Blz. 9. Slachtofferschap Inbraak, fietsendiefstal, autocriminaliteit, beroving, vernieling, seksuele delicten, mishandeling. Blz.



Vergelijkbare documenten
Veiligheidsmonitor Gemeente Achtkarspelen

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Gemeenten + Wijken Index

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Monitor Veiligheid Resultaten van onderzoek naar de veiligheid onder de Deventer bevolking in 2009

Leefbaarheid Inhoud. Gekozen gebied: Provincie: Gelderland Gekozen vergelijkingsgebied: Nederland

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%)

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil)

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid VEENDAM

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid HAREN

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Politiemonitor Bevolking Uitkomsten voor Leiden

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Veiligheidsmonitor Groningen 2011 Barometer voor lokale veiligheid BEDUM

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Leefbaarheid en overlast in buurt

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Veiligheidsmonitor 2013

Hoe veilig is Hof van Twente?

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

;/y;\ i&o. ^research. Hoe veilig is Heemstede? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Heemstede Juni 2012

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Leefbaarheid en veiligheid

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Keuze indicatoren voor rapportage Veiligheidsmonitor-Wijkpeiling Almere 2017

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen

HOE VEILIG IS TYNAARLO?

Leefbaarheid en veiligheid

Grafiekenrapport Integrale Veiligheidsmonitor in Brabant

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL?

HOE VEILIG IS MOERDIJK?

Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Politie Gelderland-Midden. Veiligheidsmonitor Gelderland-Midden 2009 Regiorapport

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Hoe veilig is Coevorden?

Hoe veilig is Katwijk?

Hoe veilig is Kapelle?

HOE VEILIG IS NOORD- BEVELAND?

HOE VEILIG IS HEEMSTEDE?

HOE VEILIG IS ELBURG?

Hoe veilig is Leiden?

Veiligheidsbeleving 2016 Utrecht vergeleken

Hoe veilig zijn Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel?

Veiligheidsbeleving 2013 Utrecht vergeleken

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

HOE VEILIG IS HEERHUGOWAARD?

Hoe veilig is Noordenveld?

Hoe veilig is Tubbergen?

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

Veiligheidsmonitor 2011

Veiligheidsbeleving 2015 Utrecht vergeleken

Hoe veilig is Veere? Veiligheidsmonitor gemeente Veere april 2014

Hoe veilig is Nijkerk?

VEILIGHEIDSMONITOR OMMEN 2016

HOE VEILIG IS HEERHUGOWAARD?

HOE VEILIG IS BLOEMENDAAL?

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM*

HOE VEILIG IS RHEDEN?

HOE VEILIG IS HEEMSTEDE?

Leefbaarheid en veiligheid Hengelo Rapportage Leefbaarheid en veiligheid HengeloPanel 2017

Hoe veilig is Waddinxveen?

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Integrale Veiligheidsmonitor

26% 36% 31% (helemaal) mee eens niet mee eens en niet mee oneens (helemaal) mee oneens

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse

Veiligheidsmonitor 2008 Hollands Midden

HOE VEILIG IS KATWIJK?

Veiligheidsmonitor 2011

Gemeente Tiel. Veiligheidsmonitor april 2014

Veiligheidsmonitor 2017 Gemeente Heusden

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM a

Tabel 3.1 Slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit onder burgers van 15 jaar en ouder, volgens de ESM*

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Cuijk. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten

Monitor Veiligheid en Leefomgeving

Criminaliteit en slachtofferschap

Integrale Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Boxmeer. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Integrale Veiligheidsmonitor 2011

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Gemeente Breda. Omgevingsmeting asielzoekerscentrum: nulmeting. Rapportage

Transcriptie:

Inleiding De integrale Veiligheidsmonitor (ivm) is een onderzoek naar criminaliteit, onveiligheid, buurtproblemen en het optreden van gemeente en politie. Dit onderzoek wordt op gemeentelijk en op landelijk niveau uitgevoerd (zie www.veiligheidsmonitor.nl). Ruim 198.000 Nederlanders hebben in het najaar van 2009 de vragenlijst ingevuld, waaronder ook veel Hilversummers. Doel Met de Integrale Veiligheidsmonitor worden onderzoeksgegevens op landelijk, regionaal en lokaal niveau eenduidig en onderling vergelijkbaar. Op die manier ontstaat een solide en gezamenlijke basis voor een (geïntegreerde) veiligheids- en leefbaarheidsaanpak op verschillende bestuurlijke niveaus. De Integrale Veiligheidsmonitor is daarmee ook een belangrijk hulpmiddel voor alle bestuurslagen bij het optimaliseren van het beleid. De rijksoverheid draagt zorg voor de uitvoering op landelijk niveau, politiekorpsen en individuele gemeenten zorgen voor de lokale uitvoering. Leeswijzer Alle teksten komen rechtstreeks van Internet waar de deelnemende overheidsorganisaties een speciale beveiligde website ter beschikking hebben om de uitkomsten te bekijken en nader te analyseren. Door de informatie in een normaal tekstbestand te zetten kan een ieder kennis nemen van de ongefilterde resultaten en gebruik maken van de eigen interpretatie. Keerzijde is wel dat de toegankelijkheid minder is vergeleken met een rapportage dat kritisch is bekeken op vormgeving, huisstijl en schriftelijke communicatie. Mede daarom is er een samenvatting gemaakt. Verder is er in dit rapport gekozen om Hilversum te vergelijken met Nederland. Uiteraard zijn er nog veel meer mogelijkheden, zoals het uitsplitsen naar leeftijd en andere achtergrondkenmerken of vergelijking met andere gemeenten, regio s, provincies etc. Maar omwille van de beknoptheid is er gekozen voor presentatie van de belangrijkste bevindingen. Voor meer informatie of specifieke wensen, zie de contactgegevens op de laatste bladzijde. Inhoudsopgave Leefbaarheid woonbuurt Mening over onderhoud, voorzieningen, buurtbewoners, onderling contact en woning. Actief in de buurt? Gaat de buurt er op vooruit? Blz. 4 Preventiemaatregelen Zijn er preventieve maatregelen getroffen: veiligheidssloten, buitenverlichting, rolluiken, alarminstallatie en gebruik fietsenstalling. Blz. 18 Contact politie en burgers Reden contact, oordeel politieoptreden, redenen ontevredenheid. Blz. 31 Beleving buurtproblemen Komen de volgende zaken vaak voor in de eigen buurt: rommel, hondenpoep, fietsendiefstal, auto-criminaliteit, woninginbraken, bedreigingen, drugsoverlast. Overlast van omwonenden jongeren, verkeer, horeca. Blz. 9 Slachtofferschap Inbraak, fietsendiefstal, autocriminaliteit, beroving, vernieling, seksuele delicten, mishandeling. Blz. 20 Functioneren politie Uitspraken over het functioneren van de poltite, beschikbaarheiden zichtbaarheid. Blz. 37 Onveiligheidsbeleving Voelt men zich onveilig in de buurt en 's avonds. Kans op slachtoffer van inbraak, mishandeling, diefstal. Onveilige plekken. Blz. 14 Aangiftegedrag Aangifte gedaan bij politie. Reden van aangifte. Wijze van aangifte. Redenen geen aangifte. Blz. 28 Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 1

Samenvatting Leefbaarheid woonbuurt Bewoners moeten zich in hun directe woonomgeving prettig en veilig kunnen voelen. Hiervoor moet de woonbuurt zowel op fysiek als sociaal vlak aan een aantal basisvoorwaarden voldoen. Voor de inwoners van Hilversum blijkt dat: Een ruime meerderheid van de Hilversummer tevreden is over de buitenverlichting. Verder is de meerderheid tevreden over het onderhoud van wegen, paden en pleintjes. De inwoners minder te spreken zijn over de aanwezigheid van voorzieningen voor jongeren. Een ruime meerderheid tevreden is op sociaal vlak (onder andere) prettig met elkaar omgaan, over de bevolkingssamenstelling en zich thuis voelen. Dit uit zich echter niet altijd uit in een actieve betrokkenheid bij de buurt(bewoners). Slechts een 16% zegt actief betrokken te zijn geweest bij verbeteringen in de woonomgeving. 65% vindt dat hun buurt er het afgelopen jaar niet op vooruit noch op achteruit is gegaan, maar gelijk is gebleven. Bewoners hun directe woonomgeving, de leefbaarheid en de veiligheid waarderen met een ruime voldoende. De woonomgeving krijgt zelfs een 7,4. Inwoners over de gemeente De inwoners vrij kritisch zijn over het functioneren van de gemeente. 50 % is van mening dat de gemeente de buurt goed informeert over leefbaarheid en veiligheid in de eigen omgeving. Slechts 26% is van mening dat de gemeente de afspraken nakomt. Van de inwoners uit Hilversum is 43% het ermee eens dat de gemeente goed bereikbaar is voor meldingen en klachten over de leefbaarheid en overlast in de buurt. Dit geldt ook voor de aandacht die de gemeente aandacht heeft voor deze onderwerpen. Toch heeft slechts 28% het idee dat de gemeente klachten reageert. De gemeente krijgt als totaalscore een 5,7. Beleving buurtproblemen Buurtproblemen uiten zich in vervelende voorvallen en misdrijven die in de directe leefomgeving voor kunnen komen. De belangrijkste conclusies per onderdeel zijn: Verloedering: meest genoemd is hondenpoep op straat. Inwoners van Hilversum ervaren dezelfde overlast door verloedering in hun buurt dan gemiddeld in Nederland. Overlast van groepen jongeren komt het meest voor (13%), gevolgd door dronken mensen op straat (8%). De score voor dreiging en sociale overlast in Hilversum komt overeen met het landelijk gemiddelde. Vermogensdelicten: slechts een klein gedeelte van de bewoners geeft aan dat inbraken (7%), beschadiging van auto s (11%) of diefstal uit auto s (6%) in hun buurt voorkomen. De inwoners ondervinden wel iets meer hinder van vermogensdelicten dan gemiddeld in Nederland. Verkeer: in Hilversum is er vooral overlast door te hard rijden (34%) en parkeeroverlast (33%). De mate van verkeersoverlast scoort hoger dan gemiddeld in Nederland. Wanneer inwoners vinden dat problemen met urgentie aangepakt moeten worden, zijn dat: te hard rijden (26%), parkeeroverlast (22%) en hondenpoep (20%). Deze prioriteiten scoren in Hilversum ook hoger dan in de rest van Nederland. Het belangrijkste veiligheidsprobleem is volgens bewoners overlast door jongeren (10%). Preventie Burgers kunnen zelf maatregelen nemen om hun woningen en bezittingen te beveiligen door middel van gedrag en ingrepen. Drie kwart van de bewoners zegt altijd waardevolle spullen mee te nemen uit de auto. 42% laat deze zelfs helemaal thuis. De helft van de Hilversummers laat het licht branden wanneer men niet thuis is. Veel mensen gebruiken veiligheidssloten (79%) en buitenverlichting (78%). De Hilversummers scoren iets lager op het nemen van preventiemaatregelen dan de gemiddelde Nederlander. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 2

Onveiligheidsgevoelens Onveiligheidsbeleving gaat over het gevoel van veiligheid dat inwoners hebben. De belangrijkste constateringen: Verreweg de meeste Hilversummers voelen zich zelden of nooit onveilig in hun gemeente (77%). Slechts 16% geeft aan zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt. De onveiligheidsgevoelens in Hilversum komen overeen met het landelijk gemiddelde. Inwoners voelen zich het vaakst onveilig op plekken waar groepen jongeren rondhangen (52%), gevolgd door gebieden rondom uitgaansgelegenheden (38%). Ook het centrum wordt genoemd (38%). Slechts weinig Hilversummers achten de kans (heel) groot dat zij slachtoffer worden van een inbraak (5%), diefstal van de portemonnee (4%) of mishandeling (1%). 1 op de 10 inwoners doet s avonds de deur niet meer open vanwege de veiligheid. De score van Hilversum op vermijdingsgedrag is echter erg laag te nomen en ligt ook nog onder het gemiddelde in Nederland Wanneer Hilversummers respectloos worden behandeld is dit in de meeste gevallen door onbekenden op straat (30%). Slachtofferschap In hoeverre zijn inwoners van Hilversum in de afgelopen 12 maanden daadwerkelijk slachtoffer van verschillende misdrijven? 1 op de 4 inwoners is eenmaal of vaker slachtoffer van criminaliteit geweest. Het gaat dan vooral om vandalisme (14%) en vermogensdelicten (14%). Een klein percentage meldt slachtofferschap van geweld (4%). Wat diefstal betreft scoort fietsendiefstal het hoogst: 7% (Nederland: 5%). Verder heeft 2% van de inwoners daadwerkelijk te maken gehad met een (poging tot) inbraak. Ook diefstal uit de auto (autokraak) komt niet vaak voor met een score van 2%. 13% van de inwoners kreeg te maken met vernielingen aan de auto of diefstal van iets van de buitenkant ervan (in Nederland 9%). 2% van de Hilversummers kreeg te maken met bedreiging (Nederland 4%). De meerderheid van de delicten vinden plaats in de eigen buurt (69%). Het aantal delicten per 100 inwoners is in Hilversum (49/100 inw.) hoger dan in Nederland (47/100 inw.) Inwoners over de politie Hoe denken de inwoners van Hilversum over het functioneren van de politie op het gebied van aangiftegedrag, contact met de politie en de wijze waarop de politie haar taken uitvoert? Verzekeringsredenen zijn een belangrijke reden om aangifte te doen (35%), net als de wens dat de dader gepakt moet worden (22%). 42% geeft aan dat het voorval niet belangrijk genoeg was om melding te doen, 28% is van mening dat het toch niet helpt om te melden. Hilversummers nemen vooral contact op met de politie door naar het politiebureau te gaan (54%). Over het algemeen zijn Hilversummers tevreden over het optreden van de politie bij het laatste contact (61%). Over het functioneren van de politie in de buurt is 44% tevreden. Een krappe minderheid vindt dat de politie hen serieus neemt (47%). Verder vindt 39% dat de politie haar best doet. Slechts 22% van de Hilversumse bevolking is van mening dat de politie te weinig bekeurt. Het totale functioneren van de politie wordt gewaardeerd met een schaalscore van 5,6. De beschikbaarheid van de politie wordt gewaardeerd met een score van 4,6. De Hilversumse bevolking is dus van mening dat de beschikbaarheid nog sterk verbeterd kan worden. Daarentegen is 62% van mening dat de politie benaderbaar is. Ook is een meerderheid van de bevolking het eens met de stelling dat de politie er voor je is en haar best doet als het erom gaat. De laagste score is voor het bestrijden van de criminaliteit. Slechts 22% is van mening dat de politie met succes de criminaliteit bestrijdt. Vergeleken met Nederland is in Hilversum het vertrouwen in de politie hoger en wordt de communicatie met de politie hoger gewaardeerd. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 3

1 Leefbaarheid In dit rapport staat de leefbaarheid van de woonomgeving centraal. Aan de respondenten is gevraagd hun mening te geven over de kwaliteit van de fysieke buurtvoorzieningen. Men kon het met de stellingen: "(helemaal) mee eens", "neutraal/geen mening" of "(helemaal) niet mee eens" zijn. Het gaat hierbij dus om een mening van de respondenten als buurtbewoner. Respondenten kunnen verschillende ideeën hebben over wat er tot hun "woonbuurt" wordt gerekend. Daarnaast is gevraagd naar de mate waarin burgers vinden dat zij zelf en anderen betrokken zijn bij hun woonbuurt. Deze mate van betrokkenheid speelt een rol in de kwaliteit van de sociale woonomgeving en de beleving van de veiligheid. In de ivm is een aantal vragen opgenomen over deze betrokkenheid in de vorm van stellingen waarvan de respondenten konden aangeven in hoeverre zij het hiermee eens waren. Ten slotte is aan de respondenten gevraagd hun mening te geven over het functioneren van de gemeente ten aanzien van het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid. 1.1 Fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen De ervaren aanwezigheid van goede fysieke voorzieningen in de buurt kan van invloed zijn op de beleving van veiligheid. Er zijn vijf stellingen aan de respondenten voorgelegd over fysieke collectieve voorzieningen in de buurt: wegen en paden zijn goed onderhouden; parken en plantsoenen zijn goed onderhouden; buiten is het goed verlicht; er zijn goede speelplekken voor kinderen; er zijn goede voorzieningen voor jongeren. Gemeente Hilversum het buiten goed verlicht is 81 73 wegen, paden en pleintjes goed onderhouden zijn 64 64 perken, plantsoenen en parken goed onderhouden zijn 63 64 speelplekken voor kinderen goed zijn 51 53 er goede voorzieningen voor jongeren zijn 22 19 Nederland Laag Hoog x - de waarde ligt onder de drempelwaarde Met de staven wordt de relatieve positie van het gekozen gebied t.o.v. het vergelijkingsgebied weergegeven. Dit is berekend met zogenaamde Z-scores, waarbij de waarden altijd liggen tussen -2,5 en +2,5. Hogere en lagere waarden worden afgekapt op deze grenzen. Een hoge waarde betekent niet altijd een negatieve of positieve afwijking. Om de waardering aan te geven zijn de staven gekleurd weergegeven: Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 4

In Hilversum is 81% het (helemaal) eens met de stelling dat 'het buiten goed verlicht is'. 64% vindt dat ten aanzien van de uitspraak 'wegen, paden en pleintjes goed onderhouden zijn' en 63% vindt dat van de stelling dat 'perken, plantsoenen en parken goed onderhouden zijn'. 51% vindt dat 'speelplekken voor kinderen goed zijn'. Van deze vormen van fysieke buurtvoorzieningen is een schaalscore berekend. Deze schaalscore loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat de voorzieningen goed zijn. De schaalscore bedraagt voor Hilversum 6,0 in vergelijking met een schaalscore voor Nederland van 5,9. 1.2 Kwaliteit sociale woonomgeving De kwaliteit van de sociale woonomgeving laat zien hoe de bewoners denken over de sociale samenhang en omgang tussen buurtbewoners. Dit heeft ook invloed op de beleving van de veiligheid. er een goede bevolkingssamenstelling is 72 71 mensen prettig met elkaar omgang 67 70 men zich thuis voelt in de buurt 60 64 er veel saamhorigheid in de buurt is 40 45 er veel contact tussen de buurtbewoners is 38 40 mensen elkaar nauwelijks kennen 32 26 In Hilversum is 72% het eens met de stelling dat 'de bevolkingssamenstelling goed is'. 67% vindt dat 'mensen op een prettige manier met elkaar omgaan' en 60% vindt dat 'zij zich thuis voelen in de buurt'. 40% vindt dat 'in de buurt veel saamhorigheid is' en 38% vindt dat 'zij veel contact met de buurtbewoners hebben'. Van deze vormen van sociale woonomgeving is een schaalscore berekend. Deze schaalscore loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat de voorzieningen goed zijn. De schaalscore bedraagt voor Hilversum 6,1 in voor Nederland is dat 6,3. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 5

1.3 Actief in woonomgeving De bewoners is gevraagd in hoeverre zij zelf actief bezig zijn geweest om de buurt te verbeteren. 16% van de bewoners zegt actief betrokken geweest te zijn bij de verbetering van de woonomgeving en 79% was niet betrokken. Actief: JA 16 17 Actief: NEE 79 77 Actief: WN/GM 6 6 1.4 Ontwikkeling woonomgeving Van de bewoners vindt 13% dat de ontwikkeling van de woonbuurt vooruitgegaan is en 18% dat deze achteruit is gegaan. 65% vindt dat de omgeving noch vooruit noch achteruit is gegaan. 4% heeft geen mening. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 6

Vooruit 13 14 Achteruit 18 15 Gelijk gebleven 65 67 WN/GM 4 4 1.5 Beoordeling woonomgeving Bewoners werd gevraagd om een rapportcijfer, oplopend van 0 tot en met 10, aan drie aspecten over de woonomgeving te geven: veiligheid, leefbaarheid, en de woonomgeving in het algemeen. Hoe hoger het rapportcijfer, hoe beter het aspect werd beoordeeld. Veiligheid 6,9 6,9 Leefbaarheid 7,3 7,3 Woonomgeving 7,4 7,4 De woonomgeving kreeg in Hilversum een rapportcijfer van 7,4. De veiligheid werd beoordeeld met een 6,9 en de leefbaarheid met een 7,3. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 7

1.6 Functioneren gemeente Aan de respondenten is gevraagd een oordeel te geven over het functioneren van de gemeente te beoordelen t.a.v. de verbetering van de leefbaarheid en veiligheid van de woonbuurt. Gemeente informeert 50 47 Gemeente heeft aandacht 43 49 Gemeente is bereikbaar voor klachten 43 50 Gemeente betrekt buurt erbij 38 40 Gemeente reageert op klachten 28 31 Gemeente komt afspraken na 26 25 50% is het (helemaal) eens met de stelling dat de 'gemeente de buurt goed informeert over leefbaarheid en veiligheid in de buurt'. 43% vindt dat de 'gemeente aandacht heeft voor verbetering van leefbaarheid en veiligheid in de buurt' en dat de 'gemeente bereikbaar is voor klachten over leefbaarheid en veiligheid in de buurt'. Met de stellingen dat de 'gemeente reageert op klachten over leefbaarheid en veiligheid in de buurt' en dat de 'gemeente haar afspraken nakomt over leefbaarheid en veiligheid in de buurt' zijn de bewoners het minder eens. Deze stellingen zijn met elkaar gecombineerd tot een schaalscore. Deze schaalscore loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat de gemeente goed functioneert. De schaalscore bedraagt voor Hilversum 5,7, voor Nederland is dat 5,6. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 8

2 Buurtproblemen In dit rapport gaat het over door de inwoners ervaren problemen in de buurt waar zij wonen. Van 25 problemen is gevraagd of die volgens de respondenten in hun eigen woonbuurt vaak, soms of (bijna) nooit voorkomen. Deze buurtproblemen kunnen in een aantal subgroepen worden onderscheiden, zoals fysieke verloedering, dreiging en sociale overlast, overlast van vermogensdelicten en verkeersoverlast. Ook is gevraagd welke van deze problemen volgens de respondenten met voorrang zouden moeten worden aangepakt. De mate waarin dergelijke problemen in de buurt worden ervaren kan een rol spelen bij de onveiligheidsgevoelens van burgers. Vergeleken met de VMR is dit onderwerp in de IVM aanzienlijk uitgebreid. In de VMR was het aantal voorgelegde buurtproblemen beperkt tot veertien, en werd niet gevraagd welke problemen volgens de respondenten met voorrang zouden moeten worden aangepakt. 2.1 Fysieke verloedering Een van de problemen waar een woonbuurt mee te maken kan hebben betreft de mate van (fysieke) verloedering in de buurt. In de IVM zijn daarvan - evenals in de VMR - vier verschillende vormen onderscheiden: bekladding van muren en gebouwen, rommel op straat, hondenpoep en vernieling van straatmeubilair. Onderstaande tabel laat zien in welke mate de verschillende vormen van verloedering als overlast worden ervaren. Hondenpoep 43 32 Rommel op straat 23 21 Vernieling van straatmeubilair 7 12 Bekladding van muren/gebouwen 5 8 x - de waarde ligt onder de drempelwaarde Met de staven wordt de relatieve positie van het gekozen gebied t.o.v. het vergelijkingsgebied weergegeven. Dit is berekend met zogenaamde Z-scores, waarbij de waarden altijd liggen tussen -2,5 en +2,5. Hogere en lagere waarden worden afgekapt op deze grenzen. Een hoge waarde betekent niet altijd een negatieve of positieve afwijking. Om de waardering aan te geven zijn de staven gekleurd weergegeven: De meest genoemde vorm van fysieke verloedering in Hilversum is 'Hondenpoep'. 23% noemt 'Rommel op straat' als vaak voorkomend probleem en 7% vindt dat van 'Vernieling van straatmeubilair'. 'Bekladding van muren/gebouwen' wordt met 5% het minst als vaak voorkomend probleem rond verloedering genoemd. Er is een schaalscore berekend voor de fysieke verloedering van de woonomgeving. Ook deze score varieert tussen 0 en 10. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer bewoners het gevoel hebben dat er sprake is van verloedering. De schaalscore bedraagt 3,6. Deze is gelijk aan de schaalscore voor Nederland (3,6). Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 9

2.2 Dreiging en sociale overlast In de IVM is ook gevraagd naar negen vormen van overlast in de buurt die in meer of mindere mate als bedreigend kunnen worden ervaren. Het gaat daarbij om dronken mensen op straat, mensen die op straat worden lastiggevallen, straatroof, drugsoverlast, overlast door groepen jongeren (deze vormen van overlast werden ook in de VMR gevraagd), geweldsdelicten, bedreiging, vrouwen en meisjes die worden nagefloten en jeugdcriminaliteit (de vier laatstgenoemde vormen zijn nieuw in de IVM). Vormen van dreigingen leveren een bijdrage aan onveiligheidsgevoelens van de bewoners. De verschillende vormen van dreigingen zijn hieronder weergegeven. Overlast groepen jongeren 13 12 Dronken mensen op straat 8 7 Jeugdcriminaliteit 4 5 Drugsoverlast 4 5 Bedreiging 2 2 Vrouwen nagefloten 2 3 Mensen op straat lastiggevallen 2 2 Gewelddelicten 1 2 Straatroof 0 1 De meest genoemde vorm van dreiging in Hilversum is 'Overlast groepen jongeren' met 13%. 8% noemt 'Dronken mensen op straat' als tweede vaak voorkomende oorzaak voor dreiging en 4% vindt dat van 'Jeugdcriminaliteit'. 'Mensen op straat lastiggevallen' en 'Gewelddelicten' worden het minst als problemen ervaren. Er is een schaalscore berekend Deze score varieert tussen 0 en 10. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer bewoners het gevoel hebben dat zij vaak te maken hebben met dreigingen in hun woonomgeving. De schaalscore in 2009 bedraagt 1,1. Deze is gelijk aan de schaalscore voor Nederland (1,1). Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 10

2.3 Overlast van vermogensdelicten In de IVM is anders dan in de VMR - ook gevraagd of bepaalde vermogensdelicten naar de mening van de inwoners vaak voorkomen in de buurt. Het betreft hier fietsendiefstal, diefstal uit auto s, autovandalisme (vernielingen aan of diefstal vanaf auto s) en inbraak in woningen. Vermogensdelicten kunnen in belangrijke mate bijdragen aan onveiligheidsgevoelens van de bewoners. Beschadiging auto 11 10 Inbraak won. 7 7 Fietsendiefstal 7 10 Diefstal uit auto 6 6 In 2009 wordt 'Beschadiging auto' het meest voorkomende vermogensdelict genoemd. 7% noemt 'Inbraak woning' als probleem en 7% vindt dat van 'Fietsendiefstal'. 'Diefstal uit auto' wordt met 6% het minst genoemd. De schaalscore loopt van 0 tot en met 10. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer bewoners problemen ervaren met vermogensdelicten. De schaalscore in 2009 bedraagt 2,8. Deze ligt hoger dan de schaalscore voor Nederland (2,7). 2.4 Verkeersoverlast De uitspraken over onderstaande vormen van overlast geven een beeld in hoeverre overlast van verkeer als een probleem in de woonbuurt wordt ervaren. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 11

Te hard rijden 34 32 Parkeeroverlast 33 24 Geluidsoverlast door verkeer 18 15 Agressief verkeersgedrag 13 12 In Hilversum is 'Te hard rijden' de meest gesignaleerde vorm van verkeersoverlast in de eigen woonbuurt. 34% vindt dat dit vaak voorkomt. 33% vindt 'Parkeeroverlast' een vaak voorkomend probleem en 18% vindt dat van 'Geluidsoverlast door verkeer'. 'Agressief verkeersgedrag' wordt door 13% als probleem ervaren. Van deze vormen van verkeersoverlast is een schaalscore berekend. Deze schaalscore loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat verkeersoverlast vaak voorkomt. De schaalscore voor verkeersoverlast in 2009 bedraagt voor Hilversum 4,1 in vergelijking met een schaalscore voor Nederland van 3,8. 2.5 Overige overlast In de IVM is van nog een aantal problemen nagegaan in hoeverre die volgens de inwoners in hun buurt voorkomen. Het gaat hier om overlast van omwonenden, andere vormen van geluidsoverlast, overlast van zwervers of daklozen en overlast van de horeca. Beide laatste vormen zijn nieuw in de IVM. Andere vormen geluidsoverlast 11 9 Dronken mensen op straat 8 7 Overlast door omwonenden 6 5 Overlast zwervers/daklozen 3 1 Overlast horecagelegenheden 2 2 In Hilversum is 'Andere vormen geluidsoverlast' naar verhouding de meest gesignaleerde vorm van overige overlast. In 2009 geeft 11% van de inwoners aan dat dit vaak in de buurt voorkomt. 'Dronken mensen op straat' en 'Overlast door omwonenden' zijn daarna de meest voorkomende vormen van overige overlast. 'Overlast zwervers/daklozen' wordt door 3% van de inwoners genoemd. 'Overlast horecagelegenheden' komt volgens inwoners in mindere mate voor. Uit antwoorden van de respondenten op het voorkomen van bepaalde vormen van overige overlast kan een schaalscore worden geconstrueerd. Deze schaalscore loopt van 0 tot en met 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze schaalscore, hoe meer inwoners het gevoel hebben dat overlast voorkomt. In 2009 bedraagt deze schaalscore voor overige overlast 1,5 in vergelijking met een schaalscore voor Nederland van 1,4. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 12

2.6 Belangrijkste problemen in de buurt Aan de respondenten in de IVM is gevraagd welke twee van de 25 voorgelegde en hierboven beschreven buurtproblemen zij het meest direct aangepakt zouden willen zien. De overlast die in Hilversum het meest als probleem wordt ervaren is 'Te hard rijden', 26% noemt dit als belangrijkste probleem. Daarna worden genoemd 'Parkeeroverlast' en 'Hondenpoep'. Ook 'Overlast jongeren' en 'Rommel op straat' zijn vaak genoemde problemen in de woonomgeving. In het referentiegebied Nederland zijn 'Te hard rijden', 'Hondenpoep' en 'Parkeeroverlast' de drie meest genoemde problemen. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 13

3 Onveiligheidsgevoelens Om de beleving van onveiligheid in kaart te brengen wordt in de ivm aan de respondenten een aantal vragen voorgelegd over door hen ervaren onveiligheidsgevoelens. Allereerst is gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt. Aan degenen die aangaven zich wel eens onveilig te voelen is vervolgens gevraagd of dat vaak, soms of (bijna) nooit het geval is. Van deze deelcategorieën wordt alleen de groep die zich vaak onveilig voelt apart beschreven. Daarnaast is aan alle respondenten gevraagd of zij bepaalde (vermeende) onveilige situaties vermijden door gedragsaanpassingen, zoals 's avonds de deur niet open doen voor onverwachte aanbellers. We spreken dan van vermijdingsgedrag. Ten slotte is ook gevraagd naar de gepercipieerde slachtofferkans van de respondenten voor bepaalde soorten delicten en is gekeken in hoeverre mensen zich door bepaalde groepen mensen vaak, soms of nooit respectloos behandeld voelen. 3.1 Onveiligheidsgevoelens Voelt zich wel eens onveilig 26 26 Voelt zich vaak onveilig 7 9 Voelt zich wel eens onveilig in eigen buurt 16 17 Voelt zich vaak onveilig in eigen buurt x 12 x - de waarde ligt onder de drempelwaarde Met de staven wordt de relatieve positie van het gekozen gebied t.o.v. het vergelijkingsgebied weergegeven. Dit is berekend met zogenaamde Z-scores, waarbij de waarden altijd liggen tussen -2,5 en +2,5. Hogere en lagere waarden worden afgekapt op deze grenzen. Een hoge waarde betekent niet altijd een negatieve of positieve afwijking. Om de waardering aan te geven zijn de staven gekleurd weergegeven: Volgens de ivm 2009 voelde zich in Hilversum 26% van de bevolking wel eens onveilig. 16% voelde zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Gemiddeld in Nederland voelde zich 26% van de inwoners wel eens onveilig en 17% voelde zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Van de mensen in Hilversum die in de enquête 2009 aangaven zich wel eens onveilig te voelen zei 7% zich vaak onveilig te voelen. In verhouding voelde zich in Nederland 9% vaak onveilig en 12% voelde zich vaak onveilig in de eigen buurt. Op basis van de onveiligheidsgevoelens en het vermijdingsgedrag van mensen is een schaalscore van 0 tot en met 10 berekend. Hoe hoger deze schaalscore, hoe hoger het onveiligheidsgevoel. De schaalscore voor Hilversum bedraagt 3,2. Deze is gelijk aan de schaalscore voor Nederland (3,2). Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 14

3.2 Onveilige plekken In de ivm is aan degenen die zich wel eens onveilig voelen ook gevraagd of zij zich wel eens onveilig voelen in bepaalde situaties, zoals in het openbaar vervoer, rondom uitgaansgelegenheden, of op plekken waar groepen jongeren rondhangen. Met 'wel eens' wordt bedoeld dat de respondenten aangeven zich vaak of soms onveilig voelen. op plekken waar jongeren rondhangen 52 46 rondom uitgaansgelegenheden 38 25 in het centrum 38 23 op het treinstation 35 26 in het openbaar vervoer 19 19 in het winkelgebied 18 15 in het eigen huis 8 7 In Hilversum geeft 52% aan zich wel eens onveilig te voelen 'op plekken waar jongeren rondhangen', terwijl 38% dat onveiligheidsgevoel heeft 'rondom uitgaansgelegenheden'. Daarnaast voelt men zich ook 'in het centrum' niet altijd veilig. 35% gaf aan zich wel eens onveilig te voelen 'op het treinstation' en 19% 'in het openbaar vervoer'. Het minst voelen mensen zich in Hilversum 'in het winkelgebied' en 'in het eigen huis' onveilig. Ook voor de beleving van onveilige plekken is een schaalscore van 0 tot en met 10 berekend. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer mensen zich op bepaalde plekken onveilig voelen. De schaalscore voor Hilversum bedraagt 2,3. Deze ligt hoger dan de schaalscore voor Nederland (1,8). Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 15

3.3 Gepercipieerde slachtofferkans In de ivm is het gepercipieerde slachtofferschap gemeten voor de kans om slachtoffer te kunnen worden van woninginbraak, portemonneediefstal of mishandeling. Woninginbraak 5 6 Portemonneediefstal 4 5 Mishandeling 1 2 In Hilversum geeft 5% aan dat zij de kans (heel) groot achten om slachtoffer te kunnen worden van 'Woninginbraak'. 4% denkt dat er een grote kans bestaat om slachtoffer te worden van 'Portemonneediefstal' en 1% vindt dat van de kans op 'Mishandeling'. 3.4 Vermijdingsgedrag In de ivm is ook gevraagd of men bepaalde situaties vermijdt vanwege een gevoel van onveiligheid, zoals het vermijden van bepaalde plekken in de woonplaats. Gemeente Hilversum niet open doen 's avonds 11 10 plekken omlopen of omrijden 4 4 hun kinderen toegang tot bepaalde plekken verbieden 3 4 zich niet op hun gemak voelen alleen thuis 3 2 zich onveilig voelt 's avonds op straat 2 4 Nederland Laag Hoog Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 16

11% van de mensen zegt in 2009 dat zij 'niet open doen 's avonds'. 4% geeft aan dat zij 'plekken omlopen of omrijden', terwijl 3% 'hun kinderen toegang tot bepaalde plekken verbieden'. Vermijdingsgedrag dat het minst wordt genoemd, is dat mensen 'zich niet op hun gemak voelen alleen thuis' en 'zich onveilig voelt 's avonds op straat'. De schaalscore voor het vermijdingsgedrag van bewoners loopt van 0 tot en met 10. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer mensen vermijdingsgedrag tonen. De schaalscore in Hilversum bedraagt 1,2. Deze ligt lager dan de schaalscore voor Nederland (1,4). 3.5 Respectloos gedrag In de IVM-2009 is onderzoek gedaan naar respectloos gedrag, dat wil zeggen gedrag dat volgens de respondenten de grenzen van goed fatsoen overschrijdt. Aan de respondenten is gevraagd of ze persoonlijk door een aantal specifieke personen of instanties respectloos zijn behandeld. Antwoordmogelijkheden zijn komt vaak voor, komt soms voor, komt zelden voor en komt nooit voor. De antwoordcategorieën komt vaak voor en komt soms voor zijn gegroepeerd onder komt wel eens voor. onbekenden op straat 30 27 personeel van winkels 20 19 onbekenden in het openbaar vervoer 19 19 personeel van overheidsinstanties 15 15 bekenden 6 7 30% van de mensen zegt door 'onbekenden op straat' vaak respectloos te worden behandeld. 20% zegt dit van 'personeel van winkels', en 19% voelt zich vaak door 'onbekenden in het openbaar vervoer' respectloos behandeld. Het minst ervaart men respectloos gedrag van 'personeel van overheidsinstanties' en 'bekenden'. De schaalscore voor het ervaren van respectloos gedrag loopt van 0 tot en met 10. Hoe hoger deze schaalscore, hoe meer mensen zich door anderen respectloos behandeld voelen. De schaalscore in Hilversum bedraagt 2,3. Deze is gelijk aan de schaalscore voor Nederland (2,3). Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 17

4 Preventiemaatregelen In dit rapport staat het preventiegedrag van burgers centraal. De burgers hebben immers een eigen verantwoordelijkheid in het voorkómen van slachtofferschap van criminaliteit. Hier komt aan de orde in hoeverre burgers thuis maatregelen tegen woninginbraak, diefstal van of uit de auto en fietsdiefstal hebben genomen. 4.1 Technopreventieve maatregelen Technopreventieve maatregelen zijn technische preventiemaatregelen, zoals het laten aanbrengen van een alarminstallatie of rolluiken. Veiligheidssloten 79 72 Buitenverlichting 78 80 Alarminstallatie 14 12 Rolluiken 6 16 De meest voorkomende maatregel is 'Veiligheidssloten' (79%). Daarnaast volgen de maatregelen 'Buitenverlichting' (78%) en 'Alarminstallatie' (14%). Het minst maken mensen gebruik van 'Rolluiken' (6%) als preventiemaatregel. 4.2 Sociopreventieve maatregelen Sociopreventieve maatregelen zijn preventiemaatregelen zoals het licht thuis laten branden of waardevolle spullen niet in de auto achterlaten. Het zijn maatregelen die criminaliteit moeten voorkomen door het benutten van het in de samenleving aanwezige potentieel aan informele sociale contacten. geen waardevolle spullen in de auto achterlaten 75 75 het licht laten branden 49 45 waardevolle spullen thuis laten 42 45 gebruik maken van de bewaakte fietsenstalling 36 41 De meest voorkomende sociopreventieve maatregel is 'geen waardevolle spullen in de auto achterlaten' (75%), gevolgd door de maatregel 'het licht laten branden' (49%) en 'waardevolle spullen thuis laten' (42%). Van de maatregel 'gebruik maken van de bewaakte fietsenstalling' (36%) wordt het minst gebruik gemaakt. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 18

4.3 Preventie totaal Op basis van de gevraagde preventiemaatregelen zijn schaalscores berekend. Deze geven het gemiddelde aantal aanwezige of getroffen preventiemaatregelen aan. Dus hoe hoger deze scores hoe meer maatregelen zijn genomen. Volgens de IVM-2009 bedraagt de techno-preventieve schaalscore 1,8 en de socio-preventieve schaalscore 2,0. De schaalscore 'preventie totaal' is de optelsom van beide voornoemde schaalscores en bedraagt 3,9. technopreventie 1,8 1,9 sociopreventie 2,0 2,1 preventie totaal 3,9 4,0 Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 19

5 Slachtofferschap In dit rapport staat de mate waarin de inwoners van Nederland als burger zijn geconfronteerd met diverse vormen van veel voorkomende criminaliteit centraal. Het gaat hierbij in de eerste plaats om slachtofferschap van delicten, uitgedrukt als het percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) dat in een periode van 12 maanden éénmaal of vaker is geconfronteerd met een of meer delicten, ongeacht de plaats waar en het aantal malen dat dit is gebeurd. Voor sommige vormen van criminaliteit is ook een nadere specificatie mogelijk naar specifieke groepen of objecten. Zo kan fietsdiefstal ook worden uitgedrukt ten opzichte van het aantal fietsbezitters en autodelicten ten opzichte van het aantal inwoners van 18 jaar en ouder of het aantal autogebruikers. Inbraken en pogingen daartoe kunnen behalve aan het aantal personen ook worden gerelateerd aan het aantal huishoudens. Slachtofferschap kan ook worden uitgedrukt in het aantal ondervonden delicten. Dit geeft weer hoe vaak de bevolking met delicten is geconfronteerd. Het aantal in Nederland ondervonden delicten biedt aanknopingspunten voor het opsporingsbeleid van politie en justitie. Anders dan bij slachtofferschap hebben de gegevens over ondervonden delicten alleen betrekking op voorvallen die in Nederland hebben plaatsgevonden. Voorvallen in het buitenland blijven daarbij dus buiten beschouwing. In de IVM worden veertien afzonderlijke delictsoorten onderscheiden. Door combinatie van de afzonderlijke soorten delicten kunnen gegevens voor alle delicten samen en voor delictgroepen worden vastgesteld. In de volgende paragrafen worden de delicten zoveel mogelijk besproken naar de indeling in gewelds-, vermogens- en vandalismedelicten. Deze indeling en combinatie van delictsoorten, die zoveel mogelijk aansluit op de (hoofd)groepenindeling in de Politiestatistiek, werd ook in de VMR gehanteerd. Ook voor alle delicten samen (waarbij de categorie overige delicten buiten beschouwing blijft) kan een beeld worden gegeven. Allereerst komt slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit aan de orde. Eerst wordt het totaalbeeld van alle delicten samen beschreven, gevolgd door een schets van de groepen van delicten en de afzonderlijke delictsoorten binnen die groep. Vervolgens wordt ingegaan op het aantal ondervonden delicten, waarbij dezelfde volgorde wordt aangehouden (totaal, delictsgroepen, afzonderlijke delictsoorten). Ten slotte wordt aandacht besteed aan de mogelijke relatie tussen slachtoffer en dader en aan de plaats (gemeente, locatie) waar het voorval plaastvond. Hoewel de inhoudelijke omschrijving van de delictsoorten en de combinatie in delictsgroepen in de IVM nauw aansluit op die in de VMR, is een directe vergelijking niet mogelijk, zowel vanwege de algemene methodologische veranderingen in de IVM als door specifieke wijzigingen in vervolgvragen rond slachtofferschap en delicten. Hoewel de inhoudelijke omschrijving van de delictsoorten en de combinatie in delictsgroepen in de IVM nauw aansluit op die in de VMR, is een directe vergelijking niet mogelijk, zowel vanwege de algemene methodologische veranderingen in de IVM als door specifieke wijzigingen in vervolgvragen rond slachtofferschap en delicten. 5.1 Persoonlijk slachtofferschap In deze paragraaf wordt een totaalbeeld geschetst van de criminaliteit voor zover de inwoners in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek persoonlijk slachtoffer zijn geweest van een of meer met name genoemde delicten. Het gaat daarbij om geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling en bedreiging), vermogensdelicten (inbraak of poging daartoe, fietsdiefstal, diefstal van of uit de auto, zakkenrollerij met of zonder gewelden overige diefstal), vandalismedelicten (beschadiging/diefstal vanaf de auto en overige vernielingen) en overige, niet nader gespecificeerde delicten. In de VMR werden vijftien afzonderlijke delictsoorten onderscheiden: dezelfde veertien delictsoorten als in de IVM plus doorrijden na een aanrijding (vervallen vanwege grote variatie en beperkte relevantie). 5.1.1 Slachtofferschap totaal Slachtofferschap totaal 26 27 Slachtofferschap geweldsdelicten 4 6 Slachtofferschap vermogensdelicten 14 13 Slachtofferschap vandalismedelicten 14 14 Van alle inwoners van Hilversum van 15 jaar en ouder werd volgens de IVM-2009 26% eenmaal of vaker slachtoffer van één of meer delicten. 4% werd slachtoffer van een 'Slachtofferschap geweldsdelicten' en 14% van een 'Slachtofferschap vermogensdelicten'. 14% werd slachtoffer van een 'Slachtofferschap vandalismedelicten'. In Nederland werd 27% van de inwoners van 15 jaar en ouder eenmaal of vaker slachtoffer van één of meer delicten. 6% werd slachtoffer van een 'Slachtofferschap geweldsdelicten' en 13% van een 'Slachtofferschap vermogensdelicten'. 14% werd slachtoffer van een 'Slachtofferschap vandalismedelicten'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 20

5.1.2 Slachtofferschap van geweldsdelicten bedreiging 2 4 sexuele mishandeling 1 1 mishandeling 1 1 Volgens de IVM-2009 werd 4% van alle inwoners in Hilversum slachtoffer van een of meer geweldsdelicten. In Nederland was dit percentage 6%. Met 2% komt 'bedreiging' in Hilversum daarvan het meeste voor. Van 'seksuele mishandeling' werd 1% slachtoffer en van 'mishandeling' werd 1% slachtoffer. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 21

5.1.3 Slachtofferschap van vermogensdelicten fietsdiefstal 7 5 overig diefstal 4 4 (poging tot) inbraak 2 3 diefstal uit auto 2 2 zakkenrollerij 2 2 autodiefstal 0 0 Volgens de IVM-2009 werd 13% van alle inwoners in Nederland slachtoffer van een of meer vermogensdelicten. In Hilversum was dit 14%. Met 7% komt 'fietsdiefstal' in Hilversum daarvan het meeste voor. Van 'overig diefstal' werd 4% slachtoffer en van '(poging tot) inbraak' werd 2% slachtoffer. Het minst werd men slachtoffer van 'zakkenrollerij' (2%) en van 'autodiefstal' (0%). 5.1.4 Slachtofferschap van vandalisme-delicten beschadiging/diefstal vanaf auto 13 9 overige vernielingen 4 7 Volgens de IVM-2009 werd 14% van alle inwoners in Hilversum slachtoffer van een of meer vandalismedelicten. Met 13% komt 'beschadiging/diefstal vanaf auto' daarvan het meeste voor. 4% werd slachtoffer van 'overige vernielingen'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 22

5.2 Ondervonden delicten totaal De mate waarin de bevolking met veel voorkomende criminaliteit wordt geconfronteerd blijkt niet alleen uit het aandeel dat zelf slachtoffer is geworden van delicten, maar ook uit het aantal voorvallen waarmee de bevolking wordt geconfronteerd. Hoewel gegevens over slachtofferschap en over ondervonden delicten in grote lijnen overeenkomen, hebben zij toch hun eigen karakteristiek. Iemand kan immers meer dan éénmaal slachtoffer worden van eenzelfde soort delict. In de IVM is per soort delict waarvan iemand sinds 1 januari van het voorgaande kalenderjaar slachtoffer is geweest, gevraagd in welk jaar en in welke maand het laatste en eventueel het voorlaatste voorval plaatsvond. Ook is per soort delict gevraagd hoe vaak hij of zij daarvan in totaal in de laatste twaalf maanden slachtoffer is geworden. Op basis van deze gegevens kan een verantwoorde schatting worden gemaakt van het aantal delicten dat de inwoners binnen 12 maanden in Nederland hebben ondervonden. delicten totaal 33.900 14.400 geweldsdelicten 5.200 2.800 vermogensdelicten 12.300 5.100 vandalismedelicten 16.400 6.500 De absolute aantallen in bovenstaande tabel geven voor het vergelijkingsgebied het gemiddelde van de gemeenten in dit gebied weer. Volgens de IVM-2009 werden de inwoners in twaalf maanden binnen Hilversum naar schatting geconfronteerd met 33.900 voorvallen. 5.200 voorvallen waren 'geweldsdelicten' en 12.300 voorvallen 'vermogensdelicten'. 16.400 voorvallen waren 'vandalismedelicten'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 23

5.2.1 Geweldsdelicten bedreiging 3.100 1.700 sexuele mishandeling 1.200 700 mishandeling 900 500 De absolute aantallen in de volgende tabel geven voor het vergelijkingsgebied het gemiddelde van de gemeenten in dit gebied weer. Volgens de IVM-2009 hadden de inwoners in Hilversum te maken met 5.200 geweldsvoorvallen. In Hilversum hebben 3.100 van de voorvallen te maken met 'bedreiging', 1.200 van de voorvallen met 'seksuele mishandeling' en 900 voorvallen met 'mishandeling'. 5.2.2 Vermogensdelicten Gemeente Hilversum Nederland slachtoffers fietsdiefstal - 12 mnd - excl. buitenland 5.600 2.000 slachtoffers overig diefstal - 12 mnd - excl. buitenland 3.100 1.300 delicten (poging)inbraak - excl. buitenland 1.300 600 slachtoffers diefstal uit auto - 12 mnd - excl. buitenland 1.100 600 zakkenrollerij met en zonder geweld - 12 mnd - excl. buitenland 1.100 500 slachtoffers autodiefstal - 12 mnd - excl. buitenland 100 100 Laag Hoog De absolute aantallen in bovenstaande tabel geven voor het vergelijkingsgebied het gemiddelde van de gemeenten in dit gebied weer. De inwoners in Hilversum hadden te maken met 12.300 vermogensvoorvallen. In Hilversum hebben 5.600 van de voorvallen te maken met 'slachtoffers fietsdiefstal - 12 mnd - excl. buitenland', 3.100 met 'slachtoffers overig diefstal - 12 mnd - excl. buitenland' en 1.300 met 'delicten (poging)inbraak - excl. buitenland'. Het minst had men te maken met 'zakkenrollerij met en zonder geweld - 12 mnd - excl. buitenland' en 'slachtoffers autodiefstal - 12 mnd - excl. buitenland'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 24

5.2.3 Vandalisme-delicten beschadiging/diefstal vanaf auto 12.900 3.600 overige vernielingen 3.500 2.800 De absolute aantallen in bovenstaande tabel geven voor het vergelijkingsgebied het gemiddelde van de gemeenten in dit gebied weer. De inwoners in Hilversum hadden te maken met 16.400 vandalismedelicten. Hiervan hebben 12.900 van de voorvallen te maken met 'beschadiging/diefstal vanaf auto' en 3.500 met 'overige vernielingen'. De absolute aantallen in bovenstaande tabel geven voor het vergelijkingsgebied het gemiddelde van de gemeenten in dit gebied weer. De inwoners in Hilversum hadden te maken met 16.400 vandalismedelicten. Hiervan hebben 12.900 van de voorvallen te maken met 'beschadiging/diefstal vanaf auto' en 3.500 met 'overige vernielingen'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 25

5.3 Bekendheid met daders In de IVM is aan slachtoffers van geweldsdelicten, zakkenrollerij met geweld, overige vernielingen en overige delicten bij elk laatste voorval gevraagd of zij de dader(s) kenden. De cijfers van Hilversum zijn bij dit onderdeel niet bekend, omdat ze onder de drempelwaarde vielen (indien een waarde onder de ingestelde drempelwaarde van 100 respondenten ligt wordt deze niet getoond, het gebruik van een drempelwaarde heeft te maken met het waarborgen van anonimiteit van de respondenten). 5.4 Plaats van het voorval In de IVM is - evenals in de VMR bij alle delictsoorten behalve (poging tot) inbraak gevraagd waar het laatste voorval plaatsvond. Hierbij is een onderscheid mogelijk naar de geografische locatie (eigen woonbuurt, elders in de eigen woongemeente, elders in Nederland, buitenland). Ook is aan de slachtoffers van zakkenrollerij, overige diefstal, overige vernielingen, geweldsdelicten en overige delicten gevraagd naar een nadere aanduiding van de pleegplek. De cijfers over de geografische locatie hebben betrekking op alle ondervonden delicten; informatie over de pleegplek is beperkt tot delicten die de slachtoffers in Nederland hebben ondervonden. in de eigen buurt 69 64 elders in de woongemeente 19 21 elders in Nederland 9 12 in het buitenland 2 2 in een onbekende locatie 1 1 Van alle ondervonden delicten afgezien van inbraken en pogingen daartoe - vindt volgens de IVM-2009 het overgrote deel (69%) plaats 'in de eigen buurt'. 19% vindt plaats 'elders in de woongemeente'. 9% overkomt de slachtoffers 'elders in Nederland', terwijl 2% van de door de inwoners ondervonden delicten 'in het buitenland' gebeurt. Van 1% is de geografische locatie 'in een onbekende locatie'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 26

Bijlage: delicten per 100 inwoners Delicten totaal (/100 inw) 49 47 Geweldsdelicten (/100 inw) 8 9 Vermogensdelicten (/100 inw) 18 17 Vandalismedelicten (/100 inw) 24 21 Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 27

6 Melding en aangifte van misdrijven In dit rapport komen de contacten tussen de politie en slachtoffers van delicten aan de orde. Daarbij wordt een beeld geschetst van het aangiftegedrag van de bevolking. Slechts een deel van de door de bevolking ondervonden delicten wordt door de politie geregistreerd. Allereerst worden de meeste voorvallen om wat voor reden dan ook niet bij de politie bekend gemaakt. Maar ook van de voorvallen die wel bekend of gemeld zijn (door melding namens het slachtoffer of door de politie zelf ontdekt), komen alleen die delicten in de politieregistratie terecht waarvan een ondertekende aangifte is gedaan en die vervolgens correct en eenduidig in de politiesystemen zijn verwerkt. Ook kan aangifte via internet worden gedaan. Mogelijk worden deze elektronische aangiften niet voor alle soorten delicten en binnen alle politieregio's volledig in de politieregistraties verwerkt. In dit rapport staan de meldingsbereidheid en aangiftebereidheid centraal. Ook wordt aandacht besteed aan de redenen waarom slachtoffers wel of geen aangifte doen van delicten. In de ivm is melding en aangifte per soort alleen van het meest recente delict bekend: voor de overige delicten wordt eenzelfde meldings- en aangiftegedrag verondersteld. Verder zijn deze gegevens beperkt tot delicten die slachtoffers in Nederland zijn overkomen. 6.1 Melding en aangifte In deze paragraaf wordt ingegaan op de meldingsbereidheid en aangiftebereidheid van slachtoffers van delicten. Van een melding is sprake als het delict door of namens het slachtoffer is gemeld bij de politie. Aangifte kan worden gedaan door het ondertekenen van een schriftelijke verklaring of proces-verbaal. Maar ook worden steeds meer aangiftes via internet gedaan. Omdat bij deze laatste manier van melden geen ondertekening plaatsvindt, worden beide aangiftesoorten ook afzonderlijk weergegeven. Volgens de IVM wordt 27 procent van de delicten aangegeven bij de politie. Alle meldingen die via internet zijn gedaan zijn hier als daadwerkelijke aangifte beschouwd. Van de delicten is 0% via internet gemeld bij de politie, bij 45 (5,6)% is een document ondertekend. De cijfers van Hilversum zijn bij dit onderdeel niet bekend, omdat ze onder de drempelwaarde vielen (indien een waarde onder de ingestelde drempelwaarde ligt wordt deze niet getoond, het gebruik van een drempelwaarde heeft te maken met het waarborgen van anonimiteit van de respondenten). 6.2 Wijze van melden Mensen kunnen op verschillenden manier contact opnemen met de politie om een melding te doen, bijvoorbeeld telefonisch of via Internet. Voor zover het laatste delict bij de politie bekend is, is per soort delict aan de slachtoffers gevraagd naar de manier waarop dit bij de politie is gemeld. Hierbij wordt verondersteld dat dit bij de voorgaande gevraagde delicten op dezelfde manier is gebeurd. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 28

Gemeente Hilversum Nederland Politiebureau 54 (5,6) 36 (0,2) Algemene nummer (0900 8844) 27 (4,9) 21 (0,2) Alarmnummer (112) 10 (3,4) 5 (0,1) Telefonisch andere nummer 9 (3,3) 4 (0,1) Anders 0 3 (0,1) Internet 0 26 (0,2) Agent op straat 0 2 (0,1) In Hilversum maken de meeste mensen gebruik van 'Politiebureau' om in contact te komen met de politie. Daarnaast nemen mensen ook vaak contact op via 'Algemene nummer (0900 8844)' en 'Alarmnummer (112)'. Het minst wordt met de politie middels 'Agent op straat' contact opgenomen. 6.3 Reden (niet-)melding Er zijn verschillende beweegredenen waarom mensen wel of niet melding doen van ondervonden delicten. Reden melding Gemeente Hilversum Nederland om verzekeringsredenen 35 23 dader moet gepakt worden 22 16 andere redenen 19 7 vond dat politie dit moest weten 13 25 vond het mijn plicht 11 9 om gestolen goederen terug te krijgen 0 18 Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 29

Reden niet-melding Gemeente Hilversum het was niet zo belangrijk 42 27 helpt toch niet 28 36 dat is geen zaak voor de politie 14 15 het is opgelost 9 8 andere redenen 7 12 dan volgen er misschien represailles 0 1 Nederland Vooral redenen, zoals 'om verzekeringsredenen' en 'dader moet gepakt worden' worden genoemd waarom men in Hilversum wel melding heeft gedaan bij de politie. Redenen, zoals 'het was niet zo belangrijk' en 'helpt toch niet' zijn juist beweegredenen die mensen tegenhouden om melding te doen. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 30

7 Contacten tussen politie en burgers In dit rapport wordt ingegaan op de contacten met de politie in het algemeen. Inwoners kunnen immers om verschillende redenen contact hebben met de politie. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een delict te melden of aan te geven, maar ook vanwege verkeerszaken, hulpvragen en openbare orde- en veiligheidsproblemen. Eerst komt de omvang en aard van de politiecontacten aan de orde. Aangifte vanwege slachtofferschap van een delict is hierbij ook meegerekend, voor zover het gaat om het laatste contact. Verder wordt aandacht besteed aan de tevredenheid van de burgers over hun contact met de politie. Ten slotte wordt ingegaan op de redenen waarom niet alle burgers tevreden zijn over hun politiecontacten. Het gaat in dit hoofdstuk uitsluitend om contacten met de politie in de eigen woongemeente. 7.1 Contact met de politie Van de inwoners in Hilversum heeft 39% volgens de ivm in de voorgaande 12 maanden om een of andere reden contact gehad met de politie in vergelijking met 32% in Nederland. 7.2 Aard van het contact Aan degenen die contact hebben gehad met de politie is gevraagd wat de reden was van het laatste contact. De contacten kunnen worden ingedeeld in drie groepen: handhaving door politie, aangifte of melding door burgers, en andere contacten. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 31

een handhaving 25 26 een aangifte/melding 41 35 een ander contact 36 40 In Hilversum heeft 25% van alle (laatste) contacten volgens de ivm betrekking op 'een handhaving', 41% op 'een aangifte/melding' en 36% op 'een ander contact'. Handhaving Bij handhaving gaat het initiatief uit van de politie. Het gaat daarbij om contacten in verband met bekeuringen, waarschuwingen en controle door de politie. bekeuring 18 15 waarschuwing 3 4 controle door politie 3 6 In Hilversum heeft 25% van alle (laatste) contacten volgens de ivm betrekking op de handhavingstaak van de politie in vergelijking met 26% in Nederland. Hiervan heeft 18% te maken met een 'bekeuring', 3% met een 'waarschuwing' en 3% met een 'controle door politie'. Aangifte/Melding Bij aangifte of melding gaat het om contacten vanwege aangifte van eigen slachtofferschap van een delict, vanwege het melden van een verdachte situatie, of vanwege het getuige geweest zijn van een misdrijf. een melding verdachte situatie 17 13 een aangifte met ondertekend document 9 14 een aangifte via internet 6 4 een melding ongeval 6 3 een oproep als getuige 2 2 36% van alle (laatste) contacten heeft contact met de politie gehad vanwege een aangifte of melding. 17% van de contacten met de politie betreft 'een melding verdachte situatie'; 9% van de contacten heeft te maken met 'een aangifte met ondertekend document'. Het percentage contacten vanwege 'een aangifte via internet' is 6% en het percentage vanwege 'een melding ongeval' is 6%. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 32

Andere contacten Van alle (laatste) contacten met de politie had volgens de ivm 36% betrekking op andere contacten, d.w.z. anders dan die vanwege handhaving of aangifte en melding. overige contacten 19 28 een hulpvraag 10 6 een informatie en advies 6 4 een vergunningaanvraag 1 1 een voorlichting/open dag 0 1 19% van de contacten met de politie heeft te maken met 'overige contacten'; 10% van de contacten heeft te maken met 'een hulpvraag' en 6% benaderde de politie voor 'een informatie en advies'. Het percentage contacten vanwege 'een vergunningaanvraag' is 1% en 0% had contact met de politie vanwege 'een voorlichting/open dag'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 33

Overige contacten Anders/Onbekend 8 15 Verloren/gevonden voorwerp 5 5 Sociaal contact 4 6 Melding feest 2 0 Klacht politieoptreden 0 1 Burgernet 0 1 De overige contacten hebben te maken met 8% contacten vanwege 'Anders/Onbekend', 5% heeft te maken met 'Verloren/gevonden voorwerp' en 4% heeft contact gezocht vanwege 'Sociaal contact'. Mensen hebben ook contact met de politie opgenomen voor 'Melding feest' (2%) of 'Klacht politieoptreden' (0%) en tot slot heeft 0% contact gezocht vanwege 'Burgernet'. 7.3 Tevredenheid over optreden politie Aan burgers die in de onderzochte periode contact hadden met de politie is gevraagd naar hun tevredenheid over het politieoptreden bij het laatste contact. In 2009 is 61% van de inwoners die contact hadden met de politie tevreden of zeer tevreden over het optreden van de politie. 25% is ontevreden of zeer ontevreden over het politieoptreden tijdens dit laatste contact. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 34

7.4 Redenen voor ontevredenheid Aan de respondenten die aangaven dat zij ontevreden of zeer ontevreden waren over het optreden van de politie (25%) is gevraagd naar hun redenen hiervoor. Deze redenen kunnen onder meer liggen in de beschikbaarheid van de politie, in het optreden van de politie, of in het resultaat van het contact. Beschikbaarheid Voor de ontevredenheid over de bereikbaarheid of komst van de politie waren de belangrijkste redenen: 'politie deed niets/weinig' (27%) en 'politie was te laat' (24%). politie deed niets/weinig 27 33 politie was te laat 24 21 politie kwam niet 11 11 Optreden De belangrijkste reden van ontevredenheid over het optreden van de politie was 'politie trad niet efficiënt op' (29%). Ook vaak werden genoemd: 'politie kon niets doen' (20%) en 'politie had onvoldoende tijd/aandacht' (16%). Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 35

politie trad niet efficiënt op 29 27 politie kon niets doen 20 16 politie had onvoldoende tijd/aandacht 16 20 politie gaf onvoldoende informatie 14 16 politie was onverschillig 13 26 Resultaat Bij de redenen van ontevredenheid vanwege het resultaat noemden 25% dat 'Politie gaf geen bericht over afloop', gevolgd door 'Politie heeft probleem niet opgelost' met 25%. Politie gaf geen bericht over afloop 25 25 Politie heeft probleem niet opgelost 25 29 x - de waarde ligt onder de drempelwaarde Met de staven wordt de relatieve positie van het gekozen gebied t.o.v. het vergelijkingsgebied weergegeven. Dit is berekend met zogenaamde Z-scores, waarbij de waarden altijd liggen tussen -2,5 en +2,5. Hogere en lagere waarden worden afgekapt op deze grenzen. Een hoge waarde betekent niet altijd een negatieve of positieve afwijking. Om de waardering aan te geven zijn de staven gekleurd weergegeven: Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 36

8 Functioneren politie In de andere rapporten stonden de ervaringen centraal van respondenten die daadwerkelijk met de politie te maken hebben gehad centraal. Maar ook burgers die geen contact met de politie hebben gehad, kunnen een oordeel hebben over de politie. In dit rapport komt eerst het oordeel over het totale functioneren van de politie aan de orde. Vervolgens wordt ingegaan op het oordeel over de beschikbaarheid en de zichtbaarheid van de politie in de buurt. Daarna volgt het functioneren en het optreden van de politie in de buurt. 8.1 Functioneren van de politie In de ivm is aan de respondenten een oordeel gevraagd over hun tevredenheid over het totale functioneren van de politie in de buurt. Volgens dit onderzoek is 44% van alle inwoners tevreden of zeer tevreden over het totale functioneren van de politie in de buurt. 8% daarentegen is ontevreden of zeer ontevreden. In het vergelijkingsgebied Nederland is 41% tevreden tot zeer tevreden en 13% ontevreden tot zeer ontevreden. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 37

politie neemt je serieus 47 43 politie doet haar best 39 34 politie biedt bescherming 33 32 politie reageert op problemen 33 33 politie pakt zaken efficiënt aan 23 19 politie heeft contact met bewoners 23 16 politie bekeurt te weinig 22 24 De respondenten is een aantal stellingen voorgelegd over het functioneren van de politie in de buurt. In 2009 is 47% van de inwoners het eens met de stelling 'politie neemt je serieus'. Daarnaast is 39% het eens met de stelling 'politie doet haar best' en 33% met de uitspraak 'politie biedt bescherming'. 33% van de ondervraagden geeft aan eens te zijn met de stelling 'politie reageert op problemen', terwijl 23% de stelling 'politie pakt zaken efficiënt aan' onderschrijft. Het minst zijn mensen het eens met de stellingen 'politie heeft contact met bewoners' en 'politie bekeurt te weinig'. Van een aantal stellingen is een schaalscore berekend. Deze schaalscore loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat de politie goed functioneert. De schaalscore in 2009 bedraagt voor Hilversum 5,6 in vergelijking met een schaalscore voor Nederland van 5,2. 8.2 Beschikbaarheid van de politie Het oordeel over de beschikbaarheid van de politie is gemeten door aan de respondenten te vragen in hoeverre zij het eens of oneens zijn met een aantal uitspraken. Deze stellingen zijn negatief geformuleerd; hoe meer men het met een stelling eens is, hoe minder positief men dus denkt over de beschikbaarheid van de politie. men de politie te weinig ziet 45 51 politie te weinig uit auto komt 38 41 politie te weinig aanspreekbaar is 30 36 politie te weinig tijd heeft 24 29 politie niet snel komt 13 19 45% vindt dat 'men de politie te weinig ziet' en 38% geeft aan dat 'politie te weinig uit auto komt'. Daarnaast is 30% van mening dat 'politie te weinig aanspreekbaar is' en 24% noemd het feit dat 'politie te weinig tijd heeft' als probleem. Ten slotte is 13% van mening dat 'politie niet snel komt'. Er is een schaalscore berekend voor de ondervonden beschikbaarheid van de politie. Deze schaalscore loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat de politie goed beschikbaar is. De schaalscore in 2009 bedraagt voor Hilversum 4,6 in vergelijking met een schaalscore voor Nederland van 4,3. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 38

8.3 Overige aspecten Aan de respondenten zijn nog enkele andere stellingen voorgelegd met betrekking tot het optreden en functioneren van de politie. politie is benaderbaar 62 53 politie is er voor je als het erom gaat 59 49 politie doet haar best als het erom gaat 59 53 politie wil contact met burger 36 31 politie weet boeven te vangen 34 32 politie houdt rekening met samenleving 34 30 politie informeert burger 30 29 politie werkt goed samen met bewoners 28 23 politie bestrijdt met succes criminaliteit 22 19 In Hilversum is 62% van de inwoners het eens met de stelling 'politie is benaderbaar', 59% vindt dat van de uitspraak 'politie is er voor je als het erom gaat' en 59% vindt dat over de stelling 'politie doet haar best als het erom gaat'. Het minst zijn mensen het eens met de stellingen 'politie werkt goed samen met bewoners' en 'politie bestrijdt met succes criminaliteit'. Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 39

8.4 Schaalscores functioneren van de politie Voor het functioneren van de politie zijn verschillende schaalscores berekend op basis van de antwoorden op diverse stellingen. Hoe hoger deze scores, hoe meer men tevreden is over het optreden van de politie in de buurt. Vertrouwen in de politie De schaalscore over het vertrouwen in de politie loopt van 0 tot 10. Hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vertrouwen hebben in de politie. De schaalscore in 2009 bedraagt voor Hilversum 6,6 en is hoger dan de schaalscore voor Nederland van 6,3. Politie als crimefighter De schaalscore 'politie als crimefighter' loopt ook van 0 tot 10 en ook hiervoor geldt: hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners van mening zijn dat de politie een 'crimefighter' is. De schaalscore in 2009 bedraagt voor Hilversum 5,3 in vergelijking met een schaalscore voor Nederland van 5,1. Wederkerigheid politie - burgers De wederkerigheid tussen politie en burgers kan ook in een schaalscore lopend van 0 tot 10 worden uitgedrukt. Hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat er sprake is van wederkerigheid tussen de politie en de burgers. De schaalscore in 2009 bedraagt voor Hilversum 5,5, en is hoger dan de schaalscore voor Nederland (5,2). Communicatie politie - burgers Ten slotte is er een schaalscore berekend voor de communicatie tussen politie en burgers (lopend van 0 tot 10). Hoe hoger deze waarde, hoe meer inwoners vinden dat er sprake is van goede communicatie tussen de politie en de burgers. De schaalscore in 2009 bedraagt voor Hilversum 5,9 en ligt hoger dan de schaalscore voor Nederland van 5,6. CONTACTGEGEVENS VOOR MEER INFORMATIE Gemeente Hilversum, afd. Algemene bestuurszaken, sectie Algemene Kabinetszaken Postbus 9900, 1201 GM te Hilversum Openbare Orde en veiligheid drs. C.J. Kokkeler (035) 629 2349 veilig@hilversum.nl Hilversum en resultaten 2009 Integrale Veiligheidsmonitor Blz. 40