Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld"

Transcriptie

1 Factsheets Oktober 2016 Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg AK Leiden Telefoon:

2 INHOUD PEUTERS... 2 VVE bereik onder peuters in Leiden... 2 KLEUTERS... 4 Kleuters: aantallen op VVE locaties... 4 Kleuters: gewicht en herkomst... 7 Kleutertoetsen: VVE versus niet-vve... 9 Kleutertoetsen op VVE locaties: invloed van gewicht Kleutertoetsen op VVE locaties: invloed van herkomst REGULIER BASISONDERWIJS Groep 8: CITO-scores in het regulier basisonderwijs Groep 8: verwijzingen voortgezet onderwijs Groep 8: advies voortgezet onderwijs naar gewicht Groep 8: advies voortgezet onderwijs naar herkomst Groep 8: advies voortgezet onderwijs; gewicht en herkomst SPECIAAL BASISONDERWIJS Speciaal Basisonderwijs: aantallen leerlingen Speciaal Basisonderwijs: leeftijd bij instroom en uitstroom Speciaal Basisonderwijs: uitstroom naar voortgezet onderwijs Kopklas JES RIJNLAND-OPVOEDINGSONDERSTEUNINGSPROGRAMMA S Moeders in de buurt Opstapje Discussie Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

3 PEUTERS VVE bereik onder peuters in Leiden Tabel 1. Aantal (gewichten)peuters in Leiden op een VVE locatie Aantal peuters op VVE speelzaal Aantal peuters op VVE Kinderdagverblijf Totaal op een VVE locatie gewicht gewicht 0, gewicht 1, totaal *kind Tabel 2. Bereik op basis van geschatte aantal (gewichten)peuters in Leiden Totaal op een VVE locatie Schatting aantal (gewichten)peuters in Leiden Geschat bereik gewicht % gewicht 0, % gewicht 1, % Toelichting op tabel 1 en 2 In tabel 1 staat hoeveel van peuters naar een VVE locatie gaan en welk gewicht zij hebben. De totalen op een VVE locatie, per gewichtscategorie, staan zowel in tabel 1 als in tabel 2. Door middel van een schatting van het aantal (gewichten)peuters in Leiden, kan nu berekend worden, welk deel van deze peuters met het voor hen bedoelde VVE programma wordt bereikt. In 2015 wordt 56% van de peuters met een gewicht van 0,3 bereikt, en 39% van de peuters met een gewicht van 1,2. Het gemiddelde bereik van peuters met een gewicht (dus het bereik van gewichtenkinderen 0,3 en 1,2 samen) is 47%. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

4 VVE bereik onder peuters in Leiden Tabel 3. Bereik over de afgelopen jaren Gewicht: Jaar 0,3 1,2 gemiddeld bereik % 39% 47% % 65% 73% % 87% 65% % 92% 82% % 75% 72% % 63% 60% Kijken we naar het gemiddelde bereik door de jaren heen, zie tabel 3, dan valt er geen duidelijke lijn te ontdekken. Het bereik wisselt nogal, en er kan niet gesproken worden van een duidelijke toename of afname. Wel is het gemiddelde bereik in 2015 van 47% opvallend laag. Dit is 26% lager dan het jaar ervoor. Toen was het bereik totale bereik nog 73%. Dit lijkt een drastische afname, er moeten echter twee factoren in ogenschouw worden genomen. In de eerste plaats, wordt er bij de berekening van het bereik gekeken naar de kinderen met een toegekend gewicht. De zogenaamde sterretjeskinderen worden bij deze berekening buiten beschouwing gelaten. Sterretjeskinderen zijn kinderen die op basis van het opleidingsniveau van hun ouders, geen gewicht krijgen toegekend, maar die wel te maken hebben met een taalachterstand. Voor de VVE locaties zijn deze kinderen echter ook doelgroepkinderen. In 2014 waren er op de VVE speelzalen 257 doelgroepkinderen aanwezig, en in 2015 waren dat er 253. In die zin doen de VVE speelzalen het niet slechter. Het feit dat sterretjeskinderen niet meegenomen worden in de berekening kan zorgen voor een vertekend beeld, omdat het werkelijke aantal bereikte doelgroepkinderen hoger ligt, dan uit de berekening van het bereik naar voren komt. In de tweede plaats is ook het aantal VVE instellingen (met andere woorden de beschikbaarheid) van invloed op het uiteindelijke bereik van de gewichtenpeuters. Door de periode dat deze gegevens gemonitord zijn, hebben we variatie in het aantal instellingen gezien. Ook op 1 januari 2015 zien we een verandering ten opzichte van het jaar ervoor. Waren er op 1 januari 2014 nog vier VVE kinderdagverblijven, te weten, de Grote Beer, de Kleine Beer, Sindbad en Nooitgenoeg. Op 1 januari 2015 zijn alleen nog de Grote en de Kleine Beer geopend. Deze afname in instellingen betekent ook een directe afname in het aantal doelgroepkinderen op een VVE kinderdagverblijf. In 2014 zaten er 53 doelgroepkinderen op een VVE kinderdagverblijf, in 2015 waren dat er 26. Weliswaar zitten er op de VVE speelzalen nog nagenoeg evenveel doelgroepkinderen als in voorgaande jaren, desalniettemin wordt over 2015 ruim 50% van de gewichtenkinderen niet bereikt. Hoe kan deze groep in de toekomst wel weer gebruik maken van VVE? Is er nog een mogelijke reden te noemen voor de afname van het bereik? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

5 KLEUTERS Kleuters: aantallen op VVE locaties Tabel 4. Kruistabel met aantallen Leidse kleuters, waarin de gewichtscategorieën en de aanwezigheid op een VVE school tegen elkaar zijn afgezet. gewicht vve Totaal niet wel 0 0,3 1,2 Totaal Toelichting op tabel 4 In de bovenstaande tabel staat het aantal kleuters per gewichtscategorie dat naar een kleuterschool gaat met of zonder een VVE programma. Deze ruwe getallen staan hier weergegeven, omdat ze op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Twee verschillende manieren van interpretatie worden visueel ondersteund door grafiek 4 en 5. Op het niveau van de ruwe gegevens valt het op dat 86 kinderen met gewicht 0,3 niet worden bereikt met een VVE programma, oftewel 74,8%, en dat 69 kinderen met gewicht 1,2 niet worden bereikt, oftewel 46,6%. Er zijn 312 kinderen met gewicht 0 die toch VVE volgen. Wat kan er gedaan worden om de resultaten (het bereik) beter te laten samenvallen met de gestelde beleidsprioriteiten? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

6 Kleuters: aantallen op VVE locaties Grafiek 1. Per gewichtscategorie, het percentage kleuters dat naar een VVE of Niet-VVE locatie gaat 100,0% 90,0% 88,0% Niet VVE 80,0% 74,8% VVE 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 46,6% 53,4% 30,0% 25,2% 20,0% 10,0% 0,0% 12,0% 0 0,3 1,2 Grafiek 2. Per schooltype (VVE of Niet-VVE) het percentage (gewichten)kleuters dat er op zit 100,0% 90,0% 93,7% gewicht 0 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 74,3% gewicht 0,3 gewicht 1,2 30,0% 20,0% 18,8% 10,0% 3,5% 2,8% 6,9% 0,0% Niet VVE VVE Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

7 Kleuters: aantallen op VVE locaties Toelichting op grafiek 1 en 2 Grafiek 1 en 2 zijn gebaseerd op de gegevens in tabel 3. In grafiek 1 staat per gewichtscategorie, hoeveel procent van de kleuters naar een VVE locatie gaat en hoeveel procent naar een niet-vve locatie gaat. Van de kleuters zonder gewicht gaat het overgrote deel, namelijk 88% naar een niet-vve kleuterschool. Het doel is om zoveel mogelijk kleuters met een gewicht een VVE programma aan te bieden. Voor de gewichtscategorie 0,3 en 1,2 gaat respectievelijk 25,2% procent en 53,4% naar een VVE locatie. Deze percentages liggen lager dan het voorgaande jaar, toen bezocht van gewichtscategorie 0,3 en 1,2 respectievelijk 34,1% procent en 59,7% een VVE locatie. Vooral voor de kleuters met gewicht 0,3 valt nog een verbeteringsslag te maken, immers bijna drie kwart van de kleuters met een gewicht van 0,3 werd in schooljaar niet met een VVE programma bereikt. In grafiek 2 staat per schooltype (VVE of niet-vve) de gewichtsverdeling van de kleuters. Op de niet-vve locaties heeft 93,7% geen gewicht, heeft 3,5% een gewicht van 0,3 en 2,8% een gewicht van 1,2. Voor de VVE scholen geldt, dat 74,3% van de kleuters geen gewicht heeft, 6,9% een gewicht van 0,3 en 18,8% een gewicht van 1,2. De VVE scholen trekken dus inderdaad meer gewichtenkinderen aan. Desalniettemin heeft een groot gedeelte van de kleuters op de VVE scholen geen gewicht, namelijk 74,3%. De belangrijkste bevindingen: - De meeste kleuters zonder gewicht volgen ook geen VVE kleuters zonder gewicht zitten toch op een VVE-school, en bezetten daarmee 74,3% van de capaciteit. - Van de 0,3 kinderen wordt 25,2% bereikt met VVE, en 74,8% niet. - Van de 1,2 kinderen wordt 53,4% bereikt met VVE, en 46,6% niet. In hoeverre zijn deze constateringen conform de prioriteiten en verwachtingen? Zijn er ouders die binnen de doelgroep vallen, maar die bewust voor een niet-vve school kiezen? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

8 Kleuters: gewicht en herkomst Tabel 5. Kruistabel met aantallen Leidse kleuters, waarin de gewichtscategorieën en de herkomst tegen elkaar zijn afgezet. gewicht 0 0,3 1,2 Totaal kinderen met Nederlandse ouder(s) kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder herkomst onbekend Totaal Grafiek 3. Percentage gewichtenkleuters per etniciteitgroep 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% 95,1% 83,2% 4,0% 3,8% 0,9% kinderen met Nederlandse ouders 13,0% kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder 87,2% 0 0,3 1,2 10,6% 2,1% onbekend Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

9 Kleuters: gewicht en herkomst Toelichting op tabel 5 en grafiek 3 In tabel 5 staan de Leidse kleuters onderverdeeld naar gewicht en herkomst. Zo zien we dat 1002 van de 2870 kleuters (= 34,9%) minimaal één ouder hebben met een buitenlandse herkomst. Hoe de gewichtverdelingen zijn voor kinderen van Nederlandse herkomst en voor kinderen met minimaal één buitenlandse ouder, is weergegeven in grafiek 3. De cijfers van schooljaar wijken nauwelijks af van het schooljaar ervoor. Kleuters met (een) buitenlandse ouder(s), hebben vaker een gewicht dan de Nederlandse kinderen. Van deze eerste groep heeft 13% een gewicht van 1,2. Bij de Nederlandse kinderen is dit slechts 0,9%. Aan de andere kant is er ook een hele grote groep van de kleuters met een buitenlandse ouder, die geen gewicht hebben, namelijk 83,2%. Deze kinderen kunnen soms alsnog goed gebruik maken van VVE ondersteuning, als er bijvoorbeeld thuis een andere taal dan het Nederlands gesproken wordt. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

10 Kleutertoetsen: VVE versus niet-vve Grafiek 4. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Taal 1 tot en met 4 voor VVE scholen (n=1394) en niet-vve scholen (n=291). 100,0% 90,0% 93,5% Geen VVE Wel VVE 80,0% 74,2% 79,2% 77,0% 70,0% 75,0% 60,0% 50,0% 60,0% 65,0% 64,2% 40,0% Grafiek 5. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Rekenen 1 tot en met 4 voor VVE scholen (n=1379) en niet-vve scholen (n=286). 100,0% Geen VVE Wel VVE 90,0% 84,5% 80,0% 79,0% 76,0% 72,6% 70,0% 73,4% 73,8% 60,0% 66,4% 62,7% 50,0% 40,0% Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

11 Kleutertoetsen: VVE versus niet-vve Toelichting op grafiek 4 en 5 Jaarlijks worden in januari en juni kleutertoetsen afgenomen op de VVE-basisscholen. Tijdens de tweejarige kleuterschool, krijgt een kleuter dus 4 toetsmomenten. Ook op veel niet-vve scholen worden deze toetsen afgenomen. Deze 4 toetsen zijn niet allemaal hetzelfde, maar verschillen qua niveau. Als kinderen tijdens een bepaalde toets lager scoren dan op een eerdere toets, wil dat dus niet zeggen dat de kinderen in denkniveau zijn achteruitgegaan, maar dat de nieuwe toets nog net even te moeilijk was. Zoals gezegd doen niet alle scholen deze toetsen. In totaal zitten er dit schooljaar 420 kleuters op VVE locaties, en 2450 kleuters op reguliere basisscholen. Het aantal kleuters dat 1 of meerdere taaltoetsen heeft gemaakt op VVE scholen is 291 en op niet-vve scholen Het aantal kleuters dat 1 of meerdere rekentoetsen heeft gemaakt op VVE scholen is 286 en op niet-vve scholen In de grafieken 4 en 5 worden de resultaten op deze toetsen tussen VVE scholen en Niet-VVE scholen vergeleken. Weergegeven is het percentage kleuters dat op een bepaalde toets een voldoende heeft behaald. Grafiek 4 heeft betrekking op de taaltoetsen. In grafiek 5 staan de resultaten voor de rekentoetsen. In beide grafieken is duidelijk te zien dat het percentage kleuters dat een voldoende haalt, op de VVE scholen over het algemeen lager ligt. Kijken we echter alleen naar toets nummer 4, oftewel het laatste toetsmoment voor de basisschool, dan zien we dat de achterstand ten opzichte van niet-vve scholen praktisch is ingelopen. Of dit een gevolg is van het aangeboden VVE programma, of andere factoren, valt op basis van deze gegevens alleen niet met zekerheid vast te stellen. Wat wel opvallend is, is dat deze bevindingen in hetzelfde waren. Als patronen zoals geschetst zich in de toekomst voortzetten lijkt VVE voor de duur van de interventie effectief. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

12 Kleutertoetsen op VVE locaties: invloed van gewicht Grafiek 6. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Taal 1 tot en met 4 uitgesplitst naar gewicht. 100,0% 0 0,3 1,2 90,0% 80,0% 78,2% 70,0% 69,2% 67,2% 68,0% 77,8% 60,0% 62,1% 64,0% 66,7% 62,1% 50,0% 40,0% 43,5% 46,2% 50,0% 30,0% Grafiek 7. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Rekenen 1 tot en met 4 uitgesplitst naar gewicht. 100,0% 0 0,3 1,2 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 66,7% 69,2% 66,1% 53,8% 77,5% 64,0% 77,8% 50,0% 64,9% 78,6% 77,8% 55,2% 40,0% 30,0% Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

13 Kleutertoetsen op VVE locaties: invloed van gewicht Toelichting op grafiek 6 en 7 Grafiek 6 en 7 hebben alleen betrekking op de kleuters op VVE locaties. Op de VVE locaties zitten in totaal 312 kleuters zonder gewicht, 29 kleuters met gewicht 0,3 en 79 kleuters met gewicht 1,2. De resultaten van de kleuters op de VVE scholen op de 4 toetsen voor taal (grafiek 6) en voor rekenen (grafiek 7), zijn uitgesplitst naar het gewicht van de kleuters. In de grafieken staat het percentage kleuters dat een voldoende scoort. Net als bij de peuters, scoren de kleuters uit de zwaarste gewichtencategorie (gewicht 1,2) het laagst. De kleuters met gewicht 0,3 scoren zowel op de vierde taaltoets (zie grafiek 6) als op de vierde rekentoets (zie grafiek 7) praktisch hetzelfde als de rest van de kleuters. Zij lijken dus een inhaalslag te hebben gemaakt. Dat terwijl deze groep kleuters op de tweede taal- en rekentoets juist het minste aantal voldoendes haalde. De resultaten van deze groep kleuters moet echter wel met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, omdat aan toets 1 en 2 slechts 13 kleuters deelnamen en aan toets 3 en 4 zelfs maar 9. Kinderen met gewicht 1,2 scoren over het algemeen lager op de kleutertoetsen, ten opzichte van de andere gewichtscategorieën. Deze verschillen zijn het duidelijkst te zien bij de derde en vierde toets (zie grafiek 6 en 7). Vooral bij de rekentoets vallen de resultaten van toets 3 en 4 tegen, omdat de scores op de eerste rekentoets voor alle gewichtscategorieën gemiddeld zo dicht bij elkaar lagen. Dit patroon kwam vorig jaar ook naar voren. Gewichtscategorie 1,2 lijkt opvallend genoeg op de rekentoetsen achter te blijven. Vergelijken we deze resultaten van dit schooljaar met het jaar daarvoor, zien we dat de zwaarste groep gewichtenkleuters het toch niet slecht heeft gedaan met 55,2% procent voldoendes op de vierde rekentoets ten opzichte van 37,9% in het jaar daarvoor. Gewichtscategorie 1,2 blijft vooral op rekenen achter (terwijl de rekentoetsen ook erg talig zijn). Hoe zou dat te verklaren zijn? Gewichtscategorie 0,3 lijkt gedurende de kleuterklas een inhaalslag te maken. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

14 Kleutertoetsen op VVE locaties: invloed van herkomst Grafiek 8. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Taal 1 tot en met 4 uitgesplitst naar herkomst van de ouders. 100,0% kinderen met Nederlandse ouder(s) Kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder 90,0% 80,0% 80,0% 82,1% 75,0% 75,5% 70,0% 73,8% 60,0% 60,6% 60,2% 50,0% 52,5% 40,0% 30,0% Grafiek 9. Percentage kleuters met een voldoende op de kleutertoets Rekenen 1 tot en met 4 uitgesplitst naar herkomst van de ouders. 100,0% 90,0% kinderen met Nederlandse ouder(s) kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder 80,0% 73,8% 75,0% 82,1% 70,0% 67,3% 70,0% 70,6% 60,0% 62,2% 50,0% 58,2% 40,0% 30,0% Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

15 Kleutertoetsen op VVE locaties: invloed van herkomst Toelichting op grafiek 8 en 9 Grafiek 8 en 9 hebben alleen betrekking op de kleuters op VVE locaties. In de grafieken staat wederom het percentage kleuters dat een voldoende scoort op de 4 toetsen voor taal (grafiek 8) en voor rekenen (grafiek 9). Dit maal zijn de zijn de resultaten uitgesplitst naar de herkomst van de ouders. De kinderen met minimaal één ouder van buitenlandse herkomst, scoren op de eerste drie taaltoetsen slechter dan de kinderen van Nederlandse herkomst. Echter, bij de vierde taaltoets is de inhaalslag volledig gemaakt. Deze opgaande lijn in resultaten op de taaltoetsen, specifiek voor kinderen met buitenlandse ouders, is volledig in overeenstemming met de bevindingen van het jaar daarvoor. In grafiek 9, die betrekking heeft op de rekentoetsen, is te zien dat de kinderen met minimaal één buitenlandse ouder, ongeveer hetzelfde patroon laten zien als de kinderen met gewicht 1,2 (zie grafiek 7). Op de laatste twee rekentoetsen zijn de scores lager. Deze resultaten zijn zeer waarschijnlijk te verklaren door het feit dat het percentage kleuters met een gewicht van 1,2, nu eenmaal hoger is bij de groep kleuters met een of twee buitenlandse ouder(s). Zie grafiek 3. Desondanks zijn de scores van deze groep helemaal niet slecht met een mooie 70,6% voldoendes op de vierde rekentoets. Kinderen met ouder(s) van buitenlandse herkomst profiteren in schooljaar sterk van het taalprogramma. De kinderen met een zwaarder gewicht trekken het percentage voldoendes van de kinderen met (een) buitenlandse ouder(s) naar beneden. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

16 REGULIER BASISONDERWIJS Groep 8: CITO-scores in het regulier basisonderwijs De cijfers Leerlingen: Van de 980 groep 8 leerlingen in Leiden, hebben er 954 deelgenomen aan de CITO-toets Van de deelnemers zaten 147 leerlingen op VVE scholen Van de 26 leerlingen die niet deelnamen, zaten er 21 op een VVE school. CITO-scores: Gemiddelde Landelijke CITO-score = 535,3 1 CITO-scores in Leiden: Gemiddelde CITO-score = 536,1 Gemiddelde CITO-score VVE scholen = 531,5 Gemiddelde CITO-score niet VVE scholen = 536,9 Gemiddelde CITO-score van gewichtenkinderen op een VVE school = 527,2 (N=53) Gemiddelde CITO-score van gewichtenkinderen op een niet-vve school = 527,1 (N=49) Gezinnen: Gemiddelde CITO-score van kinderen met gewicht 0 = 537,2 (N=852) Gemiddelde CITO-score van kinderen met gewicht 0,3 = 526,1 (N=46) Gemiddelde CITO-score van kinderen met gewicht 1,2 = 528,0 (N=56) 595 van de deelnemende leerlingen hebben 2 ouders die in Nederland zijn geboren= 62,4% o Van deze groep hebben 30 kinderen een gewicht 2 = 5,0% 294 van de deelnemende leerlingen hebben minimaal 1 ouder die is geboren in het buitenland = 30,8% o Van deze groep hebben 51 kinderen een gewicht 2 = 17,3% In totaal hebben 102 van de 954 deelnemende leerlingen een gewicht = 10,8% Scholen: Van 65 leerlingen is de herkomst van beide ouders onbekend Bijna alle Leidse basisscholen 3 doen mee aan de monitor, namelijk: 28 van de 29 Waarvan 7 scholen vroegschoolse educatie (VVE) bieden 26 kinderen deden niet mee aan de CITO. Wat is hiervoor de reden? Van 65 leerlingen is de herkomst van de ouders onbekend. Waarom is dit niet geregistreerd? 1 CBS 2 Een kind krijg een gewicht toegewezen als een of beide ouders een lage opleiding hebben genoten. 3 School die niet deelneemt aan de monitor is: Vrije Basisschool Mareland. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

17 Groep 8: CITO-scores in het regulier basisonderwijs Toelichting deze cijfers De leerlingen in het Leidse onderwijs, hebben in schooljaar gemiddeld hoger gescoord op de CITO toets, dan het landelijk gemiddelde. Dit is in lijn met de voorgaande elf jaar, waarbij dit eveneens het geval was (zie grafiek 10). We kunnen inmiddels spreken van een duidelijke trend. Het gemiddelde verschil tussen Leiden en de rest van Nederland is precies 1 punt. Grafiek 10. Gemiddelde score CITO-toets voor schooljaar tot en met in Leiden en landelijk 537, , ,9 536,4 536,9 536,7 536,2 536,8 536,3 536,4 535,7 536,4 536,1 535, , , , ,1 535,4 535,5 535,4 535,5 535, ,8 535,3 533,5 533 Landelijk Leiden Bron: ESIS De CITO-score op de 7 VVE scholen blijft een paar punten achter. De gemiddelde CITO-score op niet- VVE scholen is 536,9 en op VVE-scholen 531,5. Als we kijken naar CITO-scores van de gewichtenkinderen, dan zien we dat deze groep gemiddeld 527,2 scoort op een VVE school, en gemiddeld een score van 528,3 behaalt op een niet-vve school. Dit verschil is niet significant. Een gewichtenkind is, naar aanleiding van deze cijfers, even goed af op een VVE school als op een niet- VVE school. Meer inzicht in CITO-scores op VVE scholen en niet-vve scholen, wordt verschaft door grafiek 11. De gemeente Leiden scoort, jaar na jaar, hoger dan het landelijk gemiddelde op de CITO-toets. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

18 Groep 8: CITO-scores in het regulier basisonderwijs Grafiek 11. Gemiddelde CITO-scores in schooljaar , voor verschillende gewichtscategorieën, uitgesplitst naar VVE scholen en niet-vve scholen. 550,00 545,00 540,00 535,00 537,6 geen VVE Wel VVE 530,00 533,9 527,6 528,9 525,00 526,4 520,00 523,2 515,00 510,00 505,00 500,00 0 0,3 1,2 Toelichting op grafiek 11 Grafiek 11 geeft de gemiddelde CITO-scores weer van leerlingen uit een verschillende gewichtscategorie. De donkerblauwe lijn zijn de gemiddelde scores voor niet-vve scholen, de lichtblauwe lijn representeert de scholen die wél een VVE programma aanbieden. Deze resultaten laten twee effecten zien. Enerzijds blijkt dat de leerlingen op de VVE scholen van gewichtscategorie 0 en 0,3 gemiddeld lager hebben gescoord op de CITO-toets, dan de niet-vve scholen, respectievelijk 3,7 en 4,4 punten. Bij gewichtscategorie 0 is dit verschil ook daadwerkelijk significant. Kinderen met gewicht 0 scoren gemiddeld aantoonbaar lager op VVE scholen dan op niet- VVE scholen. Dit zou voor een aantal leerlingen een lager schooladvies kunnen betekenen, dan dat zij intellectueel gezien aankunnen. Anderzijds hebben de leerlingen van gewichtscategorie 1,2 dit jaar goed gescoord op de VVE scholen, met 2,5 punt hoger dan de niet-vve scholen. Helaas is dit verschil niet significant. Dit betekent dat, ondanks de hogere gemiddelde score op de VVE scholen, een kind met gewicht 1,2 theoretisch gezien nog steeds even goed af is op een VVE school als op een niet-vve school. Hoe kan ervoor gezorgd worden, dat kinderen uit alle gewichtscategorieën optimaal tot hun recht komen op een VVE school? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

19 Groep 8: CITO-scores in het regulier basisonderwijs Grafiek 12. Gemiddelde CITO-scores in schooljaar , voor verschillende gewichtscategorieën, uitgesplitst naar VVE scholen en niet-vve scholen. 550,0 545,0 540,0 537,9 Geen VVE Wel VVE 535,0 530,0 525,0 533,1 529,5 527,4 530,5 526,3 520,0 515,0 510,0 505,0 500,0 0 0,3 1,2 Bron: ESIS 2014 Toelichting op grafiek 12 Grafiek 12 geeft de gemiddelde CITO-scores weer van leerlingen uit een verschillende gewichtscategorie, maar dan voor het voorgaande schooljaar, De donkergroene lijn zijn de gemiddelde scores voor niet-vve scholen, de lichtgroene lijn representeert de scholen die wél een VVE programma aanbieden. Als de grafiek van dit jaar (grafiek 11) met bovenstaande grafiek wordt vergeleken, dan leidt dat tot nagenoeg dezelfde conclusies: Voor gewichtscategorie 0,3 en 1,2 bestaan er geen significante verschillen tussen VVE en niet-vve scholen. Kinderen zonder gewicht echter, scoren op VVE scholen significant lager. Het lijkt er op, dat de verhouding tussen kinderen zonder gewicht en kinderen met een gewicht op scholen een effect heeft op de CITO-scores. Dit is echter een hypothese en geen vaststaand feit. Daarnaast is het belangrijk om te realiseren, dat er naast het onderwijs, ook veel andere factoren van invloed zijn op de (cognitieve) ontwikkeling van een kind, zoals de Sociaal Economische Status van de ouders, en de omgeving waar het kind opgroeit. De CITO-score wordt niet alleen door het onderwijs bepaald! VVE (voorschoolse en vroegschoolse educatie) vindt plaats aan het begin van de schoolloopbaan. De effectiviteit van de educatieprogramma s waar VVE scholen gebruik van maken, is wetenschappelijk aangetoond, en is bij de resultaten van de kleutertoetsen ook terug te zien. Blijvende ondersteuning gedurende de schoolloopbaan is echter nodig. Wat zou op scholen de beste verhouding zijn tussen kinderen met en zonder gewicht? Welke ondersteuning past het beste bij gewichtenkinderen in het vervolg op de VVE? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

20 Groep 8: verwijzingen voortgezet onderwijs Grafiek 13. Schooladvies voor groep 8 leerlingen uit het Leidse basisonderwijs, op basis van de CITO-score, weergegeven in percentages 35,0% 30,0% 29,4% 25,0% 20,0% 21,5% 24,4% 15,0% 14,1% 10,0% 8,0% 5,0% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Grafiek 14. Schooladvies voor groep 8 leerlingen uit het Leidse basisonderwijs, feitelijk gegeven door de basisscholen, weergegeven in percentages 35,0% 30,0% 26,8% 30,4% 25,0% 23,0% 20,0% 15,0% 10,0% 7,1% 6,7% 5,0% 0,0% 1,4% 0,0% 2,8% VMBO B VMBO B / K VMBO K VMBO K / GT VMBO GT VMBO GT / HAVO 1,7% HAVO HAVO / VWO VWO Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

21 Groep 8: verwijzingen voortgezet onderwijs Toelichting op grafiek 13 en 14 Als men grafiek 14 en 15 met elkaar vergelijkt, valt op dat het advies van de basisschool niet altijd overeenkomt met de CITO-score. Onderstaande kruistabel geeft meer inzicht in de verhouding tussen het advies wat volgt uit de CITO-scores en het gegeven schooladvies. De getallen in de tabel representeren het aantal leerlingen. Op de rijen staat het advies dat een basisschool feitelijk aan een leerling heeft gegeven. In de kolommen staat het advies dat volgt uit de CITO-score. Tabel 6. Advies op basis van CITO-score afgezet tegen feitelijk schooladvies in een kruistabel advies op basis van CITO-score Feitelijk schooladvies VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Totaal VMBO B VMBO B / K VMBO K VMBO K / GT VMBO GT VMBO GT / HAVO HAVO HAVO / VWO VWO Total Verklaring van de kleuren Geel: Leerlingen met een schooladvies in overeenstemming met hun CITO-score. Oranje: Leerlingen met een dubbel schooladvies, wat net iets lager uitvalt dan de CITO. Groen: Leerlingen met een dubbel schooladvies, wat net iets hoger uitvalt dan de CITO. Rood: Leerlingen die een lager advies hebben gekregen dan hun CITO-score voorspelt. (N=78) Blauw: Leerlingen die een hoger advies hebben gekregen dan hun CITO-score voorspelt. (N=272) Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, wil de CITO-toets leidend maken, omdat kinderen met lager opgeleide ouders soms een lager advies krijgen dan kinderen met hoger opgeleide ouders, terwijl ze hetzelfde hebben gepresteerd (bron: ANP). Gedeeltelijk kunnen we deze stelling bevestigen, maar het omgekeerde is ook waar. Sommige kinderen met lager opgeleide ouders krijgen een hoger schooladvies dan de CITO-score voorspelt, en dat kinderen met hoger opgeleide ouders krijgen weleens een lager advies dan de CITO-score voorspelt. Als we voor Leiden, de groep leerlingen die een hoger advies krijgt, vergelijken met de groep leerlingen die een lager advies krijgt, dan blijken er geen significante verschillen op basis van gewicht en herkomst. Dat wil zeggen dat er in Leiden geen sprake lijkt te zijn positieve of negatieve bevooroordeling van leerlingen met een gewicht of met een buitenlandse achtergrond. Het schooladvies is, als het van de CITO-score afwijkt, vaker hoger dan lager dan de CITO-score. Er is geen aantoonbaar verschil in hoe dit uitpakt voor kinderen met een gewicht of kinderen van met buitenlandse ouder(s). Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

22 Groep 8: advies voortgezet onderwijs naar gewicht Grafiek 15. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen uit verschillende gewichtscategorieën, weergegeven in percentages 60,0% gewicht 0 50,0% 47,8% gewicht 0,3 gewicht 1,2 40,0% 32,1% 32,0% 30,0% 23,9% 28,6% 27,5% 21,6% 20,0% 17,9% 17,9% 10,0% 11,5% 10,9% 7,4% 10,9% 6,5% 3,6% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Toelichting op grafiek 15 In grafiek 15 staat het schooladvies weergegeven wat normaliter zou volgen op basis van de CITOscore, voor kinderen uit verschillende gewichtscategorieën. Eerder zagen we al dat kinderen met gewicht 0,3 gemiddeld de laagste CITO-score behalen. Dit vertaalt zich naar een VMBO B advies voor bijna 50% van deze leerlingen. Desalniettemin zien we een aantal leerlingen mét gewicht toch een score behalen die past bij een HAVO of VWO advies. Voor gewichtscategorie 1,2 geldt zelfs, dat een mooie 17,9% (n=10) een HAVO advies scoort. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

23 Groep 8: advies voortgezet onderwijs naar herkomst Grafiek 16. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen met een verschillende herkomst, weergegeven in percentages 40,0% 35,0% 2 Nederlandse ouders, of alleenstaande ouder Minimaal 1 ouder van buitenlandse afkomst 32,4% 30,0% 25,0% 20,0% 17,7% 20,0% 23,8% 26,5% 27,4% 22,4% 15,0% 12,9% 10,0% 7,2% 9,5% 5,0% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Toelichting op grafiek 16 In bovenstaande grafiek staat het schooladvies dat logischerwijs zou volgen uit de behaalde CITOscores voor kinderen met een Nederlandse herkomst, en kinderen met minimaal één buitenlandse ouder. Kinderen met minimaal één ouder afkomstig uit het buitenland, krijgen procentueel gezien minder vaak een VWO advies, dan kinderen van Nederlandse ouders. Ook zien we bij kinderen van buitenlandse ouders vaker een VMBO B, VMBO K en VMBO GT advies. Dit betekent dat deze groep lager heeft gescoord op de CITO-toets. Dit is waarschijnlijk een direct gevolg van het feit dat 24,5% van deze buitenlandse groep ook kinderen met een gewicht zijn (zie bladzijde 15). Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

24 Groep 8: advies voortgezet onderwijs; gewicht en herkomst Tabel 7. Ruwe cijfers gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 2 Nederlandse ouders, VMBO B of alleenstaande ouder VMBO K VMBO GT HAVO VWO totaal gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 Minimaal 1 ouder van VMBO B buitenlandse afkomst VMBO K VMBO GT HAVO VWO totaal Tabel 8. Percentages gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 2 Nederlandse ouders, VMBO B 10,6% 56,5% 57,1% of alleenstaande ouder VMBO K 6,5% 17,4% 28,6% VMBO GT 20,5% 13,0% 0,0% HAVO 33,6% 8,7% 14,3% VWO 28,7% 4,3% 0,0% totaal 100,0% 100,0% 100,0% gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 Minimaal 1 ouder van VMBO B 14,4% 50,0% 28,2% buitenlandse afkomst VMBO K 8,6% 8,3% 15,4% VMBO GT 22,2% 25,0% 33,3% HAVO 28,8% 8,3% 17,9% VWO 25,9% 8,3% 5,1% totaal 100,0% 100,0% 100,0% Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

25 Groep 8: advies voortgezet onderwijs; gewicht en herkomst Toelichting op tabel 7 en 8 In kruistabel 7 staat het aantal leerlingen dat een bepaald schooladvies krijgt op basis van hun CITOscore, waarbij hun herkomst en hun gewicht tegen elkaar zijn afgezet. In tabel 8 staan deze zelfde gegevens, vertaald in percentages. Van belang om te realiseren is dat sommige categorieën, weinig leerlingen bevatten, zo zijn er slechts 7 leerlingen met gewicht 1,2 met Nederlandse ouder(s), en slechts 12 leerlingen met gewicht 0,3 met ouder(s) van buitenlandse herkomst. Deze lage aantallen kunnen een vertekend beeld geven in de percentages. Bijvoorbeeld de 14,3% leerlingen met Nederlandse ouders en gewicht 1,2, die een HAVO-advies haalt, blijkt in werkelijkheid maar 1 leerling te zijn. Interpretatie van deze getallen dient dus met voorzichtigheid te gebeuren. Grafiek 17 en 18 op de volgende bladzijde, is een visuele weergave van de percentages in tabel 8. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

26 Groep 8: advies voortgezet onderwijs; gewicht en herkomst Grafiek 17. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen met 2 Nederlandse ouders, of een alleenstaande Nederlandse ouder, uit verschillende gewichtscategorieën. 60,0% 56,5% 57,1% gewicht 0 50,0% gewicht 0,3 gewicht 1,2 40,0% 33,6% 30,0% 28,6% 28,7% 20,0% 10,0% 10,6% 6,5% 17,4% 20,5% 13,0% 8,7% 14,3% 4,3% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO 0,0% 0,0% Grafiek 18. Schooladvies op basis van de CITO-score voor kinderen met minimaal 1 buitenlandse ouder, uit verschillende gewichtscategorieën. 60,0% 50,0% 50,0% gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 40,0% 33,3% 30,0% 28,2% 25,0% 22,2% 28,8% 25,9% 20,0% 14,4% 15,4% 17,9% 10,0% 8,6% 8,3% 8,3% 8,3% 5,1% 0,0% VMBO B VMBO K VMBO GT HAVO VWO Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

27 Groep 8: advies voortgezet onderwijs; gewicht en herkomst Toelichting op grafiek 17 en 18 In grafiek 17 staat de verdeling van CITO-schooladviezen uitgesplitst naar gewicht voor kinderen met Nederlandse ouder(s). In grafiek 18 staat hetzelfde maar dan voor kinderen met ouders van buitenlandse afkomst. De uitkomsten uit deze grafieken moeten wel met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, want zoals te zien is in tabel 6, zijn sommige percentages gebaseerd op een kleine hoeveelheid leerlingen. (Lees ook toelichting tabel 6 en 7). Als we beide grafieken vergelijken, dan zien we voor de kinderen met een gewicht 0, een vergelijkbaar patroon. Voor kinderen met gewicht 0,3 zien we slechts kleine verschillen. Van deze gewichtscategorie krijgen leerlingen met buitenlandse ouder(s) minder vaak een VMBO B of VMBO K advies dan de Nederlandse groep en meer leerlingen een VMBO GT advies. Dat betekent dat de groep met buitenlandse ouder(s) iets beter lijken te scoren. Dit effect zien we nog sterker bij gewichtscategorie 1,2. Het percentage leerlingen dat een VMBO B of VMBO K-advies scoort, is voor de kinderen met buitenlandse ouder(s) ongeveer de helft ten opzichte van de leerlingen met Nederlandse ouder(s). Met als gevolg dat het percentage leerlingen dat VMBO GT, HAVO of VWO advies scoort onder de leerlingen met buitenlandse ouder(s) juist hoger ligt dan bij de leerlingen met Nederlandse ouder(s). Gewichtenkinderen van ouders met een buitenlandse achtergrond lijken beter te scoren op de CITO-toets dan de gewichtenkinderen met ouder(s) van Nederlandse herkomst. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

28 SPECIAAL BASISONDERWIJS Speciaal Basisonderwijs: aantallen leerlingen Grafiek 19. Aantal leerlingen op het speciaal basisonderwijs op 1 oktober, Let op: deze school heeft een regiofunctie, het betreft niet alleen leerlingen uit Leiden Bron: Primair Passend Onderwijs (PPO), 2016 Grafiek 20. Aantal verwijzingen vanuit het Leidse basisonderwijs naar het Speciaal Basisonderwijs, van schooljaar tot en met Bron: Primair Passend Onderwijs (PPO), 2016 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

29 Speciaal Basisonderwijs: aantallen leerlingen Toelichting op grafiek 19 en 20 In grafiek 19 is te zien hoeveel kinderen gebruik maakten van het Speciaal Basisonderwijs (SBO) in Leiden, over de afgelopen 11 jaar. Deze grafiek is gebaseerd op de peildatum 1 oktober. Let wel: deze kinderen komen niet alleen uit Leiden zelf. Er komen relatief veel kinderen uit de omgeving van Leiden, omdat het speciaal basisonderwijs een regiofunctie heeft. Minder verwijzingen uit de gemeente Leiden hoeft dus niet direct een afname aan leerlingen op het speciaal basisonderwijs te betekenen, omdat er dan meer plaats is voor leerlingen uit de randgemeenten. Steeds minder kinderen zitten op het SBO. In de grafiek is een duidelijke dalende lijn te zien, die nu iets afzwakt. Van de leerlingen op Leidse basisscholen, ging in schooljaar % van de leerlingen naar het SBO, in is dit nog slechts 3,5%. In grafiek 20 staan de verwijscijfers weergegeven vanuit het Leidse basisonderwijs naar het SBO van schooljaar tot en met Deze cijfers fluctueren sterk per jaar. Wel is het aantal verwijzingen in jaar het laagst, sinds de registratie van deze cijfers ten behoeve van de Leidse Monitor. De daling van deelnemende leerlingen aan het speciaal basisonderwijs lijkt zich te stabiliseren (zie grafiek 19). De verwijscijfers vanuit het Leidse basisonderwijs naar het SBO fluctueren sterk per jaar (zie grafiek 20). Is hiervoor een aanwijsbare reden? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

30 Speciaal Basisonderwijs: leeftijd bij instroom en uitstroom Grafiek 21. Leeftijd van leerlingen die doorstromen naar het speciaal basisonderwijs, weergegeven in percentages (n=321) 25,0% 23,4% 20,0% 19,6% 15,0% 14,0% 15,3% 10,0% 9,0% 10,3% 5,0% 2,5% 2,2% 3,7% 0,0% Grafiek 22. Leeftijd van leerlingen die uitstromen uit het speciaal basisonderwijs, weergegeven in percentages (n=85) 50,0% 45,0% 42,4% 40,0% 35,0% 36,5% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 10,6% 3,5% 4,7% 1,2% 1,2% Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

31 Speciaal Basisonderwijs: leeftijd bij instroom en uitstroom Toelichting op grafiek 21 en 22 In grafiek 21 en 22 staat in percentages aangegeven welke leeftijd leerlingen hebben wanneer zij respectievelijk het speciaal basisonderwijs (SBO) instromen en uitstromen. De verwachting is dat het aantal verwijzingen rond de leeftijd van 9 jaar een piek bereikt en daarna weer afneemt. Immers, als een leerling leerproblemen heeft, dan is dat na de eerste 2 basisschooljaren wel aan het licht gekomen. Echter, in grafiek 21 zien we ook nog een piek met verwijzingen van 11-jarigen, en zelfs een redelijk aantal verwijzingen voor 12-jarigen. Voor de uitstroom geldt dat de meerderheid van de leerlingen op het speciaal basisonderwijs zit, tot het einde van de basisschool, namelijk 12 of 13 jaar. In is er een piek in de verwijzingen van 11-jarige leerlingen naar het SBO, en er is zelfs een relatief grote groep 12-jarigen die nog naar het SBO wordt verwezen. Wat zou hiervoor de reden kunnen zijn? Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

32 Speciaal Basisonderwijs: uitstroom naar voortgezet onderwijs Grafiek 23. Uitstroom van 12- en 13-jarigen uit het speciaal basisonderwijs, naar voortgezet onderwijs (n=85) 1,4% 9,0% 43,3% Voortgezet Speciaal Onderwijs VMBO B + leerwegondersteuning Praktijkonderwijs Onbekend 46,3% Toelichting op grafiek 23 In het bovenstaande cirkeldiagram staat aangegeven waar de leerlingen die uitstromen uit het speciaal basisonderwijs naartoe gaan. 46,3% van deze leerlingen vindt zijn weg in het reguliere voortgezet onderwijs, namelijk het VMBO. Dit is een vrij grote groep. 43,3% gaat naar het praktijkonderwijs, en slechts 9% stroomt door naar speciaal voortgezet onderwijs. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met het voorgaande schooljaar. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

33 Kopklas De Kopklas is in Leiden gestart in en biedt leerlingen van niet-nederlandse herkomst een extra leerjaar na het basisonderwijs. Doelstelling van de Kopklas is dat anderstalige leerlingen, herkomstig uit het basisonderwijs, door deelname aan de Kopklas het Nederlands zodanig gaan beheersen en een dusdanige werk- en leerhouding ontwikkelen, dat zij in principe voldoende basis hebben om met succes in het voortgezet onderwijs een opleiding op AVO-niveau te volgen. De norm voor doorverwijzing naar richtingen binnen het algemeen voortgezet onderwijs (AVO) is minimaal 530. Een extra jaar Kopklas moet uitwijzen of uitstroom naar AVO-richtingen binnen het voortgezet onderwijs haalbaar is voor deze leerlingen. Aan het eind van de Kopklas wordt een advies gegeven voor de instap in het voortgezet onderwijs. Onderstaand ziet u een tabel waarin over de afgelopen 24 jaar staat aangegeven hoeveel leerlingen er deelnamen aan de Kopklas, en wat hun gemiddelde CITO-score over dat jaar was. Elk kopklasjaar heeft zijn eigen volgnummer gekregen. Tabel 9. Aantal leerlingen in de Kopklas, en gemiddelde score op de CITOtoets. jaar kopklas volggroep aantal lln gem. Citoscore , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

34 Kopklas Tabel 10 - Volggroep 24; leerjaar advies voor aanvang kopklas advies na kopklas Niveau voortgezet onderwijs waarnaar is uitgestroomd, 1e jaar kopklas 2 vmbo b 2 vmbo k 4 1 vmbo gt / mavo mavo / havo 7 havo 8 havo / vwo 3 vwo 1 Tabel 11 - Volggroep 23; leerjaar advies voor aanvang kopklas advies na kopklas Niveau voortgezet onderwijs waarnaar is uitgestroomd 2e jaar kopklas 3 vmbo b 2 vmbo k 2 3 vmbo gt / mavo mavo / havo 4 havo 3 4 havo / vwo 1 vwo 2 onbekend 1 1 Tabel 12 - Volggroep 22; leerjaar advies voor aanvang kopklas advies na kopklas Niveau voortgezet onderwijs waarnaar is uitgestroomd 3e jaar kopklas / geen 2 vmbo b 1 vmbo k 6 vmbo gt / mavo mavo / havo 7 havo 4 4 havo / vwo vwo 1 Onbekend 1 Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

35 Kopklas Toelichting op tabel 10, 11 en 12 In deze drie tabellen zijn de laatste 3 jaren van de Kopklas uitgelicht. In de tabellen staat in de eerste kolom hoeveel leerlingen welk schooladvies voor het voortgezet onderwijs hebben gekregen, vóórdat zij aan de Kopklas zijn begonnen. In de tweede kolom staat hoeveel leerlingen welk schooladvies kregen na het volgen van de Kopklas, en in de derde kolom staat hoeveel leerlingen er daadwerkelijk naar welk niveau zijn uitgestroomd. Volggroep 24 heeft in de Kopklas gevolgd. Alle deelnemende leerlingen, 16 in totaal, hadden aanvankelijk een advies voor de Kopklas (dus eigenlijk geen advies voor het voortgezet onderwijs) of een advies voor een VMBO opleiding. Na het volgen van de Kopklas ligt het advies duidelijk hoger. 8 van de 16 leerlingen krijg weliswaar nog steeds een VMBO advies, maar de andere 8 krijgen een HAVO advies mee. Als we kijken naar de daadwerkelijke uitstroom, zien we dat de meeste leerlingen zitten op een MAVO/HAVO of een HAVO/VWO brugklas. Dit betekent at de uiteindelijke keuze voor een richting pas later gemaakt wordt. Één leerling heeft ondanks zijn HAVO advies voor een VWO brugklas gekozen. Volggroep 23 had eveneens 16 leerlingen, en ook deze leerlingen hadden voor aanvang van de Kopklas een VMBO advies, of geen officieel advies (oftewel een advies voor de Kopklas). Na het volgen van de Kopklas zien we dat de schooladviezen hoger liggen dan de aanvankelijke adviezen. 11 van hen kwamen daarna alsnog uit op het VMBO, maar 4 van hen zitten op de HAVO. De leerlingen van volggroep 22 zitten inmiddels in hun derde leerjaar in het voortgezet onderwijs. Ook hier zien we hetzelfde patroon als bij volggroep 23. Bij deze groep zijn er 10 naar het VMBO gegaan, 4 naar de HAVO, en ook 1 naar het VWO. Uit deze gegevens kunnen we concluderen at de adviezen na de Kopklas hoger liggen. De leerlingen kunnen na het volgen van de kopklas in ieder geval doorstromen naar het algemeen voortgezet onderwijs, en een redelijk deel van e groep stroomt zelfs door naar HAVO of VWO. De resultaten van de Kopklas zijn dus aantoonbaar en blijvend. De Kopklas slaagt er in de schoolkeuze adviezen op te hogen. Dit resultaat is blijvend. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

36 JES RIJNLAND-OPVOEDINGSONDERSTEUNINGSPROGRAMMA S Moeders in de buurt Het programma Moeders in de Buurt is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door de Stichting JES Rijnland. Moeders in de buurt is een programma voor alle moeders in een buurt met kinderen in de leeftijd van 0 t/m 8 jaar. Gedurende 18 weken komen de moeders eens per week bij elkaar in of nabij de peuterspeelzaal en/of de basisschool. Tijdens de bijeenkomsten wisselen moeders ervaringen uit en krijgen zij informatie en ondersteuning van deskundigen. Diverse onderwerpen worden behandeld, zoals: interactie met je kind, de ontwikkeling van kinderen, opvoedingsvaardigheden en ouderbetrokkenheid. Situaties worden nagespeeld met hulp van een dvd met herkenbare opvoedsituaties. Moeders in de Buurt bevat naast thema-gebonden bijeenkomsten ook de gehele cursus Opvoeden & zo. Opvoeden & zo is opgenomen in de lijst effectieve interventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). In het schooljaar hebben 25 moeders deelgenomen aan dit opvoedingsondersteuningsprogramma. Dit zijn er 29 minder dan in het voorgaande jaar. Toen waren dit er nog 54. In grafiek 24, 25 en 26 staan een aantal gezinskenmerken van de deelnemers aan Moeders in de buurt. In grafiek 24 staat hoeveel procent van de kinderen een gewicht heeft. In grafiek 25 staat welke taal er thuis gesproken wordt bij de deelnemers, en in grafiek 26 staat uit welke Leidse wijk de deelnemende moeders komen. Uit grafiek 25 blijkt dat voornamelijk anderstaligen meedoen, en uit grafiek 26 dat de meeste deelnemers komen uit het Bos- en Gasthuisdistrict. In doet ruim de helft minder moeders mee aan Moeders in de buurt dan in het jaar ervoor. Is hier een verklaring voor? Grafiek 24. Gewicht van de kinderen van de moeders die deelnemen aan Moeders in de buurt. 12,0% 24,0% 48,0% gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 Onbekend 16,0% Bron: JES Rijnland Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

37 Moeders in de buurt Grafiek 25. Voertaal in het gezin bij de moeders die deelnemen aan Moeders in de buurt. 12,0% 28,0% 20,0% Nederlands Arabisch Somali Turks Overig 8,0% 32,0% Bron: JES Rijnland Grafiek 26. Wijk waar de moeders wonen die deelnemen aan Moeders in de buurt. Buiten Leiden 3 Morsdistrict 4 Bos- en Gasthuisdistrict 9 Roodenburgerdistrict 1 Leiden-Noord 3 Stationsdistrict 1 Binnenstad-Noord 3 Binnenstad-Zuid Bron: JES Rijnland Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

38 Opstapje Opstapje is een spel- en leerprogramma voor kinderen van twee tot vier jaar. Het programma wordt gecoördineerd en aangeboden door de Stichting JES Rijnland. De doelstelling van Opstapje is kinderen uit achterstandssituaties een betere aansluiting op de basisschool te bieden, onder andere door de interactie tussen moeder en kind te bevorderen. Een medewerkster van JES Rijnland komt wekelijks bij het gezin thuis met spelmateriaal en boekjes. Opstapje is opgenomen in de lijst effectieve interventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). In het schooljaar hebben 86 moeders deelgenomen aan dit opvoedingsondersteuningsprogramma. In grafiek 27, 28 en 29 staan een aantal gezinskenmerken van de deelnemers aan Moeders in de buurt. In grafiek 27 staat hoeveel procent van de kinderen een gewicht heeft. In grafiek 28 staat welke taal er thuis gesproken wordt bij de deelnemers, en in grafiek 29 staat uit welke Leidse wijk de deelnemende moeders komen. Opvallende zaken uit deze grafieken zijn, dat de meerderheid van de kinderen een gewicht heeft, namelijk 56,2%. Dit is wel iets minder dan in Toen had 65,1% een gewicht. Daar staat tegenover dat er dit jaar meer anderstaligen meedoen. 85,7% dit jaar, ten opzichte van 80,2 in het jaar daarvoor. De meeste deelnemers komen wederom uit het Bos-en Gasthuisdistrict, Leiden-Noord en de Merenwijk. Uit deze laatste wijk komen 7 meer deelnemers dan in het vorige jaar. Grafiek 27. Gewicht van de kinderen van de ouder(s) die deelneemt/deelnemen aan Opstapje. 12,0% 24,0% 48,0% gewicht 0 gewicht 0,3 gewicht 1,2 Onbekend 16,0% Bron: JES Rijnland Zodra de koppeling met gegevens van de basisscholen gemaakt is, kan over de impact van de ondersteuningsprogramma s een uitspraak gedaan worden. Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

39 Opstapje Grafiek 28. Voertaal in het gezin bij de ouder(s) die deelneemt/deelnemen aan Opstapje. 3,8% 14,3% Nederlands 36,1% Arabisch Dari Koerdisch 29,5% Berber Overig Onbekend 4,8% 4,8% 6,7% Bron: JES Rijnland Grafiek 29. Wijk waar de ouder(s) woont/wonen die deelnemen aan Opstapje. Buiten Leiden Stevenshofdistrict Merenwijkdistrict Morsdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Roodenburgerdistrict Leiden-Noord Stationsdistrict Binnenstad-Noord Binnenstad-Zuid Bron: JES Rijnland Leidse Monitor / PLATO, Universiteit Leiden / MU,IG,JvL / oktober

Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Factsheets Oktober Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld Factsheets 2013-2014 Oktober 2016 Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333

Nadere informatie

Rapport Mei Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld

Rapport Mei Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld Rapport 2015-2016 Mei 2017 Drs. Manon Uijttewaal Drs. Ingrid Gussen-Benthem Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333 AK

Nadere informatie

Rapport April Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem

Rapport April Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem Rapport 2016-2017 April 2018 Drs. Manon Uijttewaal Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen-Benthem PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie B.V. Universiteit Leiden Wassenaarseweg 52 2333 AK

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3 Inhoudsopgave 1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie 2 1.1 Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen 2 1.2 Gewichten en etniciteit peuters 3 1.2.1 Gewichtenpeuters op 1 januari 2008 3 1.2.2

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2009-2010 Deze samenvatting bevat informatie uit de Leidse Monitor over de ontwikkeling van groepen Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een

Nadere informatie

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1). 1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van

Nadere informatie

Leidse Monitor 2009-2010

Leidse Monitor 2009-2010 Leidse Monitor 2009-2010 April 2012 Drs. Theresa Steeman Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg

Nadere informatie

Leidse Monitor

Leidse Monitor Leidse Monitor 2008-2009 Februari 2011 Drs. Theresa Steeman Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Dr. Jaap van Lakerveld PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg

Nadere informatie

Monitor Kopklas. - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/ Leiden November 2008

Monitor Kopklas. - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/ Leiden November 2008 Monitor Kopklas - Volggroepen vanaf de start in 1991 tot en met schooljaar 2007/2008 - Leiden November 2008 Gegevensverzameling: Marlies Merkestein, Coördinator Kopklas Verslag: Theresa Steeman Ingrid

Nadere informatie

Uitleg van de figuren PO 1

Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren - PO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Coevorden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Leidse Monitor

Leidse Monitor Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit Leiden Wassenaarseweg

Nadere informatie

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid

Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid Doelgroepkinderen onderwijskansenbeleid Mei 2018 Uitgave 2018/02 info@leidenincijfers.nl Inleiding Urban Data Center Leiden071 Om datagestuurd werken binnen de gemeente te ondersteunen hebben de gemeente

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente De Wolden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Aa en Hunze Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Borger-Odoorn Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Westerveld Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153 Inhoudsopgave 1 Leerlingpopulatie... 3 1.1 Gewogen gewichten... 3 1.2 Land van herkomst... 4 2 Schoolresultaten... 5 2.1 Instroom in de kleuterbouw... 5 2.1.1 Uitstroom naar het Speciaal basisonderwijs

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Hoogeveen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Doorstroom naar voortgezet onderwijs

Doorstroom naar voortgezet onderwijs Doorstroom naar voortgezet 2014-2015 Dit rapport toont detailinformatie over de doorstroom naar het voorgezet van de leerlingen van de school. Naast gegevens over de vervolgscholen en marktaandeel, toont

Nadere informatie

Doorstroom naar voortgezet onderwijs

Doorstroom naar voortgezet onderwijs Doorstroom naar voortgezet 2014-2015 Openbare Basisschool De Weide Dit rapport toont detailinformatie over de doorstroom naar het voorgezet van de leerlingen van de school. Naast gegevens over de vervolgscholen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties van Drentse

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2011-201 Feitenblad Onlangs verscheen de 11 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:14 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties van

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Emmen-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-201 Feitenblad Na jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland Monitorgegevens voorschools gemeente Steenwijkerland 2008-2009 Steenwijk, augustus 2009. Magriet Pothast IJsselgroep 1 INHOUDSOPGAVE Pagina Inleiding 3 1. Zijn er meer doelgroeppeuters bereikt in 2008-2009?

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 214 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding... 1 Deel I Speciaal onderwijs... 2 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs... 2 1.2

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-20 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld

OAB SCAN. Gemeente XXX EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN. Verschuivingen in beeld EEN NIEUWE INDICATOR VOOR ONDERWIJSACHTERSTANDEN Verschuivingen in beeld In het onderwijsachterstandenbeleid gaat het om het vergroten van de onderwijskansen van kinderen uit achterstandsmilieus. Een belangrijk

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Midden- Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Midden- Leerlingen op de basisscholen in de gemeente Midden- De gemeente Midden heeft basisscholen. In waren er nog

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2012-201 Feitenblad Gemeente Leerlingen op de basisscholen in de gemeente De gemeente heeft basisscholen. Dit is één minder dan

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN

SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN N B SCHOOLLOOPBAANGEGEVENS WWZ-LEERLINGEN Totaalrapport 2005-2006 KPC Groep Mieke Kalee Ria Timmermans VOORWOORD 1 INLEIDING 4 2 VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE 6 2.1 Deelname van 0-4 jarigen aan VVE-activiteiten

Nadere informatie

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs Ronde 5 Hilde Hacquebord Rijksuniversiteit Groningen Contact: H.I.Hacquebord@rug.nl Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs 1. Inleiding De onderwijsinspectie stelt in haar verslag van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-208 Feitenblad Na jaren van schriftelijke edities is vanaf april 209 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Aa_Hunze-DEF.indd 1 18-05-16 11:1 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Feitenblad Na jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD Inleiding 3 1 Speciaal onderwijs 4 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs 4 1.2 IQ van de uitstroomde leerlingen vanuit het

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-201 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Midden- Kerncijfers uit de periode 01-0 Feitenblad Midden- Na 1 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Midden--DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Rapportage: Analyse en tabellen: 4 Februari 2011 Mariëlle Verhoef Mike van der Leest Inleiding Het Graafschap College

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 0-0 Drentse Onderwijsmonitor 0 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 01-01 Feitenblad Na 1 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-20 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 201 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2018

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2018 Rapportage Resultaten eindtoetsen 2018 t.b.v. openbare overleggen en gesprekken met externe partijen (o.a. GMR en bestuur) versie 1800905 1. Inleiding Deze notitie rapporteert over de resultaten van onze

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit

Nadere informatie

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2017

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2017 Rapportage Resultaten eindtoetsen 2017 t.b.v. openbare overleggen en gesprekken met externe partijen versie 171122 1. Inleiding Deze notitie rapporteert over de resultaten van onze scholen op basis van

Nadere informatie

Controle voorlopige gegevens eindtoets en schooladvies

Controle voorlopige gegevens eindtoets en schooladvies Controle voorlopige gegevens eindtoets en schooladvies 2015-2016 Basisschool De Klinkert Deze rapportage betreft de indicatoren Resultaten eindtoets en Schooladvies. De weergaven en tabellen zijn gebaseerd

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Opstap in Bos en Lommer

Opstap in Bos en Lommer Opstap in Bos en Lommer Samenvatting Ineke van der Veen (h.vanderveen@uva.nl) Annemiek Veen m.m.v. Pjotr Koopman SCO-Kohnstamm Instituut Eind jaren tachtig werd in Nederland het programma Opstap geïntroduceerd,

Nadere informatie

Leidse Monitor 2006/2007

Leidse Monitor 2006/2007 Leidse Monitor 2006/2007 Mei 2008 Dr. Jaap van Lakerveld Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman Drs. Ingrid Gussen Marlous Regelink BSc PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard De tabellen geven een inzicht in de huidige situatie rondom 1) Het opleidingsniveau van de huidige leerlingen in Valkenswaard 2) Het opleidingsniveau

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 2012-2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze 1 Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 Hoofdstuk 3: Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2015

Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2015 April 2016 Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2015 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

Dordtse jeugd in cijfers

Dordtse jeugd in cijfers Dordtse jeugd in cijfers stand van zaken en ontwikkelingen kerncijfers Hoe staat het met de jeugd in? Hoeveel kinderen groeien op in een bijstandsgezin? Hoeveel jongeren zijn werkloos en welk aandeel heeft

Nadere informatie

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar 2014-2015

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar 2014-2015 Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar 2014-2015 Juridische Aangelegenheden en Bestuursondersteuning / Onderzoek en Statistiek Voortijdige schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar 2014-2015 Januari

Nadere informatie

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Afdeling Onderwijs Team Monitoring & Bedrijfsvoering Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Verwijderd: Bassischooladv iezen Vraagstelling Dit onderzoek is uitgevoerd om antwoord

Nadere informatie

Opbrengsten SO Hengelo

Opbrengsten SO Hengelo Opbrengsten SO Hengelo Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen (voortgezet)

Nadere informatie

Het Almeerse basisonderwijs

Het Almeerse basisonderwijs dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 April 2015 Gemeente Almere, Onderzoek

Nadere informatie

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus Onze school werkt intensief aan de kwaliteit van ons onderwijs. Dit doen we door het volgen van nascholing door leerkrachten en begeleiding en coaching van leerkrachten.

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO

Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO Voor het eerst hebben wij uitgebreid onderzoek verricht naar de kwaliteit van de basisschooladviezen van De Werkplaats aan het einde van

Nadere informatie

Onderwijs. Kerncijfers

Onderwijs. Kerncijfers Kerncijfers 205 Onderwijs. Kerncijfers.2 Voor- en vroegschoolse educatie.3 Primair onderwijs.4 Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.5 Voortgezet onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs.7 Verzuim,

Nadere informatie

Rapportage Eindresultaten 2014

Rapportage Eindresultaten 2014 Rapportage Eindresultaten 2014 Wat zijn de prestaties van onze scholen? Colofon datum 7 mei 2014 auteur Jan Vermeulen status Definitief Rapportage eindresultaten 2014 pagina 2 van 8 status concept Inhoudsopgave

Nadere informatie