Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Toezegging Duurzaam Onkruid Beheer Programma / Programmanummer Openbare Ruimte / 1062 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Wethouder Tankir heeft in de kamerronde van 28 september 2011 de toezegging gedaan uit te zoeken wat de wettelijke regels zijn rondom het gebruik van de DOB-methode (Duurzaam Onkruid Beheer). Hij onderzoekt tevens alle voors en tegens van de DOB-methode en komt voor 1 januari 2012 met de resultaten terug naar de Raad. Bijgaande brief geeft antwoord op deze toezegging. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. G501, Marloes Fleer, 9886 Datum ambtelijk voorstel 12 december 2011 Registratienummer 11.0025649 Ter besluitvorming door het college Brief Toezegging duurzaam onkruid beheer aan te Raad vast te stellen. Paraaf akkoord Datum Leidinggevende J. ter Wal, G500 Programmamanager J. ter Wal Programmadirecteur E. van Aalzum (wnd) Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 19 december 2011 nummer: 3.7 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc
Collegevoorstel 1 Probleemstelling 2 Juridische aspecten 3 Doelstelling 4 Argumenten 5 Klimaat 6 Financiën 7 Communicatie 8 Uitvoering en evaluatie 9 Risico Bijlage(n): Raadsbrief Toezegging Duurzaam Onkruidbeheer
Directie Grondgebied Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 19 december 2011 Ons kenmerk G501/11.0025703 Contactpersoon Marloes Fleer Onderwerp Toezegging Duurzaam Onkruid Beheer Datum uw brief Doorkiesnummer (024) 3299886 Geachte leden van de Raad, In deze brief willen we ingaan op de volgende toezegging van ons College aan uw Raad: Kamerronde d.d. 28 september 2011 inzake brief College van B&W d.d. 27 juni 2011 betreffende aanbieding startnotitie IBOR-beleid: Wethouder Tankir zoekt uit wat de wettelijke regels zijn rondom het gebruik van de DOBmethode (Duurzaam Onkruid Beheer). Hij onderzoekt tevens alle voors en tegens van de DOB-methode en komt voor 1 januari 2012 met de resultaten terug naar de Raad. We hebben hiervoor een onafhankelijk bureau ingeschakeld dat veel gemeenten in Nederland ondersteunt met betrekking tot beleid en uitvoering van onkruidbeheer. De betreffende adviseur heeft tevens zitting in diverse werkgroepen van ministeries op het gebied van onkruidbestrijding. Uit dit advies concluderen we samenvattend: - het toepassen van de DOB-methode strijdig is met de Europese Wetgeving; - de DOB-methode op termijn duurder zal gaan worden en het niet-chemisch onkruidbeheer goedkoper zodat de kosten op termijn vergelijkbaar zijn; - we met niet-chemisch onkruidbeheer al jaren voldoen aan onze vastgestelde ambitie op beeldkwaliteit; - Nijmegen sinds 1992 één van de voortrekkers is van niet-chemische onkruidbeheer en een voorbeeldfunctie vervult voor het waterschap en andere gemeenten. Dit zijn voor ons voldoende redenen om de DOB-methode niet te gaan toepassen in Nijmegen. Hieronder behandelen we in detail de bovenstaande conclusies. Wettelijke regels gebruik Duurzaam Onkruid Beheer Het minderen en uiteindelijk afschaffen van het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen en in de overige openbare ruimte heeft al een lange historie in Nederland en in het bijzonder in Nijmegen. Hieronder in chronologische volgorde de verschillende Nederlandse en Europese wetgevingen en beleidsstukken tot aan 2015. Vanaf 2015 is de toepassing van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte verboden zoals de staatssecretaris van I&M in oktober aan de Tweede Kamer meldde.
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Vervolgvel 1 In maart 1997 heeft de overheid met een aantal organisaties het convenant Openbaar Groen gesloten met als doel emissie van onkruidbestrijdingsmiddelen met ten minste 90% terug te dringen, ondertekend in het stadhuis van Nijmegen. Ook de gemeente Nijmegen heeft dit convenant ondertekent. 2004 - Nota Duurzame Gewasbescherming, onderdeel inzake niet-landbouwkundig gebruik. Hierin wordt geconstateerd dat het van groot belang is om met name het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen terug te dringen, aangezien dit gebruik leidt tot knelpunten bij de bereiding van drinkwater. Een aantal maatregelen is daarna genomen om toepassing van niet-chemische methoden aan te moedigen. Dit is verwerkt in het LBOW-besluit inzake niet-landbouw gebruik in 2006. LBOW = Landelijk Bestuurlijk Overleg Water. De EU-richtlijn 2009 geeft voorschriften ten aanzien van het inzetten van bestrijdingsmiddelen. Voor de openbare ruimte gelden strenge regels, samen te vatten als: - Geen bestrijdingsmiddelen in gebieden waar het brede publiek zich begeeft; - Geen bestrijdingsmiddelen op kinderspeelplaatsen, op en in de nabijheid van scholen; - Geen bestrijdingsmiddelen in sportgebieden. In 2011 is een aantal werkgroepen gestart met de implementatie van de richtlijn, waaronder de werkgroep niet-landbouw. Dit resulteert in een Nationaal Actie Plan (NAP) als opvolging van de nota Duurzame Gewasbescherming 2004. De kamer zal in april 2012 discussiëren over het NAP. In september 2011 is de motie-grashoff aangenomen door de Tweede Kamer waarin de beëindiging van onkruidbeheer met de werkzame stof glyfosaat wordt beoogd. Glyfosaat wordt gebruikt bij de DOB-methode op verharde en niet-verharde oppervlakten voor niet-commercieel gebruik, dus in de openbare ruimte. Deze motie wordt in de komende jaren door de staatssecretaris van het ministerie I&M uitgevoerd. In 2015 moeten de oppervlaktewateren binnen de EU voldoen aan de fysieke en ecologische kwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water. De kaderrichtlijn hanteert het stand still beginsel. Dat wil zeggen dat beheerders tengevolge van omschakeling naar andere beheermaatregelen het oppervlaktewater niet meer dan voorheen mogen belasten. Dit beginsel is nu al geldig. Dit houdt in dat Nijmegen feitelijk niet over kan gaan op de DOB-methode omdat het oppervlakte water er hoger door wordt belast dan door chemievrij beheer hetgeen we nu al vele jaren toepassen. Voor- en nadelen Duurzaam Onkruid Beheer Het chemische onkruidbeheer is sinds 1 januari 2007 nog slechts landelijk mogelijk volgens de DOB-methode. Deze methode stelt strengere regels ten aanzien van de toepassing op verhardingen, dit om afspoeling naar oppervlaktewater te verminderen. In Nijmegen bestrijden we al sinds 1992 onkruid zonder chemische middelen als uitvoering van een raadsbesluit. De DOBmethode is vanaf 2005 in gebruik. Hieronder volgen de voor- en nadelen van deze methode. Voordelen DOB-methode Het is voorlopig goedkoper. De niet-chemische methoden zijn anno 2011 een factor 2 tot 3 duurder. Door innovatie van niet-chemische onkruidbeheer, zoals de heetwater methode WAVE en de heteluchttechniek, is de verwachting dat de komende jaren de kosten per m²
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Vervolgvel 2 hiervoor zullen dalen. Gezien het aantal knelpunten bij het chemische beheer zullen de kosten hiervan naar verwachting eerder stijgen dan dalen. De tijd waarop de kosten vergelijkbaar zijn, lijkt eraan te komen. De knelpunten staan bij de nadelen genoemd. Bij een zomer met weinig regen is de DOB-methode langer effectief. Als kanttekening: 12 van de laatste 13 zomers van de afgelopen jaren vielen daar in ieder geval niet onder. De emissie van toxische stoffen naar oppervlaktewater lijkt vanaf 2007 tot 2010 op een aantal locaties in het land wat te zijn gedaald. Het aantal drinkwaterknelpunten is desondanks nog steeds te hoog. Nadelen DOB-methode Toepassing en toelating: Een knelpunt van de DOB-methode is de onverenigbaarheid van enige criteria die eraan gesteld worden. Zo is er bijvoorbeeld sprake van verplichte sensorgestuurde aanpak maar wordt anderzijds een maximum gesteld aan de hoeveelheid te gebruiken middel met glyfosaat per hectare. In perioden met forse onkruidgroei wordt dit maximum daardoor doorlopend overschreden: Niet de persoon op de machine bepaalt de hoeveelheid toe te passen middel, maar de mate van onkruidgroei doet dit via de sensor op het voertuig. In 2010 is ruim de helft van de door de AID gecontroleerde gemeenten geverbaliseerd omdat zij ondermeer het maximum overschreden door de plicht sensorgestuurd te werken. Bij groeizame weersomstandigheden voor onkruid, zoals afgelopen jaar, is de DOBmethode niet afdoende om het juiste beeld te bereiken vanwege de strengere regels van het gebruik van glyfosaat. De DOB-methode is daardoor niet geschikt om toe te passen in een beeldbestek, zoals we in Nijmegen gebruiken, zonder ondersteuning van nietchemisch onkruidbeheer. Een aantal gemeenten ondersteunt daarom de chemische methode met niet-chemische onkruidbeheer. De kosten daarvan verschillen echter weinig van geheel niet-chemie onkruidbeheer. In Nijmegen voldoen we overigens al jaren aan de vastgestelde beeldkwaliteit met toepassen van alleen niet-chemisch onkruidbeheer. De innovatie op het gebied van chemisch onkruidbeheer op verhardingen is de afgelopen jaren gericht geweest het minder toedienen van het middel door zuiniger spuiten. Van 2007 tot 2010 is de emissie van glyfosaat naar water dan ook iets afgenomen. Toch zijn de concentraties glyfosaat in het oppervlaktewater nog steeds op een te hoog niveau. In 2011 is de emissie zelfs weer verhoogd. De partijen die de verantwoording voor de kwaliteit van het drinkwater dragen, zijn verontrust. Ook lijken bij voorzetting van de huidige praktijk de voorgeschreven doelen van de KRW in 2015 niet te zullen worden gehaald. Een aanzienlijk deel van het bebouwde gebied van Nijmegen (Brakkenstein, Heijendaal, Groenewoud en delen van Grootstal, Hatertse Hei en St. Anna) ligt binnen het grondwaterbeschermingsgebied van de drinkwaterwinning Heumensoord. Toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen kan een risico vormen voor de drinkwaterwinning als de betreffende middelen, of afbraakproducten ervan, goed oplossen in water en niet volledig binden aan de bodem. Voor Glyfosaat zijn er aanwijzingen dat dit het geval is. Tot nog toe hebben de in het verleden voor verhardingen toegelaten middelen geen stand gehouden. Toelatingen zijn ingetrokken wegens toxicologische redenen (carcinogeen: simazin 2004, diuron 1999, dichlobenil 2008). Ook de toelating van glyfosaat ligt zwaar onder druk wegens toxicologische en ecologische bezwaren en ten gevolge van drinkwaterknelpunten. En ook de motie-grashoff draagt daartoe bij.
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Vervolgvel 3 Nijmegen kan niet overgaan op de DOB-methode zonder het oppervlaktewater meer te belasten dan we nu doen met chemievrij onkruidbeheer. Dit is strijdig met het stand still beginsel. De gemeente heeft een voorbeeldrol naar particulieren die het middel gebruiken onder de naam Roundup. Bovendien hebben we landelijk een voorbeeldrol vervult voor onder andere het waterschap. Gevolgen glyfosaat: Glyfosaat leidt tot hormoonafwijkingen en er is sprake van aangetoonde schade voor de ongeboren vrucht van mens en dier als gevolg van het in aanraking komen met de stof. (Universtiteit van Caen, 2002) Een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken geeft aan dat glyfosaat in hoeveelheden lager dan aanbevolen dodelijk is voor menselijke cellen, de werking van hormonen verstoren en effecten hebben op het DNA (M. J., Mulner-Lorillon O. & Bellé 2004 Glyphosate-based pesticides affect cell cycle regulation ). Glyfosaat is giftig voor in oppervlaktewater levende organismen. Optredende piekbelastingen na toepassing zijn giftig voor amfibieën en bij lage concentraties sterft het zoetwaterplankton. Contact van glyfosaat met straatbeplantingen leidt tot verminderde vitaliteit. Drinkwaterbereiding: - Glyfosaat is vooral in relatie tot gebruik op verhardingen in grote mate waterbezwaarlijk en is daarmee het belangrijkste middel voor het veroorzaken van drinkwaterknelpunten (jaarrapporten RIWA Rijn en RIWA Maas, Nota Duurzame Gewasbescherming 2004). - Verwijdering van glyfosaat door de drinkwaterbereiders leidt tot hogere kosten van het drinkwater. Wij gaan ervan uit dat met het bovenstaande aan de toezegging gehoor gegeven is. Uiteraard zijn wij bereid om nadere toelichting te geven. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg