JAARVERSLAG Adres: Postbus AA Emmeloord Telefoon: Bestuursnummer: 40662

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2010 Adres: Postbus AA Emmeloord Telefoon: Website: Bestuursnummer: 40662

2 INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG VOORWOORD INLEIDING MISSIE EN VISIE ORGANISATIE JAARPLANCYCLUS PERSONEEL ONDERWIJS IDENTITEIT MATERIËLE ZAKEN EN HUISVESTING FINANCIËN BIJLAGE: JAARREKENING

3 VOORWOORD. Voor u ligt het jaarverslag van Aves, een Stichting die met 350 personeelsleden basisonderwijs verzorgt aan ruim 3000 kinderen in de Noordoostpolder, Vollenhove en Kampen. In 2010 is Aves opgericht en vanaf het begin heeft het een bestuurlijke structuur waarbij het uitgangspunt is een platte organisatie met een duidelijke scheiding van toezicht en bestuur. Er is gekozen voor een model met een Raad van Toezicht (RvT) en een College van Bestuur (CvB). Het College van Bestuur wordt gevormd door professionals. De directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor hun scholen. De GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) adviseert over het beleid van de stichting en heeft op een aantal beleidsterreinen instemmingbevoegdheid. Als maatschappelijke organisatie die opereert met publieke gelden, wil Aves transparant zijn. Daarom zullen wij jaarlijks met een inzichtelijke verslaglegging, in de vorm van een jaarverslag, verantwoording afleggen over de wijze waarop onze plannen zijn gerealiseerd en welke resultaten er zijn bereikt. Dit jaarverslag bestaat uit een bestuursverslag en een jaarrekening en gaat over kalenderjaar Aldus vastgesteld door het College van Bestuur, 16 mei Leo Breukel Voorzitter College van Bestuur. 2

4 1. INLEIDING Aves is een onderwijsorganisatie voor primair onderwijs die statutair gevestigd is in de gemeente Noordoostpolder. Het bestuurskantoor staat in Emmeloord. Aves is ontstaan vanuit Stichting Christophorus en Stichting voor Openbaar Basisonderwijs Noordoostpolder. Aves bestaat uit 28 scholen voor primair onderwijs. Iedere school heeft zijn eigen culturele achtergrond en onderwijsconcept. Daarom vormt iedere afzonderlijke school een belangrijke eenheid in de organisatie, met een eigen plaats en gezicht binnen haar omgeving. De scholen in de Noordoostpolder en Vollenhove werken binnen het Interzuilair Samenwerkingsverband Noordoostpolder, Noord-West Overijssel en Urk. De scholen in Kampen opereren binnen het Samenwerkingsverband Kampen e.o.. De verslaglegging over kalenderjaar 2010 bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het beleidsmatige jaarverslag 2010 en het tweede deel is de financiële jaarrekening Deze delen horen bij elkaar, maar zijn ook afzonderlijk te lezen. 3

5 2. MISSIE EN VISIE. 2.1 De missie van AVES AVES biedt een grote verscheidenheid in identiteitsgebonden basisonderwijs aan in de kernen van de Noordoostpolder, Vollenhove en Kampen. Hierdoor kunnen ouders en kinderen dicht bij huis kiezen voor de school die aansluit bij hun levensbeschouwing. Ook geeft het scholenpalet van AVES keuze uit meerdere onderwijsconcepten. Door de krachten op bovenschools niveau te bundelen, kunnen de aangesloten katholieke, openbare, oecumenische en samenwerkingsscholen zelfstandig blijven, hun eigen identiteit behouden en uitdragen. Met een open blik naar de maatschappij en met respect voor de eigenheid van kinderen, ouders en leraren, wijst AVES de weg naar een evenwichtige ontplooiing van haar leerlingen en de ontwikkeling van ieders talent. Kwaliteit is daarbij vanzelfsprekend, getuige de goede resultaten waar de aangesloten scholen al jaren om bekend staan. 2.2 De visie van AVES Ieder kind de school die bij hem of haar past in de buurt: AVES maakt het mogelijk vanuit een sterk solidariteitsgevoel. De stichting kiest namelijk bewust voor scholen met een herkenbare eigen identiteit in de kernen. Op die scholen wordt Passend Onderwijs vertaald naar onderwijs zoals onderwijs bedoeld is : AVES wil ontdekken wat kinderen kunnen en er uit halen wat er in zit; gefocust op talenten. Onder het motto Alles wat je aandacht geeft, groeit, maken de scholen van AVES werk van het ontwikkelen van elk kind afzonderlijk en vanzelfsprekend ook van talentontwikkeling bij leerkrachten en management. Dit doet AVES op een sprankelende, eigentijdse, verbindende en evenwichtige wijze. 2.3 AVES geeft talent vleugels Aves is Latijn voor de klasse der vogels. Een herkenbare metafoor voor een stichting die onderwijs verzorgt. Het begint met de vleugels, sterk en gedetailleerd. Van oorsprong twee afzonderlijke stichtingen die samen verder gaan. De vleugels stellen de stichting in staat om grote hoogtes te bereiken. De verschillende kleuren in haar verenpak staan voor de verschillende scholen van AVES. De vogel behoudt het overzicht, stuurt en is zorgzaam. Zij bouwt een warm nest voor haar jongen, voert ze en voedt ze op tot zelfstandigheid. De vogel ontwikkelt en stimuleert het aangeboren talent van elk jong in het nest. Zij leert de jongen vliegen en geeft hen uiteindelijk de vrijheid. Op die manier geeft AVES talent vleugels. 4

6 2.4 De kernwaarden van Aves De persoonlijkheid en karaktertrekken van Aves worden weergegeven door het omschrijven, voelen en uitdragen van de kernwaarden. a. Aves biedt verscheidenheid Keuze is belangrijk. Op het gebied van identiteit en van onderwijsconcept. Elk kind kan in de eigen omgeving het onderwijs volgen dat bij hem of haar past. Op een katholieke of oecumenische school met de Bijbel als grondslag. Op een openbare of samenwerkingsschool, waar ruimte en aandacht is voor de levensovertuiging die leerlingen van thuis meekrijgen. Door daarnaast ook tal van onderwijsconcepten te bieden zoals Jenaplan-, Dalton-, OGO-, EGO-, TOM- en traditioneel basisonderwijs, is er altijd een passende school voor elk kind. AVES is altijd dichtbij in iedere kern, in elk dorp en in elke stad in de regio Noordoostpolder en vlak daarbuiten. b. Aves is sprankelend AVES is volop in beweging. Leerkrachten worden uitgedaagd het beste van zichzelf te geven en te leren van elkaar. Daarbij is het essentieel dat de juiste mensen op de juiste plek zitten. Dan kan met passie lesgegeven worden en daadwerkelijk het beste uit elk kind gehaald worden. Leren met lef staat centraal binnen de stichting, aangepast aan de visie en cultuur van de scholen. Alle medewerkers van AVES doen met hun hart. En die passie stimuleert leerlingen. c. Aves verbindt De scholen van Aves staan midden in de samenleving. Het zijn primair prettige locaties waar aantoonbaar goed onderwijs wordt gegeven in een veilige en vertrouwde omgeving. De school is naast opleidings- en vormingsinstituut ook een ontmoetingsplaats voor mensen, culturen, meningen, mogelijkheden en verwachtingen. In en om de school staat het samen denken, doen en ontwikkelen centraal. Ouders zijn daarbij partners. Elkaar kennen, luisteren naar wat er bij anderen leeft en leren van elkaar zijn sterk verankerd bij Aves. Deze houding waarborgt een open communicatie, verantwoordelijkheid en structuur. Zo bindt en verbindt Aves leerlingen, ouders, leerkrachten en hun omgeving. d. Aves ontwikkelt talent Passend onderwijs is volgens Aves onderwijs zoals onderwijs bedoeld is. Aves wil ontdekken wat kinderen kunnen en er uit halen wat er in zit. Onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden van een kind. Iedereen bezit immers een talent dat tot ontplooiing kan komen door het op de juiste manier te stimuleren en te ontwikkelen. Talenten vind je overal en op elk gebied. In de klas en ervoor. In het management en op bestuurlijk niveau. Maatwerk, deskundigheid en resultaat gaan hand in hand bij talentontwikkeling. Een uitdaging die Aves aangaat én aankan. In het kort: talentontwikkeling door leer - kracht! e. Aves is evenwichtig Aves bundelt de krachten van twee sterke stichtingen. Door bovenschools samen te werken, kunnen de scholen excelleren op hun eigen gebied. Een stabiele en evenwichtige basis zorgt voor een duidelijke structuur, vertrouwen en de zekerheid van kwaliteit en continuïteit. Vooral dat laatste is essentieel om leerlingen en ouders in de Noordoostpolder, Vollenhove en Kampen nu en in Aves resultaatgerichte, eigentijdse en kwalitatief hoogstaande verscheidenheid in onderwijs te kunnen blijven bieden. 5

7 3. ORGANISATIE. 3.1 Organigram Raad van Toezicht GMR College van Bestuur Directieberaad Staf MR Directeur Schooladvies commissie Team Activiteiten commissie Legenda: = wettelijk geregeld middels WMS = Hiërarchische lijn = advieslijn = voordrachtslijn 3.2 Toelichting organisatiemodel a. Lijnfuncties: De Raad van Toezicht (RvT) De RvT is het hoogste orgaan van de stichting en is belast met het toezicht op, de advisering en de sturing van het College van Bestuur (CVB) en de verantwoording aan de Rijksoverheid. Daarnaast stelt de RvT het (meerjaren-) strategisch en financieel beleid vast en de statuten en reglementen. Als laatste is de RvT verantwoordelijk voor het benoemen en ontslaan van de leden van het CvB. De RvT behoudt echter wel de bestuurlijke verantwoordelijkheid als bevoegd gezag. De RvT bestaat uit minimaal vijf leden en maximaal zeven. Alle leden worden benoemd op grond van bestuurlijke kwaliteiten en affiniteit met het onderwijs conform het gestelde in de daartoe op te stellen profielschetsen. Ten behoeve van de werving van ieder lid van de RvT wordt een profielschets 6

8 opgesteld waarin tot uiting komt welke specifieke competenties nodig zijn. Leden van de RvT hebben zitting voor een tijdvak van vier jaren, volgens een op te stellen rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend lid van de RvT is voor maximaal één periode van vier jaren herbenoembaar. Benoeming en herbenoeming van de leden geschieden op basis van open coöptatie. Eén zetel in de RvT wordt vervuld middels voordracht van de GMR, niet zijnde een GMR-lid. Alle leden van de RvT voeren hun taken uit zonder last of ruggespraak. Uitgezonderd worden diegenen die personeelslid zijn van de Stichting Aves of diegenen die zitting hebben in een geleding binnen de stichting. College van Bestuur (CvB) Het College van Bestuur bestaat uit 1 of meerdere professionele bestuurders en is verantwoording schuldig aan de RvT. Het CvB is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de Stichting en belast met de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het beleid op Stichtingsniveau. Het CvB laat zich bijstaan door een eigen staf en externe partijen zoals bijv. het Onderwijsbureau. Het CvB is verantwoordelijk voor de totale organisatie van de stichting. Het CvB ziet erop toe dat directeuren de advisering van de MR en de SAC structureel adresseren conform hetgeen is omschreven in de planning en control cyclus. Alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden vastgelegd in het stichtingsreglement en het managementstatuut. Directeuren De directeur is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de school en belast met de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het beleid op schoolniveau. Hij/zij is daarmee de eerst aangewezen gesprekspartner van zowel het team, de MR, de SAC als de oudervereniging c.q. activiteitencommissie. De overige taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn conform het managementstatuut. De directeur van de school is verantwoording schuldig aan het CvB. De directeur laat zich specifiek verplicht adviseren door de schooladviescommissie (SAC) ten aanzien van het onderwijs, de opvoeding en de identiteit, maar ook inzake andere aangelegenheden de school betreffende. In specifieke gevallen kan hij projectgroepen (kennisgroepen) in het leven roepen. De relatie tussen directeur en schooladviescommissie komt aan de orde in de schoolontwikkelingsgesprekken, maar tevens in de functionerings- en beoordelingsgesprekken die door het CvB met de directeur worden gevoerd. De directeur draagt er zorg voor dat de SAC een exemplaar van het meerjarenbeleidsplan, de jaarplannen en het jaarverslag van de stichting ontvangt. Het CvB ziet daarmee toe op het structureel adresseren van de advisering door zowel de SAC als de MR. 7

9 b. Advies en beleidsondersteunende geledingen: Schooladviescommissie (SAC) (alleen aanwezig op katholieke en oecumenische scholen) Binnen de katholieke en oecumenische scholen krijgt de ouderbetrokkenheid vorm in een adviserende rol. Ouders richten zich in deze rol specifiek op de kwaliteit van het onderwijs, de opvoeding en de levensbeschouwelijke identiteit, maar kunnen tevens gevraagd en ongevraagd adviseren over alle andere aangelegenheden de school betreffende. De SAC is de lokale, schoolnabije geleding die voornamelijk het collectief belang behartigt van de ouders. Vanuit die betrokkenheid heeft de SAC een belangrijke adviesrol ten aanzien van beleid op schoolniveau ( bv. schoolplan). Directieberaad In het voorgesteld organisatiemodel krijgt de betrokkenheid van directeuren bij Aves vorm in de adviserende en ondersteunende zin middels het Directieberaad. Het Directieberaad blijft daarmee, naast de RvT, een belangrijk overlegorgaan voor het CvB daar waar het gaat om de stichtingsbrede beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie (voorafgaande aan de definitieve besluitvorming erover). De adviesrol van het Directieberaad krijgt een uitwerking in de planning en control cyclus en is voor het CvB niet vrijblijvend. Afwijken van het advies van het Directieberaad door het CvB dient met redenen omkleed te worden voorgelegd aan de RvT. Het Directieberaad vergadert onder voorzitterschap van het CvB. Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) Het CvB overlegt met de GMR over bovenschoolse zaken conform het vastgestelde GMR-reglement. Het advies- en instemmingsrecht van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zullen daarbij gerespecteerd worden. Daarnaast zullen de gemeenschappelijke medezeggenschapsraadsleden overeenkomstig wet- en regelgeving gefaciliteerd worden. Medezeggenschaps Raad (MR) De directeur overlegt met de MR over schoolse zaken conform het vastgestelde reglement. Het advies- en instemmingsrecht van de medezeggenschapsraad zullen daarbij gerespecteerd worden. Daarnaast zullen de medezeggenschapsraadsleden overeenkomstig wet- en regelgeving gefaciliteerd worden. Activiteitencommissie De door de activiteitencommissie te organiseren activiteiten dienen overlegd te worden met de directeur conform het eigen reglement, waarin tevens duidelijk de taken en overlegstructuren zijn weergegeven. De activiteitencommissie heeft het recht om een voordracht te doen voor een zetel in de SAC. De activiteitencommissie organiseert zich als een vereniging en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Staf/Onderwijsbureau Het CvB wordt ondersteund door een stafbureau. Het CvB laat zich bijstaan door een HRM-adviseur. Ten behoeve van de ondersteuning van zowel de afzonderlijke scholen als Aves wordt gewerkt met uniforme producten en diensten. Het CvB organiseert de ondersteuning door zowel de staf als het Onderwijsbureau Meppel. De invulling van het takenpakket van de staf en het in te kopen dienstverleningspakket van het Onderwijsbureau is afhankelijk van de omvang en invulling van het CvB. 8

10 4. JAARPLANCYCLUS 4.1 Kader van de planning- en controlcyclus Het kader voor de planning- en controlcyclus wordt gevormd door het model Policy Governance (a) en het model van Participatief besturen (b). Onderstaand worden de kenmerken van beide modellen nog eens kort weergegeven. a. Policy Governance: er wordt een scheiding aangebracht tussen enerzijds het toezicht en anderzijds het besturen; het toezicht wordt uitgevoerd door de Raad van Toezicht (RvT); het besturen van de organisatie is gemandateerd aan professionele bestuurders in een College van Bestuur (CvB); er is in alle lagen binnen de organisatie voldoende ruimte voor ondernemerschap, initiatief en innovatie; taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden daar waar mogelijk zo laag mogelijk in de organisatie gelegd met de daarbij behorende verantwoordingsplicht (resultaatverplichting); de planning en controlcyclus is gebaseerd op het planmatig handelen: plannen (Plan), uitvoeren (Do), controleren (Check) en verbeteren (Act). b. Participatief besturen: de planning- en controlcyclus begint bij een helder omschreven missie, visie en strategie, zowel op stichtingsniveau als op schoolniveau (sturen op toetsbare taakstelling); de Stichting biedt binnen haar kaders elke school voldoende ruimte om eigen beleid te voeren, m.a.w. daar waar mogelijk worden de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd; elke school kent een eigen onderwijskundige identiteit gebaseerd op een dialoog en de reflectie met alle relevante betrokkenen in en rondom de school. 4.2 Uitgangspunten van de planning- en controlcyclus a. Alle geledingen binnen de hiërarchische lijn hebben informatie nodig om te kunnen bewaken in hoeverre de geformuleerd strategische doelen worden gehaald. Dit betekent dat: de RvT verantwoordingsinformatie nodig heeft van het CvB ten behoeve van de controle op de uitvoering van het (meerjaren) strategisch en financieel beleid (toezichtstaak); het CvB verantwoordingsinformatie nodig heeft van de directeuren en van externe partijen (w.o. het Onderwijsbureau Meppel) ten behoeve van de controle op de uitvoering van het (meerjaren) strategisch en financieel beleid (sturingstaak); de directeur verantwoordingsinformatie nodig heeft van de medewerkers op de school en externe partijen (w.o. het Onderwijsbureau Meppel) ten behoeve van de sturing van de school. b. De planning- en controlcyclus is bedoeld voor de verantwoording van het CvB richting de RvT en van de directeur richting het CvB en biedt tevens handvatten/instrumenten voor het CvB en de school om in control te zijn van hun organisatie(-onderdeel). 9

11 c. De aansturing (planning) is georganiseerd middels het meerjaren Bestuursplan van Aves (4-jarig). De verantwoording (control) is vanuit de basis georganiseerd: Medewerkers op de school verantwoorden zich aan de directeur, de directeur aan het CvB en het CvB aan de RvT. d. De missie, visie en de strategie van Aves zijn bepalend voor de verdeling van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en daarmee voor de inhoud van de managementinformatie. In het managementstatuut staan de bevoegdheden omschreven. e. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden vertaald in standaard formats c.q. modellen voor de verantwoordingsinstrumenten. f. Stuurinformatie dient zoveel mogelijk tot hoofdlijnen beperkt te worden, voorzien van heldere analyses en (bijgestelde) prognoses aangaande de resultaten. g. De kwaliteit van de documenten is zondanig dat deze tevens bruikbaar zijn voor externe verantwoording (meervoudige publieke verantwoording). 4.3 Boekjaar is kalenderjaar Aves werkt met een cyclus gebaseerd op het kalenderjaar. (T-systematiek) er is sprake van aansluiting op het boekjaar en de denkwijze m.b.t. de begroting; er is sprake van aansluiting van het boekjaar op het verantwoordingsjaar van het ministerie; er is doorgaans aansluiting op de subsidiestromen v.w.b. de (middel)lange termijn; de jaarlijkse benchmarks sluiten aan op de landelijke benchmarks; het personele deel van de begroting is bewerkelijker (schooljaaroverstijgend). 4.4 De planning- en controlcyclus in schema 1: Missie, Visie en Strategie 2: Bestuursplan Meerjaren strategisch en financieel beleid 3. Bestuursjaarplan (concretisering stichtingsbeleid voor het komend schooljaar) Verbeteren (Act) Plannen (Plan) 4: Kaderbrief 9.: Schoolplan (meerjaren Strategisch en financieel beleid op schoolniveau) 5.: Schooljaarplan (concretisering schoolbeleid Voor het komend schooljaar incl. meerjarenbegroting) 8: Verbeterplannen naar aanleiding van de evaluatie (stichtings/ en schoolniveau) 7: Schooljaarverslag (verantwoording resultaten) 6: Integrale Management Rapportage ( afzetten van het beleid/begroting tegen realisatiecijfers) Uitvoering school: o.b.v. het schooljaarplan inzetten van personeel en middelen Verslaglegging en externe verantwoording (w.o. aan ministerie van OC&W, inspectie, gemeente etc. ouders). Evalueren (Check) Verslaglegging en interne verantwoording (w.o. aan het CvB en de ouders) middels: jaarverslag, incl. jaarrekening Uitvoeren (Do) 10

12 4.5. Toelichting op de processtappen en de documenten stap 1: Missie, visie en strategie Het CvB is belast met het formuleren van de missie, de visie en de strategie van de Stichting. Het CvB zal zich daarbij laten adviseren door het directieberaad. De RvT stelt de missie, visie en strategie vast. Indien noodzakelijk zullen de hoofdlijnen worden vastgelegd in de statuten. stap 2: Bestuursplan Op basis van missie, visie en strategie worden de te behalen strategische doelen voor de komende vier jaren geformuleerd. Deze doelstellingen worden vastgelegd in het Bestuursplan (meerjaren strategisch en financieel beleidsplan). Het Bestuursplan wordt, in samenwerking met de directeuren, voorbereid door het CvB. De RvT stelt het Bestuursplan vast. De GMR heeft voor wat betreft het Bestuursplan instemmingsrecht, met uitzondering van de meerjarenbegroting. Het Bestuursplan kent in ieder geval de volgende elementen: Identiteit, Onderwijs, Personeel, Financiën, Materiële Zaken, Organisatie en Vertegenwoordiging. stap 3: Bestuursjaarplan Het Bestuursplan wordt uitgewerkt in een jaarplan van de stichting, het Bestuursjaarplan. Het Bestuursjaarplan wordt, in samenwerking met de directeuren, voorbereid door het CvB. Naast de doelstellingen uit het Bestuursplan kunnen in het Bestuursjaarplan actuele en/of onvoorziene doelen worden opgenomen. De GMR heeft voor wat betreft het Bestuursjaarplan instemmingsrecht, met uitzondering van de meerjarenbegroting. stap 4: Kaderbrief De Kaderbrief is een vertaling van het Stichtingsjaarplan. De brief bevat de zogenaamde speerpunten voor het komende jaar en bepaalt in die zin de ambitie (de handelingsruimte) op schoolniveau. De Kaderbrief wordt voorbereid door het CvB. Indien noodzakelijk c.q. wenselijk kan dit in samenwerking met de directeuren. Stap 4: Schoolplan De directeur is, binnen de kaders van de Stichting belast met het formuleren van het beleid op schoolniveau. Op basis van het Bestuursplan stelt de directeur een schoolplan op. Naast de bestuursdoelen verwoordt de directeur het schoolbeleid voor de komende vier jaren. Het schoolplan dient te voldoen aan de wettelijke voorschriften. De directeur legt het schoolplan ter instemming voor aan de Medezeggenschapsraad (MR) van de school. Indien van toepassing wordt het schoolplan ook ter advisering voorgelegd aan de SAC. stap 5: Schooljaarplan Op basis van het Schoolplan stelt de directeur een schooljaarplan op. Het formatieplan (personele inzet) en de begroting maken onderdeel uit van dit schooljaarplan. De directeur laat zich hierbij adviseren door de SAC. Het CvB stelt vervolgens vast of het schooljaarplan binnen de kaders van de Stichting valt. De MR heeft voor wat betreft het Schooljaarplan instemmingsrecht, met uitzondering van de meerjarenbegroting. stap 6: Integrale Management Rapportages (IMR s) De directeur stelt minimaal een maal per jaar vast of de beoogde resultaten behaald worden c.q. behaald zijn. Dit geschiedt ondermeer met behulp van Tobias (het managementinformatiesysteem 11

13 van het Onderwijsbureau Meppel voor PZ,MZ en FZ) De door de directeur opgestelde managementrapportage (Integrale Management Rapportage) wordt, samen met het schooljaarverslag besproken met het team en aansluitend ter advisering voorgelegd aan de SAC. De directeur bespreekt een maal per jaar met het CvB de integrale managementrapportage in het schoolontwikkelingsgesprek. In deze gesprekken legt de directeur verantwoording af aan het CvB over al dan niet gerealiseerde beleidsdoelen. Onderwerpen die besproken worden in het monitorgesprek van het najaar (november) zijn: het Schooljaarverslag, het Schoolplan (één keer in de 4 jaar) én het Schooljaarplan voor het komende kalenderjaar. Separaat van de IMR wordt in het najaar de meerjarenbegroting, inclusief het formatieplan van de school besproken met de directeur en vastgesteld door het CvB. De Integrale Managementrapportage beslaat alle organisatie- en resultaatgebieden uit het INKmodel (Instituut voor Nederlandse Kwaliteit). Het INK-managementmodel: plan do check Management van medewerkers Waardering door personeel Leiderschap Strategie en beleid Management van processen Waardering door klanten Eind/ resultaten Management van middelen Waardering door maatschappij act organisatiegebieden resultaatgebieden Onderwerpen die besproken worden in het monitorgesprek van het voorjaar (april) zijn: het financieel jaarverslag (jaarrekening) van het voorgaande kalenderjaar. De IMR wordt afgestemd op de formats c.q. modellen ten behoeve van de school(jaar)plan en verslag. Daarbinnen zijn kengetallen ontwikkeld die de onderwerpen in de plannen meetbaar maken (ook niet-financiële kengetallen). Stap 7: Jaarverslag 7a. interne verantwoording: De directeur is, onder verantwoordelijkheid van het CvB, belast met de interne verantwoording in de vorm van het financieel jaarverslag (maart) en het schooljaarverslag (september). Hij maakt daarbij gebruik van de door het Onderwijsbureau Meppel aangeleverde 12

14 administratieve gegevens. Het Schooljaarverslag wordt door de directeur besproken met het team en ter advisering voorgelegd aan de SAC en de MR. De MR heeft voor wat betreft de financieel jaarverslag adviesrecht. Het Schooljaarverslag kent in ieder geval de volgende elementen: Identiteit, Onderwijs, Personeel, Financiën, Materiële Zaken, Organisatie en Vertegenwoordiging. 7b. externe verantwoording: De directeur is, onder verantwoordelijkheid van het CvB, belast met de externe verantwoording aan o.a. de (rijks)accountant en de onderwijsinspectie. Op stichtingsniveau wordt zowel het Financieel jaarverslag (Elektronische Financiële Jaarrekening) als het Bestuursjaarverslag samengesteld door het CvB. De GMR heeft voor wat betreft het Financieel jaarverslag adviesrecht. stap 8: Verbeterplannen naar aanleiding van de evaluatie Na de verantwoordingsfase wordt vastgesteld of het Schooljaarverslag aanleiding geeft om op schoolniveau (stap 9) of stichtingsniveau (stappen 1 en 2) het meerjarenbeleid bij te stellen. Bijstellingsvoorstellen ten behoeve van het Schoolplan worden besproken met zowel het team als de SAC en MR. Aansluitend formuleert de directeur de bijstelling. Deze bijstellingen worden (incl. de adviezen van de SAC en MR) ter vaststelling voorgelegd aan het CvB. De MR heeft voor wat betreft het meerjarenbeleid instemmingsrecht, met uitzondering van de meerjarenbegroting. Bijstellingsvoorstellen ten behoeve van het Bestuursplan worden door het CvB besproken in het directieberaad. Aansluitend worden door het CvB de bijstelling geformuleerd. Deze bijstellingen worden ter vaststelling voorgelegd aan de RvT. De GMR heeft voor wat betreft het meerjarenbeleid instemmingsrecht, met uitzondering van de meerjarenbegroting. stap 9: Schoolplan Op basis van het Bestuursplan en de bijstelling naar aanleiding van de evaluatie, worden de te behalen strategische doelen op schoolniveau voor de komende jaren geformuleerd. Deze doelstellingen worden vastgelegd in het Schoolplan (meerjaren strategisch en financieel beleid op schoolniveau). Het Schoolplan wordt, in samenwerking met het team, de SAC en MR, voorbereid door de directeur. Aansluitend wordt het Schoolplan ter beoordeling en vaststelling voorgelegd aan het CvB. De MR heeft voor wat betreft het Schoolplan instemmingsrecht, met uitzondering van de meerjarenbegroting. 13

15 4.6 Overzicht mogelijke kengetallen Samenstelling De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: Naam Dhr. H. Evers Dhr. E. Rijnders Mw. J. Kets Dhr. G. de Bruin Dhr. J. Joustra Dhr. F. Zeilstra Functie Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid De vergoeding van de Raad van Toezicht bedraagt 1.500,- per jaar in de vorm van een vrijwilligersvergoeding, waarbij de voorzitter daarbovenop een toeslag van 500,- ontvangt. Het College van Bestuur heeft de volgende samenstelling: Naam Dhr. L. Breukel Dhr. J. Timmermans Dhr. H. Snelder Functie Voorzitter Lid Lid Het College van Bestuur van Aves is via het functiewaarderingssysteem door een extern bureau ingeschaald in schaal 14 CAO PO (Lid CvB) en 15 CAO VO (Voorzitter CvB). Staf en administratieve ondersteuning. Voor de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden en contacten zijn aangesteld: Naam Mw. C. Bovee Mw. A. van Keulen Mw. L. Quak Mw. J. Snijder Mw. J. Staring Dhr. J. Swart Dhr. H. Goes Mw. L. Hoekstra Functie Secretariaat / PR en Identiteit Secretariaat / Organisatie Secretariaat / PZ Secretariaat PZ Administratie en ICT ICT Begeleiding starters De financiële administratie en de salarisadministratie wordt verzorgd door het Onderwijsbureau Meppel. 14

16 Directeurenberaad De directeuren hebben maandelijks overleg in het directeurenberaad o.l.v. het College van Bestuur. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) bestaat uit: Naam Dhr. R. Meinders Dhr. D. Bakker Mw. A. Molog Mw. W. Roowaan Dhr. M. Rienks Mw. I. Koopmans / Mw. M. Merks Mw. G. Schot / Mw. S. Bosman Functie Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid Daarnaast heeft iedere afzonderlijke basisschool een MR, bestaande uit vertegenwoordigers van het personeel en ouders. 15

17 Scholen De volgende scholen behoren tot de Stichting Aves : Scholen Plaats directeur De Lichtwachter Kraggenburg Mw. Ineke Bolsius De Horizon Ens Dhr. Frans Dopmeijer Mariabasisschool Marknesse Mw. Paulien Elshof Titus Brandsmaschool Nagele Mw. Paulien Elshof Mariaschool Tollebeek Mw. Truus Vegterlo Jan Roothaanschool Creil Dhr. Wiebe Vonk Dr. Schaepmanschool Kampen Dhr. Louis Braakhuis St. Martinusschool Vollenhove Mw. Marleen Aalberts De Ark Espel Mw. Tineke Bruin Mgr. Zwijsenschool Kampen Dhr. Peter Krijgsman Albert Schweitzer Emmeloord Mw. Coby van der Meulen St. Josephschool Emmeloord Mw. Jeannette Witjes Mw. Margret Omtzigt St. Paulusschool Rutten Mw. Ine van Koulil SWS De Wending Bant Dhr. Cees voor den Dag ODS De Springplank Creil Mw. Aleida de Leeuw OBS Koningin Juliana Emmeloord Dhr. Klaas Hadderingh OBS Roderik van Voorst Emmeloord Dhr. Fred Lübbers OBS De Keerkring Emmeloord Dhr. Jan Adema OJS De Zevensprong Emmeloord Dhr. Auke Swart ODS Windkracht 10 Emmeloord Mw. Anne/Marie v. Fraeijenhove OBS De Regenboog Ens Mw. Henriëtte Wentink OBS De Pionier Kraggenburg Dhr. Molle Stuiver SWS De Klipper Luttelgeest Mw. Monique den Dekker OBS De Driesprong Marknesse Mw. Vivian Tevreden OBS De Ringloop Nagele Mw. Marjon Wilbrink OBS De Wegwijzer Rutten Mw. Ella v.essen Mw. Sandra v.d. Tempel AZC De Wissel Luttelgeest Mw. Ella v.essen Mw. Sandra v.d. Tempel ODS Ir. A.P. Minderhoud Tollebeek Mw. Jannie Loof 16

18 5. PERSONEEL. Ziekteverzuim Aves 2010 In het eerste jaar van het bestaan van Aves was het verzuimpercentage 5,15%. Dat verzuimgetal is hoger dan dat de beide organisatie vooraf kenden. De fusie heeft geen doorwerking gehad in conflicten in de samenwerking tussen de verschillende geledingen. Het hogere ziekteverzuimgetal steekt daar dan ook enigszins schril bij af. Het verzuimpercentage 5,15 % betreft hier verzuim exclusief zwangerschap en exclusief WAO/WIA. Landelijk was het verzuimpercentage ,1%. Het landelijke verzuimcijfer over 2010 is nog niet bekend. Voor de verzuimbegeleiding is er een contract afgesloten met arbodienst Ardente. Ardente was reeds bekend bij een deel van de scholen omdat zij voorheen ook werkte voor scholen binnen de stichting Christophorus. In 2010 waren er binnen Aves 39 mensen met langdurend verzuim (>6 weken). Van deze medewerkers zijn er 28 medewerkers één keer of vaker op het spreekuur verschenen. De anderen werden allen intern begeleid bij de re-integratie door de schooldirecteur en de HRM-adviseur van de stichting. Hieronder is een grafiek weergegeven waarin het verzuim is verdeeld per leeftijdscategorie. Zoals uit deze grafiek blijkt, is het langdurig verzuim het hoogst bij de leeftijdsgroep 60+ jaar. Van deze verzuimende medewerkers die door de bedrijfsarts zijn gezien zijn de oorzaken van het verzuim in kaart gebracht. 15 medewerkers met psychische klachten = 54% 7 medewerkers met klachten van het bewegingsapparaat = 25% In 9 gevallen was er in meer of in mindere mate een relatie met het werk. Hierbij speelde werkdruk (hoeveelheid werk, kinderen met gedragsproblemen, problemen met ouders) en arbeidsverhoudingen (onvoldoende steun) een rol. Voor 1 medewerker werd IVA aangevraagd en toegekend. Voor 2 medewerkers werd WIA aangevraagd en toegekend. 17

19 Opvallende zaken: Jonge medewerkers vallen in toenemende mate uit met overbelastingsklachten. Hierbij lijken zij onvoldoende toegerust/voorbereid op de arbeidsbelasting die het vak van groepsleerkracht met zich meebrengt. Door oudere medewerkers wordt in toenemende mate problemen met de administratieve werklast aangekaart en zij geven ook aan moeite te hebben met de digitale ontwikkelingen binnen het onderwijs (digibord, computer). Vervangingsfonds Onderstaand is de stand van het laatste jaar van de premiedifferentiatie ten opzichte van de landelijke premie weergegeven. Cursusjaar Bestuur Premie Declaratie Verhouding Trede Toeslag In Euro s ,90% 0-0,20% Het laatst genoemde bedrag krijgt het bestuur uitgekeerd in Personeelsgegevens Bij de Stichting werken ongeveer 343 personeelsleden verdeeld over 242,68 fte. Dit resulteert in een parttime factor van 70,8%. Vrouwen zijn bij de Stichting veruit in de meerderheid (84,3%). De 242,68 fte zijn als volgt verdeeld per leeftijdscategorie. Gem fte incl bapo t/m 24 6,8000 7, , , t/m 34 28, , , , t/m 44 27, , , , t/m 54 33, , , , t/m 59 16, , , , ,6000 3,7000 4, ,4324 Eindtotaal 116, , , ,

20 Invoering functiemix In 2010 heeft de projectgroep Functiemix alles in gang gezet om in korte tijd de invoering van de functiemix binnen scholen van Aves mogelijk te maken. Door middel van een tweedaagse voor directeuren en informatiebijeenkomsten voor medewerkers onder begeleiding van adviseurs van Beekveld en Terpstra is het gelukt om in december 2010 alle noodzakelijke documenten paraat te hebben om ze vervolgens begin 2011 voor te leggen aan de personeelsgeleding van de GMR. Het streven om in augustus 2011 een tweede groep LB-leraren aan te stellen binnen Avesscholen lijkt daarmee te slagen. 6. ONDERWIJS. Binnen de portefeuille onderwijs heeft 2010 in het teken gestaan van kennismaking en afstemming. Van groot belang is geweest dat er vanaf de start een systematiek is vastgesteld met directeuren op basis waarvan tussenresultaten van scholen werden gevolgd en doorgesproken door een lid van het CvB. In 2010 is er één school geweest die tussen februari en oktober het predikaat zwak heeft gekrgen van de inspectie. Door eigen interventies is dit binnen een kalederjaar weer gecorrigeerd. Vanaf september zijn alle directeuren en teams gestart met het traject om te komen tot een nieuw schoolplan. De verwachting is dat alle scholen met ingang het schooljaar een nieuw schoolplan paraat hebben voor een planperiode van opnieuw 4 jaar. In het najaar 2010 kwamen de berichten los over bezuinigingen die op stapel staan in combinatie met een stelselwijziging voor passend onderwijs. Binnen de regio waar Aves opereert is reeds een goedlopende samenwerking aanwezig tussen schoolbesturen van verschillende scholentypes. Het streven is om de besluitvorming rondom Passend Onderwijs mede te beïnvloeden zodat de goede samenwerking en de goede onderwijskwaltieit in onze regio op hetzelfde peil te houden. 7. IDENTITEIT. In 2010 is uitvoering gegeven aan de afspreken vanuit de fusiebesprekingen over identiteit. Er zijn twee identiteitscommissies actief gestart in Zij hebben gewerkt aan teksten die in 2011 door de verschillende geledingen zullen worden besproken. Tevens is een start gemaakt met een pilotgroep van leraren die zich verder laten bekwamen voor het diploma openbaar onderwijs. 8. MATERIËLE ZAKEN EN HUISVESTING. De jaren 2010 en 2011 staan in het teken van het invoeren van de openbare scholen bij het Onderwijsbureau. (rode mappen, investeringen en reserveringen groot onderhoud) Eind 2011 moet het vertrekpunt voor alle scholen gelijk zijn. Naast de reguliere planning (MOP's ed.) loopt er een subsidietraject binnenmilieu en daarnaast een onderzoeksproject binnenklimaat van de GGD. Valbescherming wordt door de gemeente op alle scholen aangebracht. Het CvB is voornemens om in 2012 te onderzoeken of verdere investeringen in binnenklimaat rendabel zullen zijn. 19

21 9. FINANCIËN. De bestuurlijke inrichting van de Stichting is een model met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. De structuur is beschreven in de notitie professionalisering bestuurlijke inrichting en stoelt op de volgende principes: Educatief Partnerschap, Participatief besturen en Policy Governance Het besturen van de stichting vindt plaats door het College van Bestuur onder toezicht van de Raad van Toezicht. In nauw overleg met de verschillende geledingen stellen we vast wat er nodig is om deze nieuwe structuur goed vorm te geven. Verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd. De organisatie en inrichting van de stichting ondersteunen de uitvoerders effectief en duidelijk. Het leveren van kwaliteit is daarbij richtinggevend. Algemene Ontwikkeling Teldatum Aantal leerlingen Perc. onderbouw Personele Bekostiging % Schooljaar % Schooljaar % Schooljaar % Schooljaar % Schooljaar Fusiedatum % Schooljaar Prognose % Schooljaar Prognose % Schooljaar Prognose % Schooljaar De personele bekostiging vanuit het ministerie is gebaseerd op de teldatum per 1 oktober en geldt voor het daarop volgende schooljaar. Uit de gegevens van het aantal leerlingen blijkt dat tot en met oktober 2008 sprake is van een dalende trend. Per oktober 2009 is er een kleine stijging van het leerlingaantal zichtbaar, om daarna weer een dalende trend te laten zien. Het verwachte percentage onderbouw zal nagenoeg gelijk blijven. Wat betreft de personele inzet heeft Aves er voor gekozen om de zogenaamde T systematiek te hanteren. Dit houdt in dat de personele inzet wordt gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het betreffende schooljaar. Deze systematiek wijkt af van de bekostiging van het ministerie, welke gebaseerd is op de T-1 systematiek. Hierbij wordt de personele bekostiging (van het ministerie) gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. Er is binnen Aves gekozen voor de T systematiek om de inzet van personeel te baseren op basis het aantal, dat daadwerkelijk in het betreffende kalenderjaar op school aanwezig zijn. Dit om de kwaliteit van het onderwijs op peil te kunnen houden. Uit de gegevens van het aantal leerlingen blijkt dat er vanaf oktober 2010 sprake is van een dalende trend van zowel het aantal leerlingen als in het aandeel van de onderbouw in de komende jaren. Hierdoor is de verwachting dat de vergoeding van het ministerie voor de personele bekostiging de komende jaren verder zal dalen. 20

22 Vermogenspositie Liquiditeit 4,80 3,16 Solvabiliteit 75,2% 69,4% Kapitalisatiefactor 51,7% 54,7% Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen 45,7% 48,8% De kengetallen die iets zeggen over de financiële positie van Aves zijn: liquiditeit, solvabiliteit en kapitalisatiefactor. De liquiditeit geeft aan in hoeverre Aves in staat is om op tijd haar schulden te kunnen betalen en de solvabiliteit geeft aan in hoeverre de stichting in staat is om in geval van liquidatie aan haar verplichtingen kan voldoen. De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen het geïnvesteerde vermogen ten opzichte van de totale baten. Dit kengetal signaleert of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Hierbij wordt een bovengrens gehanteerd van 35% voor grote instellingen en 60% voor kleine instellingen. In bovenstaand overzicht is ook de kapitalisatiefactor weergegeven indien geen rekening wordt gehouden met het privaat vermogen. Ten aanzien van de beoordeling van de financiële positie van Aves is het volgende van belang: De onderneming is liquide bij een ratio van 1 of meer en de onderneming is solvabel wanneer het percentage hoger dan of gelijk is aan 25%. Verder heeft de Stichting in haar financieel beleidsplan het weerstandvermogen vastgesteld op minimaal 15%. De kengetallen worden enerzijds beïnvloed door het exploitatieresultaat en anderzijds door de gerealiseerde investeringen. De financiële positie van de stichting is ten opzichte van 2009 licht gedaald. Dat de liquiditeit lager ligt dan in 2009, wordt veroorzaakt door toename van de crediteuren onder kortlopende schulden. Ook de solvabiliteit is gedaald. Deze daling kan tevens worden toegeschreven aan de stijging van de kortlopende schulden. Hierdoor is het totale vermogen in verhouding meer gestegen dan het eigen vermogen. Samenvatting vermogenspositie Aves heeft over het kalenderjaar 2010 wederom een positief resultaat behaald. Aangezien de financiële positie van Aves nagenoeg gelijk is gebleven, kan gesteld worden dat Aves er financieel gezien goed voor staat en in staat is om in de toekomst tegenvallers op te vangen. Gelet op de meerjarenbegroting van 2011 zijn de verwachte resultaten voor de komende jaren licht negatief, door de gestelde beleidskeuzes van Aves. Exploitatieresultaat BATEN Realisatie 2010 Begroting 2010 Realisatie 2009 Rijksbijdrage OC en W , , ,91 Overige Overheidsbijdragen , , ,56 Overige Baten , , ,55 Totale Baten , , ,02 21

23 LASTEN Realisatie 2010 Begroting 2010 Realisatie 2009 Personele Lasten , , ,21 Afschrijvingslasten , , ,21 Huisvestingslasten , , ,65 Overige Lasten , , ,42 Totale Baten , , ,49 RESULTAAT Realisatie 2010 Begroting 2010 Realisatie 2009 Saldo Baten en Lasten , , ,47 Financiële Baten en Lasten , , ,36 Buitengewone Baten en Lasten Netto Exploitatie resultaat , , ,89 In het fusiejaar is een positief exploitatieresultaat over 2010 gerealiseerd van Baten De realisatie van de totale baten is 2,5% hoger dan de begroting. Zoals uit onderstaande grafiek blijkt is de Stichting in belangrijke mate afhankelijk van de overheid (ministerie en gemeente). De opbrengsten bestaan grotendeels uit de Rijksbijdragen van het OCW (96%). De realisatie van de Rijksvergoeding OCW is hoger dan aanvankelijk was begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de normaanpassingen van het ministerie en de aanvullende vergoeding van de GPL Daarnaast zijn er meer niet geoormerkte subsidies gerealiseerd dan begroot: subsidie binnenmilieu en de bestemmingsbox taal en rekenen. Deze regelingen waren in 2009 nog niet van toepassing. Verder zijn de ontvangen vergoedingen t.a.v. geïndiceerde leerling (meer LGF leerlingen dan begroot) en de impulsregeling hoger. De rijksvergoeding asielzoekers is lager uitgevallen doordat de teldatum van het aantal leerlingen later valt dan begroot ( 2011). De overige overheidsbijdragen zijn fors lager doordat de schoolbegeleidingsgelden niet juist in de begroting zijn opgenomen. 22

24 De overige baten zijn daarentegen hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de hogere realisatie van het Samenwerkingsverband. Deze hogere realisatie wordt veroorzaakt door gewijzigde afspraken met het Samenwerkingsverband, waarbij de inkomsten naar de schoolbesturen gaan en hier zelf de kosten dragen. Lasten De realisatie van de totale lasten is 0,9% hoger dan de begroting 2010 en 0,5% hoger dan in het kalenderjaar Door de afhankelijkheid van het aantal leerlingen gelet op de opbrengsten en doordat de kosten op korte termijn voor een groot deel niet te beïnvloeden zijn, is het belangrijk de ontwikkeling van het aantal leerlingen in de gaten te houden, zodat tijdig de noodzakelijke maatregelen genomen kunnen worden. Zoals uit onderstaande grafiek blijkt bestaan de kosten in belangrijke mate uit personele lasten, te weten 85%. Andere belangrijke kosten zijn de Huisvestinglasten met een aandeel van 5% en de overige lasten met een aandeel van 8%. De lasten zijn ten opzichte van 2009 met nog geen hele procent gestegen en dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de stijging van de afschrijvingslasten en de overige lasten. Vooral de stijging van de afschrijvingslasten dragen bij aan het verschil tussen de begroting 2010 en de realisatie De personele lasten zijn ten opzichte van de begroting gelijk gebleven en in vergelijking met de voorgaand jaar zijn deze kosten 3% hoger uitgevallen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat in de het voorgaand jaar meer is ingezet i.v.m. gerealiseerde groeitellingen. Er is in 2010 meer ingezet op rugzakleerlingen, eigen rekening, BAPO en projecten. Tegenover de hogere inzet rugzakleerlingen en projecten staan ook hogere inkomsten. Met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de mogelijkheid tot het vormen van een voorziening met het oog op toekomstige BAPO-lasten. Niet bestede voorzieningen die tot en met het verslagjaar 2009 zijn gevormd ter financiering van toekomstige BAPO-lasten vallen in het verslagjaar 2010 volledig vrij ten gunste van het eigen vermogen. 23

25 Verder dient vanaf 2007 een voorziening te worden opgenomen voor de kosten van jubilea van het personeel in geval van 25 jarig of 40 jarig dienstverband binnen het onderwijs. Dit is een in 2007 nieuw gevormde voorziening. De voorziening wordt opgebouwd voor het personeel dat langer dan 10 jaar in dienst is. Daarnaast wordt rekening gehouden met een blijfkans van het personeel. De vrijval in 2010 bedraagt De afschrijvingskosten zijn 9,9% ten opzichte van 2009 nagenoeg gelijk en 9,6% hoger dan wat voor 2010 was begroot. De oorzaak hiervan is dat er in de begroting geen rekening is gehouden met de afschrijvingskosten m.b.t. de geactiveerde inventaris van de voorheen openbare scholen ( ) Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt hebben de afschrijvingkosten grotendeels betrekking op de kosten van inventaris en apparatuur. Hieronder vallen ook de investeringen in ICT en de afschrijvingskosten geactiveerde inventaris (nulmeting). De verwachting is dat afschrijvingskosten de komende jaren nog wel zullen stijgen en dit effect wordt deels veroorzaakt door de verandering van de systematiek in 2006, waarbij tot dan een voorziening werd getroffen en sindsdien moet worden afgeschreven op de investeringen. De huisvestingskosten zijn fors lager dan de realisatie van het kalenderjaar 2009 (23,2%) en lager dan de begroting voor 2010 (3,4%). Alleen de gemaakte schoonmaakkosten overschrijden de begroting. Deze waren niet juist in de begroting meegenomen. Alle overige posten laten een onderschrijding zien. De kosten van onderhoud zijn lager dan begroot door de kosten van klein onderhoud. Dit zijn de noodzakelijke kosten die niet onder preventief onderhoud verwerkt kunnen worden en die, gelet op de veiligheid en preventie, gemaakt moeten worden. Deze kosten verschillen jaarlijks. De water en energielasten zijn fors lager dan in 2009, omdat in 2009 de afrekeningen ontvangen in augustus hoger uitvielen door een hoger gebruik. De overige lasten zijn 12,9% hoger dan de realisatie over 2009 en 7,1% lager dan voor 2010 is begroot. Deze kosten hebben betrekking op de kosten van administratie en beheer; de kosten van 24

26 inventaris en apparatuur; de kosten van leermiddelen en de overige kosten. Deze kosten zijn hoger dan begroot. De kosten van administratie en beheer hebben o.a. de maken met de reproductiekosten, licentiekosten en onderhoudscontracten ICT. Deze kosten laten een overschrijding zien. Dit wordt vooral veroorzaakt door prijsstijgingen en een stijging van het aantal leerlingen. De uitgaven ten aanzien van leermiddelen zijn hoger door de aanschaf van leermiddelen ten laste van bovenschools algemeen (hier staat een subsidie tegenover) en OLP gehandicapte leerling (hier staat een hogere vergoeding rugzakleerlingen tegenover). Deze overige kosten hebben betrekking op de kosten van contributies; jubilea; abonnementen, verzekeringen; activiteiten en projecten. De realisatie van deze laatste twee posten is hoger dan begroot en heeft betrekking op fusiekosten. De kosten van het samenwerkingsverband waren niet begroot, maar wel gerealiseerd. Hier staat een bate tegenover Treasurybeleid In 2010 heeft de RvT het treasurybeleid voor Aves goedgekeurd. Het treasurybeleid is conform de richtlijn beleggen en belenen van het ministerie van OC&W. Het gemiddeld gerealiseerd rendement bedraagt 2% in

27 40662 Aves Staat van baten en lasten Scholen Begroting 2011 Bovenschools Algemeen Begroting 2011 Bovenschools Management Begroting 2011 Totaal Organisatie Begroting Rijksbijdrage OCW Budget voor personeelsbeleid Materieel Personeel Geoormerkte subsidies Niet geoormerkte Subsidies Overige Overheidsbijdragen Bijdrage gemeente Overige Overige Baten Verhuur Detachering personeel Ouderbijdrage Overige Personele lasten Salariskosten Directie Salariskosten OP Salariskosten OOP Uitzendkrachten, declaranten Overige personele lasten Scholing/opleiding Uitkeringen Afschrijvingslasten Gebouwen Inventaris en apparatuur Leermiddelen Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Water en energie Schoonmaakkosten Heffingen Bewaking en beveiliging Tuinonderhoud Overige lasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leermiddelen Overige Totaal baten Totaal lasten Saldo Baten en Lasten Financiële baten en lasten Begroot resultaat