de koude oorlog geschiedenis Tijdens de Koude Oorlog stonden er twee grote machtsblokken kinderen. Maak dan gebruik van het werkboekje (zie bijlage).

Transcriptie

1 geschiedenis de koude oorlog Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Koude Oorlog In dit thema staat de volgende hogere orde denkvraag centraal: Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen het Kapitalisme en het Communisme, gerelateerd aan de tijd van de Koude Oorlog? Wat zijn de consequenties van het Communisme / Kapitalisme? Geef op basis van de gevonden informatie aan bij wie jij je zou aansluiten en waarom. Eisen Onderzoek wat de Koude Oorlog inhield en beschrijf minimaal drie verschillen en overeenkomsten tussen het Communisme en het Kapitalisme. Ga ook in op de consequenties voor de mensen die in deze gebieden woonden. Geef tot slot aan bij wie jij je zou aansluiten. Onderbouw dit met minimaal drie argumenten. Wat doe je als leerkracht? Introduceren thema Koude Oorlog In dit thema wordt aandacht besteed aan de Koude Oorlog en een vergelijking getrokken tussen het Kapitalisme en het Communisme. Let op: Deze les kan ook zelfstandig worden uitgevoerd door kinderen. Maak dan gebruik van het werkboekje (zie bijlage). Startopdracht Tijdens de Koude Oorlog stonden er twee grote machtsblokken tegenover elkaar. Het Kapitalisme en het Communisme. Bekijk het volgende filmpje met de kinderen en besteed aandacht aan de begrippen die in het filmpje worden genoemd. 1

2 Verkennen De kinderen werken hun uitgekozen vraag uit in een presentatie. De vorm (Prezi, PowerPoint, muurkrant) mogen ze zelf kiezen. Laat de kinderen een vorm van presenteren kiezen die goed bij hen en bij de gekozen vraag past. Aanrommelen Voorkennis activeren Aanrommelen Er zijn veel dingen waarin het Kapitalisme en het Communisme van elkaar verschillen. Laat de kinderen informatie opzoeken over beide stromingen op internet, in boeken en filmpjes. Voorkennis ophalen Laat de kinderen opzoeken wat onderstaande begrippen betekenen en in hun eigen woorden omschrijven: Democratie Warschaupact BDR NAVO Oost-Duitsland Planeconomie DDR West-Duitsland Dictatuur Markteconomie 2

3 Opzetten onderzoek / Concepten uitwerken en selecteren Trechteren Kiezen hogere orde denkvraag Bedenken deelvragen Laat de kinderen bij de begrippen democratie, dictatuur, planeconomie en markteconomie ook de voor en nadelen beschrijven. Dit mogen ze opzoeken. Trechteren De leerkracht helpt de kinderen zich te richten op de hogere orde denkvraag. Laat hen die onderdelen uit de mindmap omcirkelen die te maken hebben met hun hogere orde denkvraag. Als kinderen goede eigen hogere orde denkvragen stellen, worden deze gehonoreerd. Wel moet de leerkracht kritisch kijken of deze vragen onderzoekbaar zijn. 1. Kiezen hogere orde denkvraag De kinderen verkennen de hogere orde denkvraag. De kinderen kunnen er voor kiezen om in tweetallen of in een groepje te gaan werken. 2. Invullen planningsdocument (zie bijlage) en opstellen deelvragen De kinderen vullen het planningsdocument van hun onderzoek in. Ze bedenken deelvragen die bij hun hogere orde denkvraag passen. De leerkracht loopt rond en begeleidt de kinderen bij het invullen van het planningsdocument en het bedenken van deelvragen. 3

4 Uitvoeren onderzoek / Prototype maken Maken van de planning Nadat de groepjes hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek Zoeken naar antwoorden op de deelvragen Deelvragen beantwoorden Werken aan de presentatie Mogelijke deelvragen om de hogere orde denkvraag te beantwoorden zijn: Wat is de Koude Oorlog? Wat is de aanleiding voor de start van de Koude Oorlog? In welke landen speelt de oorlog zich af? Welke partijen staan er tegenover elkaar? Waarom staan deze partijen tegenover elkaar? Wat is het Kapitalisme? Welke landen horen hierbij? Welke consequenties heeft het Kapitalisme voor het dagelijks leven van de mensen in deze landen? Wat is het Communisme? Welke landen horen hierbij? Welke consequenties heeft het Communisme voor het dagelijks leven van de mensen in deze landen? Nadat de kinderen hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. De leerkracht begeleidt de kinderen door regelmatig langs te lopen en door gerichte vragen te stellen. Hij geeft tussentijds feedback en laat kinderen samen nadenken en discussiëren of ideeën te onderzoeken en uit te voeren zijn. 4

5 Concluderen/ Testen en optimaliseren Presenteren Mogelijke bronnen Methoden, boeken uit de bibliotheek Knutsel- en tekenmaterialen Koude Oorlog (Let op: voor volwassenen) Samenvatten en uitwerken van hun hogere orde denkvraag De kinderen presenteren wat ze hebben gedaan aan de rest van de groep. De leerkracht spreekt met de kinderen af dat hij tussentijds regelmatig het werk wil zien om feedback te kunnen geven. Een optie is om vaste momenten in te plannen voor de kinderen. Spreek af wat de kinderen laten zien. Houden ze zich aan de planning? Waar lopen ze tegenaan? Aan het einde van het onderzoeksproces verwerken de kinderen hun bevindingen en antwoorden op hun deelvragen. Vanuit de beantwoording van de deelvragen zoeken ze naar het antwoord op de overkoepelende hogere orde denkvraag. Dit antwoord wordt uitgewerkt in een presentatie voor de klas (met onderbouwing vanuit de beantwoording van de deelvragen). De presentatie wordt beoordeeld op: Het maken van een haalbare planning Het beantwoorden van de hogere orde denkvraag Het onderbouwen van de keuze voor een van beide stromingen De samenwerking Het presenteren en beantwoorden van de vragen van andere kinderen Doorzetten en omgaan met iets wat moeilijk of lastig was. De presentatie wordt aan de hele klas gegeven, zodat opgedane kennis wordt gedeeld. 5

6 Verdiepen verbreden Invullen evaluatieformulier Extra opdracht De presentatie mag maximaal 5 á 10 minuten duren. Na de presentatie kunnen de andere kinderen nog vragen stellen. Vervolgens geven ze de kinderen tips en tops. De kinderen vullen hun eigen evaluatieformulier in. Wat heb je geleerd? Wat vind je leuk? Wat vind je goed gelukt/ ben je trots op? Wat zou je anders hebben gedaan? Het evaluatieformulier wordt ingeleverd en de leerkracht geeft een korte reflectie vanuit zijn/haar perspectief op het proces en product. Eventueel een beoordeling/cijfer. Eventuele extra opdracht Teken een spotprent ontworpen door jouw machtsblok die het andere machtsblok op een negatieve manier weergeeft. Dit mag best op een grappige manier zijn. 6