Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen

Transcriptie

1 Natuur & Techniek Mijn lijf: Voeding en bewegen Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Voeding en bewegen In dit thema staan de volgende hogere orde denkvragen centraal rondom voeding en bewegen: 1. Onderzoek hoe je de fitheid van mensen kunt meten en meet de fitheid van 5 kinderen in de groep. 2. Onderzoek wat de bio-industrie inhoudt en geef aan of je bio-industrie goed of fout vindt. 3. Organiseer een smaaktest voor 10 kinderen en analyseer je bevindingen. 4. Welke nieuwe en ongebruikelijke manieren kun je verzinnen om meer groente te eten? 5. Wat gebeurt er met je lijf als je gaat sporten en maakt het nog uit welke sport je doet? 6. Plan een gezond weekmenu voor jouw gezin. 7. Als je vegetariër zou worden, wat zou je dan aan je eetpatroon veranderen? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met je eetpatroon van nu? Wat doe je als leerkracht? Introduceren thema Voeding en Bewegen Kinderen worden steeds jonger bewust gemaakt van belangrijke aspecten rondom voeding en bewegen. In dit thema kunnen kinderen met verschillende vragen aan de slag rondom bewegen, voeding en fitheid. Startopdracht De kinderen gaan in kleine groepjes koken. Tijdens deze lessen maken we gezonde snacks of snacks waar ongemerkt groente in zit verwerkt. Bijv. cupcakes met wortel. De kinderen proeven blind en moeten dan beoordelen of ze het recept lekker vinden of niet. 1

2 Eisen 1. Geef minimaal twee manieren aan waarop je de fitheid van mensen kunt meten en pas deze twee manieren toe bij vijf kinderen in de klas. 2. Onderzoek wat de bio-industrie inhoudt en geef aan of je bio-industrie goed of fout vindt. Onderbouw dit met minimaal vijf argumenten. 3. Onderzoek hoe je een smaaktest kunt opstellen (wat komt hier allemaal bij kijken?) en voer deze smaaktest uit in de klas. 4. Noem minimaal drie bestaande manieren waarop je het eten van groenten kunt stimuleren en bedenk zelf nog twee nieuwe manieren. Geef aan waarom je denkt dat jouw manieren effectief zijn. 5. Formuleer eerst een hypothese wat je denkt dat er in je lijf gebeurt als je gaat sporten. Onderzoek vervolgens wat er daadwerkelijk gebeurt en kijk of dit per sport verschilt. Vergelijk minimaal drie sporten met elkaar. 6. Onderzoek wat gezond eten inhoudt en plan op basis van deze informatie een weekmenu voor je gezin. 7. Noem minimaal zes overeenkomsten en verschillen tussen vegetarisch eten en niet vegetarisch eten. De kinderen werken hun uitgekozen vraag uit in een presentatie en een maquette. De vorm (Prezi, PowerPoint, muurkrant) mogen ze zelf kiezen. 2

3 Verkennen Laat de kinderen een vorm van presenteren kiezen die goed bij hen en bij de gekozen vraag past. Aanrommelen Voorkennis activeren Trechteren Aanrommelen Laat de kinderen in verschillende bronnen (boeken, filmpjes, internet) het onderwerp verkennen. Laat de kinderen zo breed mogelijk denken. Waar denken ze aan bij eten? Wat eten ze zelf graag en wat niet? Wat is gezond eten? Voorkennis activeren Voer een kringgesprek over gezond eten met de kinderen en bespreek wat onze zintuigen, smaak en onze hersenen met de beleving van eten te maken hebben. Tijdens dit gesprek wordt de schijf van 5 geïntroduceerd en doen hier een spel mee op het digibord. Dit spel is te vinden op de website van www. gynzy.nl Trechteren De leerkracht helpt de kinderen zich te richten op de hogere orde denkvragen. Laat hen de onderwerpen uit het kringgesprek en de quiz opschrijven die ze graag verder willen verkennen. Als kinderen goede eigen hogere orde denkvragen stellen, worden deze gehonoreerd. Wel moet de leerkracht kritisch kijken of deze vragen onderzoekbaar zijn. 3

4 Opzetten onderzoek / Concepten uitwerken en selecteren Kiezen hogere orde denkvraag Opstellen deelvragen Maken van de planning 1. Kiezen hogere orde denkvraag De kinderen kiezen een hogere orde denkvraag. De kinderen kunnen er voor kiezen om in tweetallen of in een groepje te gaan werken. 2. Invullen planningsdocument (zie bijlage) en opstellen deelvragen De kinderen vullen het planningsdocument in. Ze bedenken deelvragen die bij hun hogere orde denkvraag passen en formuleren, indien nodig, een hypothese. De leerkracht loopt rond en begeleidt de kinderen bij het invullen van het planningsdocument en het bedenken van deelvragen. Mogelijke deelvragen om de hogere orde denkvragen te beantwoorden zijn: Onderzoek hoe je de fitheid van mensen kunt meten en meet de fitheid van 5 kinderen in de groep. Wat is een fitheidstest? Op welke manieren kun je fitheid meten? Onderzoek wat de bio-industrie inhoudt en geef aan of je bioindustrie goed of fout vindt. Wat is de bio-industrie? Hoe wordt er in de bio-industrie met dieren omgegaan? Wat kan anders / beter? 4

5 Organiseer een smaaktest voor 10 kinderen en analyseer je bevindingen. Wat voor soorten smaken kunnen mensen onderscheiden? Welke smaken horen bij welke producten? Hoe maak je een smaaktest? Welke nieuwe en ongebruikelijke manieren kun je verzinnen om meer groente te eten? Wat zijn de voor- en nadelen van het eten van groente? Hoe start je een marketing campagne? Welke producten zijn gezond om te eten en waarom? Hoe zorg je voor een goed gevarieerde maaltijd? Wat gebruikt er met je lijf als je gaat sporten en maakt het nog uit welke sport je doet? Wat gebeurt er met je hart, spieren, longen etc. als je gaat sporten? Welke invloed hebben balsporten, duursporten, atletiek etc. op je lijf? Plan een gezond weekmenu voor jouw gezin. Welke producten zijn gezond om te eten en waarom? Hoe zorg je voor een goed gevarieerde maaltijd? Als je vegetariër zou worden, wat zou je dan aan je eetpatroon veranderen? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met je eetpatroon van nu? 5

6 Uitvoeren onderzoek / Prototype maken Afspraak maken voor presentatie Nadat de groepjes hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. Zoeken naar antwoorden op de deelvragen Deelvragen beantwoorden Werken aan de presentatie Mogelijke bronnen Methoden, internet, boeken uit de bibliotheek Knutsel- en tekenmaterialen Serie Vetlekker, bijv. Gezond eten - Wat houdt vegetarisch eten in? - Wat eten vegetariërs? - Wat is er in de supermarkt voor vegetariërs te vinden? - Hoe ziet jouw eetpatroon eruit? - Welke verschillen zijn er? - Welke overeenkomsten zijn er? 3. Afspraak maken voor presentatie (zie presenteren) Omdat de kinderen bij de presentatie een afspraak moeten regelen, moeten ze dit doen voordat ze aan het onderzoek beginnen. Zo weten ze binnen welke tijd ze de opdracht moeten voltooien. Nadat de kinderen hun planningsdocument hebben ingevuld kunnen ze aan de slag met hun onderzoek. De leerkracht begeleidt de kinderen door regelmatig langs te lopen en door gerichte vragen te stellen. Hij geeft tussentijds feedback en laat kinderen samen nadenken en discussiëren of ideeën te onderzoeken en uit te voeren zijn. De leerkracht spreekt met de kinderen af dat hij tussentijds regelmatig het werk wil zien om feedback te kunnen geven. Een optie is om vaste momenten in te plannen voor de kinderen. Spreek af wat de kinderen laten zien. Houden ze zich aan de planning? Waar lopen ze tegenaan? 6

7 Concluderen/ Testen en optimaliseren Presenteren Gewicht Bewegen Samenvatten en uitwerken van de hogere orde denkvraag Presenteer je werk ergens anders De kinderen mogen zelf kiezen aan wie ze hun werk willen laten zien. Ze maken zelf een afspraak en hebben de uitdaging om rekening te houden met hun luisteraars; zorg ervoor dat je verhaal interessant is voor een ander. De kinderen moeten hun verhaal aanpassen aan de luisteraar. Aan het einde van het onderzoeksproces verwerken de kinderen hun bevindingen en antwoorden op hun deelvragen. Vanuit de beantwoording van de deelvragen zoeken ze naar het antwoord op de overkoepelende hogere orde denkvraag. Dit antwoord wordt uitgewerkt in een presentatie voor de klas (met onderbouwing vanuit de beantwoording van de deelvragen). Tijdens de presentatie wordt het volgende beoordeeld: Is het verhaal aangepast aan de luisteraar? Tegen een kleuter praat je anders dan tegen een leerkracht of ouder kind. Is alles goed voorbereid en geregeld door de kinderen? Wordt de hogere orde denkvraag goed beantwoord? De presentatie mag maximaal 5 á 10 minuten duren. De luisteraars stellen vragen en geven tips en tops. 7

8 Verdiepen verbreden Invullen evaluatieformulier De kinderen vullen hun eigen evaluatieformulier in (zie bijlage). Wat heb je geleerd? Wat vind je leuk? Wat vind je goed gelukt/ ben je trots op? Wat zou je anders hebben gedaan? Het evaluatieformulier wordt ingeleverd en de leerkracht geeft een korte reflectie vanuit zijn/haar perspectief op het proces en product. Eventueel een beoordeling/cijfer. 8