De probabilistische methode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De probabilistische methode"

Transcriptie

1 De probabilistische methode Sui Yung Cheung 11 augustus 2008 Bachelorscriptie Begeleiding: Dr. D.C. Gijswijt KdV Instituut voor wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam

2 Samenvatting Deze bachelorscriptie gaat over de probabilistische methode. Deze is een nietconstructieve bewijsmethode, die alleen de existentie van bepaalde objecten aantoont. De probabilistische methode komt ruwweg gezegd op het volgende neer: Zij V een verzameling objecten en construeer hierop een geschikte kansruimte. Als nu de kans dat een object uit V een bepaalde eigenschap heeft, positief is, dan bestaat er een object in V met die eigenschap. Deze methode is erg krachtig en om deze kracht te laten zien, wordt er in deze scriptie onder andere aandacht besteed aan een stelling van Erdös. Deze stelling geeft aan dat er grafen bestaan zonder korte cykels, maar die wel veel kleuren nodig hebben om de punten van die grafen mee te kleuren. Dit is een verrassend resultaat en het bewijs van deze stelling gaat dus met behulp van de probabilistische methode. Naast deze stelling wordt er ook gekeken naar het Crossinglemma en het Local lemma van Lovász met een toepassing op Ramsey-getallen. Deze resultaten geven een goede indruk van de werking van de probabilistische methode. Gegevens Titel: De probabilistische methode Auteur: Sui Yung Cheung, scheung@science.uva.nl, Begeleider: Dr. D.C. Gijswijt Tweede beoordelaar: Dr. J.H. Brandts Einddatum: 11 augustus 2008 Korteweg de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit van Amsterdam Plantage Muidergracht 24, 1018 TV Amsterdam

3 Inhoudsopgave Inleiding 2 1 Het Crossinglemma 4 2 Een stelling van Erdös 14 3 Het Local lemma van Lovász Toepassingen van het Local lemma op Ramsey-getallen De Ramsey-getallen R(k, 3) en R(k, 4) Conclusie 29 Populaire samenvatting 30 Verrassende resultaten Het Crossinglemma Local lemma en Ramsey-getallen Bibliografie 34 1

4 Inleiding Is het bewijzen van wiskundige stellingen als een ware sport voor je? Vind je het leuk om nieuwe bewijsmethoden te leren kennen? Dan hebben wij hier een prachtige methode voor je, genaamd de probabilistische methode. De probabilistische methode is een zeer krachtige, niet-constructieve bewijsmethode. De methode komt op het volgende neer: Als in een verzameling objecten, waarop een geschikte kansruimte is gedefinieerd, de kans dat een object een bepaalde eigenschap wel heeft, positief is, dan is er een object in die verzameling met die eigenschap. Het is meestal erg lastig om dat object te vinden met die bepaalde eigenschap, maar daar gaat het bij ons niet om. Wij willen steeds alleen de existentie van zo n object bewijzen en daarvoor is deze probabilistische methode zeer handig. Een voorbeeld van een toepassing van deze methode is dit experiment: stel dat we een vaas hebben met allemaal gekleurde knikkers erin en we gaan uit die vaas één knikker trekken. Als de kans dat wij nu een knikker met een bepaalde kleur trekken, positief is, dan weten we dat er een knikker in die vaas moet zijn met die kleur. Paul Erdös ( ) heeft een groot aandeel gehad in de ontwikkeling van de probabilistische methode. Dat is ook de reden da de probabilistische methode ook wel de methode van Erdös wordt genoemd. Hij heeft samen met Alfred Rényi ( ) veel over deze methode geschreven[1]. Ze hebben heel veel problemen opgesteld die met behulp van de probabilistische methode opgelost konden worden. Veel van deze problemen zijn echter nog niet opgelost, maar men vermoedt wel dat deze met de probabilistische methode bewezen kunnen worden. In deze scriptie zullen veel termen over grafen komen, daarom zal er nu een korte samenvatting volgen over de belangrijkste begrippen uit de grafentheorie. Een graaf G = (V, E) bestaat uit een verzameling V van punten en een verzameling E van paren {u, v} uit V waartussen een lijn loopt. Hierbij is V steeds eindig. Een simpele graaf is een graaf waar tussen elk tweetal punten maximaal één lijn loopt, en er komen geen lijnen voor die een punt als begin-en eindpunt heeft, dus er komen geen lussen voor. Een graaf die wel meerdere lijnen heeft tussen twee punten en/of wel lussen heeft, heet een multigraaf. Als twee punten u en v uit V verbonden zijn met elkaar door een lijn, dan zijn die twee punten buren van elkaar. Laat G = (V, E) een graaf zijn. Dan is H = (V, E ) een deelgraaf van G als V V, E E en elke lijn in E heeft eindpunten in V. Een onafhankelijke verzameling is een deelverzameling van de puntenverzameling V zodanig dat er geen lijnen tussen die punten lopen. Een gesloten wandeling is een rij punten in V (u 1,..., u k ), zodanig dat u i en u i+1 verbonden zijn met elkaar voor alle i = 1,..., k 1 en u 1 = u k. Een cykel van een graaf is een gesloten wandeling (u 1,..., u k ) (k 4) met de eigenschap dat u 2 2

5 tot en met u k verschillend zijn. De lengte van de kortste cykel in je graaf is de girth van die graaf. Als je graaf geen cykels heeft, dan is de girth oneindig. Van een graaf kun je de punten kleuren zodanig dat punten die buren zijn niet dezelfde kleur hebben. Het minimaal aantal kleuren dat je nodig hebt om een graaf G te kleuren is het chromatisch getal (notatie χ(g)) van die graaf. Dat waren de belangrijkste begrippen in de grafentheorie die wij nog nodig hebben in het vervolg van deze scriptie. We zullen in deze scriptie de werking van de probabilistische methode aan de hand van een aantal voorbeelden duidelijk maken. Aan bod zullen komen: het Crossinglemma, de stelling van Erdös over grafen met hoge girth en hoog chromatisch getal en het Local lemma van Lovász met een toepassing ervan op Ramsey-getallen. Het Crossinglemma vind je terug in Hoofdstuk 1, in Hoofdstuk 2 kun je lezen over een stelling van Erdös en in Hoofdstuk 3 vind je alles over het Local lemma van Lovász met een toepassing op Ramsey-getallen. We zullen als eerste het Crossinglemma gaan beschouwen. 3

6 Hoofdstuk 1 Het Crossinglemma Een lemma waar de probabilistische methode bij wordt toegepast is het Crossinglemma. Voordat wij gaan vertellen wat het Crossinglemma inhoudt, zullen we eerst wat voorbereidingen treffen. Laat G = (V, E) een simpele graaf zijn met n punten en m lijnen 1. We kunnen G tekenen in het vlak en dan kunnen wij zien hoeveel kruisingen G heeft. Van al deze tekeningen nemen wij steeds een tekening met het minste aantal kruisingen. Het aantal kruisingen van deze tekening wordt dan het kruisingsgetal van de graaf G genoemd en deze noteren we met cr(g). In een tekening met minimaal aantal kruisingen komen deze niet voor: Er zijn geen lijnen die zichzelf kruisen. Lijnen met hetzelfde eindpunt kunnen elkaar niet kruisen. 1 Wij zullen in deze scriptie steeds aannemen dat een graaf simpel is, tenzij anders vermeld. 4

7 Twee verschillende lijnen kunnen elkaar niet twee keer kruisen. We zullen verder ook aannemen dat er niet meerdere lijnen door één punt lopen. Nu hebben we genoeg voorbereidingen getroffen. Het Crossinglemma luidt nu: Stelling 1.1 (Crossinglemma). Laat G een graaf zijn met n punten en m lijnen. Dan geldt: cr(g) K m3 n 2. Hierbij is K een bepaalde constante, die niet afhangt van n en m. Ons probleem is nu om K zo te kiezen, dat onze afschatting zo scherp mogelijk wordt. Het bewijs van deze stelling gaat dan met behulp van de probabilistische methode. Tot voor kort was de beste afschatting K = 1, onder de voorwaarde dat m 7,5n [7]. 33,75 In 2004 werd deze afschatting verscherpt tot: K = 1 met als eis m 7n [8]. Dit is de 31,1 beste afschatting die tot nu toe bekend is. Wij zullen eerst het geval K = 1 beschouwen, 64 daarna K = 1. 33,75 Stelling 1.2. [1] Laat G een simpele graaf zijn met n punten en m lijnen en zij m 4n. Dan geldt: cr(g) 1 64 m3 n 2. Om deze stelling te bewijzen, hebben wij het volgende lemma nodig. Lemma 1.3. Laat G een simpele graaf zijn met n punten en m lijnen. Dan geldt: cr(g) m 3n

8 Bewijs. Stel dat G getekend is in het vlak en laat cr(g) het aantal kruisingen van G zijn. Uit G construeren we een graaf die we G zullen noemen. Dit doen wij als volgt: de punten van G zijn de punten van G samen met de kruisingen van G. De kruisingen van G zijn nu dus punten geworden in G. Graaf G wordt graaf G. Nu weten we dat het aantal punten van G gelijk is aan n + cr(g). Verder is het aantal lijnen van G gelijk aan m + 2cr(G), want elk nieuw punt heeft graad 4. Wegens Eulers formule geldt voor een willekeurige graaf G met n 3 punten en m lijnen dat m 3n 6. Voor onze graaf G geldt dus m + 2cr(G) 3 (n + cr(g)) 6 en hieruit volgt dan makkelijk cr(g) m 3n + 6. Nu wij dit weten, kunnen wij het Crossinglemma gaan bewijzen voor K = Bewijs. Beschouw een tekening van G in het vlak en laat p (0, 1), waarbij wij p straks handig zullen kiezen. Construeer nu een geïnduceerde deelgraaf G van G als volgt: kies willekeurig de punten uit G met kans p en onafhankelijk van elkaar. Wegens Lemma 1.3 geldt cr(g ) m + 3n 0, waarbij m het aantal lijnen is van G en n het aantal punten van diezelfde graaf. Als we dit nu weten, dan weten we ook dat de verwachting van cr(g ) m + 3n groter is dan 0, dus Verder geldt: E(cr p (G ) m p + 3n p) 0. E(n p) = np; E(m p) = mp 2, want een lijn van G is een lijn van G dan en slecht dan als de twee eindpunten van die lijn in G zitten; E(cr p (G )) = cr(g)p 4, want een kruispunt in G is een kruispunt in G dan en slechts dan als de vier eindpunten van de lijnen waarmee dit kruispunt wordt opgespannen ook in G zitten. 6

9 Een kruispunt in G is een kruispunt in G dan en slechts dan als de vier eindpunten van de lijnen waarmee dit kruispunt wordt opgespannen ook in G zitten. Wegens de lineariteit van de verwachting volgt nu: Dit kunnen wij weer omschrijven tot: 0 E(cr p (G ) m p + 3n p ) = E(cr p (G )) E(m p ) + 3E(n p ) = cr(g)p 4 mp 2 + 3np. cr(g) mp 2 3np 3. Kies nu p = 4n, dan is p 1 wegens onze aanname dat 4n m. Met deze keuze van p m volgt cr(g) 1 m3. 64 n 2 Merk op dat we in het vorige bewijs een scherpere afschatting konden verkrijgen door voor p de waarde te nemen waarvoor mp 2 3np 3 maximaal is. Dat is voor p = 9 n. Zo 2 krijgen we dan K = 4 met als eis dat 9 n m. Er bestaan echter scherpere afschattingen dan deze, bijvoorbeeld K = 1 33,75. Stelling 1.4. [7] Laat G een graaf zijn met n punten en m lijnen. Dan geldt: Hierbij is de voorwaarde m 7,5n. cr(g) 1 33,75 m3 n 2. Het bewijs van deze stelling gaat ongeveer net als voor K = 1. Alleen werd er toen 64 gebruikgemaakt van cr(g) m 3n + 6. Bij onze nieuwe K gebruiken wij de afschatting cr(g) 5m 25m Deze levert ons dan die betere afschatting op. Dit bewijs is ook te vinden in [7]. Voor het bewijs hebben wij wat hulpstellingen nodig, die dus ook in [7] staan. Stelling 1.5. Zij G een graaf in het vlak met als eigenschap dat alle lijnen van G gekruist worden door hoogstens k andere lijnen, waarbij 0 k 4. Dan geldt: m (k + 3)(n 2). 7

10 Bewijs. Zij M een multigraaf in het vlak (i.e. een graaf waarbij meerdere lijnen tussen dezelfde punten mogen voorkomen) met als eigenschap dat elke lijn van M gekruist wordt door hoogstens k andere lijnen. Noem M de maximale, planaire deelmultigraaf van M. Hiermee bedoelen wij dat M een planaire deelmultigraaf van M is met het hoogste aantal lijnen. Laat Φ 1,..., Φ m de facetten van M zijn. Met Φ i zullen wij het aantal lijnen langs de de rand van Φ i aangeven. Hierbij worden de bruggen dubbel geteld. Nu volgt dat elke lijn e M M minstens één lijn van M moet kruisen, want M is maximaal. Nu definiëren wij een halflijn als het stukje van zo n lijn vanaf het eindpunt tot de eerste kruising met een lijn van M. Zij nu h(φ i ) het aantal halflijnen in Φ i. Voor het bewijs van deze stelling hebben wij nog de volgende twee lemma s nodig. Lemma 1.6. Zij M een multigraaf in het vlak met als eigenschap dat elke lijn gekruist wordt door hoogstens k andere lijnen, waarbij 0 k 4. Zij M een maximale planaire deelmultigraaf van M en noteer een facet daarvan met Φ. Laat verder s := Φ 3. Neem aan dat deze rand samenhangend is. Dan geldt h(φ) (s 2)(k + 1) 1. Bewijs. We gaan dit lemma bewijzen met behulp van inductie over s. Laat s = 3, dan moet er bewezen worden dat h(φ) k voor k = 0,..., 4. Laat A, B en C de punten zijn van Φ en zij a, b en c het aantal halflijnen die vertrekken uit respectievelijk A, B en C. Het geval k = 0 is triviaal, dus laten wij kijken naar de gevallen k = 1,..., 4: Laat k = 1 en stel dat er een lijn e vanuit A vertrekt (dus a = 1). Deze snijdt dan BC, dus er kunnen geen lijnen meer zijn die vanuit B en/of C vertrekken, want anders krijgt e meer dan één kruising. Nu volgt a = 1 en b = c = 0, dus h(φ) = a + b + c = 1 k = 1. C A B Als a = 1, dan moet b = c = 0. Stel nu dat k = 2. Als a = 2, dan krijgen we hetzelfde verhaal als net, namelijk dat b = c = 0. Stel nu dat a = b = 1. Als er nu nog een lijn zou vertrekken uit A, B of C, dan krijg je meer dan twee kruisingen. We concluderen: h(φ) = a + b + c = 2 k = 2. 8

11 C C A B A B De gevallen a = 2, b = c = 0 en a = b = 1, c = 0. Neem nu aan dat k = 3. Het enige geval dat problemen zou kunnen opleveren is a = b = 2 en c = 0, want de overige gevallen gaan ongeveer net als bij k = 1 en 2. Dit probleemgeval kunnen we nu uitsluiten, want als wij BC zouden verwijderen en in plaats daarvan die twee lijnen die uit A vertrekken zouden toevoegen, dan verkrijgen wij hiermee een planaire deelmultigraaf die meer lijnen bevat dan M, terwijl M al maximaal is. Zo sluiten we dit ene probleemgeval uit en volgt dus h(φ) k = 3. C C A B A B Het geval a = b = 2 en c = 0 kunnen wij uitsluiten. Voor k = 4 kunnen we alle probleemgevallen uitsluiten op dezelfde manier als bij k = 3. Het enige probleemgeval bij k = 4 is als a = 3, b = 2 en c = 0. Verwijder nu AC en voeg die twee lijnen toe die uit B vertrekken. Zo krijg je wederom een deelmultigraaf met meer lijnen dan M, terwijl M maximaal is. Dus nu hebben we wederom het probleemgeval uitgesloten en volgt h(φ) k = 4. C C A B A B Het geval a = 3,b = 2 en c = 0 kunnen wij uitsluiten. Stel dat s > 3 en neem aan dat h(φ) (s 2)(k + 1) 1 voor alle s < s. Zij A 1,..., A s de punten van ons facet Φ, met de wijzers van de klok mee genummerd. We zullen een kromme in Φ leeg noemen als deze geen halflijn in Φ doorsnijdt. We beschouwen twee gevallen: 9

12 1. Bij dit geval nemen wij aan dat er een halflijn e = A i E in Φ bestaat met E als virtueel punt van de graaf op de zijde A j A j+1. Neem verder aan dat, òf de kromme A j E is leeg en i j 1, òf de kromme EA j+1 is leeg en i j Stel nu dat er niet halflijnen in Φ zijn die voldoen aan de voorwaarden van het eerste geval. Bij het eerste geval kunnen we het gestelde bewijzen door allerlei transformaties te verrichten op het facet. Zo ontstaat er een nieuw facet met evenveel punten en lijnen. Dit nieuwe facet wordt dan door een bepaalde lijn verdeeld in tweeën, waardoor je op beide delen de inductiehypothese kunt toepassen. Zo kun je dan het gestelde bewijzen. Voor het tweede geval mogen we aannemen dat het facet Φ slechts één lege zijde heeft en dat er drie opeenvolgende niet-lege zijden zijn. Door nu te gaan kijken naar hoe de halflijnen kunnen lopen, kun je dit tweede geval uitsluiten, want je krijgt steeds een tegenspraak met de maximaliteit van de planaire deelgraaf. Zo kunnen we het bewijs afronden. Voor meer details kun je terecht in [7]. We hebben nog een lemma nodig voor het bewijs van Stelling 1.5: Lemma 1.7. Laat Φ een facet zijn van onze maximale planaire deelmultigraaf M met minstens 3 zijden. Dan voldoet het aantal halflijnen van Φ aan h(φ) t(φ)k + Φ 3. Met t(φ) bedoelen wij het aantal driehoeken van een triangulatie van Φ. Bewijs. Als de rand van Φ samenhangend is, dan volgt met behulp van het vorige lemma en dat t(φ) = Φ 2 het gestelde. Neem nu aan dat de rand van Φ niet-samenhangend is. Dan is het aantal halflijnen h(φ) in Φ hoogstens Φ k. Verder geldt dan t(φ) Φ. Met deze gegevens is het dan eenvoudig het gestelde af te leiden. Met behulp van deze twee lemma s zijn wij nu in staat om Stelling 1.5 te bewijzen. Laat G een simpele graaf in het vlak zijn. Stel verder dat alle lijnen van G gekruist worden door hoogstens k andere lijnen, waarbij k = 0,..., 4. Noem G de maximale, planaire deelgraaf van G en zij verder Φ 1,... Φ m de facetten van G. Voor een triangulatie van één zo n facet Φ i heb je minstens Φ i 3 lijnen nodig. Dus dan hebben wij m(g ) 3n(G) 6 m ( Φ i 3). We weten echter ook dat elke lijn in G G twee halflijnen bevat, dus wegens onze lemma s volgt dan: i=1 m(g G ) 1 2 m (t(φ i )k + Φ i 3). i=1 10

13 Als we deze laatste ongelijkheden optellen en dan gebruikmaken van dat het totaal aantal driehoeken voldoet aan i t(φ i) = 2n(G) 4, dan volgt er: m(g) 3n(G) (t(φ)k ( Φ 3)) 2 3n(G) 6 + (n(g) 2)k Φ = (k + 3)(n(G) 2). Dit was precies wat we moesten bewijzen. Met behulp van de voorgaande resultaten kunnen wij nu een belangrijk gevolg afleiden: Gevolg 1.8. Zij G een graaf met n punten en m lijnen. Neem verder aan dat n 3. Dan geldt voor het kruisingsgetal van G: Bewijs. Stel dat m 3n 6. Dan geldt: cr(g) 5m 25n m 25n (3n 6) 25n + 50 = 10n + 20 = 10(2 n) < 0 cr(g). Hiermee volgt dat het gestelde waar is voor grafen met m 3n 6. Neem nu aan dat G voldoet aan m > 3n 6. Laat k gedefinieerd zijn als in Stelling 1.5. De grootste k die in graaf G voorkomt, noemen wij dan k(g). Nu weten we dat wegens diezelfde Stelling 1.5 geldt k(g) 1 4 (m (k + 3)(n 2)) (m (k + 3)(n 2)). k=0 Laat nu e de lijn zijn van G die gekruist wordt door de meeste lijnen en definieer G = G e en m = m 1. Dan volgt: cr(g) k(g) + cr(g ) k(g) + k(g) + k(g) 1 k=0 k(g ) 1 k=0 k=0 (m (k + 3)(n 2)) = (m (k + 3)(n 2)) k(g) 1 k=0 4 (m (k + 3)(n 2)) = 5n 25m k=0 Hiermee is dit gevolg bewezen. (m (k + 3)(n 2)) 11

14 Nu is het bewijs van Stelling 1.4 verder hetzelfde als bij K = 1. We hadden al opgemerkt 64 dat er een afschatting is van K die nog scherper is. Het gaat om K = 1. Deze afschatting 31,1 is op ongeveer dezelfde manier te vinden als in het geval k = 1. Voor details kun je 33,75 terecht in [8]. Het Crossinglemma is een belangrijk lemma om allerlei problemen in de discrete meetkunde mee op te lossen. Een voorbeeld hiervan is de volgende stelling: Stelling 1.9. [10] Als je n punten en l lijnen in het (Euclidische) vlak hebt, dan is het aantal incidenties tussen de punten en lijnen hoogstens c[(nl) 2/3 + n + l]. Hierbij is c een constante. Bewijs. We mogen aannemen dat alle lijnen in het vlak incident zijn met minstens één punt. Van die punten en lijnen in het vlak maken we een graaf G in het vlak. Dit doen wij door de n punten van het vlak als punten van G te nemen. Elk tweetal punten zullen we in de graaf verbinden als die twee punten in het vlak opeenvolgende punten zijn op een lijn in het vlak. Een voorbeeld van de geconstrueerde graaf in het vlak. De geconstrueerde graaf in het vlak heeft nu maximaal ( l 2) l 2 kruisingen. Het aantal punten op een lijn is 1 groter dan het aantal lijnen van de graaf langs die lijn, dus weten we dat het aantal incidenties i tussen de punten en de lijnen hoogstens l groter is dan het aantal lijnen in G. Het aantal punten van een lijn is 1 groter dan het aantal lijnen van de graaf langs die lijn. Met behulp van het Crossinglemma (Stelling 1.1 met als voorwaarde m 4n) weten wij nu dat l 2 cr(g) K m3 (i l)3 K, n2 n 2 waarbij K een constante is. Uit deze ongelijkheid volgt dan c[(nl) 2/3 + l] i, waarbij c een andere constante is dan K. Nu volgt c[(nl) 2/3 + n + l] c[(nl) 2/3 + l] i. 12

15 Neem nu aan dat 4n > m. We weten al dat i l + m, dus volgt 4n > m i l. Nu volgt i 4n + l c[(nl) 2/3 + n + l] voor zekere constante c. Hiermee is het bewijs geleverd van deze toepassing van het Crossinglemma. Er zijn nog veel meer van zulke toepassingen van het Crossinglemma. Een voorbeeld hiervan is: stel dat 2 k n. Voor n punten in het Euclidische vlak geldt dan dat het aantal lijnen l, dat minstens k van die punten bevat, hoogstens cn 2 /k 3 is. Ook deze steling is te bewijzen met behulp van het Crossinglemma. Voor nog meer van zulke toepassingen van het Crossinglemma kun je terecht in [10]. We zien dus dat het Crossinglemma een uiterst nuttig lemma is voor bijvoorbeeld de discrete meetkunde. Het geeft bovendien een goede indruk van de werking van de probabilistische methode. In het volgende hoofdstuk zullen we een stelling van Erdös gaan beschouwen. Deze laat nog meer zien hoe sterk de probabilistische methode is. 13

16 Hoofdstuk 2 Een stelling van Erdös In het vorige hoofdstuk hadden wij het Crossinglemma beschouwd. Daar zagen wij de kracht van de probablistische methode. Wij gaan in dit hoofdstuk een stelling van Erdös beschouwen. De stelling gaat over grafen met een hoge girth en een hoog chromatisch getal. De girth van een graaf is de lengte van het kortste circuit in je graaf. Wij zullen de girth van een graaf G steeds aanduiden met γ(g). Het chromatisch getal van een graaf is het kleinste aantal kleuren die je nodig hebt om de punten van de graaf mee te kleuren zo, dat punten die buren van elkaar zijn niet dezelfde kleur hebben. Om het idee van de stelling beter te schetsen, geven we hier eerst een constructie van bepaalde grafen. Er bestaat een constructie van grafen die geen driehoeken bevatten, maar die wel steeds meer kleuren nodig hebben om de punten van die grafen mee te kleuren. Deze constructie staat bekend als de Mycielski-constructie [1] en gaat als volgt: 1. Begin met twee punten die verbonden zijn met elkaar. Deze graaf noemen we G 2 en is twee-kleurbaar. De graaf G Uit G 2 construeren wij G 3 zo, dat deze geen driehoeken zal hebben en dat er drie kleuren nodig zullen zijn om de punten van G 3 te kleuren. Van de punten van G 2 maken wij een kopie. Neem nu een punt van G 2 en verbind deze met de kopieën van de buren van dit punt. Doe dit met alle punten van G 1. Zo ontstaat een nieuwe graaf die isomorf is met de vijfhoek. Deze graaf zal nu G 3 gaan heten. 14

17 De graaf G Zo kun je verder gaan met het construeren van G 4, G 5,.... Steeds zul je geen driehoeken krijgen in je grafen en je hebt steeds meer kleuren nodig om de punten mee te kleuren. De graaf G 4, ook wel de Grötzsch-graaf genoemd. We willen nu nog laten zien dat deze constructie ook echt werkt: Lemma 2.1. Laat de grafen G i gedefinieerd zijn als hierboven voor i = 1, 2,.... Dan geldt 1. χ(g i+1 ) = χ(g i ) + 1 voor alle i. 2. Als G i geen driehoeken bevat, dan heeft G i+1 ook geen driehoeken voor alle i. Bewijs. Het tweede punt is triviaal, want als G i geen driehoeken bevat, dan zal G i+1 per constructie ook geen driehoeken bevatten. Kijk nu naar het eerste punt. Het is voldoende om te laten zien dat χ(g i ) = i voor alle i. Dit doen we met behulp van inductie over i. We zien duidelijk dat χ(g 2 ) = 2. Neem nu aan dat voor alle k < i bewezen is dat χ(g k ) = k. Nu gaan we laten zien dat χ(g k+1 ) = k +1. We weten al dat χ(g k+1 ) k +1, want je kunt een kleuring van deze graaf geven met k + 1 kleuren. Stel nu dat χ(g k+1 ) = k. Beschouw een k-kleuring van de deelgraaf G k van G k+1. Kijk naar een willekeurige kleurklasse C. We weten dan dat er zeker een punt u in C moet zijn die verbonden is met een punt uit elke andere kleurklasse, want anders zouden we genoeg gehad hebben aan k 1 kleuren om G k mee te kleuren. Nu moet de kopie u van u dezelfde kleur krijgen als u. We hebben dus ook minstens k kleuren nodig om de kopieën mee te kleuren. Maar dan is er nog dat laatste punt waar alle kopiën mee verbonden zijn. Die moet dan een andere kleur krijgen, dus χ(g k+1 ) = k

18 De Mycielski-constructie geeft dus aan dat er grafen bestaan die geen driehoeken bevatten, maar die wel veel kleuren nodig hebben om de punten van die grafen mee te kleuren. De stelling van Erdös, die wij zullen beschouwen, geeft zelfs aan dat er grafen bestaan die dezelfde eigenschappen hebben als die van de Mycielski-constructie, maar deze grafen hebben dan ook geen vierhoeken, geen vijfhoeken enzovoorts. Deze stelling geeft dus aan dat er grafen bestaan met een hoge girth en een hoog chromatisch getal. Dit is zeer verrassend, want de betekenis is dat die grafen lokaal gezien twee-kleurbaar zijn, maar dat in zijn geheel de grafen veel kleuren nodig hebben om de punten mee te kleuren. Daarom wordt deze stelling ook als een echte klassieker beschouwd. G Lokaal is G 2-kleurbaar. De formulering van die stelling is: Stelling 2.2 (Erdös). [1], [2] Voor elke k > 0 en l > 0 is er een graaf G met γ(g) > l en χ(g) > k, waarbij γ(g) de girth is van de graaf G en χ(g) het chromatisch getal van G. Bewijs. Wij gaan deze stelling bewijzen met behulp van de probabilistische methode. Zij G(n, p) een kansruimte bestaande uit alle grafen op de punten van V = {v 1,..., v n }, waarbij een lijn voorkomt met kans p (0, 1). Deze p zullen we later handig kiezen. Of een lijn voorkomt in een graaf G G(n, p) is onafhankelijk van of andere lijnen in die graaf voorkomen. Als een graaf H G(n, p), met H heeft m lijnen, dan is de kans op de graaf H gelijk aan p m (1 p) (n 2) m. Dit is dus een Bernoulli experiment. We gaan eerst wat over χ zeggen. Laat α = α(g) de cardinaliteit zijn van de grootste onafhankelijke verzameling in graaf G. Een onafhankelijke verzameling is een deelverzameling van je puntenverzameling zodanig dat er geen lijnen tussen die punten lopen in de graaf. Als je een kleuring hebt van G met χ = χ(g) kleuren, dan weten wij dat elke kleurklasse ook een onafhankelijke verzameling is, dus volgt χα n, want de cardinaliteit van een willekeurige kleurklasse is kleiner of gelijk aan α. Laat G G(n, p). Kies nu 0 < θ < 1 en zij p = n θ 1. Definieer X als de stochastische l variabele die het aantal cykels van lengte l telt. Laat verder X C gedefinieerd zijn als: { 1 als C G, X C = 0 anders. 16

19 Hierbij is C een cykel van lengte i met 3 i l. Als nu W V van cardinaliteit i is, dan weten we dat er (i 1)! mogelijke cykels van lengte i op W zijn. Dus op V zijn 2 er dan ( ) n (i 1)! mogelijke cykels van lengte i. Nu weten we dat EX i 2 C = p i en ook geldt duidelijk EX = C EX C, wegens de lineariteit van de verwachting. Dus volgt nu: EX = E( C X C ) = C EX C = = = 1 2 l i=3 l i=3 ( ) n (i 1)! p i i 2 n(n 1)... (n i + 1) i! l i=3 l i=3 n(n 1)... (n i + 1) p i i n iθ 2i = o(n). (i 1)! p i 2 Nu gaan wij de Markov- De laatste gelijkheid is gerechtvaardigd, omdat 0 < lθ < 1. ongelijkheid gebruiken. Deze is als volgt: Lemma 2.3 (Markov-ongelijkheid). Voor a > 0 geldt: P(X a) EX a. Bewijs. We weten dat geldt Hieruit volgt dan P(X a) = E(1 {X a} ). ap(x a) = E(a1 {X a} ). Bovendien weten we dat als X < a, dan is a1 {X a} = 0 X en als X a, dan is a1 {X a} = a X. Dit geeft ons dat a1 {X a} X. Nu kunnen we de verwachting hiervan nemen E(a1 {Y X a} ) E(X) en delen door a geeft dan wat we wilden aantonen: P(X a) EX a. Met deze ongelijkheid volgt dan dat P(X n 2 ) = o(1). Nu willen we ook wat zeggen over α(g), dus de cardinaliteit van de grootste onafhankelijke verzameling in G. Kies r = 3 log n. De kans dat een verzameling van r punten p onafhankelijk is, is gelijk aan (1 p) (r 2). Dus volgt: 17

20 Laat n groot genoeg zijn, zodat P(X n 2 ) < 1 2 en P(α r) < 1 2. ( ) n P(α r) (1 p) (r 2) r n(n 1)... (n r + 1) = (1 p) (r 2) r! nr r! (1 2) p)(r n r (1 p) (r 2) = n r (1 p) r(r 1) 2 = (n(1 p) r 1 2 ) r (ne p(r 1) 2 ) r = o(1). Nu kunnen wij de probabilistische methode gebruiken, want er geldt: P({α r} {X n 2 }) P(α r) + P(X n 2 ) < 1. Met behulp van de complementregel voor kansen weten we dan dat er een graaf H G(n, p) is met minder dan n 2 cykels van lengte l en α(h) < 3n1 θ log n. Verwijder nu in elk van die cykels een punt en noem de graaf die dan ontstaat G. Dan voldoet G aan: 1. De girth van G is groter dan l, dus γ(g) > l. 2. Het aantal punten van G is minstens n α(g) α(h). Nu volgt met behulp van wat we in het begin van dit bewijs beredeneerd hadden (χα n): χ(g) n/2 3n 1 θ log n = n 6 log n. Kies nu n zo, dat χ(g) > k, dan is het bewijs hiermee afgerond. Deze stelling werd door Erdös zelf bewezen in [4]. Het vinden van constructies van grafen met een hoge girth en een hoog chromatisch getal is lastig, maar toch bestaan er zulke constructies. De Mycielski-constructie was dus ook zo n constructie. Er bestaan naast de Mycielski-constructie ook algemene constructies van grafen met willekeurig hoge girth en hoog chromatisch getal. Hoe deze constructies zijn is te lezen in [5] en [6]. De constructie van [5] is een graaf-theoretische constructie, terwijl de constructie van [6] inductief wordt gepresenteerd. 18

21 We hebben dus gezien dat de probabilistische methode zo krachtig is dat je er zeer verrassende vermoedens mee kunt bewijzen. De stelling van Erdös over grafen met een hoge girth en een hoog chromatische getal was een voorbeeld hiervan. Bovendien zien we bij deze stelling heel goed dat de probabilistische methode een niet-constructieve bewijsmethode is, dus de grafen met een willekeurig hoge girth en hoog chromatisch getal kunnen we niet met behulp van het bewijs van Erdös vinden. Toch bestaan er wel zulke constructies, zoals de Mycielski-constructie. Er bestaan zelfs algemene constructies van die speciale grafen. Nu hebben wij dus gezien hoe de probabilistische methode werkt bij het Crossinglemma en de stelling van Erdös. Het laatste wat wij zullen beschouwen is het Local lemma van Lovász. 19

22 Hoofdstuk 3 Het Local lemma van Lovász Ook het laatste lemma (het Local lemma van Lovász) dat wij zullen beschouwen is een mooi resultaat. In de wereld van de kansrekening geldt dat als je heel veel gebeurtenissen hebt die allemaal onafhankelijk zijn van elkaar, dat er dan een positieve kans is dat geen van die gebeurtenissen zal plaatsvinden. Het Local lemma geeft nu een manier om de kans af te schatten op het tegelijk plaatsvinden van een aantal gebeurtenissen, als deze niet onafhankelijk zijn. Voor we het Local lemma van Lovász gaan formuleren, is het belangrijk te weten wat een afhankelijkheidsgraaf is. Zij A 1,..., A n gebeurtenissen in een kansruimte. Een gerichte graaf D = (V, E) op V = {v 1,..., v n } is dan een afhankelijkheidsgraaf voor A 1,..., A n als voor elke i (1 i n), de gebeurtenis A i onafhankelijk is van {A j : (i, j) / E}. Het Local lemma luidt nu als volgt. Lemma 3.1 (Local lemma, algemene geval). [2] Zij A 1,..., A n gebeurtenissen in een kansruimte. Laat verder D = (V, E) een afhankelijkheidsgraaf zijn van A 1,..., A n. Stel dat er reële getallen x 1,..., x n bestaan zodanig dat 0 x i < 1 voor alle 1 i n. P(A i ) x i (i,j) E (1 x j) voor alle 1 i n. Dan geldt: In het bijzonder geldt ook: n P( A i ) i=1 n (1 x i ). i=1 n P( A i ) > 0. Bewijs. Laat S {1,..., n}, waarbij S cardinaliteit s < n heeft. behulp van inductie over s laten zien dat voor i S geldt: i=1 We gaan eerst met 20

23 P(A i j S A j ) x i. Voor s = 0 is het triviaal, want P(A i ) x i (i,j) E (1 x j) x i. Stel dus dat voor alle s < s het klopt. Definieer nu S 1 = {j S : (i, j) E}. Zij S 2 = S S 1. Merk op dat als S 1 leeg is, dat dan S 2 = S, dus volgt P(A i ) x i (i,j) E (1 x j) x i. We mogen dus aannemen dat S 1 niet-leeg is. Dan volgt P(A i j S A j ) = P(A i ( j S A j) P( j S A j) = P(A i ( l S 1 A l ) ( k S 2 A k )) P(( l S 1 A l ) ( k S 2 A k )) = P(A i ( l S 1 A l ) k S 2 A k )P( k S 2 A k ) P( l S 1 A l k S 2 A k )P( k S 2 A k ) = P(A i ( l S 1 A l ) k S 2 A k ) P( l S 1 A l. (3.1) k S 2 A k ) Nu is A i onafhankelijk van {A k : k A k }, dus kunnen wij de teller van (3.1) als volgt afschatten: P(A i ( l S 1 A l ) k S 2 A k ) P(A i k S 2 A k ) = P(A i ) x i (i,j) E Laat nu S 1 = {j 1,..., j r }. Dan volgt volgt voor de noemer van (3.1): (1 x i ). P(A j1... A jr A k ) = (1 P(A j1 A k )) (1 P(A j2 A j1 ( A k )))... k S 2 k S 2 k S 2 (1 P(A jr A j1... A jr 1 ( (1 x j1 )... (1 x jr ) (1 x j ). (i,j) E k S 2 A k ))) Met behulp van de laatste twee afschattingen volgt dan wat wij met inductie zouden bewijzen: 21

24 P(A i A j ) = P(A i ( l S 1 A l ) k S 2 A k ) P( j S l S 1 A l k S 2 A k ) x i (i,j) E (1 x i) (i,j) E (1 x j) = x i. Nu is het nog maar een kleine stap om het bewijs van het Local lemma te voltooïen: n P( i=1 n 1 A i ) = (1 P(A 1 )) (1 P(A 2 A 1 ))... (1 P(A n ( n (1 x i ). i=1 Hiermee is het bewijs van het Local lemma geleverd. Er is nu ook een symmetrische versie van het Local lemma: i=1 A i ))) Lemma 3.2 (Local lemma, symmetrische geval). [2] Laat A 1,..., A n een rij gebeurtenissen zijn zo, dat P(A i ) p voor alle 1 i n en zo, dat elke gebeurtenis A i onafhankelijk is van een verzameling A i van andere gebeurtenissen A j, op hoogstens d na. Als nu epd 1, dan n P( A i ) > 0. i=1 Bewijs. Zij d > 0, dan weten we dat er een afhankelijkheidsgraaf D = (V, E) is voor de gebeurtenissen A 1,..., A n. In deze graaf zijn de punten dus die n gebeurtenissen en er is een pijl van A i naar A j / A i {A i }. Het bewijs van dit lemma is een toepassing van Lemma 3.1 met x i = 1. Er geldt: d+1 P(A i ) p P(A i ) x i (1 x j ) (i,j) E 1 d + 1 (1 1 d + 1 )d = 1 d + 1 ( d d + 1 )d = 1 d ( d d + 1 )d+1 = 1 d (1 1 d + 1 )d+1 1 de. Er volgt dan met behulp van Lemma 3.1 dat als edp 1, dan P( n i=1 A i) > 0. Hiermee is het bewijs geleverd van het symmetrische geval van het Local lemma. 22

25 3.1 Toepassingen van het Local lemma op Ramseygetallen Het Local lemma heeft een aantal mooie toepassingen. Eén daarvan gaat over het vinden van goede afschattingen voor Ramsey-getallen. Wat zijn nu Ramsey-getallen? Beschouw de volledige graaf K n op n punten. Stel dat we de lijnen deze graaf gaan kleuren met rood en blauw. We zeggen dan dat K n eigenschap (k, l) heeft als in elke kleuring met blauw en rood van de graaf er een volledige deelgraaf op k punten is die helemaal rood is of er is een volledige graaf op l punten die helemaal blauw is. Nu is duidelijk dat als K n eigenschap (k, l) heeft, dat dan ook K t eigenschap (k, l) heeft als t n. Het Ramseygetal R(k, l) is nu gedefinieerd als het kleinste getal n waarvoor K n eigenschap (k, l) heeft. De Ramsey-getallen die nu bekend zijn voor k, l 10 zijn [11], [12]: Tabel 3.1: Bekende Ramsey-getallen/afschattingen voor k, l 10 k,l Kijk nog eens naar de definitie van Ramsey-getal. Wat nu direct duidelijk is, is dat R(k, 2) = k, want óf alle lijnen van K k zijn rood, óf er is een blauwe lijn, wat een blauwe K 2 oplevert. Verder geldt wegens symmetrie dat R(k, l) = R(l, k). We zullen nu laten zien dat R(k, l) eindig is. Stelling 3.3. [1] R(k, l) is eindig voor alle k,l > 0. Bewijs. We zullen eerst laten zien dat R(k, l) R(k 1, l) + R(k, l 1). Stel dat n = R(k 1, l) + R(k, l 1) en beschouw een willekeurige lijnkleuring van K n met de kleuren rood en blauw. Kies een willekeurig punt v uit de graaf en laat A de verzameling punten zijn die verbonden zijn met v via een rode lijn. Definieer op dezelfde manier B, maar dan voor de punten die met v verbonden zijn via een blauwe lijn. We vinden nu A + B = n 1, dus volgt hieruit dat, óf A R(k 1, l), óf B R(k, l 1). Stel dat we het eerste geval hebben, dus A R(k 1, l). Het andere geval gaat analoog. Nu weten we dat er, óf een deelverzameling A R van A is met A R = k 1 en de lijnen zijn allemaal rood zodat met v erbij we een rode K k hebben, óf er is deelverzameling A B van A waarvan alle lijnen blauw zijn. We concluderen dat K n eigenschap (k, l) heeft, 23

26 dus volgt R(k, l) R(k 1, l) + R(k, l 1). Zo volgt dan met behulp van R(k, 2) = k en R(2, l) = l dat R(k, l) ( ) k+l 2 k 1. Als we nu kijken naar R(k, k), dan zien we dat: ( ) ( ) 2k 2 2k 3 R(k, k) = k 1 k 1 + ( ) 2k 3 2 2k 3. k 2 Beschouw nu R(3, 3). Dan weten we dat R(3, 3) ( 4 2) = 6. In feite geldt zelfs R(3, 3) = 6, want het onderstaand plaatje laat zien dan R(3, 3) > 5. Deze vijfhoek laat zien dat R(3, 3) > 5. Erdös bewees nu een bepaalde afschatting voor Ramsey-getallen R(k, k). Deze afschatting werd bewezen met behulp van de probabilistische methode: Stelling 3.4. Voor alle k > 0 geldt: R(k, k) 2 k 2. Bewijs. Laat k 4 en n < 2 k 2. We gaan kijken naar alle kleuringen met rood en blauw, waarbij de lijnen onafhankelijk van elkaar gekleurd worden met rood of blauw, elk met kans 1. Laat A een verzameling punten zijn van cardinaliteit k. Definieer A 2 R als de gebeurtenis dat de lijnen opgespannen door A helemaal rood gekleurd worden. Nu geldt P(A R ) = 2 (k 2). Als nu pr de kans is dat een zekere verzameling van k punten rood gekleurd wordt, dan volgt: p R = P( A =k A R ) A R = A =k ( ) n 2 (k 2) k n(n 1)... (n k + 1) = 2 (k 2) n k 2) k! k! 2 (k nk k 2) (2 2 ) k k 2 2 k 1 2 (k < 2) 2 k 1 2 (k = 2 2 (k 2) k+1 = 2 k We zien dus dat p R < 1 2 en wegens symmetrie is dan ook p B < 1 2, waarbij p B de kans is dat de lijnen opgespannen door een verzameling C van cardinaliteit k blauw gekleurd worden. Er geldt dus dat p R + p B < 1 als n < 2 k 2. Wegens de probabilistische methode weten wij nu dat er een kleuring moet bestaan zonder rode of blauwe K k, dus K n heeft niet eigenschap (k, k). Hiermee hebben we het gestelde bewezen. 24

27 Deze afschatting van de Ramsey-getallen voor het diagonale geval is dus bereikt met behulp van de probabilistische methode. Maar met behulp van het Local lemma kunnen wij een nog betere afschatting krijgen. Beschouw weer een willekeurige 2-kleuring van de lijnen van K n, zeg met rood en blauw. Zij S een verzameling van k punten uit K n. Noem A S de gebeurtenis dat er een volledige graaf ontstaat die helemaal rood of helemaal blauw gekleurd is. Nu weten we dat elke gebeurtenis A S onafhankelijk is van A T als S T < 2. Bovendien is P(A S ) = 2 (k 2). Met behulp van het Lemma 3.2 volgt dan: Propositie 3.5. Als e( ( )( k n 2 k 2) )2 ( k 2) < 1, dan geldt R(k, k) > n. ( We hebben dus Lemma 3.2 toegepast met p = 2 (k 2) en d = k )( n 2 k 2). Dit geeft dan R(k, k) 2 e o(1)k2k/2, dus niet zo n grote verbetering van de afschatting, die verkregen is met de probabilistische methode. Het Local lemma is echter het sterkst als er weinig afhankelijkheden tussen de gebeurtenissen. We willen dus gaan kijken naar de niet-diagonale Ramsey-getallen. 3.2 De Ramsey-getallen R(k, 3) en R(k, 4) Laten we eerst gaan kijken naar R(k, 3). Stelling 3.6. [9] R(k, 3) > c( k log k )2, voor zekere constante c. Bewijs. Beschouw de volledige graaf op n punten K n en kleur de lijnen van deze graaf met twee kleuren, zeg rood en blauw. Een lijn kleuren we blauw met kans p en het kleuren van de lijnen, doen we onafhankelijk van elkaar. Merk op dat een lijn rood gekleurd wordt met kans 1 p. Als S nu steeds een verzameling is van drie willekeurige punten van K n, dan definiëren wij voor elke S de gebeurtenis A S als de gebeurtenis dat een driehoek op S blauw gekleurd wordt. Deze kans is dan duidelijk p 3. Beschouw nu een verzameling T van k punten uit K n. Voor elke verzameling T definiëren wij dan B T als de gebeurtenis dat de volledige graaf op T helemaal rood gekleurd wordt. De kans op deze gebeurtenis is dan (1 p) (k pk 2) e 2 2 voor k groot genoeg. Nu kunnen we een afhankelijkheidsgraaf construeren voor de gebeurtenissen A S en B T. Dit doen wij door twee punten met elkaar te verbinden door lijnen (in beide richtingen) dan en slechts dan als de corresponderende volledige grafen een lijn gemeenschappelijk hebben (dan zijn de gebeurtenissen namelijk afhankelijk). Nu is elk A S -punt van de afhankelijkheidsgraaf verbonden met 3(n 3) < 3n A S -punten en hoogstens met ( n k) BT -punten. Op dezelfde manier geldt dat elk B T -punt verbonden is met ( ) k 2 n < k 2 n A 2 S -punten en met hoogstens ( n k) BT -punten. Lemma 3.1 zegt nu dat als we p (0, 1) en x, y [0, 1) kunnen vinden zodanig dat 25

28 dan is R(k, 3) > n. Definieer s = x p 3 en t = p < 1, sp 3 < 1, te 1 2 pk2 < 1; log s > sp 3 3n + te 1 2 pk2 ( ne k )k en log t > sp 3 k2 n 2 + te 1 2 pk2 ( ne k )k, p 3 x(1 x) 3n (1 y) (n k) (3.2) (1 p) (k 2) y(1 x) k 2 n 2 (1 y) ( n k), (3.3) y. Als nu geldt: (1 p) (k 2) dan wordt er voldaan aan (3.2) en (3.3). Laat nu p = c 1 n 1/2, k = c 2 n 1/2 log n, t = e c 3n 1/2 (log n) 2 en s = 1 + ɛ, waarbij c 1, c 2, c 3 en ɛ nog gekozen moeten worden. Dan moeten wij nu laten zien dat geldt: c 1 n 1/2 < 1; (3.4) (1 + ɛ)c 3 1n 3/2 < 1; (3.5) e n1/2 (log n) 2 (c c 1c 2 2 ) < 1; (3.6) log (1 + ɛ) > 3(1 + ɛ)c 3 1n 1/2 + e n1/2 (log n) 2 (c c 2(1 c 1 c 2 )+o(1)) ; (3.7) c 3 n 1/2 (log n) 2 > 1 2 (1 + ɛ)c3 1c 2 2n 1/2 (log n) 2 + e n1/2 (log n) 2 (c c 2(1 c 1 c 2 )+o(1)). (3.8) Nu volgt uit (3.8) en e n1/2 (log n) 2 (c c 2(1 c 1 c 2 )+o(1)) > 1 2 (1 + ɛ)c3 1c 2 2n 1/2 (log n) 2 voor n groot genoeg dat: c 3 > (1 + ɛ)c 3 1c 2 2. Zo blijkt ook dat c 2 (c 1 c 2 1) > c 3. We kunnen onze constanten wel zo kiezen dat hieraan voldaan wordt. We kunnen dus onze constanten zo kiezen dat er voldaan wordt aan (3.4) tot en met (3.8) en daarmee ook aan (3.2) en (3.3). Zo volgt R(k, 3) > c( k log k )2. Laten we nu gaan kijken naar R(k, 4). We kunnen dan weer hetzelfde doen als net. We definiëren nu S als een verzameling van 4 punten en A S is dan de gebeurtenis dat de volledige graaf op S helemaal blauw gekleurd is. Op dezelfde manier definiëren wij B T als bij R(k, 3). Nu kunnen we op dezelfde manier als net een afhankelijkheidsgraaf construeren voor de gebeurtenissen A S en B T. Elk A S -punt van de afhankelijkheidsgraaf is verbonden met ( ( 4 3) (n 4)+ 4 )( n 4 ) ( n 4 ) 2)( 2 6n 2 A S -punten en hoogstens met ( ) n k < ( ne k )k B T - punten. Op dezelfde manier geldt dat elk B T -punt verbonden is met hoogstens k 2 n 2 A S - punten en met hoogstens ( ) n k < ( ne k )k B T -punten. Stelling 3.7. [9] R(k, 4) > c( k log k )5/2 voor een constante c. 26

29 Bewijs. Lemma 3.1 geeft nu weer aan dat als we p (0, 1) en x, y [0, 1) kunnen vinden zodanig dat als p 6 x(1 x) 6n2 (1 y) (n k) ; (1 p) (k 2) y(1 x) k 2 n 2 (1 y) (n k), dat dan geldt: R(k, 4) > n. Definieer nu weer als bij R(k, 3): s = x p 6 en t = moeten we nu positieve s, t en p vinden zodanig dat p < 1, sp 6 < 1, te 1 2 pk2 < 1; log s > sp 6 6n 2 + te 1 2 pk2 ( ne k )k en log t > sp 6 n 2 k 2 + te 1 2 pk2 ( ne k )k. y (1 p) (k 2). Dan Zij nu p = c 1 n 2/5, k = c 2 n 2/5 log n, t = e c 3n 2/5 (log n) 2 invullen in de vergelijkingen, dan krijgen we: en s = 1 + ɛ. Als we deze waarden nu c 1 n 2/5 < 1; (1 + ɛ)c 6 1n 12/5 < 1; e n2/5 (log n) 2 (c c 1c 2 2 ) < 1; log (1 + ɛ) > 6(1 + ɛ)c 6 1n 2/5 + e n2/5 (log n) 2 (c c 2(1 c 1 c 2 )+o(1)) ; c 3 n 2/5 (log n) 2 > (1 + ɛ)c 6 1c 2 2n 2/5 (log n) 2 + e n2/5 (log n) 2 (c c 2(1 c 1 c 2 )+o(1)). Nu volgt dat als er voldaan wordt aan (1 + ɛ)c 6 1c 2 2 < c 3 < c 2 (c 1 c 2 1), dat dan voldaan is aan R(k, 4) > c( k log k )5/2. Nu is het leuk om eens te gaan kijken naar hoe goed de Ramsey-getallen worden afgeschat met behulp van het Local lemma. Voor R(k, 3) gebruiken we (3.2) en (3.3). Uit die dit stelsel kunnen we nu functies f(x, y) en g(x, y) afleiden zo, dat f(x, y) p g(x, y). Als er nu x, y (0, 1) zijn die voldoen aan f(x, y) g(x, y) voor bepaalde n, k N, dan weten we dat R(k, 3) > n, ofwel R(k, 3) n + 1. Op dezelfde manier kun je te werk gaan bij R(k, 4). Dit kun je doen door in Mathematica de functie g f en 0 te plotten en dan te gaan kijken voor vaste k wat de grootste n is dat er een oplossing is. Als we de resultaten hiervan nu vergelijken met wat er bekend is van R(k, 3) en R(k, 4) voor 3 k 10, dan krijgen we: 27

30 Tabel 3.1: De Ramseygetallen met hun afschattingen k l R(k, l) via lemma R(k, l) bekend Zoals we zien, levert het Local lemma voor kleine k en l geen goede afschattingen voor de Ramseygetallen. Maar voor grote k en l zijn de afschattingen wel goed. Dus wat hebben wij nu geleerd? Met behulp van de probabilistische methode konden wij Ramsey-getallen afschatten. Het Local lemma kan deze afschattingen echter verbeteren, maar deze zijn niet altijd even goed. 28

31 Hoofdstuk 4 Conclusie Wat hebben we nu geleerd van ons onderzoek naar de probabilistische methode? We hebben kunnen zien wat de kracht is van deze bewijsmethode. De methode is erg handig voor allerlei wiskundige problemen. Je kunt er weliswaar alleen de existentie mee bewijzen van objecten met een bepaalde eigenschap, maar toch kun je er verrassende dingen mee laten zien. Kijk maar naar de stelling van Erdös over grafen met hoge girth en hoog chromatisch getal. Dit verrassende resultaat heeft weer wiskundigen ertoe aangezet om op zoek te gaan naar constructies van zulke bijzondere grafen. Zo is er de Mycielski-concstructie, maar er bestaan dus ook algemene constructies van die bijzondere grafen. Verder hebben we ook nog gekeken naar twee lemma s, namelijk: het Local lemma van Lovász en het Crossinglemma. Deze lemma s geven ook een goede indruk van de kracht van de probabilistische methode. Het Crossinglemma werd bewezen met die methode en daardoor werd het mogelijk om allerlei interessante problemen in de discrete meetkunde mee te bewijzen. Het Local lemma zegt iets over dat wanneer je bepaalde condities hebt op gebeurtenissen in je kansruimte, dat dan de kans dat geen van die gebeurtenissen plaatsvindt, positief is. Met behulp van het Local lemma konden we Ramsey-getallen beter afschatten. Dit gaf dan een betere afschatting op dan die met de probabilistische methode bereikt werd. Zo kunnen we zien dat er allerlei nieuwe interessante wiskunde is ontstaan door de probabilistische methode. Je kunt er zoveel mooie resultaten mee aantonen die eerst niet zo makkelijk in te zien waren. De kracht van de probabilistische methode zou zeker vaker gebruikt kunnen worden bij de open wiskundige problemen van tegenwoordig. 29

32 Populaire samenvatting De probabilistische methode is een zeer krachtig hulpmiddel om allerlei wiskundige stellingen mee aan te tonen. De absolute grondlegger van deze methode is Paul Erdös ( ). De probabilistische methode wordt dan ook wel de methode van Erdös genoemd. De grondlegger van de probabilistische methode: Paul Erdös. Door de probabilistische methode werden vele wiskundige onopgeloste problemen ineens wel oplosbaar. Wat is nu die probabilistische methode? Het idee achter de probabilistische methode is: Laat een verzameling objecten gegeven zijn. Definieer hierop dan een geschikte kansruimte. Als nu de kans dat een object uit je verzameling een bepaalde eigenschap heeft, positief is, dan is er een object in je verzameling met die eigenschap. Merk op dat de probabilistische methode een niet-constructieve methode is. Je kunt er namelijk alleen het bestaan van objecten met een bepaalde eigenschap mee aantonen. Een simpel voorbeeld van een toepassing van deze methode is het volgende probleem: Stel dat je een vaas hebt met allemaal gekleurde knikkers erin. Als je één knikker er nu uit haalt en de kans dat deze knikker bijvoorbeeld rood is, is groter dat 0, dan weet je dus dat er in die vaas een knikker moet zijn met de rode kleur. 30

33 Als de kans dat een knikker rood is, positief is, dan is er dus een rode knikker in de vaas. Verrassende resultaten Dit was nog een simpel voorbeeld van een toepassing van de probabilistische methode. Er zijn veel moeilijkere problemen mee opgelost. In deze scriptie wordt een aantal van deze moeilijkere problemen beschouwd. Tussen deze moeilijke problemen zitten ook verrassende resultaten. Eén van de stellingen van Erdös is bijvoorbeeld een verrassend resultaat. Die stelling wordt dan ook als een echte klassieker beschouwd. De stelling zegt namelijk dat er grafen bestaan zonder korte cykels, maar waarvoor je wel veel kleuren nodig hebt om de grafen mee te kleuren. Wat betekent dit nu? Waarom is dit zo verrassend? Een graaf die geen cykels bevat van korte lengte is lokaal gezien dus te kleuren met slechts twee kleuren. Dus wat we leren uit die stelling van Erdös is dat er grafen bestaan die lokaal te kleuren zijn met slechts twee kleuren, maar dat die in zijn geheel wel veel kleuren nodig hebben om te kleuren. Dit is dus de reden waarom de stelling zo verrassend en klassiek is. G Lokaal is de graaf G een boom, dus heb je lokaal weinig kleuren nodig. Die stelling van Erdös kan dus bewezen worden met behulp van de probabilistische methode en aangezien deze een niet-constructieve methode is, is het dus niet mogelijk om via dit bewijs die bijzondere grafen te construeren. Zulke constructies bestaan echter wel. 31

34 Het Crossinglemma In deze scriptie is ook aandacht besteed aan het Crossinglemma. Deze geeft een afschatting voor het kruisingsgetal van een graaf in termen van het aantal lijnen en punten. Wat is nu het kruisingsgetal van een graaf? Een graaf kun je in het vlak tekenen en het aantal kruisingen in een tekening met het minste aantal kruisingen is nu het kruisingsgetal cr(g) van die graaf G. Een voorbeeld van wat het kruisingsgetal precies is, zie je in de afbeeldingen hieronder: Deze graaf heeft dus niet kruisingsgetal 1, maar 0. Het Crossinglemma zegt dan dat onder bepaalde condities over het aantal punten en lijnen geldt: cr(g) K m3. Hierbij is m het aantal lijnen van graaf G en n het aantal punten. n 2 Verder is K een constante die niet van n of m afhangt. In deze scriptie wordt gekeken naar de gevallen K = 1 en K = 1. Het bewijs van deze gevallen gaat met behulp van 64 33,75 de probabilistische methode. Het Crossinglemma blijkt een zeer nuttig lemma te zijn voor bijvoorbeeld problemen in de discrete meetkunde. Local lemma en Ramsey-getallen Tot slot is er ook nog aandacht besteed aan het Local lemma van Lovàsz met een toepassing op Ramsey-getallen. Het Local lemma geeft een manier om de kans af te schatten op het tegelijk plaatsvinden van een aantal gebeurtenissen, als deze niet onafhankelijk zijn. Met behulp van dit lemma kun je weer allerlei andere dingen laten zien. Je kunt het bijvoorbeeld gebruiken om goede afschattingen voor Ramsey-getallen te vinden. Wat zijn nu Ramseygetallen? Beschouw de volledige graaf K n op n punten (i.e. een graaf opn punten waarbij alle mogelijke lijnen getekend zijn). Stel dat we de lijnen van deze graaf gaan kleuren met de kleuren rood en blauw. We zeggen dan dat K n eigenschap (k, l) heeft als in elke kleuring met de kleuren blauw en rood van de graaf er een volledige deelgraaf op k punten is die helemaal rood is of er is een volledige graaf op l punten die helemaal blauw is. Nu is duidelijk dat als K n eigenschap (k, l) heeft, dat dan ook K t eigenschap (k, l) heeft als t n. Het Ramsey-getal R(k, l) is nu gedefinieerd als het kleinste getal n waarvoor K n eigenschap (k, l) heeft. Deze Ramsey-getallen kun je dus afschatten met behulp van het Local lemma van Lovász. 32

2WO12: Optimalisering in Netwerken

2WO12: Optimalisering in Netwerken 2WO12: Optimalisering in Netwerken Leo van Iersel Technische Universiteit Eindhoven (TU/E) en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) 10 en 13 februari 2014 http://homepages.cwi.nl/~iersel/2wo12/ l.j.j.v.iersel@gmail.com

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen

Radboud Universiteit Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica L(,1)-labeling van grafen Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Myrte klein Brink 4166140 Bachelor Wiskunde Dr.

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur Tentamen Discrete Wiskunde 0 april 0, :00 7:00 uur Schrijf je naam op ieder blad dat je inlevert. Onderbouw je antwoorden, met een goede argumentatie zijn ook punten te verdienen. Veel succes! Opgave.

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

Lijst-kleuringen in de grafentheorie

Lijst-kleuringen in de grafentheorie Lijst-kleuringen in de grafentheorie Berrie Bottelier 16 juli 2014 Bachelorscriptie Begeleiding: dr. Guus Regts 4 5 6 1 2 3 Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Grafen. Indien de uitgraad van ieder punt 1 is, dan bevat de graaf een cykel. Indien de ingraad van ieder punt 1 is, dan bevat de graaf een cykel.

Grafen. Indien de uitgraad van ieder punt 1 is, dan bevat de graaf een cykel. Indien de ingraad van ieder punt 1 is, dan bevat de graaf een cykel. Grafen Grafen Een graaf bestaat uit een verzameling punten (ook wel knopen, of in het engels vertices genoemd) en een verzameling kanten (edges) of pijlen (arcs), waarbij de kanten en pijlen tussen twee

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen

Radboud Universiteit Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der natuurwetenschappen, wiskunde en informatica juli 07 Matchingtheorie op grafen Jorrit Bastings S6556 Begeleider: Wieb Bosma Inhoudsopgave Het huwelijksprobleem

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren.

Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Combinatorische Optimalisatie, 2013 Week 1 20-02-2013 Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Opgave 1.16 Bewijs dat elke graaf een even aantal punten

Nadere informatie

3. Elke lijn van een graaf draagt twee bij tot de som van alle graden.

3. Elke lijn van een graaf draagt twee bij tot de som van alle graden. Antwoorden Doeboek 4 Grafen.. De middelste en de rechtergraaf.. Een onsamenhangende graaf met vijf punten en vijf lijnen: Teken een vierhoek met één diagonaal. Het vijfde punt is niet verbonden met een

Nadere informatie

Examen G0U13B Bewijzen en Redeneren (6 sp.) Bachelor of Science Wiskunde. vrijdag 1 februari 2013, 8:30 12:30

Examen G0U13B Bewijzen en Redeneren (6 sp.) Bachelor of Science Wiskunde. vrijdag 1 februari 2013, 8:30 12:30 Examen G0U13B Bewijzen en Redeneren (6 sp.) Bachelor of Science Wiskunde vrijdag 1 februari 2013, 8:30 12:30 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen. Begin

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen Hoofdstuk 7 Congruenties in actie 7.1 Het aantal inverteerbare restklassen We pakken hier de vraag op waarmee we in het vorige hoofdstuk geëindigd zijn, namelijk hoeveel inverteerbare restklassen modulo

Nadere informatie

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen. Hoofdstuk 7 Volledige inductie Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen we het volgende: (i) 0 V (ii) k N k V k + 1 V Dan is V = N. Men ziet dit als

Nadere informatie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt

Nadere informatie

Tentamen Discrete Wiskunde

Tentamen Discrete Wiskunde Discrete Wiskunde (WB011C) 22 januari 2016 Tentamen Discrete Wiskunde Schrijf op ieder ingeleverd blad duidelijk leesbaar je naam en studentnummer. De opgaven 1 t/m 6 tellen alle even zwaar. Je hoeft slechts

Nadere informatie

Enige informatie over groepen ten bate van het college Topologie en Meetkunde (Jaap van Oosten, Juni 2003)

Enige informatie over groepen ten bate van het college Topologie en Meetkunde (Jaap van Oosten, Juni 2003) Enige informatie over groepen ten bate van het college Topologie en Meetkunde (Jaap van Oosten, Juni 2003) Een groep is een verzameling G met daarop een operatie : G G G (die we schrijven als g, h g h),

Nadere informatie

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1 Kettingbreuken Frédéric Guffens 0 april 00 K + E + T + T + I + N + G + B + R + E + U + K + E + N 0 + A + P + R + I + L + 0 + + 0 Wat zijn Kettingbreuken? Een kettingbreuk is een wiskundige uitdrukking

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2. opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17 Hints en uitwerkingen huiswerk 013 Analyse 1 H17 Rocco van Vreumingen augustus 014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 Hints 4 3 Hints 3 4 4 Hints 4 5 5 Hints 5 5 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Hints 8 6 9 Hints 9

Nadere informatie

Opmerking vooraf: let op, de terminologie is in elk boek weer anders!

Opmerking vooraf: let op, de terminologie is in elk boek weer anders! Grafen Opmerking vooraf: let op, de terminologie is in elk boek weer anders! 1. Inleiding Een (ongerichte) graaf (graph) G = (V, E) bestaat uit een eindige, nietlege verzameling V van punten (vertices),

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 22 februari 2009 INDUCTIE & RECURSIE Paragrafen 4.3-4.6 Discrete Structuren Week 3:

Nadere informatie

2: Laat en twee convexe verzamelingen zijn. Laat. Er geldt. Omdat convex is, is de gehele lijn bevat in, dus. Evenzo geldt. Hieruit volgt dat.

2: Laat en twee convexe verzamelingen zijn. Laat. Er geldt. Omdat convex is, is de gehele lijn bevat in, dus. Evenzo geldt. Hieruit volgt dat. CONVEXE MEETKUNDE Pelle Wielinga & Han van der Ven 1. Convexe meetkunde Convexe meetkunde is een tak van de meetkunde die zich bezighoudt met convexe verzamelingen. In de Euclidische ruimte wordt een object

Nadere informatie

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017 IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Gegeven is cirkel ω met middellijn AK. Punt M ligt binnen de cirkel, niet op lijn AK. De lijn AM snijdt

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen 8 december 2015, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3.1. Inleiding Het derde college betreft drie onderwerpen (hoeken, bogen en inversies), die in concrete meetkundige situaties vaak optreden. Dit hoofdstuk is bedoeld

Nadere informatie

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016 IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Zij n een natuurlijk getal. In een dorp wonen n jongens en n meisjes. Voor het jaarlijkse bal moeten

Nadere informatie

RIPS Rechtlijnige Ingebedde Planaire Subgrafen

RIPS Rechtlijnige Ingebedde Planaire Subgrafen RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN BACHELOR SCRIPTIE RIPS Rechtlijnige Ingebedde Planaire Subgrafen Auteur: Margot VAN HOEK Begeleider: Wieb BOSMA 2 e lezer: Maarten SOLLEVELD Ingeleverd aan de: Faculteit der

Nadere informatie

Lijstkleuring van grafen

Lijstkleuring van grafen C.J. Meerman Lijstkleuring van grafen Bachelorscriptie 10 juni 2010 Email: cjmeerman@gmail.com Scriptiebegeleider: Dr. D. C. Gijswijt Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen Hoofdstuk 3 Equivalentierelaties SCHAUM 2.8: Equivalence Relations Twee belangrijke voorbeelden van equivalentierelaties in de informatica: resten (modulo rekenen) en cardinaliteit (aftelbaarheid). 3.1

Nadere informatie

Lege polygonen in een graaf.

Lege polygonen in een graaf. Uitwerking puzzel 94-2 Lege polygonen in een graaf. Lieke de Rooij Wobien Doyer We hebben n punten die al of niet met elkaar worden verbonden. De bedoeling is om met zo min mogelijk lijnen (=verbindingen)

Nadere informatie

2WO12: Optimalisering in Netwerken

2WO12: Optimalisering in Netwerken 2WO12: Optimalisering in Netwerken Leo van Iersel Technische Universiteit Eindhoven (TUE) en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) 3 en 6 februari 2014 Leo van Iersel (TUE/CWI) 2WO12: Optimalisering in

Nadere informatie

TW2020 Optimalisering

TW2020 Optimalisering TW2020 Optimalisering Hoorcollege 8 Leo van Iersel Technische Universiteit Delft 28 oktober 2015 Leo van Iersel (TUD) TW2020 Optimalisering 28 oktober 2015 1 / 25 Definitie Een boom is een samenhangende

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart Supplement Verzamelingenleer A.J.M. van Engelen en K. P. Hart 1 Hoofdstuk 1 Het Keuzeaxioma Het fundament van de hedendaagse verzamelingenleer werd in de vorige eeuw gelegd door Georg Cantor. Cantor gebruikte

Nadere informatie

Lineaire algebra I (wiskundigen)

Lineaire algebra I (wiskundigen) Lineaire algebra I (wiskundigen) Toets, donderdag 22 oktober, 2009 Oplossingen (1) Zij V het vlak in R 3 door de punten P 1 = (1, 2, 1), P 2 = (0, 1, 1) en P 3 = ( 1, 1, 3). (a) Geef een parametrisatie

Nadere informatie

TW2020 Optimalisering

TW2020 Optimalisering TW2020 Optimalisering Hoorcollege 8 Leo van Iersel Technische Universiteit Delft 2 november 2016 Leo van Iersel (TUD) TW2020 Optimalisering 2 november 2016 1 / 28 Minimum Opspannende Boom (Minimum Spanning

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A met uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A met uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A met uitwerking 9 december 2014, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie Discrete Structuren Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 3 maart 2008 GRAFEN & BOMEN Paragrafen 6.1-6.4 Discrete Structuren

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter 25 februari, 2008 Hans Maassen 1. Inleiding Het Kalman filter schat de toestand van een systeem op basis van een reeks, door ruis verstoorde waarnemingen. Een meer

Nadere informatie

Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek

Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek Sam van Gool 22 juni 2007 Bachelorscriptie Begeleiding: prof. dr. T. H. Koornwinder KdV Instituut voor wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Unitaire en Hermitese transformaties

Unitaire en Hermitese transformaties Hoofdstuk 11 Unitaire en Hermitese transformaties We beschouwen vervolgens lineaire transformaties van reële en complexe inproductruimten die aan extra eigenschappen voldoen die betrekking hebben op het

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma HOOFDSTUK 2 Gröbnerbases 1. Vragen We hebben gezien dat de studie van stelsels polynoomvergelijkingen in meerdere variabelen op natuurlijke manier leidt

Nadere informatie

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 2016

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 2016 Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 016 Opgave 1. (3+10++7+6) a. De hoogte van de beslissingsboom (lengte van het langste pad) stelt het aantal arrayvergelijkingen in de worst case voor.

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 199 1994 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten

Nadere informatie

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman Oneindige spelen ion Coumans Begeleider: dr. W. Veldman Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 efinities 4 3 A is aftelbaar 6 4 Gale-Stewart-stelling 7 5 Stelling van Wolfe 11 2 1 Voorwoord Banach, Mazur en Ulam

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

1 Rekenen in eindige precisie

1 Rekenen in eindige precisie Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 23 februari 2009 GRAFEN & BOMEN Paragrafen 6.1-6.4 Discrete Structuren Week 3 en 4:

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,

Nadere informatie

MARKOV KETENS, OF: WAT IS DE KANS DAT MEVROUW DE VRIES NAT ZAL WORDEN?

MARKOV KETENS, OF: WAT IS DE KANS DAT MEVROUW DE VRIES NAT ZAL WORDEN? MARKOV KETENS, OF: WAT IS DE KANS DAT MEVROUW DE VRIES NAT ZAL WORDEN? KARMA DAJANI In deze lezing gaan we over een bijzonder model in kansrekening spreken Maar eerst een paar woorden vooraf Wat doen we

Nadere informatie

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken Over de construeerbaarheid van gehele hoeken Dick Klingens maart 00. Inleiding In de getallentheorie worden algebraïsche getallen gedefinieerd via rationale veeltermen f van de n-de graad in één onbekende:

Nadere informatie

Tweede college complexiteit. 12 februari Wiskundige achtergrond

Tweede college complexiteit. 12 februari Wiskundige achtergrond College 2 Tweede college complexiteit 12 februari 2019 Wiskundige achtergrond 1 Agenda vanmiddag Floor, Ceiling Rekenregels logaritmen Tellen Formele definitie O, Ω, Θ met voorbeelden Stellingen over faculteiten

Nadere informatie

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG) Lesbrief GeoGebra Inhoud: 1. Even kennismaken met GeoGebra 2. Meetkunde: 2.1 Punten, lijnen, figuren maken 2.2 Loodlijn, deellijn, middelloodlijn maken 2.3 Probleem M1: De rechte van Euler 2.4 Probleem

Nadere informatie

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer. Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n.

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. . Oefen opgaven Opgave... Gegeven zijn de lijnen l : 2 + λ m : 2 2 + λ 3 n : 3 6 4 + λ 3 6 4 a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. b) Bepaal de afstand tussen die lijn

Nadere informatie

De stelling van Borsuk. Auteurs: Michiel Tel en Merlijn Koek

De stelling van Borsuk. Auteurs: Michiel Tel en Merlijn Koek De stelling van Borsuk Auteurs: Michiel Tel en Merlijn Koek 18 juni 2011 1 Inleiding (Wat is het vermoeden van Borsuk?) De Poolse wiskundige Karol Borsuk stelde in de jaren dertig de volgende vraag; Hierna

Nadere informatie

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden.

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. 7.0 Voorkennis Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. Voorbeeld definitie: Een gestrekte hoek is een hoek van 180 ; Een rechte hoek is een hoek van 90 ; Een parallellogram is een vierhoek

Nadere informatie

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Roland van der Veen Inleiding Deze reeks opgaven is bedoeld voor de werkcolleges van de vakantiecursus Wiskunde in Wording, Augustus 2013. 1

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

V = {a, b, c, d, e} Computernetwerken: de knopen zijn machines in het netwerk, de kanten zijn communicatiekanalen.

V = {a, b, c, d, e} Computernetwerken: de knopen zijn machines in het netwerk, de kanten zijn communicatiekanalen. WIS14 1 14 Grafen 14.1 Grafen Gerichte grafen Voor een verzameling V is een binaire relatie op V een verzameling geordende paren van elementen van V. Voorbeeld: een binaire relatie op N is de relatie KleinerDan,

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

2WO12: Optimalisering in Netwerken

2WO12: Optimalisering in Netwerken 2WO12: Optimalisering in Netwerken Leo van Iersel Technische Universiteit Eindhoven (TU/E) en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) 10 maart 2014 http://homepages.cwi.nl/~iersel/2wo12/ l.j.j.v.iersel@gmail.com

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen

Radboud Universiteit Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Kubische grafen met integraal spectrum Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Tweede lezer: Daan van Rozendaal

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Hebzucht loont niet altijd

Hebzucht loont niet altijd Thema Discrete wiskunde Hoe verbind je een stel steden met zo weinig mogelijk kilometers asfalt? Hoe maak je een optimaal computernetwerk met kabels die maar een beperkte capaciteit hebben? Veel van zulke

Nadere informatie

P (X n+1 = j X n = i, X n 1,..., X 0 ) = P (X n+1 = j X n = i). P (X n+1 = j X n = i) MARKOV KETENS. Definitie van Markov keten:

P (X n+1 = j X n = i, X n 1,..., X 0 ) = P (X n+1 = j X n = i). P (X n+1 = j X n = i) MARKOV KETENS. Definitie van Markov keten: Definitie van Markov keten: MARKOV KETENS Een stochastisch proces {X n, n 0} met toestandsruimte S heet een discrete-tijd Markov keten (DTMC) als voor alle i en j in S geldt P (X n+ = j X n = i, X n,...,

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma HOOFDSTUK 3 De Nullstellensatz 1. De zwakke Nullstellensatz Stelling 1.1. Zij K een algebraïsch gesloten lichaam en zij I een ideaal in K[x] = K[x 1,...,

Nadere informatie

Opgave 1 - Uitwerking

Opgave 1 - Uitwerking Opgave 1 - Uitwerking Om dit probleem op te lossen moeten we een zogenaamd stelsel van vergelijkingen oplossen. We zetten eerst even de tips van de begeleider onder elkaar: 1. De zak snoep weegt precies

Nadere informatie

Het Chromatische Polynoom. N.C. A Campo

Het Chromatische Polynoom. N.C. A Campo Het Chromatische Polynoom N.C. A Campo 1 juli 01 Hoofdstuk 1 Inleiding Stel de universiteit wilt nog meer maatregelen zodat men sneller gaat studeren en vraagt de netwerkbeheerder om het sociale media

Nadere informatie

Bijzondere getallen. Oneindig (als getal) TomVerhoeff. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica

Bijzondere getallen. Oneindig (als getal) TomVerhoeff. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica Bijzondere getallen Oneindig (als getal) TomVerhoeff Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica T.Verhoeff@TUE.NL http://www.win.tue.nl/~wstomv/ Oneindig ... Oneindig 2 Top tien

Nadere informatie

Riemann-Roch voor grafen

Riemann-Roch voor grafen T.J. Sijpesteijn Riemann-Roch voor grafen Bachelorscriptie Scriptiebegeleider: dr. T.C. Streng Datum bachelorexamen: juni 2016 Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 1.1

Nadere informatie

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema Automaten Informatica, UvA Yde Venema i Inhoud Inleiding 1 1 Formele talen en reguliere expressies 2 1.1 Formele talen.................................... 2 1.2 Reguliere expressies................................

Nadere informatie

Rationale Punten op Elliptische Krommen

Rationale Punten op Elliptische Krommen Rationale Punten op Elliptische Krommen Bart Sevenster 20 juli 2011 Bachelorscriptie Begeleiding: Prof. Dr. G. van der Geer 2 P 1 Q P Q 2 1 1 2 1 P Q 2 3 KdV Instituut voor wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Discrete Wiskunde, College 7. Han Hoogeveen, Utrecht University

Discrete Wiskunde, College 7. Han Hoogeveen, Utrecht University Discrete Wiskunde, College 7 Han Hoogeveen, Utrecht University Sommatiefactor methode (niet in boek) Doel: oplossen van RBs als Basisidee: f n a n = g n a n 1 + c n ; 1 Vermenigvuldig de RB met een factor

Nadere informatie

2WO12: Optimalisering in Netwerken

2WO12: Optimalisering in Netwerken 2WO12: Optimalisering in Netwerken Leo van Iersel Technische Universiteit Eindhoven (TU/E) en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) 27 februari 2014 http://homepages.cwi.nl/~iersel/2wo12/ l.j.j.v.iersel@gmail.com

Nadere informatie

TW2020 Optimalisering

TW2020 Optimalisering TW2020 Optimalisering Hoorcollege 11 Leo van Iersel Technische Universiteit Delft 25 november 2015 Leo van Iersel (TUD) TW2020 Optimalisering 25 november 2015 1 / 28 Vandaag Vraag Voor welke problemen

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 9 juni 2012

Uitwerkingen toets 9 juni 2012 Uitwerkingen toets 9 juni 0 Opgave. Voor positieve gehele getallen a en b definiëren we a b = a b ggd(a, b). Bewijs dat voor elk geheel getal n > geldt: n is een priemmacht (d.w.z. dat n te schrijven is

Nadere informatie

Oneindig in Wiskunde & Informatica. Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft. Tom Verhoeff

Oneindig in Wiskunde & Informatica. Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft. Tom Verhoeff Oneindig in Wiskunde & Informatica Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft Tom Verhoeff Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde & Informatica http://www.win.tue.nl/~wstomv/

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer

De Dekpuntstelling van Brouwer De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een

Nadere informatie

Geldwisselprobleem van Frobenius

Geldwisselprobleem van Frobenius Geldwisselprobleem van Frobenius Karin van de Meeberg en Dieuwertje Ewalts 12 december 2001 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Afspraken 3 3 Is er wel zo n g? 3 4 Eén waarde 4 5 Twee waarden 4 6 Lampenalgoritme

Nadere informatie

Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde. Baire ruimten. Bachelor Project I. Wouter Van Den Haute. Prof. Eva Colebunders

Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde. Baire ruimten. Bachelor Project I. Wouter Van Den Haute. Prof. Eva Colebunders Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Baire ruimten Bachelor Project I Wouter Van Den Haute Promotor: Prof. Eva Colebunders Academiejaar 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Ruimten van eerste en

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 22 maart 2019

Selectietoets vrijdag 22 maart 2019 Selectietoets vrijdag 22 maart 2019 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Bewijs dat er voor elke positieve gehele n hoogstens twee paren (a, b) van positieve gehele getallen bestaan

Nadere informatie

Meetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi

Meetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Meetkunde gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Trainingsweekend 23 25 januari 2009 Als je een meetkundig probleem aan het oplossen bent, stuit je vaak op verschillende oplossingen voor de verschillende

Nadere informatie

Onderwerpen. Punten en lijnen, postbodes en handelsreizigers. Theorie. Theorie (2) Graaftheorie. Een mini-inleiding graaftheorie

Onderwerpen. Punten en lijnen, postbodes en handelsreizigers. Theorie. Theorie (2) Graaftheorie. Een mini-inleiding graaftheorie Onderwerpen Punten en lijnen, postbodes en handelsreizigers Een mini-inleiding graaftheorie Graaftheorie Herman Geuvers Euler en de postbode Radboud Universiteit Nijmegen 9 februari 2019 met dank aan Engelbert

Nadere informatie

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Magali Victoor Promotor: Prof. dr. Hendrik Van Maldeghem Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

Discrete Wiskunde, College 12. Han Hoogeveen, Utrecht University

Discrete Wiskunde, College 12. Han Hoogeveen, Utrecht University Discrete Wiskunde, College 12 Han Hoogeveen, Utrecht University Dynamische programmering Het basisidee is dat je het probleem stap voor stap oplost Het probleem moet voldoen aan het optimaliteitsprincipe

Nadere informatie