderzoek bij Medewerker facilitaire dienstverlening, crebo 25499, bol, niveau 2, mbo college Centrum. Wij hebben de standaarden Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming en het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering onderzocht. Conclusie De standaard Didactisch handelen hebben wij als voldoende beoordeeld, de standaard Beroepspraktijkvorming als onvoldoende. Het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering is onvoldoende omdat de standaard Afname en beoordeling niet voldoet. De onderzochte overige wettelijke vereisten zijn voldoende Onderwijsproces Structuur en herhaling in lessen zorgt ervoor dat studenten leren Het didactisch handelen van de docenten stelt studenten voldoende in staat tot leren en ontwikkelen. Dit komt onder meer doordat docenten verschillende werkvormen toepassen, die passen bij het niveau van de doelgroep. Hierdoor zijn studenten in de lessen voldoende actief en betrokken. De keuze van het team voor de relatief kleine klassen heeft ook een positieve invloed op de betrokkenheid van de studenten. Daarbij bieden docenten hun studenten structuur door duidelijke leerdoelen en een heldere planning van de lessen. Ook leggen docenten de verbinding met wat in eerdere lessen is besproken. Dit biedt houvast en herhaling voor de studenten waardoor het geleerde beklijft. Naast de praktijklessen zorgt ook de voorbereiding op de bpv in de slb-lessen voor voldoende verbinding tussen het leren op school en in de beroepspraktijk. De leersituaties kunnen effectiever als docenten studenten niet alleen aanspreken, maar ook daarna handelend optreden als zij zich niet aan INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 31/54

32 de regels houden. Daarnaast geven studenten aan dat sommige docenten lang aan het woord zijn in de lessen, waardoor ze niet altijd de aandacht bij de lessen kunnen houden. Om het leerrendement te verhogen kan het team werken met kortere instructies. Verbeterslag in beroepspraktijkvorming nog niet zichtbaar De uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming (bpv) zijn onvoldoende doeltreffend. Hiermee voldoet de opleiding niet aan artikel 7.2.8, tweede en derde lid van de WEB. Studenten worden namelijk onvoldoende begeleid tijdens de bpv. Hierdoor heeft het team onvoldoende zicht op de ontwikkeling van de studenten tijdens de bpv. Ook weten de bedrijven te weinig wat er van hen verwacht wordt tijdens de bpv. Het team heeft dit zelf geconstateerd en heeft dit schooljaar maatregelen ingezet om de bpv te verbeteren. Deze zijn dusdanig recent ingezet dat de effecten nog grotendeels hun beslag moeten krijgen. Bij de verbetermaatregelen gaat het bijvoorbeeld om intensievere begeleiding van de student door de bpv-begeleider vanuit het team. De bpv-begeleider is niet meer de mentor en is gefaciliteerd om deze rol op te pakken. Dit met als doel om als opleiding beter zicht te krijgen op de voortgang van de student tijdens de bpv. Daarnaast zet het team in op betere en vakere communicatie met de bpv-bedrijven. Waar we al wel de effecten van de verbetermaatregelen hebben gezien, is bij de voorbereiding van studenten op de bpv. Zo hebben eerstejaars studenten wekelijks een lesuur waarin voorbereiding op de bpv centraal staat. In dit uur nodigt de docent bedrijven uit om zich te presenteren en om de stagemogelijkheden voor studenten te schetsen. Het gevolg is dat studenten aangeven dat ze een goede voorbereiding op de bpv krijgen. Hoe dit vervolgens uitpakt voor de ervaringen van studenten tijdens de bpv moet nog blijken Examinering en diplomering De examencommissie is in control De Teamexamencommissie (tec) neemt in voldoende mate haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de examinering en de diplomering. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 32/54

33 De tec heeft voldoende zicht op het examineringsproces en ze signaleert en agendeert aandachtspunten bij de examinering. Dit komt doordat zij steekproeven op verschillende aspecten van het examenproces uitvoert, zoals op de invoer van examenresultaten en de afname van (generieke en beroepsgerichte) examens. De tec kan haar zicht op de examinering verder verbeteren door het aantal bijwoningen te vergroten. De tec heeft dit zelf ook geconstateerd. Voor dit schooljaar voert zij een risicoanalyse uit en op basis daarvan zullen er bijwoningen plaats gaan vinden. Daarnaast voert de tec gesprekken over examinering met diverse betrokkenen en voert ze analyses uit (o.m. op enquêtes over examinering en examenresultaten). Hierdoor krijgt ze zicht op de examinering en op mogelijke problemen. Zo heeft de tec geconstateerd dat de deskundigheid van de praktijkbeoordelaars onvoldoende geborgd is. In overleg met het management en het team zijn hierop verbetermaatregelen getroffen. Tot slot heeft de tec voldoende zicht op het diplomeringsproces en stelt ze op objectieve en deskundige wijze vast of wordt voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een diploma. Zo voert ze een 100% controle uit op de diplomadossiers waarbij volledigheid en het correct invullen en onderbouwen van beoordelingen centraal staan. Het instrumentarium voldoet aan de eisen Het exameninstrumentarium is door ons als voldoende beoordeeld. Het team gebruikt ingekocht exameninstrumentarium voor zowel het beroepsgerichte deel als voor Nederlands en zet dit ongewijzigd in. Het instrumentarium sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het dekt de eisen van het kwalificatiedossier, bevat een examenmix van observatie en bewijsstukken en heeft een passende complexiteit. De afname en beoordeling is onvoldoende objectief De onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van de afname en beoordeling van de examinering zijn onvoldoende. Dit geldt zowel voor de generieke examens als voor de examinering in de beroepspraktijk. Hiermee voldoet de opleiding niet aan de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo De belangrijkste reden voor deze conclusie is dat de eigen docent of leermeester meestal de beoordelaar van de student is. Dit biedt geen garanties voor een objectieve beoordeling. Voor de examens in de beroepspraktijk komt daar nog bij dat de deskundigheid van de praktijkbeoordelaars onvoldoende is. Dit blijkt onder meer uit het feit dat beoordelingsformulieren niet correct zijn ingevuld en dat er nauwelijks inhoudelijke onderbouwingen in de beoordelingen zijn te vinden. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 33/54

34 We merken hierbij op dat de tec deze tekortkomingen heeft gesignaleerd en dat het team op deze punten verbetermaatregelen in gang heeft gezet om meer zicht te krijgen op de afname en beoordeling bij zowel de beroepsgerichte als generieke examinering. Deze maatregelen dienen echter in de uitvoering nog hun beslag te krijgen en de effecten ervan zijn dan ook nog niet zichtbaar. Tot slot kan de communicatie over de examenplanning richting studenten beter. Studenten geven aan niet altijd te weten wanneer een bepaald examen is en wat er dan precies van ze wordt verwacht Overige wettelijke vereisten Schoolkosten voldoen Uit ons onderzoek naar de schoolkosten blijkt dat de opleiding geen oneigenlijke kosten bij de student in rekening brengt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 34/54

35 6. Resultaten stelselonderzoek Schilder In dit hoofdstuk geven wij de oordelen en de resultaten van het onderzoek bij de opleiding Medewerker schilder, crebo en Schilder 25030, bbl, niveau 2, mbo college Westpoort-Noord. Wij hebben de standaarden Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming en het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering onderzocht. Conclusie De standaard Didactisch handelen hebben wij als onvoldoende beoordeeld, de standaard Beroepspraktijkvorming als voldoende. Het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering is voldoende. Ook zijn de onderzochte overige wettelijke vereisten voldoende Onderwijsproces Pedagogisch en didactisch handelen moet beter Het didactisch handelen van het docententeam stelt studenten onvoldoende in staat tot leren en ontwikkelen. Daarmee voldoet de opleiding niet aan de wettelijke eisen. Het docententeam zorgt namelijk onvoldoende voor effectieve leersituaties voor de ontwikkeling van de vereiste competenties (art , tweede lid en 7.2.7, vijfde lid). Bovendien voldoet de instelling niet aan de wettelijke eis dat docenten zo nodig moeten kunnen differentiëren (art , eerste lid). Het didactisch handelen is niet toereikend omdat de lessen niet aan de basiskwaliteit voldoen. We zien dat vooral in de theorielessen. Daar is te weinig sprake van effectieve leersituaties, een heldere instructie, een goede lesopbouw en gevarieerde lesvormen. Dat komt doordat de leerdoelen en leeractiviteiten te weinig gericht zijn op de ontwikkeling van kennis en begrip. Studenten horen aan het begin van de les niet wat zij moeten kennen en kunnen aan het einde van de les. Hierdoor verliezen zij al tijdens de instructie de aandacht. Als gevolg hiervan is een deel van hen niet gemotiveerd en doet niet actief mee. Daarnaast zijn de opdrachten voor de studenten niet helder, INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 35/54

36 waardoor zij geen positief leereffect ervaren. Deze lessen dragen daardoor te weinig bij aan het gewenste ontwikkeling. Studenten die meer aankunnen krijgen te weinig uitdaging. De studentpopulatie vraagt om meer differentiatie. We zien dat in de praktijk van de lessen onvoldoende terug. Het gebouw biedt genoeg ruimte om groepen te splitsen en daarmee meer tegemoet te komen aan de differentiatie behoefte van studenten. Over het algemeen hanteren docenten de klassikale aanpak, waarbij we verschillen zien in effectiviteit. Door studenten actiever te betrekken bij de les kan het leereffect voor studenten toenemen. Positief is dat we gezien hebben dat de studenten tijdens de lessen Loopbaan en Burgerschap en Schilderen actiever en meer betrokken zijn. Het docententeam zet in op betekenisvol leren waarbij theoretische kennis toegepast wordt in de praktijkles. Dit uitgangspunt past bij een bbl-leerweg. Het team is echter nog niet zo ver dat wij dit hebben kunnen zien. De afstemming over de pedagogische en didactische aanpak tussen docenten is niet altijd herkenbaar. Bovendien zien we dat docenten geen duidelijke en eenduidige eisen stellen aan gedrag en leerhouding. Hierdoor nemen studenten de ruimte om storend te zijn tijdens de les eaardoor er veel tijd besteed moet worden aan klassenmanagement. Positief gegeven is dat het team dit onderkent en een gemeenschappelijke pedagogische didactische aanpak aan het ontwikkelen is. Beroepspraktijkvorming doeltreffend in voorbereiding en begeleiding We beoordelen de beroepspraktijkvorming als voldoende omdat het onderwijsteam zorg draagt voor een doeltreffende bpv. Dit blijkt uit een aantal zaken. Allereerst ondersteunt het team de studenten actief bij het vinden van een geschikte praktijkplaats bij een passend leerbedrijf. Daarnaast zien we een evenwichtige verbinding tussen het leren op de opleiding en de werkzaamheden op het leerbedrijf. De integrale opdrachten en leereenheden in de bpv-praktijkmap, de aandacht voor opdrachten die op het werk worden uitgevoerd en de contacten met het beroepenveld, dragen hieraan bij. Zij vormen namelijk de ruggengraat van de opleiding waarbij er in voldoende mate aansluiting is bij het leerproces van de individuele student. De praktijkbegeleider kent de leerbedrijven goed en weet welke werkzaamheden er kunnen worden uitgevoerd. Tot slot zijn de leermeesters tevreden over de manier waarop zij worden ingezet bij de ontwikkeling van het programma en hebben zij veel respect en waardering voor de begeleiding van de school. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 36/54

37 6.2. Examinering en diplomering Teamexamencommissie ziet voldoende toe op de examenkwaliteit De Teamexamencommissie (tec) borgt in voldoende mate een deugdelijke examinering en diplomering. De tec draagt bij aan de voorwaarden voor een betrouwbaar examenproces omdat zij zorgvuldig bewaakt dat afspraken en procedures nageleefd worden. Dit doet de tec onder andere door bijwoningen, waarbij assessoren en proeves op kwaliteit worden beoordeeld. Het jaarverslag geeft, aan de hand van een vastgesteld format, inzicht in de kwaliteit van examinering en diplomering. De consequente aandacht voor borging van de examenkwaliteit blijkt ook uit de kritische analyse van de tec waarin zij zelf punten voor verbetering formuleert. Zo zijn er maatregelen genomen waardoor de kwaliteit van de examinering verbetert. Een effect hiervan is dat nu de oordelen van assessoren beter onderbouwd zijn en gerelateerd worden aan de te beoordelen indicatoren uit het exameninstrument. De examendossiers zijn door de tec allemaal gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Een aandachtspunt is dat de analyse van de examenresultaten van de opleiding, zoals de trends in de cijfers en het invullen van de beoordelingslijsten, versterkt kan worden. Exameninstrumentarium voldoet Het exameninstrumentarium is door ons als voldoende beoordeeld. Het instrumentarium sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het examen dekt de eisen van het kwalificatiedossier. Het team gebruikt ingekochte examens voor het beroepsgerichte deel van het examenmateriaal. Dit exameninstrument is door het opleidingsteam aangepast omdat het ingekochte instrument niet geheel uitvoerbaar is in de praktijk en theorie-onderdelen gemist werden. Dit aangepaste instrumentarium hebben wij ook als voldoende beoordeeld. Voor Nederlands wordt gebruik gemaakt van ingekochte examens. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 37/54

38 Afname en beoordeling betrouwbaar We beoordelen de Afname en beoordeling als voldoende omdat de processen van afname en beoordeling deugdelijk verlopen. De opleiding heeft voldoende kwaliteitscriteria ingebouwd voor een gelijkwaardige, betrouwbare en objectieve beoordeling. Zo vindt de afname en beoordeling van het beroepsgerichte deel van het examen plaats in de authentieke beroepscontext. Bij deze opleiding betekent het dat dit gebeurt op een landelijke examenlocatie. De beoordeling vindt plaats door twee examinatoren. Twee docenten doen datzelfde bij die onderdelen die op school in simulatie worden uitgevoerd. Daardoor zijn er gelijkwaardige afnamecondities en is de beoordeling onafhankelijk, objectief en betrouwbaar. De afname van de generieke examens is eveneens betrouwbaar en objectief. Dit komt doordat de mondelinge examens worden opgenomen en na de eerste beoordeling door de eigen docent een collega de geluidsopname kan beoordelen. Om deze werkwijze meer objectief en onafhankelijk te maken wordt hiervoor een docent ingezet die niet aan de Schildersopleiding verbonden is. De inrichting van het examen, de planning van de examenperiodes en beoordelingswijze zijn tijdig voor de student beschikbaar. Hierdoor zijn studenten goed voorbereid op het examen Overige wettelijke vereisten Schoolkosten voldoen Uit ons onderzoek naar de schoolkosten blijkt dat de opleiding geen oneigenlijke kosten bij de studenten in rekening brengt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 38/54

39 7. Resultaten stelselonderzoek Manager retail In dit hoofdstuk geven wij de oordelen en de resultaten van het onderzoek bij Manager Retail, crebo 25162, bol, niveau 4, mbo college Zuidoost. We hebben de standaarden Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming en het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering onderzocht. Conclusie De standaarden Didactisch handelen en Beroepspraktijkvorming en het gebied Examinering en diplomering zijn voldoende. Ook zijn de onderzochte overige wettelijke vereisten voldoende Onderwijsproces Duidelijke keuzes bevorderen kwaliteit didactisch handelen Het didactisch handelen is voldoende, omdat de lessen effectief zijn voor de studenten. Docenten verzorgen namelijk lessen die aansluiten bij de beroepspraktijk en de leefwereld van de studenten. Dit heeft als resultaat dat studenten gemotiveerd aan de lessen deelnemen. Dit komt ten eerste door de manier waarop het docententeam de leeractiviteiten in de verschillende lessen vergelijkbaar structureert. Er is namelijk ruimte voor het oefenen en het toepassen van de theorie. Hierbij worden verschillende, activerende en moderne werkvormen afwisselend ingezet. Het effect hiervan is dat de lessen aansluiten bij de doelgroep. Dat de studenten hierbij voldoende feedback krijgen draagt bij aan de effectiviteit van het leren. Ten tweede stellen wij vast de verbinding tussen het leren op school en in de praktijk voldoende tot stand komt. Dit komt doordat de lessen voldoende contextrijk zijn en een sterke verbinding kennen met de praktijk. Een voorbeeld daarvan is dat studenten opdrachten uitvoeren in het nabij de school gelegen winkelcentrum. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 39/54

40 Ten derde zien we een herkenbare wijze van didactisch handelen. Dit komt onder andere door gemeenschappelijke afspraken en onderlinge lesobservaties. Tot slot evalueren de studenten de lessen regelmatig. Hierdoor weten studenten wat er van hen verwacht wordt en verbeteren docenten hun lessen op basis van de feedback. De begeleiding van de beroepspraktijkvorming is doeltreffend De beroepspraktijkvorming (bpv) is voldoende, omdat er sprake is van een doeltreffende voorbereiding, uitvoering en afronding van de bpv. Dit blijkt onder meer uit het volgende. Het team draagt zorg voor een effectieve voorbereiding op de bpv voor de studenten. Deze krijgen voldoende begeleiding tijdens de sollicitatieprocedure, waartoe ook een speeddatesessie met beschikbare bpv-bedrijven behoort. Hierdoor is de kans groter dat de student tijdig een bpv-bedrijf vindt dat goed bij hem past. De beroepspraktijkvorming is ook doeltreffend, omdat voor zowel studenten als bedrijven helder is wat studenten moeten leren tijdens de bpv. Dit komt door het digitale systeem met daarin onder meer de bpv-opdrachten die studenten maken tijdens de stage. Deze opdrachten bevatten voldoende informatie om de beoordeling door de praktijkopleider te vergemakkelijken. De school heeft een vast team bpv-docenten dat studenten volgens afspraak bezoekt. Ook de ontwikkeling van de student wordt dan besproken met de praktijkbegeleider. Tot slot merken we op dat er een systeem van periodieke monitoring is onder betrokkenen bij de bpv. Hierdoor bewaakt de opleiding de kwaliteit van de bpv. De bezoeken aan de bedrijven door de docenten dragen hier nog eens extra aan bij Examinering en diplomering De examencommissie neemt haar verantwoordelijkheid De Teamexamencommissie (tec) neemt in voldoende mate haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de examinering en de diplomering. De examencommissie heeft zicht op de examenprocessen en borgt op voldoende wijze de examinering en INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 40/54

41 diplomering. Zij stelt op objectieve en deskundige wijze vast of wordt voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een diploma. Daarvoor hebben wij de volgende argumenten. De tec borgt in de verschillende fasen van het examenproces waardoor de diplomering en de examenprocessen deugdelijk verlopen. De tec ziet toe dat de assessoren vanuit school voldoende zijn geschoold. Daarnaast houdt zij zicht op de deskundigheid van de praktijkassessoren. Ook krijgen de praktijkassessoren de gelegenheid zich met enige regelmaat te laten bijscholen. Tevens voert de tec risicogericht en steekproefsgewijs bijwoningen uit. Hierin kan de tec nog verbeteringen aanbrengen door de bijwoningen structureler uit te voeren waardoor er meer informatie over het verloop de examinering beschikbaar komt. Tot slot worden alle examendossiers gecontroleerd op zowel inhoud als volledigheid. Vanuit haar borgende rol, monitort en analyseert de tec de kwaliteit van het examenproces zowel voor, tijdens als na de examinering. Dit doet zij onder meer door studenten en assessoren te bevragen over het verloop van de examinering. Bovendien voert de tec resultatenanalyses uit op basis waarvan bijstellingen plaatsvinden. Het instrumentarium voldoet aan de eisen Het exameninstrumentarium is door ons als voldoende beoordeeld. Het sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het dekt de eisen van het kwalificatiedossier en heeft een passende complexiteit. Het team gebruikt ingekocht exameninstrumentarium voor zowel het beroepsgerichte deel als voor Nederlands en zet dit ongewijzigd in. De afname en beoordeling is deugdelijk De inrichting en uitvoering van het examenproces van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijk. De opleiding heeft namelijk voldoende waarborgen ingebouwd voor een gelijkwaardige en betrouwbare beoordeling. Zo vindt de afname van de beroepsgerichte examinering plaats conform de aanwijzingen van de examenleverancier. Hiertoe behoort een beoordeling door twee personen om de betrouwbaarheid te vergroten. De examinator vanuit school is in de meeste gevallen een andere persoon dan de mentor. Voor de generieke vakken geldt eveneens dat er sprake is van een voldoende onafhankelijke en betrouwbare beoordeling. Bij de mondelinge examens zijn namelijk altijd twee beoordelaars aanwezig waarvan één onafhankelijk. Het nakijken van de theorie-examens gebeurt door een docent die niet direct bij het leerproces van de student is betrokken. Tot slot stellen we vast dat de informatievoorziening over de afname en beoordeling bijdraagt aan een zorgvuldige examinering. De inrichting van het examen, de planning van de examenperiodes en INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 41/54

42 beoordelingswijze zijn namelijk tijdig voor de student beschikbaar. Dit zorgt ervoor dat er over de examinering duidelijkheid heerst onder de studenten. Hierdoor kunnen zij zich tijdig en in voldoende mate voorbereiden op het examen Overige wettelijke vereisten Schoolkosten voldoen Uit ons onderzoek naar de schoolkosten blijkt dat de opleiding geen oneigenlijke kosten bij de student in rekening brengt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 42/54

43 8. Resultaten stelselonderzoek Eerste Monteur Vliegtuigonderhoud In dit hoofdstuk geven wij de oordelen en de resultaten van het onderzoek bij Eerste monteur vliegtuigonderhoud, crebo 25321, bol, niveau 3, mbo college Airport. Daarbij hebben wij de standaarden Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming en het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering onderzocht. Conclusie De standaard Didactisch handelen hebben wij als goed gewaardeerd, de standaard Beroepspraktijkvorming als voldoende. Het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering is voldoende. Ook wordt aan de onderzochte overige wettelijke vereisten voldaan Onderwijsproces Onderwijs goed afgestemd op de praktijk Het didactisch handelen van de docenten stelt studenten op een goede manier in staat tot leren en ontwikkelen. Het team zorgt voor effectieve leersituaties en de invulling ervan sluit goed aan bij het niveau van het kwalificatiedossier. De aanpak van de docenten is afgestemd op de behoeften van de studenten, zowel als groep als individueel. Hierdoor zijn de studenten actief en betrokken. Door het benutten van de praktijkervaring van de docenten zijn de lessen zeer contextrijk en aansprekend voor de doelgroep. Op deze wijze komt de verbinding tussen het leren op school en in de praktijk goed tot stand. Tijdens de gestructureerde lessen is er ruimte voor het oefenen en het toepassen van de theorie door het maken van opdrachten. We zien dat de studenten hierbij voldoende feedback krijgen, waardoor studenten veel leren. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 43/54

44 Een sterk punt is dat de studenten en de docenten periodiek de lessen evalueren. Ook voeren docenten bij elkaar lesobservaties uit. De resultaten hiervan leiden mogelijk tot aanpassingen van de lessen. Studenten zijn zeer tevreden over de lessen en de docenten. De begeleiding van de beroepspraktijkvorming is doeltreffend De opleiding draagt voldoende zorg voor een doeltreffende beroepspraktijkvorming (bpv). Dat blijkt uit het volgende. Studenten worden voldoende voorbereid op de bpv. Het team informeert de studenten al bij de start van de opleiding in het eerste leerjaar uitgebreid over de bpv. Ook begeleidt het team de studenten bij het vinden van een stageplek. Mocht een student niet tijdig een bpv-bedrijf hebben gevonden dan biedt de bpv-coördinator extra ondersteuning om alsnog een passende bpv-plek te vinden. Ook monitort het team hoe studenten en de stagebegeleiders de bpv ervaren. Het team neemt de suggesties die hieruit komen mee in de verdere ontwikkeling van de opleiding. De bpv is eveneens doeltreffend, omdat voor zowel studenten als bedrijven helder is wat studenten moeten leren. In het bpvopdrachtenboek staan namelijk duidelijke opdrachten die voldoende informatie bevatten voor de student en de begeleiding door de praktijkbegeleider. Een aandachtspunt is de communicatie met de bpv-bedrijven, wat een risico voor de kwaliteit van de bpv kan zijn. Het team heeft dit onderkend en er loopt nu een pilot waarbij onderzocht wordt of een andere vorm van begeleiding dit probleem kan oplossen Examinering en diplomering Examinering en diplomering De examencommissie neemt haar verantwoordelijkheid De Teamexamencommissie (tec) neemt in voldoende mate haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de examinering en de diplomering. De tec heeft zicht op de examenprocessen en borgt daarmee de examinering en diplomering. Zij stelt op objectieve INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 44/54

45 en deskundige wijze vast of wordt voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een diploma. Daarvoor hebben wij de volgende argumenten. Ten eerste treft de tec in de verschillende fasen van het examenproces voorzieningen om ervoor te zorgen dat deze processen en de diplomering deugdelijk verlopen. Zo evalueert zij regelmatig de examenprocessen en stelt deze bij. Ook is er met enige regelmaat scholing voor de beoordelaars en assessoren en instructie voor de examinatoren. Daarnaast voert de tec risicogericht en steekproefsgewijs bijwoningen uit. Hierin kan de examencommissie nog verbeteringen aanbrengen door de bijwoningen structureler uit te voeren en het aantal bijwoningen te vergroten. Tevens controleert de tec alle examendossiers op zowel inhoud als volledigheid. Ten tweede reflecteert de tec op haar eigen functioneren om zo voortdurend de examenkwaliteit te verbeteren. Het jaarverslag van de examencommissie bevat namelijk aandachtspunten die worden opgenomen in het teamplan. Dat geldt eveneens voor de verbeterpunten uit de auditrapportage over de examinering. Het instrumentarium voldoet aan de eisen Het exameninstrumentarium is door ons als voldoende beoordeeld. Het team gebruikt ingekochte examens voor het beroepsgerichte deel en Nederlands en zet deze ongewijzigd in. Het instrumentarium sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het dekt de eisen van het kwalificatiedossier en heeft een passende complexiteit. De afname en beoordeling is deugdelijk en gelijkwaardig De inrichting en uitvoering van het examenproces van afname en beoordeling is voldoende deugdelijk. Dit blijkt uit het volgende. Ten eerste vindt de afname en beoordeling plaats in de authentieke beroepscontext. Bij voorkeur is dat in het bedrijf en waar dat niet mogelijk is gebeurt het in simulatie op school. Hierdoor sluit het examen zo veel mogelijk aan bij de praktijk. Ten tweede heeft het team maatregelen getroffen om de beoordeling zo gelijkwaardig en betrouwbaar mogelijk te maken. De beoordeling van examens op school vindt namelijk plaats door twee beoordelaars. De beoordelaar van school bepaalt of de deskundigheid van de beoordelaar uit de praktijk voldoet. Eventueel wordt een extra beoordelaar ingezet. Daarnaast vindt er altijd een eindgesprek plaats tussen de student, de beoordelaars van de school en de praktijk. Ook hebben we in de dossiers gezien dat de beoordelingen voldoende zijn onderbouwd. Een aandachtspunt daarbij is dat niet duidelijk is wanneer een student aan de eis voor de waardering goed voldoet. De norm voor op uitstekende wijze is namelijk niet gedefinieerd. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 45/54

46 Ten derde hebben wij geconstateerd dat de afname en beoordeling van de generieke examens op orde is. Bij deze examens is sprake van afname en beoordeling onder vier ogen en is de objectiviteit vergroot doordat studenten niet door de eigen docenten beoordeeld worden. Tot slot zijn de inrichting van het examen, de planning van de examenperiodes en beoordelingswijze tijdig voor de student beschikbaar. Het effect is dat de studenten goed zijn voorbereid op het examen Overige wettelijke vereisten Schoolkosten voldoen Uit ons onderzoek naar de schoolkosten blijkt dat de opleiding geen oneigenlijke kosten bij de studenten in rekening brengt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 46/54

47 9. Resultaten stelselonderzoek Tandartsassistent In deze paragraaf geven wij de oordelen en de resultaten van het onderzoek bij de opleiding Tandartsassistent, crebo 91410/25490, bol, niveau 4, mbo college West. Wij hebben de standaarden Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming en het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering onderzocht. Conclusie De standaarden Didactische handelen en Beroepspraktijkvorming en het gebied Examinering en diplomering zijn voldoende. Ook voldoet de opleiding aan de wettelijke vereisten voor schoolkosten Onderwijsproces Didactisch handelen van docenten houdt studenten betrokken Het didactisch handelen van de docenten maakt dat studenten leren en zich kunnen ontwikkelen. Over het algemeen zien we in de lessen effectieve leersituaties met actieve en betrokken studenten. Dit komt mede doordat het team veel heeft geïnvesteerd in het werken met het concept van de Transformatieve school. Deze aanpak helpt de docenten met de uitdagingen van het lesgeven in een grote stad, waardoor ze beter kunnen aansluiten op de doelgroep. De docenten hanteren daarbij een stimulerende benadering en handhaven de heldere gedragsregels consequent. Hierdoor blijven studenten bij de les. Ook de passende interactie tussen docenten en studenten, met gerichte vragen en feedback, houdt de studenten alert en helpt hen verder in het leerproces. Verder stellen we vast dat docenten in hun lessen duidelijk de link leggen met de praktijk. Doordat zij veelal zelf uit het werkveld komen, kunnen zij daarvoor putten uit hun eigen ervaringen. Ook de duidelijke opbouw van de lessen draagt bij aan het leereffect. Een vast onderdeel van de lessen is reflectie. Studenten reflecteren op wat ze geleerd hebben in relatie tot het grote geheel, en docenten op het verloop van de les en het behaalde leereffect bij studenten. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 47/54

48 Wat beter kan is de differentiatie naar niveauverschillen en leerstijlen van studenten. Hiervoor is weliswaar aandacht, bijvoorbeeld door bij de groepsindelingrekening te houden met niveauverschillen, maar het team kan dit verder uitbouwen. Door te variëren in aanpak, kan het team het leereffect bij studenten optimaliseren. Goede verbinding tussen theorie en praktijk De opleiding geeft de beroepspraktijkvorming doeltreffend vorm, omdat er sprake is van adequate voorbereiding, begeleiding en sturing op wat studenten leren in de praktijk. Het gevolg hiervan is dat studenten zich in de bpv goed kunnen ontwikkelen. De voorbereiding is effectief, doordat de opleiding de balans houdt tussen de benodigde ondersteuning en de zelfstandigheid die past bij het niveau van de opleiding. Gelet op de achtergrond van de studenten is de opleiding alert op stagediscriminatie en pakt deze zonodig aan. Ook waakt het team ervoor dat studenten bij een bpvbedrijf terecht komen waar zij kunnen leren. Bpv-bedrijven die niet voldoen, worden van de lijst gehaald. Het team realiseert een goede verbinding tussen theorie en praktijk. Dit komt doordat zij gericht stuurt op wat studenten moeten leren in de bpv. Bovendien zijn de opdrachten gekoppeld aan de inhoud van de leereenheden op school. Ook de interactie tussen de opleiding en het beroepenveld in de werkveldbijeenkomsten helpt bij de verbinding. Doordat het werkveld betrokken is bij de formulering van de opdrachten sluiten deze aan op de actualiteit van de sector. Wel kan het team beter bewaken dat het stagebedrijf de studenten voor de juiste activiteiten inzet. Hoewel het team hier alert op is, komt het nog steeds voor dat studenten op hun bpv iets te veel vervelende klusjes moeten opknappen. Dit komt hun motivatie en het leereffect niet ten goede Examinering en diplomering De examencommissie neemt haar taak zeer serieus De Teamexamencommissie (tec) Cure borgt een deugdelijk verloop van de examinering en diplomering. Door haar activiteiten en opstelling zorgt de examencommissie ervoor dat zij zicht heeft op de INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 48/54

49 kwaliteit van de examinering en diplomering en dat waar nodig verbetermaatregelen worden getroffen. We hebben een examencommissie aangetroffen die haar taken serieus oppakt en haar verantwoordelijkheid neemt. De tec ziet onafhankelijk en deskundig toe op de kwaliteit van de examinering en diplomering door het uitvoeren van een aantal activiteiten. Zo voert zij steekproefsgewijs bijwoningen uit van afnames van theorie- en praktijkexamens en verzorgt zij de steekproef voor de tweede correctie van theorie-examens. Ook checkt de examencommissie voor het diplomabesluit of de dossiers van de studenten juist en volledig zijn. Daarmee is helder of het diploma terecht uitgereikt kan worden. Verder stellen we vast dat de tec constructief samenwerkt met het team en het management. Tegelijkertijd schroomt ze niet het team aan te spreken waar nodig. Ook zijn we positief over de geplande ontwikkeling dat de examencommissie resultaten nader analyseert. Dit kan een verdere impuls geven aan de kwaliteit van de examinering. Wat beter kan, is het zicht en de grip van de examencommissie op de afname en beoordeling van de examens die in de beroepspraktijk worden afgenomen. Zo kan de tec zich beter (laten) informeren over de deskundigheid van de assessoren die de examens afnemen en indien nodig afspraken maken met het team hoe de deskundigheid verbeterd kan worden. Ook doet de tec nog geen bijwoningen bij examens die in de praktijk worden afgenomen. Zij is dit wel van plan. Het instrumentarium voldoet aan de eisen Wij beoordelen het exameninstrumentarium als voldoende. Het sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het dekt de eisen van het kwalificatiedossier en heeft een passende complexiteit. Het team gebruikt een ingekocht exameninstrumentarium voor zowel het beroepsgerichte deel als voor Nederlands en zet dit ongewijzigd in. Afname en beoordeling zijn gelijkwaardig en betrouwbaar De afname en beoordeling van de beroepsgerichte examens verlopen deugdelijk. Zo zijn de afnamecondities voor alle studenten gelijkwaardig. Doordat de examens op school worden afgenomen in een realistisch ingericht praktijklokaal en in de aanwezigheid van een tandarts, doen zij tevens recht aan de beroepscontext. Het gehanteerde vier-ogenprincipe bij de beoordeling door een deskundige docent en de aanwezige tandarts, verhoogt de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de beoordeling. Daar waar afname onder vier ogen niet lukt verhoogt het team de betrouwbaarheid van de beoordeling door achteraf de beoordelingsverslagen te checken en indien nodig in gesprek te gaan INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 49/54

50 met de assessor. Tot slot zorgt het team ervoor dat praktijkassessoren voldoende deskundig zijn, door directe scholing of door hen te voorzien van filmmateriaal. Ook de afname en beoordeling van de generieke examen is op orde. Bij deze centraal geëxamineerde examens, is sprake van afname en beoordeling onder vier ogen en is objectiviteit vergroot doordat studenten niet door de eigen docenten beoordeeld worden. Tot slot zijn de inrichting van het examen, de planning van de examenperiodes en beoordelingswijze tijdig voor de student beschikbaar. Hierdoor zijn studenten voldoende voorbereid op hun examen Overige wettelijke vereisten Schoolkosten voldoen Uit ons onderzoek naar de schoolkosten blijkt dat de opleiding geen oneigenlijke kosten bij de studenten in rekening brengt. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 50/54

51 10. Reactie van het bestuur Het ROC van Amsterdam - Flevoland is klein binnen groot georganiseerd. We werken in de krachtenbundeling als gemeenschap van mbo colleges. Elk van de twaalf colleges werkt binnen de lokale context en heeft een opleidingsportfolio dat hierop is afgestemd. We geven ons onderwijs vorm binnen de grootstedelijke context van onze instellingen, met alle vraagstukken en uitdagingen die daarbij op ons pad komen. In verbinding met het bedrijfsleven, de gemeenten en andere externe partners vullen we deze maatschappelijke opdracht zo goed mogelijk in. Deze verbinding met de buitenwereld is ook binnen onze organisatie zichtbaar en door de Inspectie herkend. De zorgstructuur, de verbeteringen die instellingsbreed op het gebied van examinering zichtbaar zijn geworden, de gezamenlijke beleidsontwikkeling en het leren van en met elkaar kwamen in het onderzoek duidelijk naar voren. De waardering goed die de inspectie uitspreekt voor de wijze waarop wij de verantwoording en dialoog met stakeholders binnen en buiten de organisatie vormgeven, ervaren wij als een erkenning van de inspanningen die wij op dit gebied hebben gedaan. De rol die de studentenraad heeft en die voldragen is, op elk niveau binnen de organisatie, de wijze waarop het bedrijfsleven intensief betrokken wordt, op elk niveau en de intensieve samenwerking met stakeholders zoals de gemeentes zijn belangrijke speerpunten in ons beleid. De maatschappelijke context van onze instellingen is complex. Vijftig procent van onze studenten is afkomstig uit de niet-westerse migrantendoelgroepen. Uit de benchmark mbo 2018 is bekend dat het studiesucces van deze doelgroep gemiddeld zo n 10% lager ligt dan bij andere doelgroepen. Wanneer wij de onderwijsresultaten van onze instellingen vergelijken met ROC s met een gelijke studentenpopulatie dan presteren wij relatief goed. Het ROCvA en ROCvF werken nauw samen. De effecten van deze krachtenbundeling op de onderwijsresultaten zijn helaas niet zichtbaar te maken in dit rapport. Dit komt doordat de onderwijsinspectie de onderwijsresultaten gescheiden per ROC moet meten en benoemen. Wanneer studenten overstappen tussen colleges van de beide ROC s, iets waar wij soms in het belang van de student bewust op sturen, pakt dit nadelig uit voor het gemeten onderwijsresultaat van de instelling. Wij vertrouwen erop dat dit in de toekomst wel zichtbaar gemaakt kan worden om daarmee meer recht te doen aan de feitelijke onderwijsresultaten. Het rapport geeft ook aan waar we nog iets te doen hebben. Bij een aantal opleidingen vraagt de aansluiting van de generieke vakken op de beroepsgerichte vakken aandacht. Daarnaast zou het actuele zicht op de onderwijsresultaten moeten verdiepen, van teamniveau naar opleidingsniveau. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 51/54

52 Al met al ervaren wij het rapport van de inspectie als goede feedback om ons onderwijs de komende periode verder te ontwikkelen. INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 52/54

53 Bijlage 1: Overzicht opleidingen oordelen onderwijsresultaten Bc-id/opleidingen overzicht In deze bijlage is per onderzochte opleiding aangegeven welke bccode of opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de onderwijsresultaten. Bc-id: 301 Niveau: 2 Crebo: Opleiding: Medewerker Recreatie Helpende Helpende Welzijn (HW) Dienstverlening Helpende Zorg en Welzijn Medewerker facilitaire dienstverlening Medewerker sport en recreatie Sport- en bewegingsbegeleider Helpende Zorg & Welzijn Leisure & hospitality assistant Facilitaire dienstverlener (Facilitair medewerker) Sport- en bewegingsbegeleider Facilitair medewerker INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 53/54

54 Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730, 3500 GS Utrecht T-algemeen T-loket (voor vragen)

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Flevoland

Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Flevoland Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Flevoland Onderzoek bestuur en opleidingen Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 7 mei 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige Plaats : Utrecht BRIN nummer : 28DE Onderzoeksnummer : 292623 Datum onderzoek : 21, 22, 23 en 24 maart 2017 Datum

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Nimeto Kaderfunctie afbouw, onderhoud en interieur Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud (Kleuren interieuradvies) Plaats : Utrecht BRIN nummer

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294233 Datum onderzoek : 21 en

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Autotechniek (Autotechnicus) Autotechnicus. : Amersfoort

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Autotechniek (Autotechnicus) Autotechnicus. : Amersfoort KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 MBO Amersfoort Autotechniek (Autotechnicus) Autotechnicus Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 30RR Onderzoeksnummer : 292768 Datum onderzoek : 1 juni

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Nimeto Ruimtelijk vormgever Vormgeving ruimtelijke presentatie en communicatie (Vormgever productpresentatie) Plaats : Utrecht BRIN nummer : 02PK Onderzoeksnummer

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Kop van Noord-Holland Technicus

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Kop van Noord-Holland Technicus KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC Kop van Noord-Holland Technicus Plaats : Den Helder BRIN nummer : 04EU Onderzoeksnummer : 292306 Datum onderzoek : 25 en 26 januari 2017 Datum

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 30RM Onderzoeksnummer : 291992 Datum onderzoek : 13 en 14 februari 2017

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC De Leijgraaf Manager handel (Afdelingsmanager) Manager retail

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC De Leijgraaf Manager handel (Afdelingsmanager) Manager retail KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC De Leijgraaf Manager handel (Afdelingsmanager) Manager retail Plaats : Schiedam, Veghel, Tilburg BRIN nummer : 28DE Onderzoeksnummer : 292937 Datum onderzoek : 22, 27 en 28

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden Nederland te Utrecht Sociaal cultureel werker BRIN: 25LH Onderzoeksnummer: 276997 Onderzoek uitgevoerd in: Juli 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Particuliere beveiliging

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Particuliere beveiliging KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC TOP Particuliere beveiliging Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 30RM Onderzoeksnummer : 291991 Datum onderzoek : 3 en 7 maart 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek AOC Lentiz. Manager groene detailhandel Manager retail

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek AOC Lentiz. Manager groene detailhandel Manager retail KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 AOC Lentiz Manager groene detailhandel Manager retail Plaats : Schiedam BRIN nummer : 14YD Onderzoeksnummer : 292210 Datum onderzoek : 16 en 17 mei

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Apothekersassistent

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Apothekersassistent KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC van Twente Apothekersassistent Plaats :Hengelo BRIN nummer :27YU Onderzoeksnummer :293552 Datum onderzoek :17 en 18 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Allround schoonheidsspecialist

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Allround schoonheidsspecialist KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Deltion College Allround schoonheidsspecialist Plaats : BRIN nummer : 25PJ Onderzoeksnummer : 292497 Datum onderzoek : 16 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Schipper binnenvaart

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Schipper binnenvaart KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College (STC) Schipper binnenvaart Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294229 Datum onderzoek : 11 en

Nadere informatie

ROC Menso Alting. Herstelonderzoek. Middelbaar beroepsonderwijs

ROC Menso Alting. Herstelonderzoek. Middelbaar beroepsonderwijs ROC Menso Alting Herstelonderzoek Middelbaar beroepsonderwijs December 2017 Samenvatting Op 2 en 3 oktober 2017 hebben wij onderzoek gedaan bij ROC Menso Alting. In dit onderzoek kijken wij naar de verbeteringen

Nadere informatie

ROC Tilburg. Kwaliteitsonderzoek. Inspectie van het onderwijs

ROC Tilburg. Kwaliteitsonderzoek. Inspectie van het onderwijs ROC Tilburg Kwaliteitsonderzoek Inspectie van het onderwijs Datum vaststelling: 13 december 2018 Samenvatting In de periode van 18 september tot en met 1 oktober 2018 hebben wij bij de drie hiernaast vermelde

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Tweewielertechniek (Fietstechnicus)

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Tweewielertechniek (Fietstechnicus) KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Deltion College Tweewielertechniek (Fietstechnicus) Plaats : BRIN nummer : 25PJ Onderzoeksnummer : 292504 Datum onderzoek : 30 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Verkoper Verkoper detailhandel

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Verkoper Verkoper detailhandel KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC van Twente Verkoper Verkoper detailhandel Plaats :Almelo BRIN nummer :27YU Onderzoeksnummer :293555 Datum onderzoek :29 mei en 1 juni 2017 Datum

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Scheeps- en jachtbouwkundige

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Scheeps- en jachtbouwkundige KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College (STC) Scheeps- en jachtbouwkundige Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294230 Datum onderzoek

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Juridisch medewerker Openbaar bestuur Juridisch-administratief dienstverlener

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Juridisch medewerker Openbaar bestuur Juridisch-administratief dienstverlener KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Deltion College Juridisch medewerker Openbaar bestuur Juridisch-administratief dienstverlener Plaats : BRIN nummer : 25PJ Onderzoeksnummer : 292502

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 AOC Lentiz Logistiek vakman (Manager vershandel, logistiek en transport) en Vakexpert agrohandel en logistiek Plaats : Naaldwijk BRIN nummer : 14YD

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Landstede te Zwolle. Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Landstede te Zwolle. Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC Landstede te Zwolle Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider) Juli 2014 Plaats: Utrecht BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 275707

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden Nederland te Utrecht Medewerker ICT BRIN: 25LH Onderzoeksnummer: 277000 Onderzoek uitgevoerd in: Juli 2014 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

Stichting R.O.C. Drenthe

Stichting R.O.C. Drenthe Stichting R.O.C. Drenthe Onderzoek bestuur en opleidingen Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 30 april 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie ieder

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU AOC Terra Plaats : Groningen BRIN nummer : 01NJ Onderzoeksnummer : 290340 en 290341 Datum onderzoek : 10 t/m 27 oktober 2016

Nadere informatie

Groenekanse Schoolvereniging de Nijepoort,BOAG Groenekan eo

Groenekanse Schoolvereniging de Nijepoort,BOAG Groenekan eo Groenekanse Schoolvereniging de Nijepoort,BOAG Groenekan eo Onderzoek bestuur en scholen Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 12 april 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Albeda College. Onderwijsassistent

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Albeda College. Onderwijsassistent KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Albeda College Onderwijsassistent Plaats :Rotterdam BRIN nummer :00GT Onderzoeksnummer :292690 Datum onderzoek :9 en 10 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Kop van Noord-Holland Zelfstandig werkend kok

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Kop van Noord-Holland Zelfstandig werkend kok KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC Kop van Noord-Holland Zelfstandig werkend kok Plaats : Schagen BRIN nummer : 04EU Onderzoeksnummer : 292302 Datum onderzoek : 30 en 31 januari

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva KWALITEITSONDERZOEK MBO Studiecentrum Minerva Plaats : Almere BRIN nummer : 24KK Onderzoeksnummer : 294254 Datum onderzoek : 17 november 2017 Datum vaststelling : 18 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Decoratie- en restauratieschilder Specialist schilderen (Specialist decoratie en restauratie)

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Decoratie- en restauratieschilder Specialist schilderen (Specialist decoratie en restauratie) KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Nimeto Decoratie- en restauratieschilder Specialist schilderen (Specialist decoratie en restauratie) Plaats : Utrecht BRIN nummer : 02PK Onderzoeksnummer

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 WELLANT COLLEGE Locatie Rijnsburg Assistent plant of (groene) leefomgeving Plaats : Rijnsburg BRIN nummer : 01OE Onderzoeksnummer : 292747 Datum onderzoek

Nadere informatie

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering Alfa-College Plaats : Groningen BRIN nummer : 25LU Onderzoeksnummer : 293626 Datum onderzoek : 20 juni, 4 en 7 juli 2017 Datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Leiden Autotechniek (Autotechnicus) Januari 2015 BRIN: 25MA Onderzoeksnummer: 278430 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC West-Brabant Prinsentuin College te Etten-Leur Manager natuur en recreatie Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam medewerker groenvoorziening)

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Twente te Hengelo

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Twente te Hengelo ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ROC van Twente te Hengelo Kwaliteitsborging op instellingsniveau Pedagogisch werk (Pedagogisch medewerker jeugdzorg) Helpende

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek MBO Amersfoort Audicien

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek MBO Amersfoort Audicien KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 MBO Amersfoort Audicien Plaats : Utrecht BRIN nummer : 30RR Onderzoeksnummer : 292764 Datum onderzoek : 6 juni 2017 Datum vaststelling : 26 september

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Rivor. Particuliere beveiliging (Beveiliger) Beveiliger

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Rivor. Particuliere beveiliging (Beveiliger) Beveiliger KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC Rivor Particuliere beveiliging (Beveiliger) Beveiliger Plaats : Tiel BRIN nummer : 04CY Onderzoeksnummer : 292522 Datum onderzoek : 30 en 31 mei

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 294260 Datum onderzoek : 30 november 2017 Datum vaststelling : 6 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Kop van Noord-Holland Verzorgende IG

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Kop van Noord-Holland Verzorgende IG KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC Kop van Noord-Holland Verzorgende IG Plaats : Schagen BRIN nummer : 04EU Onderzoeksnummer : 292303 Datum onderzoek : 31 januari en 1 februari 2017

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Graafschap College te Doetinchem

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Graafschap College te Doetinchem ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Graafschap College te Doetinchem Medewerker marketing en communicatie (Medewerker marketing en communicatie) Medewerker marketing en communicatie

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Profit Opleidingen Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 280632 en 280634 Datum onderzoek : 5, 9 en 12 februari 2015 en 7 april 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Techniek College Rotterdam Autotechniek

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Techniek College Rotterdam Autotechniek KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Techniek College Rotterdam Autotechniek Plaats :Rotterdam BRIN nummer :00GT Onderzoeksnummer :292696 Datum onderzoek :17 en 18 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Regio College Kwaliteitsonderzoek opleiding Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), Sport en bewegingsleider Plaats : Koog aan de Zaan BRIN nummer

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Arcus College Plaats : Heerlen BRIN nummer : 25PU Onderzoeksnummer : 290623 Datum onderzoek : 31 oktober en 1 november 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC A12 te Ede Ondernemer detailhandel definitief januari 2015 3257863/5 BRIN: 25PM Onderzoeksnummer: 279415 Onderzoek uitgevoerd in: november 2014 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort KWALITEITSONDERZOEK MBO Instituut Memo te Amersfoort Doktersassistent juni 2013 H3257863/3 BRIN: 30LG Onderzoeksnummer: 4055487 Onderzoek uitgevoerd in: 6 en 15 april 2013 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC West-Brabant te Etten-Leur Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud) Oktober 2014 3280511/7 BRIN: 25LX Onderzoeksnummer: 278030

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam BV Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 30NZ Onderzoeksnummer : 294248 Datum onderzoek : 19 oktober 2017 Datum vaststelling : 14 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC A12 te Ede Ondernemer detailhandel definitief januari 2015 3280511/8 BRIN: 25PM Onderzoeksnummer: 279414 Onderzoek uitgevoerd in: oktober/november

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok) KWALITEITSONDERZOEK MBO Landstede te Zwolle Kok (Zelfstandig werkend kok) definitief Mei 2015 BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 280134 Onderzoek uitgevoerd: 09-02-2015 t/m 10-02-2015 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Leeuwenborgh Opleidingen. Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur)

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Leeuwenborgh Opleidingen. Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Leeuwenborgh Opleidingen Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) Plaats :Sittard BRIN nummer :25 PL Onderzoeksnummer :292454 Datum onderzoek :12

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Zadkine te Rotterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Zadkine te Rotterdam ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Zadkine te Rotterdam Optiek (Opticien/Manager) Juni, 2014 BRIN: 25LP Onderzoeksnummer: 276633 Onderzoek uitgevoerd in: Juni, 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC Aventus te Apeldoorn Leisure & hospitality (Leisure & hospitality assistant) definitief februari 2013 H3280511/1 Plaats: Apeldoorn BRIN: 27DV Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Verkoper (Verkoper detailhandel) Juli 2014 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276487 Onderzoek uitgevoerd in: April 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Friesland College te Leeuwarden Ondernemer detailhandel November 2014 BRIN: 25LG Onderzoeksnummer: 277525 Onderzoek uitgevoerd in: September 2014

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Landstede te Zwolle Onderwijsassistent vestiging Raalte December 2013 Plaats: Utrecht BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 253990 Onderzoek uitgevoerd in: Oktober 2013

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ROC A12 Onderwijsassistent, 93500 Veiligheid en vakmanschap (Aankomend medewerker grondoptreden), 95081 Ondernemer detailhandel,

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC A12 te Ede Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) definitief januari 2015 3280511/8 BRIN: 25PM Onderzoeksnummer: 279419

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Sport- en bewegingsleider Sport en bewegen (sport- en bewegingsleider)

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Sport- en bewegingsleider Sport en bewegen (sport- en bewegingsleider) KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC van Twente Sport- en bewegingsleider Sport en bewegen (sport- en bewegingsleider) Plaats :Enschede BRIN nummer :27YU Onderzoeksnummer :293551 Datum

Nadere informatie

Stichting Regionaal Opleidingen Centrum AVENTUS

Stichting Regionaal Opleidingen Centrum AVENTUS Stichting Regionaal Opleidingen Centrum AVENTUS Onderzoek bestuur en opleidingen Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 14 mei 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Clusius College te Alkmaar Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam medewerker groenvoorziening) 97252 Bloemendetailhandel (Medewerker bloembinden)

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC Ter AA te Helmond Juridisch medewerker juli 2014 BRIN: 25LJ Onderzoeksnummer: 275653 Onderzoek uitgevoerd in: April 2014 Conceptrapport verzonden op: 2 juni 2014 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU F. van Wetten Plaats : Beek en Donk BRIN nummer : 26CP Onderzoeksnummer : 292322 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

obs Willem Eggert Herstelonderzoek

obs Willem Eggert Herstelonderzoek obs Willem Eggert Herstelonderzoek Datum vaststelling: 4 april 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in november 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kwaliteit van de lessen onvoldoende

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC RIVOR. Junior accountmanager Commercie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC RIVOR. Junior accountmanager Commercie KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC RIVOR Junior accountmanager Commercie Plaats : Tiel BRIN nummer : 04CY Onderzoeksnummer : 292969 Datum onderzoek : 16, 17 en 31 mei 2017 Datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Landstede te Zwolle Luchtvaartdienstverlening Secretariële beroepen (Secretaresse) Juridisch medewerker (Juridisch medewerker openbaar bestuur)

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente Juridisch administratief dienstverlener Juridisch medewerker openbaar bestuur

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente Juridisch administratief dienstverlener Juridisch medewerker openbaar bestuur KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC van Twente Juridisch administratief dienstverlener Juridisch medewerker openbaar bestuur Plaats :Hengelo BRIN nummer :27YU Onderzoeksnummer :293553

Nadere informatie

Stichting Katholiek Basisonderwijs De Hoeksteen

Stichting Katholiek Basisonderwijs De Hoeksteen Stichting Katholiek Basisonderwijs De Hoeksteen Onderzoek bestuur en school Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 31 januari 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Rijn IJssel Allround grimeur definitief december 2012 Plaats: Arnhem BRIN: 25LF Onderzoeksnummer: Kenmerk: 127766 H3478441/MB/25LF Onderzoek uitgevoerd in: september

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Da Vinci College Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper Plaats : Dordrecht BRIN nummer : 20MQ Onderzoeksnummer : 291732 Datum onderzoek

Nadere informatie

Vrijeschool RotterdamWest

Vrijeschool RotterdamWest Vrijeschool RotterdamWest Herstelonderzoek Datum vaststelling: 15 mei 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in oktober 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kernstandaarden Zicht

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Leidse Onderwijsinstellingen BV Plaats : Leiderdorp BRIN nummer : 24LK Onderzoeksnummer : 294249 Datum onderzoek : 24 oktober 2017 Datum vaststelling : 16 januari 2018 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Stichting Openluchtscholen voor het Gezonde kind

Stichting Openluchtscholen voor het Gezonde kind Stichting Openluchtscholen voor het Gezonde kind Onderzoek bestuur en school Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 30 april 2019 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Albeda College Sport- en bewegingsleider

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Albeda College Sport- en bewegingsleider KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Albeda College Sport- en bewegingsleider Plaats :Rotterdam BRIN nummer :00GT Onderzoeksnummer :292692 Datum onderzoek :9 en 10 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Inleiding Het onderwijs verandert. En het toezicht verandert mee. Vanaf 1 augustus 2017 houden

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Voedingsmanagement (voedingsspecialist)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Voedingsmanagement (voedingsspecialist) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Helicon opleidingen Voedingsmanagement (voedingsspecialist) Plaats: Den Bosch Brin nummer: 26CC Onderzoeksnummer: 279003 Datum onderzoek: December

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Autotechniek (Eerste autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Autotechniek (Eerste autotechnicus) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Rijn IJssel Autotechniek (Eerste autotechnicus) definitief december 2012 Plaats: Arnhem BRIN: 25LF Onderzoeksnummer: Kenmerk: 127768 H3478444/MB/25LF Onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College te Dordrecht

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College te Dordrecht ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU Da Vinci College te Dordrecht Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Medewerker maatschappelijke zorg 3 Mei 2014 BRIN: 20MQ Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC TOP te Amsterdam 22158 Financiële beroepen (Financiële beroepen) en 93200 Financiële beroepen (Financieel administratief medewerker) Januari,

Nadere informatie

ROC Aventus. Herstelonderzoek. Middelbaar beroepsonderwijs

ROC Aventus. Herstelonderzoek. Middelbaar beroepsonderwijs ROC Aventus Herstelonderzoek Middelbaar beroepsonderwijs Februari 2018 Samenvatting De inspectie heeft bij de hiernaast vermelde opleidingen op 24 en 30 oktober 2017 en 6 en 13 november 2017 een herstelonderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Aventus te Apeldoorn. Medewerker sociale zekerheid

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Aventus te Apeldoorn. Medewerker sociale zekerheid ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Aventus te Apeldoorn Medewerker sociale zekerheid Januari 2015 3280511/8 BRIN: 27DV Onderzoeksnummer: 279425 Onderzoek uitgevoerd in: november

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING ROC van Amsterdam ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost) Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 25PZ Onderzoeksnummer : 291146 Datum onderzoek

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo STAAT VAN DE INSTELLING MBO Instituut Memo Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 30LG Onderzoeksnummer : 283873 Datum onderzoek : 22-25 september 2015 Datum vaststelling : 19 november 2015 Pagina 2 van 16

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO. VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam. Opleiding vwo

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO. VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam. Opleiding vwo ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam Opleiding vwo BRIN: 25LP Kenmerk: 4481172 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU Leidse instrumentmakers School te Leiden Fijnmechanische techniek (Researchinstrumentmaker) 4255204/4 BRIN: 02OV Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice KWALITEITSONDERZOEK MBO Amice Plaats : Barneveld BRIN nummer : 24YG Onderzoeksnummer : 294261 Datum onderzoek : 12 december 2017 Datum vaststelling : 14 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Conclusie

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scalda Verzorgende-IG

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scalda Verzorgende-IG KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scalda Verzorgende-IG Plaats : Terneuzen BRIN nummer : 25PV Onderzoeksnummer : 293781 Datum onderzoek : 29 en 30 mei 2017 Datum vaststelling : 30 januari

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Studiecentrum Minerva te Almere Plaats: Almere BRIN nummer: 24KK Onderzoeksnummer: 277938 Datum onderzoek: December 2014 Datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden-Nederland

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden-Nederland ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden-Nederland Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 25LH Onderzoeksnummer : 289213 Datum onderzoek : 24 juni 2016 en 20 januari 2017 Datum

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V. Plaats : Someren BRIN nummer : 28CP Onderzoeksnummer : 276036 Datum onderzoek : 25 september 2014 Datum vaststelling : 8 december 2014 Pagina 2 van 25

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Hout- en Meubileringscollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Hout- en Meubileringscollege ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Hout- en Meubileringscollege Werkvoorbereider houtbranche (Werkvoorbereider timmerindustrie) Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 02PG Onderzoeksnummer

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scalda Doktersassistent

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scalda Doktersassistent KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scalda Doktersassistent Plaats : Terneuzen BRIN nummer : 25PV Onderzoeksnummer : 293780 Datum onderzoek : 29 en 30 mei 2017 Datum vaststelling : 30

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG Plaats : Tilburg BRIN nummer : 25LZ Onderzoeksnummer : 292536 Datum onderzoek : 18 april 2017 Datum vaststelling : 29 juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Versie juli 2017 Inhoud TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 Veel gestelde vragen toezicht mbo

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Regio College ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder) Reizen (Verkoper reizen) Verzorgende-IG Maatschappelijke zorg (Persoonlijk

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU ROC ID College te Gouda November, 2014 3331182/6 Plaats: Gouda BRIN: 25LN Onderzoeksnummer: 280111 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Conceptrapport

Nadere informatie