Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking dr. M.C. Coppens Inhoud Vaststellen van het begrip (hoog)begaafdheid. Informatieverwerking Sensorische prikkelverwerking Leerbehoeften van hoogbegaafde kinderen en de relatie met (sensorische) prikkelverwerking (Ongewenst) gedrag bij begaafde kinderen? Wat weten we over begeleiding van deze kinderen? Leerstrategieën 1
Cognitie Cognitie = mentale activiteit die de processen van leren, waarnemen, herinneren, denken, interpreteren, geloven en probleem-oplossen omvat Wat is hoogbegaafdheid? Snelle ontwikkeling op meerdere gebieden Tot 4 e jaar vaak: ontwikkelingsvoorsprong Uitzonderlijke intelligentie Opvallend doorzettingsvermogen, creativiteit van denken, geheugen voor taal 2
Kenmerken Kenmerken (oudere kinderen) Verworven kennis goed kunnen toepassen Groot analytisch inzicht Goed probleemoplossend vermogen In staat tot zelfreflectie Denkt na over regels en tradities/gewoontes Behoefte aan een bepaalde autonomie Groter empathisch vermogen Sociaal-emotioneel verder ontwikkeld dan hun leeftijdsgenoten 3
Kenmerken Tabel IQ waarden 90 110 gemiddeld 110 120 boven gemiddeld 120 130 Begaafd 130 150 Hoogbegaafd 150+ Zeer hoogbegaafd 4
Hoogbegaafdheid = hoog IQ Maar dit komt vooral tot uitdrukking in combinatie met andere persoonlijkheidseigenschappen zijn en een gunstige omgeving Wat zijn die persoonlijkheidseigenschappen? Wat is een gunstige omgeving? Gevolg meestal Plaatsing hogere klas Meer uitdaging geboden Meer huiswerk, plusklas, meer lezen, meer laten ontdekken Begeleiding naar meer kennis Meer vakken Meer volwassen onderwerpen Meer toegang tot overwegingen en gevoelens van volwassenen 5
Zorgen die we zien Terugtrekken sociaal Op een negatieve wijze aandacht vragen Onhandelbaar Geen aansluiting bij leeftijdsgenootjes Onderpresteren Geen zin om huiswerk te maken Mogelijk Psychische klachten (stil, verlegen, veel huilen, opstandig, gespannenheid, faalangst) Somatische klachten (hoofdpijn, buikpijn, voortdurend moe zijn, vaak grieperig) 6
Hoogbegaafde kinderen zijn een risicogroep Cognitieve dissonantie Overprikkeldheid Hypersensitiviteit / overgevoelig voor sensorische prikkels Wat is hooggevoelig? Intensiteit, gevoeligheid, concentratie en doorzettingsvermogen zijn universele kenmerken van hoogbegaafdheid. Overprikkeldheid wordt vaak gezien bij hoogbegaafde kinderen 7
Vraag Hoogbegaafdheid en ook hoogsensitief of hooggevoelig? Wat is de relatie? We willen nu weten: hoe werkt dat brein als we kijken naar sensorische informatieverwerking? 8
Informatie komt via de zenuwen binnen vanuit de zintuigen, in de vorm van een elektrische impuls. Informatie wordt in de hersenen opgeslagen door middel van synapsen, onderdeel van het zenuwstelsel. Aan een zenuwcel (neuron) kun je vaak een dendriet en een axon onderscheiden. Actiepotentialen worden opgevangen voor de dendriet uit zintuigcellen, vervolgens komt dit potentiaal aan in de axon. Het axon stuurt de actiepotentialen weer door naar de volgende zenuwcel, hiervoor maakt het gebruik van synapsen. 9
In de synapsen binnen de hersenen die actiepotentialen de hersenen in loodsen ligt het geheugen. Dit is de plaats waar de hersenen voor het eerst kennis maken met informatie van buitenaf. In de Hippocampus wordt nieuwe informatie constant herhaald. 10
De amygdala ligt in de temporaalkwab. De voornaamste functie hiervan is het leggen van verbanden tussen informatie van de zintuigen, en er vervolgens een emotie aan koppelen. Geluiden en beelden worden dicht bij respectievelijk de gehoorcentra en het visuele hersenschors in het brein opgeslagen. Herinneringen worden op specifieke, maar ook verspreid door de hersenen opgeslagen, in delen. 11
Hét geheugen als aanwijsbaar deel bestaat dus niet. Het geheugen bestaat uit twee los van elkaar staande vormen die zelf ook verder onderverdeeld zijn: -korte- en het langetermijngeheugen -sensorisch geheugen Het langetermijngeheugen ligt in de temporaalkwabben en bestaat uit een expliciet geheugen en een impliciet geheugen. De temporaalkwabben spelen ook een belangrijke rol bij taalverwerking. Samengevat: informatie komt binnen via de zintuigen (=sensorische informatie) en zal zich in het langetermijngeheugen nestelen na herhaling (=verwerking) 12
Het kortetermijngeheugen fungeert als werkgeheugen. Dit maakt niet alleen gebruik van zintuiglijke waarnemingen, maar kan ook herinneringen uit het langetermijngeheugen ophalen, zoals taal en talige boodschappen. Het lange-termijngeheugen slaat gegevens langer op dan het korte-termijngeheugen. In principe slaat het lange-termijngeheugen de gegevens voor altijd op, zolang deze maar geregeld herhaald worden. Maar ook de belangrijkheid of een emotionele waarde die aan een gebeurtenis is gekoppeld speelt een rol bij de opslag. 13
Expliciet geheugen Expliciet geheugen = declaratief geheugen =informatie die we ons bewust kunnen herinneren Wordt onderverdeeld in een semantisch en een episodisch expliciet geheugen. Expliciet geheugen Het semantische geheugen slaat betekenissen, begrippen en feiten op. Het episodisch geheugen slaat alles op dat je meemaakt. Als iets niet wordt herhaald of het maakte weinig indruk, wordt het gewist. 14
Impliciet geheugen Impliciete geheugen = niet-declaratief geheugen Geheugenvorm waarbij geen informatie staat die we bewust beleven. In te delen in procedureel geheugen, priming en conditionering Het procedureel geheugen bevat vooral gegevens over motorische vaardigheden (skill learning) maar ook gegevens over bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals lezen. Hoe vaker je een vaardigheid herhaalt, hoe beter deze wordt opgeslagen. Priming is een geheugenvorm die ervoor zorgt dat iemand sneller reageert op een bepaalde prikkel van buiten af als deze al eens opgeslagen is. Conditionering bestaat uit klassieke- en operante conditionering. 15
Hoe werkt ons geheugen? Ons geheugen maakt het mogelijk informatie te coderen (encoding), op te slaan (storage) en te herinneren (retrieval). Het coderen van informatie begint bij het waarnemen van deze (sensorisch ontvangen) informatie. Waarnemen alleen is echter niet genoeg, aandachtsprocessen bepalen welke informatie in een geheugenspoor worden vastgelegd. Het coderen vindt plaats op verschillende niveaus: in het zintuiglijk geheugen, in het korte termijn geheugen en in het lange termijn geheugen. Typen van coderen / sensorische informatieverwerking akoestisch coderen, het coderen van geluid, woorden en andere akoestische waarnemingen, visueel coderen, het coderen van afbeeldingen en andere visuele waarnemingen, tactiel coderen, het coderen van hoe iets voelt semantisch coderen, het coderen van zintuiglijke waarnemingen met een bepaalde betekenis of die plaatsvinden in een bepaalde context 16
Elaboratie Semantisch coderen van informatie wordt geassocieerd met een langetermijn opslag van informatie. Dit wordt vergemakkelijkt wanneer nieuwe informatie geassocieerd kan worden met relevante voorkennis. 17
Opslaan van informatie De opslag van informatie is een passief proces in de hersenen. De opslag van informatie vindt op de verschillende geheugenniveaus plaats. Elk niveau is een soort filter waardoor voorkomen wordt dat we overbelast worden door de enorme hoeveelheid informatie om ons heen. Terug naar de vraag: hoogbegaafd = ook hooggevoelig? Intellectueel gebied: teveel vragen, teveel prikkels De optelling: uitwendige sensorische prikkels EN inwendige sensorische prikkels Rijke verbeelding: fantasiespel, dagdromen Emotioneel: denken sluit niet aan bij niveau van lichamelijke, sociale of emotionele ontwikkeling Psychomotorisch: intense fysieke activiteit bij spanning Zintuiglijk: overgevoeligheid sensorische input 18
Ontvankelijkheid Waarom zijn veel kinderen met een zeer hoog IQ meer dan gemiddeld ontvankelijk voor sensorische prikkels? Waarom problemen met prikkelverwerking vaker bij hoogbegaafdheid? Persoonlijkheidseigenschappen gerelateerd aan emotionele intensiteit en sensitiviteit Informatieverwerking in de hersenen verloopt sneller Informatieverwerking gebeurt efficiënter Brein is voortdurend gericht op nieuwe prikkels (zoekend) Bij een onderzoekende instelling is een kind ook voortdurend op zoek naar nieuwe prikkels en informatie Er komt dus veel nieuwe informatie binnen Selectie en correcte filtering zijn er nog niet Context, impact en gevolgen kunnen overbelasten, overprikkelen 19
Het is een optelling Vragen Hebben hoogbegaafde kinderen door hun hoogbegaafdheid meer behoefte aan prikkels? Of is het zo dat de omgeving juist meer prikkels aanbiedt en hogere eisen stelt, meer verwacht van hen en zijn zij hierdoor juist overbelast? 20
Risico is inderdaad Wisselwerking met omgeving blijft uitdaging Cognitive overload Gevolgen Slapeloosheid Moeheid die leidt tot veel behoefte aan energie-input Nagelbijten, motorische onrust, beweeglijkheid Tics, onrustig gedrag Niet te remmen onrust in het hoofd Prikkelgevoelig voor alle zintuiglijke waarnemingen Oververmoeidheid, óp-zijn 21
Vraag Wat kunnen wij doen om deze kinderen te begeleiden? Hoe bepaal je hoe belastbaar een hoogbegaafd kind is? Hoe helpen we dit kind informatie te geven op zijn of haar niveau zonder het kind teveel te belasten? Wat betekent dit voor leren, begeleiden en onderwijs? Structuur en voorspelbaarheid bieden Leerstrategieen bepalen Doseren en volgen Lichamelijk / motorisch bezig zijn als tegenhanger Sensorisch sturen door andere zintuigen aan te spreken Momenten bieden om zich anders te uiten (dan verbaal) Desensitiseren en isoleren Voorspelbaarheid en herhaling gebruiken om terug te schakelen (wiegen, schommelen, wiebelen, herhaalgeluiden) 22
Reguleren van het actieve brein? Auditief: muziek, natuurgeluiden, zee Visueel: uitgestrekte natuur met patroon (bergen, bos, strand, zee) Motorisch: sporten, wandelen Tast: douche/bad, zwemmen Creatief bezig zijn (tast en ruimtelijk inzicht creeren) Reuk: continue en herkenbare geuren van thuis, water, aarde, zeelucht Zijn er nog vragen? Graag een langere verdiepende cursus? coppensmarjolein@hotmail.com Tot ziens 23