Natuur & Techniek het broeikaseffect Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Broeikaseffect In deze les staan de volgende hogere- orde denkvragen centraal: 1. Hoe zou je het broeikaseffect kunnen verminderen of zelfs laten stoppen? 2. Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect in de verschillende werelddelen? Benoem de verschillen en overeenkomsten. Eisen 1. Onderzoek wat het broeikaseffect inhoudt en bedenk minimaal twee oplossingen over hoe je dit effect zou kunnen verminderen. 2. Kies twee werelddelen uit en geef aan wat de gevolgen zijn van het broeikaseffect in deze werelddelen. Benoem minimaal vijf overeenkomsten en verschillen tussen beide werelddelen. Wat doe je als leerkracht? Introduceren thema Broeikaseffect In dit thema maken kinderen kennis met het broeikaseffect. Wat houdt het in, hoe is het ontstaan en wat zijn de gevolgen? Startopdracht Er wordt een filmpje over de verandering van het klimaat gekeken. http://bit.ly/1vqs19u De leerkracht voert samen met de klas een kringgesprek over klimaatverandering. Wat weten ze hier al over? Welke oorzaken zouden hieronder liggen? Wat merken ze hiervan? Zou dat anders zijn dan in een ander gebied op de wereld? 1
Verkennen De kinderen werken hun uitgekozen vraag uit in een presentatie. De vorm (Prezi, PowerPoint, muurkrant) mogen ze zelf kiezen. Laat de kinderen een vorm van presenteren kiezen die goed bij hen en bij de gekozen vraag past. Aanrommelen Voorkennis activeren Trechteren Aanrommelen Laat de kinderen in verschillende bronnen (boeken, filmpjes, internet) het onderwerp verkennen. Wat weten ze al over het broeikaseffect? Wanneer is het ontstaan? Wat zijn de effecten? Voorkennis activeren Stel dat je straks wordt geïnterviewd op televisie over je kennis van het broeikaseffect. Bedenk in tweetallen 5 vragen die ze je op de televisie kunnen stellen over dit onderwerp. Op welke vragen zou je het antwoord weten en op welke niet? Trechteren De leerkracht helpt de kinderen zich te richten op de hogere orde denkvragen. Laat hen die onderdelen uit het interview omcirkelen die te maken hebben met een van de vragen. Als kinderen goede eigen hogere orde denkvragen stellen, worden deze gehonoreerd. Wel moet de leerkracht kritisch kijken of deze vragen onderzoekbaar zijn. 2
Opzetten onderzoek / Concepten uitwerken en selecteren Kiezen hogere orde denkvraag Bedenken van deelvragen Maken van de planning 1. Kiezen hogere orde denkvraag De kinderen kiezen een hogere orde denkvraag. De kinderen kunnen er voor kiezen om in tweetallen of in een groepje te gaan werken. 2. Invullen planningsdocument (zie bijlage) en opstellen deelvragen De kinderen vullen het planningsdocument van hun onderzoek in. Ze bedenken deelvragen die bij hun hogere orde denkvraag passen. De leerkracht loopt rond en begeleid de kinderen bij het invullen van het planningsdocument en het bedenken van deelvragen. Mogelijke deelvragen om de hogere orde denkvraag te beantwoorden zijn: Hoe zou je het broeikaseffect kunnen verminderen of zelfs laten stoppen? Wat houdt het broeikaseffect in? Waardoor wordt het broeikaseffect veroorzaakt? Wie hebben er invloed op het broeikaseffect? Welke positieve kanten zitten er aan het broeikaseffect? Welke negatieve punten zitten er aan het broeikaseffect? Is het effect overal in de wereld hetzelfde? Wat wordt er gedaan om het broeikaseffect te verminderen? 3
Uitvoeren onderzoek / Prototype maken Nadat de groepjes hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. Zoeken naar antwoorden op de deelvragen Deelvragen beantwoorden Werken aan de presentatie Mogelijke bronnen: Methoden, internet, boeken uit de bibliotheek Broeikaseffect http://bit.ly/1qf4hxm Klimaatverandering http://schooltv.nl/video/het-klokhuis-klimaatsverandering/ Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in gevolgen van het broeikaseffect in de verschillende werelddelen? Wat houdt het broeikaseffect in? Waardoor wordt het broeikaseffect veroorzaakt? Wie hebben er invloed op het broeikaseffect? Is het effect overal in de wereld hetzelfde? Wat zijn de positieve en negatieve effecten per werelddeel? Wat wordt er per werelddeel gedaan om het broeikaseffect te verminderen? Nadat de kinderen hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. De leerkracht begeleidt de kinderen door regelmatig langs te lopen en door gerichte vragen te stellen. Hij geeft tussentijds feedback en laat kinderen samen nadenken en discussiëren of ideeën te onderzoeken en uit te voeren zijn. De leerkracht spreekt met de kinderen af dat hij tussentijds regelmatig het werk wil zien om feedback te geven. Een optie is om vaste momenten in te plannen voor de kinderen. Spreek af wat de kinderen laten zien. Houden ze zich aan de planning? Waar lopen ze tegenaan? 4
Concluderen/ Testen en optimaliseren Presenteren Samenvatten en uitwerken van de hogere orde denkvraag Presentatie geven aan de klas. Kinderen stellen vragen en geven tips en tops aan elkaar. Aan het einde van het onderzoeksproces verwerken de kinderen hun bevindingen en antwoorden op hun deelvragen. Vanuit de beantwoording van de deelvragen zoeken ze naar het antwoord op de overkoepelende hogere orde denkvraag. Dit antwoord wordt uitgewerkt in een presentatie voor de klas (met onderbouwing vanuit de beantwoording van de deelvragen). Bij de presentatie wordt beoordeeld op: Het maken van een haalbare planning Het beantwoorden van de hogere orde denkvraag De samenwerking Het presenteren en beantwoorden van de vragen van andere kinderen Doorzetten en omgaan met iets wat moeilijk of lastig was. Als kinderen hebben samengewerkt moet de input van beide zichtbaar zijn tijdens de presentatie. De presentatie wordt aan de hele klas gegeven, zodat opgedane kennis wordt gedeeld. De presentatie mag maximaal 5 á 10 minuten duren. Na de presentatie kunnen de andere kinderen nog vragen stellen. Vervolgens geven ze de kinderen tips en tops. 5
Verdiepen verbreden Invullen evaluatieformulier De kinderen vullen hun eigen evaluatieformulier in (zie bijlage). Wat heb je geleerd? Wat vind je leuk? Wat vind je goed gelukt/ ben je trots op? Wat zou je anders hebben gedaan? Het evaluatieformulier wordt ingeleverd en de leerkracht geeft een korte reflectie vanuit zijn/haar perspectief op het proces en product. Eventueel een beoordeling/cijfer. 6