Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-016 Houten, 18 maart 2014 Onderwerp: Raadsvoorstel Invoeringsstrategie Partcipatiewet Beslispunten: 1. De Invoeringsstrategie Participatiewet Lekstroom vast te stellen en daarmee: a. kennis te nemen van de uitkomst van de verkenning van de effecten van de participatiewet; b. de visie 'een werkplek naar vermogen voor zoveel mogelijk mensen' te onderschrijven en daarbij samen te werken met werkgevers en werkzoekenden. Samenvatting: De Lekstroomgemeenten bereiden zich gezamenlijk voor op de drie decentralisaties op te terreinen van Jeugd, AWBZ en Werk. Onder regie van het Bestuurlijk Platform Sociaal Domein Lekstroom is door een regionale werkgroep een invoeringsstrategie voor de Participatiewet opgesteld. De voorliggende invoeringsstrategie beschrijft de consequenties van de Participatiewet en de gevolgen bij ongewijzigd beleid. Op basis van deze analyse wordt de richting aangegeven van mogelijke uitwerking en toekomstscenario s. De invoeringsstrategie is tevens de routekaart van de wijze waarop de Lekstroom gemeenten de wet willen invoeren als onderdeel van het totale sociale domein. Met het vaststellen van de invoeringsstrategie door de Lekstroom gemeenten worden nog geen fundamentele keuzes gemaakt. De invoeringsstrategie geeft de betrokken ketenpartners (WIL, P AUW, UW) de noodzakelijke duidelijkheid over de kaders waarbinnen zij hun plannen kunnen maken. Het jaar 2015 wordt gezien als een overgangsjaar naar een meer definitieve fase van de implementatie. Ingrijpende wijzigingen over bijvoorbeeld de dienstverlening aan klantgroep 3 (de klantgroep die permanente ondersteuning nodig heeft) of het invullen van het nieuwe instrument beschut werk hoeven nog niet direct te worden doorgevoerd. Zowel voor wat betreft de financiën als de omvang en samenstelling van de doelgroep van de Participatiewet, kan 2015 gebruikt worden als overgangsjaar. In het bij de Invoeringsstrategie gevoegde supplement wordt ingegaan op de gevolgen van het recent gesloten Bijstandsakkoord. Over het thema Participatiewet is geen lokale nota opgesteld. De Houtense cijfers zijn opgenomen in de bijlage bij de Invoeringsstrategie. Met de totstandkoming van WIL is al sterk voorgesorteerd op de transitie Werk. Dat wat lokaal georganiseerd moet worden is al belegd in zogeheten Interfaces. WIL heeft hiervoor een apart programma gedefinieerd in het Meerjarenbeleidsplan. De thema s lokale toegang, integrale dienstverlening, social return en werkgeversbenadering worden lokaal in overleg met WIL opgepakt. Daar komt een thema bij. Aanleiding: In het brede sociale domein vinden 3 decentralisaties plaats, ook wel bekend als transities. De decentralisaties betreffen de overdracht van taken op de terreinen van Jeugd, AWBZ en Werk en Inkomen. Over deze laatste decentralisatie gaat dit voorstel. Naar verwachting wordt op 1 januari 2015 de Participatiewet van kracht. De Wet werk en bijstand wordt Participatiewet, de instroom in de Wsw stopt en de toegang tot de Wajong is er alleen nog voor jonggehandicapten die niet kunnen werken. Onder regie van het Bestuurlijk Platform Sociaal Domein Lekstroom is door een regionale werkgroep een invoeringsstrategie voor deze wet opgesteld. *2014-016*
-2- Om regionaal tot een eenduidige aanpak te kunnen komen zijn gemeenschappelijke beslispunten opgesteld. Doel van dit voorstel: Het college wil de raad al in een vroeg stadium informeren en betrekken bij de ontwikkelingen op het gebied van de participatiewet. Daarom wordt de Invoeringsstrategie Participatiewet ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Argumenten per beslispunt: 1.1 De Participatiewet maakt onderdeel uit van het sociale domein, de invoeringsstrategie past in het brede kader van het sociaal domein Mensen die meedoen in de samenleving, zich inzetten voor een ander, die hun talenten ontwikkelen en die op eigen benen kunnen staan. Dat is het doel. Dit is in het belang van mensen individueel en voor de samenleving als geheel. Toch lukt dat, door uiteenlopende oorzaken, niet bij iedere inwoner. Gelukkig is er dan ondersteuning mogelijk. Bij voorkeur vullen mensen in de eigen omgeving of elders in de samenleving die ondersteuning zelf in. En anders is er ondersteuning vanuit de overheid. Die ondersteuning gaat ingrijpend veranderen in de komende jaren. Gemeenten krijgen een grotere verantwoordelijkheid op het gebied van werk, jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning en moeten die verantwoordelijkheid uitvoeren met minder middelen. Gemeenten moeten dat doen onder een gesternte waarin de behoefte aan die ondersteuning eerder lijkt te groeien dan te dalen. Om hierop in te spelen zal het sociale domein de komende jaren ingrijpend veranderen onder regie van de gemeenten. 1.2 de geformuleerde visie een werkplek naar vermogen voor zoveel mogelijk mensen past binnen de kaders van de door het Rijk geformuleerde visie op de Participatiewet De door het Rijk geformuleerde visie op de participatiewet is verwoord in de Algemene toelichting. De invoeringsstrategie volgt deze visie en draagt WIL op dienstverlening te ontwikkelen, ook met ketenpartners in de arbeidsmarktregio Utrecht -Midden. Citaat uit Algemene Toelichting bij de Participatiewet: De regering heeft de ambitie om iedereen in staat te stellen als volwaardig burger mee te doen en bij te dragen aan de samenleving. Voor de meeste mensen is meedoen vanzelfsprekend; zij hebben een baan, kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en zijn ook op andere manieren maatschappelijk actief. Voor andere mensen is volwaardig meedoen een grotere opgave. De regering wil ook aan deze mensen perspectief blijven bieden op volwaardig burgerschap. De mens staat daarbij centraal. De regering gaat zo veel mogelijk uit van de eigen kracht van mensen en biedt ondersteuning waar dit nodig is. Het wetsvoorstel voor de Participatiewet is op deze belangrijke uitgangspunten gebaseerd. De regering streeft ernaar om te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt. Een arbeidsmarkt die plaats biedt voor jongeren en ouderen en voor mensen met en zonder beperking. Het is essentieel om mensen tot hun recht te laten komen en ze in staat te stellen zo veel mogelijk zelfstandig mee te doen aan de samenleving. Participatie, bij voorkeur via werk, zorgt voor sociale, economische en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en levert een bijdrage aan de sociale cohesie en de economie. In een dergelijke samenleving kan iedereen bijdragen aan het versterken van de economische en sociale kracht van Nederland. 1.3 de geformuleerde visie een werkplek naar vermogen voor zoveel mogelijk mensen past binnen de kaders van het reeds vastgestelde beleid van de gemeente Houten Het belangrijkste lokale kader vormt de Sociale Agenda 2012-2015. De in de invoeringsstrategie geformuleerde uitgangspunten passen binnen het kader van de Sociale Agenda 2012-2015.
-3- De Lekstroom-gemeenten maken zich sterk om iedereen naar vermogen te laten deelnemen aan de samenleving. In de eerste plaats wordt gekeken wat mensen zelf kunnen, wat hun talenten en mogelijkheden zijn. In de tweede plaats naar de omgeving van mensen, naar kansen die er zijn om daarvan gebruik te maken. In de derde plaats is er ondersteuning van de gemeente en andere partijen in het sociale domein. Iedereen heeft talenten en capaciteiten. Dat is het centrale uitgangspunt. Talenten en capaciteiten die van grote waarde zijn voor mensen zelf, maar ook voor de arbeidsmarkt. Het streven is zoveel mogelijk mensen een werkplek te laten hebben die past bij wat zij kunnen. Dat geldt ook voor mensen met een lager verdienvermogen. Ook zij moeten naar vermogen kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, ook als daar langdurige ondersteuning voor nodig is. Die groep wordt groter in de komende jaren, omdat de instroom in de Wsw stopt en de Wajong alleen nog toegankelijk is bij duurzame arbeidsongeschiktheid. 1.4 de financiële uitgangspunten passen binnen de door de raad vastgestelde financiële kaders De financiering van re-integratie gebeurt met ingang van 1 januari 2015 vanuit één budget: het participatiebudget. De middelen voor de uitvoering van Wsw-oud en reintegratie komen in één ongedeeld Participatiebudget. Op dit moment is nog onduidelijk wat de exacte financiële consequenties zijn voor de gemeente Houten. De scenario s die geschetst worden in de Invoeringsstrategie gaan uit van budgetneutraliteit binnen de transitie Werk; de dienstverlening dient te worden ingericht met de middelen die het Rijk er voor beschikbaar stelt. Participatie: De cliëntenraad van WIL (BCR WIL) is geïnformeerd over de consequenties van de Participatiewet en de voorliggende invoeringsstrategie. Ook zijn WIL, PAUW en UW geïnformeerd. De BCR WIL heeft ongevraagd advies uitgebracht over de Participatiewet. Het advies is ter informatie bijgevoegd. De verschillende onderdelen van het advies zullen bij het verdere proces betrokken worden. Communicatie: Op 25 november 2013 heeft er een regionale raadsbijeenkomst plaatsgevonden om raadsleden te informeren over de Participatiewet en de invoeringsstrategie. Lokaal zijn de leden van de gemeenteraad op verschillende momenten bijgepraat over de Participatiewet. Financiën: Decentralisaties algemeen Het Kabinet stelt voor om de budgetten voor AWBZ/Wmo, Jeugdzorg en Werk en Inkomen op termijn in hoge mate als één ongedeeld en ontschot budget aan de gemeente te vertrekken in een zogeheten deelfonds sociaal domein. Het ontschot inzetten van middelen kan op uitvoeringsniveau tot synergievoordelen leiden. De raad heeft bij de Perspectiefnota 2014 besloten om de beschikbare en toekomstige budgetten voor transities tijdens de voorbereidings - en implementatiefase uit te zonderen van ombuigingen en als een samenhangend geheel te beschouwen Participatiewet Specifiek voor de decentralisatie Werk, de Participatiewet, wordt voorgesteld om uit te gaan van budgetneutrale uitvoering binnen de transitie Werk. Ofwel WIL en de SW - bedrijven krijgen de middelen die beschikbaar komen van het Rijk. Bij het opstellen van de Invoeringsstrategie is gerekend met macrobudgetten zoals het Rijk deze opgenomen heeft in de Begroting c.q. heeft verwerkt in de Participatiewet. Daarbij is uitgegaan van de huidige verdeelsystematiek. Per 1 januari 2015 zal echter ook een nieuwe verdeelsystematiek geïntroduceerd worden. De bedragen in de Invoeringsstrategie zijn daardoor niet meer dan indicatief!
-4- Kanttekeningen: 1.1 Het financiële kader is onzeker Bij het opstellen van de invoeringsstrategie is gewerkt met de bedragen zoals het Rijk ze opgenomen heeft in de begroting, uitgaande van de huidige verdeelsystematiek van de beschikbare budgetten. Vast staat echter dat er een nieuwe verdeelsystematiek ingevoerd zal worden. Tevens is bij de behandeling van de Participatiewet in de Tweede Kamer toegezegd dat bij een verdeling van het beschikbare geld rekening gehouden wordt met het aantal arbeidsgehandicapten en de arbeidsmarkt in een gebied. De arbeidsmarktregio Utrecht-Midden staat niet te boek als regio met een slechte arbeidsmarkt, noch als regio met een onevenredig groot aandeel Wsw-ers. Dat er sprake zou kunnen zijn van een negatief herverdeeleffect (dus lagere budgetten dan waar in de invoeringsstrategi e mee gerekend is) is dus niet uit te sluiten. Zeker ook vanuit dat oogpunt is het noodzakelijk om 2015 aan te merken als overgangsjaar en geen onomkeerbare besluiten te nemen. 1.2 Ten behoeve van de continuïteit van het proces wordt al uitvoering gegeve n aan de Invoeringsstrategie Participatiewet Het college heeft er voor gekozen om de Invoeringsstrategie ter vaststelling aan te bieden aan de gemeenteraad. Het college heeft daarbij wel besloten de uitvoeringsaspecten van de Invoeringsstrategie voort te zetten omwille van de continuïteit. Voortgang: De invoeringsstrategie is vooral een notitie over het proces. Inhoudelijke besluitvorming is aan de orde als het gaat om de omvorming van de Wsw-oud en de toekomstige uitvoering van de Participatiewet. De resultaten van de verkenning die de komende weken plaatsvindt, zullen naar verwachting in het derde kwartaal van dit jaar worden voorgelegd aan de raad. Acties en activiteiten die WIL onderneemt als het gaat om de implementatie van de Participatiewet komen terug in het Meerjarenbeleidsplan en de Programmabegroting van WIL. Houten, 18 maart 2014 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten de secretaris, de burgemeester, H.S. den Bieman W.M. de Jong Meegezonden bijlagen bij dit voorstel: - Invoeringsstrategie participatiewet inclusief memo - Ongevraagd advies Bijzondere Cliëntenraad WIL Verantwoordelijke wethouder(s): 1e poho: KDA = Van Dalen
Raadsbesluit Voorstelnummer: 2014-016 De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 2014 nr. BWV13.0582 gelezen en besluit; 1. De Invoeringsstrategie Participatiewet Lekstroom vast te stellen en daarmee: a. kennis te nemen van de uitkomst van de verkenning van de effecten van de participatiewet; b. de visie 'een werkplek naar vermogen voor zoveel mogelijk mensen' te onderschrijven en daarbij samen te werken met werkgevers en werkzoekenden. Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 3 juni 2014. De raad van de gemeente Houten, de griffier, de voorzitter, F.E.H.M. Backerra W.M. de Jong *2014-016*