ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden-Nederland

Transcriptie

1 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden-Nederland Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 25LH Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 24 juni 2016 en 20 januari 2017 Datum vaststelling : 15 maart 2017

2

3 INHOUD 1 Inleiding Conclusie en vervolg Conclusie Vervolg Resultaten opleiding Applicatie- en mediaontwikkeling (Applicatieontwikkelaar) / Applicatie- en mediaontwikkelaar... 3 Bijlage... 5 Bijlage I Normering kwaliteitsgebied... 5

4 1 Inleiding In dit rapport staan de uitkomsten van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering, dat de Inspectie van het Onderwijs op 24 juni 2016 en 20 januari 2017 heeft uitgevoerd bij ROC Midden-Nederland. De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 inclusief de beleidsregel van 5 september 2016 en het Addendum 2015 (zie Aanleiding onderzoek naar kwaliteitsverbetering De aanleiding voor het onderzoek naar kwaliteitsverbetering is het vervolgtoezicht, zoals is opgenomen in het rapport van de Staat van de instelling (vastgesteld op 17 juni 2015). We hebben een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd bij de opleiding(en) in de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (bks), die in onderstaande tabel vermeld is (zijn). Daarnaast is een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd bij de verwante opleiding(en) in de herziene kwalificatiestructuur (hks). Ook deze opleiding(en) zijn opgenomen in de tabel.> Gebied Kwaliteitsborging 95311, Applicatie- en mediaontwikkeling (Applicatieontwikkelaar) 25187, Applicatie- en mediaontwikkelaar Leerweg, niveau, locatie leerweg bol niveau 4, locatie Zangvogelweg 140, Amersfoort We hebben de kwaliteitsborging onderzocht, omdat tijdens de Staat van de instelling is geconstateerd dat er sprake was van niet-naleving van de wet op het gebied van kwaliteitsborging (WEB, art ). Om ons een beeld te vormen van de kwaliteitsverbetering hebben we informatie over de instelling en opleiding geanalyseerd. Op locatie zijn documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is onder andere gesproken met studenten, docenten en het management. In juni 2016 hebben de eerste gesprekken in het kader van dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering plaatsgevonden. De effecten van de destijds reeds nader geïmplementeerde kwaliteitszorgsystematiek waren nog niet geheel zichtbaar. Wij hebben ons oordeel uitgesteld en in januari 2017 het onderzoek afgerond. In dit rapport starten we met de conclusie van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering en geven we aan wat het vervolg is (hoofdstuk 2). Daarna volgt de toelichting op het naar kwaliteitsverbetering op opleidingsniveau toe (hoofdstuk 3). Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo ROC Midden Nederland pagina 1 van 4

5 2 Conclusie en vervolg In dit hoofdstuk staat de conclusie van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering en beschrijven we het vervolg. De toelichting op de beoordeling staat in hoofdstuk Conclusie Onderzoek opleidingsniveau 95311, Applicatie- en mediaontwikkeling (Applicatieontwikkelaar) / 25187, Applicatie- en mediaontwikkelaar We concluderen dat bij 95311, Applicatie- en mediaontwikkeling (Applicatieontwikkelaar), 25187, Applicatie- en mediaontwikkelaar het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging voldoende is. 2.2 Vervolg Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen We voeren bij deze opleiding geen vervolgtoezicht uit, omdat we alle onderzochte kwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo ROC Midden Nederland pagina 2 van 4

6 3 Resultaten opleiding In dit hoofdstuk lichten wij het resultaat van het onderzoek bij de opleiding toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, voldoende, onvoldoende, slecht) en verantwoorden ons over het oordeel op het niveau van de onderliggende aspecten. 3.1 Applicatie- en mediaontwikkeling (Applicatieontwikkelaar) / Applicatie- en mediaontwikkelaar Het onderzoek bij Applicatie- en mediaontwikkeling (Applicatieontwikkelaar), / Applicatie- en mediaontwikkelaar, 25187, niveau 4, bol, locatie Zangvogelweg Amersfoort richtte zich op de kwaliteitsborging. Het onderzoek leidt tot de volgende beoordeling: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende 4. Kwaliteitsborging Slecht Kwaliteitsgebied Voldoende Aspect Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Onvoldoende De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Tijdens voorgaand onderzoek is geconstateerd dat de kwaliteitsborging onvoldoende was. We hebben ons binnen dit gebied alleen gericht op aspecten, die tijdens voorgaand onderzoek als onvoldoende zijn beoordeeld. De voldoende oordelen hebben we overgenomen. De kwaliteitsborging voldeed niet, omdat niet voldaan was aan de aspecten beoordeling en verbetering en verankering. Beoordeling voldeed niet, omdat het team nog onvoldoende zicht had op de kwaliteit van het onderwijs. Met name ontbrak het aan een gedegen analyse van de uitkomsten van de monitoring. Verbetering en verankering voldeed niet, omdat de samenhang tussen de monitoring en de vervolgens in te zetten verbeteracties met bijbehorende effecten onvoldoende zichtbaar was. Hierna lichten we alleen de aspecten toe, die tijdens dit onderzoek opnieuw zijn onderzocht en beoordeeld. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Hierna volgt een toelichting per aspect. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo ROC Midden Nederland pagina 3 van 4

7 De beoordeling beoordelen we als voldoende, omdat het team de kwaliteit van de opleiding regelmatig en betrouwbaar analyseert en beoordeelt. Het afdelingsjaarplan geeft naast sturing, aan de hand van het Actieplan afdeling, ook handvatten voor evaluatie en analyse van de gerealiseerde onderwijskwaliteit door het opleidingsteam. In het afdelingsjaarplan zijn voortgangsgegevens uit het dashboard opgenomen. Tevens is een risico-inventarisatie opgenomen. Deze bestaat uit een aantal indicatoren die periodiek gemeten worden. De resultaten worden geanalyseerd, waaronder uitkomsten van Job, eigen tevredenheidsenquêtes en vsv-informatie. Naast deze meer kwantitatieve informatie, evalueert men ook aan de hand van kwalitatieve evaluaties, zoals de zelfevaluatie. Vanuit de instellingsbrede kwaliteitszorgsystematiek wordt periodiek een interne audit gedaan, waarin gekeken wordt naar de kwaliteit van de opleiding. Hierbij worden ook onafhankelijke auditoren ingezet. De uitwisseling van kennis en ervaringen met collega s uit andere teams draagt eveneens bij aan inzicht en verbeterpunten voor de eigen opleiding. Vervolgens wordt bepaald of er verbeteracties in de opleiding moeten worden ingezet op een bepaald gebied. Ten slotte vormen de evaluatiegesprekken met studentenpanels een belangrijke bron van informatie die bijdraagt aan het beoordelen van de kwaliteit van de opleiding. De studenten ervaren dat de communicatie over de follow-up van de uitkomsten uit deze panels helder is. Hierdoor ontstaat meer wederzijds begrip over de keuzes die gemaakt worden. De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende, want er is sprake van een effectief werkende kwaliteitszorgcyclus. De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de kwaliteitszorg zijn helder belegd. Naast de directeur en de teamleider is er binnen de afdeling een medewerker verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van kwaliteitszorgactiviteiten. Verbeteracties die deels voortkomen uit de hierboven genoemde beoordelingssystematiek en deels uit instellingsbrede beleidskeuzes, worden opgenomen in het afdelingsjaarplan van het team. Ten aanzien van de meetbaarheid van de beoogde resultaten, kunnen de doelen scherper worden geformuleerd. Desalniettemin kan het effect van de verbeteracties voldoende worden vastgesteld. Deze zijn bijvoorbeeld zichtbaar op het gebied van de deskundigheidsbevordering van het team. Er zijn gerichte scholingen ingezet om het team meer handvatten te geven voor het vormgeven van het onderwijs. Dit kan gaan om ict-inhoudelijke scholingen, maar ook om pedagogisch-didactische scholingen. Het team heeft hiermee nieuwe impulsen gekregen waarmee de kwaliteit van de opleiding versterkt is. Studenten merken in hun lessen de effecten van de verbeteracties. Zij ervaren deze als zinvol en door de samenwerking met het bedrijfsleven is de aansluiting op de beroepspraktijk versterkt. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo ROC Midden Nederland pagina 4 van 4

8 Bijlage Bijlage I Normering kwaliteitsgebied De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1. Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. 2. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee of drie aspecten is niet voldaan. Slecht Aan alle vier de aspecten is niet voldaan. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo ROC Midden Nederland pagina 5 van 4