Innovation through collaboration: Challenging the assumptions Ward Ooms Assistant Professor of Innovation Management Open Universiteit ward.ooms@ou.nl @WardOoms linkedin.com/in/wardooms/
Innovatie: Typische problemen 1 Complexiteit 2 Onzekerheid en risico s 3 Noodzaak tijdige complementaire innovatie Markt onder druk? Kan dit niet sneller? 1986 1997 2003 2015
Oplossing: Samenwerken! Complexiteit neemt af: specialistische kennis van samenwerkingspartners. Risico s: delen en beheersen met meerdere partijen. Complementaire innovatie: tijdige ontwikkeling door partners. Sneller innoveren! clusters regionale innovatie valorisatie open innovatie
Economische effecten Organisationele afstand? Sociale en institutionele afstand? Tegenstrijdige belangen? Cognitieve afstand? Lock-in effecten? Wie eigent zich waarde toe? Contextafhankelijkheid?
Samenwerking: Nabijheid als motief Organisatorisch Gelijkenis in strategische doelstellingen en organisatietypen Cognitief Gelijkenis in kennis, voor wat betreft expertise en ervaring Logische argument voor samenwerking: Organisatorische en cognitieve nabijheid Innovatie (inverse U-shaped relationship) (e.g. Werker, Ooms & Caniëls, 2016)
Samenwerking: Andere ingrediënten nodig? Sociaal Mate van overlap in sociale netwerken F G A C E H D B J I Netwerk van collega s: hiërarchisch en/of functioneel verbonden Sociale nabijheid Vertrouwen Kans op samenwerking / Effectiviteit samenwerking Kortom, structurele eigenschappen van het netwerk als voorspeller van succes van samenwerking (bijv. het realiseren van innovatie-output). (e.g. Werker, Ooms & Caniëls, 2016)
Samenwerking: Structuur vs. inhoud F G A C E H D B J I Persoon C moet een partner kiezen voor een complexe taak die organisatie wil oplossen (organisatorische nabijheid). Persoon B heeft de complementaire kennis, nodig voor deze taak, andere collega s hebben die kennis niet (cognitieve nabijheid). Persoon C en B zijn verbonden via de netwerkstructuur, dankzij persoon D, en dus sociaal nabij. (Casciaro & Lobo, 2008)
Samenwerking: Structuur vs. inhoud F G A C E H D B J I Persoon C kiest Persoon G als partner voor de taak. Uitgaande van enkel netwerkstructuur was Persoon B de logische keuze, want: gelijke sociale nabijheid als Persoon G, maar meer complementaire kennis (cognitieve nabijheid) in dienst van organisatorische nabijheid (gelijke organisatiedoelstellingen). Over het hoofd gezien? Inhoud van netwerkrelaties: Persoon C mag Persoon D niet graag. Persoonlijke nabijheid en de klik. (Casciaro & Lobo, 2008)
Persoonlijke nabijheid: Wat doet dat? Magie van haute cuisine : Beste ingrediënten en keukengereedschappen maken geen haute cuisine Chef & keukenteam (sociale & persoonlijke nabijheid) Veronderstelling: De interactie tussen, en de acties van, zij die betrokken zijn bij samenwerking, zijn essentieel om het aanwezige potentieel (organisationeel en cognitief) te benutten (Ooms & Ebbekink, 2018; Werker, Ooms, & Caniëls, 2016)
Persoonlijke nabijheid: Wat doet dat? Clusters Stilstand, fragmentatie, gebrekkige legitimiteit, gereserveerd gedrag. Functioneren samenwerking Onderzoekers Ondanks cognitieve en organisatorische nabijheid: geen samenwerking of beëindiging samenwerking. Persoonlijke nabijheid (Ooms & Ebbekink, 2018; Werker, Ooms, & Caniëls, 2016)
Persoonlijke nabijheid: Wat doet dat? Functioneren samenwerking Clusters Cliques, groepsdenken, overmatige zelfbescherming, immoreel handelen. Onderzoekers Risico van opportunistisch handelen (en bescherming daar tegen door o.a. geografische afstand), risico op lockins. Persoonlijke nabijheid (Ooms & Ebbekink, 2018; Werker, Ooms, & Caniëls, 2016)
Persoonlijke nabijheid: Wat doet dat? Clusters Voordelen van enige persoonlijk nabijheid (opstarten samenwerking, legitimiteit, financiële ondersteuning, exploiteren overige nabijheden), zonder de nadelen van sterke persoonlijke nabijheid. Functioneren samenwerking Onderzoekers Versterkt samenwerking met cognitieve en organisatorische nabijheid en vermindert negatieve gevolgen van beperkte cognitieve en organisatorische nabijheid. Persoonlijke nabijheid (Ooms & Ebbekink, 2018; Werker, Ooms, & Caniëls, 2016)
Meenemen op deze dag Organisatorische en cognitieve nabijheid zijn niet voldoende: Sociale en persoonlijke nabijheid We hebben hoge verwachtingen van innovatie d.m.v. samenwerking bij o.a.: Samenwerking tussen publiek en privaat Cross-industry samenwerking Maar hoe zit het daar met organisatorische nabijheid en cognitieve nabijheid? Zijn de belangrijkste ingrediënten niet of in mindere mate aanwezig? Substitutie en overbrugging: Overbruggen cognitieve of organisatorische afstand met sociale en/of persoonlijke nabijheid Sociale en persoonlijke afstand? Intermediairs (brancheverenigingen?) Substitutie werkt ook andersom: Sociale afstand ondervangen door creëren organisatorische en institutionele nabijheid ( control i.p.v. trust ) volgende key note.