Veiligheid in cijfers 2009

Transcriptie

1 Veiligheid in cijfers 29 Colofon Serie Statistiek 29/6 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek Postbus 91, 23 PC Leiden Website:

2 Inhoudsopgave Inleiding 4 Aanleiding 4 Bronnen 4 Leeswijzer 6 1 Veilige woon- en leefomgeving Overlast op straat (door verslaafden) 7 - Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers - Buurtprobleem drugsoverlast - Overlastgevende personen 1.2 Onveiligheidsgevoelens Leefbaarheid en sociale weerbaarheid 9 - Verloedering - Sociale cohesie 1.4 In en om de woning / huiselijk geweld Geweld Inbraken en voertuigcriminaliteit Overige criminaliteit 14 - Volwassen veelplegers 2 Bedrijvigheid en veiligheid Veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra 16 - Winkeldiefstal - Bedrijfsinbraak 2.2 Uitgaan en overlast 17 - Geweld in het veiligheidsrisicogebied 2.3 Toerisme en onveiligheid 18 - Zakkenrollen 2.4 Grootschalige evenementen 18 3 Jeugd en veiligheid Overlast door jongeren Harde kern 2 - Jeugdige veelplegers - Harde kern jongeren 3.3 Alcohol en drugs 23 - Alcoholgebruik onder jongeren - Druggebruik onder jongeren 2 Veiligheid in cijfers 29

3 4 Fysieke veiligheid Verkeersveiligheid Brandveiligheid gebouwen Risico s van (natuur) rampen 28 - Overlast door weersinvloeden 5 Gegevens per stadsdeel en district Stadsdeel Midden 31 - Binnenstad-Zuid - Binnenstad-Noord - Stationsdistrict 5.2 Stadsdeel Noord 39 - Leiden Noord - Boerhaavedistrict - Merenwijkdistrict 5.3 Stadsdeel Zuid 47 - Roodenburgerdistrict - Bos- en Gasthuisdistrict 5.4 Stadsdeel West 55 - Morsdistrict - Stevenshofdisrict Veiligheid in cijfers 29 3

4 Inleiding Aanleiding De gemeente Leiden heeft voor de periode een veiligheidsprogramma opgesteld: Samen werken aan een veilig Leiden. Bij de tussentijdse evaluatie in 27 bleek dat de cijfermatige onderbouwing van trends nog kon worden verbeterd. De gemeente Leiden kent bovendien een Programmabegroting met daarin een programma Veiligheid. Ook hiervoor moeten jaarlijks indicatoren worden bijgehouden. BOA (BeleidsOnderzoek en Analyse), onderdeel van de afdeling Strategie en Onderzoek van de gemeente Leiden is in 27 aan de slag gegaan om het beschikbare cijfermateriaal op systematische wijze bij elkaar te zetten. Het doel was de basis te zijn voor rapportages over de veiligheidssituatie in Leiden. De monitor is dus zélf niet bedoeld als een analyse van het veiligheidssituatie in Leiden. Het is puur een systematische verzameling van het onderliggende cijfermateriaal. Het resultaat was de publicatie Veiligheid in cijfers 27. Dat document bleek een nuttig instrument voor de medewerkers die binnen de gemeente en politie werken aan veiligheid in Leiden. Nu, ruim een jaar later, is een tweede editie verschenen. De opzet is hetzelfde als de vorige keer. Alleen zijn nu gegevens per stadsdeel en district gegroepeerd per stadsdeel en verplaatst naar het einde. Zo zijn voor medewerkers die gebiedsgericht werken alle gegevens over het gebied gegroepeerd beschikbaar. Bronnen Statistische gegevens over veiligheid zijn afkomstig van verschillende bronnen. Een groot deel is afkomstig uit registratie door de politie, een ander deel is afkomstig uit verschillende bevolkingsenquêtes. Daarnaast is een aantal specifieke bronnen gebruikt. De gebruikte bronnen zijn: Politie Leiden-Voorschoten De politie Leiden-Voorschoten registreert, als onderdeel van het dagelijks werk, een groot aantal incidenten in het Bedrijfsprocessen Systeem (BPS). In dit systeem worden de incidenten en activiteiten ingedeeld in een groot aantal categorieën. Bij BOA zijn vanaf 25 politiecijfers bekend die de gemeente rechtstreeks uit BPS ontvangt. In de afgelopen jaren zijn voor sommige gegevens GIDS-cijfers gebruikt. GIDS is een rapportagesysteem dat gebruik maakt van BPS. Om dubbel werk te voorkomen en omdat de afwijkingen minimaal zijn, zijn in deze versie van Veiligheid in cijfers geen GIDS-gegevens meer opgenomen. Politie Hollands Midden Voor de cijfers over huiselijk geweld worden gegevens van de politie Hollands Midden gebruikt. De reden hiervan is dat huiselijk geweld sinds een aantal jaar een regionale aanpak kent. In dat kader worden de cijfers regionaal verzameld. Bij huiselijk geweld wordt onderscheid gemaakt tussen incidenten en aangiften. Niet in alle gevallen die bekend zijn bij de politie wordt ook aangifte gedaan. HKS, bewerkt door KLPD/DNRI De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. In zijn algemeenheid betreft het gegevens over geregistreerde criminaliteit en over de personen die zich daar (mogelijk) aan 4 Veiligheid in cijfers 29

5 hebben schuldig gemaakt (verdachten). BOA ontvangt sinds 25 gegevens over Leiden en de andere G31-gemeenten. Bij de indeling naar gemeente gaat het om de woonplaats van de verdachte, ongeacht de plaats waar het delict gepleegd is. Politiemonitor De Politiemonitor was een landelijk onderzoek dat jaarlijks werd gehouden in de politieregio s. In de oneven jaren werd de steekproef opgehoogd zodat het mogelijk werd om uitspraken te doen over de politieteams (Leiden kent vier teams). De laatste keer was in 25. Vanaf 28 zijn de Politiemonitor en de Leefbaarheidsmonitor opgegaan in de Veiligheidsmonitor. Leefbaarheidsmonitor De Leefbaarheidsmonitor was een onderzoek dat steden van het Grotestedenbeleid (GSB) verplicht moesten uitvoeren om de effecten van het GSB te monitoren. In Leiden is deze enquête 5 keer gehouden, voor het laatst in 27. De Leefbaarheidsmonitor en de Politiemonitor kenden een grote overlap in onderwerpen. Mede daarom is landelijk besloten om deze twee onderzoeken samen te voegen tot de Veiligheidsmonitor. Veiligheidsmonitor Officieel heet dit onderzoek Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Leiden heeft in 28 voor het eerst meegedaan aan dit onderzoek, samen met alle andere gemeenten in de politieregio Hollands Midden. De enquête is al een aantal jaar landelijk gehouden op het niveau van politieregio. Het is mogelijk om de uitkomsten bij ophoging van het aantal respondenten voor een gemeente met landelijke cijfers en met andere gemeenten te vergelijken. Alle deelnemers moeten volgens een uniforme methode aan het onderzoek deelnemen. Tijdelijk nadeel is wel dat er sprake is van een trendbreuk. Het is niet zinvol om de uitkomsten te vergelijken met de Politiemonitor of de Leefbaarheidsmonitor. Jongerenpeiling De GGD heeft in 1998, 23 en 28 een peiling gehouden onder jongeren van jaar in de regio Zuid-Holland Noord. Er zijn aparte resultaten voor Leiden. De jongeren worden geënquêteerd over gezondheid en leefstijl. In de jongerenpeiling van 28 zijn alle 12 t/m 18 jarigen benaderd, terwijl in de peilingen van 23 en van 1998 een steekproef van jongeren van 12 t/m 26 jaar is genomen. Voor de vergelijking van de achtergrondkenmerken van de respondenten met de twee eerdere peiljaren zijn alleen de 12 t/m 17 jarige jongeren gebruikt die op het voortgezet onderwijs of op het mbo zitten (1.749 respondenten in 23 en in 1998). Doordat slechts een deel van het bestand is gebruikt, kunnen resultaten zoals vermeld in de kerncijfertabellen en factsheets van 28 verschillen van de uitkomsten zoals beschreven in de factsheets van 23 en van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer De gegevens over verkeers(on)veiligheid zijn afkomstig van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Programmaverantwoording gemeente Leiden Gegevens van de Brandweer worden uit de programmaverantwoording gehaald. Zodra er een concrete vraag is vanuit de organisatie naar meer of specifiekere cijfers, zal bureau BOA samen met de Brandweer bekijken hoe deze gegevens verzameld kunnen worden. Veiligheid in cijfers 29 5

6 Leeswijzer De hoofdstukken zijn ingedeeld volgens de kernbeleid methode die ook in het veiligheidsprogramma Samen werken aan een veilig Leiden wordt gehanteerd. De kernbeleidmethode hanteert 5 veiligheidsvelden: 1. Veilige woon- en leefomgeving 2. Bedrijvigheid en veiligheid 3. Jeugd en veiligheid 4. Fysieke veiligheid 5. Integriteit en veiligheid De veiligheidsvelden vormen de hoofdstukken in deze monitor. Binnen de veiligheidsvelden worden veiligheidsthema s onderscheiden. Bijna alle thema s komen in deze monitor terug, behalve de thema s waarvoor (nog) geen cijfermateriaal beschikbaar is. Dit zijn binnen het veiligheidsveld Jeugd en veiligheid : 12-minners, en binnen Fysieke veiligheid : veilige infrastructuur en risico s van aanwezige bedrijvigheid. Overigens verwijzen we voor meer informatie over deze laatste onderwerpen naar internet: Het veiligheidveld integriteit en veiligheid ontbreekt in deze publicatie geheel vanwege onvoldoende zinvol cijfermateriaal. Per paragraaf wordt een veiligheidsthema behandeld. Daarbinnen kunnen weer verschillende onderwerpen aan bod komen. Elk onderwerp begint met een korte beschrijving van het gebruikte cijfermateriaal. Daarna volgen tabellen en/of grafieken met de gegevens. Een onderwerp sluit af met (in een gestippeld kader) de belangrijkste trends die uit de gegevens kunnen worden afgeleid. 6 Veiligheid in cijfers 29

7 1. Veilige woon- en leefomgeving 1.1 Overlast op straat (door verslaafden) In verschillende enquêtes wordt gevraagd naar de ervaren overlast door verslaafden en druggebruik. Ook wordt wel de combinatie gelegd met dak- en thuislozen. Dit, omdat het gedeeltelijk overlappende groepen zijn, en omdat het voor de burgers vaak niet duidelijk is met welke groep ze te maken hebben. In deze paragraaf komen drie onderwerpen aan de orde: Buurtprobleem drugsoverlast (Politie-, Leefbaarheids- en Veiligheidsmonitor); Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers (Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor); Overlastgevende personen (Politie Leiden-Voorschoten). Buurtprobleem drugsoverlast Al een aantal jaren wordt in de Politie- en Leefbaarheidsmonitor gemeten of inwoners drugsoverlast ervaren in hun buurt. Met ingang van 28 zijn deze monitoren opgegaan in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). De drie onderzoeken mogen niet met elkaar worden vergeleken. Buurtprobleem drugsoverlast (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) 8% 6% 4% 8% 7% 7% 6% 6% 4% % Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor Aantal incidenten van overlast van/door drugs/medicijnen Het buurtprobleem drugsoverlast varieert door de jaren heen licht. Er is geen duidelijke trend te ontdekken. Het aantal incidenten is na een daling tussen 25 en 26 redelijk stabiel. Veiligheid in cijfers 29 7

8 Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers In 27 is in de Leefbaarheidsmonitor voor het eerst gevraagd naar het buurtprobleem samenscholing of het rondhangen van daklozen, drank- of druggebruikers. In de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM), die de Leefbaarheidsmonitor met ingang van 28 heeft vervangen, is deze vraag ook gesteld. Buurtprobleem het rondhangen van daklozen, drank- en/of druggebruikers (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) 8% 7% 6% 4% 4% % Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bron: Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor Vanwege verschillen in de methode mogen we de uitkomsten van 27 en 28 niet met elkaar vergelijken. Wel zien we dat er binnen één meting verschillen zijn tussen de districten en stadsdelen, zie bijlage. In (de districten van) stadsdeel Midden is meer overlast dan in de overige stadsdelen. Overlastgevende personen Overlastgevende personen zijn personen die minimaal 5 keer per jaar zijn aangehouden op basis van drie vormen van overlast: overlast van/door dronkenschap, drugs/medicijnen en vermoedelijk gestoorde. Ter informatie staat in de tabel daaronder het aantal malen dat in Leiden sprake was van een van de drie genoemde vormen van overlast. Aantal overlastgevende personen Veiligheid in cijfers 29

9 Aantal incidenten van overlast Overlast van/door dronkenschap Overlast van/door drugs/medicijnen Overlast van/door vermoedelijk gestoorde Totaal 3 soorten overlast Het aantal overlastgevende personen en het aantal incidenten nemen in 28 niet langer af. De overlastgevende personen in de grafiek zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer vijfendertig procent van de incidenten in de tabel (niet uit bovenstaande gegevens te herleiden). 1.2 Onveiligheidsgevoelens In zowel de Politie- als de Leefbaarheidsmonitor is de afgelopen jaren gemeten welk percentage van de inwoners zich wel eens onveilig voelt. Met ingang van 28 zijn de Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor opgegaan in de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM), die ook onveiligheidsgevoelens meet. De drie onderzoeken mogen niet met elkaar worden vergeleken. % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt 41% 4 4% 3% 31% 2 34% % 18% 18% 1% % Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor Op basis van de Leefbaarheidsmonitor konden we concluderen dat de onveiligheidsgevoelens na een daling sinds 22 stabiel waren. Het is niet duidelijk of de hogere waarde in 28 het gevolg is van een trendbreuk als gevolg van een andere methode, of van een werkelijke stijging van de onveiligheidsgevoelens. 1.3 Leefbaarheid en sociale weerbaarheid In deze paragraaf worden twee schaalscores weergegeven: sociale cohesie en verloedering. Een schaalscore is een berekende waarde op basis van antwoorden op een aantal onderlig- Veiligheid in cijfers 29 9

10 gende vragen. De berekende waarde ligt altijd tussen nul en tien, maar is geen rapportcijfer. Gebieden kunnen onderling worden vergeleken, en ook zijn vergelijkingen in de tijd binnen een gebied mogelijk. Het is echter niet mogelijk om verschillende schaalscores met elkaar te vergelijken. Verloedering In zowel de Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor als Veiligheidsmonitor wordt een schaalscore voor het begrip verloedering gemeten. Het gaat dan om zaken die overlast veroorzaken in de openbare ruimte zoals zwerfvuil en bekladding/vernieling van straatmeubilair. Schaalscore verloedering (hoe lager, hoe beter) 5, 4, 4,8 4,7 4,8 4,8 4, 4,7 4,1 4,2 3,9 4,2 3, 2, 1,, Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor Op basis van de Leefbaarheidsmonitor kunnen we concluderen dat tot 22 de ervaren verloedering constant was en daarna is gedaald. Aan de iets hogere waarde in 28 op basis van de Veiligheidsmonitor mogen we geen conclusies verbinden. Sociale cohesie In de Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor wordt de schaalscore sociale cohesie gemeten. Dit kengetal meet in hoeverre er onderling contact en betrokkenheid is tussen bewoners van een wijk. De Politiemonitor meet sociale cohesie niet. Schaalscore sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 6, 5, 4, 3, 2, 1, 5,8 6, 6, 6, 6,1 5,8, Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor 1 Veiligheid in cijfers 29

11 De sociale cohesie in Leiden is in de tijd gezien constant. Aan de iets lagere waarde in 28 op basis van de Veiligheidsmonitor mogen we geen conclusies verbinden. 1.4 In en om de woning / huiselijk geweld Er zijn verschillende bronnen voor huiselijk geweld. In de Programmabegroting en voor GSB worden de cijfers van de politie Hollands Midden gebruikt. In de Programmabegroting 29 is een indicator opgenomen over het aantal incidenten van huiselijk geweld: e2.9c: Aantal incidenten huiselijk geweld (Leiden) Aantal incidenten van huiselijk geweld Leiden Hollands Midden Bron: Politie Hollands Midden Niet van alle incidenten wordt aangifte gedaan. Tegenwoordig proberen gemeente en politie mensen te bewegen vaker aangifte te doen van huiselijk geweld. In onderstaande grafiek staat het aantal incidenten huiselijk geweld waarbij aangifte is gedaan als percentage van totaal aantal geregistreerde incidenten huiselijk geweld Aangifte % van huiselijk geweld (aantal aangiften als percentage van aantal incidenten) 4% 36% 44% 49% 39% 4% 38% 39% 4% 34% 4% 3% 1% % Leiden Hollands Midden Bron: Politie Hollands Midden Het aantal incidenten van huiselijk geweld is in Leiden en in Hollands Midden in de afgelopen jaren gestegen, en lijkt met ingang van 27 te stabiliseren. Het aangiftepercentage in de regio is stabiel (opvallende eenmalige uitschieter in 25). In Leiden is een daling te zien. Veiligheid in cijfers 29 11

12 1.5 Geweld Geweld en bedreiging Elk jaar ontvangt BOA (BeleidsOnderzoek en Analyse) van de gemeente Leiden een bestand met incidenten uit BPS van de politie Leiden-Voorschoten. Bij de analyse wordt extra goed naar de cijfers gekeken, waarbij sommige incidenten meermalen geregistreerd blijken te zijn, en dubbelen verwijderd worden. In Programma 2 (Veiligheid) is in 29 de volgende indicator opgenomen: e2.9a: Aantal geweldsincidenten Aantal geweldsincidenten Leiden naar soort geweld Beroving/straatroof Geweld zonder letsel Geweld met letsel Bedreiging Andere soorten Totaal Het aantal geweldsincidenten in Leiden is na een stijging in 26 de laatste jaren weer gedaald. Het aantal gevallen van beroving/straatroof daalt. In zowel de Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor als Veiligheidsmonitor wordt gemeten hoe vaak inwoners te maken krijgen met bedreiging. Overigens wordt ook gevraagd naar daadwerkelijk fysiek geweld (mishandeling), maar de uitkomsten liggen vrijwel altijd rond de 1% en zeggen daarom niet zo veel. % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer was van bedreiging 6% 6% 6% 6% 6% 4% 4% 4% 3% 3% % Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor 12 Veiligheid in cijfers 29

13 Het percentage inwoners dat slachtoffer was van bedreiging is op basis van de Leefbaarheidsmonitor tussen 1997 en 27 iets gedaald. 1.6 Inbraken en voertuigcriminaliteit In deze paragraaf komen verschillende vormen van vermogensdelicten aan de orde. Voor woninginbraak en fietsdiefstal zijn zowel slachtofferenquêtes als politiecijfers bekend. De paragraaf begint met een tabel waarin verschillende politiecijfers bij elkaar zijn gezet, waaronder ook gegevens over autocriminaliteit. De vraagstelling over fietsdiefstal is bij de Veiligheidsmonitor anders dan bij de Leefbaarheidsmonitor. Bij de Leefbaarheidsmonitor werd gevraagd naar fietsen in het huishouden, bij de Veiligheidsmonitor om fietsen van de persoon zelf. Overigens laten de politiecijfers over diefstal zien waar de fiets is gestolen, terwijl bij slachtofferenquête de woonplaats van het slachtoffer bepalend is. Aantal incidenten van verschillende vormen van inbraak en voertuigcriminaliteit Woninginbraak Inbraak box/garage/schuur/tuinhuis Diefstal van auto Diefstal van motor/scooter Diefstal van bromfiets/snorfiets Diefstal van fiets Diefstal af/uit auto Diefstal af/uit motor/scooter Diefstal af/uit bromfiets/snorfiets Diefstal af/uit fiets % huishoudens/inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van fietsdiefstal 23% 19% 19% 21% 1% 8% % Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor Veiligheid in cijfers 29 13

14 Het aantal incidenten van woninginbraak is momenteel stabiel. Het aantal fietsdiefstallen bekend bij de politie is tussen 27 en 28 gestegen. Van 8% van de Leidenaren is het afgelopen jaar een fiets gestolen. Dit is niet te vergelijken met voorgaande jaren vanwege gewijzigde vraagstelling en methode. Gemiddeld in Nederland ligt het slachtofferschap van fietsdiefstal op. 1.7 Overige criminaliteit Volwassen veelplegers De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. In zijn algemeenheid betreft het gegevens over geregistreerde criminaliteit en over de personen die zich daar (mogelijk) aan hebben schuldig gemaakt (verdachten). BOA (BeleidsOnderzoek en Analyse) van de gemeente ontvangt sinds 25 gegevens over Leiden en de andere G31-gemeenten. Bij de indeling naar gemeente gaat het om de woonplaats van de verdachte, ongeacht de plaats waar het delict gepleegd is. Een beginner is een persoon van 18 jaar of ouder die één proces-verbaal tegen zich zag opgemaakt in het peiljaar en tegen wie nooit eerder een proces-verbaal werd opgemaakt. Een meerpleger is een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden 2 tot en met 1 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste 1 in het peiljaar. Een veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden meer dan 1 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste 1 in het peiljaar. Een zeer actieve veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van 5 jaren (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt), meer dan 1 processenverbaal tegen zich zag opmaken, waarvan ten minste 1 in het peiljaar. Aantal verdachten van 18 jaar en ouder naar recidivecategorie in Leiden Beginner / nieuwkomer Meerpleger Veelpleger Zeer actieve veelpleger Totaal Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI en CBS, 27: voorlopige cijfers 14 Veiligheid in cijfers 29

15 Aantal volwassen (zeer actieve) veelplegers per 1. volwassen inwoners Dordrecht Rotterdam s-gravenhage Leeuwarden Arnhem Groningen Heerlen Utrecht Amsterdam Enschede Lelystad Zwolle Almelo Leiden Tilburg Nijmegen Sittard-Geleen s-hertogenbosch Haarlem Schiedam Deventer Eindhoven Venlo M aastricht Amersfoort A lkmaar Helmond B reda Hengelo (O) Emmen Zaanstad G31-totaal landelijk Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 27, voorlopige cijfers Leiden is een middenmoter wat betreft het relatieve aantal volwassen veelplegers. Veiligheid in cijfers 29 15

16 2. Bedrijvigheid en veiligheid 2.1 Veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra Winkeldiefstal In de Programmabegroting 29 is één indicator opgenomen over winkeldiefstal, in Programma 2 (Veiligheid): e2.8a: Aantal winkeldiefstallen In de begroting van 29 worden BPS-cijfers gebruikt. In het verleden zijn GIDS cijfers van de Politie Leiden-Voorschoten gebruikt, die minimaal afweken. Aantal incidenten van winkeldiefstal Het aantal winkeldiefstallen is de afgelopen jaren stabiel. Bedrijfsinbraak In de Programmabegroting 29 is één indicator opgenomen over bedrijfsinbraak, in Programma 2 (Veiligheid): e2.8b: Aantal bedrijfsinbraken In de begroting van 29 worden BPS-cijfers gebruikt. In het verleden zijn GIDS cijfers van de Politie Leiden-Voorschoten gebruikt, die minimaal afweken. Aantal incidenten van bedrijfsinbraak Het aantal bedrijfsinbraken is de afgelopen jaren stabiel. 16 Veiligheid in cijfers 29

17 2.2 Uitgaan en overlast Geweld in het veiligheidsrisicogebied In de Programmabegroting 29 is één indicator opgenomen over geweld in het veiligheidsrisicogebied, in Programma 2 (Veiligheid): e2.7a: Aantal geweldincidenten in het veiligheidsrisicogebied Dit is ook een indicator in het kader van het GroteStedenBeleid. Het veiligheidsrisicogebied is nauw omschreven; voor de statistieken nemen we de som van incidenten in vier CBS/WBSbuurten: De Camp, D Oude Morsch, de Molenbuurt en het Stationskwartier, allen gelegen rond de Beestenmarkt, het uitgaansgebied van Leiden. Aantal geweldincidenten in het veiligheidsrisicogebied Aantal geweldincidenten in veiligheidsrisicogebied per buurt De Camp D'Oude Morsch Molenbuurt Stationskwartier Veiligheidsrisicogebied Leiden % veiligheidsrisicogebied 2 23% 23% 26% 23% 19% Het aantal geweldsincidenten in het veiligheidsrisicogebied schommelt tussen de 3 en 4. Het aantal incidenten in het Stationskwartier daalt sinds 23. Tussen de en 2 van alle geweldsincidenten in Leiden vindt plaats in het veiligheidsrisicogebied. Veiligheid in cijfers 29 17

18 2.3 Toerisme en onveiligheid Zakkenrollen Een onderwerp dat vaak in verband wordt gebracht met toerisme is zakkenrollen. Zowel de Politiemonitor, de Leefbaarheidsmonitor als de Veiligheidsmonitor meet hoe vaak inwoners slachtoffer zijn van diefstal van portemonnee zonder geweld. Ook zijn er politiecijfers beschikbaar over zakkenrollen. Het gaat hier om alle gevallen van zakkenrollerij, dus niet alleen die waarvan toeristen slachtoffer waren. % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van zakkenrollen 4% 4% 4% 3% 3% 1% % Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor en Leefbaarheidsmonitor Aantal incidenten van zakkenrollen Volgens de Leefbaarheidsmonitor zijn Leidenaren in 27 minder vaak slachtoffer van zakkenrollen dan vroeger. Het aantal incidenten van zakkenrollen in tussen 26 en 28 gestegen. 2.4 Grootschalige evenementen Er zijn per jaar drie grootschalige evenementen in Leiden: Koninginnedag, Leidens Ontzet en de jaarwisseling. Hieronder volgt van elk van deze evenementen het aantal geweldsincidenten. Voor de drie evenementen gelden de volgende tijdsintervallen: Koninginnedag: periode van 12. op 29 april tot 12. op 1 mei; Leidens Ontzet: periode van 12. op 2 oktober tot 12. op 4 oktober; Oud & Nieuw: periode van 12. op 31 dec tot 12. op 1 januari. 18 Veiligheid in cijfers 29

19 Aantal geweldsincidenten tijdens Koninginnedag (twee etmalen) Aantal geweldsincidenten tijdens Leidens Ontzet (twee etmalen) Aantal geweldsincidenten tijdens Oud en Nieuw (één etmaal) /22 22/23 23/24 24/25 25/26 26/27 27/28 28/29 Het aantal geweldsincidenten is bij Leidens Ontzet groter dan bij de andere evenementen. Er zijn dan ook meer bezoekers. Door het jaar heen vinden er gemiddeld in een etmaal 4 geweldsincidenten plaats, in een weekend gemiddeld 11, ongeveer evenveel als tijdens Koninginnedag. Het aantal geweldsincidenten bij de drie evenementen is de laatste drie jaar stabiel. Veiligheid in cijfers 29 19

20 3. Jeugd en veiligheid 3.1 Overlast door jongeren In de Programmabegroting 29 is in Programma 2 (Veiligheid) één indicator opgenomen over hangjongeren: e2.6c: percentage inwoners dat aangeeft dat overlast door groepen jongeren in de buurt vaak voorkomt De bron voor deze indicator is de Leefbaarheidsmonitor en met ingang van 28 de Veiligheidsmonitor. Buurtprobleem hangjongeren (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) 1 14% 11% 11% 1 11% 17% 11% % % Politiemonitor Leefbaarheidsmonitor Veiligheidsmonitor Bronnen: Politiemonitor, Leefbaarheidsmonitor en Veiligheidsmonitor Aantal incidenten van overlast door jeugd De door buurtbewoners ervaren overlast van hangjeugd is stabiel. In het totale aantal incidenten is geen trend te ontdekken. 3.2 Harde kern Jeugdige veelplegers De Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelt jaarlijks data vanuit het opsporingssysteem HKS. Bij de indeling naar gemeente gaat het om de woonplaats van de verdachte, ongeacht de plaats waar het delict ge- 2 Veiligheid in cijfers 29

21 pleegd is. Een jeugdige veelpleger is jaar en heeft 5 of meer misdrijven gepleegd in de afgelopen 5 jaar, waarvan minimaal 1 in het peiljaar. Aantal jeugdige veelplegers jaar (absoluut en relatief) Absoluut aantal Leiden Aantal per jarigen Leiden G Nederland Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 27: voorlopige cijfers Aantal jeugdige veelplegers per 1. inwoners van jaar Utrecht Rotterdam Lelystad Schiedam Nijmegen Groningen Amsterdam s-gravenhage A rnhem Do rdrecht Tilburg Breda Deventer Amersfoort s-hertogenbosch Leiden Leeuwarden Venlo Almelo Maastricht Zwo lle Heerlen Alkmaar Eindhoven Enschede Haarlem Sittard-Geleen Zaanstad Hengelo (O.) Helmond Emmen G31 Nederland Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 27, voorlopige cijfers Veiligheid in cijfers 29 21

22 Leiden is een middenmoter in het relatieve aantal jeugdige veelplegers vergeleken met de G31. Harde kern jongeren Harde kern jongeren zijn 12 tot en met 24 jaar die in het peiljaar twee zware delicten hebben gepleegd, gecombineerd met ten minste drie antecedenten (aanhoudingen) in de jaren daarvoor. Ook kunnen het personen zijn met in het peiljaar tenminste drie zware delicten. Aantal harde kern jongeren per 1. inwoners van jaar Rotterdam Schiedam s-gravenhage Dordrecht Lelystad A msterdam s-hertogenbo sch Heerlen A rnhem Zwo lle Utrecht Nijmegen Sittard-Geleen Eindhoven Helmond Leiden Tilburg Amersfoort Venlo Leeuwarden Enschede Breda Hengelo (O.) Deventer Almelo Alkmaar Haarlem Emmen Groningen Maastricht Zaanstad G31 Nederland Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 27, voorlopige cijfers 22 Veiligheid in cijfers 29

23 Aantal harde kern jongeren jaar (absoluut en relatief) Absoluut aantal Leiden Aantal per jarigen Leiden G Nederland Bron: HKS, bewerkt door KLPD/DNRI, 27: voorlopige cijfers In Leiden ligt het relatieve aantal harde kern jongeren onder het gemiddelde van de G Alcohol en drugs De GGD heeft in 1998, 23 en 28 een peiling gehouden onder jongeren van jaar in de regio Zuid-Holland Noord. (In 1998 en 23 ook onder jongeren van jaar.) Er kunnen apart resultaten voor Leiden worden berekend. De jongeren worden geënquêteerd over gezondheid en leefstijl, en er wordt onder andere naar alcohol- en drugsgebruik gevraagd. In het onderzoek van 28 worden vergelijkingen gemaakt met eerdere jaren. De gegevens voor 1998 en 23 zijn herberekend. Meer over de achtergrond hiervan in de inleiding. Hieronder volgen grafieken waarin Leiden vergeleken wordt met heel Zuid-Holland Noord. Voor de hele regio volgt daarna steeds een tabel met daarin onderscheid naar geslacht en leeftijd. Er zijn geen gegevens op dit niveau bekend voor Leiden, maar de verwachting is dat de uitkomsten vergelijkbaar zijn. Alcoholgebruik onder jongeren Percentage jongeren van jaar dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken 6% 48% 51% 5 57% 43% 47% 4% % Leiden Zuid-Holland Noord Bron: Jongerenpeiling Veiligheid in cijfers 29 23

24 % jongeren in Zuid-Holland Noord dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken Geslacht Jongen 54% 59% 47% Meisje 48% 5 48% Leeftijd jaar 23% 3 21% jaar 74% 78% 7 Bron: Jongerenpeiling Drankgebruik onder jongeren is in Leiden tussen 1998 en 23 gestegen en in 28 weer gedaald, net als in heel Zuid-Holland Noord. Tussen jongens en meisjes is weinig verschil, jongens drinken per keer wel meer glazen (niet in bovenstaande tabel). Van de jongeren van jaar drinkt ongeveer driekwart minimaal 1 keer per maand alcohol. Druggebruik onder jongeren Percentage jongeren dat de afgelopen maand cannabis heeft gebruikt 1,% 8,% 7,8% 7, 7,4% 9,% 8,6% 6,% 4,9% 4,% 2,%,% Leiden Zuid-Holland Noord Bron: Jongerenpeiling % jongeren in Zuid-Holland Noord dat de afgelopen maand cannabis heeft gebruikt Geslacht Jongen 9,3% 4,9% 11,% Meisje 5,% 4,7% 6, Leeftijd jaar 1,8% 2, 2, jaar 11,7% 7,3% 14, Bron: Jongerenpeiling Het percentage jongeren dat cannabis gebruikt is tussen 23 en 28 gestegen. Jongens gebruiken vaker cannabis dat meisjes. 24 Veiligheid in cijfers 29

25 Percentage jongeren dat de afgelopen maand harddrugs* heeft gebruikt 2,% 1,8% 1, 1,% 1,%,9% 1,1%,7% 1,4%,,% Leiden Zuid-Holland Noord * XTC, cocaïne, amfetamine, GHB en heroïne Bron: Jongerenpeiling % jongeren in Zuid-Holland Noord dat de afgelopen maand harddrugs heeft gebruikt Geslacht Jongen 2,1% 1, 1,6% Meisje 1, 1,% 1, Leeftijd jaar,1%,3%, jaar 3, 1,8% 2,3% Bron: Jongerenpeiling Harddruggebruik onder jongeren is tussen 1998 en 28 ongeveer gelijk gebleven. In Leiden is het harddruggebruik onder jongeren lager dan in heel Zuid-Holland Noord. Het verschil tussen jongens en meisjes is bij harddruggebruik kleiner dan bij cannabis. Veiligheid in cijfers 29 25

26 4. Fysieke veiligheid 4.1 Verkeersveiligheid In de Programmabegroting 29 zijn in Programma 4 (Bereikbaarheid) twee indicatoren opgenomen met betrekking tot verkeersveiligheid: p4.2a: Aantal dodelijke ongevallen p4.2b: Aantal ziekenhuisongevallen In de tabellen zijn de gegevens over ongevallen en slachtoffers uitgesplitst naar afloop van het ongeval. Bij een letselongeval zijn één of meer slachtoffers betrokken. Met ingang van 23 worden parkeerongevallen met uitsluitend materiële schade niet meer in de registratie meegenomen. In onderstaande gegevens worden de ongevallen vanaf dat jaar gepresenteerd. Aantal verkeersongevallen in Leiden naar afloop Uitsluitend materiele schade Ongevallen met letsel w.v. dodelijk w.v. met ziekenhuisopname w.v. geen ziekenhuisopname Totaal Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Aantal verkeersslachtoffers in Leiden naar afloop Dodelijk Met ziekenhuisopname Geen ziekenhuisopname Totaal Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Aantal letselongevallen in Leiden waarbij fietsers betrokken zijn bromfietsers betrokken zijn auto s betrokken zijn Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer 26 Veiligheid in cijfers 29

27 Aantal verkeersongevallen en -slachtoffers in Leiden alle ongevallen letselongevallen slachtoffers Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Het aantal verkeersongevallen en slachtoffers is de laatste jaren gedaald. 4.2 Brandveiligheid gebouwen In de Programmabegroting 28 waren twee indicatoren opgenomen over de uitrukken van de brandweer: aantal malen dat de brandweer uitrukt voor brandbestrijding en aantal malen dat de brandweer uitrukt voor hulpverleningen. Aantal malen dat de brandweer is uitgerukt voor brandbestrijding...hulpverleningen Bron: Programmaverantwoording gemeente Leiden Het aantal uitrukken voor branden is tussen 25 en 28 gestegen. In het aantal uitrukken voor hulpverleningen is geen duidelijke trend te ontdekken. Veiligheid in cijfers 29 27

28 4.3 Risico s (natuur) rampen Overlast door weersinvloeden Overlast door weersinvloeden is nog geen natuurramp, maar het is belangrijk om een trend te volgen. Door voorspellingen over toenemende storm- en regenoverlast als gevolg van klimaatverandering kan dit een steeds vaker voorkomende bron van overlast worden. In de onderstaande tabellen zijn de incidenten uitgesplitst naar district en maand. Aantal incidenten van overlast door weersinvloeden per maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Leiden Het aantal incidenten van overlast door weersinvloeden was in 27 hoger dan in andere jaren. Oorzaken daarvoor waren de storm op 18 januari en de zware regenval op 14 juni van dat jaar. 28 Veiligheid in cijfers 29

29 5. Gegevens per stadsdeel en district Bronnen In dit hoofdstuk worden gegevens gepresenteerd per stadsdeel en per district. Er is een selectie gemaakt op basis van de relevantie van gegevens op een lager geografisch niveau en op de beschikbaarheid van de gegevens op het niveau van district/stadsdeel. Dat heeft ertoe geleid dat in dit hoofdstuk twee bronnen aan bod komen: registratiecijfers van de Politie Leiden- Voorschoten en enquêteresultaten van de Politiemonitor / Leefbaarheidsmonitor / Veiligheidsmonitor. Bij de politiecijfers geeft het district of stadsdeel aan waar het incident plaatsvond. Bij de enquêteresultaten is bepalend waar de respondent woont. De delicten waar hij al dan niet slachtoffer van zijn geworden kunnen ook elders hebben plaatsgehad. In 2 zijn in de Leefbaarheidsmonitor geen scores per stadsdeel berekend. In 28 is de Veiligheidsmonitor niet op districtsniveau afgenomen. Geografische indeling Leiden is opgebouwd uit 54 buurten, 1 districten en 4 stadsdelen. Elk district is opgebouwd uit één of meer buurten en stadsdelen ook. Op de volgende bladzijde is de geografische indeling van Leiden weergegeven in een kaartje. Niet alle stadsdelen bestaan uit een geheel aantal districten. Er is namelijk één uitzondering: het Boerhaavedistrict ligt gedeeltelijk in stadsdeel West en gedeeltelijk in Noord. In de volgende hoofdstukken zijn statistieken die slechts beschikbaar zijn voor het gehele Boerhaavedistrict opgenomen bij stadsdeel Noord, omdat vrijwel alle inwoners wonen in de buurten die horen bij dat stadsdeel. De buurten van het Boerhaavedistrict die bij stadsdeel West horen, zijn vooral bedrijventerreinen (LUMC, Leeuwenhoek). In de gegevens die stadsdeel Noord betreffen zijn echter alleen de buurten meegenomen die daadwerkelijk tot stadsdeel Noord behoren. Onderwerpen Per stadsdeel volgen gegevens over: Algemeen beeld (onveiligheidsgevoelens, sociale cohesie, verloedering) Jeugdoverlast Drugsoverlast Geweld Woninginbraak Bedrijventereinen en winkelcentra Fietsdiefstal Veiligheid in cijfers 29 29

30 Indeling van Leiden naar stadsdeel, district en buurt Stadsdeel Midden: district, 1, en 2 Stadsdeel Noord: district 3, 8 en buurt 71, 72 en 73 Stadsdeel Zuid: district 4 en 5 Stadsdeel West: district 6, 9enbuurt7en74 Binnenstad-Zuid Pieterswijk 1 Academiewijk 2 Levendaal-west 3 Levendaal-oost 1 Binnenstad-Noord 1 De Camp 11 Marewijk 12 Pancras-west 13 Pancras-oost 14 D Oude Morsch 15 Noordvest 16 Havenwijk-noord 17 Havenwijk-zuid 18 Molenbuurt 19 De Waard 2 Stationsdistrict 2 Stationskwartier 3 Leiden Noord 3 Groenoord 31 Noorderkwartier 32 De Kooi 4 Roodenburgerdistrict 4 Meerburg 41 Rijndijkbuurt 42 Professorenwijk-oost 43 Burgemeesterswijk 44 Professorenwijk-west 45 Tuinstadwijk 46 Cronestein 47 Klein Cronestein 48 Roomburg 49 Waardeiland 5 Bos- en Gasthuisdistrict 5 Vreewijk 51 Haagweg-noord 52 Gasthuiswijk 53 Fortuinwijk-noord 54 Boshuizen 55 Oostvliet 56 Haagweg-zuid 57 Fortuinwijk-zuid 6 Morsdistrict 6 Transvaalbuurt 61 Lage Mors 62 Hoge Mors 7 Boerhaavedistrict 7 Pesthuiswijk 71 Houtkwartier 72 Raadsherenbuurt 73 Vogelwijk 74 Leeuwenhoek 8 Merenwijkdistrict 8 Slaaghwijk 81 Zijlwijk-zuid 82 Zijlwijk-noord 83 Merenwijk-centrum 84 Leedewijk-zuid 85 Leedewijk-noord 9 Stevenshofdistrict 9 Schenkwijk 91 Kloosterhof 92 Dobbewijk-noord 93 Dobbewijk-zuid B C Vastgoed Informatiecentrum Stadsbouwhuis, Langegracht 7 Postbus 91, 23 PC Leiden 3 Veiligheid in cijfers 29

31 Stadsdeel Midden Stadsdeel Midden bestaat uit drie districten: Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Hieronder volgen cijfers voor het stadsdeel, uitgesplitst naar district. Opvallende zaken: Inwoners van stadsdeel Midden voelen zich vaker wel eens onveilig dan gemiddeld in Leiden. In Binnenstad-Noord is de sociale cohesie lager dan in de andere districten. Ook de verloedering wordt in Binnenstad-Noord hoger ervaren. De ervaren verloedering is in stadsdeel Midden afgenomen (verbeterd). Drugsoverlast komt in stadsdeel Midden vaker voor dan in de andere stadsdelen. In het Stationsdistrict is het aantal incidenten van drugsoverlast opvallend afgenomen. Geweld komt in stadsdeel Midden vaker voor dan in andere stadsdelen. Het aantal woninginbraken was in 28 in Binnenstad-Zuid opvallend hoog. Winkeldiefstal en bedrijfsinbraak komt in stadsdeel Midden vaak voor, waarschijnlijk als gevolg van het grote aantal winkels en bedrijven. Een hoger percentage van de huishoudens in stadsdeel Midden is slachtoffer van fietsdiefstal. Algemeen beeld stadsdeel Midden De bevolking van stadsdeel Midden voelt zich vaker wel eens onveilig dan de gemiddelde Leidenaar, al is het verschil met Leiden wel kleiner geworden. Volgens de Leefbaarheidsmonitor ligt het percentage inwoners dat zich onveilig voelt in Leiden sinds 22 gemiddeld rond de 18%, in stadsdeel Midden was dat in 22 nog 2. % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt 4% 3% 3% 24% 23% 19% 1% % 3% 34% 37% % 23% 3 26% 21% 26% 29% 2 23% 2 19% 16% Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) Veiligheid in cijfers 29 31

32 Gemiddeld is de sociale cohesie in stadsdeel Midden lager dan in heel Leiden. De sociale cohesie is vooral in Binnenstad-Noord laag, maar in het Stationsdistrict hoger dan in de andere twee districten (rond het Leids gemiddelde). Schaalscore sociale cohesie (hoe hoger, hoe beter) 6, 5,5 5,5 5,6 5,7 5,4 4, 2,, 5,7 5,2 6,1 5,7 5,5 6,1, 5,8 5,4 5,8 5,7 5,5 6,1 5,9 5,5 6, Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) De schaalscore voor verloedering is in stadsdeel Midden hoger dan gemiddeld in Leiden, vooral in Binnenstad-Noord. Het is in de afgelopen jaren wel verbeterd (afgenomen). Schaalscore verloedering (hoe lager, hoe beter) 6, 5,6 4, 4,4 4,6 4,1 4,4 2,, 5,3 5,9 4,9 5,5 5,8 4,8 4,4 4,5 4,2 4,4 4,8 4, 3,9 4,3 3, Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) 32 Veiligheid in cijfers 29

33 Jeugdoverlast in stadsdeel Midden Overlast door groepen jongeren is zowel met politiecijfers als met enquêteresultaten te meten. De meeste incidenten in stadsdeel Midden vinden plaats in Binnenstad-Noord. In de enquêtecijfers staat dit district niet altijd bovenaan. De ervaren overlast is in stadsdeel Midden iets hoger dan gemiddeld in Leiden. In de loop van de jaren is er voor het hele stadsdeel geen duidelijke trend te zien. In Binnenstad Zuid vond tussen 1997 en 22 een flinke daling plaats (van 2 naar 9%). In de metingen van 24 en 27 liep het percentage weer wat op. Aantal incidenten van overlast door jeugd Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Buurtprobleem hangjongeren (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) % 1 13% 1 % 2 23% 18% 16% 19% 7% 9% 18% % 1% 14% 17% Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) Veiligheid in cijfers 29 33

34 Drugsoverlast in stadsdeel Midden Drugsoverlast kan worden gemeten door te kijken naar politiecijfers en naar ervaringscijfers. De politiecijfers laten zien dat het aantal incidenten in stadsdeel Midden sterk schommelt. 19 incidenten in 25 en twee jaar later maar 76 keer. Opvallend is de sterke daling in het Stationsdistrict. De stijging tussen 27 en 28 in Binnenstad Noord zou te maken kunnen hebben met de vestiging van de 24-uursopvang voor daklozen aldaar. Aantal incidenten drugsoverlast Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel midden De ervaringsgegevens laten ook geen eenduidig beeld zien. Duidelijk is wel dat de ervaren drugsoverlast door bewoners van stadsdeel Midden hoger is dan elders in Leiden. Per district schommelen de percentages in de tijd, al is Binnenstad-Zuid wel altijd het laagst van de drie districten. Aan de stijging tussen 27 en 28 kunnen we geen conclusies verbinden als gevolg van de overgang van de Leefbaarheidsmonitor naar de Veiligheidsmonitor. Buurtprobleem drugsoverlast (% inwoners dat aangeeft komt vaak voor ) 1 1% 11% 8% 13% 14% % 4% 1 1% 18% 1% 6% 13% 1 7% 16% 1 7% 8% 13% Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) 34 Veiligheid in cijfers 29

35 Geweld in stadsdeel Midden Net als drugsoverlast is ook geweld een verschijnsel dat in stadsdeel Midden vaker voorkomt dan in andere stadsdelen. Ongeveer de helft van alle geweldsincidenten in Leiden vindt in stadsdeel Midden plaats. Ten opzichte van de andere districten is het aantal incidenten in het Stationsdistrict klein, maar het daalt sinds 22. Voor het hele stadsdeel heeft tussen 23 en 25 een daling plaatsgevonden, maar de afgelopen jaren is het aantal incidenten weer op het oude niveau. Aantal geweldsincidenten Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Eén van de soort incidenten die tot geweld wordt gerekend, is bedreiging met geweld. Zowel de cijfers van de incidenten bekend bij politie als de ervaringscijfers laten de afgelopen jaren een stabiele situatie zien. Het aantal incidenten liet tussen 22 en 26 een daling zien, maar die heeft de afgelopen twee jaar niet doorgezet. Het percentage inwoners dat slachtoffer is van bedreiging laat lichte schommelingen zien. Het algemene beeld is wel dat het slachtofferschap van bedreiging zowel in heel Leiden als in stadsdeel Midden de afgelopen jaren is gedaald. Aantal incidenten bedreiging Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Veiligheid in cijfers 29 35

36 % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer was van bedreiging 1% 8% 6% 6% 4% 4% % 9% 8% 7% 6% 3% 7% 3% Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) Woninginbraak in stadsdeel Midden Ook woninginbraak kan zowel worden gemeten met politiecijfers als met belevingscijfers. Het aantal woninginbraken is echter relatief zo laag, dat het nauwelijks tot uiting komt in een slachtofferenquête. Bij omrekening van het aantal incidenten van woninginbraak bekend bij politie naar het aantal per 1. woningen is vergelijking met heel Leiden mogelijk. Het blijkt dat het relatieve aantal woninginbraken in stadsdeel Midden iets hoger ligt dan gemiddeld in Leiden. Als we per district kijken zien we in Binnenstad-Zuid een stijging en in het Stationsdistrict een daling. Aantal incidenten woninginbraak per 1. woningen Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bronnen: Politie Leiden-Voorschoten (incidenten) en OGK (woningen) 36 Veiligheid in cijfers 29

37 Bedrijventerreinen en winkelcentra in stadsdeel Midden Over het aantal incidenten winkeldiefstal en bedrijfsinbraak zijn politiecijfers beschikbaar. In stadsdeel Midden zijn veel winkels, vandaar dat van alle winkeldiefstallen in Leiden ongeveer 8% in stadsdeel Midden plaatsvindt. De meeste incidenten vinden plaats in Binnenstad-Noord, waar onder andere de Haarlemmerstraat zich bevindt. In de tijd is geen duidelijke stijging of daling waarneembaar. Aantal incidenten winkeldiefstal Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Ook in het aantal incidenten van bedrijfsinbraak is geen duidelijk waarneembare trend te zien. Binnen de districten en in het hele stadsdeel schommelen de aantallen per jaar. Aantal incidenten bedrijfsinbraak Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Veiligheid in cijfers 29 37

38 Fietsdiefstal in stadsdeel Midden Bij fietsdiefstal zijn cijfers afkomstig uit een enquête duidelijk een aanvulling op de politiecijfers omdat slachtoffers dat vaak niet melden bij de politie. Het aantal incidenten bekend bij politie laat in de afgelopen jaren schommelingen zien. Overigens vindt tweederde van alle fietsdiefstallen in Leiden plaats in stadsdeel Midden. Ook de cijfers uit de Leefbaarheidsmonitor/Veiligheidsmonitor laten geen duidelijke stijging of daling zien. Wel is het percentage inwoners dat slachtoffer is van fietsdiefstal in stadsdeel Midden duidelijk hoger dan gemiddeld in Leiden. Aantal incidenten fietsdiefstal Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer was van fietsdiefstal 4% 3% 31% 26% 2 1% % 36% 3% 24% 3 17% 29% 23% 29% 39% 28% 26% % Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Stadsdeel Midden Leiden Bron: Leefbaarheidsmonitor ( ) en Veiligheidsmonitor (28) 38 Veiligheid in cijfers 29