Veiligheid in cijfers 2007

Transcriptie

1 Veiligheid in cijfers 2007 Colofon Serie Statistiek 2008/03 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek Postbus 9100, 2300 PC Leiden Website:

2 Inhoudsopgave Inleiding 4 Aanleiding 4 Bronnen 4 Leeswijzer 6 1 Veilige woon- en leefomgeving Overlast op straat (door verslaafden) 7 - Overlast door drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen 7 - Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers 8 - Buurtprobleem drugsoverlast 9 - Overlastgevende personen Onveiligheidsgevoelens Leefbaarheid en sociale weerbaarheid 12 - Verloedering 13 - Sociale cohesie In en om de woning / huiselijk geweld Geweld 16 - Geweldsincidenten 16 - Bedreiging Inbraken en voertuigcriminaliteit 18 - Woninginbraak 19 - Fietsdiefstal Overige criminaliteit 22 - Volwassen veelplegers 22 2 Bedrijvigheid en veiligheid Veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra 24 - Winkeldiefstal 24 - Bedrijfsinbraak Uitgaan en overlast 26 - Geweld in het veiligheidsrisicogebied Toerisme en onveiligheid 27 - Zakkenrollen Grootschalige evenementen 28 3 Jeugd en veiligheid Overlast door jongeren Harde kern 31 - Jeugdige veelplegers 31 - Harde kern jongeren Alcohol en drugs 34 - Alcoholgebruik onder jongeren 34 - Druggebruik onder jongeren 35 2 Veiligheid in cijfers 2007

3 4 Fysieke veiligheid Verkeersveiligheid Brandveiligheid gebouwen Risico s van (natuur) rampen 38 - Overlast door weersinvloeden 38 5 Integriteit en veiligheid Integriteit van het lokale bestuur 39 - Gemeentelijke vertrouwenspersonen 39 Veiligheid in cijfers

4 Inleiding Aanleiding De gemeente Leiden heeft voor de periode een veiligheidsprogramma opgesteld: Samen werken aan een veilig Leiden. Bij de tussentijdse evaluatie in 2007 bleek dat de cijfermatige onderbouwing van trends nog kon worden verbeterd. De gemeente Leiden kent bovendien een Programmabegroting met daarin een programma Veiligheid. Ook hiervoor moeten jaarlijks indicatoren worden bijgehouden. Bureau BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) is aan de slag gegaan om het beschikbare cijfermateriaal op systematische wijze bij elkaar te zetten. Het resultaat is het nu voorliggende document Veiligheid in cijfers De intentie is om jaarlijks een dergelijk document op te stellen, met als doel basis te zijn voor rapportages over de veiligheidssituatie in Leiden. Deze monitor is dus zélf niet bedoeld als een analyse van het veiligheidssituatie in Leiden. Het is puur een systematische verzameling van het onderliggende cijfermateriaal. Het meest logische moment van verschijnen is de maand februari omdat dan de nieuwste politiecijfers (een belangrijke bron) bij bureau BOA binnen zijn. Bovendien kan het document op dat moment behulpzaam zijn bij het opstellen van de Programmaverantwoording. Bronnen Statistische gegevens over veiligheid zijn afkomstig van verschillende bronnen. Een groot deel is afkomstig uit registratie door de politie, een ander deel is afkomstig uit verschillende bevolkingsenquêtes. Daarnaast is een aantal kleine, specifieke bronnen gebruikt. De gebruikte bronnen zijn: Politie Leiden-Voorschoten De politie Leiden-Voorschoten registreert, als onderdeel van het dagelijks werk, een groot aantal incidenten in het Bedrijfsprocessen Systeem (BPS). In dit systeem worden de incidenten en activiteiten ingedeeld in een groot aantal categorieën. Bij bureau BOA zijn vanaf 2005 politiecijfers bekend die de gemeente rechtstreeks uit BPS ontvangt. In de afgelopen jaren zijn voor sommige gegevens GIDS-cijfers gebruikt. GIDS is een rapportagesysteem dat gebruik maakt van BPS. Om dubbel werk te voorkomen en omdat de afwijkingen minimaal zijn, gebruiken we vanaf 2005 de BPS cijfers. In deze versie van Veiligheid in cijfers geven we ook nog de GIDS-cijfers tot en met Geweldsanalyse Sinds 2004 maakt bureau BOA de zogenoemde Geweldsanalyse. Hierin worden politiecijfers over geweldsincidenten uit BPS systematisch op een rij gezet. Onderdeel van de analyse is een opschoning van de incidenten. Het komt soms voor dat geweldsincidenten dubbel voorkomen in de administratie. De cijfers in de Geweldsanalyse komen uit het opgeschoonde bestand. Om verwarring te voorkomen gebruiken we daarom voor geweldincidenten de cijfers uit de Geweldsanalyse, en niet die rechtstreeks uit BPS. Er zouden dan twee cijfers over geweld in omloop komen. Bovendien zijn de verschillen beperkt. De algemene trend is gelijk. 4 Veiligheid in cijfers 2007

5 Politie Hollands Midden Voor de cijfers over huiselijk geweld worden gegevens van de politie Hollands Midden gebruikt. De reden hiervan is dat huiselijk geweld sinds een aantal jaar een regionale aanpak kent. In dat kader worden de cijfers regionaal verzameld. HKS, bewerkt door KLPD/DNRI De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. In zijn algemeenheid betreft het gegevens over geregistreerde criminaliteit en over de personen die zich daar (mogelijk) aan hebben schuldig gemaakt (verdachten). Bureau BOA ontvangt sinds 2005 gegevens over Leiden en de andere G31-gemeenten. Bij de indeling naar gemeente gaat het om de woonplaats van de verdachte, ongeacht de plaats waar het delict gepleegd is. Politiemonitor De Politiemonitor was een landelijk onderzoek dat jaarlijks werd gehouden in de politieregio s. In de oneven jaren werd de steekproef opgehoogd zodat het mogelijk werd om uitspraken te doen over de politieteams (Leiden kent vier teams). De laatste keer was in Vanaf 2008 gaan de Politiemonitor en de Leefbaarheidsmonitor (zie onder) op in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Leefbaarheidsmonitor De Leefbaarheidsmonitor was een onderzoek dat steden van het Grotestedenbeleid (GSB) verplicht moesten uitvoeren om de effecten van het GSB te monitoren. In Leiden is deze enquête 5 keer gehouden, voor het laatst in De Leefbaarheidsmonitor en de politiemonitor kenden een grote overlap in onderwerpen. Mede daarom is landelijk besloten om deze twee onderzoeken samen te voegen tot de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). In Leiden zal deze voor het eerst plaatsvinden in het najaar van Stadsenquête Dit is een telefonisch onderzoek onder (een steekproef uit) de Leidse bevolking dat jaarlijks plaatsvindt. Er wordt onder andere gevraagd naar overlast door alcohol- en drugsverslaafden en dak- en thuislozen. Jongerenpeiling De GGD heeft in 1998 en 2003 een peiling gehouden onder jongeren van jaar in de regio Zuid-Holland Noord. Er zijn aparte resultaten voor Leiden. De jongeren worden geënquêteerd over gezondheid en leefstijl. In 2008 staat dit onderzoek weer gepland. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer In dit document worden gegevens over verkeers(on)veiligheid gebruikt die afkomstig zijn van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Programmaverantwoording gemeente Leiden Gegevens van de Brandweer worden uit de programmaverantwoording gehaald. Zodra er een concrete vraag is vanuit de organisatie naar meer of specifiekere cijfers, zal bureau BOA samen met de Brandweer bekijken hoe deze gegevens verzameld kunnen worden. Sociaal Jaarverslag gemeente Leiden Elk jaar maakt de gemeente Leiden een Sociaal Jaarverslag met daarin onder andere gegevens over vertrouwenspersonen die binnen de organisatie werkzaam zijn. Veiligheid in cijfers

6 Leeswijzer De hoofdstukken zijn ingedeeld volgens de kernbeleid methode die ook in het veiligheidsprogramma Samen werken aan een veilig Leiden wordt gehanteerd. De kernbeleidmethode hanteert 5 veiligheidsvelden: 1. Veilige woon- en leefomgeving 2. Bedrijvigheid en veiligheid 3. Jeugd en veiligheid 4. Fysieke veiligheid 5. Integriteit en veiligheid De veiligheidsvelden vormen de hoofdstukken in deze monitor. Binnen de veiligheidsvelden worden veiligheidsthema s onderscheiden. Bijna alle thema s komen in deze monitor terug, behalve de thema s waarvoor (nog) geen cijfermateriaal beschikbaar is. Dit zijn binnen het veiligheidsveld jeugd en veiligheid : 12-minners, binnen integriteit en veiligheid : organisatiecriminaliteit en georganiseerde criminaliteit en binnen fysieke veiligheid : veilige infrastructuur en risico s van aanwezige bedrijvigheid. Overigens verwijzen we voor meer informatie over deze laatste onderwerpen naar internet: Per paragraaf wordt een veiligheidsthema behandeld. Daarbinnen kunnen weer verschillende onderwerpen aan bod komen. Elk onderwerp begint met een korte beschrijving van het gebruikte cijfermateriaal. Bovendien wordt aangegeven of het een indicator uit de programmabegroting betreft. Daarna volgen tabellen en/of grafieken met de gegevens. Een onderwerp sluit af met (in een gestippeld kader) de belangrijkste trends die uit de gegevens kunnen worden afgeleid. 6 Veiligheid in cijfers 2007

7 1. Veilige woon- en leefomgeving 1.1 Overlast op straat (door verslaafden) In verschillende enquêtes wordt gevraagd naar de ervaren overlast door verslaafden en druggebruik. Ook wordt wel de combinatie gelegd met dak- en thuislozen. Dit, omdat het gedeeltelijk overlappende groepen zijn, en omdat het voor de burgers vaak niet duidelijk is met welke groep ze te maken hebben. In deze paragraaf komen vier onderwerpen aan de orde: Overlast door drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen (Stadsenquête); Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers (Leefbaarheidsmonitor); Buurtprobleem drugsoverlast (Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor); Overlastgevende personen (Politie Leiden-Voorschoten). Overlast door drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen In de programmabegroting 2007 zijn in twee programma s indicatoren opgenomen over drugsoverlast. In Programma 10 (Welzijn en Zorg) worden twee indicatoren uit de Stadsenquête gebruikt: e10.4a: % Leidenaars dat ernstige tot zeer ernstige overlast heeft van drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen e10.4b: % inwoners van stadsdeel Midden dat ernstige tot zeer ernstige overlast heeft van drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen Overlast door drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen Leiden Geen overlast 82% 77% 73% 80% 82% 83% Een beetje 11% 11% 14% 12% 10% 11% Behoorlijk wat 5% 7% 7% 5% 5% 4% Ernstig 2% 3% 4% 2% 2% 1% Zeer ernstig 1% 2% 1% 1% 1% 1% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Stadsdeel Midden Geen overlast 63% 51% 46% 58% 58% 64% Een beetje 21% 15% 23% 22% 22% 19% Behoorlijk wat 10% 17% 15% 12% 12% 10% Ernstig 5% 9% 11% 3% 6% 3% Zeer ernstig 2% 7% 5% 4% 2% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: Stadsenquête Leiden Veiligheid in cijfers

8 % Leidenaren dat ernstige tot zeer ernstige overlast heeft van drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen 15% 16% 16% 10% 7% 7% 8% 7% 5% 3% 5% 5% 3% 3% 2% 0% Leiden Stadsdeel Midden Bron: Stadsenquête Leiden In stadsdeel Midden ervaren de inwoners meer overlast door drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen dan in de rest van Leiden. In 2003 en 2004 was er meer overlast dan in andere jaren. Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers In 2007 is in de Leefbaarheidsmonitor voor het eerst gevraagd naar het buurtprobleem samenscholing of het rondhangen van daklozen, drank- of druggebruikers. In de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM), die de Leefbaarheidsmonitor met ingang van 2008 zal vervangen, wordt deze vraag ook gesteld. Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) 20% 17% 19% 15% 13% 10% 7% 5% 5% 5% 2% 4% 4% 1% 1% 0% Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor Veiligheid in cijfers 2007

9 In de districten van stadsdeel Midden (Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en het Stationsdistrict) ervaren de bewoners meer overlast van het rondhangen van daklozen, drank- en/of drugsgebruikers dan in andere districten. Buurtprobleem drugsoverlast In de Programmabegroting 2007 is in Programma 2 (Veiligheid) één indicator opgenomen over drugsoverlast: e2.7b: Buurtprobleem drugsoverlast, percentage inwoners dat aangeeft komt vaak voor De bron voor deze indicator is de Politiemonitor, zie onderstaande tabel. Ook in de Leefbaarheidsmonitor wordt deze indicator gemeten. Met ingang van 2008 gaan de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor op in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Buurtprobleem drugsoverlast (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) Nederland 8% 6% 6% 6% 5% Regio Hollands Midden 4% 4% 4% 4% 4% District Leiden-Voorschoten 3% 4% 6% 7% 7% Leiden - 4% 7% 8% 7% Stadsdeel Noord - 5% 6% 9% 5% Stadsdeel West - 2% 3% 3% 4% Stadsdeel Zuid - 1% 3% 1% 5% Stadsdeel Midden - 9% 19% 19% 17% Bron: Politiemonitor Buurtprobleem drugsoverlast (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) Leiden 6% 5% 5% 5% 5% Stadsdeel Noord - - 6% 4% 5% Stadsdeel West - - 2% 3% 3% Stadsdeel Zuid - - 3% 1% 3% Stadsdeel Midden % 13% 8% Binnenstad-Zuid 4% 10% 6% 7% 7% Binnenstad-Noord 12% 18% 13% 16% 8% Stationsdistrict 5% 10% 15% 12% 13% Leiden Noord 15% 4% 12% 7% 8% Roodenburgerdistrict 5% 1% 3% 0% 2% Bos- en Gasthuisdistrict 2% 1% 2% 2% 3% Morsdistrict 4% 2% 4% 5% 3% Boerhaavedistrict 2% 2% 0% 2% 3% Merenwijkdistrict 2% 3% 2% 2% 3% Stevenshofdistrict 3% 0% 1% 0% 3% Bron: Leefbaarheidsmonitor Veiligheid in cijfers

10 Buurtprobleem drugsoverlast (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) vergelijking tussen Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor 8% 7% 8% 7% 6% 6% 5% 5% 5% 5% 4% 4% 2% 0% Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Veiligheidsmonitor Het buurtprobleem drugsoverlast varieert door de jaren heen licht. Er is geen duidelijke trend te ontdekken. In stadsdeel Midden en in Leiden Noord is de ervaren overlast groter dan in de rest van Leiden. Overlastgevende personen Overlastgevende personen zijn personen die minimaal 5 keer per jaar zijn aangehouden op basis van drie vormen van overlast: overlast van/door dronkenschap, drugs/medicijnen en vermoedelijk gestoorde. Het aantal overlastgevende personen (zie onderstaande grafiek) is benodigd voor een GSB-indicator die ook in Programma 2 (Veiligheid) van de begroting staat: e2.7a: Aantal overlastgevende personen bekend bij politie Ter informatie staat in de tabel daaronder het aantal malen dat in Leiden sprake was van een van de drie genoemde vormen van overlast. Aantal overlastgevende personen Bron: Politie Leiden-Voorschoten 10 Veiligheid in cijfers 2007

11 Aantal incidenten van overlast Overlast van/door dronkenschap Overlast van/door drugs/medicijnen Overlast van/door vermoedelijk gestoorde Totaal 3 soorten overlast Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Het aantal overlastgevende personen en het aantal incidenten nemen af. De overlastgevende personen in de grafiek zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer veertig procent van de incidenten in de tabel (niet uit bovenstaande gegevens te herleiden). 1.2 Onveiligheidsgevoelens In de Programmabegroting 2007 is in Programma 2 (Veiligheid) één indicator opgenomen over onveiligheidsgevoelens: e2.1b: Onveiligheidsgevoelens: het percentage inwoners van Leiden dat zich wel eens onveilig voelt De bron voor deze indicator is de Politiemonitor, zie onderstaande tabel. Ook in de Leefbaarheidsmonitor wordt deze indicator gemeten, zie de tabel daaronder. Met ingang van 2008 gaan de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor op in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM), die ook onveiligheidsgevoelens meet. % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt Leiden 31% 22% 17% 18% 18% Stadsdeel Noord % 17% 20% Stadsdeel West % 17% 15% Stadsdeel Zuid % 14% 17% Stadsdeel Midden % 23% 19% Binnenstad-Zuid 30% 23% 21% 22% 19% Binnenstad-Noord 34% 32% 26% 23% 20% Stationsdistrict 37% 26% 29% 25% 16% Leiden Noord 31% 17% 19% 18% 20% Roodenburgerdistrict 32% 18% 12% 12% 15% Bos- en Gasthuisdistrict 28% 25% 15% 16% 20% Morsdistrict 29% 22% 12% 18% 15% Boerhaavedistrict 32% 18% 17% 13% 17% Merenwijkdistrict 33% 25% 18% 17% 22% Stevenshofdistrict 23% 10% 9% 16% 16% Bron: Leefbaarheidsmonitor Veiligheid in cijfers

12 % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt Nederland 30% 31% 29% 28% 24% Regio Hollands Midden 28% 34% 33% 28% 24% District Leiden-Voorschoten 33% 40% 41% 32% 24% Leiden 34% 41% 42% 34% 25% Stadsdeel Noord - 41% 44% 34% 27% Stadsdeel West - 38% 35% 33% 21% Stadsdeel Zuid - 39% 41% 29% 21% Stadsdeel Midden - 49% 45% 41% 30% Bron: Politiemonitor % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt (Leiden) vergelijking tussen Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor 50% 40% 30% 20% 34% 31% 41% 42% 22% 34% 25% 17% 18% 18% 10% 0% Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Veiligheidsmonitor Tot ongeveer 2001 is het beeld onduidelijk, maar daarna zijn de onveiligheidsgevoelens in Leiden gedaald tot een momenteel stabiele situatie. In de stadsdelen Midden en Noord voelen meer mensen zich onveilig dan in andere stadsdelen. 1.3 Leefbaarheid en sociale weerbaarheid In deze paragraaf worden twee schaalscores weergegeven: sociale cohesie en verloedering. Een schaalscore is een berekende waarde op basis van antwoorden op een aantal onderliggende vragen. De berekende waarde ligt altijd tussen nul en tien, maar is geen rapportcijfer. Gebieden kunnen onderling worden vergeleken, en ook zijn vergelijkingen in de tijd binnen een gebied mogelijk. Het is echter niet mogelijk om verschillende schaalscores met elkaar te vergelijken. 12 Veiligheid in cijfers 2007

13 Verloedering In zowel de Politiemonitor als de Leefbaarheidsmonitor wordt een schaalscore voor het begrip verloedering gemeten. Het gaat dan om zaken die overlast veroorzaken in de openbare ruimte zoals zwerfvuil en bekladding/vernieling van straatmeubilair. Deze indicator was tot en met 2006 opgenomen in de Programmabegroting, bij Programma 6 (Omgevingskwaliteit), maar met ingang van 2007 niet meer. Schaalscore verloedering (hoe lager, hoe beter) Nederland 4,1 4,0 4,0 4,0 3,8 Regio Hollands Midden 4,2 4,4 4,3 4,3 4,1 District Leiden-Voorschoten 4,6 4,6 4,7 4,6 4,2 Leiden 4,7 4,7 4,8 4,7 4,2 Stadsdeel Noord - 4,9 4,9 5,1 4,5 Stadsdeel West - 4,4 4,8 5,1 4,5 Stadsdeel Zuid - 4,1 4,2 3,9 3,5 Stadsdeel Midden - 5,5 5,4 5,3 4,8 Bron: Politiemonitor Schaalscore verloedering (hoe lager, hoe beter) Leiden 4,8 4,8 4,0 4,1 3,9 Stadsdeel Noord - - 3,9 4,4 4,1 Stadsdeel West - - 4,1 4,2 4,5 Stadsdeel Zuid - - 3,7 3,6 3,2 Stadsdeel Midden - - 4,4 4,6 4,1 Binnenstad-Zuid 5,3 5,5 4,4 4,4 3,9 Binnenstad-Noord 5,9 5,8 4,5 4,8 4,3 Stationsdistrict 4,9 4,8 4,2 4,0 3,8 Leiden Noord 5,7 5,7 4,7 4,7 4,8 Roodenburgerdistrict 3,5 3,3 2,9 3,2 2,9 Bos- en Gasthuisdistrict 4,4 4,2 4,4 3,8 3,5 Morsdistrict 4,7 4,8 4,0 3,9 4,3 Boerhaavedistrict 3,9 4,1 2,7 3,4 3,2 Merenwijkdistrict 5,1 5,1 3,5 4,3 3,7 Stevenshofdistrict 4,3 4,6 4,3 4,5 4,8 Bron: Leefbaarheidsmonitor Veiligheid in cijfers

14 Schaalscore verloedering vergelijking tussen Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor 5 4 4,7 4,8 4,7 4,8 4,8 4,7 4,0 4,1 4,2 3, Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Veiligheidsmonitor Tot 2001/2002 was de ervaren verloedering constant, daarna is dit gedaald. In de districten Binnenstad-Noord, Leiden Noord en de Stevenshof ervaren de inwoners meer verloedering dan gemiddeld in Leiden, en in het Roodenburgerdistrict en het Boerhaavedistrict minder. Sociale cohesie In de Leefbaarheidsmonitor wordt de schaalscore sociale cohesie gemeten. Dit kengetal meet in hoeverre er onderling contact en betrokkenheid is tussen bewoners van een wijk. De Politiemonitor meet sociale cohesie niet. In de Programmabegroting 2007 is deze schaalscore opgenomen in Programma 10 (Welzijn en Zorg): e10.1a: Sociale cohesie in de buurt. Schaalscore sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) Leiden 5,8 6,0 6,0 6,0 6,1 Stadsdeel Noord - - 6,0 6,1 6,0 Stadsdeel West - - 6,2 6,2 6,3 Stadsdeel Zuid - - 6,2 6,1 6,3 Stadsdeel Midden - - 5,5 5,6 5,7 Binnenstad-Zuid 5,7 5,7 5,8 5,7 5,9 Binnenstad-Noord 5,2 5,5 5,4 5,5 5,5 Stationsdistrict 6,1 6,1 5,8 6,1 6,1 Leiden Noord 5,9 5,8 5,8 6,0 5,8 Roodenburgerdistrict 6,0 6,5 6,6 6,4 6,6 Bos- en Gasthuisdistrict 5,9 6,0 5,8 5,8 6,0 Morsdistrict 6,1 6,1 6,3 6,2 6,4 Boerhaavedistrict 6,4 6,2 6,5 6,5 6,6 Merenwijkdistrict 5,7 6,1 6,0 6,0 6,1 Stevenshofdistrict 5,9 6,4 6,1 6,2 6,1 Bron: Leefbaarheidsmonitor 14 Veiligheid in cijfers 2007

15 De sociale cohesie in Leiden is in de tijd gezien constant. In het Roodenburgerdistrict en het Boerhaavedistrict is de sociale cohesie hoger dan gemiddeld in Leiden, en in Binnenstad-Noord lager. 1.4 In en om de woning / huiselijk geweld Er zijn verschillende bronnen voor huiselijk geweld. In de Programmabegroting en voor GSB worden de cijfers van de Politie Hollands-Midden gebruikt. In de Programmabegroting 2007 is op twee plekken dezelfde indicator opgenomen. In Programma 2 (Veiligheid): e2.5a: Aantal incidenten van huiselijk geweld en in Programma 10 (Welzijn en Zorg): p10.3e Aantal incidenten van huiselijk geweld Aantal incidenten van huiselijk geweld Leiden Hollands Midden Bron: Politie Hollands Midden Ook het aangiftepercentage is als indicator opgenomen in Programma 2 (Veiligheid): p2.5a: Incidenten huiselijk geweld waarvoor aangifte is gedaan als percentage van totaal aantal geregistreerde incidenten huiselijk geweld Aangifte% van huiselijk geweld (aangiften als percentage van incidenten) 50% 40% 36% 44% 49% 39% 40% 38% 39% 40% 30% 20% 10% 0% Leiden Hollands Midden Bron: Politie Hollands Midden Veiligheid in cijfers

16 Het aantal incidenten van huiselijk geweld is in Leiden en in Hollands Midden in de afgelopen jaren gestegen, en lijkt met ingang van 2007 te stabiliseren. Het aangiftepercentage is stabiel (opvallende eenmalige uitschieter in 2005). 1.5 Geweld Geweldsincidenten Elk jaar maakt bureau BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) van de gemeente Leiden de Geweldsanalyse. De incidenten uit BPS van de politie Leiden-Voorschoten dienen hiervoor als basis. Bij de analyse wordt extra goed naar de cijfers gekeken, waarbij sommige incidenten meermalen geregistreerd blijken te zijn, en dubbelen verwijderd worden. Daarom zijn de cijfers uit de Geweldsanalyse soms wat lager dan de GIDS-cijfers. In de onderstaande grafiek is te zien wat de verschillen zijn. In Programma 2 (Veiligheid) is de volgende indicator opgenomen: e2.6b: Aantal geweldsincidenten De bron hiervoor is tot en met 2007 GIDS, maar het is aan te bevelen om in de toekomst de cijfers uit de Geweldsanalyse te gebruiken omdat anders twee cijfers in omloop zijn. Bovendien zijn de verschillen klein, waardoor de trend hetzelfde blijft. Aantal geweldsincidenten Leiden naar stadsdeel Noord West Zuid Midden Totaal Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (Geweldsanalyse, BPS) Aantal geweldsincidenten Leiden naar soort geweld Beroving/straatroof Geweld zonder letsel Geweld met letsel Bedreiging Andere soorten Totaal Bron: Politie Leiden-Voorschoten (Geweldsanalyse, BPS) 16 Veiligheid in cijfers 2007

17 Aantal geweldincidenten in Leiden vergelijking tussen GIDS en Geweldsanalyse, BPS GIDS Geweldsanalyse, BPS Bron: Politie Leiden-Voorschoten Het aantal geweldsincidenten in Leiden is na een daling in 2004 en 2005 weer iets gestegen, echter niet terug naar het niveau van Het aantal gevallen van beroving/straatroof daalt. Het aantal geweldsincidenten is het hoogst in stadsdeel Midden. Bedreiging In de Programmabegroting 2007 is in Programma 2 (Veiligheid) één indicator opgenomen over bedreiging: e2.6a: Percentage inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van bedreiging De bron voor deze indicator is de Politiemonitor, zie onderstaande tabel. Ook in de Leefbaarheidsmonitor wordt deze indicator gemeten. Met ingang van 2008 gaan de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor op in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer was van bedreiging Nederland 5% 6% 6% 6% 5% Regio Hollands Midden 6% 5% 6% 6% 5% District Leiden-Voorschoten 7% 6% 7% 7% 5% Leiden 7% 7% 8% 7% 5% Stadsdeel Noord 8% 7% 6% 9% 3% Stadsdeel West 9% 4% 5% 7% 5% Stadsdeel Zuid 0% 7% 7% 5% 7% Stadsdeel Midden 6% 9% 12% 9% 6% Bron: Politiemonitor Veiligheid in cijfers

18 % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer was van bedreiging Leiden 6% 5% 4% 3% 3% Stadsdeel Noord - - 3% 3% 2% Stadsdeel West - - 1% 2% 4% Stadsdeel Zuid - - 4% 3% 3% Stadsdeel Midden - - 6% 5% 4% Binnenstad-Zuid 9% - 5% 6% 7% Binnenstad-Noord 8% - 7% 5% 2% Stationsdistrict 5% - 5% 3% 3% Leiden Noord 7% - 3% 3% 2% Roodenburgerdistrict 4% - 3% 3% 2% Bos- en Gasthuisdistrict 5% - 4% 3% 3% Morsdistrict 6% - 2% 2% 5% Boerhaavedistrict 9% - 4% 5% 4% Merenwijkdistrict 5% - 3% 3% 2% Stevenshofdistrict 4% - 1% 2% 3% Bron: Leefbaarheidsmonitor % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer was van bedreiging vergelijking tussen Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor 6% 5% 6% 6% 6% 6% 5% 5% 4% 4% 3% 3% 2% 0% Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Veiligheidsmonitor Het percentage inwoners dat slachtoffer was van bedreiging is tussen 1997 en 2007 iets gedaald. Tussen de stadsdelen en districten is weinig verschil. 1.6 Inbraken en voertuigcriminaliteit In deze paragraaf komen verschillende vormen van criminaliteit aan de orde. Voor woninginbraak en fietsdiefstal zijn zowel slachtofferenquêtes als politiecijfers bekend. De paragraaf begint met een tabel waarin verschillende politiecijfers bij elkaar zijn gezet, waaronder ook gegevens over autocriminaliteit. 18 Veiligheid in cijfers 2007

19 Aantal incidenten van verschillende vormen van inbraak en voertuigcriminaliteit Woninginbraak Inbraak box/garage/schuur/tuinhuis Diefstal van auto Diefstal van motor/scooter Diefstal van bromfiets/snorfiets Diefstal van fiets Diefstal af/uit auto Diefstal af/uit motor/scooter Diefstal af/uit bromfiets/snorfiets Diefstal af/uit fiets Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Woninginbraak In de Programmabegroting 2007 is één indicator opgenomen over woninginbraak, in Programma 2 (Veiligheid): e2.4e: Aantal incidenten inbraken in woningen In het verleden zijn zowel GIDS als BPS cijfers van de Politie Leiden-Voorschoten gebruikt. Voor de toekomst is het aan te bevelen om BPS cijfers te gebruiken. Die ontvangt de gemeente Leiden een aantal keer per jaar van de politie. Bovendien zijn de cijfers van GIDS en BPS in 2005 en 2006 identiek. Ook de Politiemonitor en de Leefbaarheidsmonitor vragen naar slachtofferschap van diefstal uit woning. Die percentages liggen elk jaar rond de drie procent. Aantal incidenten van woninginbraak per district Totaal aantal Per woningen Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Veiligheid in cijfers

20 Aantal incidenten van woninginbraak vergelijking tussen GIDS en BPS GIDS BPS Bron: Politie Leiden-Voorschoten Het aantal incidenten van woninginbraak is tussen 2002 en 2004 gedaald, en momenteel stabiel. Relatief gezien is het aantal inbraken in Leiden Noord het hoogst en in de Stevenshof het laagst. Fietsdiefstal In Programma 5 (Bereikbaarheid) is één indicator opgenomen over fietsdiefstal: e5.3a: Aantal incidenten fietsdiefstal In het verleden zijn zowel GIDS als BPS cijfers van de Politie Leiden-Voorschoten gebruikt. Voor de toekomst is het aan te bevelen om BPS cijfers te gebruiken. Die ontvangt de gemeente Leiden een aantal keer per jaar van de politie. Bovendien zijn de verschillen tussen GIDS en BPS klein. Ook in de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor wordt gevraagd naar fietsdiefstal. Dit is zinvolle extra informatie omdat veel mensen fietsdiefstal niet melden bij de politie. In een slachtofferenquête krijg je dan een beter beeld van de werkelijke omvang van het probleem. Aantal incidenten van fietsdiefstal per district Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict onbekend Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) 20 Veiligheid in cijfers 2007

21 Aantal incidenten van fietsdiefstal vergelijking tussen GIDS en BPS GIDS BPS Bron: Politie Leiden-Voorschoten Fietsdiefstal (aantal gestolen fietsen per 100 fietsen) Nederland Regio Hollands Midden District Leiden-Voorschoten Leiden Stadsdeel Noord Stadsdeel West Stadsdeel Zuid Stadsdeel Midden Bron: Politiemonitor Percentage huishoudens dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van fietsdiefstal Leiden 23% 19% 19% 20% 21% Stadsdeel Noord % 20% 19% Stadsdeel West % 15% 17% Stadsdeel Zuid % 16% 22% Stadsdeel Midden % 31% 25% Binnenstad-Zuid 36% 20% 29% 39% 35% Binnenstad-Noord 30% 35% 23% 28% 22% Stationsdistrict 24% 17% 29% 26% 14% Leiden Noord 23% 15% 22% 20% 19% Roodenburgerdistrict 17% 21% 17% 16% 21% Bos- en Gasthuisdistrict 22% 13% 17% 17% 22% Morsdistrict 17% 17% 17% 17% 19% Boerhaavedistrict 37% 26% 23% 25% 25% Merenwijkdistrict 25% 17% 14% 18% 19% Stevenshofdistrict 12% 14% 10% 13% 14% Bron: Leefbaarheidsmonitor Veiligheid in cijfers

22 Het aantal fietsdiefstallen bekend bij de politie neemt de afgelopen jaren af. Echter, uit de slachtofferenquête blijkt dat nog steeds in rond de 20% van de huishoudens per jaar een fiets wordt gestolen. Bewoners van stadsdeel Midden en van het Boerhaavedistrict zijn het vaakst slachtoffer; die van de Stevenshof het minst. 1.7 Overige criminaliteit Volwassen veelplegers De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. In zijn algemeenheid betreft het gegevens over geregistreerde criminaliteit en over de personen die zich daar (mogelijk) aan hebben schuldig gemaakt (verdachten). Bureau BOA ontvangt sinds 2005 gegevens over Leiden en de andere G31-gemeenten. Bij de indeling naar gemeente gaat het om de woonplaats van de verdachte, ongeacht de plaats waar het delict gepleegd is. Een beginner is een persoon die één proces-verbaal tegen zich zag opgemaakt in het peiljaar en tegen wie nooit eerder een proces-verbaal werd opgemaakt. Een meerpleger is een persoon die in het gehele criminele verleden 2 tot en met 10 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste 1 in het peiljaar. Een veelpleger is een persoon die in het gehele criminele verleden meer dan 10 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste 1 in het peiljaar. Aantal verdachten naar leeftijd en recidivecategorie (absoluut) jr jr 25+ jr totaal Beginner / nieuwkomer Meerpleger Veelpleger Totaal Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 2006 (niet voor eerdere jaren beschikbaar) Aantal verdachten naar leeftijd en recidivecategorie (per inwoners) jr jr 25+ jr totaal Beginner / nieuwkomer Meerpleger Veelpleger Totaal Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 2006 (niet voor eerdere jaren beschikbaar) en CBS 22 Veiligheid in cijfers 2007

23 Aantal volwassen veelplegers per volwassen inwoners Do rdrecht s-gravenhage Leeuwarden Utrecht Rotterdam Arnhem Heerlen Groningen A msterdam Almelo Enschede Zwolle Nijmegen Schiedam s-hertogenbosch Tilburg Deventer Leiden Haarlem Lelystad Sittard-Geleen Venlo Amersfoort Eindhoven M aastricht Breda Helmond Alkmaar Hengelo (O) Emmen Zaanstad G31-totaal Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 2006 Leiden is een middenmoter wat betreft het relatieve aantal volwassen veelplegers. Beginners / nieuwkomers zijn relatief gezien vooral tussen de 12 en 24 jaar. Veelplegers zijn vooral boven de 25 jaar. Veiligheid in cijfers

24 2. Bedrijvigheid en veiligheid 2.1 Veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra Winkeldiefstal In de Programmabegroting 2007 is één indicator opgenomen over winkeldiefstal, in Programma 2 (Veiligheid): e2.11a: Aantal winkeldiefstallen In het verleden zijn GIDS cijfers van de Politie Leiden-Voorschoten gebruikt. Voor de toekomst is het aan te bevelen om BPS cijfers te gebruiken. Die ontvangt BOA een aantal keer per jaar van de politie. Bovendien zijn de verschillen tussen GIDS en BPS klein. Aantal incidenten van winkeldiefstal per district Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Aantal incidenten van winkeldiefstal vergelijking tussen GIDS en BPS GIDS BPS Bron: Politie Leiden-Voorschoten 24 Veiligheid in cijfers 2007

25 Het aantal winkeldiefstallen is vanaf 2002 gedaald. De meeste winkeldiefstallen vinden plaats in Binnenstad-Noord, waar ook de meeste winkels zijn. Bedrijfsinbraak In de Programmabegroting 2007 is één indicator opgenomen over bedrijfsinbraak, in Programma 2 (Veiligheid): e2.11b: Aantal bedrijfsinbraken In het verleden zijn GIDS cijfers van de Politie Leiden-Voorschoten gebruikt. Voor de toekomst is het aan te bevelen om BPS cijfers te gebruiken. Die ontvangt BOA een aantal keer per jaar van de politie. Bovendien zijn de verschillen tussen GIDS en BPS klein. Aantal incidenten van bedrijfsinbraak per district Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict onbekend Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Aantal incidenten van bedrijfsinbraak vergelijking tussen GIDS en BPS GIDS BPS Bron: Politie Leiden-Voorschoten Het aantal bedrijfsinbraken is vanaf 2003 gedaald. Veiligheid in cijfers

26 2.2 Uitgaan en overlast Geweld in het veiligheidsrisicogebied In de Programmabegroting 2007 is één indicator opgenomen over geweld in het veiligheidsrisicogebied, in Programma 2 (Veiligheid): e2.10a: Aantal geweldincidenten in het veiligheidsrisicogebied Dit is ook een GSB-indicator. De cijfers zijn afkomstig uit de Geweldsanalyse, die bureau BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) van de gemeente Leiden elk jaar maakt. Het veiligheidsrisicogebied is nauw omschreven; voor de statistieken nemen we de som van incidenten in vier CBS/WBS-buurten: De Camp, D Oude Morsch, de Molenbuurt en het Stationskwartier, allen gelegen rond de Beestenmarkt, het uitgaansgebied van Leiden. Aantal geweldincidenten in het veiligheidsrisicogebied Bron: Politie Leiden-Voorschoten (Geweldsanalyse, BPS) Aantal geweldincidenten in veiligheidsrisicogebied per buurt De Camp D'Oude Morsch Molenbuurt Stationskwartier Veiligheidsrisicogebied Stadsdeel Midden Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (Geweldsanalyse, BPS) Het aantal geweldsincidenten in het veiligheidsrisicogebied schommelt tussen de 300 en 400. Het aantal incidenten in het Stationskwartier daalt sinds Tussen de 20% en 25% van alle geweldsincidenten in Leiden vindt plaats in het veiligheidsrisicogebied. 26 Veiligheid in cijfers 2007

27 2.3 Toerisme en onveiligheid Zakkenrollen Over toerisme zijn geen specifieke veiligheidscijfers voor Leiden beschikbaar. Een onderwerp dat vaak in verband wordt gebracht met toerisme is zakkenrollen. Zowel in de Politiemonitor als de Leefbaarheidsmonitor wordt gemeten hoe vaak inwoners slachtoffer zijn van diefstal van portemonnee zonder geweld. Met ingang van 2008 gaan de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor op in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Ook zijn er politiecijfers beschikbaar over zakkenrollen. Het gaat hier om alle gevallen van zakkenrollerij, dus niet alleen die waarvan toeristen slachtoffer waren. % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van zakkenrollen Nederland 4% 4% 4% 3% 2% Regio Hollands Midden 4% 4% 4% 4% 3% District Leiden-Voorschoten 4% 3% 3% 3% 3% Leiden 6% 5% 5% 5% 3% Stadsdeel Noord 8% 6% 6% 4% 2% Stadsdeel West 5% 4% 3% 5% 5% Stadsdeel Zuid 4% 6% 3% 7% 3% Stadsdeel Midden 5% 6% 9% 5% 4% Bron: Politiemonitor % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van zakkenrollen Leiden 4% 4% 2% 3% 1% Stadsdeel Noord - - 3% 3% 2% Stadsdeel West - - 1% 3% 2% Stadsdeel Zuid - - 1% 2% 1% Stadsdeel Midden - - 2% 5% 1% Binnenstad-Zuid 5% - 3% 5% 2% Binnenstad-Noord 5% - 2% 5% 1% Stationsdistrict 5% - 2% 3% 3% Leiden Noord 4% - 4% 3% 1% Roodenburgerdistrict 6% - 1% 1% 1% Bos- en Gasthuisdistrict 4% - 2% 2% 1% Morsdistrict 4% - 1% 4% 2% Boerhaavedistrict 3% - 3% 2% 1% Merenwijkdistrict 3% - 3% 3% 2% Stevenshofdistrict 1% - 1% 2% 2% Bron: Leefbaarheidsmonitor Veiligheid in cijfers

28 % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van zakkenrollen vergelijking tussen Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 6% 4% 5% 5% 5% 4% 2% 3% 3% 1% 0% Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor Aantal incidenten van zakkenrollen per district Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict onbekend Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Er is geen duidelijke trend in het aantal incidenten in de tijd. Zakkenrollen komt vooral voor in Binnenstad-Noord, waar veel winkelend publiek is. Het slachtofferschap van zakkenrollen lijkt de afgelopen jaren te dalen. 2.4 Grootschalige evenementen Er zijn per jaar drie grootschalige evenementen in Leiden: Koninginnedag, Leidens Ontzet en de jaarwisseling. Hieronder volgt van elk van deze evenementen het aantal geweldsincidenten. Voor de drie evenementen gelden de volgende tijdsintervallen: Koninginnedag: periode van op 29 april tot op 1 mei; Leidens Ontzet: periode van op 2 oktober tot op 4 oktober; Oud & Nieuw: periode van op 31 dec tot op 1 januari. 28 Veiligheid in cijfers 2007

29 Aantal geweldsincidenten tijdens Koninginnedag (12.00 op 29 april op 1 mei) Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Aantal geweldsincidenten tijdens Leidens Ontzet Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Aantal geweldsincidenten tijdens Oud en Nieuw / / / / / /2007 Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) Het aantal geweldsincidenten is bij Leidens Ontzet groter dan bij de andere evenementen. Er is bij geen van de evenementen een duidelijke trend waarneembaar. Veiligheid in cijfers

30 3. Jeugd en veiligheid 3.1 Overlast door jongeren In de Programmabegroting 2007 is in Programma 2 (Veiligheid) één indicator opgenomen over hangjongeren: e2.8a: Buurtprobleem hangjongeren, percentage inwoners dat aangeeft komt vaak voor De bron voor deze indicator is de Politiemonitor, zie onderstaande tabel. Ook in de Leefbaarheidsmonitor wordt deze indicator gemeten. Met ingang van 2008 gaan de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor op in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Buurtprobleem hangjongeren (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) Nederland 12% 12% 13% 13% 12% Regio Hollands Midden 14% 13% 15% 15% 13% District Leiden-Voorschoten 12% 11% 15% 16% 11% Leiden - 11% 15% 17% 12% Stadsdeel Noord - 12% 14% 17% 8% Stadsdeel West - 10% 17% 27% 19% Stadsdeel Zuid - 7% 11% 12% 7% Stadsdeel Midden - 16% 22% 17% 15% Bron: Politiemonitor Buurtprobleem hangjongeren (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) Leiden 14% 11% 11% 11% 12% Stadsdeel Noord % 10% 12% Stadsdeel West % 12% 18% Stadsdeel Zuid - - 7% 9% 5% Stadsdeel Midden % 13% 15% Binnenstad-Zuid 25% 16% 9% 15% 14% Binnenstad-Noord 23% 19% 18% 13% 17% Stationsdistrict 18% 7% 15% 10% 5% Leiden Noord 19% 17% 15% 12% 16% Roodenburgerdistrict 5% 2% 6% 7% 5% Bos- en Gasthuisdistrict 10% 8% 8% 11% 5% Morsdistrict 13% 8% 15% 7% 13% Boerhaavedistrict 9% 15% 8% 5% 10% Merenwijkdistrict 6% 9% 9% 9% 9% Stevenshofdistrict 17% 12% 15% 16% 23% Bron: Leefbaarheidsmonitor 30 Veiligheid in cijfers 2007

31 Buurtprobleem hangjongeren vergelijking Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor 17% 15% 14% 11% 15% 11% 11% 11% 12% 12% 10% 5% 0% Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor Aantal incidenten van overlast door jeugd per district Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict onbekend Leiden Bron: Politie Leiden-Voorschoten (BPS) De door buurtbewoners ervaren overlast van hangjeugd is stabiel. Sinds 2004 is de ervaren overlast door jeugd het hoogst in de Stevenshof. Het aantal incidenten in de Stevenshof loopt juist terug. In het totale aantal incidenten is geen trend te ontdekken. 3.2 Harde kern Jeugdige veelplegers De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. In zijn algemeenheid betreft het gegevens over geregistreerde criminaliteit en over de personen die zich daar (mogelijk) aan hebben schuldig gemaakt (verdachten). Bureau BOA ontvangt sinds 2005 gegevens over Leiden en de andere G31-gemeenten. Bij de indeling naar gemeente gaat het om de woonplaats van de verdachte, ongeacht de plaats waar het delict gepleegd is. Een jeugdige veelpleger is jaar en heeft 5 of meer misdrijven gepleegd in de afgelopen 5 jaar. Veiligheid in cijfers

32 Aantal jeugdige veelplegers jaar (absoluut en relatief) Absoluut aantal Leiden Aantal per jarigen Leiden G Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI Aantal jeugdige veelplegers per inwoners van jaar Schiedam Utrecht Rotterdam Nijmegen Lelystad s-gravenhage Tilburg Arnhem Amsterdam Do rdrecht Leeuwarden Breda Leiden s-hertogenbosch Amersfoort Groningen Venlo Zwolle M aastricht Heerlen Almelo Deventer Emmen Zaanstad Sittard-Geleen Haarlem Enschede Eindhoven Alkmaar Hengelo (O) Helmond G31-totaal Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI Leiden is een middenmoter in het relatieve aantal jeugdige veelplegers vergeleken met de G Veiligheid in cijfers 2007

33 Harde kern jongeren Harde kern jongeren zijn 12 tot en met 24 jaar. Zij hebben in het peiljaar twee zware delicten gepleegd, gecombineerd met ten minste drie antecedenten (aanhoudingen) in de jaren daarvoor. Ook kunnen het personen zijn met in het peiljaar tenminste drie zware delicten. Aantal harde kern jongeren jaar (absoluut en relatief) Absoluut aantal Leiden Aantal per jarigen Leiden G Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI Aantal harde kern jongeren per inwoners van jaar Schiedam Do rdrecht s-gravenhage Heerlen s-hertogenbosch Lelystad Utrecht Rotterdam Amsterdam Amersfoort Tilburg Nijmegen Arnhem Haarlem Almelo Leeuwarden Helmond Deventer Hengelo (O) Zwolle Venlo Eindhoven Leiden Enschede Emmen Alkmaar Breda M aastricht Groningen Sittard-Geleen Zaanstad G31-totaal Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 2006 Veiligheid in cijfers

34 In Leiden ligt het relatieve aantal harde kern jongeren onder het gemiddelde van de G Alcohol en drugs De GGD heeft in 1998 en 2003 een peiling gehouden onder jongeren van jaar in de regio Zuid-Holland Noord. Er kunnen apart resultaten voor Leiden worden berekend. De jongeren worden geënquêteerd over gezondheid en leefstijl, en er wordt onder andere naar alcohol- en drugsgebruik gevraagd. In 2008 staat dit onderzoek weer gepland. In onderstaande tabel staat een samenvatting van het gebruik van verschillende genotmiddelen door jongeren, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd. Daarna volgen gegevens over alcohol- en druggebruik onder jongeren. Gebruik genotmiddelen geslacht leeftijd man vrouw Afgelopen maand drinken 70% 71% 22% 66% 82% 82% Vaak en veel drinken 24% 9% 1% 7% 18% 16% Afgelopen maand roken 24% 26% 7% 20% 26% 37% Dagelijks roken 16% 14% 1% 13% 17% 20% Gebruik cannabis 16% 7% 5% 8% 11% 11% Gebruik harddrugs 7,7% 1,7% 0,8% 2,4% 4,5% 3,7% Bron: Jongerenpeiling, 2003 Alcoholgebruik onder jongeren Percentage jongeren dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken 100% 80% 87% 82% 60% 40% 44% 43% % 0% jaar jaar Bron: Jongerenpeiling 34 Veiligheid in cijfers 2007

35 Percentage jongeren dat vaak en veel* drinkt 25% 20% 15% 10% 5% 7% 4% 26% 20% % jaar jaar * vaak en veel betekent: meer dan vier glazen per keer meer dan vier keer per maand Bron: Jongerenpeiling Drankgebruik onder jongeren is tussen 1998 en 2003 licht gedaald. Druggebruik onder jongeren Percentage jongeren dat cannabis gebruikt 15% 11% 13% 10% 8% 6% 5% 0% jaar jaar Bron: Jongerenpeiling Percentage jongeren dat harddrugs* gebruikt 4,0% 4,2% 3,0% 2,3% 2,0% 1,0% 0,8% 1,0% 0,0% jaar jaar * XTC, cocaïne, amfetamine, GHB en heroïne Bron: Jongerenpeiling Druggebruik onder jongeren is tussen 1998 en 2003 gelijk gebleven. Veiligheid in cijfers

36 4. Fysieke veiligheid 4.1 Verkeersveiligheid In de Programmabegroting 2007 zijn in Programma 5 (Bereikbaarheid) drie indicatoren opgenomen met betrekking tot verkeersveiligheid: e5.2a: Aantal letselongevallen waarbij fietsers betrokken zijn e5.2b: Aantal letselongevallen waarbij bromfietsers betrokken zijn e5.10a: Aantal letselongevallen waarbij auto s betrokken zijn (alle soorten) Zie onderstaande tabel. De cijfers mogen niet bij elkaar worden opgeteld, omdat combinaties mogelijk zijn. Bij één ongeval kan bijvoorbeeld zowel een fiets als een auto betrokken zijn. De tabellen daaronder zijn de gegevens over ongevallen en slachtoffers uitgesplitst naar afloop van het ongeval. Bij een letselongeval zijn één of meer slachtoffers betrokken. Aantal letselongevallen in Leiden waarbij fietsers betrokken zijn bromfietsers betrokken zijn auto s betrokken zijn Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Aantal verkeersongevallen* in Leiden naar afloop Uitsluitend materiele schade Ongevallen met letsel w.v. dodelijk w.v. met ziekenhuisopname w.v. geen ziekenhuisopname Totaal * Met ingang van 2003 worden parkeerongevallen met uitsluitend materiele schade niet meer in de registratie meegenomen. Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Aantal verkeersslachtoffers in Leiden naar afloop Dodelijk Met ziekenhuisopname Geen ziekenhuisopname Totaal Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer 36 Veiligheid in cijfers 2007