ADVIES. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, bezwaarden. de vereniging Samenwerkingsverband D, gevestigd te E, verweerder

Transcriptie

1 Bij het uitstroomprofiel dagbesteding stroomt de leerling de vso-school als regel uit als hij niet meer leerplichtig is (18) en een plaats krijgt in een instelling voor dagactiviteiten. in het geding tussen: ADVIES de heer A en mevrouw B, wonende te C, bezwaarden en de vereniging Samenwerkingsverband D, gevestigd te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 13 september 2016 hebben bezwaarden bij verweerder een bezwaarschrift ingediend tegen zijn besluit van 9 september 2016 tot weigering van een toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs voor F. Verweerder heeft op 7 oktober 2016 een verweerschrift ingediend en de Commissie verzocht advies uit te brengen over de door hem te nemen beslissing op het bezwaarschrift. De mondelinge behandeling van het geschil kon wegens verhindering van bezwaarden geen doorgang vinden op 2 november Met instemming van partijen vond de mondelinge behandeling daarna plaats op 23 november 2016 te Utrecht. Bezwaarden zijn, zonder voorafgaand bericht van verhindering, niet verschenen en bleken bij aanvang van de zitting telefonisch niet bereikbaar. Namens verweerder waren ter zitting aanwezig mevrouw G, voorzitter van de adviescommissie beoordeling toelaatbaarheid, en mevrouw H, bestuurssecretaris. Namens de belanghebbende, het schoolbestuur dat de toelaatbaarheidsverklaring heeft aangevraagd, stichting H te K, was aanwezig de heer L, adjunct directeur van mytylschool M te K. 2. DE FEITEN 1. Bezwaarden zijn de ouders van F. F is meerderjarig. Hij is geboren op 22 augustus F is bekend met spastische tetraparese. In 2010 is bij hem een niet verbale intelligentietest (SON-R 2 ½ -7) afgenomen maar kon er geen IQ worden vastgesteld omdat F buiten de leeftijdgrenzen van de test viel. De geschatte referentieleeftijd voor F was tussen 5;1 en 6;3. F heeft van augustus 2009 tot het einde van het schooljaar het onderwijs gevolgd bij mytylschool M te K (verder: de school) 2. Op 9 februari 2012 heeft het expertisecentrum speciaal onderwijs voor F een beschikking afgegeven voor leerlinggebonden financiering dan wel toelaatbaarheid tot het speciaal / advies d.d. 19 december 2016 pagina 1 van 5

2 onderwijs voor meervoudig gehandicapte kinderen. Deze beschikking was geldig tot uiterlijk 1 augustus Op 3 juni 2014 heeft de school voor F een ontwikkelingsperspectief (opp) opgesteld. Als uitstroombestemming is daarbij opgenomen: dagbesteding. Het opp is op 9 februari 2016 geëvalueerd. 4. Op 16 juni 2016 heeft de Commissie van Begeleiding van de vso-afdeling Praktisch Gericht Onderwijs van mytylschool M (hierna: CvB) een verklaring afgegeven in verband met de toelaatbaarheid van F in het schooljaar De CvB achtte schoolbezoek door F niet meer voorliggend. De in het ontwikkelingsperspectief vastgelegde leerdoelen waren volgens de CvB in ruim voldoende mate behaald en voor F was een passende vervolgplek gevonden. Er resteerden nog slechts geringe ontwikkelingsmogelijkheden voor F op school. De CvB heeft verder aangegeven dat zij de tlv aanvroeg op nadrukkelijk verzoek van moeder. Het CvB-advies is ondertekend door N (orthopedagoog) en O, (arts). 5. Op 27 juni 2016 heeft mevrouw P (revalidatiearts) schriftelijk verklaard dat zij een verlenging van F bezoek aan de mytylschool gewenst acht. 6. Op 25 augustus 2016 heeft de adviescommissie beoordeling toelaatbaarheid van verweerder de tlv-aanvraag van de school ontvangen. 7. Op 9 september 2016 heeft verweerder het verzoek om afgifte van de tlv afgewezen. 8. Tegen dit besluit hebben bezwaarden op 13 september 2016 een bezwaarschift ingediend. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Bezwaarden Bezwaarden wijzen erop dat verweerder in de afwijzingsbrief geen onderbouwing van het besluit heeft opgenomen. Kinderen hebben recht op onderwijs in het kader van de Wet op de Expertisecentra (WEC) tot zij 21 jaar oud zijn. Dit recht geldt ook voor F. Het tlv-besluit is genomen op basis van een papieren dossier, zonder dat F is gezien en zonder overleg met bezwaarden. Bezwaarden hebben daardoor geen toelichting kunnen geven op het verzoek om afgifte van de tlv. Er zijn nog wel doelen waaraan F het komende schooljaar kan werken, bijvoorbeeld lezen. Het is goed voor de ontwikkeling van F dat hij onderwijs blijft volgen via de mytylschool. Wat betreft lezen heeft F ondersteuning nodig van mensen die hiervoor opgeleid zijn. Die zijn er wel op school maar niet bij de dagbesteding. Revalidatiearts P ondersteunt de stelling van bezwaarden dat een verlengd verblijf van F op de school zin heeft. De redenen zijn dat F bezig is met de implementatie van een nieuw besturingsprogramma van zijn spraakcomputer (voornamelijk logopedie). Verder zijn er recente problemen in de spierspanning met medische complicaties, waarschijnlijk op basis van disfunctioneren van de baclofenpomp van F. Daartoe zijn er nieuwe behandelingsvoorstellen, onder andere hydrotherapie en fysiotherapie en ergotherapie. Verweerder F is 19 jaar oud en het nu lopende schooljaar niet meer gestart op de school. In de afwijzingsbrief staat kort de reden van afwijzing beschreven: dat gezien de nog te behalen doelen onderwijs niet / advies d.d. 19 december 2016 pagina 2 van 5

3 voorliggend is en dat er binnen een andere setting aan gestelde doelen gewerkt kan worden. De afwegingen die het samenwerkingsverband maakt in het kader van het wel of niet toekennen van een tlv zijn terug te vinden in het digitale systeem Onderwijs Transparant. Het gaat om privacygevoelige informatie en verweerder vindt het niet correct om uitgebreide toelichtingen in een tlv of in afwijzingsbrieven te vermelden. Nu de school de tlv heeft aangevraagd is het de verantwoordelijkheid van de school om een dergelijke, brede terugkoppeling naar ouders te verzorgen. In artikel 39 lid 4 WEC is geregeld dat leerlingen uiterlijk tot hun twintigste levensjaar ingeschreven kunnen blijven op het vso. Volgens de wet Kwaliteit (v)so bepaalt de school de verblijfsduur en streeft zij daarbij naar een functioneel verblijf. Ook bij het uitstroomprofiel dagbesteding moet de verblijfsduur functioneel zijn. De school heeft aangegeven dat het verblijf van F op school niet langer functioneel is nu er geen sprake is van opgestelde onderwijsdoelen en er mogelijkheden voor F zijn in een instelling voor dagactiviteiten. De beslissing is genomen op basis van het dossier zoals door school in samenspraak met bezwaarden is aangeleverd. Bij de herbeoordeling van cluster 3 en 4 leerlingen is het advies van de Commissie van Begeleiding van de vso-school leidend. Dit advies van de CvB van de school luidt dat de doelen zoals omschreven in het opp ruim voldoende zijn behaald, verder onderwijs niet voorliggend is en dat op een vervolgplek gewerkt kan worden aan revalidatiedoelstellingen waaronder gebruik van de spraakcomputer. Die computer is voor F niet nieuw, hij werkt daar al lange tijd mee. Dat de ouders graag willen dat de tlv wordt afgeven heeft verweerder overigens meegewogen. Het argument dat er met F nog aan lezen gewerkt kan worden is nieuw voor verweerder maar geeft geen reden tot herziening van het tlv-besluit. 4. PROCEDURE EN CRITERIA VOOR BEOORDELING TLV Het SWV heeft in het ondersteuningsplan vastgelegd (paragraaf 5.2.1) dat de Adviescommissie Beoordeling Toelaatbaarheid beoordeelt of leerlingen toelaatbaar zijn tot het vso. De criteria voor het verstrekken van een tlv staan beschreven in paragraaf van het ondersteuningsplan. Het advies van de CvB van de vso-school, op grond van het opp van de leerling, is leidend. Ook de mening van de ouders speelt een rol. De tlv wordt afgegeven uiterlijk tot en met het schooljaar waarin de leerling 18 wordt. 5. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Bevoegdheid en ontvankelijkheid Verweerder is aangesloten bij de Commissie en heeft haar verzocht op grond van artikel 17a lid 13 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) advies uit te brengen over het bezwaarschrift. De Commissie is aldus bevoegd. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend. Omdat F meerderjarig is kunnen de heer A en mevrouw B echter niet zelf als belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht worden / advies d.d. 19 december 2016 pagina 3 van 5

4 aangemerkt en dienen zij door verweerder niet-ontvankelijk te worden verklaard bij zijn beslissing op bezwaar. Van belang is dus vast te stellen of zij bevoegd zijn om namens F bezwaar te maken. Omdat bezwaarden schriftelijk hebben aangegeven dat zij de bewindvoerders zijn van F acht de Commissie het mogelijk dat zij (al dan niet gezamenlijk) bevoegd zijn om F in deze procedure te vertegenwoordigen als zijn gemachtigden. De Commissie heeft dit echter, ondanks herhaald verzoek aan bezwaarden, niet op basis van de ingediende stukken kunnen vaststellen. Evenmin heeft zij dit kunnen vaststellen door raadpleging van het openbare curatele en bewind register op website 'rechtspraak.nl'. Daarom adviseert de Commissie aan verweerder, voordat hij overgaat tot het nemen van zijn beslissing op bezwaar, nogmaals aan de heer A en mevrouw B om overlegging van een schriftelijke machtiging (of bewijs van bewind voering) te vragen en daarbij te vermelden dat zij in het bezwaar niet zullen kunnen worden ontvangen indien zij die informatie niet verschaffen. Indien die machtiging of dat bewijs alsnog wordt verstrekt voor de beslissing op bezwaar, zal dit advies van de Commissie zo gelezen moeten worden dat F de bezwaarde partij is en de heer A en mevrouw B als zijn gemachtigden optreden en dus namens F het bezwaarschrift hebben ingediend. In dat geval bestaat voor het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar geen grond. Inhoudelijke beoordeling F is 18 jaar geworden op 22 augustus Omdat de door de Commissie van Indicatiestelling afgegeven beschikking was afgegeven tot 1 augustus 2016 is er voor verdere toelating tot de school een toelaatbaarheidsverklaring vereist. Die aanvraag behoort verweerder op basis van procedure en criteria, vastgelegd in het ondersteuningsplan, te beoordelen. Daarnaast is er de Wet op de Expertisecentra (WEC) die algemene kaders geeft voor het moment waarop leerlingen het voortgezet speciaal onderwijs uitstromen. Het moment van uitstroom hangt samen met het uitstroomprofiel van de leerling. Zo is een leerling die met het profiel vervolgonderwijs uitstroomt kwalificatieplichtig. In die situatie biedt de WEC de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs tot aan het einde van het schooljaar waarin de leerling 20 is geworden. F is niet kwalificatieplichtig vanwege zijn uitstroomprofiel dagbesteding. In de Memorie van Toelichting bij de Wet kwaliteit (v)so (Handelingen II , 32812, nr 3) is op pagina 8 toegelicht dat bij de uitstroom dagbesteding de verblijfsduur functioneel is; in beginsel stroomt de leerling uit na ten minste het bereiken van de leeftijd waarop hij niet meer leerplichtig (18) is en nadat hij een plaats heeft verworven in een instelling voor dagactiviteiten. Naast de meerderjarigheid van F is de Commissie gebleken dat voor hem dagbesteding beschikbaar is en dat de school sinds oktober 2015 bezig is met de transitie van F daarnaartoe. De criteria van verweerder sluiten aan op het wettelijk kader. F valt buiten de criteria. De beslissing om hem geen tlv toe te kennen is daarom redelijk. De Commissie van Begeleiding van de mytylschool heeft ook inhoudelijk beoordeeld of schoolbezoek van F nog langer voorliggend is. De school heeft in dit kader opgemerkt dat de in het opp van F vastgelegde leerdoelen in ruim voldoende mate zijn behaald. Bezwaarden bestrijden dit niet, maar stellen dat er nog mogelijkheden resteren. Zij wijzen daarbij op het advies van de revalidatiearts. In dat advies heeft verweerder geen gronden gezien om alsnog tot afgifte van een tlv over te gaan en de Commissie acht dit redelijk. Het advies van de revalidatiearts wijst vooral op medische aspecten en niet overwegend op de noodzaak van onderwijskundige begeleiding om de revalidatiedoelstellingen te / advies d.d. 19 december 2016 pagina 4 van 5

5 realiseren. Bovendien, zo heeft verweerder afgewogen, kunnen de door de revalidatiearts genoemde therapieën ook buiten de school worden gegeven zodat daarvoor geen verlenging van de schooltijd is vereist. Hierdoor is op inhoudelijke gronden naar het oordeel van de Commissie sprake van een redelijk besluit. Weliswaar is het bestreden besluit, dat is gebaseerd op twee deskundigenverklaringen, bescheiden gemotiveerd, maar het bevat in essentie de gronden waarom is besloten tot afwijzing van de tlv. Dat bezwaarden niet zijn gehoord toen verweerder voornemens was de tlv-aanvraag af te wijzen, acht de Commissie voldoende hersteld in deze bezwaarprocedure, waar bezwaarden gelegenheid is geboden voor de Commissie te verschijnen, maar waar zij om hen moverende redenen van hebben afgezien. Afgezien van de ontvankelijkheidsproblemen, kan op de overige, inhoudelijke gronden het bestreden besluit worden gehandhaafd en het bezwaar ongegrond worden verklaard. 6. ADVIES De Commissie adviseert dat verweerder bij zijn beslissing op bezwaar: 1. indien bezwaarden niet kunnen worden aangemerkt als gemachtigden van F, bezwaarden nietontvankelijk te verklaren; 2. indien het bezwaarschrift kan worden aangemerkt als zijnde rechtsgeldig ingediend namens F, kan het bestreden besluit onveranderd worden gehandhaafd en het bezwaarschrift ongegrond worden verklaard. Vastgesteld te Utrecht op 19 december 2016 door mr. J.M. Willems, voorzitter, drs. A.H.T. Gieling, drs. A.M. van der Hoek en drs. A. Sikkema, leden, in aanwezigheid van mr. S.J.F. Schellens, secretaris. mr. J.M. Willems voorzitter mr. S.J.F. Schellens secretaris / advies d.d. 19 december 2016 pagina 5 van 5