Workshop Freerunning& nieuwe theorieën over motorisch Wim van Gelder Schiedam 5 november 2014 In deze workshop gaan we op zoek naar onderzoek en verklaringen voor 1 2 Foutloos Expliciet en impliciet Motorisch Leren van voorbeelden Dwangstellingen Oefeneffect versus leereffect Differentieel Normloos Weegschaal (Winstein 1996) partiële gewichtsverplaatsingstest 80 pogingen om met één voet 1/3 van je lichaamsgewicht op de weegschaal te zetten Metaforen & analogieën KP/ KR Zie artikelen: http://www.in-beweging.net/links/wetenschap.html Leren met interne of externe focus 3 Bijvoorbeeld 75 kg = 25 kg op weegschaal 4 Verschillende feedback Feedback 1 Feedback 2 Feedback 3 Resultaten in blinde test 20 x direct na oefening 20 x na 2 dagen Zelf kijken Niet kijken Niet kijken een ander geeft elke poging (80 x) hoeveelheid kilo s door een andergeeft om de 5 pogingen (16 x) de hoeveelheid kilo s door 5 6 1
? Conclusies Hoe zijn deze resultaten te verklaren? Leerresultaat door eigen systemen aan te spreken Oefenresultaat leerresultaat Werkgeheugen harde schijf 7 8 Kogelstoten Beckmann & Schöllhorn, 2003 Studie naar differentieel Hoe ziet differentieel eruit? Twee groepen van 12 studenten 4 weken lang, 2 x per week 1 uur training Groep 1 Groep 2 Traditioneel Differentieel Ideaal-typisch trainen Differentieel trainen Ideale techniek steeds herhalen Elke worp is anders 9 10 Resultaten Pre-test (gemiddelde) afstand voor training Post-test afstand direct na de trainingssessie Retentietests afstanden 2 en 4 weken na afloop Vooraf Pre Na training sessie Post Na 2 weken Retentie 1 Na 4 weken Retentie 2 Traditioneel 6,52 6,70 6,51 6,51 Differentieel 6,51 7,07 7,16 7,23 Conclusie Variëren levert een groter leerresultaat op dan een ideale techniek kopiëren /nabootsen herhalen 11 12 2
Bijeffect Na differentieel meer stressbestendig Foutloos Wat was dat ook alweer? 13 14 Foutloos Maxwell (2001) Zet kinderen in situaties waarin ze geen fouten kunnen maken 100% score Stem de foutenmarge af op de vorderingen zonder fouten geen (expliciete) gedachten Zonder fouten geen foutenanalyse Putten Putten (Maxwell 2001) Groep A 10 x vanaf 1,75m. 10 x vanaf 1,50m. 10 x vanaf 1,25m. en tenslotte 10 x vanaf 1meter 15 16 Onderzoek naar het putten (golf) Welke groep: Groep B 10 x vanaf 0,25m. 10 x vanaf 0,50m. 10 x vanaf 0,75m. en tenslotte 10 x vanaf 1meter Scoort het beste vanaf 1 meter? Denkt het minst na Heeft meeste succes gehad in de oefenfase? En leert het meest 17 18 3
Putten met dubbeltaak (Maxwell 2001) Opdracht: het herkennen van hoge tonen tijdens putten. Een toepassing van foutloos en differentieel 2 e deel van het filmpje Groep B liet geen prestatieverlies zien bij deze dubbeltaak Groep A had wel prestatieverlies 19 20 Foutloos 2 Let op: differentieel en foutloos moet geen doelloos worden Spreidsprong over de bok Welke expliciete regels? Bokspringen anders (film). Alles behalve een spreidsprong Steun op handen Land op voeten 21 22 Een toepassing van foutloos en differentieel Rollen op verhoogd vlak Tip 1 Zet kinderen/sporters in situaties waarin ze weinig of geen fouten kunnen maken Foutloos 23 24 4
Tips 2 Tip 3 Varieer veel (in opdracht en omgeving) Differentieel (versus drillen) Geef aanwijzingen buiten het lichaam (doelgericht) Externe focus (versus interne focus) 25 26 Interne focus versus externe focus heupen hoger versus pylon neerzetten Welke voorbeelden kennen jullie? Tip 4 Impliciet (versus expliciet ) Laat kinderen en sporters weinig nadenken over bewegen Vooral door het doel aan te geven, niet de uitvoeringswijze 27 28 Metaforen en analogieën Bedankt voor de aandacht! Cognitieve (verbale) informatie is arm: Ga door je knieën, vouw je bovenlichaam naar en benen, zet je handen dicht bij je voeten, kin op de borst en zet af! Gebruik analogieën zo klein als een balletje zo stijf als een plank sluipen als een kat Welke metaforen analogieën kennen jullie? www.in-beweging.net www.basislessen.nl www.bewegingsonderwijsonline.nl 29 30 5