Functies van meer variabelen voor dummy s



Vergelijkbare documenten
2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE 2

Verbanden en functies

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

TWEEDE DEELTENTAMEN CONTINUE WISKUNDE. donderdag 13 december 2007,

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

2.1 Lineaire functies [1]

Vectoranalyse voor TG

(10 pnt) Bepaal alle punten waar deze functie een relatief extreem of een zadelpunt heeft. Opgave 3. Zij D het gebied gegeven door

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

Functievergelijkingen

V.4 Eigenschappen van continue functies

2E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Tussentoets Analyse 2. Natuur- en sterrenkunde.

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Topologie in R n 10.1

1. Orthogonale Hyperbolen

Tussentoets Analyse 1

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Functies van één veranderlijke

exponentiële standaardfunctie

ProefToelatingstoets Wiskunde B

Wiskunde 1 Samenvatting deel /2018

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Het opstellen van een lineaire formule.

V.2 Limieten van functies

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Basiskennistoets wiskunde

Analyse van de voorwaarden van een curve

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten

G Biochemie & Biotechnologie, Chemie, Geografie. K Geologie, Informatica, Schakelprogramma s

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1.

Het oplossen van goniometrische vergelijkingen een alternatieve handleiding voor HAVO wiskunde B

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Standaardafgeleiden. Wisnet-HBO. update maart 2011

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur

Relevante examenvragen , eerste examenperiode

Biljarten op een ellips. Lab kist voor 3-4 vwo

Training integreren WISNET-HBO. update aug 2013

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: veeltermfuncties en berekening parameters, stelsels. 16 september dr.

Werk het Practicum Functies en de [GR] door tot aan Families van functies. Onthoud alvast de uitdrukking karakteristieken van een functie.

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Machten, exponenten en logaritmen

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

8. Differentiaal- en integraalrekening

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

x a k of.x 1 a 1 / 2 + ::+.x n a n / 2 k 2 bol om a, straal k

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

WISNET-HBO NHL update jan. 2009

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

Convexe Analyse en Optimalisering

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Eigenschappen van de gradiënt

Breuksplitsen WISNET-HBO NHL. update juli 20014

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: functieverloop. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

Differentiaalvergelijkingen Hoorcollege 11

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Oefentoets uitwerkingen

(x x 1 ) + y 1. x x 1 x k x x x k 1

10e editie Inhoudsopgave leerjaar 6

Ter Leering ende Vermaeck

Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt. x 1 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt:

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

Infi A oefententamen ψ

Straal van een curve

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B

Transcriptie:

Functies van meer variabelen voor dummy s Dit is een 'praktische gids voor dummy s'. Hieronder kun je een aantal voorbeelden met uitleg vinden, oefeningen en uitwerkingen. De voorbeelden komen deels uit de reader en oude tentamens. Elk onderdeel bestaat uit een voorbeeld met uitleg en één of meerdere oefeningen. 1. Extremen op een domein Hier gaat het om een functie van twee variabelen op een gegeven domein. De vraag is dan wat de extremen zijn op dat gegeven domein. Meestal worden die extremen bereikt op hoek- en randpunten van een gegeven domein. Aanpak Teken bij verschillende functiewaarden niveaukrommen. Bedenk in welk punt de functiewaarde minimaal c.q. maximaal zal zijn. Voorbeeld Een niveaukromme bij 1 1 / 2 wil zeggen dat f(x,y)=1 1 / 2

Als je dat tekent dan krijg je: Net zo:...en dan nog...

Op grond van het 'verloop' van de grafiek bij de verschillende waarden voor de niveaukromme kan je dan besluiten dat de functie bij (0,4) een maximum heeft en bij (3,1) een minimum. Ga maar na! Als je dan de coördinaten van dat punt invult in f kan je de waarde van de extremen berekenen. Het minimum is f(3,1)= 1 / 11. Het maximum is f(0,4)=2. 2. Limieten en continuiteit Dit onderdeel bestaat uit twee onderdelen: 1. Bewijzen met epsilon en delta van limieten en continuïteit. Dit is lastig maar wel vrijwel altijd hetzelfde. Er zijn twee varianten: 1. Functies van één variabele. 2. Functies van twee variabelen. 2. Onderzoeken of een limiet (on-)afhankelijk is van de gekozen route. Dit is makkelijker. Je kunt een punt via de x- of y-as naderen, via rechte lijnen, via parabolen, enz.

1. Bewijzen met epsilon en delta 1 Volgens het schema op het A4-tje: 1. Probeer de uitdrukking f(x)-b, die kleiner dan gemaakt moet worden, de factor x-a, waarmee je dat moet doen, te isoleren. 2. Zoek met behulp van een voorlopige een begrenzing van het resterende deel. 3. Bepaal nu aan de hand van de gevonden begrenzing de uiteindelijke Als f(x) een veelterm is, zal f(x) zelf de factor x-a in het algemeen niet bevatten, maar f(x)-b bevat die factor altijd! De kunst is dus om die factor x-1 af te scheiden. Dat doe je met behulp van een staartdeling. De overblijvende factor kan je dan afschatten als je weet dat delta in ieder geval kleiner dan 1 is. Je kunt dan delta uitdrukken in epsilon. Dat betekent dat je voor iedere epsilon een delta kan vinden die voldoet. Daarmee heb je dan het bestaan van de limiet bewezen. Dat was immers de definitie!

2. Bewijzen met epsilon en delta 2 Volgens het schema op het A4-tje: In plaats van de 'kortste afstand' ga je in stappen van f(x,y) naar f(a,b). Zoiets als: f(x,y)-f(a,b) <= f(x,y)-f(a,y)+f(a,y)-f(a,b) <= f(x,y)-f(a,y) + f(a,y)-f(a,b) Deze uitdrukking schrijven als: x-a... + y-b... Kies <0 en kies 1 =1 om de termen... te begrensd te houden. Kies dan 2 en 3. Uitwerking We moeten aantonen dat. We beginnen dus met dit laatste en gaan proberen uit te drukken in. Dit kan je doen via (x,2). We kunnen nu de 's gaan kiezen:

Nu nog even laten zien dat het klopt: 2 2 1 1 x1 y2 1 y2 xy2xy2 x1 x5 15 7 30 14 Conclusie: 2 2 2 f(x,y) x xy y is continu in (-1,2) 3. Limieten en routes Als je nadert via lijnen y=mx dan laat je x naderen naar 0 en voor y neem je dan mx. a. b. Nee, de limiet moet onafhankelijk zijn van de route die je volgt. Als je via rechte lijnen y=mx nadert is de limiet afhankelijk van de waarde van m. De limiet bestaat niet. Opmerking Het probleem hier is dat als er uit alle routes die je zo kan bedenken hetzelfde komt je nog steeds niet weet of dat bij elke route het geval is. Je kan best een functie bedenken waarbij het pas fout gaat als je nadert via bijvoorbeeld een vierentwintigste machtsfunctie. Dus je kunt met de 'limieten en routes' alleen bewijzen dat een limiet niet bestaat. Maar gelukkig hebben we ook nog de epsilon-delta procedure...

4. Partiële afgeleiden Partieel differentiëren van een functie van meer variabelen komt er op neer dat men alle variabelen op één na als constante opvat en naar de ene overgebleven variabele differentieert. Dit is belangrijk. Je zult het ook bij andere opgaven steeds nodig hebben. Voorbeeld 1 Bepaal de partiële afgeleiden van f(x,y)=x 2 y 7 Voorbeeld 2 kettingregel Voorbeeld 3 quotientregel Bepaal de partiële afgeleiden van.

5. Vergelijking van een raakvlak Als z=f(x,y) een raakvlak heeft in het punt P(a,b,f(a,b)) dan kan je een vergelijking van dat raakvlak zo vinden met: z(x,y) = f(a,b) + f x (a,b)(x-a) + f y (a,b)(y-b) In deze uitdrukking zijn f(a,b), f x (a,b) en f y (a,b) getallen. Je berekent ze door het punt in te vullen. Je berekent dus de functiewaarde en waarden van de partiële afgeleiden. Voorbeeld 1 Gegeven: Bepaal een vergelijking voor het raakvlak in het punt (1,2). Schrijf de vergelijking zo eenvoudig mogelijk. Uitwerking z(x,y) = f(a,b) + f x (a,b)(x-a) + f y (a,b)(y-b)

6. Stationaire punten, maxima, minima en zadelpunten We hebben 'bedacht' dat als bij een functie van twee variabelen het raakvlak aan de grafiek horizontaal is je mogelijkerwijs (niet noodzakelijkerwijs) te maken zou kunnen hebben met een extreem, dat wil zeggen een maximum of een minimum. In een punt waar het raakvlak horizontaal is geldt dat de partiële afgeleide naar x en de partiële afgeleide naar y beide nul moeten zijn. Helaas is dat nog geen voldoende garantie voor een maximum of minimum. Het kan ook een zadelpunt zijn. Punten met een horizontaal raakvlak noemen we stationaire punten. De 'determinant' van Hesse biedt gelukkig een rekenmethode om te bepalen of je bij de gevonden stationaire punten te maken hebt met een zadelpunt of een extreem. Met behulp van de tweede afgeleide naar x en x kan je zelfs bepalen of je bij een extreem te maken hebt met een minimum of een maximum. Het schema op je A4-tje geeft je een recept:

Voorbeeld a. b. 7. Extremen onder nevenvoorwaarden Volgens het schema op het A4-tje: Gegeven: f(x,y,...) en g(x,y,...) met g(x,y,...)=c Gevraagd: Zoek de extremen van f onder de nevenvoorwaarde g(x,y,...)=c Maak een stelsel met: g(x,y,...)=c f x = g x Uitwerking: f y = g y... Los dit stelsel op en geef de extremen.

Voorbeeld Voltijd januari 2008 2 2 2 fx,y xy onder nevenvoorwaarde x y 3 g(x,y) x y en g(x,y) 3 x y x y 2 f y f g g 2xy 2x 2y 2 2 2 2 x y 3 x y 3 2 2 2 2 2 2 2 x y 3 x 2x 3 3x 3 y 2x y 2x 2 2 2 2 2 2 y 2x y 2x y 2x 2xy2y x 2 x 1 y 2x Of... 2 2 2 2 x1 2 y 2 1, 2, 1, 2, 1, 2 en1, 2 2 2 2 2 x y 3 x y 3 2 2 2 x 3 x 3 y 2x y 2x 3,0 en 3,0 y 0 y 0 2xy2y y 0 f 1, 2 2 minimum f 1, 2 2 minimum f 3,0 0 f 3,0 0 f 1, 2 2maximum f 1, 2 2maximum

Oefeningen TIP: doe dat via (2,y) dan klopt je antwoord misschien met de uitwerkingen.