lïuz,'.-4 Lib Ir. D. Meyaard No OORZAKEN VAN VERSCHILLEN IN BEDRIJFSUITKOMSTEN IN DE GROENTETEELT ONDER VERWARMD STAAND GLAS iï^ April 1971

Vergelijkbare documenten
Ir. A.P. Verhaegh REGIONALE VERSCHILLEN IN GELDOPBRENGSTEN VAN ONVERWARMDE TOMATEN. No.17 - i n, «BUOIH«*

m&ik^ *Gv, "'t 6rC,;:,- Ir. A.P. Verhaegh No DE POSITIE VAN DE BEDRIJVEN MET GLASTUIN BOUW BUITEN DE GROTE CENTRA

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % %

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING. NOTA 259, d. d. 22 mei 1964

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

PROEFSTATION VOOR, Du; ü-ruenten- EN FRUITTEELT ONDER ülao TE NAALDWIJK. Steriliseren van kasgrond door ingegraven drainkokers 1973

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

VWO-I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE VWO 1986-I. 2 Scoringsvoorschrift

Beleidsregels verrekenen inkomsten uit commerciële (onder) verhuur en commerciële kostgeverschap 2015

Het _v e reff e nen _van de_ pf_-_cu_rye_ langs grafische weg AE Wageningen

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

HET GEBRUIK VAN GROEIREGULATOREN EN FUNGICIDEN BID HERFSTAUBERGINES Invloed spuitfrequentie, bespuitingsperiode en middelen

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015

Nota "Afstoten gemeentelijk vastgoed ( )"

Analyse bijdragen onder de drempelwaarde. (0.05 mol/ha/jaar) AERIUSA. 4 juli Datum. Status. Definitief. Auteurs

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN

Verantwoordingsdocument uitvraag verlof

Gemeente Ede. Memo. Bijlage 2 (behoort bij )

Regeling Financiële Ondersteuning Overige Bijzondere Omstandigheden Profileringsfonds

Wat zijn de specifieke omstandigheden van deze locatie waar, bij inpassing van de voorziening, rekening mee gehouden moet worden?

Duurzaam inzetbaar in een vitale organisatie

Programma Welzijn en Zorg. Nieuwe Zorg en Domotica

Voorbeeldvragen Methodiek NEN 2767

Toelichting Checklist Optimale informatie beleggingsverzekering

Ter vergelijking met de MJA3-doelstelling worden de indices voor productieproces, keten en duurzame energie gesommeerd.

Chapter VI. Samenvatting en conclusies. -9t-

Maak van 2015 jouw persoonlijk professionaliseringsjaar

TOEZICHTKADER ACCREDITATIESTELSEL HOGER ONDERWIJS. september 2014

Start duurzame inzetbaarheid

Management review. CO2-reductiesysteem. Rapportage juli 2015 (referentiejaar = 2010) I. Bangma O. Van der Ende

SAMENSTELLING WERKGROEP DRINKWATER. VerenigingvanExploitanten van Waterleidingbedrijven In Nederland,VEWIN. ir B.Bulten (voorzitter)

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

behorend bij de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II

morfologie voordelta Oosterscheldemond

ARBEIDSORGANISATIE-ONDERZOEK OP EEN AANTAL LANDBOUWBEDRIJVEN VAN HA IN ZEELAND

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli In opdracht van Raad van State

Tussenrapportage: plan van aanpak raadsenquête grondexploitatie Duivenvoordecorridor.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Resultaten openbare marktconsultatie. Verkoop klooster Groot Bijstervelt Gemeente Oirschot. BIZOB-2011-SK-OIR-010 CONCEPT 19 april 2012

Zwembadplan Wijk Zwemt! - UITGANGSPUNTEN

Subsidietoetsingskader VVE gemeente Raalte Doelstelling subsidie:

IJJ 32-2-^1. <\yc. 2 b m, I ff. H. Droge No AKKERBOUW v,hm$& ' Resultaten in verleden en naaste toekomst.

Notitie Evaluatie Dienstverlening en Financiën Antwoord

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken

Algemene Leveringsvoorwaarden

*B20170ì3078* Gemeente Heerhugowaard T.a.v. gemeenteraad van Heerhugowaard Postbus AJ HEERHUGOWAARD

Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie

Controleprotocol Sociaal Domein

Confidentieel. 16 januari / Sectorbrief Themaonderzoek Uitbesteding Vermogensbeheer. Geacht bestuur,

Cliëntprofielen sector visueel 2015

Regeling: strategisch plan duurzame ontwikkeling werknemer

Aansluitingstarieven

Vrijwilligersbeleid voetbalvereniging N.B.S.V.V.

VERHOUDINGEN 2. Doelgroep Verhoudingen 2. Omschrijving Verhoudingen 2

TOELICHTING KOSTEN MOZAÏEKBEHEER OPEN GRASLAND

Per artikel is aangegeven of het van toepassing is op het bovengrondse of ondergrondse deel van een bodemenergiesysteem is.

NORMENVOORDEWAARDERINGVANDE ARBEID VANONDERNEMERSENGEZINSLEDEN GEBASEERDOPDECAO VAN1983

Algemene v((rwaarden ten beh(eve van het schildersbedrijf

D i e n s t v e r l e n i n g s d o c u m e n t

Aanvraagformulier subsidieregeling isolatiemaatregelen woningen 2015

Meerjarenbegroting Stichting Spaarnesant

HET KLEINE'BOERENVRAAGSTUK OP DE ZANDGRONDEN

Asbestbeleidsplan. Beleid en beheer asbest

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK /S

ENERGIE IN DEGLASTUINBOUW VAN NEDERLAND Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 1994

Handleiding HvA-data. Rapport Bekostiging. Versie 0.3

Muiswerk Verhoudingen 1 bestrijkt de basisvaardigheden van het rekenen met verhoudingen, breuken en procenten.

EEN ADEQUAAT VERWARMINGSLICHAAM KIEZEN

Factsheet STOP4-7 Schooljaar

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2019

Onderwerp Wijziging van de Verordening tot het kunnen verlenen van een alleenrecht voor Concern voor Werk. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Regeling Financiële Ondersteuning Topsport- Student Stenden Hogeschool Profileringsfonds

3SCo â g 1^6. l 1 fm H.Droge No MELKKOEIEN Resultaten in verleden en naaste toekomst ^ -DEM RA« Februari 1975

Chic, zo n gedragspatroongrafiek!

Verslag Uitstalleven Onderzoek

$&Y<T* 2 1 SEP 1S71 JJ ^ BIBUOÏhEK, ^ n fi. J. Hoornweg No AKKERBOUW Resultaten op akkerbouwbedrijven in verleden en naaste toekomst

Indelen (nieuwe) groepen. Concept beleidsnotitie

^11 (33^7 C 2 7 JUNI Ir. W.G. de Haan A. Stein KOSTEN EN OPBRENGSTEN VAN KASFREESIA'S

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

Betaalmogelijkheden webwinkels 2016

Onderwerp: Verbeteren programmabegroting, indicatoren en benchmarks: indicatoren en benchmarks Programmabegroting BBV nr: 1.

prijsaanvraag prairietuin - inlichtingenformulier -

c: Wetenschappelijk _ Correctievoorschrift VWO :::s tij ~.- CD Inhoud 1 Algemene regels 2 Scoringsvoorschrift 2.1 Scoringsregels 2.

CVDR. Nr. CVDR348970_1. RegelingPGBjeugdhulp Gouda 2015

Hasselt Het Kerspel 14. Ons kantoor. Vraagprijs: ,- k.k. Aanvaarding: in overleg

BETER IN BEDRIJF. Voel je Beter in Bedrijf! Uw organisatie Beter in Bedrijf. Verzuimbegeleiding & Arboadvies

Projectomschrijvingen van het Uitvoeringsprogramma Visie Openbaar Vervoer 2020

Toelichting bij het formulier subsidievaststelling behorend bij artikel 7.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT

Memo aan de heer Coerts van de provincie Noord-Holland over varianten in samenwerken en tot nu toe behaalde resultaten OVER-gemeenten

Samenvatting H9 - Schommelingen in de economie

Pestprotocol. 1 Achtergrond. 1.1 Uitgangspunt. 1.2 Pesten in het cluster-4-onderwijs. Onderwijs. Pestprotocol Versie: 1.0 Datum: 20 mei 2014

Management review. CO2-reductiesysteem. Rapportage Jan 2016 (Referentiejaar = 2010) I. Bangma O. Van der Ende

Eenzaamheid. 1. Ter inleiding Wat is eenzaamheid? 2

Jaarverslag Cliëntenraad. Juvans Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Handreiking functionerings- en beoordelingsgesprekken griffiers

Rollenspel Jezus redt

De kans is groot dat uw testament niet voldoet aan uw wensen, geen gebruik maakt van

CQI Poliklinische ziekenhuis 2011

Transcriptie:

Ir. D. Meyaard N. 4.40 RZAKEN VAN VERSCHILLEN IN BEDRIJFSUITKMSTEN IN DE GRENTETEELT NDER VERWARMD STAAND GLAS Lib /TV" April 1971 ^Wfj ^Sl iï^ LandbuwEcnmisch Instituut Afdeling Tuinbuw lïuz,'.4

Inhud WRD VRAF Blz. 5 SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN HFDSTUK I HFDSTUK II HFDSTUK III HFDSTUK IV DE VERSCHILLEN IN BEDRIJFSUIT KMSTEN 11 DE VERVREGING VAN DE PRDUKTIE 14 HET TEELTPLAN 16 1. Tmaten en/f kmkmmers als hfdteelt 16 2. De na en drteelt 18 ARBEIDSEFFICIENCY EN ARBEIDS EFFECT 22 1. Begripsmschrijving 22 2. ntwikkeling van de arbeidsefficiency in de peride 19651968 23 3. Verschillen in arbeidsksten en het bedrijfsresultaat bij ngelijke bedrijfsgrtte 24 4. Verschillen in arbeidsksten en het bedrijfsresultaat bij gelijke bedrijfsgrtte 28 HFDSTUK V HFDSTUK VI HET PBRENGSTNIVEAU DE BEDRIJFSMVANG 30 35 BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Telichting p de gebruikte kengetallen pbrengstnrmen Arbeidsnrmen Brandstfnrmen Crrelatiematrices Aspectentabellen Het illustreren van de aspecten 39 42 47 48 50 54 56

Wrd vraf De bedrij f suitkm sten van in velerlei pzicht vergelijkbare bedrijven vertnen grte verschillen. Een nderzek naar de rzaak van deze verschillen ni. in de grenteteelt nder glas werd reeds enige jaren geleden uitgeverd (L.E.I.studie 16). Dit nderzek had betrekking p bedrijven in het gebied van de grenten en blemenveiling "Berkel en Rdenrijs" en betrf de jaren 1961 en 1962. Aangezien nà 1962 de kstenpbrengstverhuding ingrijpend is gewijzigd en de prijsverhuding tussen de vrnaamste prduktiemiddelen eveneens is veranderd, was een nieuwe analyse van de verschillen in bedrij f suitkm sten in de glastuinbuw ndzakelijk. In deze publikatie zijn de resultaten neergelegd van dit nieuwe bedrijfsvergelijkend nderzek. Het hee betrekking p verwarmde staandglasbedrijven met uitsluitend grenten in het tijdvak 1965 tt 1968. Deze publikatie tracht in het bijznder met het g p de bedrijfsecnmische vrlichting het inzicht te verdiepen in de knelpunten, die in de praktijk aanleiding geven tt minder gede bedrij f suitkm sten. Er is niet getracht een vlledige beschrijving te geven van alle waargenmen samenhangen. Alleen de belangrijkste facetten en die welke tt nieuw inzicht kunnen leiden, zijn vr het vetlicht gehaald. Het nderzek werd verricht dr ir. D. Meyaard met assistentie van P.G.A. Weber, beiden van de afdeling Tuinbuw. April 1971

Samenvatting van de resultaten De aan het nderzek deelnemende bedrijven zijn p willekeurige wijze uit de ledenlijst van de grenten en blemenveiling "Berkel en Rdenrijs" gekzen. De steekpref werd genmen uit bedrijven waar vrijwel uitsluitend grenten nder verwarmd staand glas werden geteeld. De hfdgewassen nder glas waren tmaat en kmkmmer, de vrnaamste vr en nateelten sla, tmaat en kmkmmer. Het nderzek mvatte 4345 bedrijven en betrf de jaren 1965, 1966, 1967 en 1968, die elk afznderlijk zijn geanalyseerd. De verschillen in bedrij f suitkm sten van deze vrij hmgene grep bedrijven zijn ng grt. Dr middel van een bedrij f svergelijking is getracht kwantitatief de invled te bepalen van de factren welke de verschillen in nettverscht per m2 glas hebben verrzaakt. In deze samenvatting wrden de factren die de verschillen in bedrijfsuitkmsten kunnen verklaren eerst afznderlijk behandeld. Vervlgens zal hun betekenis met behulp van bedrijfsgegevens wrden geïllustreerd, waarna de kwantitatieve invled van elk van de rzakelijke factren p de ptredende verschillen in bedrij f suitkm sten duidelijk gemaakt kan wrden. pbrengstniveau De verschillen in nettverscht per m2 glas, kunnen vr een zeer belangrijk deel wrden verklaard uit het feit, dat de ene tuinder meer f minder pbrengst per m2 van eenzelfde gewas met dezelfde plantdatum behaalt dan de ander. Van ieder gewas werd de gemiddeld verkregen pbrengst per m2 bepaald. Aan de hand van het teeltplan kn vr ieder bedrijf de "gemiddelde" ttale brutpbrengst wrden berekend. De werkelijk p het bedrijf behaalde pbrengst is in een percentage van dit berekende gemiddelde uitgedrukt (het pbrengstniveau). De ptredende verschillen in pbrengstniveau vrmen de vrnaamste rzaak vr de verschillen in bedrijfsuitkmsten, nl. 3860%. Het kengetal pbrengstniveau brengt verschillende gewassen en verschillende planttijden p één nemer. Het cmplexe karakter van dit kengetal maakt dat vergelijking hiervan niet gedetailleerd kan aangeven, waardr de verschillen in pbrengstniveau wrden verrzaakt. Hiervr is een vergelijking per gewas ndig. De aan dit nderzek ten grndslag liggende administratie was echter niet gedetailleerd geneg vr een nderzek per gewas. In dit nderzek is het kastype de enige factr, die het pbrengstniveau zichtbaar beïnvledt. Het pbrengstniveau neemt te naarmate het aandeel van de eenruiterwarenhuizen geringer en dat van de kassen met ijzerdek grter is. De mate van vervreging Binnen het nderzchte traject van plantdata van de hfdteelt van half december tt eind januari wrden de uitkmsten van bedrijven van gelijke mvang, maar in geringe mate (014%) dr de vervreging

van de hfdteelt beïnvled. De mate van beivleding was bvendien inde beschuwde jaren niet steeds gelijk. De vregste grep gaf in 1965 de laagste en in 1966, 1967 en 1968 daarentegen de hgste resultaten. Arbeidsefficiency Verschillen in arbeidsksten p bedrijven van gelijke mvang, hadden een belangrijke invled (6 tt 17%) p het nettverscht. Het feit dat bij een zelfde teeltplan meer f minder arbeidskrachten wrden ingezet f, met andere wrden, verschillen in de taak van vlwaardige arbeiders, resulteert in verschillen in rentabiliteit van het bedrijf. De aanpassing van het arbeidsaanbd aan de arbeidsbehee f mgekeerd, blijkt p vele bedrijven te wensen ver te laten. Dr afstting van arbeid en/f uitbreiding van de glasppervlakte en/f veranderingen in de intensiteit van het teeltplan. zal p deze bedrijven de rentabiliteit verbeteren. De gewas senkeuze en de intensiteit van het glasgebruik De keuze van de gewassen beperkte zich p de nderzchte bedrijven tt tmaat f kmkmmer als hfdteelt en tt sla, tmaat f kmkmmer als nateelt. Uit verschillen in de geteelde gewassen bij bedrijven van gelijke grtte, kn slechts 3 tt 6% van de verschillen in nettverscht per m2 glas verklaard wrden. De wijze van beïnvleding was bvendien in de nderzchte jaren ngelijk. In 1965 was de rentabiliteit van de kmkmmers gunstiger dan die van de tmaat, in 1966, 1967 en 1968, was het mgekeerde het geval. Het nettverscht per m2 glas p de nietgespecialiseerde bedrijven is lager dan p de gespecialiseerde tmate en kmkmmerbedrijven. De indruk bestaat maar zal dr nader nderzek meten wrden geverifieerd dat de arbeidsefficiency p de nietgespecialiseerde bedrijven eveneens wat minder is. Naarmate het glas intensiever vr na en drteelten wrdt benut, was in 1965 het nettverscht per m2 lager en in 1967 hger. In 1966 en 1968 was geen duidelijke invled waarneembaar. De arbeidsefficiency wrdt gunstiger naarmate de kas intensiever wrdt benut en de kas dus minder lang braak ligt. Bedrijfsmvang Verschillen in bedrij f sgrtte hadden in 1965/68 in tegenstelling tt 1961 en 1962 een belangrijke invled p het nettresultaat per m2 glas. Van de tussen de bedrijven ptredende verschillen in nettverscht kn 833% wrden verklaard uit verschillen in bedrij f sgrtte. Het teeltplan p de grtere bedrijven wijkt af van die van de kleinere bedrijven. Naarmate het bedrijf grter is, wrdt vreger geplant,wrden minder nateelten en meer tmaten als hfdteelt verbuwd. Deze verschillen in mate van vervreging en in teeltplan hebben maar een geringe invled p het nettverscht per m2 glas. De met de bedrijfsgrtte samengaande verschillen in pbrengstniveau, arbeidsefficiency en jaarksten van de duurzame prduktiemiddelen, zijn

belangrijker vr de bedrij f suitkmst. Naarmate de bedrijven kleiner zijn, is het pbrengstniveau lager, de arbeidsefficiency geringer en de jaarksten van de duurzame prduktiemiddelen per m2 glas hger. Van de verschillen in nettverscht per m2 glas, verrzaakt dr vers chili en in bedrij f sgrtte, kmt gemiddeld 40% vr rekening van vers chilien in pbrengstniveau,25% vr verschillen in arbeidsefficiency en20% vr verschillen injaarksten van de duurzame prduktiemiddelen per m2 glas. Inhet bedrijfsvergelijkendnderzek ver 1961 en 1962 was geen samenhang tussen pbrengstniveau en arbeidsefficiency enerzijds en bedrijfsgrtte anderzijds waar te nemen. De laatste jaren is als gevlg van de technische ntwikkeling de arbeidsbehee per gewas belangrijk gedaald. p de grtere bedrijven hee dit geresulteerd in een relatief grte afstting van arbeidskrachten. In de lp der jaren is in het algemeen het verschil in arbeidsefficiency tus sen grtere en kleinere bedrijven tegenmen. De bedrij f suitrusting is sedert 1962 uitgebreid, terwijl de teelttechniekmet name de klimaatsbeheersing meer gecmpliceerd is gewrden. De ntwikkeling hee p de grte bedrijven sneller plaatsgehad. De verschillen in pbrengstniveau tussen grte enkleine bedrijven lijken eveneens grter te wrden. De kwantitatieve betekenis van de verschillende rzakelijke factren De betekenis van de diverse rzaken van de verschillen in bedrijfsuitkmsten blijkt duidelijk, indien de aan het nderzek deelnemende bedrijven wrden ingedeeld naar deze factren.in drie in aantal gelijke greper rzaken van de verschillen in nettverscht per m2 glas gemiddeld ver de jaren 19651968, geïllustreerd met bedrijfsgegevens 1. Het pbrengstniveau per m2 glas bij gelijke bedrij f sgrtte grep 1 grep 2 grep 3 pbrengstniveau 90% 1% 110% nettverscht per m2 glas '/. 1,66 0.02 1,48 2. De mate van vervreging bij gelijke bedrijfsgrtte plantdatum 25 dec. 5 jan. 24 jan. nettverscht per m2 glas 0,04 0,01 '/. 0.70 3a Het aandeel van tmaten bij gelijke bedrijfsgrtte aandeel tmaten 39% 92% 99% nettverscht per m2 glas '/. 0,50 0,15 '/. 0,10 3b De intensiteit van het glasgebruik (naen d rteel ten) bij gelijke bedrijfsgrtte aantal dagen dat het glas p. jr. braak ligt 89 69 43 nettverscht per m2 glas /. 0, */. 0,42 0,07 4. Arbeidsefficiency bij gelijke bedrijfsgrtte arbeidsksten t..v. nrm. 114% 102% 92% nettverscht per m2 glas /. 0,97 0,01 0,60 5. Bedrijfsmvang bedrijfsgrtte in m2 glas 418 70 132 nettverscht per m2 glas '/. 1,26 0,18 0,87

Grep 1 bevat de bedrijven met resp. het laagste pbrengstniveau, de vregste plantdata, relatief weinig tmaten, relatief weinig na f drteelten, geringe arbeidsefficiency en de kleinste bedrijfsmvang. Grep 3 bevat de bedrijven met het hgste pbrengstniveau, enz., en grep 2 de bedrijven die hiertussen het midden huden. Tensltte gee het vlgende verzicht de kwantitatieve invled weer van de vijf belangrijkste rzaken van verschillen in nettvérscht per m2 glas in de diverse beschuwde jaren (zie k bijlage 6). rzaken van de verschillen in nettverscht per m2 glas (aspectentabel) Verschillen in: 1. pbrengstniveau bij gelijke bedrij f sm vang 2. mate van vervreging bij gelijke bedrijfsmvang 3. gewassenkeuze bij gelijke bedrij f sm vang 4. arbeidsefficiency bij gelijke bedrijfsmvang 5. bedrijfsmvang Percentage van de verschillen 1) in nettverscht per m2 glas 1965 1966 1967 1968 1) Het ttaal van de tussen de bedrijven ptredende verschillen in nettverscht per m2 glas is p 1% gesteld. 38 6 17 33 48 f* 3 11 20 43 1 5 9 20 60 14 3 6 8 10

HFDSTUK I De verschillen in bedrijfsuitkmsten Sedert 1961 wrdt dr het LandbuwEcnmisch Instituut van 50 bedrijven in het gebied van de veiling Berkel een bedrijfsecnmische bekhuding bijgehuden. Deze bedrijven waren p willekeurige wijze uit de ledenlijst van de grente en blemenveiling "Berkel en Rdenrijs" gekzen. Deze bedrijven lagen in Berkel, Rdenrijs en ude Leede. Bedrijven met uitsluitend teelten in de pen grnd kwamen niet vr. Ten aanzien van de aard van de glaspstanden en de nder glas geteelde gewassen was de grep rsprnkelijk vrij hetergeen: p smmige bedrijven kwam ng platglas in redelijke mvang vr, andere hadden uitsluitend staand glas, het staandglas was al f niet verwarmd. De vrnaamste grenten nder glas waren de tmaat, sla en kmkmmer en de vrnaamste blemgewassen de anjer, rs en chrysant. De verschillen in bedrijfsuitkmsten waren grt. Middels een bedrijfsvergelijking is getracht m de achtergrnden van deze verschillen vr de jaren 1961 en 1962 te analyseren. 1) Het bleek dat deze verschillen in de eerste plaats verrzaakt werden dr verschillen in pbrengstniveau. In de tweede plaats was de mate waarin de prduktie middels verwarmingsinstallatie vervregd werd van belang vr het bedrijfsresultaat Bij sterkere vervreging werd de rentabiliteit gunstiger. Ten derde nam het bedrijfsresultaat te naarmate meer blemen in het teeltplan pgenmen waren. pmerkelijk bij dit nderzek was dat de kstenkant geen duidelijke invled had p de verschillen in rentabiliteit. Hiermee samenhangend was k het effect van de bedrijfsmvang p het resultaat afwezig. In deze vrij hetergene grep van bedrijven wrden de kstenverschillen verstemd dr.a. de verschillen in vregheid en teeltplan. De invled van de verschillen in vregheid en het teeltplan kan verminderd wrden dr zich te beperken tt de verwarmde glasbedrij ven met uitsluitend tmaten en kmkmmers als hfdprdukt (dus geen blemen). p deze wijze werd een meer hmgene grep van 32 bedrijven verkregen. De verschillen in bedrijfsuitkmsten van deze 32 bedrijven ver 1963 en 1964 werden vergeleken. k in dit (niet gepubliceerde) nderzek werden de verschillen in bedrijfsuitkmsten vrijwel geheel verklaard dr de verschillen in vregheid en pbrengstniveau. De verschillen in arbeidsksten hadden wederm geen duidelijke invled p de verschillen in rentabiliteit.hetzelfde was het geval met de bedrijfsmvang. 1) L.E.I.studie n. 16: "rzaken van verschillen in bedrijfsuitkmsten in de glastuinbuw". 11

Na 1962 zijn de kstenpbrengstenverhudingen gewijzigd. Tabel 1 gee vr 24 bedrijven die gedurende de peride 19611968 steeds in administratie waren de vrnaamste veranderingen. Tabel 1. Het verlp van enkele variabelen in de jaren zestig 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 pbr.kstenverhuding 103 109. 124 113 102 104 99 96 Geldpbr.per 10m2 136 15467 18380 16636 15175 16328 15242 15718 Kgtmatengegstp.l0m2 9711 10291 10849 11362 11965 11761 14040 14117 Gem.prijsp.kg 1,09 1,38 1,59 1,33 1,13 1,22 0,99 1,01 Gem. uurln 2,30 2,66 2,98 3,36 3,98 4,54 4,91 5,13 Arbeidsverbr.p. 10m2 1544 1407 1320 1259 1125 1099 1045 945 Prijs per tn lie (35 sec.) 57,75 63,10 68,62 65,14 62,81 57,74 57,52 58,12 lieverbr.per 10 m2 38398 58590 641 56746 59289 61461 601 63728 Geiïivest.duurz. prd.middelen (nieuww.per 10m2)p prijspeil 1964) 45250 458 47225 49250 496 499 49850 49285 Na 1963 is de rentabiliteit regelmatig gedaald. De geldpbrengsten per m2 bleven dr de stijging van de kwantitatieve pbrengsten bij een dalend prijspeil vrijwel gelijk. De nderlinge prijsverhuding tussen de vrnaamste prduktiemiddelen zijn eveneens gewijzigd. De lnen stegen sterk, de prijzen van de duurzame prduktiemiddelen werden in geringe mate hger, maar de lieprijs nam af. nder invled van deze prijsntwikkelingen werd het arbeidsverbruik aanmerkelijk lager, de bedrijfsuitrusting nam te en het lieverbruik werd eveneens grter. Dr de hierbven beschreven veranderingen zal waarschijnlijk de kwantitatieve betekenis van de verschillende factren die de bedrijfsuitkmsten verklaren eveneens wijzigen. Het is zinvl vr een meer recent tijdvak de achtergrnden van de verschillen in bedrijfsresultaat te analyseren. In deze publikatie zullen de resultaten van een bedrijfsvërgelijkend nderzek ver de jaren 1965, 1966, 1967 en 1968 wrden beschreven. Het aantal deelnemende bedrijven varieert van jaar tt jaar tussen de 43 en 45 bedrijven. Alle bedrijven hebben uitsluitend staand glas, dat dr middel van vaste installaties wrdt verwarmd. De hfdgewassen zijn tmaat en kmkmmer. De teelten in de vlle grnd zijn te verwaarlzen. Een indruk ver de te nderzeken spreiding in bedrijfsuitkmsten gee tabel 2. 12

Tabel 2. Spreiding van het nettverscht per m2 glas in guldens Klasse van nettverscht Aantal bedrijven 1965 1966 1967 1968 Negatief > 3,50 3 4 2 3 3,50 3, 3 3 3, 2,50 4 3 2 1 2,50 2, 2 3 2 3 2, 1,50 2 4 5 1 1,50 1, 4 3 3 1, 0,50 4 1 3 5 0,50 0 5 3 5 5 Ttaal verliesgevend 24 18 25 24 Psitief 0 0,50 2 5 4 6 0,50 1, 3 1 5 2 1, 1,50 3 7 6 2 1,50 2,~ 1 5 1 2, 2,50 6 5 3 2 2,50 3, 2 1 2 3, 3,50 1 1 1 1 > 3,50 1 2 4 Ttaal winstgevend 19 27 20 19 Ttaal generaal 43 45 45 43 ndanks de unifrmiteit van de bedrijven is de variatie grt. Bij het beschrijven van de resultaten van dit bedrijfsvergelijkend nderzek wrdt niet gestreefd naar een uitputtende verslaggeving van de in het materiaal waar te nemen samenhangen. Slechts die facetten welke niet algemeen bekend en/f nmisbaar zijn vr een afgernd betg zijn vr het vetlicht gehaald. De in het materiaal vrkmende, maar nbesprken samenhangen zijn evenals de wel besprken relaties af te lezen in de bijlage 6. 13

HFDSTUK II De vervreging van de prduktie De capaciteit van de verwarmingsinstallatie en de kwaliteit van de glaspstanden bepalen de mate waarin het aanverseizen van de Prdukten kan wrden vervregd. De plantdatum van het gewas gee het gebruik van deze prduktiemiddelen weer. De aanverperide van de hfdteelt tmaat f kmkmmer wrdt namelijk bij een uitvering van de teelt in de daarvr geëigende prduktiemiddelen en bij een juiste tepassing van de teelttechniek bepaald dr de plantdatum. p de aan het nderzek deelnemende bedrijven werd als hfdgewas uitsluitend tmaten en/f kmkmmers nder verwarmd glas geteeld. Het kastype en de verwarmingscapaciteit vertnden echter verschillen. De gemiddelde plantperide liep p de nderscheidene bedrijven uiteen van begin december tt eind januari. In tabel 3 zijn de bedrijven ingedeeld in grepen van ngeveer gelijke aantallen naar tenemende vregheid. De gemiddelde plantdatum van de hfdteelten p het bedrijf is berekend dr de plantdatum van de afznderlijke hfdteelten te wegen met de beteelde ppervlakten van de hfdteelten. Grep 1 gee de bedrijven met de vregste en grep 3 de bedrijven met de laatste plantperide; grep 2 bevat de verblijvende bedrijven in de middelste plantperide. Tabel 3. Plantperide van de hfdteelt en bedrij f sgrtte (gemiddeld 1965/1968) Grep 1 Grep 2 21 dec. 6 jan. Gemiddelde plantdatum Percentage eenruitenwarenhuizen Glasppervlakte in m2 per bedrijf 6 95 19 7 4 Grep 3 26 jan. Bij de latere plantperide is de verwarmingscapaciteit geringer en de kwaliteit van de glaspstanden slechter. Naarmate het bedrijf grter wrdt plant men vreger. Als gevlg van deze mstandigheid kan het effect van de vregheid p de bedrij fsuitkm sten niet geïllustreerd wrden dr de bedrijven eenvudig in te delen naar plantdatum. Hiermee zu namelijk tevens de invled van de verschillen in bedrijfsmvang p het bedrijfsresultaat gemeten wrden. Aangezien het tijdstip van planten technisch niet nverbrekelijk met de bedrij f sgrtte verbnden is, is het van belang de relatie tussen plantdatum en bedrij fsuitkm st nafhankelijk van de bedrij f sgrtte te kennen1) (tabel 4). Binnen het nderzchte traject vanplantdata (dec. en jan.) wrden de bedrij fsuitkm sten in de nderzchte jaren niet systematisch d r de plantperide beïnvled. 1) Een illustratie van deze werkwijze gee bijlage 7. 14 38 62

u bd c u <ü (Ü e cu > C U S?H. 4> C > I J> B a 'S a 0) s Ei c CR ih 1 in <N 1 C 1 Î t> c (35 r( C C C en TH 1 C II 1 c 1 C <N 1 C 1 C 1 m I c IN 1 c s 3 d T3 41 a cd m _ <N* ^ in c. * " t c >^ <*l ~ s t c Î m en eg S ^ l> m Dû C eu t SH ai a^?<m à S 4> "S ri eu D. 15

HFDSTUK III Het teeltplan De samenstelling van het teeltplan is een van de belangrijkste taken van de ndernemer. Het keuzeprbleem bij de hfdteelt beperkte zich p de nderzchte bedrijven tt de tmaat en/f kmkmmer. Als nateelt kwamen de gewassen sla, tmaat en kmkmmer in aanmerking. k het drtelen van het hfdgewas was een veel vrkmend alternatief. Achtereenvlgens zal de invled van de keuze van de hfd en nateelt p de bedrijfsresultaten wrden nagegaan. 1. Tmaten en/f kmkmmers als hfdteelt Bij indeling van de bedrijven naar tenemend aandeel van de tmaten in het teeltplan blijkt in dit gebied p de kleinere bedrijven gemiddeld meer kmkmmer te wrden geteeld. De gemiddelde bedrijfsgrtte van de grep bedrijven met gemiddeld 39% van de glasppervlakte beteeldmet tmaten was 7 4 m2, vr de grepen met 92 en 99% tmaten 9 3 en 7 0 m2. Het vrkmen van de kmkmmer is technisch niet aan de bedrijfsgrtte gebnden. In andere teeltcentra, zals in de mgeving van Del wrden de kmkmmers p verwegend grte bedrijven aangetrffen. Vr het weergeven van de invled van de gewassenkeuze p de bedrijfsresultaten meten de bedrijven naar tenemend aandeel tmaten bij gelijke bedrijfsgrtte en gelijke plantdatum wrden ingedeeld (tabel 5). De illustratie met bedrijfsgegevens is maar gebrekkig geslaagd; de middelste grep is namelijk in de jaren 19661968 aanmerkelijk grter. (Tabel 5 zie blz. 17). Bij vergelijking van de grepen 1 en 3, waarin de bedrijfsmvang ngeveer gelijk is, blijkt dat in 1965 de rentabiliteit van de kmkmmers beter was dan die van de tmaten, in 1966, 1967 en 1968 was het mgekeerde het geval. Meer inzicht in de karakteristiek van de bedrijven kan verkregen wrden dr deze in te delen in de vlgende scherper afgebakende grepen: gespecialiseerde tmatenbedrijven, gespecialiseerde kmkmmerbedrijven en bedrijven met zwel tmaten als kmkmmers in het teeltplan (tabel 6 zie blz. 18). Het merendeel van de in het nderzek betrkken bedrijven is gespecialiseerd p de tmatenteelt. Deze bedrijven zijn gemiddeld 2 6 m2 grter dan de bedrijven met kmkmmers in het teeltplan. De grep gemengde bedrijven mvat 25 à 30% van het ttaal. Het aantal gespecialiseerde kmkmmerbedrijven is gering, 2 in 1965, 5 in 1966 en 6 in 1967 en 1968. Ten pzichte van de tmaat stelt de kmkmmer minder eisen aan de 16

. C U b, 0) u b. a> U b rl 1 cc CS ih I Ci C rl C I (M C in ci. c U b a b a>!h b C5 cc cc c l I l I C 11 m C cu c u b CC Ci m c I c 01 <M u b <p z~ b c in c ce I cc 0) c U b rl I rl TH Ci rl CC I b Cü ih b r cn ri in i rl C c c 1 < (M g.s c cd Ü c u 9 <M 17

Tabel 6. Karakteristiek van de gespecialiseerde en nietgespecialiseerde bedrijven (gemiddeld 1965/1968) Aandeel tmaten Gem. plantdatum Glasppervl. in m2 Glaspstanden glashelling gthgte in m. luchtinhud inm3 per m2 grndppervlak Gespecialiseer Nietgespecia Gespecialiseerde tmatenbe liseerde be de kmkmmerdrijven drijven bedrijven 1% 5 jan. 8 6 22,2 2,27 2,63 62% 13 jan. 6 7 20,0 2,18 2,51 0% 24 dec. 6 0 18,5 2,18 2,46 kwaliteit van de pstanden. Dit kmt in de kwaliteit van de gebruikte pstanden tt uiting. Gemiddeld is het kastype p de nderscheiden grepen gelijk. De kassen p de gespecialiseerde tmatenbedrijven hebben echter een steilere glashelling en een iets grtere gthgte: de luchtinhud per m2 grndppervlak is dus grter. De rsprnkelijke pstanden zijn bij de gespecialiseerde tmatenbedrijven in de lp der jaren gemiddeld meer mhg gebracht en van een steiler glasdek vrzien. De plantdatum p de nietgespecialiseerde bedrijven is gemiddeld 1 à 2 weken later dan p de gespecialiseerde bedrijven. (Tabel 7). De rentabiliteit van de kmkmmerteelt is in 1965 gunstiger en in de verige jaren ngunstiger dan van de tmaten (tabel 9). Het nettverscht per m2 glas p de nietgespecialiseerde bedrijven is lager dan p de gespecialiseerde bedrijven. Het pbrengstniveau vertnt in de nderscheiden grepen geen duidelijk systematisch verschil. De indruk wrdt gewekt, dat de arbeidsefficiency p de nietgespecialiseerde bedrijven wat minder is. In 1965, 1967 en 1968 zijn de arbeidsksten uitgedrukt als een percentage van de nrmatieve arbeidsksten p de nietgespecialiseerde bedrijven hger. In 1966 is dit kengetal in de nietgespecialiseerde grep 2% hger dan p grnd van het teeltplan mcht wrden verwacht (40% kmkmmers x 98 plus 60% tmaten x 104, gedeeld dr 1). Nader nderzek zal hierver meer zekerheid meten geven. (Tabel 7 zie blz. 19). 2. De na en drteelt De beëindiging van de hfdteelten wrdt bij gelijke plantdatum beïnvled dr de keuze van de nateelt. Bij een nateelt van kmkmmers en tmaten wrdt de hfdteelt in juli en bij sla in augustus pgeruimd. Het is echter eveneens mgelijk m geen nateelt te beefenen. Indien bij geen nateelt de hfdteelt tt na half september wrdt vrtgezet spreken we 18

01 c tl bc l <N U bfl <ü ih tl bc 0> c tl bc in (M c ) T3 0) tl bc c 0) e ) > 11 'S 0> e ai c '3 ( > x> e (L> e«c 0> a c X! s 01 bc ) u bc 01 c u bc 01 IM tl bc 0) ih tl M 0> c u bc 0> (M u bc 01 ih tl bc C [> C5 I m C5 l Ci C5,H 3 <.5 3 1 <0 è i W 0> t> IN g h ) *> J3 t V "E 0> 0> <n 01 10 QJ bc I 4> 0) '3 > T3 ) tl bc l > ' i 'S <D X> e s u e ) > 'E ) s l g 'S <u e (0 g ' T3 ) H Q, 01» S. 8 g ff bc 19

van drtelen. De mate waarin na f drteelt wrdt beefend wrdt gemeten aan het deel van de glasppervlakte het percentage dat in gebruik is vr deze teelten. De intensiteit van het glasgebruik laat zich k aflezen aan het aantal dagen dat de kas gemiddeld per jaar braak ligt. De grtere bedrijven hebben bij een gegeven plantdatum van de hfdteelt minder na en drteelten. De gemiddelde ppervlakte glas per bedrijf bij gemiddeld 21% na en drteelt is 91 m2, bij een benutting van 58% 7 5 m2 en bij 97% 6 3 m2 (gemiddelde 1965/1967). De mate van na en drteelt is wederm technisch niet nverbrekelijk met de bedrijfsgrtte verbnden. m de invled van de benutting van de glasppervlakte met na en drteelt nafhankelijk van de bedrijfsgrtte en plantdatum van de hfdteelt weer te geven zijn de bedrijven in drie grepen van gelijke bedrijfsgrtte en plantdatum ingedeeld naar tenemend aandeel van de na en drteelten (tabel 8). Naarmate bij een bepaalde plantdatum de glasppervlakte meer benut wrdt vr na en drteelten neemt k de intensiteit van het glasgebruik te. In de lp van de nderzchte jaren is het aantal dagen dat de kas bij de grep met de minste na en drteelten braak ligt, ngeveer gelijk gebleven. Het hge aantal dagen in 1966 wrdt verrzaakt dr de plantdatum van 26 december, hetgeen 14 dagen vreger is dan 1965 en 1967 en samengaat met minder na en drteelten. Het aantal dagen braak in de tweede, maar vral in de derde grep is verminderd. In dezelfde tijd wrdt de invled van de benutting van de glasppervlakte vr na en drteelten p de arbeidsefficiency grter. De arbeidsefficiency wrdt gunstiger naarmate meer na en drteelten beefend wrden en de kas minder lang braak ligt. De verschillen in pbrengstniveau tussen de nderscheiden grepen zijn niet grt. Indien de fysieke pbrengst van de hfdteelt te wensen verlaat zal men meer nateelten zetten. In vereenstemming hiermee, hee de grep met de meeste na f drteelten in alle jaren het laagste pbrengstniveau. De invled van de na en drteelten is van jaar tt jaar sterk wisselend. Naarmate het glas intensiever met na en drteelten benut wrdt neemt in 1965 het nettverscht per m2 af en in 1967 te. In 1966 en 1968 is de invled niet z duidelijk, de grep met de minste na en drteelten gaf echter het hgste resultaat. (Tabel 8 zie blz. 21). 20

a eu b C c i C > S cu bfl C C I t> c J cu h C I c C5 t " c t> C I IM C i C <M be a bfl S in C Tf in IM a cu ih? bfl C c en C5 ih C5 C t a < C ^i b t> S C cu u bfl IM C I J Î ) c IM I C m c 0) C u bfl V?H b <0 r< bfl (M C5 (M ös e S g»s bp ai ôr eu ïï eu CJ?H T3 < c PH <u C c C a> C ^ T3 rt i ai ci U <3 I I m i c S s " 4> 4> (M c c u c brt tl «H bc XI & «.5 <M in i TH C H rts I «r< SS 22Ó <M e u cu y c c C5 2 m C grt C bfl " e 4».2 e c 21

HFDSTUK IV Arbeidsefficiency en arbeidseffect 1. Begripsmschrijving De arbeidsksten maken ngeveer een derde gedeelte van de ttale ksten uit. Handenarbeid kan geheel f gedeeltelijk dr machines, werktuigen en regelapparatuur wrden vervangen. Het gebruik van machines en werktuigen is in de glastuinbuw van beperkte mvang. De regelapparatuur, zals autmatische beluchting en beregening dient in de eerste plaats ter verbetering van het kasklimaat. De hiermee te verkrijgen arbeidsbesparing is, hewel niet nbelangrijk, van secundaire betekenis. Er is principieel veel vr te zeggen m de arbeidsksten en de ksten van haar substituten als één geheel te beschuwen. In de glastuinbuw mag aan deze sm slechts een beperkte waarde wrden tegekend, mdat zals reeds is uiteengezet, de regelapparatuur zwel dient ter verbetering van de pbrengsten als vr de arbeidsbesparing. De verdeling van de ksten ver beide effecten is een arbitraire bezigheid en dus nagelaten. Bij de berekening van de bewerkingsksten de sm van de arbeidsksten, ksten van ln en akkrdwerk, de machine en werktuigksten en de ksten van de regelapparatuur is in dit nderzek de verbetering van de greimstandigheden verwaarlsd. De arbeidsksten zijn echter het belangrijkste nderdeel van de bewerkingsksten en wrden in de navlgende beschuwingen centraal gesteld. Vr de beantwrding van de vraag in heverre de tussen de bedrijven ptredende verschillen in arbeidsksten de bedrijfsuitkmsten beïnvleden is het ndig m de werkelijk p het bedrijf gemaakte arbeidsksten te wegen met een nrm. Bijlage 3 gee de per gewas gehanteerde nrmuren. Met behulp van het teeltplan kunnen vr elk bedrijf de bendigde uren wrden bepaald; de mvang van de taak. Dr deze nrmatieve arbeidsbehee te vermenigvuldigen met het in het desbetreffende jaar geldende uurln van een vlwaardige arbeidskracht ntstaat een nrm vr de arbeidsksten. Een indruk ver de arbeidsefficiency p het bedrijf wrdt verkregen dr de werkelijke arbeidsksten te cnfrnteren met de berekende, nrmatieve arbeidsksten. De gemiddelde waarde van dit kengetal is p 1 gesteld. De arbeidsefficiency neemt af naarmate de waarde van dit kengetal grter wrdt. Dr de verschillen in arbeidsefficiency uit te drukken als verhudingsgetal tussen de werkelijke en nrmatieve arbeidsksten zijn slechts de verschillen binnen het jaar zichtbaar te maken. De ntwikkeling van de arbeidsefficiency in de tijd kan tt uitdrukking gebracht wrden dr de werkelijk p het bedrijf gemaakte arbeidsksten te betrekken p de nrmuren. Deze maatstaf, arbeidsksten per nrmuur is eveneens in het nderzek gehanteerd. 22

De verschillen in arbeidsefficiency huden verband met de arbeidsprduktiviteit. Het aantal nrmuren per vlwaarde arbeidskracht is een maat vr de arbeidsprduktiviteit. Aangezien p glastuinbuwbedrijven vaak p uitgebreide schaal gebruik gemaakt wrdt van lsse plukkrachten en k het uitbesteden van bepaalde werkzaamheden tegen een bepaald tarief niet ngebruikelijk is, kan het arbeidsverbruik p dit bedrijfstype maar gebrekkig mgerekend wrden naar vlwaardige arbeidskrachten. Het p deze wijze berekende cijfer gee niet meer dan een indicatie ver het arbeidseffect. 2. ntwikkeling van de arbeidsefficiency in de peride 19651968 Het gemiddelde uurln is in de nderzchte jaren gestegen vanf. 3,97 in 1965 tt f. 5,17 in 1968, een teneming van 30% (tabel 9). De arbeidsksten per nrmuur zijn veel minder gestegen, namelijk van f. 4,41 in 1965 tt f. 5,03 in 1968 f wel 14%. De arbeidsprduktiviteit is in deze jaren duidelijk verbeterd, hetgeen geïllustreerd wrdt dr de cijfers ver het arbeidseffect, dit is het aantal nrmuren per vlwaardige arbeidskracht. In 1965 nam een vlwaardige arbeider 2 333 nrmuren vr zijn rekening en in 1968 2 625 uur. Tabel 9. ntwikkeling van de arbeidsefficiency in de peride 19651968 Gemiddeld uurln absluut Gemiddeld uurln in prcenten v.1965 Gemiddelde arbeidsksten per nrmuur absluut Gemiddelde arbeidsksten per nrmuur in prcenten van 1965 Gem.aantal nrmuren per v.a.k. absluut Gem.aantalnrmurenperv.a.k. in prcenten van 1965 Aantal beschikbare uren van de vaste arbeidsbezetting per 1 0 m2 Bedrag aan ln en akkrdwerk per 1 0 m2 Jaarksten machines en werktuigen per 1 0 m2 Jaarksten regelapparatuur per 10 m2 1965 1966 1967 1968 3,97 1 4,41 1 2 333 1 1018 289 371 88 4,51 114 4.65 1 2 471 106 987 337 366 113 4,85 122 4,77 108 2 553 109 938 321 368 131 5,17 130 5,03 114 2 625 113 869 436 390 142 Deze stijging van de arbeidsprduktiviteit is verkregen dr een vermindering van de vaste arbeidsbezetting, een tenemend gebruik van diensten van derden meer ln en akkrdwerk en van regelapparatuur autmatische luchting en beregening. 23

3. Verschillen in arbeidsksten en het bedrijfsresultaat bij ngelijke bedrijfsgrtte In tabel 10 zijn de bedrijven ingedeeld naar arbeidsefficiency. De arbeidsksten per nrmuur nemen in de peenvlgende grepen af. De arbeidsksten, die gemiddeld 8085% van de ttale bewerkingsksten mvatten vertnen in de nderscheiden grepen aanzienlijke verschillen. De ksten van het ln en akkrdwerk en de jaarksten van machines en werktuigen zijn gemiddeld van veel geringere betekenis. De verschillen tussen deze ksten verrzaken gemiddeld geen verschil in bewerkingsefficiency: de ksten zijn in de nderscheiden grepen namelijk vrijwel gelijk. p bedrijven met de laagste arbeidsefficiency wrdt, gezien de jaarksten, gemiddeld minder van de regelapparatuur gebruik gemaakt. De verschillen in arbeidsksten en dus in arbeidsprduktiviteit verklaren vrijwel uitsluitend de verschillen in bewerkingsksten. Het aantal nrmuren per vlwaardige arbeidskracht het arbeidseffect neemt in de peenvlgende grepen te. Tussen de nderscheiden grepen is geen systematisch verschil in pbrengstniveau. Binnen het nderzchte traject gaat een verbetering van de arbeidsefficiency kennelijk niet ten kste van het pbrengstniveau. De verschillen tussen de werkelijke en de nrmatieve arbeidsksten per m2 glas kmen in het nettverscht per m2 glas tt uitdrukking. Het verschil tussen de werkelijke en nrmatieve arbeidsksten per m2 glas bij de eerste en derde grep verschilt in de nderzchte jaren respectievelijk f. 1,22, f. 1,25, f. 1,65 en f. 1,86 per m2, het nettverscht van f. 2,37, f. 1,15, f. 1,97 en f. 1,88. De afwijking in 1965 tussen het verschil in arbeidsksten (f. 1,22) en nettverscht (f. 2,37) wrdt vr een grt deel verklaard dr een tevallig grt verschil in pbrengstniveau (f. 0,62). De betekenis van de bedrijfsgrtte neemt vr het bereiken van een gunstige arbeidsefficiency in de lp der jaren te. In 1965 en 1966 was de gemiddelde bedrijfsgrtte van de grep waarin de bedrijven met de ngunstigste arbeidsefficiency waren samengevat (grep 1) maar 12m2 resp. 1 9 m2 kleiner dan de gemiddelde bedrijfsgrtte van de grep met de bedrijven met de hgste arbeidsefficiency (grep 3). In 1967 en 1968 bedreg het verschil in gemiddelde bedrijfsgrtte tussen de grepen met de hgste en laagste arbeidsksten, resp. 4 7 en 4 8 m2. De grtere bedrijven waren in staat m hun arbeidsefficiency meer te verbeteren dan de kleinere. Deze afneming van de arbeidsbezetting is in hfdzaak tt stand gekmen dr vermindering van het aantal arbeidskrachten. De gemiddelde ppervlakte glas per bedrijf nam te van 7 5 tt 81 m2 en de intensiteit van het teeltplan van 957 tt 980 nrmuren per 10 m2, terwijl de arbeidsbezetting per 10 m2 verminderde van 0,46 tt 0,42 per manjaar 10 m2. Figuur 1 illustreert deze ntwikkeling. Deze figuur gee vr 1965 en 1967 de relatie tussen bedrijfsgrtte, arbeidsbezetting en arbeidsefficiency. In 1965 is bij de verschillende bedrijfsgrtten gemiddeld weinig 24

C s 1 C 1 1*! ^ 1 C S II ih 1 s 1 I t ' j w 1 m c IH c m S S W C 1 C i l 1 ih 1 c 30 C m «tf f m s t> ^t * s *#*** n S S ' S 1 L J ^ ' S ^ 1 in m" ih m! 1 ' in m N * C s 1 ;! f S C ih C 1 ^ PH t S t m.h S in rj, m m <N ih l>, ih I S C S Th Ttf in C c! S I j c Iß S it th 1 TH <M c ih 0 «ih I C 1 m, <# m, H a fi a j^ cö 0 U 3 SI 1 c 1 >. ' Sgl M C 1 CÖ *'"' ' ' 1 1 g 1 ^ 1 H <*> c«^ 1 T* CQ 1 S (D ' tt 1 0. ^ ' <\» ti CQ * bc f S ^ ] «> u I & : C e a> «s? es e e +> tj CQ CQ K.M h!h eu a cd C3 3 h iï,p ei Ei ca cö bc bc cu CN1 IM E S sa 3 c a> Sï ra ra >g>g> 'ßgS gl g. g, 8SP S g a,.8.8 II 'S ss's gge «œ cd i ' M JS Ü u ai 25

S TP il <B m i t S«a 0) Tf c 'S«N c N N c c C " ««N * N N N C a s S c *< «a i es 3 a l vm 26

l "0 t u c ^ bfi 03. e <a b e C c "tf «n c_ 0<*3 u «M cq c «>I rt I c cd r t^ 27

verschil in arbeidsefficiency en de spreiding is ver het gehele traject vrijwel gelijk. In 1967 is de spreiding p de kleinere bedrijven duidelijk grter, terwijl de arbeidsefficiency gemiddeld beter wrdt naarmate de bedrijfsgrtte teneemt. Een relatief grt aantal twee en driemansbedrijven hee een ngunstige arbeidsefficiency. Het aanpassingsprces, dat vrijwel uitsluitend via afstting van arbeid plaatshad, verliep p deze kleinere bedrijven trager. Het afstten van een eenheid arbeid is p kleine bedrijven een meer ingrijpende peratie en de weerstand hiertegen is relatief grter. 4. Verschillen in arbeidsksten en het bedrijfsresultaat bij gelijke bedrijfsgrtte Uit figuur 1 bleek k dat tussen de bedrijven van gelijke grtte ng aanzienlijke verschillen in arbeidsefficiency ptreden. Vr de analyse van deze verschillen wrden de bedrijven naar tenemende arbeidsefficiency ingedeeld waarbij getracht is de bedrijfsgrtte in de peenvlgende grepen gelijk te den zijn (bijlage 7) (tabel 11). Bij gelijke bedrijfsgrtte wrden de verschillen in bewerkingsksten per nrmuur uitsluitend verklaard dr verschillen in arbeidsksten. p vele bedrijven blijkt de afstemming van arbeidsbehee en aanbd te wensen ver te laten. Dr afstting van arbeid en/f uitbreiding van de glasppervlakte en/f veranderingen in de intensiteit van het teeltplan zal deze afstemming kunnen verbeteren. 28

C ih 1 1 C J Tt* ' C ri IN, 1 t j 1, t> «H J C 1 m ie C <M * I J C j Tj* t C ih C 1 c 1 ^ ih c 1 1 ih C 1 C C 1 1 C 1 T f C S ih yi ' 1 ^ ih C j ih TH I <H 1 ih 1 t> 1 LQ C G 1 1 c l C ih r. 1 ii ; t> ih j C ih C 1 ih l> a h v C u a C 1 S S.sHi SSI M gl m +J. 1 d.m 1 T 4 <*3 1 fcai a> a>! ca I P, h ' < s'il Ü r I '14 I A ai S '3 s II S 'S m g M. s S 'S «SP gt en t, is e " c * S i e ü tl!j IH a> at Z S = 'S 29

HFDSTUK V Het pbrengstniveau De geldpbrengst per m2 van een bepaalde teelt is afhankelijk van de ttaal verkregen kg c.q. stukspbrengst en de prijs. De laatste wrdt beinvled dr de kwaliteit van het prdukt en het tijdstip van aanver. Tmaten bijvrbeeld geplant rnd 1 januari 1969 werden aangeverd vanaf eind maart; p 1 augustus was de pbrengst 12,55 kg per m2 met een gemiddelde prijs van 139 cent per kg. De geldpbrengst p die datum bedreg f. 17,44 per m2. Het aanververlp, de fysieke pbrengsten en de kwaliteit van vergelijkbare teelten is p alle bedrijven niet gelijk. Dit hee tt gevlg dat k de verkregen geldpbrengst verschillen vertnt. In dit hfdstuk wrdt de invled van deze verschillen in geldpbrengst p het bedrijfsresultaat beschreven. Vr ieder vrkmend gewas en teeltwijze is per jaar een nrmatieve geldpbrengst per m2 bepaald. (In bijlage 2 wrden de gehanteerde nrmen vermeld.) Met behulp van deze nrmen en het teeltplan kan vr ieder bedrijf de nrmatieve geldpbrengst berekend wrden. De werkelijke verkregen pbrengst wrdt vervlgens weergegeven in een percentage van de nrmatieve pbrengst. Dit kengetal gee het pbrengstniveau van het bedrijf. De vraag f de verschillen in pbrengstniveau verrzaakt wrden dr verschillen in heveelheid, kwaliteit f aanverperide wrdt in dit nderzek niet nagegaan. Bij een eerder nderzek 1) bleek dat in dit veilinggebied bij kmkmmers en tmaten de verschillen in pbrengstniveau in hfdzaak gecrreleerd waren aan de verschillen in kg en stukspbrengsten en in mindere mate met de kwaliteits en vregheidsverschillen. Tabel 12 illustreert met behulp van bedrijfsgegevens de invled van de verschillen in pbrengstniveau p het bedrijfsresultaat. De verschillen in pbrengstniveau beïnvleden de bedrijfsresultaten p duidelijke wijze. Het feit, dat de ene tuinder vr een bepaalde teelt meer f minder ntvangt dan zijn cllega is van verwegend belang vr de rentabiliteit van zijn bedrijf. Een dergelijk belang rechtvaardigt nader nderzek naar de pbrengstbepalende factren. Aangezien de verschillende gewassen en teeltwijzen ngelijk reageren p veranderingen in de heveelheid en kwaliteit van de prductiemiddelen zal een dergelijk nderzek per gewas en teeltwijze dienen te geschieden. k de wijze waarp de prduktiemiddelen wrden aangewend zal de pbrengst beïnvleden. Het tepassen bijvrbeeld van de juiste temperaturen en ntluchting p de juiste mmenten is vr de 1) Meijaard, D.: "Verschillen in bedrijfsuitkmsten in de glastuinbuw", Meded. Dir. Tuinbuw 28, 1965 n. 4: 188193. 30

C t> <J5 l c c ic C S ' Ci TH in c l in c c «s ' i c i t C IM t> i in C t> c c C5 i m in c c S c c a cs M 13 C tl c tl <0 ö S ca in c S t c c ih m c c t> c ni > C a <u 8 cl > 'S CQ bc C tl f. tl 5 e ::? ti 38. ^ c» 1 bc e tl m > e 2 ^ * c s ^ i g> tl a _ S g s tl C ÇU c S eu c 5 >«c tl & 1 t> S tl f. 31

pbrengst eveneens van grt belang. Het in dit nderzek gehanteerde pbrengstniveau brengt verschillende gewassen en verschillende planttijden nder een nemer. Vanwege het cmplexe karaktervan dit kengetal in deze bedrijfsvergelijking mag niet verwacht wrden dat dit nderzek gedetailleerd de factren, die de verschillen in pbrengstniveau verklaren aan zal kunnen geven. De enige factr die in dit nderzek het pbrengstniveau zichtbaar beïnvledt is het kastype (tabel 13). Tabel 13. Kastype en pbrengstniveau Jaar Grep 1965 1966 1 2 3 1 2 3 1967 1 2 3 1 Perc.eenr. warenhuizen 39 17 16 37 18 4 25 17 0 20 5 0 Pere.warenhuizen met huten dek 28 24 28 34 29 34 47 18 37 29 50 36 Pere. warenhuizen met ijzeren dek 33 59 56 29 53 62 28 65 63 51 45 64 pbr.niveau 89 1 109 86 99 112 91 98 108 92 103 112 1968 2 3 Het pbrengstniveau neemt te naarmate het percentage eenruiterwarenhuizen afneemt. * nderzekingen met het del de verschillen in pbrengstniveau kwantitatief naar hun rzaken te analyseren zijn ng weinig verricht. Verhaegh 1) vnd dat de verschillen in pbrengstniveau bij stktmaten samengingen met verschillen in kastype, brandstfverbruik en klzuurgi. De werking van een bepaalde factr bleek vaak pas tt uiting te kmen als andere knelpunten waren pgeheven. Het effect van klzuur en brandstf is in een mderne kas grter dan in een minder mderne. p het Prefstatin vr de grenten en fruitteelt nder glas in Naaldwijk wrdt in samenwerking met het LandbuwEcnmisch Instituut middels praktijkwaarnemingen de invled van het plantmateriaal p het pbrengstniveau nagegaan. In een vrgaand nderzek 2) bleek dat het pbrengstniveau van een bedrijf in de peenvlgende jaren vrij cnstant is. k in het in dit rapprt beschreven nderzek is dit verband aanwezig. Bedrijven met een hg pbrengstniveau in een bepaald jaar hebben k de neiging in eenander jaar hg te zijn; het mgekeerde geldt eveneens. Dit is te illustreren dr het pbrengstniveau tussen de peenvlgende jaren uit te zetten (fig. 2). 1) Verhaegh, A.P.: Verschillen in pbrengsten bij stktmaten,"grenten en F ruit"), 12 en 26 februari en 5 maart 1969. 2) L. E. I. studie N. 16: "rzaken van verschillen in bedrijf suit km sten in de glastuinbuw". 32

pbrengsten in % van de nrm pbrengsten in 1966 130 kwadrant 2 120 110 1 90 80 70 kwadrant 3 _l_ 60 J_ JL J_ 70 80 90 pbrengsten in % van de nrm pbrengsten 1967 I«I I«! \ I. " / x I xx«x x * M * XX»J x I X Figuur 2 a. Verband tussen het pbrengstniveau van de bedrijven 1965 en 1966 kwadrant 1 kwadrant 4 _1_ i i i 1 110 120 130 140 150 160 pbrengsten in % v.d. nrm pbrengsten 1965 Figuur 2 b. Verband tussen het pbrengstniveau van de bedrijven 1966 en 1967 120 110 1 90 80 ^ kwadrant 2 i\.w kwadrant 3 _1 1 1_ 60 70 80 90 x x * * XX J*.» "x * X X x* kwadrant 1 A " X kwadrant 4 J l i_ 1 110 120 130 140 150 160 pbrengsten in % v.d. nrm pbrengsten 1966 pbrengsten in % van de nrm pbrengsten in 1967 120, kwadrant 2 110 1 90 x 1 Yt«? x""x >XI Figuur 2 c. Verband tussen het pbrengstniveau van de bedrijven in 1965 en 1967 y x > > X X x kwadrant 1 80 kwadrant 3 kwadrant 4 _L _i_ L. _l l 1 1 1 l L _l_ 60 70 80 90 1 110 120 130 140 150 160 pbrengsten in % v.d. nrm pbrengsten 1965 33

Trekken we nu lijnen dr de 1% punten dan ntstaan vier kwadranten. In kwadrant 1 liggen alle bedrijven die in beide jaren een pbrengstniveau hebben van bven de 1%; in kwadrant 3 liggen de lijnen met in beide jaren een niveau beneden de 1%. De meeste bedrijven liggen in de kwadranten waarin het niveau niet wisselt. Slechts 9,7 en 11 (fig. 2a, b en c) van de 43 bedrijven liggen in de kwadranten 2 en 4, waarin de niveaus in beide jaren verschillen. Daar het pbrengstniveau inde verschillende jaren p de bedrijven tamelijk stabiel is, mag men verwachten dat het in hfdzaak dezelfde factren zijn die ieder jaar hun invled den gelden. Dit gee het nderzek naar de rzaken van de pbrengstverschillen in de glasgrenteteelt in de praktijk een redelijk perspectief. 34

HFDSTUK VI De bedrijfsmvang De bedrijfsmvang van de glasbedrijven kan p verschillende manieren gemeten wrden. De ppervlakte glas per bedrijf is één van de maatstaven. Aangezien de ppervlakte grnd van het bedrijf dat niet met glas bedekt is vr de bedrijfsresultaten van weinig belang is, is de ttale ppervlakte cultuurgrnd in dit verband een weinig geschikte maatstaf. Het geïnvesteerde vermgen per bedrijf en de arbeidsbehee per bedrijf zijn bruikbaarder maatstaven. De Berkelse bedrijven zijn sinds 1961 in mvang vergrt. Tabel 14 gee de gemiddelde grei aan van de 24 bedrijven, die sinds 1961 in administratie zijn. Tabel 14. Gemiddelde grei van glasbedrijven in de peride 19611968 Gem.ppervl.inm2 61 Gem.geïnvesteerd vermgen in gld. prijspeil 1967 277 5 Taakmvang in nrmuren 7 660 1961 1968 1 80 1 3733 1 74 131 135 97 Sinds 1961 is de glasppervlakte met 31% en het geïnvesteerde vermgen met 35% tegenmen, de arbeidsbehee is echter met 3% gedaald. Middels uitbreiding van de verwarmde glaspstanden kn de arbeidsbezetting p een bepaald niveau gehandhaafd blijven. Dr de technische ntwikkeling wijzigt de nderlinge verhuding van de gebruikte prduktiefactren. Arbeid wrdt met name vervangen dr kapitaalgederen. De afstemming van het arbeidsaanbd p de behee ndzaakt vral bij eenmansbedrijven tt vergrting van de glasppervlakte. Het is in dit verband zinvl m bijzndere aandacht aan de relatie tussen bedrijfsmvang en bedrijfsresultaat te besteden. Aangezien in deze bedrijfsvergelijking uitsluitend bedrijven met verwarmd staand glas betrkken zijn, wrdt in het vervlg alleen de ppervlakte glas als maatstaf vr de bedrijfsmvang gebruikt. Bedrijfsmvang en bedrijfsresultaat In tabel 15 zijn de bedrijven naar tenemende ppervlakte glas in drie grepen ingedeeld. Het teeltplan p de grtere bedrijven wijkt af van die van de kleinere. 35

Q) "8 a» t JS CG u <0 > 3 IM B ^ 4J JS c r* > Cü e C eu 3 a> > 09 >> e S ' rt S( Hl 01 t 'S ^ * 8 * 03 "SS!. 'S ^ * 'M H,0 ui ih 'S ci H «5 CS 7 1 «35 CC t Î ir; c at at 15 09 C C (M C (M ih. ti * C t> C5 "3< C C5 C in Tt< <H t> c C c c tf S a ï 1 < c at i i ü i w Û i > * Û p > «3 rt I e' al e» * c _rt ei 0) T3 C 2, in S 1 ) ü e ai >» c C al 1 3 B 1 i i t C5 e' en t> c 03 C t c m c l c E in C t> S "# C ta B 4> 6 Si a> i i t en c t C C C C l s 1 u c CÖ c e 8 " S».2. Cï c C5 c t ) t> H in ci U e s a> 10 M c T3 < e c m C m 3 > 'S 4> c u a «e m m t ' Ifl * t ' ~ rt t * in ' c * *, ' C in * B u t> ca u Î 1 Z d s rs 'S C S ~ 36

Naarmate de bed rijfsgrtte stijgt wrdt vreger geplant, minder nateelten verbuwd en meer tmaten als hfdteelt gebezigd. De arbeidsefficiency is vral de laatste jaren p de kleine bedrijven beduidend slechter. Het pbrengstniveau stijgt eveneens bij tenemende bedrijfsgrtte. Tabel 15 waarin de bedrijven ingedeeld zijn naar de glasppervlakte, illustreert deze tendenties. Bij gelijke bedrijfsgrtte werd het nettverscht per m2 glas binnen het nderzchte traject van plantperiden niet sterk en bvendien wisselend beïnvled dr de mate van vervreging van de prduktie c.q. de plantdatum. In 1965 gaf de grep die het vregst had geplant het laagste nettverscht te zien; in de verige jaren was het mgekeerde het geval. k de verschillen in teeltplan gaven wisselende resultaten. In 1965 waren de kmkmmers winstgevender dan de tmaten. In 1966, 1967 en 1968 was dit met de tmaten het geval. Het nettverscht per m2 glas wrdt in de nderscheiden jaren ngelijk dr de verschillen in intensiteit van het glasgebruik beïnvled. In 1965 en 1966 was het nettverscht per m2 glas p de bedrijven met weinig na f drteelten hger. In 1967 en 1968 nam echter het nettverscht per m2 te naarmate het glas intensiever werd gebruikt. Vr de verklaring van de verschillen in nettverscht bij de nderscheiden bedrijfsgrtten zijn de verschillen in pbrengstniveau, arbeidsefficiency en jaarksten van de duurzame prduktiemiddelen belangrijker dan de bvengenemde. Naarmate de bedrijfsgrtte teneemt wrdt het pbrengstniveau hger, de arbeidsefficiency beter en dé drukvan de jaarksten van de duurzame prduktiemiddelen per eenheid van ppervlakte minder. In tabel 16 wrdt gemiddeld vr de nderzchte jaren per grep van bedrijven het verschil tussen de werkelijke en de nrmatieve pbrengsten resp. arbeidsksten alsmede de ksten van de duurzame prduktiemiddelen per m2 glas gegeven. Tabel 16. De verschillen in pbrengsten en de ksten van arbeid en duurzame prduktiemiddelen bij verschillende bedrijfsgrtten (gemiddeld 19651968) ppervlakte glas in m2 Nettverscht per m2 Verschil tussen werkelijke en nrmatieve pbrengsten per m2 glas Verschil tussen werkelijke en nrmatieve arbeidsksten per m2 glas Jaarksten duurzame prduktiemiddelen per m2 glas Grep 1 Grep 2 Grep 3 4 8 '/ 1,26 '/ 0,54 0,37 4,96 7 0 0,18 / 0,10 */. 0,03 4,65 13 2 0,87 0,22 '/ 0,17 4,56 Het verschil in nettverscht tussen grep 1 en 2 bedraagt f. 1,44; de verschillen in pbrengstniveau, arbeidsefficiency en ksten duurzame 37

prduktiemiddelen zijn gezamenlijk f. 1,15 per m2 glas. Het verschil in nettverscht tussen grep 1 en 2 wrdt vr ngeveer 80% verklaard dr deze cmpnenten. De verschillen in pbrengstniveau nemen 37%, de verschillen in ksten van arbeid 34% en duurzame prduktiemiddelen 26% vr hun rekening. Het verschil in nettverscht tussen grep 2 en grep 3 wrden vr 80% verklaard dr bvengenemde cmpnenten. Het aandeelvan de verschillen in pbrengsten is 46%, in arbeidsksten 20% en in de duurzame prduktiemiddelen 14%. 38

BIJLAGE 1. Telichting p de gebruikte kengetallen 1. ppervlakte glas in m2 De ppervlakte van het bedrijf is gemeten in de ppervlakte glas. De ppervlakte pen grnd, die benut werd, was p deze bedrijven van geen betekenis. 2. Hfdteelt tmaten in prcenten Dit kengetal gee aan het aandeel van de hfdteelt tmaten in het teeltplan. 3. Gemiddelde plantdatum van de hfdteelten Bij de bepaling van dit kengetal zijn de plantdata van de afznderlijke hfdteelten gewgen naar de beteelde ppervlakten. 4. Percentage na en drteelten Wanneer een tmatenteelt langer drging dan na 15 september en een kmkmmer na 1 september werd gesprken van een drteelt. Een kengetal van 1 kan betekenen 1% drteelt, 1% nateelt f 1% vrteelt f eventueel een cmbinatie hiervan. Een kengetal bven de 1 is mgelijk. 5. Intensiteit glasgebruik (Aantal dagen braak liggen van grnd) Dit kengetal gee aan het aantal dagen dat de grnd braak ligt. dus niet benut wrdt vr een teelt. 6. Kastype Bij dit kengetal zijn de verschillende kastypen ingedeeld naar een cijfercdering vr het dek. Aluminium 1 IJzergegalvaniseerd 2 ' vastdek Huten 3 Eenruiters 4 lsdek 7. Luchtinhud Dit kengetal gee aan de luchtinhud van de kas per m2 grndppervlak. 8. Glashelling Dit kengetal gee de glashelling in graden. 9. Gthgte Dit kengetal gee de gthgte (afstand tussen grndppervlak en nderkant gt) in meters. 10. Arbeidsuren in prcenten van de nrm Aan de hand van het teeltplan en pgestelde nrmen (bijlage 3) kunnen de nrmatieve arbeidsuren van het bedrijf wrden berekend. De werkelijke arbeidsuren zijn uitgedrukt in een percentage van de nrmatieve. 11. Arbeidsksten in prcenten van de nrm Dr de nrmatieve arbeidsuren (zie 10) te vermenigvuldigen met het in dat jaar geldende uurln van een vlwaardige arbeidskracht ntstaat een nrm vr de arbeidsksten van het bedrijf. Cnfrntatie van deze nrmatieve arbeidsksten met de werkelijke arbeidsksten p het bedrijf gee het kengetal arbeidsksten in prcenten van de nrmatieve arbeidsksten. 12. Brandstfksten in prcenten van de nrm Vr de heveelheid lie (3 5 sec.) bendigd vr de verschillende gewassen en teeltwijzen zijn gemiddelden berekend (bijlage 4). Het teeltplan met plantdata van het bedrijf is bekend en wij zijn in staat de nrmatieve heveelheid per bedrijf vast te stellen. Uit het nrmatieve verbruik kunnen wij dr vermenigvuldiging met de lieprijs de nrmatieve brandstfksten berekenen. Uit de bekhuding zijn de werkelijke brandstfksten bekend. 39