Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014

Vergelijkbare documenten
NSE-specials. 2014: Tevredenheid over toetsing en beoordeling

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Ondernemerschap binnen Avans Hogeschool. Collegejaar

TPACK-NL vragenlijst een toelichting

Special. NSE 2016: Tevredenheid over studieroosters. Leer- en Innovatiecentrum You learn We explore Together we make a difference!

Outcomes Intake

Overall rapportage Vensters voor verantwoording Leerlingen

Algemeen rapport resultaat

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Vlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling

Evaluatie Werkt voor Ouderen Academie. Schooljaar Periode 3

Medewerkertevredenheid

Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs.

ICT-onderwijsmonitor. Ict-gebruik in les Hans van Gennip Huub Braam Ed Smeets. ORD mei 2005

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek Inleiding

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Ondernemerschap binnen Avans Hogeschool. Collegejaar

Resultaten vrijwilligerstevredenheidsonderzoek SZMK 2013

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Tevredenheidonderzoek

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding

Weet waar je staat. Inzicht in didactische ict-bekwaamheid. Maaike Heitink (Universiteit Twente) Alfons ten Brummelhuis (Kennisnet)

Special NSE 2015: Stage en stagebegeleiding, aansluiting onderwijswerkervaring en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Leer- en Innovatiecentrum

Medewerkertevredenheid

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

NSE-specials. 2014: sterke en zwakke punten Avans

Wachtdagen en ziekteverzuim

Tevredenheidsonderzoek leerlingen. Produs Praktijkonderwijs

Aantal respondenten Aantal benaderd

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Leerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn

DEEL 3. Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

ICT-VAARDIGHEDEN DOCENTEN HO

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz.

Klanttevredenheid Inspectieproces

Werkbelevingsonderzoek 2013

Vitamine B12 deficiëntie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Klantgerichtheidmonitor UWV 1 e meting 2014

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

RESULTATEN. Rapportage Klimop, Aalten

Uitslagen. School. sociale veiligheid leerlingen R.K. Basisschool St. Nicolaas

RESULTATEN. Rapportage Triangel, Aalten

Soms geeft de begeleidende informatie misleidende informatie; doet de applicatie niet wat hij belooft te doen.

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK VO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Strategisch lezen voor beroep en studie

Jeugdzorg 7 juni RAPPORTAGE totaalset

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Pluspunten in de recente onderzoeken (hoger dan het landelijk gemiddelde):

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

REGELING Avans Docentprofessionalisering BDB+

Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Evaluatierapport Module 5 Dynamische Systemen

Cliëntenonderzoek. Meting april - mei Uw consultant Emile van Geelen. Groepsrapportage Sjaloom Zorg Cliënten. E: Emile.van.Geelen@effectory.

Belevingsonderzoek Inspectie Jeugdzorg. Onderzoek onder geïnspecteerden naar de beleving van het contact met Inspectie Jeugdzorg

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

leerlingen Uitslagen Vragenlijst CBS Johan Friso

Leren en lesgeven met ict: wie is het rolmodel? Dana Uerz Senior onderzoeker Leren met ict Marijke Kral Lector Leren met ict

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V

Check Je Kamer Rapportage 2014

Tevredenheid leerlingen Vmbo t Venster

Quick scan dyslexie in mbo en ho

Vier in Balans-tool. Individuele Rapportage

15 16 Evaluatie Korte Docentencursus Zuyd, april Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Uitslagen. School. Sociale Veiligheid Leerlingen mei Vrije School De Zwaan

Tevredenheidsvragenlijst ouders SKPO

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage Panta Rhei

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: EXPEDITIE

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage De Vrijheit

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage De Lunetten

Vragenlijst leraren

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

DEMO VERSIE. Enquêteresultaat Trainingsevaluatie Mirotek QuestionTool

Transcriptie:

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg Notitie datum 01-06-2014 contactpersoon Theo Nelissen onderwerp Selectie onderzoeksresultaten ViA-E telefoon (076) 523 85 74 van Theo Nelissen e-mail tcc.nelissen@avans.nl Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014 Herhaalde meting onder docenten In het kader van het ViA project in het economie domein (ViA-E) is in schooljaar 2013-2014 een uitgebreide meting uitgevoerd onder docenten. De meting dient om inzicht te krijgen in de inzet van ICT in het onderwijs. Deze meting maakt onderdeel uit van een aantal activiteiten om de voortgang van ViA te monitoren en waar nodig bij te sturen. In dit stuk wordt de meting kort toegelicht en is een selectie van de resultaten van deze meting weergegeven. Deze resultaten geven het startpunt aan en bieden mogelijk al aanknopingspunten voor verbeteracties. Gedurende de looptijd van het ViA project zal deze meting nogmaals uitgevoerd worden (halverwege en op het einde) en kan een ontwikkeling in kaart gebracht worden. De volgende resultaten zijn in dit document weergegeven: Gebruik (pag. 2) Vaardigheden (pag. 3) Meewegende factoren (pag. 5) Onderzoeksaanpak en respons (pag. 7, bijlage)

pagina 2 van 8 Onderzoeksresultaten (selectie) Gebruik van ICT in het onderwijs: Aan docenten is gevraagd of zij voldoende gebruik van ICT maken in hun onderwijs en of zij ICT op een effectieve wijze inzetten (scores: 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens). Daarnaast is gevraagd om aan te geven hoe vaak de docent ICT inzet voor bepaalde didactische doelen zoals het activeren van studenten en onderzoekend leren bevorderen (scores: 1 nooit t/m 7 altijd). De docenten van AFM schatten op beide variabelen hun gebruik het laagst in. De scores van AMBM en AOMI zijn het hoogst. De verschillen tussen de academies voor voldoende en effectief gebruik zijn niet significant. Het verschil in hoe vaak ICT ingezet wordt voor didactische doelen tussen AFM-AMBM en tussen AFM-AOMI is wel significant. Aan studenten zijn in de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2014 nagenoeg identieke vragen gesteld over voldoende en effectief gebruik (scores: 1 helemaal mee oneens t/m 5 helemaal mee eens). De studentscores zijn d.m.v. een lijntje in onderstaande grafiek weergegeven. Studenten blijken met een gemiddelde score van 3,71 meer tevreden over voldoende en effectief gebruik dan de docenten zelf (3,16). De eigen inschatting van docenten verschilt tussen de academies echter sterker dan de scores van de studenten. Gebruik ICT voldoende en effectief volgens student AAFM AFM AHB AMBM AMIB AOMI ASIS AVB 3,64 3,76 3,75 3,64 3,76 3,71 3,82 3,71

pagina 3 van 8 Verklarende factoren van gebruik van ICT: De factoren uit het onderzoeksmodel die een significante, positieve invloed hebben op de vraag hoe vaak docenten ICT inzetten voor bepaalde didactische doelen zijn, in volgorde van belang: de mate waarin de docent lesinhoud, ICT en didactiek met elkaar kan afstemmen, de docent weet hoe hij de ICT middelen kan inzetten in zijn onderwijs (didactisch ICT-vaardig), en als laatste de houding ten opzichte van ICT in het onderwijs. De vanuit de organisatie ervaren steun en stimulans, de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van hard- en software, de leeftijd, de sekse en het aantal jaar dat docenten les geven, blijken in dit model geen (statistisch) significante invloed te hebben. Vaardigheid van docenten: Docenten is gevraagd zichzelf een rapportcijfer te geven voor hun vaardigheid met verschillende ICT-toepassingen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen instrumentele vaardigheid (weten hoe iets werkt, knoppenvaardigheid) en didactische vaardigheid (weten hoe je het in je lessen zou kunnen toepassen). De scores zijn niet bijzonder hoog, ze zijn voor het totaal van de academies niet hoger dan een 7 en op sommige punten onvoldoende. Vooral bij social media is er een redelijk verschil tussen weten hoe iets werkt en weten hoe je het in je les kan toepassen. In de bijlage staan de resultaten uitgesplitst naar academie. Daarnaast is, op basis van een aantal stellingen die ingaan op de mate waarin de docent lesinhoud, ICT en didactiek met elkaar kan afstemmen, een schaal gemaakt die Digitaal didactische vaardigheid is genoemd 1. Er zijn redelijke verschillen op deze schaal tussen de academies, variërend tussen 2,89 (AFM) en 3,55 (AOMI), maar die zijn (net) niet significant. 1 De stellingen zijn gebaseerd op de Tpack vragenlijst (Voogt & Fisser, Universiteit Twente).

pagina 4 van 8

pagina 5 van 8 Houding ten opzichte van ICT in het onderwijs: Op basis van een aantal stellingen is een schaal (1 t/m 5) gemaakt die de houding van docenten ten opzichte van ICT in het onderwijs weergeeft. Een hogere score is een meer positieve houding. Er zijn kleine verschillen tussen de academies, variërend tussen 3,59 (AAFM) en 3,97 (AMIB), maar die zijn niet significant. Ondersteuning en stimulans vanuit de organisatie: Op een aantal onderdelen zijn de scores voor de meeste academies (ruim) lager dan 3. Bij alle academies lijkt ICT geen onderwerp te zijn in de beoordelings- en functioneringscyclus. Ook de mate waarin docenten betrokken worden bij het opstellen van ICT-beleid en de didactische ondersteuning voor het gebruik van ICT in het onderwijs scoren beneden gemiddeld. Het gemiddelde van het totaal van deze stellingen is bij AOMI en AVB iets lager dan bij de andere academies. Nagenoeg alle docenten (97 procent) zijn op de hoogte van de mogelijkheid om vanuit ViA-E trainingen te volgen.

pagina 6 van 8 Binnen mijn opleiding is voldoende beleid geformuleerd rondom de inzet van ICT in het onderwijs. Docenten worden voldoende betrokken bij het opstellen van het ICT-beleid. Docenten worden voldoende gefaciliteerd om ICT in hun onderwijs in te zetten. Docenten worden gestimuleerd om ICT in hun onderwijs in te zetten. De inzet van ICT is onderwerp van de beoordelings- en functioneringscyclus. Er is voldoende training en scholing voor het gebruik van ICT in mijn onderwijs. Er is voldoende technische ondersteuning voor het gebruik van ICT in mijn onderwijs. Er is voldoende didactische ondersteuning voor het gebruik van ICT in mijn onderwijs. *gemeten op schaal 1-5 (helemaal mee oneens - helemaal mee eens) AAFM AFM AHB AMBM AMIB AOMI ASIS AVB 3,10 2,90 3,04 2,93 3,22 2,83 3,19 2,33 2,55 2,71 2,63 2,72 2,83 2,60 2,85 2,07 2,93 3,29 3,13 3,14 2,67 2,76 2,93 3,00 3,31 3,19 3,29 3,17 3,50 3,26 3,11 3,33 2,21 2,24 2,42 2,45 2,06 2,03 2,89 1,87 3,17 3,43 3,33 3,21 3,33 3,03 3,11 3,60 3,41 3,19 2,75 3,24 3,06 2,54 2,93 3,20 2,69 2,86 2,75 2,69 2,78 2,26 2,74 3,00 Beschikbaarheid en betrouwbaarheid ICT: Docenten geven met name aan dat de betrouwbaarheid van de apparatuur en de snelheid en betrouwbaarheid van het netwerk niet optimaal zijn. Er is volgens docenten wel voldoende ICT-apparatuur aanwezig. AAFM AFM AHB AMBM AMIB AOMI ASIS AVB de benodigde ICT-apparatuur is voldoende aanwezig. 3,48 3,45 3,21 3,66 3,67 3,26 3,70 3,53 de aanwezige ICT-apparatuur is betrouwbaar. 3,03 2,57 2,46 2,97 2,89 2,56 2,85 2,47 de benodigde softwareprogramma's zijn voldoende beschikbaar. 3,72 3,05 3,04 3,17 3,39 3,11 3,37 3,07 de beschikbare softwareprogramma's zijn betrouwbaar. 3,17 3,00 2,88 3,07 3,33 2,94 3,00 2,87 het netwerk is voldoende snel en betrouwbaar. 2,93 2,62 2,17 2,59 2,56 2,26 2,52 2,00 *gemeten op schaal 1 t/m 5 ( helemaal mee oneens - helemaal mee eens)

pagina 7 van 8 Bijlage Onderzoeksaanpak en respons Op basis van het projectplan ViA-E, bevindingen uit literatuur en ervaringen uit het ViA project in het techniek domein (ViA-T) is een onderzoeksmodel gemaakt. In dit model zijn onder andere opgenomen: vaardigheden en houding t.o.v. ICT van de docent, steun vanuit de organisatie en de beschikbaarheid van hard- en software. De term ICT is, aansluitend bij het ontwikkelde trainingsaanbod (DDCD), uitgewerkt in de volgende onderdelen: Blackboard, Smartboard, Multimedia, Social Software, Digitaal toetsen en Digitale didactiek. Om op basis

pagina 8 van 8 van dit model onderzoek te doen is, na de startbijeenkomst, via mail een enquête uitgezet onder alle docenten van acht academies (m.u.v. ADT). De totaalrespons bedroeg 42 procent (198 docenten). De respons per academie verschilt echter redelijk sterk, waarbij AOMI en ASIS met respectievelijk 78 en 68 procent positieve uitschieters zijn. In onderstaande tabel is achtergrondinformatie over de respondentgroep weergegeven. Respons aantal / % % Vrouw Leeftijd in jaren Aantal jaar lesgeven in HO AAFM 29 / 47% 45% 46 12 AFM 21 / 46% 43% 48 12 AHB 24 / 29% 43% 46 11 AMBM 29 / 36% 46% 45 10 AMIB 18 / 31% 50% 46 14 AOMI 35 / 78% 45% 47 8 ASIS 27 / 68% 44% 50 10 AVB 15 / 30% 47% 41 8 totaal 198 / 42% 45% 46 10