COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie

1 COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M3768 B.R Beslissing van 6 november 2008 De Eerste Kamer van de Commissie, samengesteld uit: Mevrouw C. DELESIE, voorzitter, mevrouw N. VERBEEST en mevrouw M. PIERAERTS, leden, bijgestaan door de heer P. VERHOEVEN, secretaris a.i., spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: mevrouw Lady X. geboren op../../1948 De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: - het verzoekschrift van 10 november 2003, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 14 november 2003 waarbij de verzoekster toekenning heeft gevraagd van een hulp van ,44; - de uitgevoerde onderzoeksverrichtingen; - het verslag opgemaakt door de verslaggeefster op 21 maart 2008 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986; - het door de afgevaardigde van de Minister van Justitie op 31 maart 2008 neergelegd advies; - de regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 20 augustus De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 20 augustus 2008: - de verslaggeefster in haar verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen; - de verzoekster werd niet uitgenodigd, omdat zij de Commissie niet schriftelijk verwittigd had dat zij uitgenodigd wenste te worden; - de afgevaardigde van de Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor hem.

2 Beslissing inzake M p. 2 I. Feiten Proces-verbaal van verhoor d.d. 17 maart 2002: Verklaring Y. Fernand Heden omstreeks 3 u kwam ik thuis met mijn echtgenote. Gezien de werken in de straat kon ik niet voor mijn huis stoppen. Ik stopte. Toen wij uit de auto stapten hoorde ik plots mijn echtgenote roepen. Ik zag drie manspersonen op ons afkomen. Eén van hen benaderde mijn echtgenote van achteren en nam haar vast. Hij dwong haar op haar knieën op straat. De tweede kwam naar mij gesprongen en gaf mij een duw waardoor ik in de slijk van de opengebroken rijbaan terecht kwam. Ze riepen om de sleutels van het voertuig. Ik poogde ze weg te gooien. De derde man, die ons de ganse tijd bedreigde met zijn wapen, raapte ze op en startte het voertuig. Ik hoorde hen nog om geld vragen. Ikzelf heb mijn brieventas nog afgegeven en hierop zijn ze vertrokken. Door het feit dat mijn echtgenote op de grond werd gesmeten heeft ze hevige pijnen in de rug. Verklaring X. Lady Ik bevestig de verklaring van mijn echtgenoot. Zowel mijn echtgenoot als ikzelf werd ingevolge de feiten verwond. Mijn echtgenoot werd in het gezicht geschopt waardoor zijn kaak en lippen opgezwollen waren. Hij heeft zich niet aangeboden bij een geneesheer. Hij bleef niet werkonbekwaam. Ikzelf werd door één van de drie daders op de grond geworpen. Daarbij werd ik verwond onderaan de rug. Ikzelf diende mij s anderendaags aan te bieden voor verzorging. Ik diende een week in het ziekenhuis te verblijven en ben tot op heden nog niet volledig hersteld. Er is een barst opgetreden ter hoogte van het staartbeen. Ik zal u omtrent mijn verwondingen een medisch attest overmaken. II. Vervolging Bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg te... d.d. 2 juni 2003 werd C. Vullnet veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van acht jaar. Bij vonnis van de Correctionele rechtbank te... d.d. 23 juni 2003 werd F. Marku veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en een gevangenisstraf van negen jaar, en werd G. Zallina veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en een gevangenisstraf van negen jaar. Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door F. Marku en G. Zallina. Bij arrest van het Hof van beroep te... d.d. 11 mei 2004 werd het vonnis van 23 juni 2003 bevestigd. De door F. Marku ingestelde voorziening in cassatie werd op 27 juni 2004 verworpen. Bij vonnis van de Correctionele rechtbank te... d.d. 23 juni 2003 werden F. Marku, G. Zallina en Vullnet Curri hoofdelijk veroordeeld om aan verzoekster een provisie te betalen van Verder werd alvorens verder te beslissen dokter Yves Anciaux aangesteld als deskundige met de gebruikelijke opdracht. Dit vonnis is in kracht van gewijsde getreden. III. Medische gevolgen In zijn deskundig verslag komt dokter Yves Anciaux tot volgend besluit: De psycho-somatische achtergrond is duidelijk, met zelfs een organische basis (kryptotetanie of spasmofilie). Reeds voor de feiten was het klachtenpatroon beïnvloed door dito syndroom. Dat een dramatisch gebeuren zoals werd beschreven, er toe heeft bijgedragen om dat klachtenpatroon te verergeren is duidelijk. Of er inderdaad wel een fractuur van het sacrum is geweest doet eigenlijk

3 Beslissing inzake M p. 3 niets terzake. Klinisch zijn de verwikkelingen die hierdoor hadden kunnen ontstaan, niet naar voor gekomen. Belangrijke posttraumatische vervormingen zijn er ook niet. Een posttraumatisch stress-syndroom is er zeker geweest en is trouwens heel vroeg onderkend. De voorgestelde follow-up kon niet doorgaan, zodat de verwerking misschien wat trager tot stand kwam. Vanaf 01/01/ 03 kunnen we nochtans stellen dat, het gebeuren geen verdere psychiatrische inslag had. Ongetwijfeld was de brutale agressie door gemaskerde mannen, bij nacht, van aard om een posttraumatisch stresssyndroom uit te lokken met psycho-somatische manifestaties. Voor wat betreft de specifieke behandeling van de gevolgen van de kwestieuze feiten, is het moeilijk om die te individualiseren, gezien ze mede behandeld zijn met de vooraf bestaande problematiek. Zoals gesproken wordt van meer inspanning, kunnen we hier spreken van meer last, kwantitatief maar niet kwalitatief. Zeer tentatief zouden we 10% meer last voorstellen, bij de behandeling. Een specifieke behandeling voor fractuur is er niet geweest, evenmin een psychologische begeleiding. Onderstaande tabel geeft de duur van het genezingsproces weer: 17/03/ 02 tem 29/03/ 02: 100% TVAO (tijdelijke, volledige arbeidsongeschiktheid) 30/03/ 02 tem 15/04/ 02: 80% TGAO (tijdelijke, gedeeltelijke AO) 16/04/ 02 tem 15/06/02: 60% TGAO 16/06/ 02 tem 15/08/ 02: 40% TGAO 16/08/ 02 tem 15/09/ 02: 30% TGAO 16/09/ 02 tem 15/10/ 02: 20% TGAO 16/10/ 02 tem 15/11 02: 10% TGAO 15/11/ 02 tem 31/12/ 03: 5% TGAO Consolidatie op 01/01/ 03 aan 2% arbeidsongeschiktheid. Of de klachten verwekt zijn door een fractuur of niet, is hier niet relevant. In de anamnetische context blijkt voldoende dat, de feiten verantwoordelijk zijn geweest voor een belangrijke invaliditeit zoals weergegeven in de tabel. Een hospitalisatie van één week was noodzakelijk, van 22 tem 29/03/ 02. De verdere convalescentie gebeurde thuis. Psychiatrische hulp is er niet geweest. Toe einde 2003 was er een progressieve verwerking nodig van het gebeuren, met psycho-somatische impact. Angstneurose is opgetreden, dat zich oa uitte in het feit dat Mevrouw X. zich niet in staat voelde om met de auto te rijden of haar gebruikelijke activiteiten te onderhouden. In haar huishouden was haar draagvermogen verminderd en moest zij hulp van buitenaf inroepen a rato van 8 u per week. Ontegensprekelijk is er een belangrijke vermindering van levensvreugde geweest tot einde Rekening houdend met de vooraf reeds bestaande pathologie, treden we Dr. DE NEVE bij als hij geen bijkomende invaliditeit voorziet die met een aanvaardbare zekerheid, kan toegeschreven worden aan de agressie. Hulp van derden is nodig geweest (8 u per week), maar kan moeilijk nog ingeroepen worden op basis van de feiten. Voor wat betreft de specifieke bijdrage van het gebeuren in de behandeling die zo wie zo vereist was, verwijzen we naar onze schatting van 10% (supra). IV. Begroting van de schade door de verzoekster Verplaatsings-, administratie-, en correspondentiekosten Ten gevolge van de opgelopen letsels heeft cliënte bijkomende verplaatsingen moeten maken naar geneesheren, ziekenhuis, kinesist, osteopaat, mutualiteit, apotheek, Deze bijkomende kosten naar aanleiding van de feiten worden geraamd op forfaitair 250 euro.

4 Beslissing inzake M p. 4 Meer de intresten vanaf datum feiten 17/03/2002. Morele schade De morele schade bestaat enerzijds uit de geleden pijn wegens de opgelopen fractuur doch eveneens werd een belangrijke vermindering van levensvreugde weerhouden t.g.v. het PTSS. De morele schade kan dan ook in billijkheid begroot worden à rato van 31,00 per dag hospitalisatie en à 25,00 per dag à 100% ongeschiktheid, hetzij 100%: 17/03/ /03/2002: 13 dagen x 25,00 325,00 waarvan 8 dagen hospitalisatie x 6,00 48,00 80%: 30/03/ /04/2002: 17 dagen x 20,00 340,00 60%: 16/04/ /06/2002: 61 dagen x 15,00 915,00 40%: 16/06/ /08/2002: 61 dagen x 10,00 610,00 30%: 16/08/ /09/2002: 31 dagen x 7,50 232,50 20%: 16/09/ /10/2002: 30 dagen x 5,00 150,00 10%: 16/10/ /11/2002: 31 dagen x 2,50 77,50 5%: 15/11/ /12/2002: 47 dagen x 1,25 58,75 Totaal: 2.756,75 Meer de vergoedende intresten vanaf de gemiddelde datum, 07/08/2002. Verlies waarde huishouden De gerechtsdeskundige stelde expliciet dat het aandeel (draagvermogen) van cliënte verminderd was en de opgelopen letsels een noodzaak tot huishoudhulp à rato van 8 uur per week deed ontstaan. Ten tijde van het ongeval was cliënte huisvrouw. Haar echtgenoot was aannemer van bouwwerken. Het aandeel van cliënte in het huishouden kan dan ook in billijkheid op 80% worden geschat. Er waren geen kinderen meer ten laste zodat een vergoeding van 17,50 à 100% billijk is. Rekening houdend met het aandeel van cliënte bedraagt dit 14,00 per dag, hetzij: 100%: 17/03/ /03/2002: 13 dagen x 14,00 182,00 80%: 30/03/ /04/2002: 17 dagen x 11,20 190,00 60%: 16/04/ /06/2002: 61 dagen x 8,40 512,40 40%: 16/06/ /08/2002: 61 dagen x 5,60 341,60 30%: 16/08/ /09/2002: 31 dagen x 4,20 130,20 20%: 16/09/ /10/2002: 30 dagen x 2,80 84,00 10%: 16/10/ /11/2002: 31 dagen x 1,40 43,40 5%: 15/11/ /12/2002: 47 dagen x 0,70 32,90 Totaal: 1.516,90 Meer de vergoedende intresten vanaf de gemiddelde datum, 07/08/2002. Blijvende invaliditeit Er werd een B.A.O. weerhouden van 2%. Op het ogenblik van consolidatie (01/01/2003) was de verzoekster ( 29/08/1948) 54 jaar. Aangezien de opgelopen letsels geen economische weerslag op het verdienvermogen van cliënte heeft, kan de morele schadevergoeding voor de blijvende invaliditeit op 1/2de van 1.250,00 per punt worden begroot, hetzij: 625,00 x ,00 Meer de vergoedende intresten vanaf de consolidatiedatum, 01/01/2002.

5 Beslissing inzake M p. 5 Provisies De door de Rechtbank toegekende provisie van 2.500,00 werd gelet het onvermogen van de beklaagden nooit bekomen. V. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de daders zijn quasi onbestaande. De wetgeving betreffende de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, 1 van de wet van 1 augustus Intresten zijn niet opgenomen in deze limitatieve opsomming en komen dus niet in aanmerking voor vergoeding. Het behoort overigens tot de constante rechtspraak van de Commissie en deze vloeit voort uit de bedoeling van de wet dat intresten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het principe dat de bijzaak de hoofdzaak volgt is hier niet van toepassing; immers de schuldenaar van de toegekende hulp, zijnde de Belgische Staat, is niet de veroorzaker van de schade. Deze zienswijze van de Commissie werd trouwens bevestigd door het arrest nr d.d. 12 december 2006 van de Raad van State. Wat de schadeposten verlies waarde huishouden en meerinspanningen betreft, dient te worden opgemerkt dat deze posten niet voorkomen in de limitatieve lijst van schadeposten, vermeld in artikel 32, 1, van de wet van 1 augustus 1985, waarvoor een financiële hulp kan worden toegekend. De Commissie kan er dan ook geen rekening mee houden bij de begroting van de hulp. Rekening houdende enerzijds met de ernst van de feiten, met de door de verzoekster geleden schade zoals zij blijkt het neergelegde dossier en anderzijds met de door de wet uitgesloten schadeposten, meent de Commissie aan de verzoekster naar billijkheid een globale hulp te kunnen toekennen voor de blijvende invaliditeit, de morele schade en de gemaakte verplaatsings-, administratie en correspondentiekosten zoals hierna bepaald. VI. Begroting van de hulp door de Commissie De Commissie meent de hulp naar billijkheid te kunnen begroten op 4.000,00.

6 Beslissing inzake M p. 6 OP DIE GRONDEN, De Commissie, Gelet op de artikelen 17 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en de programmawet van 27 december 2004 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent een hulp toe van 4.000,00. Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 6 november De secretaris a.i., De voorzitter, P. VERHOEVEN C. DELESIE