Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Scenario's coffeeshopbeleid Programma / Programmanummer / 1012 BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting In verband met de wijziging van het landelijke gedoogbeleid voor coffeeshops en de eventuele gevolgen voor de Nijmeegse coffeeshops zijn in bijgevoegde brief scenario s beschreven voor een wijziging van het Nijmeegse beleid. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. VH00, Carin Brunenberg, 2456 Datum ambtelijk voorstel 12 september 2012 Registratienummer 12.0017536 Ter besluitvorming door het college Brief aan de raad over scenario s voor een coffeeshopbeleid vast te stellen. Paraaf akkoord Datum Leidinggevende Programmamanager E. Boelaars Programmadirecteur B. v.d. Ploeg Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 17 september 2012 nummer: 3.4 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc
Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 18 september 2012 Ons kenmerk VH00/12.0017222 Contactpersoon Carin Brunenberg Onderwerp Coffeeshopbeleid Datum uw brief Doorkiesnummer (024) 3292456 Geachte leden van de raad, Aanleiding Het landelijke gedoogbeleid, zoals dat geldt voor coffeeshops, is per 1 januari 2012 gewijzigd. Het Beslotenclub-criterium en het Ingezetenencriterium zijn toegevoegd en worden sinds 1 mei 2012 in de zuidelijke provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland gehandhaafd. Per 1 januari 2013 zullen deze criteria in het hele land gaan gelden en daaraan zal ook het maximumaantal van 2000 leden worden toegevoegd. Per 1 januari 2014 wordt dan het Afstandscriterium van kracht waardoor coffeeshops een minimale afstand van 350 meter tot een school voor middelbaar onderwijs of beroepsonderwijs moeten hebben. De invoering van deze criteria (in de volksmond veelal de Wietpas genoemd) hebben in de zuidelijke steden èn Nijmegen al merkbare gevolgen gehad, zowel voor de lokale markten, de buitenlandse klanten als de coffeeshops. Het landelijke beleid is niet onomstreden. Een aantal politieke partijen doet de verkiezingsbelofte de nieuwe criteria terug te draaien. Afhankelijk van de verkiezingsuitslag en het te vormen kabinet is het denkbaar dat de geplande wijzigingen per 1 januari 2013 geen doorgang zullen vinden of alsnog afgeschaft worden. Indien de nieuwe criteria echter wel definitief ingevoerd worden, kan dit grote gevolgen hebben voor de coffeeshops in Nijmegen. Daarnaast heeft u de wens geuit het coffeeshopbeleid in brede zin te bespreken, o.a. met het oog op de overlast van coffeeshops buiten het centrum. Gelet hierop worden hierna scenario s beschreven voor een eventuele wijziging van het Nijmeegse coffeeshop(vestigings)beleid. Wij bieden u deze brief ter meningsvorming aan. Achtergrond beleid De verkoop van softdrugs in coffeeshops wordt gedoogd op grond van de landelijke gedoogcriteria van het college van Procureurs-Generaal. Daarnaast kan een gemeente nog aanvullende eisen stellen in het lokale coffeeshopbeleid, bijvoorbeeld in de vorm van vestigingseisen. Het huidige lokale vestigingsbeleid voor Nijmegen omvat een aantal elementen.
1 Coffeeshops mogen zich alleen vestigen in het stadscentrum (aangewezen gebied) met een maximum van 11 (maximumbeleid). Verder wordt een exploitatievergunning voor coffeeshops geweigerd als er in de omgeving veel op jongeren gerichte activiteiten worden ontplooid of zich een middelbare school binnen 150 meter bevindt (omgevingseisen). Een vergunning wordt ook geweigerd als daardoor een concentratie van coffeeshops, smartshops en growshops ontstaat (omgevingseisen). Tot slot worden aan coffeeshops bepaalde inrichtingseisen gesteld. Voor de coffeeshopondernemers, die ten tijde van de invoering van dit beleid in 2003 reeds gevestigd waren en gedoogd werden en niet voldoen aan deze vestigingseisen, geldt een overgangs- c.q. uitsterfbeleid. Dit houdt in dat de exploitatie niet mag wijzigen. In feite vallen veel van de huidige 14 coffeeshoplocaties onder het overgangsrecht, omdat ze ofwel buiten het aangewezen gebied liggen en boven het gestelde maximum zitten (de shops buiten het centrum) of omdat ze te dicht bij een andere coffeeshop zitten (o.a. de shops in de Vlaamse Gas). De doelstellingen van het huidige beleid, namelijk concentratie van de coffeeshops in het centrum, verminderen van het aantal tot 11 shops en geen clusters van coffeeshops bij elkaar zijn dus nog niet bereikt. Scenario s 1. lokale beleid ongewijzigd handhaven Dit zou betekenen dat de huidige shops in het centrum en buiten het centrum allemaal vergund kunnen blijven omdat het overgangs/uitsterfbeleid geldt zonder eindtermijn, mits de exploitatie niet wijzigt. Na inwerkingtreding van de twee nieuwe gedoogcriteria is te verwachten dat het klantenaanbod voor de gedoogde coffeeshops zal verschuiven. Niet alleen omdat een maximum van 2000 klanten voor sommige shops onvoldoende is om van te bestaan, maar ook omdat de ervaringen elders leren dat veel mogelijke klanten zich niet willen laten registreren en geen coffeeshop meer zullen bezoeken, waardoor de klandizie afneemt. Mogelijk zullen enkele coffeeshops moeten stoppen. Juist de grotere coffeeshops in het centrum zullen mogelijk lijden onder de nieuwe criteria en het hoofd niet boven water kunnen houden. Op grond van het huidige overgangsbeleid is een aantal coffeeshops vergund in strijd met het geldende vestigingsbeleid (bijvoorbeeld het concentratieverbod). Dit betekent dat de meeste coffeeshops niet overgenomen kunnen worden door een nieuwe eigenaar. Wel ontstaat er dan ruimte binnen het huidige maximum om elders in de binnenstad een coffeeshop te starten, maar naar verwachting is dit niet eenvoudig o.a. door de omgevingseisen. Per 1 januari 2014 komt één coffeeshop in strijd met het nieuwe landelijke afstandscriterium waardoor het voortbestaan van deze shop in gevaar komt. Momenteel zit Nijmegen qua aantal coffeeshops boven het landelijk gemiddelde (0.84 shop per 10.000 inwoners tegen landelijk 0.47 per 10.000 inwoners volgens het rapport Coffeeshops in Nederland 2009) Volgens het Nijmeegse bezoekersonderzoek uit 2008 zijn er iets meer dan 30.000 bezoeken per week aan een coffeeshop en gaat het om 14.000 tot 15.000 verschillende bezoekers per week. Met deze gegevens is niet exact te bepalen wat het minimale aantal coffeeshops moet zijn om te kunnen voldoen aan de vraag. In dit scenario zal het aantal coffeeshops in het centrum in mindere of meerdere mate dalen. Mogelijk houden de coffeeshops buiten het centrum wel het hoofd boven water
2 omdat dit van oudsher kleinere shops zijn die mogelijk met een kleiner klantenbestand kunnen overleven. Hierdoor ontstaat een situatie die contrair is aan de beleidsdoelstellingen: in plaats van concentratie in het centrum verdwijnen er shops uit het centrum, terwijl er geen zicht is op het verdwijnen van de shops buiten het centrum. Risico s: Na invoering van het nieuwe B- en I-criterium kan dit leiden tot vermindering van het aantal coffeeshops waardoor onvoldoende legaal aanbod resteert voor het aantal Nijmeegse en regionale klanten, waardoor straathandel in softdrugs ontstaat/toeneemt. Geen vermindering van de bezoekersoverlast voor de (woon)wijken buiten het centrum waar de coffeeshops op grond van het uitsterfbeleid gevestigd mogen blijven. 2. lokaal beleid wijzigen: concentratieverbod afschaffen, uitsterfbeleid gebieden buiten centrum aan termijn binden en maximum in centrum verhogen tot 14. Bij invoering van de nieuwe criteria wordt door deze versoepeling van de vestigingseisen overname of verplaatsing vergemakkelijkt, waardoor het aanbod in coffeeshops beter op peil blijft. Door de coffeeshops buiten het centrum binnen enkele jaren te laten uitsterven wordt de overlast in de woonwijken beëindigd. Door het maximum in het centrum te verhogen in combinatie met de soepelere vestigingseisen wordt het mogelijk voor de uitstervende coffeeshops om zich te vestigen in het centrum. De verhoging van het maximum is een breuk met het eerdere beleid, maar kan worden gemotiveerd doordat de shops door het ledenmaximum van 2000 kleiner zijn dan voorheen. Bevoegd orgaan is de gemeenteraad voorzover het gaat om aanpassing van het uitsterfbeleid omdat dit geregeld is in de APV. Wijziging van het maximum en vestigingseisen valt onder de bevoegdheid van de burgemeester. Risico s: Indien deze beleidswijziging doorgang vindt terwijl de nieuwe criteria geen doorgang vinden of alsnog afgeschaft worden, is de noodzaak om het aantal coffeeshops op peil te houden weggevallen en kan er sprake zijn van een ongewenste toename van het aantal coffeeshops. Ook kan de onbeheersbare situatie van weleer in de Vlaamse Gas herleven indien het aantal coffeeshops in de omgeving toeneemt. Dit risico kan worden verminderd door te kiezen voor een variant van dit scenario, namelijk slechts een versoepeling van het concentratieverbod, inhoudende dat er geen nieuwe of grotere concentraties van coffeeshops mogen ontstaan. Dat biedt wel meer mogelijkheden voor de bestaande locaties en is ook te verdedigen, aangezien de huidige locaties, hoewel in strijd met het spreidingsbeleid, geen grote openbare orde problemen opleveren. 3. lokaal beleid wijzigen: vestigingscriteria in centrum versoepelen, uitsterfbeleid gebieden buiten centrum aan termijn binden. In dit scenario verdwijnen de coffeeshops buiten het centrum binnen enkele jaren. In tegenstelling tot het vorige scenario kunnen deze coffeeshopondernemers alleen terugkeren in het centrum als er door sluiting van een andere shop ruimte is ontstaan binnen het maximum van 11. Hiermee wordt de in het verleden beoogde daling van het aantal coffeeshops bewerkstelligd en de overlast in de woonwijken beëindigd. Bevoegd orgaan is de gemeenteraad voorzover het gaat om aanpassing van het uitsterfbeleid omdat dit geregeld is in de APV. Wijziging van de vestigingseisen betreft
3 een bevoegdheid van de burgemeester. Risico s: Na invoering van het nieuwe B-, I- en Afstandscriterium kan dit leiden tot vermindering van het aantal coffeeshops waardoor onvoldoende aanbod resteert voor het aantal Nijmeegse en regionale klanten, waardoor straathandel in softdrugs ontstaat/toeneemt. 4. lokaal beleid wijzigen: centralisatiebeleid voor het centrum afschaffen, maximumaantal verhogen tot 14, nieuwe vestigingscriteria ontwikkelen. In dit scenario wordt de huidige beleidsvisie dat coffeeshops alleen thuishoren in het multifunctionele stadscentrum losgelaten. Daarmee kunnen de coffeeshops buiten het centrum definitief gevestigd blijven en eventueel ook overgenomen worden door nieuwe ondernemers. Binnen het geldende maximum kunnen coffeeshops zich verplaatsen door de hele stad voorzover ze aan de nog te ontwikkelen vestigingscriteria voldoen. Daarbij valt te denken aan enkele ruimtelijke eisen zoals die ook aan seksinrichtingen gesteld worden. Dit scenario valt geheel onder de bevoegdheid van de burgemeester want vergt geen wijziging van de APV. Risico s: De door de bewoners van woonwijken ondervonden overlast, met name parkeers- en verkeersoverlast, zal niet beëindigen. Mogelijk brengen de nieuwe criteria, met name het maximumaantal leden, hierin verbetering. Dit scenario zal, gezien de ervaringen in het verleden met de mogelijke komst van een coffeeshop in Dukenburg, zeer veel weerstand oproepen bij bewoners. Dit scenario heeft geen specifieke voordelen met betrekking tot de nieuwe criteria. 5. lokaal beleid wijzigen: huidige vestigingsbeleid handhaven en overgangstermijn met betrekking tot alle onderdelen aan termijn binden. In dit scenario daalt het aantal coffeeshops dramatisch. Zoals hierboven aangegeven vallen veel van de huidige shops op grond van de huidige omgevingseisen onder de overgangsregeling. Door deze overgangsregeling op een termijn van drie jaar te beëindigen kunnen de shops op hun huidige locatie niet meer vergund en gedoogd worden. Weliswaar blijft het maximum van 11 shops in het centrum bestaan, maar het vinden van een nieuwe locatie in het centrum blijkt in de praktijk erg lastig. Risico s: In dit scenario neemt de kans op verplaatsing van de softdrugshandel, nog los van de kans hierop door de invoering van de nieuwe criteria, fors toe omdat het legale aanbod fors daalt.
4 Handhavingsbeleid Een eventuele wijziging van het lokale coffeeshopbeleid staat los van het lokale handhavingsbeleid ten aanzien van de coffeeshops, zoals dat gevoerd wordt door de burgemeester. Dat zal in ieder geval op korte termijn worden gewijzigd zodat tegen overtreding van de nieuwe criteria, indien noodzakelijk, bestuurlijk opgetreden kan worden. De coffeeshophouders zullen daarover geïnformeerd worden. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg