De stelling van Borsuk. Auteurs: Michiel Tel en Merlijn Koek
|
|
- Veerle van der Linden
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De stelling van Borsuk Auteurs: Michiel Tel en Merlijn Koek 18 juni 2011
2 1 Inleiding (Wat is het vermoeden van Borsuk?) De Poolse wiskundige Karol Borsuk stelde in de jaren dertig de volgende vraag; Hierna te noemen Borsuk s Vermoeden; Kan elke begrensde deelverzameling A van de R n worden opgedeeld in n + 1 niet-lege, onderling disjuncte deelverzamelingen zo dat de vereniging ervan gelijk is aan A en de diameter van elke deelverzameling strikt kleiner is dan de diameter van A? Waarbij de diameter van A als volgt is gedefinieerd diameter(a) = sup{d(a, b) a, b A} (1) We zullen in dit dictaat een beginnetje maken met de belegering van Borsuk s Vermoeden. Hiervoor zullen we wat notatie en alvast een aantal definities invoeren waardoor het geheel leesbaarder wordt. Een partitie op A is een verzameling niet-lege, onderling disjuncte deelverzamelingen zo dat de vereniging ervan gelijk is aan A. Let op, volgens deze definitie is een partitie dus een verzameling verzamelingen is. Dit kan verwarrend zijn. Het Borsuk-getal van A is het minimale aantal elementen van een partitie P op A zodat de elementen van P kleinere diameter hebben dan A. Voor het geval n = 1 is deze stelling niet zo lastig te bewijzen, zoals we ook zullen laten zien. In de R 2 zal de stelling al iets lastiger blijken en in de R 3 ronduit moeilijk. Het antwoord op de algemenere vraag van Borsuk bleef dan ook meer dan zestig jaar onbeantwoord totdat Jeff Kahn en Gil Kalai een tegenvoorbeeld vonden. 2 Het Vermoeden in R 1 Het is niet moeilijk te zien dat van Borsuk s Vermoeden klopt voor het geval n = 1 Een simpel, doch rigoureus bewijs is hieronder gegeven. Beschouw een willekeurige begrensde verzameling A R, noem de diameter van deze verzameling d. De enige partitie op A bestaande uit 1 verzameling is A zelf en heeft geen kleinere diameter dan A het Borsuk-getal van A is dus groter dan 1. Beschouw nu het kleinste interval [a, b] waar de hele verzameling in bevat is. Omdat a gelijk is aan het infimum en b gelijk aan het supremum van A, moet gelden dat a b gelijk is aan diameter(a). Neem nu het midden m van het interval [a, b] en beschouw de volgende partitie P op [a, b]; A 1 = [a, m] en A 2 =]m, b]. Dit omdat het supremum en het infimum van A limietpunten zijn van A. (A is begrensd en deelverzameling van R) De afstand van het infimum en het supremum tot A is dus willekeurig klein. 1
3 Figuur 1: De verzameling A is hier in het rood weergegeven. Omdat A een deelverzameling is van [a, b], impliceert deze partitie P op [a, b] een partitie op A. Deze partitie heeft kleinere diameter dan A wegens de driehoeksongelijkheid. 3 Simplices Het is ook gemakkelijk aan te tonen dat n+1 een ondergrens is voor het Borsukgetal van een willekeurige verzameling in de R n. Dit doen we met behulp van regelmatige n-simplices Definitie: Een regelmatige n-simplex is een verzameling n + 1 punten in de R n zo dat de afstand tussen elk paar punten gelijk is aan 1. Het is belangrijk op te merken hier dat een regelmatige n-simplex altijd bestaat. De regelmatige 1-simplex is een lijn met lengte 1. We kunnen, zij n een gegeven geheel getal, een regelmatige n-simplex construeren door de regelmatige (n 1)- simplex uit te breiden met een punt dat gelijke afstand heeft tot alle punten uit de regelmatige (n 1)-simplex. Dit punt is één van de twee snijpunten van de bollen met straal 1 rondom de n 1 punten, uiteraard voldoen beide snijpunten. Echter, een zeer elegante manier om een regelmatige n-simplex te construeren is om hem in de R n+1 te beschrijven. De regelmatige 2-simplex in de R 3 laten 2, 0), (0, 0, 1 2 2)}. Het we bestaan uit de volgende punten: {( 2 1 2, 0, 0), (0, 1 2 is eenvoudig in te zien dat de afstand tussen elke twee punten gelijk is aan 1 en dat dit inderdaad een gelijkzijdige driehoek geeft. Ook is het gemakkelijk om dit uit te breiden naar hogere dimensies. Voor de volledigheid moeten we nog wel bewijzen dat deze punten deelverzameling zijn van een n dimensionale deelruimte van R (n+1). Verschuif het figuur volgens een isometrie zodat een van de punten in de oorsprong ligt. De overige punten beschouwen we nu als vectoren zodat de regelmatige n-simplex deelverzameling is van het spansel van n onafhankelijke vectoren. We geven hier een bewijs dat n + 1 inderdaad een ondergrens is; Zij n een gegeven natuurlijk getal. Kies A R n zodat A de regelmatige n- simplex is. Zij P een partitie op A zodat de diameter van elk element strikt kleiner is dan 1. Dan moet gelden dat elk element van P niet meer dan 1 element 2
4 bevat, omdat elk paar punten in A afstand 1 heeft tot elkaar. Dit impliceert dat het Borsuk-getal van A groter of gelijk is aan n Het Vermoeden in R 2 Claim 1: Elke begrensde verzameling A in de R 2 is een deelverzameling van een regelmatige zeshoek in R 2 waarbij de afstand tussen elk paar parallelle zijden in de zeshoek gelijk is aan de diameter van A. Bewijs Zonder verlies van algemeenheid nemen we aan dat A gesloten is. Omdat A (nu) gesloten is, kunnen we een raaklijn aan A construeren, noem deze k 1. Er bestaat nu een lijn k 2, parallel aan k 1, met afstand diameter(a) zodat A tussen k 1 en k 2 ligt. We kiezen deze twee lijnen zo, dat het allebei raaklijnen aan A zijn, dit kan altijd. Construeer nu een raaklijn l 1 aan A zodat l 1 lijn k 1 snijdt onder een hoek van 60 graden. Nu bestaat er op een lijn l 2, parallel aan l 1, met afstand diameter(a); Construeer deze. Noem nu de snijpunten tussen de vier lijnen: P, Q, R en S, zodat Q en S tegenover elkaar staan en zodat hoek P QR 120 graden is. We hebben nu een parallellogram pqrs geconstrueerd die A insluit. Figuur 2: In het rood is een willekeurige verzameling A, het is duidelijk wat de diameter van deze verzameling is. Beschouw nu twee lijnen m 1 en m 2, parallel aan elkaar, die k 1 snijden onder 3
5 een hoek van 120 graden. Construeer deze twee lijnen zodanig dat m 1 en m 2 raaklijnen aan A zijn. De zes geconstrueerde lijnen sluiten nu A in en impliceren een zeshoek. Het idee van het bewijs is om nu aan te tonen dat we deze lijnen zo kunnen construeren dat deze zeshoek regelmatig is. Figuur 3: A ingesloten in een onregelmatige zeshoek. De bissectrices van hoek QRS en van hoek SP Q snijden m 1 en m 2 in de punten M en N respectievelijk. Als geldt dat MP en NR gelijk aan elkaar zijn, is de zeshoek regelmatig. Stel nu dat MP ongelijk is aan NR, zonder verlies van algemeenheid kunnen we stellen dat MP < NR. Beschouw nu MP NR als functie van een bepaalde hoek α. We draaien nu lijn k 1 rond A, zodat k 1 een raaklijn blijft van A. De overige lijnen draaien mee volgens de constructie. Beschouw nu MP NR als functie van de hoek α. Deze hoek α is de hoek die de nieuwe lijn k 1 maakt met de niet-gedraaide oorspronkelijke k 1. Deze functie is continu, omdat alle benodigde functies om MP NR uit te rekenen met de kennis van α continu zijn. We draaien de lijn k 1 nu 180 graden rond, zodat na de draaiing de constructie is omgedraaid. Wegens symmetrie geldt na draaiing dat MP > NR. Hierdoor geldt met de middelwaardestelling dat er een hoek α bestaat waarbij MP = NR. Claim 2: Claim 1 impliceert dat Borsuk s Vermoeden correct is voor het ge- 4
6 val n = 2. Bewijs Zij A R 2 en begrensd. Met Claim 1 kunnen we een regelmatige zeshoek Z construeren zodat A Z en zodat de paren parallelle zijden van Z een afstand hebben die gelijk is aan diameter(a). We hernoemen de hoekpunten van Z voor het overzicht zodat Z een regelmatige zeshoek P QRST U is. Een partitie P op Z zodat elk element van P strikt kleinere diameter heeft dan A is de volgende; We delen Z zodanig dat er drie gelijke stukken onstaan zoals in het plaatje hieronder. Figuur 4: Partitie op de zeshoek. V, W, X zijn middens van zijden. Hierbij heeft elk element van P = {A 1, A 2, A 3 } vier zijden en het midden van Z is element van slechts één van de drie stukken. Hierdoor geldt dat de verzameling van deze drie stukken een partitie op Z is. We hoeven nu enkel te bewijzen dat de diameter van elk stuk strikt kleiner is dan diameter(a). Als dit zo is, impliceert deze partitie P op Z een partitie op A zodat het bewijs compleet is. 5
7 We zien in het plaatje dat de enige afstand die we hoeven te bekijken de afstand tussen de punten V en W is. We zien dat deze afstand gelijk is aan de lengte x van de lange zijde van een driehoek met twee gelijke zijden van lengte diameter(a) 2 en een ingesloten hoek van 120 graden. Met de cosinusregel vinden we dat x = diameter(a) , welke kleiner is dan diameter(a). Kunnen we voor elke dimensie dan niet een soortgelijk constructiebewijs vinden en daarmee Borsuk bewijzen? 5 Borsuk in hogere dimensies Helaas kan niet voor elke willekeurige verzameling A R n zo n constructiebewijs gevonden worden. Stel dat A R 3. Volgens de stelling van Borsuk kunnen we deze verzameling in vier delen partitioneren, zodat elk deel een kleinere diameter heeft als A. We kunnen een constructiebewijs vinden, maar zoals we zien in de afbeeldingen is het al een stuk moeilijker als in R 2. Figuur 5: De octaëder en de vier delen van de partitie. Wat we gedaan hebben is verzameling A insluiten in een afgeknotte octaëder en deze octaëder als in de afbeeldingen in vieren verdeeld. Dit is gedaan zodat A ook in vieren is verdeeld op zo n manier dat de stelling van Borsuk houdt. We zullen hier geen bewijs van geven. Als we een verzameling A R n bekijken waarbij n > 3, dan kunnen we vaak geen constructiebewijs vinden. Er is dus geen standaard manier om een verzameling A R n op te delen zodat de stelling van Borsuk houdt. In 1993 is voor het eerst een tegenvoorbeeld gevonden voor de stelling van Borsuk doorjeff Kahn en Gil Kalai. Dit tegenvoorbeeld beschouwt een verzameling in R Dit tegenvoorbeeld gebruikt de Frankl-Wilson stelling op een lastige 6
8 manier. We zullen er dan ook niet verder op ingaan. Later hebben dezelfde twee wiskundigen ook aangetoond dat het vermoeden van Borsuk niet houdt in R n voor alle n > De best bekende grens die we kennen laat zien dat de stelling van Borsuk niet houdt voor elke n > 298. Huidig onderzoek gebeurt niet alleen naar deze grens, maar ook naar het aantal delen dat wel nodig is. Hiermee bedoelen we het aantal delen waarin we een willekeurige verzameling A R n moeten partitioneren zodat de diameter van elk deel wl kleiner is dan die van A. Tot op heden is hier nog geen antwoord op gevonden. 6 Grafentheorie en kleuringsgetallen In dit hoofdstuk zullen we zien dat Borsuk s Vermoeden niet slechts een interessante stelling is, maar ook gerelateerd aan andere wiskunde. We nemen een toeristische route door de grafentheorie en koppelen kleuringsproblemen zoals het wereldberoemde vierkleurenprobleem en sudoku s aan Borsuk. Hiervoor is het handig wat definities te geven aan verscheidene basistermen uit de grafentheorie voor het geval de lezer onbekend is met deze notaties. Indien de lezer een beetje bekend is met grafentheorie, is het aan te raden dit stuk over te slaan en eventueel te gebruiken als naslagwerk. In dit dictaat beschouwen we enkel simpele grafen; Daar waar graaf staat, bedoelen we een simpele graaf. Een graaf G is een geordend paar van een knopenverzameling V en een zijdenverzameling E, genoteerd als G = (V, E). De verzameling V bestaat uit een aantal elementen die de knopen in de graaf voorstellen en de verzameling E bestaat uit ongeordende paren elementen uit V. Een graaf heet simpel elk knopenpaar maximaal eenmaal voorkomt in E. Een wandeling W van a naar b in G met a, b V is een geordende verzameling knopen met als eerste element a en als laatste element b, zodat voor elk element x uit de verzameling W er een zijde in E is, die bestaat uit het paar x en het volgende element in W. Anders genoteerd: W = (x 0, x 1, x 2,..., x n ), zodat {x i, x i+1 } E. Voor alle i = 1, 2,..., n 1. Hierin kunnen we x 0 beschouwen als a en x n als b. In een wandeling W van a naar b noemen we a het beginpunt en b het eindpunt. Een graaf G heet samenhangend als voor elke knoop a en voor elke knoop b uit V een wandeling bestaat van a naar b. Een pad P van a naar b in G met a, b V is een wandeling waarbij elke knoop slechts één keer voorkomt. Een cykel C in G is een wandeling zodat het beginpunt gelijk is aan het eindpunt en alle andere knopen in de wandeling slechts één keer voorkomen. En als laatste; De graad van een knoop a in V is het aantal elementen uit E De zijdenverzameling E is een verzameling, dus volgens sommige definities van een verzameling komen dubbele zijden formeel niet voor. In de grafentheorie is het echter zo dat dubbele zijden wel degelijk kunnen voorkomen. 7
9 waar a een deelverzameling van is. Een interessante definitie in grafentheorie is het kleuringsgetal van een graaf G. Deze is gedefinierd als volgt; het kleuringsgetal van G, genoteerd als χ(g), is het kleinste natuurlijke getal n zodat alle knopen, uit een selectie van n kleuren, een kleur toegewezen kunnen krijgen, waarbij elke twee elementen van elk element in E verschillende kleuren toegewezen hebben gekregen. Een kleuring is een functie f : V N zodat voor elk paar elementen a, b V dat element is van E geldt f(a) f(b). Om de laatste twee definities te verduidelijken, stel e E. Dan e = {a, b} met a, b V. Een kleuring kan als volgt opgevat worden; bij een kleuring moet gelden dat voor elke e E geldt dat a en b verschillende kleuren hebben. Een makkelijk voorbeeld is de graaf G 1 = ({a, b, c}, {{a, b}, {a, c}, {b, c}}), het kleuringsgetal van deze graaf is drie. Om dit aan te tonen, beschouwen we de knoop a en geven deze een kleur, laten we zeggen rood, dan mag b niet rood zijn en c ook niet, want {a, b} en {a, c} komen voor in E. Omdat {b, c} ook voorkomt in E moet b en c ook verschillend gekleurd zijn. Het kleuringsgetal van G 1 is dus 3. Figuur 6: Een kleuring op de graaf G 1. Het is interessant op te merken dat het oplossen van een sudoku het completeren van een kleuring op V is. Hierbij geldt dat V de knopenverzameling is bestaande uit 81 elementen die de punten uit het 9x9-raster voorstellen en E bestaat uit 8
10 alle paren van punten in het 9x9-raster die ofwel in hetzelfde 3x3-hokje zitten, ofwel in dezelfde rij of kolom zitten. Het vierkleuringsprobleem wordt geponeerd door de stelling dat het kleuringsgetal van elke landkaart-graaf kleiner of gelijk is aan vier. Met een landkaart-graaf bedoelen we hier een graaf die we als volgt verkrijgen door middel van het beschouwen van een landkaart. Elk land stelt een knoop voor en elk paar landen dat aan elkaar grenst vormt een zijde. Hierbij mogen er op de landkaart geen enclaves voorkomen. Het is aangetoond dat het vinden van het kleuringsgetal van een graaf NPcompleet is. Kort door de bocht betekent dit dat het vinden van het kleuringsgetal moeilijk is voor grote grafen. We zullen nu Borsuk s Vermoeden koppelen aan het vinden van het kleuringsgetal. Daarvoor hebben we eerst nog enkele definities nodig; Een Borsuk-inbedding van een graaf G = (V, E) in een metrische ruimte (X, d) is een injectieve afbeelding van V naar X zodat d(f(u), f(v)) = 1 als u, v E en max{d(f(u), f(v)) u, v V } 1 Dit leidt tot de volgende definitie; De Borsuk-dimensie van een graaf G, afgekort B-dim(G), is gelijk aan het kleinste natuurlijk getal n zodat er een Borsuk-inbedding bestaat van G naar de E n. Stelling; Claim I impliceert Claim II. I. Voor alle grafen G geldt χ(g) B-dim(G) + 1. II. Voor begrensde en eindige deelverzamelingen van de R n Borsuk-getal kleiner of gelijk is aan n + 1 geldt dat het Bewijs: Laten we eerst opmerken dat een eindige verzameling A in de R n een eindig aantal paren van elementen heeft zodat de afstand tussen die paren gelijk is aan de diameter van A. We definiëren de geïnduceerde Borsukgraaf van een eindige deelverzameling A van de R n als een graaf waarbij V = A en E bestaat uit alle paren elementen {a, b} met a, b A waarvoor geldt dat de afstand tussen a en b gelijk is aan diameter(a). Andersom kunnen we ook altijd een eindige verzameling A 1 bedenken bij een willekeurige graaf G zodat de geïnduceerde Borsukgraaf van A 1 weer G geeft. Deze verzameling A 1 noemen we een geïnduceerde Borsuk-verzameling van G. Merk nu op dat elke graaf te schrijven is als geïnduceerde Borsukgraaf van een deelverzameling van de R n voor een bepaalde n en dat, zij n een natuurlijk getal, elke deelverzameling van de R n geschreven kan worden als geïnduceerde Om precies te zijn, moet de geïnduceerde Borsukgraaf isomorf aan G zijn. Nota bene: De geïnduceerde Borsuk-verzameling is absoluut niet uniek! 9
11 Borsuk-verzameling van een graaf. Een kleuring op de geïnduceerde Borsukgraaf van A is op te vatten als partitie op A waarbij alle elementen uit A = V die dezelfde kleur hebben, bevat zijn in hetzelfde element uit de partitie. Vice versa: een partitie op A is te zien als een kleuring op de geïnduceerde deelgraaf van A. Dit betekent dat het kleuringsgetal van de geïnduceerde Borsukgraaf van A gelijk is aan het Borsukgetal van A. Elke graaf heeft een Borsuk-inbedding in de R n voor een bepaalde n. Dit is simpel te bewijzen met inductie; Een graaf bestaande uit slechts één knoop heeft een Borsuk-inbedding in de R 0. Zij G 1 een graaf die een Borsuk-inbedding f heeft in de R n. Indien we een knoop en eventueel zijden waar deze knoop een deelverzameling van is toevoegen aan G 1 kunnen we de functie f uitbreiden door als codomein de R (n+1) te nemen en het beeld van de extra knoop zo te kiezen dat het lineair onafhankelijk is van alle andere punten. Zo heeft de nieuwe graaf ook een Borsuk-inbedding, dit keer in de R (n+1). Merk op dat hierdoor de Borsuk-dimensie van een graaf altijd bestaat. Zij G = (V, E) een graaf. Dan is de Borsuk-dimensie van G kleiner of gelijk aan elk natuurlijke getal n zodat er een geïnduceerde Borsukverzameling van G in de R n bestaat. Dit volgt uit de definities. De Borsuk-dimensie van G is in feite het kleinste natuurlijk getal zodat er een geïnduceerde Borsukverzameling in de R n bestaat. Dit betekent dat als voor alle grafen G geldt χ(g) B-dim(G) + 1 dan geldt voor alle eindige A R n dat het Borsuk-getal kleiner of gelijk is aan n + 1. Voor elke eindige A R n bestaat er namelijk een geïnduceerde Borsukgraaf. Omdat het kleuringsgetal van de geïnduceerde Borsukgraaf G 1 van A gelijk is aan het Borsuk s getal van A en omdat de Borsuk-dimensie van G 1 kleiner of gelijk is aan n, moet dus de gevraagde implicatie gelden. 6.1 Een nieuw perspectief op een oude stelling Wat we nu gaan doen is bewijzen dat Borsuk s Vermoeden voor eindige deelverzamelingen geldt in het geval n = 2. Ook al hebben we deze stelling al bewezen in een eerder hoofdstuk, is dit absoluut geen zinloze bedoening. Elk nieuw perspectief dat we verkrijgen in de wiskunde is een gereedschap waar we wellicht de open vragen mee kunnen beantwoorden. De structuur van het bewijs bestaat eruit dat we eerst Borsuk s Vermoeden voor eindige deelverzamelingen voor het geval n = 2 gaan koppelen aan de stelling dat voor alle grafen G geldt χ(g) B-dim(G) + 1. Vervolgens gaan we bepalen welke grafen precies Borsuk-dimensie 2 hebben en wat het maximale kleuringsgetal is van al die grafen. Stelling
12 Stelling I impliceert stelling II. I. Voor alle grafen met Borsuk-dimensie 2 geldt dat het kleuringsgetal kleiner of gelijk is aan 3 is. II. Het Borsuk-getal voor alle eindige deelverzamelingen van R 2 is kleiner of gelijk aan 3. Bewijs. Stel dat stelling I geldt. Zij A een eindige deelverzameling van R 2, dan heeft de geïnduceerde Borsukgraaf G 1 van A Borsuk-dimensie kleiner of gelijk aan 2. Dit omdat A het beeld is van de knopenverzameling van G 1 onder een bepaalde afbeelding. Omdat het kleuringsgetal van G 1 kleiner of gelijk is aan 3 volgens de aanname is het Borsuk-getal van A kleiner of gelijk aan 3. Stelling 1.1 Zij G een samenhangende graaf. Dan geldt dat de Borsuk-dimensie van G gelijk is aan 2 dan en slechts dan als G behoort tot een van de volgende categorieën grafen. I. Een graaf bestaande uit 1 knoop. II. Een graaf waarbij er een pad bestaat zodat alle knopen in het pad zitten. III. Een graaf waarbij er een cykel bestaat zodat alle knopen in de cykel zitten en het aantal knopen oneven is. Anders gezegd, een cykel van oneven lengte. Waarbij G gedefinieerd is als G met daaruit weggelaten: Alle knopen van graad één. Alle zijden die grenzen aan een knoop van graad één. Bewijs. Zonder verlies van algemeenheid nemen we aan dat, zij G = (V, E) een samenhangende graaf, G = (V, E ) een cykel van oneven lengte is. Beschouw nu de volgende constructie; Definieer f 1 als functie van V naar R n zodat het beeld van f 1 de vorm van een regelmatige sterveelhoek met oneven aantal hoekpunten heeft. Om precies te zijn beeldt f 1 alle elementen van V af op de hoekpunten van de regelmatige sterveelhoek. Nu tonen we aan dat f 1 een Borsuk-inbedding van G is. Laat f 1 zo gedefinieerd zijn dat de afstand tussen twee knopen in G die verbonden zijn door een zijde gelijk is aan 1. Merk op dat deze functie bestaat. Een knoop is een cykel van oneven lengte en elk pad is uit te breiden naar een cykel van oneven lengte door toevoeging van een zijde. Het toevoegen van een zijde kan de Borsukdimensie niet verkleinen. voorbeelden hiervan zijn de gelijkzijdige driehoek, pentagram, heptagram, enneagram etc. 11
13 De diameter van het beeld van f 1 is nu gelijk aan 1, dus f 1 is een Borsukinbedding van G. Nu breiden we f 1 uit naar f 2 zodat f 2 een Borsuk-inbedding van G is. Alle knopen die niet in G maar wel in G zitten, komen slechts eenmaal voor als element van een zijde in E. Zij k 1 zo n knoop en zij k 2 de andere knoop zodat {k 1, k 2 } E dan kiezen we het beeld van k 1 onder f 2 zo dat de afstand van dat punt tot het beeld van k 2 gelijk is aan 1, zoals in het plaatje. Figuur 7: Borsuk inbedding van een cykel van lengte 5, met twee knopen van graad 1. a, b, c, d, e G, k 1, k 2 / G f 2 is nu een Borsuk-inbedding van G in R 2, dus de Borsuk-dimensie is kleiner of gelijk aan 2. Stel nu dat de Borsuk-dimensie van G gelijk is aan 1, dan bestaat er een afbeelding h die V afbeeldt op R zodat h een Borsuk-inbedding is. E Bevat nu hoogstens één zijde omdat h anders geen Borsuk-inbedding is. Omdat E slechts een zijde heeft, behoort G niet tot een van de categorieën I,II of III. We hebben nu aangetoond dat als G tot categorie I, II of III behoort, G Borsuk-dimensie 2 heeft. Het bewijs van de andere implicatie die we moeten bewijzen, is wat lastiger. De geïnteresseerde lezer zouden we graag willen verwijzen naar The Borsuk dimension of a graph and Borsuk s Partition Conjecture for finite sets, geschreven door Philip L. Bowers. Stelling 1.2 Elke graaf met Borsuk-dimensie 2 heeft kleuringsgetal kleiner of gelijk aan 3. Bewijs. 12
14 Kies zonder verlies van algemeenheid G zodat G een cykel van oneven lengte is. We kunnen nu G inkleuren met 3 kleuren, noem deze kleuring c. We breiden c nu uit naar een kleuring op G met drie kleuren door de knopen niet in G maar wel in G zitten een andere kleur te geven dan de knoop waar ze aan grenzen. 7 Huiswerkopgaven 7.1 Vraag 1 Bepaal de Borsuk-dimensie van de geïnduceerde Borsukgraaf van de volgende deelverzameling van de E 5 ; A = {(1, 2, 0, 0, 3), (1, 1, 1, 0, 3), (1, 0, 0, 0, 3), (1, 0, 2, 0, 3)} 7.2 Vraag 2: Bonusvraag Teken de bijbehorende graaf en bepaal een kleuring met 4 of minder kleuren. Figuur 8: Microsudoku 7.3 Wedstrijdje! We hebben de volgende uitdaging voor jullie bedacht. Zij A de eenheidshyperkubus in R 4 zodat A een cartesisch product is als volgt [0, 1] [0, 1] [0, 1] [0, 1]. Jullie taak is om een partitie P op A te vinden, zodat de diameter van elk element uit P kleiner is dan de diameter van A. De moelijkheid zit hem erin dit zo te doen zodat op de eerste plaats het aantal elementen in P minimaal is. Als twee deelnemers beide een partitie hebben gevonden met hetzelfde aantal elementen, zal gekeken worden naar de grootste diameter van een element uit P. Deze grootste diameter moet zo klein mogelijk zijn natuurlijk. 13
15 Inzendingen worden uiteraard alleen beoordeeld als men zelf op een duidelijke manier de grootste diameter van de elementen uit de partitie uitrekent. Het geven van een bepaalde partitie is dus niet voldoende. 8 Bronvermelding Results and problems in combinatorial geometry, geschreven door V. Boltjanski en I. Gohberg geschreven door S. Watson The Borsuk dimension of a graph and Borsuk s Partition Conjecture for finite sets, geschreven door P.L. Bowers 14
Week 1 20-02-2013. Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren.
Combinatorische Optimalisatie, 2013 Week 1 20-02-2013 Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren. Opgave 1.16 Bewijs dat elke graaf een even aantal punten
Nadere informatieTentamen Discrete Wiskunde
Discrete Wiskunde (WB011C) 22 januari 2016 Tentamen Discrete Wiskunde Schrijf op ieder ingeleverd blad duidelijk leesbaar je naam en studentnummer. De opgaven 1 t/m 6 tellen alle even zwaar. Je hoeft slechts
Nadere informatieInleiding Analyse 2009
Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn
Nadere informatieRadboud Universiteit Nijmegen
Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica L(,1)-labeling van grafen Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Myrte klein Brink 4166140 Bachelor Wiskunde Dr.
Nadere informatieTer Leering ende Vermaeck
Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel
Nadere informatieRIPS Rechtlijnige Ingebedde Planaire Subgrafen
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN BACHELOR SCRIPTIE RIPS Rechtlijnige Ingebedde Planaire Subgrafen Auteur: Margot VAN HOEK Begeleider: Wieb BOSMA 2 e lezer: Maarten SOLLEVELD Ingeleverd aan de: Faculteit der
Nadere informatieTentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur
Tentamen Discrete Wiskunde 0 april 0, :00 7:00 uur Schrijf je naam op ieder blad dat je inlevert. Onderbouw je antwoorden, met een goede argumentatie zijn ook punten te verdienen. Veel succes! Opgave.
Nadere informatieMore points, lines, and planes
More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)
Nadere informatieDe Dekpuntstelling van Brouwer
De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een
Nadere informatieTentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312
Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Je mag de syllabus en aantekeningen gebruiken, maar geen rekenmachine. Je mag opgaven 2.46, 2.49 en 8.13
Nadere informatie2: Laat en twee convexe verzamelingen zijn. Laat. Er geldt. Omdat convex is, is de gehele lijn bevat in, dus. Evenzo geldt. Hieruit volgt dat.
CONVEXE MEETKUNDE Pelle Wielinga & Han van der Ven 1. Convexe meetkunde Convexe meetkunde is een tak van de meetkunde die zich bezighoudt met convexe verzamelingen. In de Euclidische ruimte wordt een object
Nadere informatieLege polygonen in een graaf.
Uitwerking puzzel 94-2 Lege polygonen in een graaf. Lieke de Rooij Wobien Doyer We hebben n punten die al of niet met elkaar worden verbonden. De bedoeling is om met zo min mogelijk lijnen (=verbindingen)
Nadere informatieII.3 Equivalentierelaties en quotiënten
II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde
Nadere informatieExamen G0U13B Bewijzen en Redeneren (6 sp.) Bachelor of Science Wiskunde. vrijdag 1 februari 2013, 8:30 12:30
Examen G0U13B Bewijzen en Redeneren (6 sp.) Bachelor of Science Wiskunde vrijdag 1 februari 2013, 8:30 12:30 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen. Begin
Nadere informatieI.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.
I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk
Nadere informatie2WO12: Optimalisering in Netwerken
2WO12: Optimalisering in Netwerken Leo van Iersel Technische Universiteit Eindhoven (TU/E) en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) 10 en 13 februari 2014 http://homepages.cwi.nl/~iersel/2wo12/ l.j.j.v.iersel@gmail.com
Nadere informatieLineaire afbeeldingen
Les 2 Lineaire afbeeldingen Als een robot bij de robocup (het voetbaltoernooi voor robots een doelpunt wil maken moet hij eerst in de goede positie komen, d.w.z. geschikt achter de bal staan. Hiervoor
Nadere informatieLineaire algebra I (wiskundigen)
Lineaire algebra I (wiskundigen) Toets, donderdag 22 oktober, 2009 Oplossingen (1) Zij V het vlak in R 3 door de punten P 1 = (1, 2, 1), P 2 = (0, 1, 1) en P 3 = ( 1, 1, 3). (a) Geef een parametrisatie
Nadere informatieEigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde
Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Magali Victoor Promotor: Prof. dr. Hendrik Van Maldeghem Masterproef ingediend tot het behalen van de academische
Nadere informatieLineaire Algebra voor ST
Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9. email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/ds6 Technische Universiteit Eindhoven college 9 J.Keijsper (TUE)
Nadere informatieGrafen. Indien de uitgraad van ieder punt 1 is, dan bevat de graaf een cykel. Indien de ingraad van ieder punt 1 is, dan bevat de graaf een cykel.
Grafen Grafen Een graaf bestaat uit een verzameling punten (ook wel knopen, of in het engels vertices genoemd) en een verzameling kanten (edges) of pijlen (arcs), waarbij de kanten en pijlen tussen twee
Nadere informatieAanvullingen bij Hoofdstuk 6
Aanvullingen bij Hoofdstuk 6 We veralgemenen eerst Stelling 6.4 tot een willekeurige lineaire transformatie tussen twee vectorruimten en de overgang naar twee nieuwe basissen. Stelling 6.4. Zij A : V W
Nadere informatieDualiteit. Raymond van Bommel. 6 april 2010
Dualiteit Raymond van Bommel 6 april 2010 1 Inleiding Op veel manieren kan meetkunde worden bedreven. De bekendste en meest gebruikte meetkunde is de Euclidische meetkunde. In dit artikel gaan we kijken
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie HOVO Utrecht Les 1: Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist Overzicht colleges 1. College 1 1. Goniometrie 2. Vectoren 2. College
Nadere informatie3. Elke lijn van een graaf draagt twee bij tot de som van alle graden.
Antwoorden Doeboek 4 Grafen.. De middelste en de rechtergraaf.. Een onsamenhangende graaf met vijf punten en vijf lijnen: Teken een vierhoek met één diagonaal. Het vijfde punt is niet verbonden met een
Nadere informatieWe beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.
II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;
Nadere informatieOpgaven Inleiding Analyse
Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie Utrecht Les : Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist verzicht colleges. College. Goniometrie 2. Vectoren 2. College 2. Matrixen
Nadere informatieJe hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015
Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen
Nadere informatieIII.3 Supremum en infimum
III.3 Supremum en infimum Zowel de reële getallen als de rationale getallen vormen geordende lichamen. Deze geordende lichamen zijn echter principieel verschillend. De verzameling R is bijvoorbeeld aanzienlijk
Nadere informatieIMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017
IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Gegeven is cirkel ω met middellijn AK. Punt M ligt binnen de cirkel, niet op lijn AK. De lijn AM snijdt
Nadere informatieCabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's
Cabri-werkblad Driehoeken, rechthoeken en vierkanten 1. Eerst twee macro's Bij de opdrachten van dit werkblad zullen we vaak een vierkant nodig hebben waarvan alleen de beide eindpunten van een zijde gegeven
Nadere informatieopgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.
opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal
Nadere informatieDriehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)
Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies
Nadere informatieLijst-kleuringen in de grafentheorie
Lijst-kleuringen in de grafentheorie Berrie Bottelier 16 juli 2014 Bachelorscriptie Begeleiding: dr. Guus Regts 4 5 6 1 2 3 Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,
Nadere informatieExamen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,
Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, 2010-2011 bachelor in de Wisunde, bachelor in de Fysica, bachelor in de Economische Wetenschappen en bachelor in de Wijsbegeerte Vrijdag 4 februari 2011, 8u30 Naam:
Nadere informatieVERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN
I VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN Het begrip verzameling kennen we uit het dagelijks leven: een bibliotheek bevat een verzameling van boeken, een museum een verzameling van kunstvoorwerpen. We kennen verzamelingen
Nadere informatie1 Rekenen in eindige precisie
Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen
Nadere informatieTweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen
Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat
Nadere informatieOpmerking vooraf: let op, de terminologie is in elk boek weer anders!
Grafen Opmerking vooraf: let op, de terminologie is in elk boek weer anders! 1. Inleiding Een (ongerichte) graaf (graph) G = (V, E) bestaat uit een eindige, nietlege verzameling V van punten (vertices),
Nadere informatieDe probabilistische methode
De probabilistische methode Sui Yung Cheung 11 augustus 2008 Bachelorscriptie Begeleiding: Dr. D.C. Gijswijt KdV Instituut voor wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit
Nadere informatiePermutoëders en Hamiltoniaanse paden
Permutoëders en Hamiltoniaanse paden Daniel von Asmuth Inleiding Samenvatting We bestuderen het plain changes algoritme met behulp van geometrie en grafentheorie. Waarschuwing 1. Dit is een vlottend document
Nadere informatieDiscrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie
Discrete Structuren Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 3 maart 2008 GRAFEN & BOMEN Paragrafen 6.1-6.4 Discrete Structuren
Nadere informatieEen combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010
Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt
Nadere informatie1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12
Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal
Nadere informatieAffiene ruimten. Oefeningen op hoofdstuk Basistellingen
Oefeningen op hoofdstuk Affiene ruimten. Basistellingen Oefening.. Er zijn maar een eindig aantal lineaire afbeeldingen op een eindigdimensionale vectorruimte F n q over een eindig veld F q. Tel het aantal
Nadere informatieHuiswerk Hints&Tips Analyse 2, College 26
Huiswerk Hints&Tips Analyse, College 6 [K..]. Tip : Toon aan dat er punten (x, y ) en (x, y ) en scalars m, M R bestaan zo dat m = f(x, y ) f(x, y) f(x, y ) = M. Laat dan zien dat m(b a)(d c) = m f M =
Nadere informatieJordan normaalvorm. Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er
Nadere informatieLijstkleuring van grafen
C.J. Meerman Lijstkleuring van grafen Bachelorscriptie 10 juni 2010 Email: cjmeerman@gmail.com Scriptiebegeleider: Dr. D. C. Gijswijt Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding
Nadere informatieV.4 Eigenschappen van continue functies
V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt
Nadere informatieEnige informatie over groepen ten bate van het college Topologie en Meetkunde (Jaap van Oosten, Juni 2003)
Enige informatie over groepen ten bate van het college Topologie en Meetkunde (Jaap van Oosten, Juni 2003) Een groep is een verzameling G met daarop een operatie : G G G (die we schrijven als g, h g h),
Nadere informatieDiscrete modellen in de toegepaste wiskunde (WISB136) Uitwerkingen proeftentamen.
Discrete modellen in de toegepaste wiskunde (WISB6) Uitwerkingen proeftentamen. Docent: Rob H. Bisseling april 202. Begin met een matching M = {x y, x y, x 6 y 6 } aangegeven door de vette lijnen. x De
Nadere informatie1. Drie relaties Prof. dr. H. W. (Hendrik) Lenstra Universiteit Leiden
1. Drie relaties Prof. dr. H. W. (Hendrik) Lenstra Universiteit Leiden Laat X een eindige verzameling zijn. Als een equivalentierelatie op X is, geven we met X/ de verzameling equivalentieklassen van aan.
Nadere informatieUITWERKINGEN 1 2 C : 2 =
UITWERKINGEN. De punten A, B, C, D in R zijn gegeven door: A : 0, B : Zij V het vlak door de punten A, B, C. C : D : (a) ( pt) Bepaal het oppervlak van de driehoek met hoekpunten A, B, C. Oplossing: De
Nadere informatiePijlenklokken. 1 Inleiding
Pijlenklokken 1 Inleiding In bovenstaande tekening zie je 1 rode punten. Er staan blauwe pijlen van elk rood punt naar een ander rood punt 4 plaatsen verder op de cirkel. Een dergelijke afbeelding noemen
Nadere informatie3 De duale vectorruimte
3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire
Nadere informatieRakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde
Rakende cirkels Keuzeopdracht voor wiskunde Verrijkende opdracht over construeren en redeneren in figuren Voorkennis: meetkunde: cirkels, raaklijn, loodrecht stand; sinus: waarden voor bekende hoeken als
Nadere informatieCombinatorische Algoritmen: Binary Decision Diagrams, Deel III
Combinatorische Algoritmen: Binary Decision Diagrams, Deel III Sjoerd van Egmond LIACS, Leiden University, The Netherlands svegmond@liacs.nl 2 juni 2010 Samenvatting Deze notitie beschrijft een nederlandse
Nadere informatieDiscrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie
Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 23 februari 2009 GRAFEN & BOMEN Paragrafen 6.1-6.4 Discrete Structuren Week 3 en 4:
Nadere informatieVeronderstel dat we dit niet kunnen voor een zekere kleuring en beschouw er zo e e n.
Antwoorden Getallen kleuren Veronderstel dat we dit niet kunnen voor een zekere kleuring en beschouw er zo e e n. Beschouwen we a = 0. Dan geldt wegens de veronderstelling op de kleuring: b > : b = 0 +
Nadere informatieOpen het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het
Practicum I Opgave 1 Tekenen van een driehoek In de opgave gaan we op twee verschillende manieren een driehoek tekenen. We doen dit door gebruik te maken van de werkbalk (macrovenster) en van het invoerveld.
Nadere informatieVoorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)
Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Beschouw de 4 termen: x y, x, 6, 9x Voor welke waarden van x en y vormen deze termen een rekenkundige rij? x 9x x, 6, 9 x : RR 6 0x x 0,9 0,9 y ;,9 ; 6 ; 8,,
Nadere informatieLineaire Algebra voor W 2Y650
Lineaire Algebra voor W 2Y650 Docent: L. Habets HG 8.09, Tel: 040-2474230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2y650 1 Herhaling: opspansel De vectoren v 1,..., v k V spannen
Nadere informatiehéöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =
héöéäëåéçéå~äëãééíâìåçáöééä~~íëéåãéí`~äêá hçéåpíìäéåë De algemene vergelijking van een kegelsnede is van de vorm : 2 2 ax by 2cxy 2dx 2ey f 0 met a, b, c, d, e, f + + + + +. Indien je vijf punten van een
Nadere informatieSelecties uit de Elementen van Euclides (ca. 300 v.c.), Boek 1
Selecties uit de Elementen van Euclides (ca. 300 v.c.), Boek 1 (Woorden tussen haakjes en voetnoten zijn door de vertaler J.P.H. toegevoegd, en ook enkele Griekse worden die in het hedendaagse Engels voortleven.)
Nadere informatieUitwerkingen eerste serie inleveropgaven
Uitwerkingen eerste serie inleveropgaven (1) Gegeven het 4 4 grid bestaande uit de 16 punten (i, j) met i, j = 0,..., 3. Bepaal het aantal driehoeken dat je kunt vinden zodanig dat ieder hoekpunt samenvalt
Nadere informatieV.2 Limieten van functies
V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de
Nadere informatieTentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking
Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is
Nadere informatie3 De stelling van Kleene
18 3 De stelling van Kleene Definitie 3.1 Een formele taal heet regulier als hij wordt herkend door een deterministische eindige automaat. Talen van de vorm L(r) met r een reguliere expressie noemen we
Nadere informatieRadboud Universiteit Nijmegen
Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der natuurwetenschappen, wiskunde en informatica juli 07 Matchingtheorie op grafen Jorrit Bastings S6556 Begeleider: Wieb Bosma Inhoudsopgave Het huwelijksprobleem
Nadere informatieCabri werkblad. Meetkundige plaatsen
Cabri werkblad Meetkundige plaatsen 1. Wat is een meetkundige plaats? We geven direct maar een Definitie Een meetkundige figuur heet meetkundige plaats van punten met een bepaalde eigenschap indien: 1.
Nadere informatie7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden.
7.0 Voorkennis Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. Voorbeeld definitie: Een gestrekte hoek is een hoek van 180 ; Een rechte hoek is een hoek van 90 ; Een parallellogram is een vierhoek
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 2005-2006: eerste ronde 1 Vier van de volgende figuren zijn het beeld van minstens één andere figuur door een draaiing in het vlak Voor één figuur is dit niet het geval Welke?
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.
Vlaamse Wiskunde Olympiade 99-99 : Tweede Ronde De Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination
Nadere informatieVerzamelingen. Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5 Verzamelingen In de meest uiteenlopende omstandigheden kan het handig zijn om een stel objecten, elementen, of wat dan ook, samen een naam te geven. Het resultaat noemen we dan een verzameling.
Nadere informatieOnderwerpen. Punten en lijnen, postbodes en handelsreizigers. Theorie. Theorie (2) Graaftheorie. Een mini-inleiding graaftheorie
Onderwerpen Punten en lijnen, postbodes en handelsreizigers Een mini-inleiding graaftheorie Graaftheorie Herman Geuvers Euler en de postbode Radboud Universiteit Nijmegen 9 februari 2019 met dank aan Engelbert
Nadere informatieLineaire Algebra voor ST
Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.31 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds06 Technische Universiteit Eindhoven college 4 J.Keijsper
Nadere informatieRadboud Universiteit Nijmegen
Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Kubische grafen met integraal spectrum Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Tweede lezer: Daan van Rozendaal
Nadere informatieElfde college complexiteit. 23 april NP-volledigheid III
college 11 Elfde college complexiteit 23 april 2019 NP-volledigheid III 1 TSP Als voorbeeld bekijken we het Travelling Salesman/person Problem, ofwel het Handelsreizigersprobleem TSP. Hiervoor geldt: TSP
Nadere informatieHoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen
Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan
Nadere informatieHoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen.
Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Jakob Steiner (Utzenstorf (kanton Bern), 18 maart 1796 - Bern, 1 april 1863) was een Zwitsers wiskundige. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste
Nadere informatieGrenzen voor het aantal Hamiltoniaanse cykels in triangulaties
Faculteit Wetenschappen Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Informatica en Statistiek Grenzen voor het aantal Hamiltoniaanse cykels in triangulaties Annelies Cuvelier Promotor: prof. dr. Gunnar Brinkmann Copromotor:
Nadere informatieVeelvlakken kleuren. Dion Gijswijt
Stel, je wilt de zijvlakken van een veelvlak kleuren, en wel zo dat aangrenzende veelvlakken verschillende kleur krijgen. Hoeveel kleuren heb je dan minimaal nodig? Veelvlakken kleuren Dion Gijswijt De
Nadere informatie3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.
3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3.1. Inleiding Het derde college betreft drie onderwerpen (hoeken, bogen en inversies), die in concrete meetkundige situaties vaak optreden. Dit hoofdstuk is bedoeld
Nadere informatieTW2020 Optimalisering
TW2020 Optimalisering Hoorcollege 2 Leo van Iersel Technische Universiteit Delft 9 september 2015 Leo van Iersel (TUD) TW2020 Optimalisering 9 september 2015 1 / 23 Huiswerk Huiswerk 1 is beschikbaar op
Nadere informatie2WO12: Optimalisering in Netwerken
2WO12: Optimalisering in Netwerken Leo van Iersel Technische Universiteit Eindhoven (TUE) en Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) 3 en 6 februari 2014 Leo van Iersel (TUE/CWI) 2WO12: Optimalisering in
Nadere informatieRuimtemeetkunde deel 1
Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen
Nadere informatieExamen Datastructuren en Algoritmen II
Tweede bachelor Informatica Academiejaar 2016 2017, eerste zittijd Examen Datastructuren en Algoritmen II Naam :.............................................................................. Lees de hele
Nadere informatieVl. M. Nadruk verboden 1
Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is
Nadere informatie(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis
Nadere informatie5 Inleiding tot de groepentheorie
5 Inleiding tot de groepentheorie Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze groep de viergroep van Klein bezit als deelgroep van index 2. Oplossing
Nadere informatieSYMMETRIEËN VAN RUIMTELIJKE FIGUREN. Prof. dr. Ronald Meester
SYMMETRIEËN VAN RUIMTELIJKE FIGUREN Prof. dr. Ronald Meester Inleiding In dit college onderzoeken we symmetrie-eigenschappen van ruimtelijke figuren zoals driehoeken, vierkanten, kubussen en andere veelvlakken
Nadere informatieFaculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde. Baire ruimten. Bachelor Project I. Wouter Van Den Haute. Prof. Eva Colebunders
Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Baire ruimten Bachelor Project I Wouter Van Den Haute Promotor: Prof. Eva Colebunders Academiejaar 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Ruimten van eerste en
Nadere informatieInhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie
Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft
Nadere informatieFractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9
Fractale dimensie Eline Sommereyns 6wwIi nr.9 Inhoudstabel Inleiding... 3 Gehele dimensie... 4 Begrip dimensie... 4 Lengte, breedte, hoogte... 4 Tijd-ruimte... 4 Fractale dimensie... 5 Fractalen... 5 Wat?...
Nadere informatieFLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j
FLIPIT JAAP TOP Een netwerk bestaat uit een eindig aantal punten, waarbij voor elk tweetal ervan gegeven is of er wel of niet een verbinding is tussen deze twee. De punten waarmee een gegeven punt van
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.
Vlaamse Wiskunde Olympiade 986 987: Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per goed antwoord krijgt hij of zij
Nadere informatieUnitaire en Hermitese transformaties
Hoofdstuk 11 Unitaire en Hermitese transformaties We beschouwen vervolgens lineaire transformaties van reële en complexe inproductruimten die aan extra eigenschappen voldoen die betrekking hebben op het
Nadere informatieAanvullingen bij Hoofdstuk 8
Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los
Nadere informatieExamen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07
Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.
Nadere informatie