Voorwoord Deze handleiding is bedoeld als naslagwerk bij de OEE cockpit. In de handleiding wordt uitgegaan van een standaard installatie zonder specifiek maatwerk of afwijkende installaties. Voor de nieuwste informatie en updates verwijzen wij graag naar onze website, www.oeecockpit.com. Voor aanvullende informatie of het melden van onjuistheden in de OEE Cockpit kunt u contact met ons opnemen via onderstaande contactinformatie. De Waal 18A 5684 PH Best +31 (0)499 37 55 77 +31 (0)499 37 72 00 info@oeecockpit.com Versie 2.5 Pagina I
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Algemeen... 3 Pictogrammen... 3 Structuur van het menu... 4 DEEL 1 Inrichting van de OEE Cockpit... 5 1. Instellingen Menu... 5 2.1 Fabrieken & lijnen... 5 2.2 Klanten & producten... 8 2.3 Diensten & ploegen... 12 2.4 Systeemgegevens... 15 3. Machine instellingen... 20 3.1 Normgegevens... 20 3.2 Registratie... 20 3.3 Productie... 22 3.4 Producten... 22 3.5 Activiteiten... 23 3.6 Manuren... 24 3.7 Toegang... 25 DEEL 2 Rapporteren met behulp van de OEE Cockpit... 26 1. Selecties voor ieder rapport... 27 1.1 Eerste selectie (type)... 27 1.2 Tweede selectie (niveau)... 27 1.3 Derde selectie (periode)... 27 1.4 Vierde selectie (datum)... 28 2. Extra selecties voor rapporten... 29 2.1 Pareto selecties... 29 2.2 Groeperen van data... 30 2.3 Verwijderen van data... 30 3. Basisrapporten... 31 3.1 OEE Staafgrafiek... 31 3.2 Activiteiten Taartdiagram... 32 3.3 Activiteiten Pareto... 32 4. Analyserapporten... 33 4.1 OEE Lijngrafiek... 33 4.2 Verliezen staafgrafiek... 34 4.3 Storingsindicatoren... 34 4.3 Dashboard... 35 4.4 Top10/Bottom10... 35 4.5 Rapportset... 36 OEE in theorie en praktijk... 38 1.1 Wat is OEE?... 38 1.2 Wat doet OEE?... 38 1.3 OEE theorie... 38 OEE rekenvoorbeeld... 40 FAQ... 41 Veelgebruikte termen... 43 Versie 2.5 Pagina II
Algemeen Pictogrammen In de software wordt gebruik gemaakt van diverse pictogrammen. Hieronder een overzicht van de algemene pictogrammen. Algemeen Bewerken Verwijderen Instellingen Metingen Rapporten Opslaan Openen Afdrukken Uitloggen Uitklappen subniveau Sensoren Gekoppeld Niet gekoppeld Rapporten OEE Staafgrafiek De grote verliezen Activiteiten pareto OEE Lijngrafiek Verliezen grafiek Storingsindicatoren Dashboard Top10/Bottom10 Rapportset Commentaar rapport Versie 2.5 Pagina III
Structuur van het menu In de OEE Cockpit wordt gebruik gemaakt van een tweetal soorten menu besturing. In de eerste plaats direct te kiezen opties zoals in de menubalk en in het navigatiemenu links. Menu knop. Door muisklik wordt de optie geactiveerd. Ten tweede submenu s. Deze submenu s worden zo min mogelijk gebruikt en zullen alleen op plaatsen worden ingezet waar de ruimte op het scherm geen ruimte biedt voor een standaard menu. Deze submenu s zijn te herkennen aan de blauwe tekst. Submenu geeft diverse mogelijkheden. Na selectie verdwijnt het menu automatisch Submenu wordt geactiveerd door muisklik op blauwe link Versie 2.5 Pagina IV
DEEL 1 Inrichting van de OEE Cockpit Dit deel geeft alle benodigde informatie om een lege OEE cockpit in te richten voor gebruik. Allereerst wordt kort de theorie achter de OEE uiteengezet. Vervolgens worden alle onderdelen van het menu stuk voor stuk behandeld. 1. Instellingen Menu Het instellingen menu is bedoeld voor het configureren van de OEE cockpit. De gemaakte instellingen kunnen altijd worden gewijzigd zolang er nog geen meetdata aanwezig is. Zodra er wel meetdata is ingevoerd kunnen wijzigingen niet meer worden verwijderd. Direct na het inloggen als beheerder is het mogelijk om naar het hoofdmenu instellingen te gaan in de menubalk. Na een muisklik zal onderstaand scherm verschijnen. 1.1 Fabrieken & lijnen In dit deel is het mogelijk om 3 niveaus aan te maken, namelijk fabrieken, lijnen of afdelingen en machines of lijnen. Tevens kan het laagste niveau (machines) worden toegevoegd aan een machinegroep. In de rapportages kan worden gerapporteerd per machinegroep. Enkele voorbeelden van indelingen kunnen zijn: Niveau 1 : Fabriek A Niveau 1 : Fabriek A Niveau 2 : Lijn X Niveau 2 : Afdeling X Niveau 3 : Machine 1 Niveau 3 : Lijn 1 Fabrieken Zodra voor Fabrieken wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. Toevoegen van een nieuwe fabriek Wijzigen van bestaande instellingen Verwijderen van een fabriek Versie 2.5 Hier kunnen de lijnen worden aangevinkt die onderdeel uitmaken van de betreffende fabriek. Pagina V
Lijnen Als in het hoofdmenu de optie afdelingen/lijnen wordt gekozen kunnen lijnen worden toegevoegd en gewijzigd. Bij het wijzigen van een lijn kan worden aangegeven onder welke fabriek deze thuis hoort en welke machines onder de desbetreffende lijn vallen. Versie 2.0 september 2006 Pagina 6 van 43
Machines Door in het hoofdmenu voor Machines te kiezen, kunnen nieuwe machines worden aangemaakt en bestaande machines worden gewijzigd. Onder de knop toevoegen staat het aantal resterend beschikbare machine licenties. Dit aantal opgeteld met het aantal reeds ingevoerde machines is het totaal aantal machine licenties. De machines kunnen worden geconfigureerd aan de hand van een aantal tabbladen in de machineconfiguratie. De verschillende tabbladen zullen in een later gedeelte van deze handleiding behandeld worden. Machine omschrijving Maakt onderdeel uit van de ingestelde lijn Valt onder de ingestelde machinegroep Versie 2.0 september 2006 Pagina 7 van 43
1.2 Klanten & producten Hier is het mogelijk nieuwe klanten en producten aan te maken en de verschillende klanten en producten die aangemaakt zijn, onder te verdelen in groepen. Hier kunnen later analyses op losgelaten worden per klant- of productgroep. Klanten Als voor klanten wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. Hier kan men: - nieuwe klanten toevoegen. - informatie wijzigen. - klant kan uit het systeem verwijderen. Bij het doorvoeren van wijzigingen, kan een klant aan een andere klantgroep worden toegekend Klantgroepen Als in het hoofdmenu de optie klantgroepen wordt gekozen, kunnen klantgroepen worden toegevoegd en gewijzigd. Versie 2.0 september 2006 Pagina 8 van 43
Bij het toevoegen van klantgroepen, kunnen de ingevoerde klanten meteen aan de juiste groep worden gekoppeld. Bij het wijzigen van klantgroepen kunnen klanten aan een andere klantgroep gekoppeld worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 9 van 43
Producten Als voor producten wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. Hier kunnen nieuwe producten toegevoegd worden. Ook wordt op dit scherm de normsnelheid van het product op een machine opgegeven. Product omschrijving Artikel nummer Selectie van productgroep Het is mogelijk dat een aantal dezelfde producten op meerdere machines draaien, daarom is het mogelijk per machine aan te geven wat de normsnelheid (theoretisch maximale snelheid van de machine) per machine is. Bij de machine is later aan te geven of deze een product wel of niet produceert. Normsnelheid van het product op een machine Versie 2.0 september 2006 Pagina 10 van 43
Productgroepen Als in het hoofdmenu de optie productgroepen wordt gekozen, kunnen productgroepen worden toegevoegd en gewijzigd. Bij het toevoegen van productgroepen, kunnen de ingevoerde producten meteen aan de juiste groep worden gekoppeld. Bij het wijzigen van productgroepen kunnen producten aan een andere productgroep gekoppeld worden. En kunnen de normsnelheden voor de machine aangepast worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 11 van 43
1.3 Diensten & ploegen In dit deel is het mogelijk de verschillende diensten aan te geven. Daarnaast is het ook mogelijk de verschillende werknemers onder te verdelen in ploegen. Bij het beheren van medewerkers kan vastgelegd worden welk beveiligingsniveau een bepaalde werknemer heeft en welke zaken er voor hem zichtbaar zijn. Diensten Zodra voor Diensten wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. Tijden van de dienst Toevoegen van een nieuwe dienst: Naam van de dienst Tijden van een dienst Het wijzigen van een dienst Wijzigen van diensttijden Versie 2.0 september 2006 Pagina 12 van 43
Ploegen Zodra voor Ploegen wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. Toevoegen van een nieuwe ploeg: Naam van de ploeg Toe te kennen medewerkers. Bij het wijzigen van een ploeg, kan de naam van de ploeg aangepast worden en welke medewerkers er een rol hebben binnen deze ploeg. Medewerkers Zodra voor Medewerkers wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. Versie 2.0 september 2006 Pagina 13 van 43
Toevoegen van een nieuwe medewerker aan het systeem. Bij de schermtoegang wordt bepaald hoeveel de werknemer mag zien van de OEE Cockpit. De toegang is onderverdeeld in: - Tijdsregistraties: Rechten om alle metingen die de Cockpit binnen komen, te wijzigen. - Instellingen: Rechten om alle instellingen in de OEE Cockpit aan te passen inclusief gebruikers, machines, etc. - Rapporten: Toegang om de verschillende OEE rapportages te kunnen bekijken en uit te kunnen draaien. Volledige naam medewerker Inlognaam medewerker Wachtwoord medewerker Toegangsniveau van de medewerker. Als de persoon onderdeel uitmaakt van een ploeg, is dat hier aan te geven. De eigenschappen van een medewerker aanpassen Mogelijkheid tot het wijzigen van het wachtwoord Aanpassen van het beveiligingsniveau van de medewerker Versie 2.0 september 2006 Pagina 14 van 43
1.4 Systeemgegevens In dit deel worden de Activiteiten, uitvaloorzaken, eenheden, vrije velden en sensoren vastgelegd die in de OEE Cockpit van belang zijn. Activiteiten Zodra voor Activiteiten wordt gekozen, wordt onderstaand scherm getoond. 1 2 3 4 De verschillende hoofdgroepen waaronder productie, stilstanden en storingen onderverdeeld zijn. Het toevoegen van een nieuwe activiteit gebeurt hier. Bij het toevoegen van een nieuwe stilstand komt onderstaand scherm tevoorschijn. Ook is hier aan te geven welke kleur een specifieke stilstand of een groep stilstanden moet krijgen. Indien gewenst, zijn in activiteiten drie subniveaus aan te brengen: 1. Hoofdgroep: Geen productietijd, Productie, Stilstand en Storing 2. Hoofdactiviteiten: Geen productietijd, Productie, Stilstand en Storing 3. Subactiviteit: Valt onder de hoofdactiviteit en is verder onder te verdelen 4. Subsubactiviteit: De subactiviteit is onder te verdelen in verschillende kleinere activiteiten. 1 Naam van de activiteit. 2 3 4 De kleur die in de rapportages gebruikt gaat worden voor deze stilstand. Versie 2.0 september 2006 Pagina 15 van 43
De activiteiten zijn onderverdeeld in verschillende hoofdactiviteiten te weten: 1. Productie 2. Inrichten 3. Stilstand 4. Storing 5. Uitgepland Deze vijf categorieën zullen hieronder kort behandeld worden. Als het invoeren van een activiteit gereed is, kan er meteen een nieuwe activiteit ingevoerd worden door op Ok & nieuwe te klikken. Op deze manier kunnen snel verschillende stilstanden en storingen ingevoerd worden. Direct een nieuwe activiteit toevoegen. Uitvaloorzaken Als voor Uitvaloorzaken gekozen wordt, komt het volgende menu tevoorschijn: Hier kunnen nieuwe uitvalsoorzaken en de redenen van herbewerking toegevoegd worden. Naam uitvaloorzaak Kleur uitvaloorzaak En uitval of oorzaken van herbewerking wijzigen: Versie 2.0 september 2006 Pagina 16 van 43
Eenheden Als voor Eenheden gekozen wordt, komt het volgende menu tevoorschijn: Hier kunnen de verschillende eenheden waarin men de OEE wil gaan meten aangegeven worden. Elke eenheid is op te geven. Enkele voorbeelden hiervan zijn: stuks kilogrammen druks vierkante meters etc. Eenheid toevoegen: Naam van de eenheid Eenheid wijzigen: Afkorting. Wordt gebruikt bij OEE rapportage Versie 2.0 september 2006 Pagina 17 van 43
Vrije velden In de OEE Cockpit is het mogelijk om naast de gangbare productie gegevens goed, herbewerking en uitval, extra velden in te geven voor zaken die niet standaard gemeten worden. Voorbeelden hiervan zijn: Inschiet Aantal omstellingen Aantal orders De ingegeven vrije velden, zijn in de rapportage apart terug te halen en zo verder te analyseren. Als voor Vrije velden gekozen wordt, komt het volgende menu tevoorschijn: Custom veld 1 t/m 5 Hier worden de vrije velden aan een activiteit gekoppeld. Hier kunnen vrije velden aangepast worden en later worden gekoppeld aan een activiteit: Versie 2.0 september 2006 Pagina 18 van 43
Nadat de vrije velden vastgelegd zijn, kunnen ze gekoppeld worden aan een activiteit: Custom veld 1 Inschiet (Custom veld 1), wordt hier gekoppeld aan de activiteit Omstellen Het vrije veld Inschiet en de activiteit Omstellen zijn nu aan elkaar gekoppeld. Bij het maken van een analyse op basis van rapporten, kan hier een relatie tussen gelegd worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 19 van 43
2. Machine instellingen Het menu voor machine instellingen is bedoeld voor het configureren van de machines in de OEE Cockpit. De gemaakte instellingen kunnen altijd worden gewijzigd. In dit hoofdstuk gaan we de verschillende tabbladen één voor één behandelen. 2.1 Normgegevens Hier worden de normgegevens van de machine vastgelegd Maximale duur korte stop. Tabbladen Grenzen waarbinnen de OEE meting dient te vallen. 2.2 Registratie De OEE Cockpit kan op twee manieren activiteiten registreren, namelijk handmatig en realtime. Handmatig registreren: De invoer van handmatige registraties kan op twee manieren plaatsvinden, namelijk met start- & eindtijd (productie van 10:00 tot 10:30) of met de totale duur en het aantal activiteiten. (4 productieruns gedraaid van in totaal 300 minuten). Hier bepaalt men hoe de periodes geregistreerd worden. Bij iedere activiteit kan commentaar geregistreerd worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 20 van 43
Realtime registreren: De invoer van externe data kan via een aantal mogelijkheden. Deze kunnen bij Import bron geselecteerd worden: - Import uit Historian - Import uit Data Control Indien er meerdere machines zijn die dezelfde data import gebruiken, kan bij Import naam een specifieke naam voor het in te lezen bestand ingevuld worden. Wanneer wordt de OEE van de machine gemeten. Via welke bron wordt de data aan de OEE Cockpit ter beschikking gesteld. Versie 2.0 september 2006 Pagina 21 van 43
2.3 Productie Onder het tabblad Productie worden de normgegevens van de machine vastgelegd. Bij normsnelheid dient de theoretisch maximaal haalbare snelheid van de machine ingegeven te worden. 2.4 Producten Onder het tabblad Producten kunnen verschillende normsnelheden voor producten aangegeven worden. Verschillende producten kunnen op dezelfde machine andere normsnelheden hebben. Versie 2.0 september 2006 Pagina 22 van 43
2.5 Activiteiten Onder het tabblad Activiteiten worden alle eerder ingegeven activiteiten getoond. Per machine kan worden aangegeven of een bepaalde activiteit wel of niet gebruikt wordt. Activiteiten zijn altijd toe te voegen of weg te halen bij een machine. Versie 2.0 september 2006 Pagina 23 van 43
2.6 Manuren Onder het tabblad manuren kan aangegeven worden of manuren geregistreerd worden of niet. Versie 2.0 september 2006 Pagina 24 van 43
2.7 Toegang In het tabblad Toegang kan per machine aangegeven worden of medewerkers toegang tot deze machine hebben of niet. Als de toegang voor een medewerker geblokkeerd wordt, zal deze machine niet terugkomen in de rapportages voor deze medewerker. Versie 2.0 september 2006 Pagina 25 van 43
DEEL 2 Rapporteren met behulp van de OEE Cockpit Dit deel geeft alle benodigde informatie om rapporten te kunnen maken en uit te kunnen draaien. Door in het hoofdmenu op Rapporten te klikken, komt het volgende scherm tevoorschijn. Op dit moment zijn de volgende rapporten in de Cockpit aanwezig: Basisrapporten OEE Staafgrafiek Activiteiten taartdiagram Activiteiten pareto Analyserapporten OEE Lijngrafiek Verliezen grafiek Storingsindicatoren Dashboard Top10/Bottom10 Rapportset Forecast Versie 2.0 september 2006 Pagina 26 van 43
1. Selecties voor ieder rapport In elk rapport is het mogelijk een aantal standaard keuzes te maken. In het linkergedeelte van het rapportmenu bevinden zich een aantal selecties die voor ieder rapport te maken zijn. Deze selecties bevatten onder andere: het type rapport, het niveau waarop de selectie plaatsvindt, de periode waarover men wil rapporteren en ten slotte de specifieke data waarvan men het rapport wil zien. 1.1 Eerste selectie (type) Hier wordt de keuze gemaakt welke gegevens in het rapport bekeken gaan worden. Als er data beschikbaar is, zijn alle rapporten voor een Fabriek, Machinegroep, Producten, Klanten, Orders, Ploegen, Medewerkers en voor Diensten te maken. Klik hier om de selectie voor het type rapport te kunnen maken. 1.2 Tweede selectie (niveau) Hier wordt bepaald of het rapport van een fabriek, een lijn of een machine uitgedraaid wordt. De keuze kan gemaakt worden, door eenvoudig op één van de niveaus te klikken Hier wordt bepaald welk niveau het rapport weergeeft. 1.3 Derde selectie (periode) Hier wordt bepaald over welke periode het rapport berekend wordt. Er kan een selectie gemaakt worden op dag, week, maand, een te kiezen periode of alle data. Versie 2.0 september 2006 Pagina 27 van 43
1.4 Vierde selectie (datum) Iedere periodeselectie kent een eigen selectiemethode. Hieronder zijn vier verschillende selecties afgebeeld met daarbij de keuzemogelijkheden. De vijfde selectie bevat alle data, hier kunnen geen verdere selecties in gemaakt worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 28 van 43
2. Extra selecties voor rapporten 2.1 Pareto selecties Bij sommige rapporten is er de mogelijkheid om binnen het rapport de selectie verder te verfijnen. De selectie gaat als volgt; Bereken (pareto) In (eenheid) Toon (verstoring) Deze gegevens zijn in het volgende menu in te geven: 1. Klik hier om de verschillende pareto s (beschikbaarheid, prestatie & kwaliteit) te kunnen bekijken. 3. Wat wilt u zien van de gekozen pareto. 2. Hoe worden de waardes getoond. Procenten/minuten/ aantallen 1. Bereken De pareto s beschikbaarheid, prestatie en kwaliteit die het rapport kan bevatten. 2. In De rapportage is in verschillende eenheden uit te drukken. 3. Toon Hier maakt u een keuze wat de rapportage moet tonen. U kunt kiezen uit: uitgeplande tijd, stilstanden, storingen of een overzicht daarvan. Als hier wordt gekozen voor een hoofdstilstand, zal de rapportage automatisch de onderliggende substilstanden meenemen. Hoofdstilstand Versie 2.0 september 2006 Pagina 29 van 43
2.2 Groeperen van data In enkele rapportages is het mogelijk om de gekozen data te groeperen zodat er een beter overzicht ontstaat. Klik hier om data te groeperen naar dag, week, maand, machine, etc. In het scherm dat naar voren komt, wordt de keuze voor het groeperen gemaakt. 2.3 Verwijderen van data Bij enkele rapporten is het mogelijk van de geselecteerde data, enkele dagen te verwijderen om een beter beeld te krijgen over een bepaalde periode. Gebruik het selectieveld om data te verwijderen. Klik hier om data te verwijderen. Versie 2.0 september 2006 Pagina 30 van 43
3. Basisrapporten 3.1 OEE Staafgrafiek In de OEE Staafgrafiek wordt in één oogopslag duidelijk hoe de verschillende onderdelen van de OEE meting zich tot elkaar verhouden. In de rechterkolom worden de achterliggende cijfers van Beschikbaarheid, Prestatie en Kwaliteit weergegeven. 1 2 3 4 Niveau- (fabriek, lijn of machine) en datumselectie 1 2 3 4 Versie 2.0 september 2006 Pagina 31 van 43
3.2 Activiteiten Taartdiagram Het taartdiagram laat zien waar de grootste verspillingen in kwaliteit en tijd zich bevinden. 3.3 Activiteiten Pareto Met behulp van de activiteiten pareto is het mogelijk de gemeten activiteiten weer te geven in verschillende eenheden. Verschillende instellingen zijn te maken zoals omschreven in hoofdstuk 2.1 Pareto Selecties. Wijzigen van de verschillende pareto s, eenheden en beschikbaarheid Versie 2.0 september 2006 Pagina 32 van 43
4. Analyserapporten 4.1 OEE Lijngrafiek De OEE lijngrafiek vertelt veel over het verloop van het OEE getal binnen een geselecteerde periode. De periode is links in het rapportmenu te selecteren. Lijngrafiek inclusief Vrije velden Als er voor wordt gekozen om de vrije velden in het rapport mee te nemen, kunnen boven de OEE lijngrafiek de verschillende vrije velden tegen dezelfde periode afgezet worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 33 van 43
4.2 Verliezen staafgrafiek De verliezen staafgrafiek geeft aan waar de verschillende verliezen zich bevinden. De grafiek is over verschillende periodes uit te werken en kan gegroepeerd worden zoals omschreven in Hoofdstuk 2.2 Groeperen van data. 4.3 Storingsindicatoren In deze grafiek worden MTBF (Mean Time Between Failure), MTTR (Mean Time To Repair) en FR (Frequency Ratio) tegen elkaar afgezet. Versie 2.0 september 2006 Pagina 34 van 43
4.3 Dashboard Het dashboard toont in één overzicht hoe de fabriek over de gekozen periode geproduceerd heeft. In het linkergedeelte van het rapportmenu is de periode die weergegeven dient te worden te selecteren. 4.4 Top10/Bottom10 De Top10/Bottom10 selectie geeft de 10 beste of 10 slechtste OEE prestaties weer over een gekozen periode. De periode is in het linkermenu van de OEE Cockpit in te stellen. Ook kunnen in dit rapport de verschillende pareto s gekozen worden. Selecteer Top10 of Bottom10 rapportages Selecteer de verschillende beschikbare pareto s. Versie 2.0 september 2006 Pagina 35 van 43
4.5 Rapportset In de rapportset is het mogelijk om verschillende rapporten in één overzicht te plaatsen. Klik hier om een nieuw rapport toe te voegen aan de rapportset Het toevoegen van een rapport aan de rapportset gebeurt door op Toevoegen te klikken. In het volgende menu kan het rapport geselecteerd worden: Selecteer het toe te voegen rapport. Het rapport verschijnt in beeld en de verschillende selecties (type, niveau, periode en datum) kunnen gekozen worden. Als de selectie voltooid is, klikt u op de knop rapport toevoegen in de menubalk: Het geselecteerde rapport wordt toegevoegd aan de rapportset: Klik hier om het rapport aan de rapportset toe te voegen. Versie 2.0 september 2006 Pagina 36 van 43
De gemaakte rapportsets kunnen opgeslagen worden. Opgeslagen rapportsets kunnen zo op een later tijdstip gemakkelijk weer opgehaald worden. Indien de rapporten opgeslagen worden als privé, kunnen deze alleen door de huidige gebruiker bekeken worden. Publieke selecties, kunnen door iedereen bekeken worden. Klik op Selecties om een rapportsets op te vragen of te bewaren. Selecteer Opslaan als privé als het rapport alleen door de huidige gebruiker bekeken mag worden. Versie 2.0 september 2006 Pagina 37 van 43
OEE in theorie en praktijk 1.1 Wat is OEE? OEE is een krachtige tijdstudie die de verliezen van een machine of productielijn visualiseert en jou en je collega s helpt bij het analyseren en elimineren van die verliezen. 1.2 Wat doet OEE? OEE geeft inzicht in de effectiviteit van productiemiddelen, waar en hoeveel productie je verliest bij iedere stap en wat je kunt verbeteren. 1.3 OEE theorie Een ideale fabriek zou 100% van de tijd, op maximale snelheid, 100% goede producten produceren. Helaas is dat praktisch onmogelijk. De productie wordt verstoord door de SIX BIG LOSSES ofwel door de 6 grote verliezen. Stilstand 1. Omstellen, instellen, onderhoud, schoonmaken (gepland) Bij een productwissel op een machine moet vaak worden omgesteld en/of ingesteld. Op dat moment wordt er niet geproduceerd. Deze werkzaamheden zijn niet te voorkomen en absoluut benodigd maar wellicht zijn er mogelijkheden om die werkzaamheden te beperken of te verkorten. 2. Storingen, wachttijden (ongepland) Als gevolg van defecten aan machines en installaties kan een machine niet produceren. Storingen treden meestal op, op momenten dat het niet uitkomt en zijn vaak een gevolg van onvoldoende preventief onderhoud en een slechte afstelling. Daarnaast kunnen allerlei wachttijden optreden als gevolg van onvoldoende voorbereiding (geen materiaal, ontbrekende orderinformatie e.d.) Snelheidsverliezen 3. Opstartverliezen (gepland) Machines draaien zelden meteen op volle snelheid maar hebben vaak een aanloop nodig om op snelheid te komen. Dat zelfde geldt voor uitloop. Dit zijn doorgaans technisch onvermijdbare verliezen. 4. Verlaagd tempo, kleine stops en gereduceerde snelheid (ongepland) Machines lopen niet altijd even lekker. Kleine stops zorgen ervoor dat de machine niet constant kan lopen en de snelheid lager ligt dan gewenst. De maximale snelheid die een machine volgens de fabrieksopgave kan halen is vaak een andere dan de snelheid die de gebruikers in gedachte hebben als maximaal haalbare snelheid. Het gevolg is dat de machine nooit op de maximum haalbare snelheid draait. Versie 2.0 september 2006 Pagina 38 van 43
Kwaliteitsverliezen 5. Opstartproducten (gepland) Het opstarten van een machine gaat vaak samen met uitval doordat de eerste producten niet voldoen aan de eisen. Dit is in veel gevallen technisch onvermijdbaar. 6. Uitval en herbewerking (ongepland) Producten die niet aan de norm voldoen worden weggegooid of worden herbewerkt alvorens ze worden goedgekeurd. Het doel moet zijn om alleen goede producten te produceren zonder herbewerking en uitval. A B Totale (netto) productietijd Werkelijke productie tijd tijd Storingen Stilstanden Ombouwen C D E F Verwachte output output Werkelijke output output Werkelijke output output Uitval/Herbewerking Opstartverliezen Uitval/Herbewerken Goed product Korte Kleine stops stops Snelheidsreductie Snelheidreductie OEE = Beschikbaarheidsgraad x Prestatiegraad x Kwaliteitsgraad B / A x D / C x F / E Versie 2.0 september 2006 Pagina 39 van 43
OEE rekenvoorbeeld Onderstaand schema geeft alle informatie die nodig is om van een machine de OEE te berekenen. Omschrijving Tijdsduur dienst Lunchpauze Koffiepauze Storingen Omstellen en instellen Aantal stuks geproduceerd Maximale snelheid machine Uitval Opstarten machine (uitval) Waarde 480 minuten (8 uur) 30 minuten 20 minuten (2x10 min.) 25 minuten (totaal) 40 minuten (totaal) 10.500 stuks 35 stuks/minuut 150 stuks 100 stuks A. Bruto productietijd indien de machine in de pauze = 480 30 20 = 430 minuten niet kan doordraaien = tijdsduur dienst pauze B Werkelijke productietijd = Totale productietijd = 430 25 40 = 365 minuten Stilstand Beschikbaarheidsgraad = B / A = 365 / 430 = 0,849 (=84,9%). C Verwachte output = Werkelijke productietijd x max. = 365 x 35 = 12.775 stuks snelheid D Werkelijke output = Aantal stuks geproduceerd = 10.500 stuks Prestatiegraad = D / C = 10.500 / 12.775 = 0,822 (=82,2%). E Werkelijke output = Aantal stuks geproduceerd = 10.500 stuks F Goed product = Werkelijke output Uitval = 10.500 150 100 = 10.250 stuks opstartverlies Kwaliteitsgraad = F / E = 10.250 / 10.500 = 0,976 (=97,6%) OEE = Beschikbaarheidsgraad x Prestatiegraad x Kwaliteitsgraad = 0,849 x 0,822 x 0,976 = 0,681 (= 68,1%) Versie 2.0 september 2006 Pagina 40 van 43
FAQ 1. Wordt de OEE van de operator of van de machine gemeten? De OEE wordt altijd gemeten van de machine of lijn, niet van de operator. Wanneer een machine bijvoorbeeld gedurende de lunchpauze doordraait dan wordt die tijd dus geregistreerd als productieve tijd. Bovendien heeft niet alleen de operator invloed op de OEE. Vele afdelingen hebben een directe invloed op de OEE. 2. Wordt alles gedefinieerd in aantal of tijd? De keuze voor een eenheid is sterk afhankelijk van de mogelijkheden om te meten en de praktische invulling daarvan. Meestal wordt beschikbaarheid uitgedrukt in minuten (tijd). Voor de prestatie wordt meestal de eenheid aantal/minuut gebruikt. Voor kwaliteit wordt meestal aantal gebruikt of een percentage van de totale productie. 3. Wat is het ideale OEE percentage? De ideale OEE is per machine verschillend. Er kan geen standaard regel voor worden afgegeven. Er is wel een WCM-richtlijn die staat op 85% maar dat is lang niet altijd haalbaar en soms zelfs onwenselijk. Stel nu dat de beschikbaarheid 88% is, de prestatie 85% en de kwaliteit 99%, dan geeft dat een OEE van 74%. Stel nou dat we alles op alles zetten en het volgende bereiken: beschikbaarheid 97%, prestatie 98%, kwaliteit 85% en een OEE van 80,8%. Nu is de vraag of het wenselijk is dat de OEE gestegen is ten koste van de kwaliteit, van 99% naar 85%. De kans is groot dat de OEE-winst niet opweegt tegen het kwaliteitsverlies. Dat is een kwestie van rekenen of de maatregelen renderend zijn. De kracht van OEE zit in de weergave van de 3 getallen, beschikbaarheid, prestatie en kwaliteit. Doordat deze naast elkaar worden weergegeven is de onderlinge verhouding goed zichtbaar en kan bepaald worden waar verbeteren het meeste effect heeft. 4. Kan OEE data verkeerd worden geïnterpreteerd? Ja, dat kan zeker! OEE zegt niets over het behaalde rendement. Een hogere OEE hoeft niet per definitie meer winst op te leveren. In het voorbeeld bij vraag 2 kunnen de kosten van de kwaliteit wel eens behoorlijk op het resultaat drukken. 5. Wat is de maximale snelheid van een machine of lijn? Normaal gesproken wordt door de machinebouwer een maximale ontwerpsnelheid afgegeven. Deze snelheid kan echter door slijtage op den duur lager komen te liggen. Indien men ervan overtuigd is dat de machine de maximale opgegeven snelheid niet haalt dient deze door middel van proeven te worden vastgesteld. Maar het kan ook zo zijn dat de snelheid door allemaal verbeteringen is verhoogd in de loop der jaren. Dan geldt altijd de hoogste snelheid. 6. Hoe lang moet de OEE worden gemeten? De OEE dient ten minste gedurende een volledige dienst (8 uur) te worden gemeten. Daarnaast is de OEE een hulpmiddel om continue te verbeteren. Daarom is het raadzaam om de OEE op de belangrijke machines en lijnen continu te blijven meten. Versie 2.0 september 2006 Pagina 41 van 43
7. Hoe gedetailleerd moeten de storingen worden geregistreerd? Het is niet de bedoeling dat de OEE een foutengevoelige registratiemethodiek wordt. Het is alleen zinvol om gedetailleerd oorzaken te registreren wanneer daar aanleiding toe is. Als de storingen bijvoorbeeld 20% van de bedrijfstijd bedragen, dan is het zinvol om uit te zoeken waar die allemaal door worden veroorzaakt. Als dat slechts 1% is dan is dat veel minder belangrijk. 8. Welke oplossing moet worden gekozen? Wanneer er meerdere oplossingen voor de oorzaken zijn dan kan meestal het beste worden gekozen voor de meest eenvoudige en meest praktische oplossing. Tijdens een overleg is het zinvoller om 50 oorzaken globaal te bespreken en daarvoor eenvoudige oplossingen aan te dragen dan uren lang discussiëren over één oorzaak. 9. Hoe definieer je een machine die productief is? Een machine is productief wanneer die iets produceert. Productiviteit zegt niets over de geproduceerde producten. 10. Kan de OEE boven de 100% uitkomen? Nee! De OEE kan nooit boven de 100% uitkomen. Wanneer dat wel het geval is, zit er gegarandeerd een fout in de registratie of in de prestatienorm. 100% x 100% x 100% = 100%. Versie 2.0 september 2006 Pagina 42 van 43
Veelgebruikte termen Term Andon Beschikbaarheidsgraad Omsteltijd Storingstijd Stilstand tijd In- en afsteltijd Bruto Productietijd Ideale productiesnelheid Netto Productietijd Prestatiegraad Kwaliteitsgraad Geplande productietijd Geplande stilstand Kwaliteitsverlies Six Big Losses Kleine stops Snelheidsverlies Afval Herbewerking Uitval Opstartverlies Uitleg Overzichtelijke indicatie van de OEE. Meestal in de kleuren rood (onder de kritische waarde), geel (onder de norm en boven de kritische waarde) en groen (boven de norm). Beschikbare productietijd, nadat alle storingen en stilstanden zijn afgetrokken, in verhouding tot de geplande productietijd. Productietijd die verloren gaat gedurende het omstellen van de machine van het ene product naar het andere product. Tijd die verloren gaat aan machinestoringen. Tijd waarop de machine ongepland stilstaat. Tijd die verloren gaat aan het in- en afstellen van een machine. Totale beschikbare tijd per dienst, incl. alle geplande stilstand. De maximale snelheid waarop een machine/lijn kan produceren. Beschikbare productietijd per dienst nadat de geplande stilstand eraf is getrokken. De werkelijke output die is geproduceerd in verhouding tot de maximaal te realiseren output in de netto productietijd. Het aantal producten dat aan de specificaties voldoet in verhouding tot het totaal aantal geproduceerde producten. De verwachte tijd dat productiemiddelen produceren. De tijd dat er geen productie is ingepland. % producten dat niet voldoet aan de specificaties De 6 hoofdcategorieën waarin alle productieverliezen zijn ondergebracht: 1 e verlies: Geplande stilstandsverliezen (omstellen, schoonmaken, onderhoud e.d.) 2 e verlies: Ongeplande stilstandsverliezen (wachten, storingen, geen werk e.d.) 3 e verlies: Geplande prestatieverliezen (opstarttijd van de machine e.d.) 4 e verlies: Ongeplande prestatieverliezen (korte stops, snelheidsverliezen e.d.) 5 e verlies: Geplande kwaliteitsverliezen (technisch onvermijdbare opstartverliezen 6 e verlies: Ongeplande kwaliteitsverliezen (afkeur, herbewerking) Korte onderbrekingen van het productieproces welke afzonderlijk nauwelijks te meten zijn. Meestal zijn dit stops van 1 à 3 minuten. Productiviteitsverlies doordat machines niet op maximale snelheid draaien. Alle restmaterialen die over blijven na het productieproces. Alle producten die opnieuw bewerkt moeten worden om aan de specificaties te voldoen. Alle producten die niet aan de specificaties voldoen en worden vernietigd. Alle producten die benodigd zijn gedurende het opstarten van de machine alvorens goede producten kunnen worden geproduceerd. Versie 2.0 september 2006 Pagina 43 van 43